'n Kapper met gevoel voor beeldende kunst Welke preek is de beste? Onze puzzle Een sieraad is mooi, als het niet meer schijnt dan het is Amateur-uitvinder dacht aan kleinbehuisden e) Jongenspyjama In 1 dag retour ZATERDAG 18 APRIL 1953 10 Philosophie rond het sieraad DIT MAKEN WE ZELF Brieven van een Parijse huisvrouw Bed in de grond KERKELIJK LEVEN Proclamatie van de Partij van de Arbeid Lettervaria-raadsel oor de^V rouw „Ja, wat moet ik u nu eigenlijk ver tellen", klonk het aarzelend toen wij on langs bij een bezoek aan een ontwerp ster van sieraden de kunstenaresse vroe gen naar haar werk en Ideeën. Doch aldra bleek, dat er voor haar evenveel te vertellen als voor ons te leren viel. De ene wijsheid, geboren uit een diep doorleefd .gevoel, volgde op de andere en waar al deze opvattingen en ervaringen hun oorsprong vonden in het speciale wereldje der vrouw de we reld namelijk van het sieraad daar menen wij niet beter vte kunnen doen dan ook u van de rijkdom te laten mee beleven. „Wanneer je het sieraad beschouwt als een soort afwisseling in de kleding of als de zogenaamde onontbeerlijke finishing touch ervan, ja dan is het dra gen van sieraden een dure en dikwijls onbevredigende liefhebberij, waaraan je beter helemaal niet kunt beginnen Als het goed is, is een sieraad echter iets, waarvan je op den duur gaat hou den en waarvan je nooit meer afstand zou kunnen en willen doen. Natuurlijk moet het sieraad passen bij de kleding der vrouw, maar in de eerste plaats toch bij de vrouw zelf en als dat een maal zo is, dan komt de rest van zelf, want tenslotte moet ook de kleding in harmonie zijn met de persoonlijkheid van de vrouw...." Een wijsheid, even klaar en helder als de schitterende aquamarijn en de gloed van de robijn zelf! „Het is heerlijk om eep sieraad te mogen maken voor iemand, die je goed kent, want dan is de kans tenminste maar heel gering, dat het kleinood niet in overeenstemming is met de gelukkige bezitster. Wanneer je echter iets ge maakt hebt zonder een bepaalde op dracht, dan is het enige, dat je ver langt, dat het juweel zal worden ge kozen door de juiste vrouw, die er echt belangstelling voor heeft en niet door iemand, die het alleen maar koopt „om een sieraad te hebben". Och, een sieraad hoeft werkelijk niet zo erg kostbaar te zijn; voor ieder be drag is practisch iets goeds te maken, als het maar écht is, ik bedoel, als het maar niet de schijn geeft van meer te zijn dan het in werkelijkheid is. Veel schijn van kostbaarheid gaat al tijd ten koste van het waarachtige Ik voor mij heb altijd het idee, dat een ding pas goed is, wanneer het bij wijze van spreken de indruk geeft alsof het zo gevonden is, ontstaan dus uit de natuur zelf". Wanneer we eenmaal zó in het hart van een jonge vrouw hebben mogen zien, dan valt het niet moeilijk meer om haar liefde voor haar werk en daardoor haar werk zelf te begrijpen. De veelal simpele en weinig preten- Deze week geven wij u het patroon van de pyjama welke u op het plaatje ziet. Het patroon is gemaakt op de ma ten van een jongen van ongeveer 8 jaar, de heupwijdte is 78, ruglengte 30, leng te broek 65, zithoogte 28 cm. Deze week maken we eerst de broek, de volgende week het jasje. Voor de hele pyjama hebben we 3 meter stof nodig van 70 of 80 cm breed. Popelin, een aardige ka toenen streep, of gewone effen katoen zijn hiervoor zeer geschikt. Nadat we besloten zijn welke stof we zullen nemen, gaan we het patroon voor de broek eerst op ware grootte natekenen. Vervolgens leggen we het op de stof, zoals de tekening dit aan geeft. tievolle ontwerpen, die lang niet altijd van het kostbaarste materiaal zijn ver vaardigd (als huisvrouw en moeder van een stel gezonde kleine kinderen is het niet zo heel gemakkelijk om te zamen met je echtgenoot een dergelijk in veler ogen luxe-bedrijf in stand te houden) hebben alle als het ware iets van de rankheid van het wezen der vrouw en tegelijkertijd iets van de hardheid van het leven. „Onze ontwerpen zijn soms een men gelmoes van ideeën van mijn man en mij", verklaarde mevrouw Kok, „maar over het algemeen komt dat de uitwer king ervan alleen maar ten goede. Want wat de een ontbreek^, dat kan de an der aanvullen en één bepaald idee blijft toch altijd de boventoon voeren, waar door het geen onharmonisch geheel kan worden. Zelf werk ik bijvoorbeeld het liefst met gekleurde stenen. Daar kun je je fantasie veel meer bij uitleven. Neen, geen diamant, want deze steen is op zichzelf al zo groot, dat die eigenlijk alleen maar geschikt is om op de meest eenvoudige wijze gevat te worden zon der een enkel ornament. Ieder sieraad komt eigenlijk op een andere manier tot stand", verklaarde de kunstenares verder. „De ene keer krijg je plotseling een idee, terwijl een andere maal een bepaald ontwerp met de dag groeit tot het je eindelijk helder voor de geest staat. Ja, de huishouding neemt wel heel wat tijd in beslag en het meeste werk laat ik de laatste tijd aan mijn man over, maar soms wordt het me toch te machtig en dan laat ik de halfopgemaakte bedden staan en be gin aan het uitwerken van een onver wachts opgekomen idee". Hoe meer onze vertelster opgaat in het gesprek, des te sterker voelen wij het gemis van de juiste waardering en liefde voor deze kunst bij zovelen en wij denken dan met een lichte schaamte en een zekere weemoed aan de talloze standaardsieraden, die te pas en te on pas worden gedragen. Neen, niet door iedereen. Mevrouw Kok vertelde ons tot pas send slot namelijk een aardig staaltje van een vrouw, zoals er, naar wij ho pen, meer rondlopen „Jaren geleden had ik eens een grote rose toermalijn gekocht en een kennisje van mij was daar zo dol op, dat ze me vroeg om de steen voor haar te bewa ren totdat zij geld genoeg had om hem te kopen. Nog geen twee maanden ge leden heb ik er eindelijk een ring van kunnen maken. Ze had er tien jaar voor gespaard. J. S. \V\V\ De P.T.T. in Frankrijk heeft een post zegel ter waarde van dertig francs uit gegeven, die propaganda maakt voor Frankrijks deviezenbron: de „haute couture". De postzegel toont een dame in een weelderige avondjapon met als achtergrond de Place Vendöme. Men wil er de aandacht mee vestigen op de Franse haute couture, waarin de zaken op het ogenblik merkbaar achteruit gaan De kapper met inspiratie in een onooglijke zaak (Van onze Parijse medewerkster) P a r ij s, April 1953 Onderaan knippen we een flinke zoom, zodat de broek verlengd kan worden als deze te kort wordt, bovenin een zoom aanknippen voor het elastiek. Het maken van de broek zal geen moei lijkheden opleveren denk ik, dus tot de volgende week. L. S. Nu moet ik eerlijk zeggen, dat ik over het algemeen van kappersconversaties niet veel houd. Die praatjes draaien mij altijd wat tè stereotiep en bovendien tè gemeenzaamneerbuigend in een zelfde kringetje rond en daarom installeer ik me te hunnent meestal met een gezicht, dat bepaald maar van heel weinig toe naderingsgezindheid getuigt. Het zijn dan gemeenlijk ook alleen maar coif feurs die, vergrijsd in het vak een on gewone mate van mensenkennis heb ben opgedaan, die er inslagen mijn ijs toch nog te breken. Sporadische geval len. Zoals echter dit keer. Ik had in een zijstraatje van mijn wijk een onooglijk winkeltje ontdekt en omdat je vaak juist in die bescheiden zaakjes nog wel 's vlug en goed geholpen wordt, besloot ik er 's een kans te gaan wagen. Een wel ietwat rommelig interieur, dat zij aanstonds toegegeven. Twee fauteuils, als men die oude kantoor stoelen dan beslist zo noemen wilde, met versleten kussens er op en daar achter een tafel met de gebruikelijke voorraad borstels, kammen, tondeuses en flesjes en potjes van welke laatste er echter ook enkele waren die, strikt vakkundig genomen, zich hier eigenlijk niet nauwkeurig op hun plaats bevon den. Tenzij deze Figaro de hoofden van zijn clientèle óók nog wel 's met sinaas appelenmarmelade zou behandelen. Meer een vertrek dan een winkel, laat staan een „salon", en dan nog een ver trek van een vrijgezel met boheemse inslag die een wat ongeregeld leven slijt. En om die indruk te versterken stond er in een hoek dan ook nog een schildersezel met een onafgewerkt doekje erop. Een zomers prieeltje met veel kleurige bloemen er omheen. Mis schien geen schilderijtje waarvoor een expert nu zo direct op de knieën zou zijgen, maar waaraan ik tóch iets aan doenlijks afzag. Het was met zoveel liefde „gedaan" zoals de schilders dat plegen te zeggen. Toen ik binnenstapte was er niet 'n klant in het bedrijf en zo dat misschien niet heel sterk pleitte voor de renom- mée van het zaakje stond voor mij daar toch tegenover dat ik nu een gerede hoop mocht koesteren binnen afzien bare tijd weer op straat te zullen staan. Als je alle uren optelt die je zo bij je kapper slijt.De radio loeide een on stuimig barmuziekje en ik veroorloofde me eerst maar de opmerking dat het, wat mij betrof, desnoods óók wel een nuance minder luid zou kunnen. Ik merk al dat u niet erg van mu ziek houdt, stelde de chef voorbarig vast, waarbij ik het maar liet zitten. Wat de kunst betreft schijnt u uw mannetje daarentegen wèl te staan, zei ik om iets te zeggen. Hij probeerde die vleiende opmerking eerst nog wat be scheiden weg te wuiven maar al gauw kwam er daarna een verhaal los, dat wel weinig twijfel liet bestaan of hij vond dat hij het met zich zelf nog heel wat slechter had kunnen treffen ,In mijn vrije uren schilder ik. Of als u wilt, ik kap als ik niet schilder. Dat lapje, daar, en hij wees naar een paars en geel stukje met een grauwig gebouw op de achtergrond, is een herinnering aan het bezoek aan het Chateau de Fontainebleau. Ik schilder alles uit het hoofd. Nadat hij m ij n hoofd al fors onder handen had genomen, liet hij mij plotseling in de steek om nog wat andere werkjes te gaan halen. Ze waren alle genummerd en opus 4387 vond hij persoonlijk nog wel het beste geslaagd. Dat was een impressie, zo legde hij uit, van een concert. Daar ziet u het po dium, dat in een rossige gloed als van een zonsondergang was gedompeld en hier zitten de mensen, verklaarde hij, wijzende op hele reeksen misbakken poppetjes. Ik gaf graag toe dat hij met dit kunststukje zich ingenomen mocht voelen. Fier zelfs. Ons gesprek had zo een wat onbe- Vangener allure aangenomen en nu wil de hij ook wel 's weten of ik soms nog iets deed voor de kost. Eigenlijk niet, zei ik, ik schrijf wel 's een stukje in de krant. Dat vond hij nu juist zo'n be langwekkende en boeiende bezigheid. Hij had trouwens zelf goede vrienden in de journalistiek en die hadden ook wel s een stukje over hém geschreven. Aardige mensen, onderstreepte hij. De vingerwijzing vattende, liet ik hem we ten dat ik hun sympathieke voorbeeld best wilde volgen als hij me een foto af zou staan. In het vooruitzicht van die giatune publiciteit voelde hij zich nu blijkbaar verplicht tot een gigantische tegenprestatie en aan mijn hoofd wer den sinds die toezegging zorgen be steed die mijn persoonlijke aspiraties bepaald ver overtroffen. Heel zijn arse naal van flesjes en potjes de marme lade hield ik nóg wat scherper in het P°3 kwam in beweging en wanneer ik m de spiegel zijn hoofd zo naast het nujne op zag duiken kon ik wel heel duidelijk zien hoe de inspiratie hem al lengs krachtiger te pakken kreeg. Ook als kapper voel ik me in de allereerste plaats artist getuigde hij nadat een zekere onrust in mijn blik blijkbaar als bewondering geïnterpreteerd was. Ah juist, gaf ik neutraal te kennen terwijl ik me afvroeg hoe die dreigende meta morphose daar boven straks thuis weer ongedaan te maken. Toen hij zich ook nog met wat brandende lucifers onledig had gehouden, een halve tube brillan tine op mijn hoofd had leeg gedrukt en juist een preduliviaans permanentappa raat in stelling wilde brengen, vond ik het moment gekomen om te trachten zijn heilig vuur tóch iets te blussen. Het kon écht niet. Met walging had dat opgedofte hoofd me even aange zien, een kop zoals je ze wel tegenkomt in een nougat-kraam op de kermis of in glimgips in burgermanshuis kamers op de schoorsteenmantel. Jas ses! Jammer voor alle kunstzinnigheid die eraan werd besteed, maar de vol gende maal ga ik tóch maar weer naar mijn oude mannetje, hoezeer zijn tot de daad versleten mopjes mij ook sinds jaren verveelden. De heer H. J. van Beek is een vrien delijke man van een goede vijftig. Hij werkt bij een grote Amsterdamse bank instelling en brengt zijn vrije tijd door met uitvinden. In zijn rustige pensionkamer heeft hij ons een en ander over zijn hobby ver teld. „Neen, een technische knobbel heb ik eigenlijk helemaal niet. Maar ik denk veel na over allerlei problemen die om vereenvoudiging vragen en soms ben ik zo gelukkig tot een oplos sing te komen". De woningnood heeft de heer Van Beek op het idee gebracht een prac- tischer slaapgelegenheid te constru eren welke een minimum aan ruimte inneemt. Het resultaat? Een luik in de grond, dat uit drie delen bestaat en de afmetingen van een normaal ledikant heeft. Overdag mas keert een kleed de onderbreking in de vloerbedekking. Als 's avonds een der vakken omhoog wordt geklapt, komt automatisch het bed naar boven dat op ijzeren stangen in een nis onder de vloer rust. Simpel en practisch „U ziet, het is allemaal heel eenvou dig", zegt de heer Van Beek. „Volgens mij een oplossing voor kleinbehuisden en die komen tegen woordig niet zelden voor. Natuurlijk eist het verdwijnbed wanneer het wordt toegepast in oudere woningen een ver bouwing. Doch voor nieuwbouw kan dit snufje wellicht dienstig zijn". Hij denkt hier speciaal aan tehuizen voor bejaarden, aan flatgebouwen en ziekenhuizen, waar de verpleegsters wel een eigen, maar meestal vrij klein vertrek het hare kunnen noemen, kam peerwagens en -huisjes enz. Expositie te Brussel Tijdens de expositie van de „Salon international des inventeurs" welke in Maart in de Belgische hoofdstad werd gehouden, was de heer Van Beek een der weinige Nederlandse inzenders en men bleek voor zijn vinding veel inte resse te hebben. „Als je nu eenmaal tot een oplossing bent gekomen begint het werk pas goed. Dan stap je met je ontwerp naar de octrooiraad die het terdege onder de loupe neemt. Het komt namelijk dik wijls voor dat in een bepaalde periode verschillende vindingen worden gedaan die veel met elkaar overeenkomen. Dit houdt natuurlijk verband met de be hoefte aan een efficiënter methode die top een gegeven moment ontstaat. De grote vraag is dan: wie was de eerste?" De heer Van Beek houdt er een uit gebreide correspondentie op na: brief wisselingen met de octrooiraad, met consulaten van verscheidene landen, met fabrikanten die onderzoeken of zij tot zaken kunnen komen. In die bezig heid gaat nogal wat tijd zitten en alles moet in de avonduren worden verricht. „Op voorstellen kan ik echter niet ingaan: tenslotte heb ik mijn werk. En voor 't vak van uitvinder komt nog heel wat meer kijken dan alleen maar het demonstreren van een goede oplossing". „Neen, het blijft een echte hobby. Ik vind iets uit, vraag octrooi aan, maar verkoop dat niet. Integendeel, het kost mij geld: tachtig gulden in het eerste jaar en dit bedrag loopt in de loop van de tijd op tot 160 gulden per jaar". In 1925 kreeg de heer Van Beek oc trooi op een verbeterde boekhoud machine. Door bevestiging van een klein apparaat aan de wagen maakte hij een duideliiker controlesysteem mo gelijk. Ook in het dagelijkse werk bracht hij technische en administra tieve veranderingen aan, die de arbeid vergemakkelijken. „Het is prettig iets uit te denken", vindt deze amateur-uitvinder. „Ik be schouw het als een aardig spelletje. Bovendien schenkt het voldoening wan neer je zekerheid hebt dat je gedachte tot een originele vondst is uitgegroeid. En als de mensen er dan nog wat aan hebben, zoveel te beter. Daar gaat het voor mij toch in de eerste plaats om. ADVERTENTIE Het Engelse weekblad „Spectator" heeft een prijsvraag uitgeschreven voor een uiteenzetting over een „goe de" en een „verkeerde" preek. De in zending van Mary B. Bruce verkreeg de eerste prijs. Haar visie geven wij in verkorte vorm hierbij aan u door. Interessant genoeg voor u om na te gaan of u haar mening deelt. De winnares van de prijsvraag begint met te vertellen, dat zij als Schotse opge groeid is met de overtuiging, dat men naar de kerk gaat om de Bijbel en een preek te horen. Na de dienst vroeg men nooit naar de liederen, die gezongen wa ren, maar de onvermijdelijke vraag was altijd weer: „Waarover heeft de dominee gepreekt". Toch is deze instelling niet juist.Een preek staat niet op zichzelf: ze is een deel van de godsdienstoefening. De preek richt zich tot een speciaal ge hoor: tot de gemeente. Wij zijn rijk en arm, jong en oud, meer of minder ont wikkeld. Toch hebben we iets, dat ons tot een eenheid maakt. Wij zijn, hoe onzeker en twijfelmoedig ook vaak, „gelovigen". Gewoonte, traditie en overtuiging hebben ons in de kerk gebracht en wij hopen, dat ons zwak geloof daar versterkt wordt. Een preek moet een appèl doen op de situatie waarin wij verkeren. Dit betekent in ieder geval, dat onze prediker ons moet duidelijk maken, dat wij burgers zijn van twee werelden: een tijdelijk-aardse en een eeuwig-geestelijke. Preken, uitsluitend in gesteld op deze wereld ontaarden snel in sociale ethiek. En preken, die helemaal op de „andere" wereld zijn gericht, wijzen we waarschijnlijk als onpractisch van de hand. Wij hebben echter een vertwijfeld verlangen om ons leven in deze wereld te zien als een deel van een christelijke pel grimstocht. Onze eeuw is de eeuw van specialisten. Alleen: het is verwonderlijk hoe weinig nota wij van hen nemen. Heeft iemand voldoende „naam" dan aanvaarden we wat hij over een of ander geliefd onder werp zegt. Daardoor komt de waarheid van tegenwoordig van de lippen van filmsterren, voetballers en natuurkundi gen en wij geloven het ook nog. Maar de geestelijken zijn specialisten op het gebied der theologie. Wij zouden dus van hen allereerst theologie mogen verwach ten. Maar vele preken hebben met theolo gie al te weinig te maken. Dit laatste betekent niet een vraag om een starre, orthodoxe beklemtoning van de ADVERTENTIE Wagenweg 29 - Haarlem Telefoon 20518 Van 7 tot 14 Mei is in onze schoonheidssalon aanwezig de por.'oonlijke specialiste van uit Londen ADVIEZEN ZIJN GRATIS „Millioenen mensen hopen dat de gewij zigde houding van Rusland een oprecht en blijvend karakter zal dragen", aldus een proclamatie die het partijbestuur van de Partij van de Arbeid heeft afgekondigd. Gezegd wordt, dat de democratische so cialisten op het standpunt staan, dat elke gelegenheid om tot een vruchtbare bespre king met de Sovjet-Unie te komen moet worden aangegrepen. In de proclamatie wordt verklaard, dat de diepste oorzaak van de koerswijziging in Moskou moet worden gezocht in de groeiende kracht van de democratische volken van het Westen, vooral in de samenwerking in de NATO en in de verdergaande eenwording van Europa. Het partijbestuur betoogt, dat Moskou de ernst van zijn bedoelingen kan bewijzen door actieve medewerking aan het tot stand komen van de vrede in Korea vol gens de beginselen van het Handvest van de UNO; een vredesverdrag met Oosten rijk, dat dit land zijn volledige zelfstan digheid teruggeeft; een in vrijheid ver enigd Duitsland op de grondslag van alge mene vrije verkiezingen, en herstel van het zelfbeschikkingsrecht van de onder drukte volken van Oost-Europa. Het par tijbestuur concludeert dat de Noord- Atlantische verdedigingsorganisatie moet worden versterkt en een voortzetting van de strijd tegen het communisme nodig is door verhoging van de arbeidskracht en rechtvaardige verdeling van de welvaart en verdieping van de cultuur voor alle volken. ADVERTENTIE UW MATRASSEN bijgevuld of vernieuwd. MAAKLOON 1 pers. 12.50. 2 pers. f 15.— HAARLEMS MATR ASSENHUIS H. DE GRAAFF Gr. Houtstraat 103 Tel 11485 - Haarlem ADVERTENTIE Verkooplokaal NOTARISHUIS Jp I Dir. W N WOLTERINK I8LBilderdijkstraat bij de Zijlweg Haarlem - Tel. (K 2500) 11928 INBOEDELVEILING 5/6 MEI 1955 Inzendingen van huisraad worden dagelijks aangenomen. Eigen afhaaldienst leer der kerk. Maar een kerk zonder ge loofsleer is een zinloosheid. Dagelijks ko men ons nieuwe leren tegemoet, van elke aard en meestal heidense: de goede preek moet ons tegen begripsverwarringen be schermen. Toch zullen, zo maar zonder meer geponeerd, enkele willekeurige theo logische uitdrukkingen ons niets helpen. Ze moeten in betrekking staan tot onze persoonlijke situatie. Zegt het woord „ver lossing" ons nog iets? Wat verstaan wij onder „genade"? Niets stuit mij meer af en prikkelt mij meer dan preken, die met deze woorden omspringen alsof het om iets gaat, dat we eenvoudig hebben te ge loven, zonder ook maar de geringste voor stelling te hebben waarom en in hoeverre zij iets met ons te maken heeft. Het schijnt, als ik het zo hoor, dat de politiek in de prediking betrokken moet worden. Inderdaad dat moet gebeuren. Het betekent niet de hemel beware ons daarvoor dat de preek een bepaalde partij aanbeveelt of afwijst. Er is iets veel diepers nodig: de toepassing der christe lijke leer op de situatie van onze tijd. Loopt dat alleen maar uit op schelden op ,,de goddeloze communisten", dan wordt niets gewonnen. De aanval dient zich op ons zelf te richten en tegen onze eigen maatschappij opdat wij haar zwakheden zullen onderkennen en overwinnen. Bij talloze problemen van de rassenpolitiek tot de napalmbom toe verwachten we, dat de kerk haar stem zal verheffen en licht zal brengen. Onze weg is immers een pelgrimstocht door het duister. Ik stelde de eis van meer dogma, hoe wel ik bang ben voor het woord „dogma tisch". Niets bevreemdt me meer dan de preek van iemand, die op alles een ant woord heeft. „Zie, ik zeg u een geheime nis", schrijft de apostel. Religie is een ge heimenis en onze weg wordt maar voor een gedeelte verlicht; meer kunnen we niet verwachten. Maar we kennen allen toch wèl de prediker, die ons het gevoel geeft, dat hij alle mysteries van het geloof teruggebracht heeft tot de kleine bladzij den van een overzichtelijk spoorboekje. De prediker zij deemoedig! Niettegenstaande alles heeft hij het laatste woord. Het is zijn doorlopende taak aanklagend ons op onze zelfgenoeg zaamheid te wijzer en ons wakker te ma ken. En de meest verontrustende karak tertrek van de kerk, heden ten dage, is haar waardigheid. De meesten onzer, die tot de kerk behoren, begaan geen grote, in het oog vallende zonden en vergeten dat wij schuldig zijn aan de kleine stie keme zonden. Wij houden ons zelf graag voor „goede christenen" en zouden in het beste geval slechts kunnen hopen slechte christenen te zijn. Verlossing, ik ben er zeker van, is een voortgaand en geen afgesloten proces. Wij moeten dus telkens weer de stoot krijgen, die ons wijst op onze gebreken en zwak heden, op ons tekort aan naastenliefde en sociale verantwoordelijkheid, op ons fa talisme en onze huichelarij. Wij hebben meer, niet minder preken nodig. Laten ze aanstellerij en gekunsteldheid vermijden. Laten ze nooit een overtuiging onder woor den brengen, die niet aan een waarachtig gevoel ontspringt en laat haar drijfkracht nooit zelfgerechtigheid, maar altijd de naastenliefde zijn. Dan zullen we, als we oren hebben, ook horen. ADVERTENTIE Van de gegeven letters moeten met toe voeging van twee letters woorden worden gevormd. Deze toegevoegde letters moeten respectievelijk de eerste en laatste letter zijn van elk woord. Hierna zijn van boven naar beneden op de eerste en laatste rij verticaal twee gezegden te lezen. De hoofd letters in het midden van de gegeven let tergroepen veranderen niet van plaats. Uit de vierde lettergroep moeten twee woor den (een Latijnse uitdrukking) gevormd worden. Oplossingen kunnen worden ingezonden aan onze bureaux Grote Houtstraat 93 of Soen- daplein 37 te Haarlem, of Kennemerlaan 186 in IJmui- den en moeten vóór uiterlijk Woensdag te 17 uur in ons bezit zijn. Op de enveloppe vermelden: „Oplossing puzzle" en geen mededelin gen toevoegen. Onder de goede oplossers worden drie prijzen ad 7.50, 5.en 2.50 verloot. De oplossing van de vorige puzzle luidde: Vrienden in der vrienden nood, vieren twintig in een lood. De prijswinnaars zijn: 1. J. J. Pootjes, Jan Stuytstraat 20, Haar lem, 7.50. 2. F. J. Spits, Velserduinweg 168, IJmui- den-Oost, 5. 3. Mevr. E. M. v. d. Een-Vester, Craye- nestersingel 5, Heemstede, 2.50. a e G e r g o H r 'u a e O m z a d S e u b g A m r a e R e 1 n O r s i R t u n H o s i G t v i N r u a A 1 1 d N i ij e B i r a E m n 0 B o o f E r t e T n s n U q t 1 If t o

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 12