Saotpoorts historie gaat terug ie het duister der vorige eeuwee Santpoort feest ruim een maand H1 FEESTMAAND Het dorp is zichzelf niet meer Een nieuwe tijd klopt aan de deur ZATERDAG 25 APRIL 1953 Wat verloren ging, wat behouden bleef VOLGENDE WEEK OUDE LIEDEN SPREKEN van „cle Zandpoort" en één blik op de geologische kaart maakt die naam zó duidelijk, dat allerlei romantische afleidingen ervan wel wat vergezocht lijken. Want juist op de plaats van het tegenwoordige dorp ligt als een poort van zand de oude duinrug tussen twee veengebieden. Hoe boor devol herinneringen is deze streek, hoe hebben mensen al in overoude tijden hier hun woonstee gezocht. Hoe sterk en trots moet daar in de Middeleeuwen de burcht van de Brederodes hebben gelegen. Enige malen is het kasteel verwoest, maar telkens werd. het weer opgebouwd. Van het oorspronkelijke huis weten wij niet veel; vermoedelijk is het omstreeks 1200 gesticht. Is het eigenlijk niet prettig, dat deze stichting zich verliest in de nacht der eeuwen? Want in deze tijd van veelweterij moet er toch nog ergens iets van die mysterieuze sluier overblijven, waaraan zich romantische mythen en legenden zo heerlijk laten vastknopen! DE RUÏNE een restant der middeleeuwen, eenmaal onder het zand gestoven, maar ten dele toch gered voor het nieuwsgierig nageslacht. Kent ge het brokkelig bouwwerk zoals onze tekenaar het zag: op een winterse ochtend? Romantiek Romantisch is Brederode zeker. Loop er maar eens omheen op een heldere maan nacht, als het koude licht door de lege raamgaten valt en de uil zijn doordringen de roep laat horen. Ga eens een uurtje zit ten op de binnenplaats bij de put, als in de lente de kastanjes hun viltige handjes uit spreiden en het winterkoninkje zijn helder liedje schettert. In grote, warmgele toefen hangt de geurende muurbloem uit de sple ten van de verweerde baksteen. Of, loop op een bleekgrauwe winterdag lnags de hoge duinrand van Jagtlust en zie ze staan, die vierkante brokken steen, die afgeknotte torens en gebarsten muren, als een grimmig silhouet door het kant werk der takken heen. Euwen lang waren de heren van Brede rode machtige heersers over de wijde om trek, tot in Velsen toe. Velen van hen durf den zich zelfs graaf van Holland noemen, wat tenslotte door Karei V verboden werd. Hardnekkig blijft de legende standhouden van die oude Rijntak en juist in de laatste tijd hebben onderzoekingen aangetoond, dat wat de volksmond hier vertelt, mis schien toch wel enige grond van waarheid kan hebben. Omstreeks 1600 schrijft de „edelman tot Florencen" Guicciardini zijn bekende boek over ons land en, sprekende over Brederode, zegt hij: „alwaer hem die rijn noch in een poel vertoont en in de Rijnsloot getransformeert is; ende is wel ghelooflijck door de groote timmeragie dat aenvoeringhe te water gheschiedt is door dien Rijn." Landhuis tegenover Ruïne IN de negentiende eeuw, toen de haast vergeten overblijfselen van het huis Brederode vrijwel geheel waren onderge- stoven door het duinzand, zodat zelfs de grachten verdwenen waren, is het Vic tor de Stuers geweest, die gezorgd heeft dat hier verandering in kwam. Sindsdien is de restauratie voortgezet en zo ligt daar thans weer het oude slot voor ieder toe gankelijk als één van de heerlijkste plek jes van het schone Kennemerland. Tegenover de ruïne ligt het hotel Vel- serend, in de 17e eeuw een prachtig land huis van de Haarlemse burgemeester brouwer Jan Claesz van Loo. Sommige lezers herinneren zich mogelijk nog het oude stuk van dit gebouw, met de luiklok op het dak. Helaas is het omstreeks 1930 door brand vernield en daarna afgebroken. Het werkelijk bijzonder mooie toegangs- poortje van zandsteen aan de achterzijde, met zijn uitgesleten stoeptreden, zijn ovaal raam met glas-in-lood erboven, versierd met een engelenkopje en cartouche met jaartal (1623?), is bij de brand gespaard, maar jammer genoeg in handen gekomen van een opkoper en sindsdien verdwenen. Een lust voor het oog was dit oude huis van binnen, want van onder tot boven wa ren de muren bekleed met de mooiste ge kleurde tegels: tulpen en granaatappels, keizerskronen en druivetrossen in een ware symphonie van blauw, geel, groen en oranje. Ook deze vroeg-17e-eeuwse, uniek schone wandversiering is na de brand ver kocht en daarmee voor Santpoort verloren gegaan. Kapel van St. Patrick IN het dorp werd door heer Jan van Brederode in 1399 een kapel gesticht, die hij na een pelgrimsreis naar Ierland, liet wijden aan St. Patrick. Dit kleine bedehuis moet gelegen hebben aan de Oostzijde van de Hoofdstraat, tussen de Slaperdijk en de Westlaan (die vroeger Santpoorterlaan heette). Dat dit stuk grond al veel eerder bewoners heeft gekend, bewijst een daar opgegraven kogelpot uit de 10e eeuw(thans in de collectie-Tinholt). Hoewel deskun digen vermoeden, dat deze kapel tijdens de Spaanse troebelen moet zijn verwoest, trof ik hem toch nog aan op een kaart van omstreeks 1625 (zie afb.). Nu komen aan de achtergevels van een paar huisjes aan de Hoofdstraat opvallend grote bakstenen voor, die, gezien hun formaat heel goed 14e eeuws kunnen zijn. Mogelijk zijn zij afkomstig van de afgebroken kapel. Ver der ligt schuin tegenover het genoemde terrein een stuk braakliggend land, waar in de toekomst een politiebureau zal ver rijzen en dat wij goed in het oog dienen te houden, vooral als daar later graafwerken worden verricht. De terrassen EEN heel typisch stuk van het oude Santpoort ligt op het vroegere buiten Terras, begrensd door spoorlijn en Midden- duinerweg. Vele lezers zullen zich nog de brede zandwallen herinneren, die dit hoog gelegen duinterras aan de Oostzijde be grensden. Ook deze zijn vrijwel geheel ver dwenen. De bekende amateur-archaeoloog J. S. Visser, die met zijn grote interesse voor oud Santpoort zovele problemen heeft aangesneden, vermoedde dat hier, waar het terrein als een kaap in het lage land voor uit steekt, wel eens een Noormannenburcht kon hebben gelegen. De talrijke aarde werkvondsten daar ter plaatse hebben tot nu toe echter deze mening niet bevestigd. Zij vertellen van een dichte bewoning (een versterkt dorp? een vluchtburcht voor tij den van nood?) van de 11e tot de 13e eeuw. Een klein zilveren muntje van graaf Die- derik VII van Holland („Theodoric, Cornes Hollant"), geslagen in het laatst van de 12e eeuw, komt met deze tijd goed over een. Ook hier zal in de naaste toekomst 1 worden gebouwd en het zal zaak zijn, dan SANTPOORT: de poort naar het zand, zoals het in de zeventiende eeuw verdoken aan de voet der duinen tus sen het Velserduyn en Spaarendam ge legen moet hebben, beschermd door de Velser Dyck en de hoge golvingen van het Kennemer duin. dit oude, totaal verdwenen dorpsdeel ter dege in de gaten te houden. Hier woonden dus waarschijnlijk al mensen, toen in de nabijheid de grondslagen werden gelegd voor het kasteel der Brederode's. Schoolboekjes omver MOGE dit wijzen op een vrij hoge ouder dom van Santpoort, dit alles zinkt in het niet bij de minstens dertien eeuwen oudere bewoning, die in de Spanjaardsberg aan de Cremerlaan werd aangetroffen. Te midden van moerassen en waterlopen woonden hier al vóór Christus' geboorte Germaanse Santpoortenaren, op een iets hoger gelegen, langwerpig zandeiland. En u moet niet denken, dat deze heren en dames zich ophielden in a.rmzalige hutten (zoals de brave schoolboekjes ons wilden doen geloven), het mocht wat! Grote (soms wel 10 meter lange), goedverdeelde hui zen bouwden zij, met kasten en rustbanken bij de haard, met aparte afdelingen waar gekookt werd, met stallen voor het vee en afzonderlijke weefkamers. Vaak ook had den zij een particuliere pottenbakkerij en soms (zoals in Santpoort) een ijzersmelte rij. Wij stellen ons deze, tot nu toe oudste Santpoorters, wel eens wat te primitief voor. In dierenhuiden gehulde halve wil den waren het zeker niet! Te denken geeft ook de belangrijke zee-scheepvaart, die al vóór het begin van onze jaartelling be stond. Het is zeer wel mogelijk, dat deze mensen uit het Oosten en Noorden langs onze kust zijn afgezakt en zich tenslotte hier hebben gevestigd. Dat klinkt wel een beetje anders, dan de holle boomstammen onzer schoolboekjes! Het leven gaat voort; waar eens men sen woonden, waar zij liefhadden en le den, ligt nu in dikke lagen het zwijgende stuifzand. Nieuwe huizen verrijzen en weer leven daarin mensen met hun vreugde en verdriet. Wegen worden door het oude landschap getrokken, spoorlijnen aange legd, viaducten gebouwd.Hoe zal dit alles zijn over duizend jaar? En toch is duizend jaar maar als één seconde in de eeuwigheid! H. J. CALKOEN. )oocoooooocoocoooooc Maandag begint in Santpoort een feest, dat ruim een maand gaat duren en dat elke week een nieuw program ma voorschotelt om de buitenwacht te laten zien, dat het goed toeven is in dit oucle dorp met zijn snelle groei en zijn vele toeristische mogelijk heden. Ter gelegenheid van deze „maand der feesten" geven wij op deze pagina een aantal indrukken uit Sancta Porta, het dorp van de Zandhazen, dat een lang verleden achter zich heeft en daaraan meer dan één kostbare herinnering bewaart terwijl het zich bewust is van een bredere horizon, niet alleen als het Zuidelijkste deel der gemeente Vel sen, maar ook als „voorstad" van Haarlem Al is dan ook niet alles gelopen, zo als trots werd aangekondigd toen de vage plannen uit de doeken werden gedaan, er blijft voor de komende weken voldoende over om velen naar dit dorp aan de voet der Kennemer duinen te lokken, ondanks de zware concurrentie van de nabije Lichtstad en de magneet van de Flora. Wij hebben in Santpoort de tegen stelling gevonden, die ook zo duide lijk in de bebouwing te vinden is: cle tegenstelling tussen de smalle Noor derdorpstraat en de Pelitabuurt de tegenstelling tussen het Zwitserse huis en de West-Indische wijk, door werkend zelfs in het verschil tussen de oude dorpers en de import-Sant poorters. Een aantal der facetten van het dorp wordt weerkaatst op deze pagina, waarop Santpoort wellicht een stukje van zichzelf terug kan vinden. DERTIG METER HOGER DAN DE WüSTELAAN, uit de kap van de Santpoortse molen is toch wel te zien, dat Santpoort ondanks zijn voorstadsneigingen gelukkig een dorp gebleven is: het ligt zo knus om de kerk en de oude kern getrokken en het is net of de nieuwe wijken er nog niet helemaal bij horen. Dat doen ze trouwens ook niet, want het is nog niet zo erg lang geleden, dat de grote heren uit Amsterdam overkwamen en in de herberg „De Uilenboom" afstapten om de valken op te binden voor de jacht en achter huis dan zomaar in het duin stonden met hun rijbroeken tussen de brem en de duindoorn. Vandaar ook de naam Uilenboomwant wisten de mensen veel van valken die venijnige beesten waren vast en zeker uilen, dachten ze zo. Santpoort leeft nog op die grens van twee tijden: de oude van de uilen en de gelag kamer van café ,,'t Hoekje" en de nieuwe, die de molen „De Santhaes" afsneed van het bos door een kaarsrechte straat van nieuwe klinkertjes waaraan villaatjes kwamen met rotan-meubels en meer van dat gerei. WESTERHOVEN, de kastelein van „De Uilenboom" heeft er tegenwoordig 4» ook hotelaccommodatie bij en zijn tapkast heet bar. Er zetelt een strijkje op hoogtij dagen en de „bazenclub" van vroeger is de „Sociëteit de Uilenboom" van nu gewor den. Elke Maandagavond komen de groten van Santpoort daar bijeen voor een borrel en een gesprek over de belasting. Van Donselaar, die een paar honderd meter verder ,,'t Hoekje" drijft, heeft géén soos, maar wel een klaverjasclub en Van Donselaar is nog geboren in het café van V'esterhoven, waarmee maar gezegd wil zijn, dat de oude Santpoortse families ergens altijd wel aan elkaar verwant zijn. WANT DE KOSTER van de Hervormde kerk is ook weer geparenteerd aan de Van Donselaars en als je maar diep genoeg aan de wortels van de stambomen graaft, zijn ze misschien allemaal wel familie van elkaar. Dat is vaak de kracht van zo'n dorp als Santpoort, dat zich daardoor lang te weer heeft kunnen stellen tegen de schen nis van de nieuwe tijden en onbewust vaak nog vasthoudt aan het oude. Vandaar dat kastelein Van Donselaar de wandschilde ringen in zijn gelagkamer en dat is een gelagkamer, mensen, met een gewreven houten vloer en gedraaide poten onder de tafeltjes en geen eigenwijzigheid van tafel kleedjes of schemerlampjes liet bijschil deren een jaar of wat geleden. George Smid moet ze nog gemaakt hebben, een venduhuis-houder van de Bakenessergracht in Haarlem. Ze zijn er wel minder. George penseelde een mooi stukje landschap in de gelag kamer en de mannen van de stamtafel kunnen daar wel eens dromerig naar kijken als het klaverjasje uit is en de kaarten liggen ineengeschoven bij de lege glaasjes op de Dinsdag avonden, dat daar in alle eer en deugd in het prentenboek van de heer Satan wordt gebladerd. GE MOET vooral niet te min denken over Santpoort; in geen enkel opzicht heeft het dorp dat aan u verdiend. Ge vindt er Spanjaarden en Amerikanen, industrieel en lokkende winkel-étalages, een molen en een rüine, een natuurbad en straks eet stuk of drie stations. En een stadsbus plus een interlocale wegverbinding. Dat is dan allemaal Santpoort, waar een paar honderd jaar wat lijfeigenen samen dromden onder de beschermende tinnen van het slot der Brederode's en waar het zelfs een ho.lve eeuw terug nog moeilijk komen was uit grote steden als Haarlem en Schoten. Die laatste vijftig jaar hebben het hem wel gedaan voor Santpoort, dat plotseling vooruitschoot en een echte winkelstraat kreeg met riante woonwijken er omheen, die zich diep in de duinflora groeven. De contouren van de ruïne van Brederode beheersten en beheersen Santpoorts West flank de impressie onderaan op deze pagina geeft uitstekend de stemming weer van een parelgrijze winterdag. Dat van die Spanjaarden is geen grapje, want op Duin en Kruidberg staat het gas tenboek vol internationale namen en de Uiienboom, het hotelletje in de Hoofdstraat pikt af en toe ook al eens een graantje mee: Amerikanen met verlof of andere liefhebbers van de bollenvelden, die daar neerstrijken en enigszins verbaasd zitten te kijken naar de moderne toog, die Wes terhoven boven de bar liet maken. „Eén nienthe" klinkt daar net zo vertrouwd als in de lounge van Duin en Kruidberg. En de winkeliers verkopen ook geen nee, wan neer er gevraagd wordt naar brocaat of shantung, net als in de Leidsestraat van Amsterdam. Vijf steile trapjes leiden naar de kap van de „Santhaes", maar als boven zijt, ligt Santpoort als beloning aan uw voeten. VAN DONSELAARS grootmoeder heeft nog in deze tap kamer gestaan. Tot haar tweeëntachtigste jaar, met keel- bandjes onder de zwarte muts. Een kittig mensje en een echte kasteleinse was dat. De tapkast zat toen in de hoek. En nu zal dat cafeetje er misschien wel gauw weg moeten, want als de Hagelingerweg verbreed wordt, staat het oude huisje de nieuwe tijd voor de voeten. Eigenlijk hangt die nieuwe tijd al aan de zolder: drie kouwe TL-buizen in plaats van een petroleumlamp. Buiten is het hetzelfde - ook blauw licht in de avond, want de Hoofdstraat heeft sinds kort moderne straatverlichting, en de winkels stralen er wel dubbel door, dat is wel waar. Aan de winkels is het nieuwe Santpoort wel heel duidelijk te merken, want daar is haast geen enkele meer bij zoals hij vroeger was, of het moest zijn de kleine bakker Castelein met zijn kunstenaarshanden als het op suikeren modellen aan komt, of het kruideniertje tegenover de Weijman, waar het zo lekker ruikt naar specerijen en waspoeier. Voor de rest: brede étalages en een hoop kouwe drukte. Nee, Santpoort is Santpoort niet meer. Terrasbos weg, slingerpaadjes door het duin weg, Neethof in tweeën en straks nog een station-of-twee er bij ook poooooooocoooooooooooooooooooooooocwoooooonooooooooooocxx MAANDAG 27 APRIL Filmavond in het Burgemeester Rij- kenspark, waar films gedraaid zullen worden over de bloembollencultuur. DINSDAG 28 APRIL Wielerronde van Santpoort (19 uur), waarvoor zulk een belangstelling van de zijde der renners bestaat, dat lang niet allen aan de start kunnen ver schijnen. WOENSDAG 29 APRIL Turndemonstratie door alle plaatse lijke turnverenigingen in het Rijkens- park met medewerking van een keur korps en de Alpenjagers van de Haar lemse Postfanfare. DONDERDAG 30 APRIL Oranjeprogramma: 2 uur volksspelen aan de Terrasweg; 20 uur Bonte avond op het plein van de Adolf van Nassau- school, met bal na. ZATERDAG 2 MEI „Hoogdraadshow in het Rijkenspark, met medewerking van de kunstfluiter Jan Tromp en Dick Appal. Voorts werken mee de Kaluwa Hawaiians. i)ÓCOCOOCOOOOOOOOOOOOOC)OOOOOOCOCCXXXDOOOC>OOOOOOOOOOOOOCOOOO ET IS ANDERS rap gegaan in Sant poort, deze laatste halve eeuw. En het zal nóg vlugger moeten, wil dit onderdeel van de toekomstige randstad Holland de harteklop van de tijd willen bijhouden. Uitwaaierend over de landen hebben de nieuwe huizenblokken zich in het zand ge zet en waar twintig eeuwen geleden de Germanen hun varkens slachtten, zal straks een nieuwe spoorlijn razen naar de Velser tunnel. Het gezicht van Santpoort veranderde van het gemoedelijke dorpse naar het half- volwassene, het haast-steedse. De mensen veranderden mee. Forensen trokken naar ge, onder het stof, i(jeaie piekje „buiten", dat straks al haast geen buiten meer zal zijn en de oude namen uit het dorp raakten verloren tussen de vele nieuwelingen, die elkaar niet meer kennen, al wonen ze samen in hetzelfde Santpoort. Cremerlaan en Bosbeek- laan? Twee werelden met daar tussen in de kern van het dorp, waar men elkaar nog zonder vergissen bij de naam durft te noemen. ER LOOPT een Engelsman in een ruitenjasje door de Hoofdstraat. Hij komt uit Birkenhead en het is zijn tweede vacantie in Santpoort. Hij komt beslist terug, volgend jaar en daarna, want dit dorp heeft zijn laconiek hart ge stolen. Hij kruipt achter een glaasje bij Van Donselaar in ,,'t. Hoekje" dat stokoude cafeetje op de kruising Hoofdstraat Hagelingerweg, dat alles rond zich zag vernieuwen, maar stiekum zichzelf bleef. De Engelsman is een beetje van Santpoort gaan houden, al is hij er vreemd. ZO IS HET eigenlijk alle import-Santpoorters vergaan. Als ze weg moesten, gaat het met pijn. Zelfs de evacué's ui. IJmuiden, ciie nu langzaam aan weer op honk kunnen teruggaan, hebben het er wel naar de zin gehad, al misten ze de haven en het geluid van de sleepboten. Want Santpoort heeft in zijn bevolking sterk bindend gewerkt; al kende de Cremerlaan het Broekbergenplein dan ook niet, de Terras- weg kon best overweg met de Enschedélaan. Daarom ook weet het dorp, dat het best wat meer aan dacht verdient dan alleen van de Spanjaarden op Duin en Kruidberg en de Engelsman achter zijn klare in ,,'t Hoekje". Van 27 April tot 27 Mei zullen er in Santpoort zoals gemeld een groot aantal feestelijke gebeurtenissen plaats hebben. Een commissie gevormd uit „Santpoort's Bloei", de harddraverijvereniging „Sant poort en Omstreken" en de Algemene Win keliersvereniging „Santpoort" heeft een uitgebreid programma samengesteld. Gedurende deze feestmaand zal de molen „De Santhaes", het „Zwitserse Huis" aan de Wüstelaan en de „Ruïne van Brederode" met floodlight worden verlicht. De bedoeling van de organisatie van deze feestelijkheden is om aan Santpoort meer bekendheid te geven, om de bewoners van de aangrenzende wooncentra kennis te doen maken met het mooie dorp en om de eigen bewoners in het voorjaar, als overal het nieuwe lentegroen de bomen en strui ken tooit, een aantal prettige en gezellige avonden en dagen te bieden. De komende feestelijkheden zijn een ware verzameling van unieke gebeurte nissen. In het programma van de eerste feest- week zijn onder meer opgenomen de be kende wielerronde door Santpoort, een turndemonstratie van een groep keurtur- ners dames en heren het optreden van het gezelschap Alpenjagers van de Haarlemse Postfanfare, en als sluitstuk op Zaterdag 2 Mei in het Burg. Rijkenspark een. sensationeel Hoogdraadnummer met vuurwerk. Dit nummer heeft in het buiten land duizenden belangstellenden getrokken en is in Santpoort of omgeving nog nimmer vertoond. Ja, ja, die Hoofdstraat vroeger: een kalm landwegje zonder benzinepompen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 11