De Beurs van Berlage
nieuwe norm
Grote Prijs van
Nederland der K.N.A.C.
Het oude bord
Universitaire talenstudie
Automobielraces om
het wereldkampioenschap
Kort verhaal door Jan Louwen
Er komt een Raad voor de
Burgerlijke Rijksdienst
ZATERDAG 30 MEI 1953
Toeristen in Italië
door rovers belaagd
Toch een raadszetel voor
de P.v.d.A. in Den Ham
BARTEIOORISSTRAAT 20 TEL. 13439
Openstelling voor bredere
categorie bepleit
Consumentenbond wil
kopersgids uitgeven
Hilversumse makelaar
vrijgesproken
Wilopo maant luchtmacht
officieren tot kalmte
Aanvangl uur
Sportwagenrace
Aanvang 2 u.30
Grote Prijs
Bezwaar tegen Omzet
belasting op huurauto's
Nieuwe executiedatum
voor de Rosenbergs
Grote bakkerij in
Zeeland afgebrand
Eden naar Amerika
voor operatie
Op Woensdag 27 Mei was het vijftig jaar
geleden dat de Beurs van Berlage aan hef
Damrak te Amsterdaim werd ingewijd. Ter
herdenking van deze belangrijke gebeur
tenis heeft men onder de deskundige led-
ding van de heer A. M. de Waal, archiva
ris van de Nederlandsche Bank, in de ver
gaderzaal van de hoofdstedelijke Kamer
van Koophandel een tentoonstelling inge
richt, die een overzicht geeft van de han
del, zoals deze eerst in de Beurs van Hen
drik: de Keyzer aan het Rokin, vervolgens
in die van Zocher aan de Dam en de laat
ste halve eeuw in de schepping van Ber
lage gedreven werd.
Hoe belangrijk deze expositie ook is, zo
wel in historisch als kunstzinnig opzicht,
ik had tooh gaarne gezien dat er meer do
cumenten betreffende het ontstaan van de
tegenwoordige Beurs waren bijeenge
bracht. De grote betekenis van de door
Berlage ontworpen Beurs voor de ontwik
keling van de Nederlandse architectuur
komt nu niet voldoende tot uitdrukking.
Toch is deze van zo uitzonderlijk belang
geweest," dat men bij de viering van dit
gouden jubileum juist daarop graag de
aandacht gevestigd had gezien.
Overgang naar rationalisme
De prijsvraag voor het ontwerpen van
een beursgebouw werd in 1883 uitgeschre
ven. In 1885 had de eindkamp tussen de
vijf bekroonden plaats en in 1897 werd aan
Berlage de definitieve opdracht gegeven.
Berlage was toen 41 jaar oud, dus ouder
dian de generatie van schrijvers van de
Nieuwe Gids, maar ongeveer even oud als
Breitner, Van Looy en Witsen. Hij had in
Zurich gestudeerd en was in Italië ge
weest, waar naar uit ziin eerste ontwer
pen blijkt de architectuur der Renais
sance hem geboeid had. Op het bureau van
Cuypers had hij zich verder ontwikkeld.
Het waren de jaren van het opkomende
socialisme. De atmosfeer was gunstig voor
de ontluiking van nieuwe ideeën in de
kunst en er heerste een economische wel
vaart.
In de verschillende ontwerpen, die Ber
lage voor zijn beurs maakte, kan men de
grote overgang van de aan Gothiek en
Renaissance ontleende motieven naar het
rationalisme op de voet volgen. Berlage
stond natuurlijk niet alleen in deze ont
wikkeling. In Engeland en Duitsland vol
trokken zich in die jaren gelijksoortige
evoluties. De zogenaamde „Jugendstill"
heeft hem beïnvloed. De gespannen-gebo
gen lijn, die hij vooral in de sobere or
namentiek van de Beurs toepaste, vindt
men eveneens in de tekeningen van Toorop
uit die tijd. Bij wijze van scheldwoord
sprak men wel over de macaroni-stijl. Een
typisch voorbeeld daarvan was Toorops
affiche voor de Delftse slaolie.
Welk een schok Berlages schepping aan
het Damrak aan het einde van de vorige
eeuw in het artistiek bewustzijn der jonge
generatie teweeg bracht, werd later voor
treffelijk genoteerd door Just Havelaar,
diie schreef: „Het jongere geslacht zal
nooit meer het enthousiasme kennen of
ten volle verstaan, dat ons, die nog jongens
waren, tijdens dé Beursbouw bezielde
Plotseling wérd het' ons duidelijk dat de
architectuur een kunst is.- Nu eerst besef
ten wij geheel de schoonheid der oude ar
chitectuur, nu wij deze kunst vertolkt za
gen in de taal van onze eigen tijd".
Raak typeerde Havelaar het verschil
tussen de oude en jonge generatie, toen hij
opmerkte: „Ons enthousiasme werd niet
weinig versterkt door de vijandige hou
ding, welke het oudere geslacht tegenover
dit werk aannam. Men smaalde op de
platte afdekking van de toren, ergerde
zich aan de eentonige gestrektheid van de
Damrak-gevel. Men schimpte op de vul
gaire baksteen, die zelfs in de binnen
architectuur niet verborgen bleef, kortom
men wraakte dit werk om al dezelfde mo
tieven, die voor ons redenen waren van
bewondering.... Een nieuwe norm was
ons gegeven',, zo stelde hij vast.
Havelaar zal nauwelijks vermoed heb-
Opnieuw zijn bij enige Nederlandse toe
ristische organisaties klachten binnenge
komen over berovingen van vacantiegan-
gers in Italië. Het betreft hier automobi
listen, die door „helpers" van hun contan
ten werden afgeholpen. De gang van za
ken is meestal als volgt: men parkeert
zijn auto en gaat eten, een museum bezoe
ken of iets dergelijks. Korte tijd later
komt een vriendelijke man de automobi
list waarschuwen dat de auto met een
lekke band staat. De eigenaar spoedt zich
er heen en besluit het euvel te verhelpen
door het wiel te verwisselen.
Het colbertje gaat uit, de mouwen wor
den opgestroopt en dan verschijnt een be
langstellende, die dan onopvallend de in
ventaris van het colbertje van het belang
rijkste ontdoet. De vriendelijke man, die
de autorijder waarschuwde en die de auto
band lek stak, is inmiddels reeds ver
dwenen.
De Italiaanse politie doet wat zij kan,
maar de rovers, die van scooters gebruik
maken, zijn moeilijk te grijpen. De raad
wordt gegeven geld en waardepapieren
goed weg te bergen.
Zo kan men voorkomen, dat men zijn
vacantie in het zonnige Zuiden ontijdig
moet afbreken en zich om hulp tot een
consul moet wenden om de terugtocht te
kunnen financieren.
De afdeling Vroomshoop van de Partij
van de Arbeid had bezwaren ingebracht
tegen de uitslag van de gemeenteraadsver
kiezing in de gemeente Den Ham. Enige
kiezers waren van mening, dat op een der
stembureaux te Vroomshoop, dat in de ge
meente Den Ham ligt, een fout was ge
maakt. De Partij van de Arbeid behaalde
daar 268 stemmen. Met één stem meer zou
zij een zetel toegewezen hebben gekregen.
Het hoofdstembureau achtte een nieuwe
opneming van stembiljetten nodig. Inder
daad moesten enkele correcties worden
aangebracht. Ten gevolge hiervan werd de
kiesdeler iets gewijzigd. De Partij van de
Arbeid kreeg er één stem bij, hetgeen tot
gevolg had dat zij alsnog een zetel kreeg
toegewezen. De partij Gemeentebelang Den
Ham i:ostte dit haar tweede zetel.
ben, dat Berlages Beurs, een norm zou
blijven voor vele generaties, die zou wor
den tot het geweten der Nederlandse
bouwkunst. Als in later jaren de architec
tuur van de zogenaamde Amsterdamse
school onder leiding van de gevaarlijk
geniale De Klerk zich verliest in een mo
derne romantiek om tenslotte aan de
meest irrationele buitenissigheden ten
onder te gaan, zal Berlages Beurs met zijn
zuivere verhoudingen, zijn prachtige toe
passing van de bouwmaterialen, zijn in
drukwekkende ruimtewerking, een waar
schuwing zijn, die niet is mis te verstaan.
Gelijk gerichte idealen
Het inroepen van de hulp van kunste
naars als Jan Toorop, A. J. Derkinderen,
Mendes da Costa,- R. N. Roland Holst en
L. Zijl om in het gebouw een zinrijke ver
siering aan te brengen, welke organisch in
de architectuur is opgenomen, was even-
ADVERTENTIE
ZEEDUFFEL ZE1L3QPPERS
eens een daad van de grootste betekenis.
Dat dit samengaan verschillende kunsten
in latere jaren wel eens minder gelukkige
resultaten heeft opgeleverd, doet aan Ber
lages verdienste niets af.
Een gelijkgerichtheid van schoonheids
idealen, zoals die toen een ogenblik be
stond heeft zich in de volgende halve eeuw,
die door twee wereldoorlogen geschokt
werd, niet kunnen stabiliseren. Dat dit
moment echter in ons land door het mo
numentale bouwwerk aan het Damrak ge
fixeerd is, dat het niet bij plannen geble
ven is, maar een realiteit werd welke ieder
die Amsterdam betreedt voor ogen staat,
blijft een feit van historisch belang. Een
toetssteen voor de toekomst.
OTTO B. DE KAT
Het intérieur van de Craanbeurs, gezien
van de galerij. Schetstekening door Otto
B. de Kat.
De faculteit der letteren en wijsbegeerte
van de rijksuniversiteit te Groningen heeft
in een brief aan de minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen enkele
opmerkingen gemaakt over het wetsont
werp tot regeling van het hoger onderwijs.
De faculteit is het met de commissie-Van
der Pot eens, dat er behoefte bestaat aan
een studierichting, waarin na een studie
van ten hoogste drie jaren een afsluitend
examen kan worden afgelegd. Zij zou on
der zeer bepaalde waarborgen de toegang
tot rïeze studie, waarvoor zij zonder veel
ge'èstdrift de naam baccalaureaatsstudie
aanvaardt, voorlopig alleen zover het de
moderne vreemde talen betreft, ook willen
openstellen voor degenen die krachtens de
wettelijke bepalingen geen toegang heb
ben tot de candidaats- en doctorale exa
mens. Zij denkt hier aan bezitters van het
einddiploma gymnasium b, het einddiplo
ma HBS-a en b, het einddiploma middel
bare meisjesschool en de hoofdacte voor
onderwijzer. Voor deze categorieën staat,
indien zij moderne talen willen studeren
thans alleen de weg via de middelbare
acten open, zodat velen van hen van alle
academische vorming verstoken blijven.
Op 14 Januari is in Den Haag opge
richt de Nederlandse Consumentenbond,
die de algemene belangen van de consu
menten iin ons land wil behartigen. In een
persconferentie heeft de voorzitter, de
heer B. Buitendijk, medegedeeld, dat het
voor de consument zeer moeiliik en vaak
zelfs onmogelijk is een verantwoorde
keuze te doen uit de veelheid en versohei-
denheid van de artikelen. Om de werke
lijke waarde en eigenschappen van ver
schillende producten te leren kennen, wil
de bond die door deskundigen op hun
bruikbaarheid en levensduur doen onder
zoeken. De resultaten vasn die onderzoe
kingen wil men bekend maken in een
kopersgids.
Men wil voorts de stem van de consu
ment meer tot haar recht doen komen,
waarom het noodzakelijk wordt geacht,
dat er een hechte organisatie van consu
menten wordt gevormd. Deze organisatie
zou moeten worden betrokken in het over
leg met het georganiseerde bedrijfsleven
en de overheid.
Als leden worden door de bond ook or
ganisaties aangenomen, die geen belangen
nastreven, welke strijdig kunnen zijn met
de doelstellingen van de bond. Men denkt
onder meer aan ambter.arenverenigingen,
verenigingen van gepensionneerden en
dergelijke.
Het gerechtshof te Amsterdam heeft het
vonnis van de Amsterdamse rechtbank,
waarbij de Hilversumse makelaar J. H.
J. V. werd vrijgesproken van de hem ten
laste gelegde oplichting, bevestigd.
De makelaar had in 1950 een gezin, dat
clandestien een perceel te Hilversum be
woonde, voorgespiegeld een vestigingsver
gunning te kunnen verzorgen. Voor deze
bemoeiingen had hij een vergoeding van
f 600 bedongen. De vestigingsvergunning
werd verstrekt en de bewoner betaalde de
makelaar de f 600.
Tijdens de zitting op 15 Mei van het hof
had de president scherpe critiek geoefend
op het feit dat het bureau voor huisvesting
in Hilversum vestigingsvergunningen aan
makelaars afgeeft.
„Hierdoor", aldus de president, „werkt
men de corruptie in de hand. Verschei
dene Hilversummers bevonden zich in de
macht van de makelaars". De president
had hieraan toegevoegd, dat in het dossier
van het hof nog een aantal zaken liggen,
waarin de eigenaardige gewoonten van de
huisvestingsambtenaren aan de dag treden.
Conflict met chef-staf nog niet
opgelost
DJAKARTA (Aneta). Het conflict bij
de luchtmacht, dat aan de dag is getreden,
toen vice-commodore Soejono zich in een
schrijven met een klacht, waarin hij be
zwaren maakte tegen maatregelen, die
door de chef-staf van de luchtmacht waren
genomen, tot de minister van Defensie ad
interim, mr. Wilopo heeft gewend, is nog
niet opgelost.
Donderdag heeft Wilopo als minister van
Defensie een circulaire gericht tot alle
officieren van de luchtmacht om de kalmte
te bewaren. Soejono was huisarrest opge
legd. Nadien overhandigden enige tiental
len officieren van de luchtmacht aan de
president een petitie, ter ondersteuning
van Soejono's zaak. Het huisarrest is in
middels op 20 Mei weer opgeheven. Aneta
verneemt thans, dat Wilopo in deze kwes
tie nog geen beslissing heeft genomen,
maar blijft streven naar de beste weg om
een oplossing te vinden. Er zijn twee moge
lijkheden: handhaving van aircommodore
Suryadarma, hetgeen Soejono's ontslag zou
betekenen, of omgekeerd. Gevreesd wordt,
dat wanneer Soejono zijn functie neerlegt,
zijn voorbeeld door de andere vice-commo-
dores zal worden gevolgd. Zij zouden allen
instemming hebben betuigd met het stand
punt van Soejono en het beleid van Surya
darma, (de chef van de luchtmacht, tegen
wiens beleid Soejono in het schrijven een
klacht heeft gericht) hebben afgekeurd.
In het administratiegebouw van de
Nederlandse Spoorwegen te Utrecht heeft
het personeel van de spoorwegen in al zijn
geledingen afscheid genomen van de heer W.
R. Blankert, chef van de dienst der exploi
tatie, die de dienst der N. S. met pensioen
verlaat.
ADVERTENTIE
Zondag 7 Juni
tc Zandvoort
Terreinkaarten in voorverkoop t.m. 6 Juni ad. f 1.25 en f 3,50 bij
KNAC-secr., Sophialaan 4, Den Haag, de bijk. en agentschappen
der KNAC en kant. en agentsch. van het Reisbur. Lissone-Lindeman
Kinderen en militairen in uniform ben. de rang van officier f 0.75.
TRIBUNEPLAATSEN ad f 7.50, f 10. - en f 12.50
Bovendien voorverkoop te Haarlem bij: J. J. VAN KOOTEN, Houtplein 20 en te
Hillegom: S. v. d. LINDEN, v. d. Endelaan 120.
De Federatie van Nederlandse Organi
saties voor het Personenvervoer heeft een
adres gericht tot de minister van Financiën,
waarin opgemerkt wórdt, dat voor perso
nenauto's, welke gebezigd worden voor het
beroepspersonenvervoer, 15 omzetbelas
ting is verschuldigd. De huurauto- en taxi
bedrijven gebruiken de personenauto's uit
sluitend voor het vervoeren van personen
tegen vergoeding. De personenauto is in
deze bedrijfstak volgens de federatie een
productie-middel. De federatie verzoekt de
minister dit productiemiddel vrij te stellen
van de heffing van omzetbelasting of de
normale heffing van 4 procent toe te pas
sen. i
De ter dood veroordeelde atoomspionnen
Julius en Ethel Rosenberg zullen volgens
de jongste beslissing van rechter Kauf-
mann, in de week van 15 Juni door middel
van de electrische stoel in de Sing-Sing
worden terechtgesteld.
Dit is de vierde maal sinds 1951, dat
rechter Kaufmann een datum voor hun
executie heeft bepaald.
De bakkerij van de heer J. van der Maale
aan de Kerkring te 's Heer Arendskerke,
een van de grootste bakkerijen in Zeeland,
is Vrijdag door brand volkomen verwoest.
Het pand, dat twee jaar geleden was
verbouwd, alsmede het woonhuis werden
een prooi der vlammen. De bewoners, de
bakker, zijn echtgenote en drie kinderen
konden zich op het nippertje redden.
De plaatselijke brandweer bestreed het
vuur met twee stralen, maar daar het ge
vaar voor omliggende panden niet denk
beeldig was, werd ook de Goese brand
weer gealarmeerd, die de strijd tegen het
vuur met vijf stralen aanbond. Men wist
hierdoor de omliggende panden te behou
den. De bakkerij, het woonhuis en de in
boedel waren verzekerd. De schade be
draagt ongeveer een ton. Omtrent de oor
zaak van de brand tast men volkomen in
het duister.
Ik kende MacFarry pas enige jaren, toen
ik hem voor het eerst zag. Vlak na de be
vrijding had ik me, evenals zovele anderen
sterk aangetrokken gevoeld tot iedereen,
die van nature Engels sprak een niet
onbegrijpelijk gevolg van vijf jaren luis
teren naar de taal, zoals de bezetters die
spraken of schreven in hun „Bekannt-
machungen". Ik had dus eind '45 in het
wilde weg een correspondentievriend ge
zocht en hoewel ik me later wel eens af
vroeg, wat het nut van de maandelijkse
brief naar de overzijde van de Noordzee
eigenlijk was, had ik nimmer verstek laten
gaan. Evenmin trouwens als MacFarry, een
Schot uit Glasgow, die door het lot was
aangewezen met mij te corresponderen.
Ondanks het feit, dat mijn brieven niet
altijd van harte waren geschreven, was er
toch een vrij sterke band ontstaan tussen
de Schot en mij en er was weinig wat we
niet van elkaar wisten. Men komt er im
mers al snel toe in een geregeld onderhou
den briefwisseling iets over zichzelf en zijn
persoonlijk leven te schrijven, wil men
niet vervallen in het neerpennen van poli
tieke beschouwingen en weerberichten. Dit
alles zal wel duidelijk maken, hoop ik, dat
de brief, die MacFarry begin 1951 schreef
en waarin hij meedeelde enkele dagen voor
zaken naar Holland te moeten, op welke
trip hij mij gaarne zou ontmoeten, me al
met al niet onwelkom was. Foto's hadden
we elkaar nooit gestuurd, en om de waar
heid te zeggen: ik brandde van nieuws
gierigheid mijn pennevriend in levende
lijve te zien.
Hij viel uiterlijk heel anders uit dan ik
verwacht had. Half en half had ik gehoopt
op een magere man met een baard en wit
haar ik vrees dat ik zijn beeld in ge
dachten vereenzelvigd had met het portret
van Shaw, die ik grotelijks bewonder.
Edoch, MacFarry was klein en tamelijk
gezet; hij droeg een vreemd snorretje, dat
me op de een of andere manier steeds aan
rose poeder deed denken. Tot op de dag
van heden kan ik het verband, dat ik legde
tussen die snor en poeder nog niet ver
klaren.
Voor de rest echter voldeed MacFarry
heel aardig aan het beeld, dat ik van hem
had geschapen: hij sprak niet veel, doch
als hij het deed, waren zijn woorden wel
overwogen en ze verborgen niet, dat hij
leraar in de aardrijkskunde was. Hij was
zeer nuchter, hield van whisky zonder
nochtans ons Schiedamse product te ver
smaden en reeds een half uur na onze ken
nismaking verzocht hij mij hem alle anti
quiteitswinkels van de stad te laten zien.
Op dat laatste had ik me al geprepareerd;
uit zijn brieven wist ik dat hij verzot was
op alles wat oud en klassiek heette, hoewel
hij openlijk toegaf in het geheel geen
expert op dit gebied te zijn.
En zo namen wij een hele middag voor
het „afgrazen" (zoals hij dat in het Engels
noemde) van antiquariaten. Erg opgetogen
over wat al die winkeltjes konden bieden,
werd hij echter niet en dat begon ik me
persoonlijk een beetje aan te trekken. Per
slot van rekening is het oordeel van de
vreemdeling over een land als Holland
meestal gebaszerd op allerkleinste kleinig
heden: een beleefde kellner, een koekje bij
d.e thee of een voorkomende politieagent
cn ik vermoedde dus, dat de inhoud van de
Nederlandse winkels in tweedehands en
oude goederen uiteindelijk de grootte zou
bepalen van de waardering, welke Mac
Farry in zijn geboorteland en op zijn school
te Glasgow zou uitspreken over het landje
aan de Zuiderzee. (MacFarry, hoewel
leraar in de geographie, weigerde hard
nekkig het woord IJselmeer te aanvaarden.
Bij hem op de kaart stond nog Zuydersea,
zei hij).
TTet liep al tegen zessen, toen we nat
want er viel een druilerig regentje
en beiden ontevreden, ofschoon we dat zo
goed mogelijk voor elkaar trachtten te ver
bergen, voor de laatste étalage stonden te
kijken. Ik kende de winkel niet, hij lag in
een smal achterafstraatje, even buiten het
centrum van de stad, en de étalage zag er
weinig aanlokkelijk uit. De zaak was een
kruising tussen „tweedehands" en „Anti
quiteiten" met de klemtoon op het eerste
woord, hoewel het opschrift op de ruit
anders wilde doen geloven. Ik zag wat oude
zilveren knopen op een verschoten stukje
fluweel liggen, een tweetal kapotte para
plu's, wat koperwerk, waarvan een deel
kennelijk pas dit jaar de fabriek had ver
laten, een oud-Hollandse doek vol gaten,
wat tinnen schaaltjes, die er ook in mijn
ondeskundig oog te nieuw uitzagen om
onder antiek gerangschikt te kunnen wor
den en nog een paar oude prenten achter
glas, waarin het weer zat.
Doch MacFarry zag nog iets anders en
ik herkende hem door zijn enthousiasme
nauwelijks terug. Zijn wijsvinger gebaarde
gebiedend naar een groot bord van aarde
werk, slechts ten dele zichtbaar, doordat de
oud-Hollandse doek er overheen lag. Ik
keek aandachtig en vaag ontwaarde ik, dat
het bord een middeleeuwse voorstelling
droeg, geschilderd in fletse kleuren. Mac
Farry greep me bij de arm en trok me mee
in het duistere winkeltje. Toen de deur
achter ons dichtsloeg, kwam uit het donker
een klein bedrijvig mannetje te voorschijn.
MacFarry vroeg hem het bord uit de
étalage te halen. De man dook onmiddel
lijk achter het winkelraam en kwam terug
met het bord. MacFarry pakte het aan en
bekeek het aandachtig. Hij knikte eerst
goedkeurend, doch daarna deed hij of het
stuk hem tegenviel. Maar daar liep ik zelfs
niet in, dus ik veronderstel dat de anti
quair met zijn mensenkennis dat zeer zeker
niet deed. Hij kwam tenminste naast Mac
Farry staan en uitte in afgrijselijk Engels
zijn grote bewondering voor de goede
smaak van zijn cliënt, daaraan toevoegend,
dat hij het bord liever niet wilde verkopen,
aangezien hij er zelf bijzonder op gesteld
was.
MacFarry schrok daar zichtbaar van en
bood vijfentwintig gulden, hetgeen een ten
dele medelijdend, ten dele verontschuldi
gend lachje bij de antiquair uitlokte. Nee,
het speet hem heel erg, maar meneer zou
wel begrijpen, dat hij voor zo.'n bedrag.
voor zo'n enig stuk.al zoveel gegadig
den had hij de winkel weer uitgestuurd.
erg kostbaar en zelf wilde hij het liever
niet missen.
MacFarry begreep en er volgde een
langdurige onderhandeling, die vooral van
de zijde van de winkelier zeer tactisch ge
voerd werd. Tenslotte kwam men overeen:
mijn vriend werd eigenaar voor zevenen
vijftig gulden en de antiquair zou proberen
over het verlies heen te komen.
Het bord werd zorgvuldig in kranten ge
pakt en even later stonden we buiten. Mac
Farry een en al enthousiasme. „Een prach
tig bord," verklaarde hij. ,,'t Moét uit de
vroege middeleeuwen zijn en dat voor een
bespottelijk laag bedrag, 't Wordt het
pronkstuk van mijn collectie."
Ik begon zijn enthousiasme te delen: het
was inderdaad een prachtstuk, één brok
naieve schoonheid.
De eerste kantjes nieuwe haring zijn Vrijdag aan wal gebracht. Foto: in volle zee werden de kantjes haring door de SCH 233
aan boord genomen.
YVfe waren de straat al uit, toen ik ont-
YV dekte, dat ik mijn handschoenen in
de winkel had laten liggen. MacFarry was
bereid even te wachten en snel liep ik
terug en wipte de winkel weer binnen.
Voordat ik de deur achter me dichtsloeg,
hoorde ik de antiquair telefoneren en de
inhoud van het gesprek deed me besluiten
de deur nog niet geheel dicht te doen.
„Zeg Frits," hoorde ik het mannetje zeg
gen. „Er is er weer een verkocht, 't Is de
zesde al deze week.nee, ik ben er nou
doorheen. Kun je er vanavond nog een
stuk of vier maken?Ja, met dezelfde
voorstelling erop'tuurlijk, we doen
weer sam-sam. Voor deze laatste heb ik
twintig pop gekregen.... ha, hada's
niet gek, hè? Aan een Schot nog wel
Goed, ik zie je morgen wel, tot ziens."
Toen hij de laatste woorden uitsprak,
stond ik al weer met mijn handschoenen
buiten en overlegde bij mezelf wat ik zou
doen. MacFarry vertellen? De politie erbij
halen?
Tenslotte deed ik niets van dat al. Mijn
correspondentievriend was volkomen te
vreden met zijn koop. Frits kennelijk
een aan lager wal geraakte kunstschilder
en de antiquair waren eveneens in hun
nopjes. En wat me belangrijker leek: de
indruk die mijn Schotse vriend van Hol
land had gekregen, was ongetwijfeld zéér
goed en wat zou hij in Glasgow rond
bazuinen, als ik hem vertelde, dat hij op
gelicht was? Nou ja, opgelicht is een zwaar
woord en de enige, die er over piekerde,
was ik. Destijds tenminste, nu ben ik er al
weer overheen.
Trouwens ik heb die antiquair een week
later nog eens opgezocht. Ik kreeg veertig
gulden terug en daarvoor heb ik Mac
Farry een ingelijste plattegrond van de
stad uit 1669 gezonden. Natuurlijk nadat
ik me ervan had verzekerd, dat hij inder
daad antiek was.
(Nadruk verboden)
Naar het A.N.P. verneemt, is de instel
ling te verwachten van een vast college
uit de raad van ministers, dat Raad voor
de Burgerlijke Rijksdienst genoemd zal
worden.
Het ligt in het voornemen, dat dit nieu
we college in het bijzonder zaken zal be
handelen betreffende de rechtstoestand vau
het overheidspersoneel, personeelsbeleid en
personeelszorg, en algemene vraagstukken
van organisatie en efficiency bij de burger
lijke rijksdienst.
De Britse minister van Buitenlandse
Zaken Eden gaat, naar verwafcht wordt,
spoedig naar Amerika voor een derde
operatie wegens zijn galaandoening.