'n Kapper met gevoel
voor beeldende kunst
Welke preek is de beste?
Onze puzzle
Een sieraad is mooi, als het niet
meer schijnt dan het is
Amateur-uitvinder dacht
aan kleinbehuisden
e)
Jongenspyjama
In 1 dag retour
ZATERDAG 18 APRIL 1953
10
Philosophie rond het sieraad
DIT MAKEN WE ZELF
Brieven van een Parijse huisvrouw
Bed in de grond
KERKELIJK LEVEN
Proclamatie van de
Partij van de Arbeid
Lettervaria-raadsel
oor
de^V
rouw
„Ja, wat moet ik u nu eigenlijk ver
tellen", klonk het aarzelend toen wij on
langs bij een bezoek aan een ontwerp
ster van sieraden de kunstenaresse vroe
gen naar haar werk en Ideeën.
Doch aldra bleek, dat er voor haar
evenveel te vertellen als voor ons te
leren viel. De ene wijsheid, geboren uit
een diep doorleefd .gevoel, volgde op de
andere en waar al deze opvattingen en
ervaringen hun oorsprong vonden in het
speciale wereldje der vrouw de we
reld namelijk van het sieraad daar
menen wij niet beter vte kunnen doen
dan ook u van de rijkdom te laten mee
beleven.
„Wanneer je het sieraad beschouwt
als een soort afwisseling in de kleding
of als de zogenaamde onontbeerlijke
finishing touch ervan, ja dan is het dra
gen van sieraden een dure en dikwijls
onbevredigende liefhebberij, waaraan
je beter helemaal niet kunt beginnen
Als het goed is, is een sieraad echter
iets, waarvan je op den duur gaat hou
den en waarvan je nooit meer afstand
zou kunnen en willen doen. Natuurlijk
moet het sieraad passen bij de kleding
der vrouw, maar in de eerste plaats
toch bij de vrouw zelf en als dat een
maal zo is, dan komt de rest van zelf,
want tenslotte moet ook de kleding in
harmonie zijn met de persoonlijkheid
van de vrouw...." Een wijsheid, even
klaar en helder als de schitterende
aquamarijn en de gloed van de robijn
zelf!
„Het is heerlijk om eep sieraad te
mogen maken voor iemand, die je goed
kent, want dan is de kans tenminste
maar heel gering, dat het kleinood niet
in overeenstemming is met de gelukkige
bezitster. Wanneer je echter iets ge
maakt hebt zonder een bepaalde op
dracht, dan is het enige, dat je ver
langt, dat het juweel zal worden ge
kozen door de juiste vrouw, die er echt
belangstelling voor heeft en niet door
iemand, die het alleen maar koopt „om
een sieraad te hebben".
Och, een sieraad hoeft werkelijk niet
zo erg kostbaar te zijn; voor ieder be
drag is practisch iets goeds te maken,
als het maar écht is, ik bedoel, als het
maar niet de schijn geeft van meer te
zijn dan het in werkelijkheid is.
Veel schijn van kostbaarheid gaat al
tijd ten koste van het waarachtige
Ik voor mij heb altijd het idee, dat een
ding pas goed is, wanneer het bij wijze
van spreken de indruk geeft alsof het
zo gevonden is, ontstaan dus uit de
natuur zelf".
Wanneer we eenmaal zó in het hart
van een jonge vrouw hebben mogen
zien, dan valt het niet moeilijk meer
om haar liefde voor haar werk en
daardoor haar werk zelf te begrijpen.
De veelal simpele en weinig preten-
Deze week geven wij u het patroon
van de pyjama welke u op het plaatje
ziet. Het patroon is gemaakt op de ma
ten van een jongen van ongeveer 8 jaar,
de heupwijdte is 78, ruglengte 30, leng
te broek 65, zithoogte 28 cm. Deze week
maken we eerst de broek, de volgende
week het jasje. Voor de hele pyjama
hebben we 3 meter stof nodig van 70 of
80 cm breed. Popelin, een aardige ka
toenen streep, of gewone effen katoen
zijn hiervoor zeer geschikt.
Nadat we besloten zijn welke stof we
zullen nemen, gaan we het patroon
voor de broek eerst op ware grootte
natekenen. Vervolgens leggen we het
op de stof, zoals de tekening dit aan
geeft.
tievolle ontwerpen, die lang niet altijd
van het kostbaarste materiaal zijn ver
vaardigd (als huisvrouw en moeder
van een stel gezonde kleine kinderen
is het niet zo heel gemakkelijk om te
zamen met je echtgenoot een dergelijk
in veler ogen luxe-bedrijf in stand
te houden) hebben alle als het ware
iets van de rankheid van het wezen
der vrouw en tegelijkertijd iets van de
hardheid van het leven.
„Onze ontwerpen zijn soms een men
gelmoes van ideeën van mijn man en
mij", verklaarde mevrouw Kok, „maar
over het algemeen komt dat de uitwer
king ervan alleen maar ten goede. Want
wat de een ontbreek^, dat kan de an
der aanvullen en één bepaald idee blijft
toch altijd de boventoon voeren, waar
door het geen onharmonisch geheel kan
worden.
Zelf werk ik bijvoorbeeld het liefst
met gekleurde stenen. Daar kun je je
fantasie veel meer bij uitleven. Neen,
geen diamant, want deze steen is op
zichzelf al zo groot, dat die eigenlijk
alleen maar geschikt is om op de meest
eenvoudige wijze gevat te worden zon
der een enkel ornament.
Ieder sieraad komt eigenlijk op een
andere manier tot stand", verklaarde
de kunstenares verder. „De ene keer
krijg je plotseling een idee, terwijl een
andere maal een bepaald ontwerp met
de dag groeit tot het je eindelijk helder
voor de geest staat. Ja, de huishouding
neemt wel heel wat tijd in beslag en
het meeste werk laat ik de laatste tijd
aan mijn man over, maar soms wordt
het me toch te machtig en dan laat ik
de halfopgemaakte bedden staan en be
gin aan het uitwerken van een onver
wachts opgekomen idee".
Hoe meer onze vertelster opgaat in
het gesprek, des te sterker voelen wij
het gemis van de juiste waardering en
liefde voor deze kunst bij zovelen en
wij denken dan met een lichte schaamte
en een zekere weemoed aan de talloze
standaardsieraden, die te pas en te on
pas worden gedragen.
Neen, niet door iedereen.
Mevrouw Kok vertelde ons tot pas
send slot namelijk een aardig staaltje
van een vrouw, zoals er, naar wij ho
pen, meer rondlopen
„Jaren geleden had ik eens een grote
rose toermalijn gekocht en een kennisje
van mij was daar zo dol op, dat ze me
vroeg om de steen voor haar te bewa
ren totdat zij geld genoeg had om hem
te kopen. Nog geen twee maanden ge
leden heb ik er eindelijk een ring van
kunnen maken. Ze had er tien jaar voor
gespaard.
J. S.
\V\V\
De P.T.T. in Frankrijk heeft een post
zegel ter waarde van dertig francs uit
gegeven, die propaganda maakt voor
Frankrijks deviezenbron: de „haute
couture". De postzegel toont een dame
in een weelderige avondjapon met als
achtergrond de Place Vendöme. Men
wil er de aandacht mee vestigen op de
Franse haute couture, waarin de zaken
op het ogenblik merkbaar achteruit gaan
De kapper met inspiratie in een onooglijke zaak
(Van onze Parijse medewerkster)
P a r ij s, April 1953
Onderaan knippen we een flinke
zoom, zodat de broek verlengd kan
worden als deze te kort wordt, bovenin
een zoom aanknippen voor het elastiek.
Het maken van de broek zal geen moei
lijkheden opleveren denk ik, dus tot de
volgende week. L. S.
Nu moet ik eerlijk zeggen, dat ik over
het algemeen van kappersconversaties
niet veel houd. Die praatjes draaien mij
altijd wat tè stereotiep en bovendien tè
gemeenzaamneerbuigend in een zelfde
kringetje rond en daarom installeer ik
me te hunnent meestal met een gezicht,
dat bepaald maar van heel weinig toe
naderingsgezindheid getuigt. Het zijn
dan gemeenlijk ook alleen maar coif
feurs die, vergrijsd in het vak een on
gewone mate van mensenkennis heb
ben opgedaan, die er inslagen mijn ijs
toch nog te breken. Sporadische geval
len.
Zoals echter dit keer. Ik had in een
zijstraatje van mijn wijk een onooglijk
winkeltje ontdekt en omdat je vaak
juist in die bescheiden zaakjes nog wel
's vlug en goed geholpen wordt, besloot
ik er 's een kans te gaan wagen.
Een wel ietwat rommelig interieur,
dat zij aanstonds toegegeven. Twee
fauteuils, als men die oude kantoor
stoelen dan beslist zo noemen wilde,
met versleten kussens er op en daar
achter een tafel met de gebruikelijke
voorraad borstels, kammen, tondeuses
en flesjes en potjes van welke laatste
er echter ook enkele waren die, strikt
vakkundig genomen, zich hier eigenlijk
niet nauwkeurig op hun plaats bevon
den. Tenzij deze Figaro de hoofden van
zijn clientèle óók nog wel 's met sinaas
appelenmarmelade zou behandelen.
Meer een vertrek dan een winkel, laat
staan een „salon", en dan nog een ver
trek van een vrijgezel met boheemse
inslag die een wat ongeregeld leven
slijt. En om die indruk te versterken
stond er in een hoek dan ook nog een
schildersezel met een onafgewerkt
doekje erop. Een zomers prieeltje met
veel kleurige bloemen er omheen. Mis
schien geen schilderijtje waarvoor een
expert nu zo direct op de knieën zou
zijgen, maar waaraan ik tóch iets aan
doenlijks afzag. Het was met zoveel
liefde „gedaan" zoals de schilders dat
plegen te zeggen.
Toen ik binnenstapte was er niet 'n
klant in het bedrijf en zo dat misschien
niet heel sterk pleitte voor de renom-
mée van het zaakje stond voor mij daar
toch tegenover dat ik nu een gerede
hoop mocht koesteren binnen afzien
bare tijd weer op straat te zullen staan.
Als je alle uren optelt die je zo bij je
kapper slijt.De radio loeide een on
stuimig barmuziekje en ik veroorloofde
me eerst maar de opmerking dat het,
wat mij betrof, desnoods óók wel een
nuance minder luid zou kunnen.
Ik merk al dat u niet erg van mu
ziek houdt, stelde de chef voorbarig
vast, waarbij ik het maar liet zitten.
Wat de kunst betreft schijnt u uw
mannetje daarentegen wèl te staan, zei
ik om iets te zeggen. Hij probeerde die
vleiende opmerking eerst nog wat be
scheiden weg te wuiven maar al gauw
kwam er daarna een verhaal los, dat
wel weinig twijfel liet bestaan of hij
vond dat hij het met zich zelf nog heel
wat slechter had kunnen treffen ,In
mijn vrije uren schilder ik. Of als u
wilt, ik kap als ik niet schilder. Dat
lapje, daar, en hij wees naar een paars
en geel stukje met een grauwig gebouw
op de achtergrond, is een herinnering
aan het bezoek aan het Chateau de
Fontainebleau. Ik schilder alles uit het
hoofd. Nadat hij m ij n hoofd al fors
onder handen had genomen, liet hij mij
plotseling in de steek om nog wat
andere werkjes te gaan halen. Ze waren
alle genummerd en opus 4387 vond hij
persoonlijk nog wel het beste geslaagd.
Dat was een impressie, zo legde hij uit,
van een concert. Daar ziet u het po
dium, dat in een rossige gloed als van
een zonsondergang was gedompeld en
hier zitten de mensen, verklaarde hij,
wijzende op hele reeksen misbakken
poppetjes. Ik gaf graag toe dat hij met
dit kunststukje zich ingenomen mocht
voelen. Fier zelfs.
Ons gesprek had zo een wat onbe-
Vangener allure aangenomen en nu wil
de hij ook wel 's weten of ik soms nog
iets deed voor de kost. Eigenlijk niet,
zei ik, ik schrijf wel 's een stukje in de
krant. Dat vond hij nu juist zo'n be
langwekkende en boeiende bezigheid.
Hij had trouwens zelf goede vrienden
in de journalistiek en die hadden ook
wel s een stukje over hém geschreven.
Aardige mensen, onderstreepte hij. De
vingerwijzing vattende, liet ik hem we
ten dat ik hun sympathieke voorbeeld
best wilde volgen als hij me een foto
af zou staan. In het vooruitzicht van die
giatune publiciteit voelde hij zich nu
blijkbaar verplicht tot een gigantische
tegenprestatie en aan mijn hoofd wer
den sinds die toezegging zorgen be
steed die mijn persoonlijke aspiraties
bepaald ver overtroffen. Heel zijn arse
naal van flesjes en potjes de marme
lade hield ik nóg wat scherper in het
P°3 kwam in beweging en wanneer
ik m de spiegel zijn hoofd zo naast het
nujne op zag duiken kon ik wel heel
duidelijk zien hoe de inspiratie hem al
lengs krachtiger te pakken kreeg. Ook
als kapper voel ik me in de allereerste
plaats artist getuigde hij nadat een
zekere onrust in mijn blik blijkbaar als
bewondering geïnterpreteerd was. Ah
juist, gaf ik neutraal te kennen terwijl
ik me afvroeg hoe die dreigende meta
morphose daar boven straks thuis weer
ongedaan te maken. Toen hij zich ook
nog met wat brandende lucifers onledig
had gehouden, een halve tube brillan
tine op mijn hoofd had leeg gedrukt en
juist een preduliviaans permanentappa
raat in stelling wilde brengen, vond ik
het moment gekomen om te trachten
zijn heilig vuur tóch iets te blussen.
Het kon écht niet. Met walging had
dat opgedofte hoofd me even aange
zien, een kop zoals je ze wel tegenkomt
in een nougat-kraam op de kermis of
in glimgips in burgermanshuis
kamers op de schoorsteenmantel. Jas
ses! Jammer voor alle kunstzinnigheid
die eraan werd besteed, maar de vol
gende maal ga ik tóch maar weer naar
mijn oude mannetje, hoezeer zijn tot de
daad versleten mopjes mij ook sinds
jaren verveelden.
De heer H. J. van Beek is een vrien
delijke man van een goede vijftig. Hij
werkt bij een grote Amsterdamse bank
instelling en brengt zijn vrije tijd door
met uitvinden.
In zijn rustige pensionkamer heeft hij
ons een en ander over zijn hobby ver
teld.
„Neen, een technische knobbel heb
ik eigenlijk helemaal niet. Maar ik
denk veel na over allerlei problemen
die om vereenvoudiging vragen en
soms ben ik zo gelukkig tot een oplos
sing te komen".
De woningnood heeft de heer Van
Beek op het idee gebracht een prac-
tischer slaapgelegenheid te constru
eren welke een minimum aan ruimte
inneemt. Het resultaat?
Een luik in de grond, dat uit drie
delen bestaat en de afmetingen van een
normaal ledikant heeft. Overdag mas
keert een kleed de onderbreking in de
vloerbedekking. Als 's avonds een der
vakken omhoog wordt geklapt, komt
automatisch het bed naar boven dat op
ijzeren stangen in een nis onder de
vloer rust.
Simpel en practisch
„U ziet, het is allemaal heel eenvou
dig", zegt de heer Van Beek.
„Volgens mij een oplossing voor
kleinbehuisden en die komen tegen
woordig niet zelden voor. Natuurlijk
eist het verdwijnbed wanneer het wordt
toegepast in oudere woningen een ver
bouwing. Doch voor nieuwbouw kan
dit snufje wellicht dienstig zijn".
Hij denkt hier speciaal aan tehuizen
voor bejaarden, aan flatgebouwen en
ziekenhuizen, waar de verpleegsters
wel een eigen, maar meestal vrij klein
vertrek het hare kunnen noemen, kam
peerwagens en -huisjes enz.
Expositie te Brussel
Tijdens de expositie van de „Salon
international des inventeurs" welke in
Maart in de Belgische hoofdstad werd
gehouden, was de heer Van Beek een
der weinige Nederlandse inzenders en
men bleek voor zijn vinding veel inte
resse te hebben.
„Als je nu eenmaal tot een oplossing
bent gekomen begint het werk pas
goed. Dan stap je met je ontwerp naar
de octrooiraad die het terdege onder de
loupe neemt. Het komt namelijk dik
wijls voor dat in een bepaalde periode
verschillende vindingen worden gedaan
die veel met elkaar overeenkomen. Dit
houdt natuurlijk verband met de be
hoefte aan een efficiënter methode die
top een gegeven moment ontstaat. De
grote vraag is dan: wie was de eerste?"
De heer Van Beek houdt er een uit
gebreide correspondentie op na: brief
wisselingen met de octrooiraad, met
consulaten van verscheidene landen,
met fabrikanten die onderzoeken of zij
tot zaken kunnen komen. In die bezig
heid gaat nogal wat tijd zitten en alles
moet in de avonduren worden verricht.
„Op voorstellen kan ik echter niet
ingaan: tenslotte heb ik mijn werk. En
voor 't vak van uitvinder komt nog heel
wat meer kijken dan alleen maar het
demonstreren van een goede oplossing".
„Neen, het blijft een echte hobby. Ik
vind iets uit, vraag octrooi aan, maar
verkoop dat niet. Integendeel, het kost
mij geld: tachtig gulden in het eerste
jaar en dit bedrag loopt in de loop van
de tijd op tot 160 gulden per jaar".
In 1925 kreeg de heer Van Beek oc
trooi op een verbeterde boekhoud
machine. Door bevestiging van een
klein apparaat aan de wagen maakte
hij een duideliiker controlesysteem mo
gelijk. Ook in het dagelijkse werk
bracht hij technische en administra
tieve veranderingen aan, die de arbeid
vergemakkelijken.
„Het is prettig iets uit te denken",
vindt deze amateur-uitvinder. „Ik be
schouw het als een aardig spelletje.
Bovendien schenkt het voldoening wan
neer je zekerheid hebt dat je gedachte
tot een originele vondst is uitgegroeid.
En als de mensen er dan nog wat
aan hebben, zoveel te beter. Daar gaat
het voor mij toch in de eerste plaats
om.
ADVERTENTIE
Het Engelse weekblad „Spectator"
heeft een prijsvraag uitgeschreven
voor een uiteenzetting over een „goe
de" en een „verkeerde" preek. De in
zending van Mary B. Bruce verkreeg
de eerste prijs. Haar visie geven wij
in verkorte vorm hierbij aan u door.
Interessant genoeg voor u om na te
gaan of u haar mening deelt.
De winnares van de prijsvraag begint
met te vertellen, dat zij als Schotse opge
groeid is met de overtuiging, dat men
naar de kerk gaat om de Bijbel en een
preek te horen. Na de dienst vroeg men
nooit naar de liederen, die gezongen wa
ren, maar de onvermijdelijke vraag was
altijd weer: „Waarover heeft de dominee
gepreekt". Toch is deze instelling niet
juist.Een preek staat niet op zichzelf: ze is
een deel van de godsdienstoefening.
De preek richt zich tot een speciaal ge
hoor: tot de gemeente. Wij zijn rijk en
arm, jong en oud, meer of minder ont
wikkeld. Toch hebben we iets, dat ons tot
een eenheid maakt. Wij zijn, hoe onzeker
en twijfelmoedig ook vaak, „gelovigen".
Gewoonte, traditie en overtuiging hebben
ons in de kerk gebracht en wij hopen, dat
ons zwak geloof daar versterkt wordt.
Een preek moet een appèl doen op de
situatie waarin wij verkeren. Dit betekent
in ieder geval, dat onze prediker ons moet
duidelijk maken, dat wij burgers zijn van
twee werelden: een tijdelijk-aardse en een
eeuwig-geestelijke. Preken, uitsluitend in
gesteld op deze wereld ontaarden snel in
sociale ethiek. En preken, die helemaal op
de „andere" wereld zijn gericht, wijzen we
waarschijnlijk als onpractisch van de
hand. Wij hebben echter een vertwijfeld
verlangen om ons leven in deze wereld te
zien als een deel van een christelijke pel
grimstocht.
Onze eeuw is de eeuw van specialisten.
Alleen: het is verwonderlijk hoe weinig
nota wij van hen nemen. Heeft iemand
voldoende „naam" dan aanvaarden we
wat hij over een of ander geliefd onder
werp zegt. Daardoor komt de waarheid
van tegenwoordig van de lippen van
filmsterren, voetballers en natuurkundi
gen en wij geloven het ook nog. Maar
de geestelijken zijn specialisten op het
gebied der theologie. Wij zouden dus van
hen allereerst theologie mogen verwach
ten. Maar vele preken hebben met theolo
gie al te weinig te maken.
Dit laatste betekent niet een vraag om
een starre, orthodoxe beklemtoning van de
ADVERTENTIE
Wagenweg 29 - Haarlem
Telefoon 20518
Van 7 tot 14 Mei is in onze
schoonheidssalon aanwezig de
por.'oonlijke specialiste van
uit Londen
ADVIEZEN ZIJN GRATIS
„Millioenen mensen hopen dat de gewij
zigde houding van Rusland een oprecht en
blijvend karakter zal dragen", aldus een
proclamatie die het partijbestuur van de
Partij van de Arbeid heeft afgekondigd.
Gezegd wordt, dat de democratische so
cialisten op het standpunt staan, dat elke
gelegenheid om tot een vruchtbare bespre
king met de Sovjet-Unie te komen moet
worden aangegrepen. In de proclamatie
wordt verklaard, dat de diepste oorzaak
van de koerswijziging in Moskou moet
worden gezocht in de groeiende kracht van
de democratische volken van het Westen,
vooral in de samenwerking in de NATO en
in de verdergaande eenwording van
Europa.
Het partijbestuur betoogt, dat Moskou
de ernst van zijn bedoelingen kan bewijzen
door actieve medewerking aan het tot
stand komen van de vrede in Korea vol
gens de beginselen van het Handvest van
de UNO; een vredesverdrag met Oosten
rijk, dat dit land zijn volledige zelfstan
digheid teruggeeft; een in vrijheid ver
enigd Duitsland op de grondslag van alge
mene vrije verkiezingen, en herstel van
het zelfbeschikkingsrecht van de onder
drukte volken van Oost-Europa. Het par
tijbestuur concludeert dat de Noord-
Atlantische verdedigingsorganisatie moet
worden versterkt en een voortzetting van
de strijd tegen het communisme nodig is
door verhoging van de arbeidskracht en
rechtvaardige verdeling van de welvaart
en verdieping van de cultuur voor alle
volken.
ADVERTENTIE
UW MATRASSEN bijgevuld of vernieuwd.
MAAKLOON 1 pers. 12.50. 2 pers. f 15.—
HAARLEMS MATR ASSENHUIS
H. DE GRAAFF
Gr. Houtstraat 103 Tel 11485 - Haarlem
ADVERTENTIE
Verkooplokaal NOTARISHUIS
Jp I Dir. W N WOLTERINK
I8LBilderdijkstraat bij de Zijlweg
Haarlem - Tel. (K 2500) 11928
INBOEDELVEILING 5/6 MEI 1955
Inzendingen van huisraad worden dagelijks
aangenomen. Eigen afhaaldienst
leer der kerk. Maar een kerk zonder ge
loofsleer is een zinloosheid. Dagelijks ko
men ons nieuwe leren tegemoet, van elke
aard en meestal heidense: de goede preek
moet ons tegen begripsverwarringen be
schermen. Toch zullen, zo maar zonder
meer geponeerd, enkele willekeurige theo
logische uitdrukkingen ons niets helpen.
Ze moeten in betrekking staan tot onze
persoonlijke situatie. Zegt het woord „ver
lossing" ons nog iets? Wat verstaan wij
onder „genade"? Niets stuit mij meer af
en prikkelt mij meer dan preken, die met
deze woorden omspringen alsof het om
iets gaat, dat we eenvoudig hebben te ge
loven, zonder ook maar de geringste voor
stelling te hebben waarom en in hoeverre
zij iets met ons te maken heeft.
Het schijnt, als ik het zo hoor, dat de
politiek in de prediking betrokken moet
worden. Inderdaad dat moet gebeuren.
Het betekent niet de hemel beware ons
daarvoor dat de preek een bepaalde
partij aanbeveelt of afwijst. Er is iets veel
diepers nodig: de toepassing der christe
lijke leer op de situatie van onze tijd.
Loopt dat alleen maar uit op schelden op
,,de goddeloze communisten", dan wordt
niets gewonnen. De aanval dient zich op
ons zelf te richten en tegen onze eigen
maatschappij opdat wij haar zwakheden
zullen onderkennen en overwinnen. Bij
talloze problemen van de rassenpolitiek
tot de napalmbom toe verwachten we,
dat de kerk haar stem zal verheffen en
licht zal brengen. Onze weg is immers een
pelgrimstocht door het duister.
Ik stelde de eis van meer dogma, hoe
wel ik bang ben voor het woord „dogma
tisch". Niets bevreemdt me meer dan de
preek van iemand, die op alles een ant
woord heeft. „Zie, ik zeg u een geheime
nis", schrijft de apostel. Religie is een ge
heimenis en onze weg wordt maar voor
een gedeelte verlicht; meer kunnen we
niet verwachten. Maar we kennen allen
toch wèl de prediker, die ons het gevoel
geeft, dat hij alle mysteries van het geloof
teruggebracht heeft tot de kleine bladzij
den van een overzichtelijk spoorboekje.
De prediker zij deemoedig!
Niettegenstaande alles heeft hij het
laatste woord. Het is zijn doorlopende
taak aanklagend ons op onze zelfgenoeg
zaamheid te wijzer en ons wakker te ma
ken. En de meest verontrustende karak
tertrek van de kerk, heden ten dage, is
haar waardigheid. De meesten onzer, die
tot de kerk behoren, begaan geen grote,
in het oog vallende zonden en vergeten
dat wij schuldig zijn aan de kleine stie
keme zonden.
Wij houden ons zelf graag voor „goede
christenen" en zouden in het beste geval
slechts kunnen hopen slechte christenen te
zijn. Verlossing, ik ben er zeker van, is een
voortgaand en geen afgesloten proces. Wij
moeten dus telkens weer de stoot krijgen,
die ons wijst op onze gebreken en zwak
heden, op ons tekort aan naastenliefde en
sociale verantwoordelijkheid, op ons fa
talisme en onze huichelarij. Wij hebben
meer, niet minder preken nodig. Laten ze
aanstellerij en gekunsteldheid vermijden.
Laten ze nooit een overtuiging onder woor
den brengen, die niet aan een waarachtig
gevoel ontspringt en laat haar drijfkracht
nooit zelfgerechtigheid, maar altijd de
naastenliefde zijn.
Dan zullen we, als we oren hebben, ook
horen.
ADVERTENTIE
Van de gegeven letters moeten met toe
voeging van twee letters woorden worden
gevormd. Deze toegevoegde letters moeten
respectievelijk de eerste en laatste letter
zijn van elk woord. Hierna zijn van boven
naar beneden op de eerste en laatste rij
verticaal twee gezegden te lezen. De hoofd
letters in het midden van de gegeven let
tergroepen veranderen niet van plaats. Uit
de vierde lettergroep moeten twee woor
den (een Latijnse uitdrukking) gevormd
worden.
Oplossingen kunnen worden
ingezonden aan onze bureaux
Grote Houtstraat 93 of Soen-
daplein 37 te Haarlem, of
Kennemerlaan 186 in IJmui-
den en moeten vóór uiterlijk
Woensdag te 17 uur in ons
bezit zijn. Op de enveloppe
vermelden: „Oplossing
puzzle" en geen mededelin
gen toevoegen.
Onder de goede oplossers
worden drie prijzen ad 7.50,
5.en 2.50 verloot.
De oplossing van de vorige
puzzle luidde: Vrienden in
der vrienden nood, vieren
twintig in een lood.
De prijswinnaars zijn:
1. J. J. Pootjes, Jan Stuytstraat 20, Haar
lem, 7.50.
2. F. J. Spits, Velserduinweg 168, IJmui-
den-Oost, 5.
3. Mevr. E. M. v. d. Een-Vester, Craye-
nestersingel 5, Heemstede, 2.50.
a e G e r
g o H r 'u
a e O m z
a d S e u
b g A m r
a e R e 1
n O r s
i R t u
n H o s
i G t v
i N r u
a A 1 1
d N i ij
e B i r
a E m n
0 B o o
f E r t
e T n s
n U q t
1 If t o