Het Huis Spaarne 108 Stem van Nederlandse wereldomroep klinkt te zwak in de aether Verwelkoming cm* De 5000e komt spoedig! Werk van tien jonge Nederlandse schilders naar Indonesië HARTENDORP Schoonheid in Haarlem en omgeving Nederlandse musici in Canadees leger Televisie-in-blik voor het buitenland? Verweer tegen cultuurverwering Nieuwe liedjes van Georgette Hagedoorn K. V. no In 1 dag retour ZATERDAG 11 APRIL 195 3 3 Begin van orgelrecitals in Protestantenbond De Stofzuiger Speciaalzaak Agenda voor Haarlem LITTERAIRE KANTTEKENINGEN EïEN speurtocht door deze overweldigen- HAARLEMS MATRASSENHUIS H. DE GRAAFF Esperanto-congres in 1954 in Haarlem Vandaag meer plaat dan praat. Er is van een van de mooiste trapgevels van Haar lem, het huis Spaarne 108, niet veel meer te vertellen dan dat het een zeldzaam bezit is. Het is daarom dan ook alleszins te ver klaren dat de oud heidkundige vereni ging „Hendrick de Keyser" het heeft aangekocht om zeker te zijn dat het voor het nageslacht be waard blijft. Het huis is ongetwijfeld in de 17e eeuw gebouwd. Vermoedelijk is de opdracht daartoe ge geven door een zee kapitein. Die dan ook ivel de eerste bewoner zal zijn geweest. Dit blijkt uit het feit dat boven de deur in hout eèn schip varend op de zee is gestoken. Ook van binnen is het een mooi huis. Van de grote keuken met pomp geven wij een foto. De tegen woordige huizen heb ben kleiner en voor de huisvrouw ook /eel geriefelijker keu kens, maar toch kan niet ontkend worden dat die oude keukens iets bekoorlijks had den. Zij vragen even wel om veel glim mend koper en glan zend tin, want die voorwerpen zijn dan onmisbaar. Eigenlijk vraagt zo'n oud huis in alle ka mers en gangen een speciaal meubilair. niet op zijn plaats. Het moderne is er De bekende Haarlemse schikder Kees Verwey, die dit huis bewoont, heeft veel passende meubels. Eigenlijk moest het mogelijk zijn dat de vereniging „Hendrick de Keyser" in alle steden waar zij huizen bezit,, één of meer van die panden geheel passend laat meu bileren, opdat het daarna als museum voor bezoekers kan worden opengesteld. Dat zou inderdaad dan een bezienswaardigheid zijn. Maar helaas zullen de hoge kosten die daaraan verbonden zijn wel een be zwaar zijn. Reeds nu heeft de vereniging veel zorgen dm elk jaar de gelden op haar begroting te kunnen uittrekken voor het onderhoud van haar huizen. C. J. VAN T. Een van de mooiste trapgevels van Haarlem. In het onlangs inwendig gerestaureerde kerkje van de Nederlandse Protestanten bond aan de Post'laan te Heemstede wordt Maandagavond 13 April een orgelbespeling gegeven door Evaristos Glassner uit Am sterdam, waaraan de fluitist Clément Hengst medewerking verleent. Er worden composities van Bach, Mozart en Willem Mudde ten gehore gebracht. Dit recital is de eerste stap tot uitvoering van een plan, aan het bestuur van de Protestantenbond voorgelegd door enige belangstellenden, die het orgel ook als concert-instrument willen gebruiken en bij dit streven de steun van een aantal kunstenaars genieten. Het is allemaal begonnen tijdens een be zoek van de Canadese minister van Defen sie, Brooke Claxton, aan ons land. Getrof fen door de voortreffelijke prestaties van Nederlandse militaire muzikanten rijpte er een plan in hem. Canada, dat een groot tekort heeft aan geschikte krachten voor de militaire orkesten, zou best wat van die muzikale Nederlanders kunnen gebruiken. Het plan werd wat nader uitgewerkt en het resultaat was dat een Canadese deskundige, samen met kapitein Rocus van Yperen van de Koninklijke Militaire Kapel, een groot aantal Nederlandse muzikanten, die wel naar Canada zouden willen, kwam „testen". Het eindresultaat is geworden, dat 46 Ne derlanders een plaats in het Canadese leger zullen gaan innemen. Zij zijn overal van daan. gekomen. Sommigen verdienden voor heen hun brood als leden van het Concert gebouworkest, anderen speelden in dancings en nachtclubs. Er zijn mannen bij uit mili taire bands, maar ook werd de kapelmees ter van het muziekkorps van het Haagse Leger des Heils ingeschreven. Zij mogen met speciale toestemming van Koningin Juliana dienst nemen in het leger van een andere mogendheid zonder de Nederlandse nationaliteit te verliezen en gaan volgens de verwachtingen een goede toekomst in Canada tegemoet. Hun gezinnen gaan mee op kosten van de Canadese regering. Voor lopig hebben zij een contract van drie jaar, daarna zullen zij zelf over hun toekomst kunnen beslissen. ADVERTENTIE Gen. Cronjéstr. 43 Spaarne 3 Tel. 16990 Tel. 17696 Kruidbergerweg 51, Santpoort Het speciale adres voor STOFZUIGERS Reparatiën en onderdelen W *1 J N fl 1 i i j 'O De keuken met pomp. (Speciale berichtgeving) De radio heeft tijdens de oorlogsjaren een belangrijke rol gespeeld; een ieder zal zich nog wel herinneren welk een macht de radio toen vormde. Meer en meer ging men een wereld omroep dan ook als onontbeerlijk beschou wen. Met zulk een omroep kan men im mers niet alleen de over de wijde wereld uitgezwermde landgenoten de „stem van huis" laten horen, maar ook het bevriende (of vijandige) buitenland toespreken. ZATERDAG 11 APRIL Stadsschouwburg: „Een eigen huissleutel" (Het Vrije toneel), 8 uur. City: „Perrucha", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Willie en Joe in Tokio", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De trek naar het Westen", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De smokkelprinses", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Sin- ging in the rain", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Palace: „Heidi', alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: „Een zomer slechts heeft zij gedanst", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Verloren jeugd", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 12 APRIL Stadsschouwburg: „Een Eigen huissleutel" (Het Vrije toneel), 8 uur. Brinkmann: Huma nistisch Verbond, gemeenschap Haarlem, 10.30 uur. Lido: „Wilde pracht" (Zondag morgenvoorstelling) alle leeft., 11 uur. „Wil lie en Joe in Tokio", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Perrucha", 18 jaar, 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De trek naar het Westen", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: Vereniging Nederland-U.S.S.R. „Ma trozen van Kroonstad", 10.30 uur. „De smokkelprinses", alle leeft., 2, 4.30, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Verloren jeugd", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: Zondag morgenvoorstelling „Eroica". alle leeft.. 11 uur. „Singing in the rain", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Heidi", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Eén zomer slechts heeft zij gedanst", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. MAANDAG 13 APRIL Stadsschouwburg: ,,'n Moeilijk mens" (Nederlandse Comedie), 8 uur. City: „Per rucha", 18 jaar, 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De smokkelprinses", alle leeft., 2.30, 7 en 9.15 uur. Lido: „Willy en Joe in Tokio", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De trek naar het Westen", 14 jaar, 2 30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Singing in the rain", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Heidi", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Eén zomer slechts heeft zij ge danst". 18 iaar, 2, 7 en 9.1b uur. Minerva: „De drie Caballeros", alle leeft., 2.30, uur. „Verloren jeugd", 18 jaar, 8.15 uur. Waalse Kerk, 7.30 uur: Hermann Zaiss- comité. Sprekers Leo Pasman en H. v. d. Brink. De race werd dus ingezet: de wedloop om een plaatsje in de aether te veroveren of te behouden en zo verrees de ene krach tige kortegolfzender na de andere. Ook ons land wilde niet achterblijven: in 1945 werd besloten tot oprichting van een wereld omroep, doch het zenderpark bleef beneden peil en is dit nog steeds. In 1954 zal echter een zender van hon derd kilowatt in gebruik worden genomen en dan is een deel van het leed tenminste geleden. Daar Koning Boudewijn van België in October twee zenders van dat vermogen in bedrijf kon stellen, is Nederland mo menteel met Denemarken het enige land in West-Europa, Scandinavië inbegre pen, dat niet de beschikking heeft over zo'n krachtige zender. Aldus kan men lezen in het vandaag verschenen jaarverslag van Radio Neder land Wereldomroep over 1952. Uitgebreid werkterrein P.C.J. de oude, vertrouwde letters - dient thans meer en meer rekening te hou den met het feit, dat thans vele landgeno ten naar alle windstreken over de aarde uitzwermen, zodat thans ook Canada in het zendsphema is opgenomen. Naast deze „nationale"uitzendingen vormen de pro gramma's in vreemde talen eveneens een zeer belangrijk facet aan het werk van P.C.J. Het buitenland dient toch voortdurend ingelicht te worden over wat Nederland wil en doet, zowel op politiek, geestelijk, cultureel als economisch terrein. Twee din gen zijn hierbij van belang: ten eerste Ne derlands in de laatste jaren sterk toegeno men arbeid op velerlei internationaal ge bied, en ten tweede de bevordering van onze export. Dat speciaal dit laatste de regering be lang inboezemt, blijkt wel uit het feit, dat zij een studie-commissie heeft ingesteld, welke belast is met het onderzoek naar de vraag, in hoeverre de uitzendingen van de P.C.J. de exportbevordering op nog direc ter wijze dan tot dusverre kunnen dienen. En de veronderstelling is niet al te ge waagd, aldus het jaarverslag, dat het ant woord zal wijzen in de richting van een intensieve bewerking van bepaalde luister tevens belangrijke exportgebieden, door middel van een verlenging van de duur der uitzendingen en een verbetering van de ontvangst. Verbetering zenderpark Met een zekere klem betogen de heren mr. Arn. J. d'Ailly, voorzitter, en H. J. van den Broek, directeur, in het jaarverslag dat een eerste noodzakelijkheid is de ver betering der technische middelen, hetgeen uiteraard betrekking heeft op de zenders. Zoals het nu is, brengt Nederland zijn eigen naam schade toe door een vertegen woordiging in de internationale aether, die de toets van redelijke critiek niet kan door staan. Daarom wordt de wens uitgesproken, dat het thans vier jaar oude en toen al spoedeisende P.T.T.-plan van 1949 als nog op korte termijn wordt aanvaard, en dat zal worden besloten, behalve de reeds in aanbouw zijnde 100 K.W.-zender, ook de beide andere zenders van 100 K.W. on verwijld in bestelling te geven. T.V.-transcriptie programma's? Een ander belangrijk punt vormt de te levisie. Radio Nederland Wereldomroep expor teert namelijk naar vele landen „muziek- in-blik", radio transcriptie-programma's. Indien nu in de Verenigde Staten de ge- luidsradio meer en meer door de televisie wordt verdrongen, wordt de vraag actueel of het niet noodzakelijk wordt de tot dus verre geleverde transcriptie-programma's op dienovereenkomstige wijze te gaan ver vangen door televisie-transcripties. Radio Nederland Wereldomroep meent, dat het zich heeft voor te bereiden op deze nieuwe taak. 99 ZO MEN HET ZICH nog herinnert want men is overstelpt door steeds vluchtiger indrukken, tot een haastig vergeten beangstigend geneigd en bereid gaf men er zich dan wel rekenschap van, hoe hartstochtelijk-wanhopend de kreet was, waar mee Marsman om weerklank heeft geroepen? „Volk" let wel: volk, en niet: uit verkoren lezersschare „ik ga zinken als mijn lied niet klinkt". Dat was het sein, het profetisch teken van een schip-in-nood, van een arke-Noachs der cultuur van een vluchtelingenschip, dat aan het barbarisme ontkwam in de dood. Marsman wérd verzwolgen, maar niet zoals hij het zo vurig verlangde: door het volk, waaraan hij „zich te drinken gaf". En de klankbodem waarom hij riep, waarom hij, zonder pathe tiek gezegd, smeekte? Het is er na zijn dood breder noch ontvankelijker op gewor den, zomin als de draagwijdte van de klinkende stemmen is toegenomen. Integendeel! Wat is er gebleven van de bevrijdende hoop, van al die goedwillende en ten dele gloedvolle ijver, waarmee mét de bevrij ding zoveel werd begonnen en herbegon nen, dat ontijdig versmoord of gekortwiekt was? De stroom van tijdschriften, repre sentatief voor het letterkundig leven, ebde vervaarlijk snel weg, bij gebrek aan weer klank grotendeels, maar óók door gemis aan stuwende kracht, aan innerlijke noodzaak, aan oorspronkelijkheid. Misère der tijdschriften „Criterium", kort voor de tweede we reldoorlog opgericht als irrationeel-crea- tieve tegenkracht van de intellectueel- polemische en „cynische" Forum-groep (Ter Braak c.s.), moest betrekkelijk kort na zijn herrijzenis een fusie aangaan met „Libertinage". „Het Woord", orgaan van de „aesthetisch-georiënteerden", versmolt na een kortstondig bestaan met het uit de illegaliteit voortgekomen „Ad Interim", dat zich al evenmin kon handhaven en op ging in „De Gids". En „De Gids", is hij nog wel gids? Niet alleen dat van Potgie ters „blauwe beul" het omslag vergrijsde, na het beëindigen van Roland Hoists en Nijhoffs tienjarige deelneming aan de re dactie wees zijn inhoud een te onvaste koers, dan dat dit periodiek zijn naam de verschuldigde eer aan kon doen. „Columbus" vond, financieel berooid, een onderdak bij het ethisch-normatieve „Podium", dat nog steeds doende is Ter Braak met Ter Braak te overwinnen. „Proloog" ontsliep in de wieg, ten gevolge van Ademnood, „Centaur" en „Apollo" bezweken aan ondervoeding: ook zij ont vingen stenen voor brood. En „De Stem"? Als „Nieuwe Stem" is ze gaan herklinken, maar zó „nieuw" toch weer niet, dat zij een nieuw geluid liet horen. „Critisch Bul letin", vroeger een overdruk van de criti- sche bijlage van „De Stem", is na de oor log een zelfstandig leven begonnen en weet zich als orgaan van algemeen-voorlichten de boekbesprekingen en beschouwingen op het ingezette peil te handhaven. Rest nog - afgezien van de min of meer confessio nele tijdschriften - „Het Boek van Nu", waarin met volhardende ijver en in stij gende lijn de traditie van „De Gulden Winckel" wordt voortgezet. Dit dan is er gebleven: „te weinig om een geschakeerd beeld te geven van onze letterkunde", oordeelde Anthonie Don ker, schrijvende over cultuur-erosie - een voortreffelijk woord voor het voortslui- pénd proces van cultuurverwering, dat gaande is om wat na jaren van universele vernietiging en ondermijning nog staande bleef aan te vreten en te verpulveren. „Ik moet verdrogen als gij mij niet drinkt", dichtte Marsman. En nu is een nieuwe bron aangeboord. Op 1 April verscheen de eerste afleve ring*) van „Maatstaf", zich kort en bon dig presenterend als „Maandblad voor Letteren", met Bert Bakker als enige re dacteur. Als enige: het was zo anders be doeld, zo heel anders ontworpen geduren de de vele maanden van voorbereidend wikken en wegen. Eén was er, „wiens" blad het nu wel niet zou zijn. maar wiens bezieling er toch de geest van zou bepa len: Nijhoff. Op de ochtend van zijn sterf dag nog was hij met de voorbereiding doende, van zins het toegezegde „Ten Ge leide" in verzen bij te dragen. Ze bleven ongeschreven. Nu gaat dit nieuw orgaan vergezeld van wat er hem is nagebleven en zal nablijven: zijn critische, zijn crea tieve geest. Want er is geen twijfel of Bert Bakker zal de vlag, waaronder Nijhoffs dichterschap gevaren heeft, hooghouden: een trotse vlag, die zich enkel liet strijken uit eerbied voor het volwaardige, voor wat de toets van zijn strenge maatstaf kon doorstaan. ADVERTENTIE In het Stedelijk Museum te Amterdam wordt tot 13 April een kleine collectie schilderijen getoond, die in opdracht van de Stichting voor Culturele Samenwer king door de heren C. Wentinck en C. Doelman is bijeengebracht. Zij omvat een veertigtal werken van tien na de oorlog opgekomen kunstenaars en bedoelt een weerspiegeling te geven van de huidige stand der jonge Nederlandse schilderkunst. Het is de bedoeling deze collectie ter expo sitie naar Indonesië te zenden. De opstel ling in het Stedelijk Museum moet zonder twijfel beschouwd worden als provisorisch. De strekking er van is het publiek een in zage te verschaffen van de keuze, die door de samenstellers is gedaan. Deze verdui delijking heeft wel zin want toen ik de tentoonstelling bezocht, kreeg ik niet de indruk dat de talrijke bezoekers de tendenz van deze tijdelijke opstelling doorzagen. Ik vraag mij af, of het niet nuttig zou zijn een verhelderende aanduiding bij de entrée van een dergelijke expositie aan te bren gen. De smalle gangen links van de trap, welke vroeger toegang gaven tot de Aziati sche afdeling, zijn zeer ongunstig voor schilderijen, zodat men de indruk niet ge heel van zich af kan zetten, dat met deze expositie min of meer plichtmatig aan een verzoek werd voldaan zonder er de ruimte voor vrij te maken die 't werk zo gunstig mogelijk laat uitkomen. Het grote aantal tentoonstellingen, dat gelijktijdig in 't Ste delijk Museum gehouden wordt, noodzaakt natuurlijk tot woekeren en wij hopen dan ook van harte dat de toevoeging van het nieuwe expositiegebouw hierin verbete ring zal brengen. Wanneer men in aanmerking neemt, hoe moeilijk het is een dergelijke collectie bijeen te brengen, kan men opmerken dat de samenstellers zich bevredigend van hun taak gekweten hebben. Stellig had men met evenveel recht ook enige andere na men kunnen kiezen. Twee van de deelne mers: Gerrit Benner en Hans Engelman (die veel beter werk heeft gemaakt, dan het hier getoonde) bleven beslist beneden het niveau dat men stellen mag. Het sterkste is de groep van Wim Oepts, die met enige zuiver afgewogen Zuidelijke landschappen uitkomt. Bob Buijs is zeer virtuoos, vooral in de kleinere figuurstuk ken, waaronder een waarlijk zeer mooi vrouwenportretje. Het grote stuk, waarin hij een soort Amsterdamse variatie geeft van het beroemde schilderij van Degas: de absinthdrinkster, heeft zeker uitste kende kwaliteiten, maar mist toch de com pactheid en zeggingskracht der kleinere werken. De ingetogen kleur en de meditatieve expressie van de vrouwenfiguren van Frans Vos maken zijn werk sympathiek. De werken van Albert Muis werden hier al eerder uitvoerig besproken. Het is goed dat de samenstellers de aandacht weer eens op deze begaafde schilder hebben ge richt. Jacob Nanninga en Corneille verte genwoordigen met Benner de zogenaamde „abstracten". Wanneer men zich leiden laat door zijn aesthetisch gevoel voor vorm en kleur, zal Nanninga het meest bevre-y digen. Werk van H. de Vos zag ik hier Welke maatstaf? In de inleiding tot zijn gebundelde „Gedachten op Dinsdag" heeft Nijhoff het destijds geschreven: het hoor baar-worden van „dat vreemde van een nimmer vernomen geluid, waarvan wij aanvankelijk slechts gissen kunnen waar de muziek vandaan komt: van dieper dan de aanleg, van boven de aandrang uit". Het lichten van de creatieve geest, heette Marsman het in de slotregel van zijn poë tisch testament „Tempel en Kruis": het weerlichten daarvan in het holst van de tijd en het weerklinken van een vèr in de wereldse leegte dragend woordgeluid daarna, ten teken dat hij zijn zal, de crea tieve geest, zolang er gedicht en geschre ven zal worden uit méér dan aandrang en uit dieper dan aanleg. Halfstok is „Maatstaf" zijn levensloop begonnen, ter nagedachtenis van de dich ter, wiens werk de maatstaf-zelf was. Zijn stem klinkt in dit eerste nummer na, speels en licht als de Westenwind, die in de pro loog tot zijn bewerking van Menander's „Epitrepontes" aan het woord is inge leid door Jan Engelman. Roland Holst en Achterberg herdenken indrukwekkend de dichter-geestverwant, Mies Bouhuys eert en dankt „de vriend en meester" in proza en poëzie, en dat op een toon, die treffend is van eenvoud en warmte. De Gruyter draagt een essay over „het literaire in Van Goghs kunst" bij en Paul Rodenko een studie over „Van Gogh als schrijver". Ge dichten van Achterberg, Gilliams en Ellen Warmond en het eerste deel van een ver haal „Venus in Ballingschap" door me vrouw A. B. Nijhoff completeren deze eer ste aflevering tot een proeve van de vol waardige maatstaf, door „Maatstaf" aan gelegd. Het is niet genoeg Bert Bakker en „Maat staf" hartelijk een welslagen toe te wensen. Meeleven en deelnemen, klankbodem-zijn dat is méér: het is voorwaarde tot het voortbestaan van dit moedig verweer tegen de voortwoekerende cultuur-erosie. C. J. E. DINAUX. Uitgave Daamen N.V. te Den Haag Met kunst en vliegwerk werd Donderdag avond in de Vleeshaltaveerne Hyacinth ruimte gevonden voor de meer dan drie honderd bewonderaars van Georgette Ha gedoorn, die het optreden van deze bij velen zo geliefde voordrachtkunstenares niet wilden missen. Welnu, zij heeft dit al spoedig geestdriftig gestemde publiek niet teleurgesteld en haar geboortestad de pre mière van maar liefst vijf nieuwe aanwin sten van haar toch reeds zo gevarieerde répertoire gegund. Daarvan moet in de eerste plaats het navrante „Monsieur Wil liam" van Leon Ferré worden genoemd, dat met zoveel sfeerscheppende expressie werd voorgedragen, dat men er de bonte achtergrond van bloemen en draperie totaal bij vergat. Trouwens, ik moet eerlijk zeggen dat ik van sommige teksten in deze omgeving meer heb genoten dan ooit in een schouw burg. Want tot op zekere hoogte hoort het chanson thuis in het café, waar het enigs zins ruikt naar bier en de rook het uitzicht bewolkt. Of laat ik het liever zo zeggen: het is treffend er nog eens aan herinnerd te worden, dat het cabaret in dergelijke milieus zijn oorsprong vond. Misschien klonken daarom „De Franse gouvernante" van Jean-Louis Pisuisse of de uit het ré pertoire van Judels in de voormalige Salon des Variétés in de Amsterdamse Nes stam mende satire op de ambtelijke traagheid onder de titel „Een jongmens heeft zich opgehangen" hier daarom dubbel aantrek kelijk, om dan maar te zwijgen over zulke bekende nummers als „Le Fiacre" of „Ma dame Arthur", die natuurlijk niet ontbre ken mochten. Dank zij het tot enkele toegiften ver plichtende applaus heeft Georgette Hage doorn in totaal twaalf liedjes in diverse talen gezongen en mimisch uitgebeeld. Misschien heeft zij met het door haar en haar onvolprezen begeleider Pierre Ver- donck uit een oud, in een boekenstalletje aan de Seine gevonden boekje bijeenge raapte „Une soirée au café-concert" met die keurcollectie van parodistische type ringen wel het meeste succes geboekt. Maar zeker niet minder kostelijk was de dwaze uiteenzetting van een vierhoeksverhouding (Partie carrée) van Marcel de Lihus of het nog pikantere „Les belles manières" van Choderlos de Laclos, de fameuze schrij ver van „Les liaisons dangereuses". Ér was ook een Nederlands liedje, namelijk „De droevige en waarachtige historie van de generaal en zijn uniform" van Jac. van der Ster, ongeacht natuurlijk de sublieme vertalingen van Nijhoff naar een Deens en een Frans origineel, respectievelijk „Het levens-a.b.c." en „Winterkoninkje" van de grote Xanrof, de omgekeerde naam van een vroegere minister van landbouw, aan wie mede de bloei van de legendarische „Chat noir" te danken is geweest. Na afloop dankte wethouder D. J. A. Geluk in zijn kwaliteit van voobzitter van het dagelijks bestuur van de Hyacinth en van „de raad van dertien" Georgette Hage doorn en Pierre Verdonck onder het aan bieden van eep warmgetinte bloemenrui- ker voor de kostelijke avond, daarbij de wens uitsprekend dat deze eerste niet de laatste zal zijn geweest. D. K. voor het eerst. Hoewel er een aardig kin derfiguurtje bij zijn inzending was, is het toch niet helemaal duidelijk, waarom juist hij in dit ensemble opgenomen werd. Kees Andrea is stellig een schilder, die iets belangwekkends heeft te vertellen. De laatste tijd echter vraagt men zich af, of hij in tekening en grafiek niet een me dium bezit, waarin hij zich beter kan uit spreken dan in de olieverf, die hij op een wijze behandelt die een beetje draderig yaandoet, jerwijl de kleur ook iets onge zonds heeft. OTTOB. DE KAT ER zijn veel muziekvrienden die zich af vragen, wat de letters K. V. betekenen, als zij op een programma achter de titel van een van Mozart's werken zien staan: K.V. no...., soms uitgebreid tot: Köchels Verz. noZij willen eenvoudig zeggen, dat het werk nummer zoveel is in dé lijst, die Köchel heeft aangelegd van de ge zamenlijke composities van de Salzburger meester, een lijst welke in 1862 is ver schenen. Wanneer ik dit hier zo kort en nuchter neerschrijf, dan is dit ook wel de simpelste verklaring die er van het geval te geven is. Want misschien staat menigeen wel enigszins verbaasd, als ik er bijvoeg, dat deze lijst een omvangrijk boekwerk is van 551 bladzijden; de in 1937 verschenen derde druk is zelfs tot 984 pagina's uitge breid. Laat ik beginnen de volledige titel te noemen, en dan van de schrijver en zijn werk een en ander te vertellen. Het boek heet: Chronologisch-thematisches Verzeich- nis samtlicher Tonwerke Wolfgang Ama- deus Mozarts, von Dr Ludwig Ritter von Köchel. MAAR, zal men zich afvragen, hoe ver bijsterend veel heeft Mozart, die bo vendien jong gestorven is, dan wel moeten componeren als alleen de volledige lijst van zijn werken al 551 bladzijden vraagt! Inderdaad, Mozart heeft een productiviteit ontwikkeld, die bijna onbegrijpelijk is en die misschien alleen wordt overtroffen door zijn evenmin te begrijpen genialiteit. Het aantal zijner werken werd door Köchel vastgesteld op niet minder dan 626, waar bij dan ieder kort pianostuk een afzonder lijk nummer heeft gekregen. Maar er zijn ook opera's bij, als De Bruiloft van Figaro, De Toverfluit, Don Giovanni, Cosi fan tutte, dus werken van grote omvang. Dat Köchel's lijst zo groot is geworden, heeft natuurlijk ook een andere oorzaak dan alleen het grote aantal van Mozart's composities. Köchel geeft, zoals de titel reeds zegt, een. thematisch overzicht. Van elk werk worden de beginmaten afgedrukt, de bezetting vermeld, plaats en datum van ontstaan medegedeeld, eigenaar van het handschrift waar mogelijk genoemd, de uitgevers der compositie opgegeven en enige verdere opmerkingen gemaakt. In de zoeven genoemde door Alfred Einstein ge redigeerde derde druk wordt daar boven dien voor elk werk een litteratuuropgce bijgegeven. de hoeveelheid thema's, deze catalogi sering van een levenswerk, schijnbaar een dode, ambtelijke registratie, maar in wer kelijkheid een uiting van eerbied en liefde, doet de bewondering voor en de verwon dering over het fenomeen Mozart zo mo gelijk nog toenemen. Het is een biografie in motieven en data, meer niet, maar hoe spreekt zij tot de Mozart-vereerder, als diens blik valt op nummer 1, Menuet en Trio voor Klavier, van 1761, waarvan wordt vermeld, dat op het handschrift staat: „Ondergetekende verklaart, dat dit stuk door haar broeder is gecomponeerd en zelf is geschreven op zijn vijfde levensjaar, M. A. Fr.v. Berchtold Sonnenberg-Mozart". Dit is Mozart's zuster Nannerl, die met hem samen als wonderkind grote reizen maakte. Of wanneer hij bij nummer 24 plotseling in de Nederlandse taal ziet staan: „Een Nederduitsch Air op de installatie van Z.D.H. Willem den V Prins van Oranje etc. etc. etc. door C. E. Graaf in muziek ge- bragt en door den beroemden jongen Com positeur J. G. W. Mozart, oud 9 Jaeren, met konstige Variatien vermeerdert, a 12 stuivers (Uitgegeven bij B. Hummel in Den Haag)". Een herinnering dus aan het verblijf van vader Leopold Mozart met zijn beide kinderen in ons land. Köchel voert ons dan door de bergen en dalen van Mozart's inspiratie tot het on voltooid gebleven laatste werk: het Re quiem. De componist was 36 jaar, uitgeput en arm. De vlam der inspiratie had met zijn wondere gloed Mozart's levenskracht gebroken. Hij sterft, alvorens het werk, waarvan hij heeft gevoeld dat het zijn eigen dodenmis zou worden, geheel in par tituur was gebracht. Ludwig Köchel (1800—1877), Oostenrij ker evenals Mozart, was rechtsgeleerde; een man van veelzijdige ontwikkeling en belangstelling, muzikaal, maar tegelijker tijd hartstochtelijk botanicus en minera loog. Zijn voorstudiën voor het Mozart- register brachten reizen mee naar Enge land, Frankrijk en Duitsland, maar hij had daar zowel tijd als grote materiële opoffe ringen voor over. Hij was het, die de be kende muziekuitgevers Breitkopf und Har- tel aanmoedigde te komen tot de grote uit gave van Mozart's gezamenlijke werken, en stelde als royaal voorbeeld ter navol ging daarvoor 15.000 gulden beschikbaar. Er zijn in de muziekgeschiedenis veel figuren geweest, die in de schaduw bleven. Hun idealisme was hun genoeg. Zo een was ook Ludwig Ritter von Köchel. WILLEM ANDRIESSEN. ADVERTENTIE UW MATRASSEN bijgevuld of vernieuwd. MAAKLOON 1 pers. 12.50. 2 pers. 15.— Gr. Houtstraat 103 Tel. 11485 Haarlem Het hoofdbestuur van de Wereldbond van Esperantisten dat gedurende de Pasen vergaderde, heeft gesproken over het Ne derlandse voorstel tot het in de zomer van 1954 doen houden van het wereldcongres van Esperantisten in Haarlem. Het hoofdbestuur heeft dit voorstel aan vaard en Haarlem is als congresstad aan gewezen. Binnenkort zal reeds met de voorbe reidende werkzaamheden begonnen wor den. Het laatste wereldcongres van Espe rantisten, dat in Nederland is gehouden, had in 1919 in Den Haag plaats.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 5