Melkweg Het Hek van de Dam „Grand Ballet" in Carré biedt geen groot ballet F. DAMIAANS EN ZOON Agenda voor Haarlem Tweede serie vragen herziening Burgerlijk Wetboek ter tafel Holland Festival fi Nieuwe uitgaven Bedrijfszelfbescherming wordt nu verplicht Militair bij zwemmen in de Waal verdronken 3 Dietrich Fischer-Dieskau zong „Die Winterreise" van Franz Schubert Griffie-ambtenaar tot één jaar veroordeeld Dividend Nederlandsche Flandel Mij10 pet. Schilderij voor werkkamer van Prinses Wilhelmina TWEEDE KAMER Vandaag interpellatie over leraars salarissen Zeventig jaar ANWB Verlengd tot en met 7 Juli! Schepen Schieten Heringa Wuthrich BLIKSEMAFLEIDERS' Mexicaanse gezant vloog zijn eerste „solo" WOENSDAG 1 JULI 1953 De voor gisteravond aangekondigde eer ste uitvoering in ons land van „Piège de Lumière" door het Grand Ballet du Mar quis de Cuevas kon geen doorgang vinden, omdat een extra repetitie van de muziek van Jean Michel Damase door het Utrechts Stedelijk Orchest noodzakelijk werd ge acht. In plaats daarvan kregen wij gister avond in theater Carré als noviteit „L'Ai- grette" (De witte reiger) te zien. Bij de oorspronkelijk voor een ander ballet be stemde muziek van George Chavchavadze schreef de Prinses Bibesco het thans ge bruikte scenario over een door liefde voor de in de titel genoemde vogel overmande jager, die dodelijk gewond raakte bij zijn pogingen haar te vangen. Met stomme verbazing heb ik naar dit wérk zitten kijken. Er renden, vlogen of fladderden allerlei als insecten, monsters of waterdieren vermomde personen (waar onder nota bene een eerste soliste als Jo- celyne Vollmar) over het toneel, maar er werd bijna geen ogenblik werkelijk ge danst. Niet met een zorgvuldige selectie van karakteristieke bewegingen liet de choreograaf Birger Bartolin de bevolking van het tot plaats van handeling gekozen moeras, met zijn dwaallichten en koorts verschijnselen, tot leven wekken, maar met een wild gewapper van bonte sluiers en mysterieus beschenen slingers van rit selend plastic. De twee enige rollen van betekenis werden door Rosella Hightower en Wladimir Skouratoff met grote vaar digheid vertolkt. Maar ach, welk een ver kwisting van talent was dit. Het echtpaar Marjorie Tallchief en George Skibine in het spectaculaire duet uit „Dón Quichote" van Minkus-Petipa. Dan konden in „La Tertulia of De twee Rivalen" van Ana Ricarda en Irène Lidova op plezierige muziek van Manuel Infante de dansers ten minste hun pantomimische kwaliteiten nog laten blijken, al haalde dit divertissement geenszins het niveau (par don, in Amsterdam spreekt men van peil) dat men van een dergelijk gezelschap toch mag eisen. Onderwerp is de onderlinge na ijver van twee vedettes in een Madrileens theater in de zestiger jaren. Het eerste deel speelt zich af tijdens repetities met clowns en komische koorddansers tussen de cou lissen, het daarop volgende gedurende een voorstelling van een variétéprogramma, waarbij de toeschouwers geconfronteerd werden met een tweede zaal, door de schil der Capuletti bijzonder aardig gesugge reerd. De slecht opgeloste moeilijkheid bleef alleen, tot welk publiek de in dub bele functie optredende artisten zich nu eigenlijk moesten richten, tot het werke lijke of tot het denkbeeldige. Wel grappig waren de reacties van de Engelse bal- letomaan in de loge d'avant-scène, wiens bloemen tenslotte terecht kwamen bij het danseresje (Joyce van der Veen) dat alles heel goed verkeerd had gedaan. Bewonde ring verdiende wederom Wladimir Skou ratoff als de eerste danseur-in-oude-stijl. Een ideaal type voor dit operettegenre toonde zich Jacqueline Moreau die zich de weelde van een nonchalant omspringen met haar zwierige techniek gemakkelijk kon veroorloven. Was er dan niets, zo zal men zich wel licht afvragen, dat kon wedijveren met de goede herinneringen, die men aan vroegere uitvoeringen van dit Grand Ballet du Mar quis de Cuevas bewaart? Gelukkig wel. In de eerste plaats moet dan de perfect uitge voerde pas-de-deux uit „Don Quichote" van MinkusPetipa worden genoemd. George Skibine, wiens figuur de aesthe- thische slankheid dreigt te verliezen, maar nog altijd een zeer nobele allure heeft, werd gehandicapt door een hachelijke ADVERTENTIE barst in zijn tricot, waarbij het onvoorzie ne aldus een ironisch loopje nam met de overwinning van de kunstenaar op ruimte en zwaartekracht. Marjorie Tallchief on derscheidde zich door een verkwikkende souplesse en royaal gebaar. En verder dient eervol vermeld te wor den het optreden van George Zoritch in „Les Sylphides" van Fokine, met welk ge liefd meesterwerk van deze grote choreo graaf het programma geopend werd. Tien jaar geleden was hij nog de best betaalde danser ter wereld. Thans hebben zijn sprongen veel aan kracht en hoogte ver loren, maar nog altijd is hij de ideale partner, de romantische cavalier met een feilloos stijlgevoel. Rosella Hightower bleek zich veel minder binnen de grenzen der voorgeschreven eenvoud te kunnen houden vroeger deed zij dat toch wel en probeerde ook hier haar virtuositeit in te schakelen. Maar niettemin, zij is een be genadigde danseres, licht als een veer die zweeft, om een populaire aria te citeren. DAVID KONING De zwanezang van Schubert de reeks van 24 liederen onder de titel „Die Winter reise" behoort tot de zwaarste opgaven, die aan een zanger gesteld kunnen worden. Er zijn ongetwijfeld moderne liederen, die zangtechnisch moeilijker zijn. Maar het gaal; bij Schuberts somber-muzikaal testa ment om het artistieke vermogen het juiste evenwicht te scheppen tussen een ideaal bel canto en een niet minder ideaal door leven van de zielsgesteldheid van de ro mantische componist, die als met een voor gevoel van zijn spoedig einde in deze lie deren de synthese gaf van de stemming in zijn laatste levensjaar. Dit is geen romantische fantasie, maar in romantische expressie gehulde waarheid. Is het niet veelzeggend, hoe de geniale lie- derenzanger in het voorlaatste lied („Die Nebensonnen") na zich blind gestaard te hebben in het licht, in kalme overgave be sluit met „In 't duister zal het voor mij wel beter zijn?" En dat in het laatste lied („Der Leiermann") die arme orgeldraaier met zijn centenbakje, dat maar altijd leeg blijft, door de auteur aangezocht wordt: ook maar zijn liederen op zijn répertoire te nemen? Wij weten trouwens uit de ver halen van Schuberts vrienden, hoe deze huiveringwekkende liederen, zoals de com ponist ze zelf noemde, hem zeer na aan het hart lagen. „Ze hebben mij meer aan gegrepen dan enig ander lied dat ik com poneerde", luidde Schuberts eigen getuige nis. Wie de sensitiviteit mist voor deze ge voelssfeer, met haar beeldende symbolen en hallucinaties, kan misschien wel het ge raamte van dit kunstwerk opwekken, maar hij zal er niet in slagen het te bezielen en levend te maken, tenzij in schijn. Door de angstvalligheid voor alles wat romantiek heet en wat men al te grif mol sentimenta liteit verwart, wordt al te veel die sensivi- teit: onderdrukt, gesteld dat zij in aanleg aanwezig is. De Duitse bariton Dietrich Fischer-Dieskau, die uitgenodigd was in de reeks liederenavonden van het Holland Festival op te treden, heeft, met zijn inter pretatie van „Die Winterreise" bewezen, dat hij er niet alleen de ideale stem en zangtechniek voor heeft, doch ook dat hij de gevoelssfeer van deze kunst als iets eigens bezit en vermag mee te delen. Het is lang geleden, misschien wel van toen ik de onvergetelijke Messchaert gehoord heb. dat een zanger mij zo heeft getroffen door zijn warme klank-expressie, als nu Fis cher-Dieskau het deed, toen hij in „Gefrorne Tranen" het lyrische middeldeel zong. Hij is een vocalist, die met zijn stem alle emoties vermag weer te geven; maar die emoties liggen er niet kunstmatig bo venop, ze komen uit zijn diepste wezen en kleuren in oneindige verscheidenheid de fraaie timbres van zijn omvangrijk orgaan. Het is wel heel merkwaardig, dat deze nog betrekkelijk jonge man zo treffend de kern van deze rijpe liedkunst raakt en vermag weer te geven. Dit laatste dankt hij aan een natuurlijk gave stem en. aan een zang techniek, waarmee hij alle registers (waar onder een zeldzaam mooi „mezzo voce") onmerkbaar in elkaar kan laten overgaan. Men krijgt de indruk dat dit prachtige zin gen geen moeite kost en slechts een willige Damiaans heeft een reputatie, als hij U verhuist, breekt er geen glasie. ZIJLVEST 41 - HAARLEM Telefoon 12456 - 14155 22379 WOENSDAG 1 JULI Rembrandt: „Lovely to look al", alle leeft,. 7 en 9.15 uur. Palace: „Bureau zedenpolitie", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Een koningin wordt gekroond", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Lnxor: „Het vierde masker", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. City: „Montana Belle", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De drie piraten", 14 jaar. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De luchtslag om Japan", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. DONDERDAG 2 JULI Zuiderkapel: Spreker ds. S. Zijlstra, 8 u. Rembrandt: „Lovely to look at", alle leeft., 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. Palace: „Bureau zeden politie", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Het vierde masker", 18 jaar, 2, 7 en 9.15 uur. Lido: „Een koningin wordt gekroond", alle leeft.. 11. 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Mon tana Belle". 14 jaar. 2.15. 4.30. 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De drie piraten". 14 jaar. 2.30. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De luchtslag om Japan". 14 jaar. 2.30. 7 en 9.15 uur, Minerva: „Het balboekje", 18 jaar, 8.15 uur. Hoewel de officier van justitie veertien dagen geleden wegens gebrek aan bewijs vrijspraak eiste, heeft de Amsterdamse rechtbank, uitspraak doende, thans de 52- jarige J. T. B„ ambtenaar van de griffie dezer rechtbank, ex-chef van de geliqui deerde bijzondere griffie van het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam wegens ver duistering van f 7900, tot één jaar ge vangenisstraf veroordeeld. Zijn raadsman tekende onmiddellijk na de uitspraak hoger beroep aan. Het proces draait om een verzegelde en veloppe met f 7900, waarvan vermoed wordt, dat zij in 1946 door een voormalige P.R.A.-rechercheur uit Alkmaar, op de bijzondere griffie van het Amsterdams Bijzonder Gerechtshof is gedeponeerd. Dit blijkt echter uitsluitend uit de gegevens uit Alkmaar, niet uit die van de griffie in Amsterdam. Dit nu leverde een grote moeilijkheid voor het bewijs op, want juist op de plek, waar de ontvangst van de verzegelde en veloppe in het registratieboek der griffie was ingeschreven, vertoonde de betrokken bladzijde een gat. Ter zitting verklaarde de verdachte on schuldig te zijn. Hij zeide niet te weten, wie deze bladzijde beschadigd had. De officier van justitie baseerde zijn eis tot vrijspraak op 16 Juni op het feit, dat de schuld van verdachte niet met vol ledige zekerheid kon worden vastgesteld. Het totaal der baten over 1952 van de Nederlandsche Handel Maatschappij N.V. bedraagt f66.902.052 (v. j. f70.184.841). De kantooronkosten waren groot f35.198.423 (f30.867.140). Deze stijging is voornamelijk een gevolg van vele kostenelementen in In donesië. met name van de hogere kosten van levensonderhoud aldaar. Na diverse vooiv.ieningen resteert een. winstsaldo van f 8.392.063 (f9.260.334). Er wordt een dividend van 10 pet. in contanten voorgesteld, (v. j. 12'2 pet. waarvan 10 pet. in aandelen). Vooral de buitenkantoren, waaronder ver staan worden de overzeese vestigingen met uitzondering van die in Indonesië en het agentschap te New York, hebben in mindere mate tot de winst bijgedragen dan in 1951. Het bankbedrijf in Indonesië handhaafde zijn vooraanstaande positie in de financiering van de im- en exporten en de daarmee be haalde resultaten stemmen tot tevredenheid. Het Nederlandse bedrijf ontwikkelde zich normaal. Het agentschap to New York heeft zich reeds een belangrijke plaats onder de vestigingen verworven. Alles tezamen ge nomen beschouwt de directie de resultaten van 1952 als bevredigend. Prinses Wilhelmina heeft aan de Neder landse schilder Machiel Brandenburg, die thans in de Kaapprovincie werkt, op dracht gegeven, een Zuid-Afrikaans land schap te vervaardigen vo'or haar werk kamer. De keuze van de schilder is ge vallen cp een landschap in Constancia, eer. bekend wijndistrict. Machiel Brandenburg heeft nog niet zo lang geleden een stilleven geschilderd van het speelgoed van Prinses Margriet. Voor zijn vertrek naar Zuid-Afrika in Mei van dit jaar heeft Prinses Wilhel mina de schilder uitgenodigd voor een bezoek aan haar atelier. reactie is van het beleven van het lied. Wie dergelijke impressies weet te wekken, mag onder de ideale liedvertolkers gerekend worden. Minder overtuigend was het aandeel van de pianist Hermann Reutter, die wel ac curaat zijn partij speelde, maar geestelijk niet los kwam van de materie. Wij hebben dus wel een supérieure zanger gehoord, maar niet een ideaal duo met wisselwer kingen, die wederzijds bevruchten. JOS. DE KLERK (Van onze parlementaire redacteur) De Kamer telt thans weer acht vrouwe lijke afgevaardigden, nu gister mejuffrouw dr. De Vink (K.V.P.), de door van het bedanken door mr. Roolvink, vacante plaats is komen innemen. Vandaag wordt beslist over een verzoek van mr. Roosjen (A.R.) de regering te mogen interpelleren over het uitblijven van de toegezegde sala- risverbetering voor de leraren bij het M.O. en V.H.O. „Dal ontbrak er nog aan," zal de voorzitter stillekens gemompeld heb ben. Hij zag toch al met angst en beven zijn tijdschema voor het nog vóór de zomervacantie af te werken programma bedreigd doordat Dinsdagmiddag heel wat langer over slechts een paar van de vraag punten en regeringsantwoorden inzake de herziening van het Burgerlijk Wetboek ge redekaveld werd. Uren gingen er mee heen, eer de Kamer zonder hoofdelijke stem ming accoord ging met het plan, aan de rechter een algemene bevoegdheid toe te kennen om een verplichting tot schade vergoeding uit hoofde van bijzondere om standigheden te matigen. In beginsel zagen met prof. mr. Lemaire (KNP), zowel mr. v. Rijckevorsel als mr. Oud (VVD) hiertegen nogal op. Zij vonden het minder juist dat iemand die zich aan wanprestatie van een door hem aangegane overeenkomst schul dig maakt, de daardoor veroorzaakte schade niet ten volle zou hoeven te ver goeden. Mej. mr. Zeelenberg (Arb.), die wel erkende dat in onze ingewikkelde samenleving zulk een matigingsbevoegd heid onontbeerlijk is, bleek toch voor de rekbaarheid van een dergelijke aan de rechter toe te kennen bevoegdheid beducht te zijn. Hiervoor bestond echter volgens prof. Mëijers geen reden. Met de uitdruk king „algemene bevoegdheid" had de rege ring alleen willen kenbaar maken, dat deze zowel zou gelden vcor schade, ontstaan door onrechtmatige daad waartegen nie mand zich keerde als bij nicl-nakoming van een overeenkomst. De genoemde afge vaardigden met hun principiële tegenwer pingen kon hij verzekeren, dat ook de legering uitgaat van de verplichting dat iemand, die door zijn schuld een ander schade berokkent, deze vergoedt. Dit is en- blijft het uitgangspunt. Alleen: de rechter moet, wegens bijzondere omstandigheden liet schadebedrag kunnen matigen. Dit is niets revoiutionnairs; wij kennen het ook nu al in de bestaande wet en in de recht spraak. Nu is de bedoeling niet in het Burgerlijk Wetboek aan de rechter ten dezen zonder meer een vrijbrief te geven, doch veeleer het door de Kamer aanvaarde standpunt uit te werken in een wetstekst, die een nadere strekking van het begrip „bijzondere omstandigheden" zal bevatten, hetgeen dus op een deugdelijkere regeling zal neerkomen, dan wat we thans op dit gebied al hebben. Ons B.W. kent zelf in bepaalde gevallen zo bijvoorbeeld in artikel 1406 als waarderingsfactor voor de toe te kennen schadevergoeding, de ..wederzijdse stand eft fortuin" van bena delaar en benadeelde. Jkvr. Wttewaal van Stoetwegen (C.H.) mocht het 1ot haar vreugde vernemen, dat straks in het B.W. de vertaling van die term zal luiden: „naar draagkracht". Met verschillende belang wekkende voorbeelden uit de praktijk slaagde prof. Meijers er in de juistheid van ae regeringsstelling aan te tonen. Aldus geschiedde eveneens met het zon der hoofdelijke stemming aanvaarde stand punt, dat geen matiging toegelaten zal zijn, voor zover de schuldenaar door verzekering zijn aansprakelijkheid heeft gedekt, daar toe verplicht, was of zodanige dekking ge bruikelijk is. Toen mr. Oud nog als be zwaar aanvoerde, dat verwijzing naar het gebruik helemaal verkeerd is (want al te veel processen zou kunnen doen ontstaan) herinnerde de hooggeleerde er aan, dat dusdanige verwijzing werkelijk schering en inslag in ons contractenrecht is. Met mr. Oud en'de zijnen wenste prof. mr. Lemaire (KNP) hier geacht te worden, het „tegen" te hebben laten horen. De wet moet niet aan een ieder het recht geven op een geldelijke tegemoetkoming voor een hem onrechtmatig berokkend leed, dus voor ideeële schade, maar wel dient die tegemoetkoming gehandhaafd te blijven in de gevallen, waarin wet en rechtspraak haar reeds toekennen. Aan vankelijk had mej. mr. Tendeloo (Arb.) evenveel tegen als voor deze stelling ge voeld, maar na een korte gedachten wisse ling, kon zij haar, evenals de overige leden, zonder hoofdelijke stemming aanvaarden. Niet. slechts de nabestaanden van een overledene, door wie zij werden onderhou den, maar ook allen die recht hadden op levensonderhoud door die overledene zullen in het nieuwe B.W. tegen hem, door wiens opzet of schuld de dood van de overledene veroorzaakt werd, recht op vergoeding kunnen doen gelden. En verder moet zo wil men in het nieuwe B.W. vastleggen bedoelde veroorzaker van de dood de begrafeniskosten vei'goedcn. Haarlemse véloclubanno 1883 was een der oprichters Vandaag bestaat de A.N.W.B. 70 jaar. Opgericht in 1883 als vereniging ter be scherming van de belangen der veloci- pède-rijders de eerste vorm van snel verkeer op de weg heeft de bond zich snel ontwikkeld tot een nationale orga nisatie, die met ruim een kwart millioen leden zijn zorgen uitstrekt over alle vormen van toerisme en wegverkeer. Van deze leden zijn er ruim 130.000 automobilist, terwijl voorts wielrijders, motorrijders, bromfietsers, wandelaars, watertoeristen en kampeerders in grote getale deel uitmaken van de bond, die zich vooral verdienstelijk maakte door het plaatsen van wegwijzers. Nog door een ander initiatief, dat zeven jaar geleden- genomen werd, heeft de A.N.W.B. de er kentelijkheid van het gemotoriseerde ver keer verworven: de oprichting van de Wegenwacht. Honderdtwintig gele pech- bestrijders patrouilleren dagelijks het Ne derlandse wegennet, terwijl 120.000 auto's en motoren het Wegenwachtschild voeren. Ruim 460.000 pechgevallen werden dooi de Wegenwachten in deze zeven jaar be handeld. In feite heeft een toevallige ontmoeting tussen de Kaagsche Velocipédistenclub „De Ooievaar" en de Haarlemsche Velo cipédistenclub in de lente van 1883 geleid tot de oprichting van de bond. In de serre van „Het Wapen van Fries land" te Hillegom bespraken de Haarlem mers en de Hagenaars de moeilijkheden, die de ontplooiing van het velocipède- rjjden belemmerden: de tegenwerking van overheid en plattelandsbevolking èn het ontbreken van behoorlijke wegen. Daar men van oordcel was, dat alleen in gezamenlijk verband verbetering in deze situatie te brengen zou zijn, werd be sloten tot het uitschrijven van een lande lijke vergadering, waartoe alle bekende velocipédisten-clubs in Nederland zouden worden uitgenodigd. Op 1 Juli vond deze druk bezochte bij eenkomst in Utrecht plaats, waarbij werd besloten tot oprichting van een bond, die het wielrijdcn in Nederland zou popu lariseren en zich voorts ten doel stelde het toeren in Nederland te bevorderen en uit te breiden", een devies, dat op grootse wijze werkelijkheid is geworden. ADVERTENTIE HOUTRUST OEN HAAG Geopend v. 10-23 u.-a.s. Zondag 14-23 u Enlrée I 1.-; Militairen en kinderen 10.50. 's Juonds in de gezellige Zuiveltuin Donderdag: VRIJ en BLIJ Vrijdag: TIROLER HOLZHACKER BUB'N Zaterdag: EDDY CHRISTIANI Maandag: DE BIETENBOUWERS Iedere middag en n„s. Zondagavond8AND KON M,t~ *A'EL Wij zijn dezer dagen naar de vloot- schouw van de marine op het IJ ge weest. Het was een mooie zomerse dag, de zon glinsterde in het water, dat aan het kabbelen was geraakt door de bedrijvigheid van wel honderden sche pen en scheepjes en het silhouet van de stad Amsterdam maakte er een heel mooi plaatje van. Temidden van die alledaagse schoonheid die zelfs in het heldere zonlicht haar eerlijk aureool van lichte smook behield, lagen daar de slanke, grijze, fiere oorlogsbodems, de kleine forse mijnenvegers, de torpe- dobootjagers, windhonden van het zou te water en de kruiser Tromp. Het zag er allemaal erg vrolijk uit. De schepen waren gepavoiseerd en zij waren bemand met vrolijk lachende, gebruinde matrozen en ernstige zee officieren en elegante adelborsten met rode kragen en ponjaarden aan lange kettingen. Die adelborsten trokken nog het meest de belangstelling. Zij fun geerden als gidsen voor de burgers, die de schepen kwamen bezoeken en er brak menig meisjeshart op slag in tweeën. Het was dan ook Holland op z'n best en wij. mét zo'n groep burgers de Tromp bezoekend, werden ook geraakt door de Hollandse maritieme traditie die uit alles recht tot ons hart sprak. De tradi tie van De Ruyter en Tromp en Door man, een traditie die heeft geleefd op de zeven wereldzeeën en die met onbe vlekt blazoen van strijd voor het veder- land en vrijheid en recht kan spreken. Wij raakten er echt van onder de in druk. Van dat propere schip, van die aardige royale marinemannen, van hun correctheid, van lr- n discipline en hun bekwaamheid. T ens onze medebe zoekers ook. Ieder op zijn of haar eigen manier. Een omvangrijke huismoeder door de inrichting van de bakkerij, een radio-enthousiast door de radar-instal latie, een veelgeplaagde boekhouder door het feit dat men met één kanon vijf maal per minuut kon schieten op iemand aan wie men het land heeft en wij herhalen het de meisjes dooi de adelborsten. Wat die kanonnen betreft, daar kre- ;en wij zelfs een complete demonstra lie mee. zij het dan met schertsgranaten. Er werd getoond hoe vliegensvlug men ze laden en herladen kan. Dat ging werkelijk als de gesmeerde bliksem. De huismoeder vond dit trouwens ook mooi al gaf zij bezorgd te kennen, dat zij hoopte, dat het nóóit nodig zou wezen. Dat hoopte de adelborst ook, zei hij en ging nog een tikje rechter staan, „maal ais het ooit nodig zou worden, clan staan wij ons mannetje". Evenals de anderen keken ook wij toen ernstig en niet zonder respect en vertrouwen naar deze kruiser en naar zijn bemanning, naar zijn officieren en zijn onderofficieren en zijn adelborsten en zijn matrozen en zijn mariniers. Hollanders op hun best. Op dat moment kwam er een schip voorbij, een flinke vrachtvaarder, wel een tikje roestig, maar dan toch een roest, die niet met stilliggen was opge daan. Een sterke bak van een tramp met een paar toffe matrozen over de railing en een „ouwe" op de brug die ook zonder smetteloos uniform varen kan. Zo'n schip dat z'n lading uit alle havens van de wereld haalt met een meester die ieder klopje van z'n oude machine kent, en een stuurman, die on handige brieven schrijft als: „Beste Mien, ik maak het goed. Ik hoop. dat jullie het ook goed maken. Je Jan". Zo'n dierbaar schip, zoals er duizenden over de zeven zeeën zwerven en door de dromen van de zeemansvrouwen, die hopen dat het een goede vaart zal heb ben. Die ouwe tramp gaf de glanzende Tromp een half-eerbiedig, half geamu seerd vlaggesaluut. Hetgeen ons allemaal een beetje vertederde, de bezoekers èn de bemanning. En toen zei de kanonnier, een aardige blonde jongen, van zijn hoge zitplaats tot zijn maat: „Even een schot onder de waterlijn Wullem" en hij draaide glimlachend maar gespannen aan een wiel en de lange glanzende loop begon te zwaaien en wees toen ineens feilloos naar de plaats waar hij de ingewanden van die oude tramp met één gierend schot open had kunnen scheuren wan neer het menens was geweest. En daar zijn we toen ineens zo ver schrikkelijk onpasselijk van geworden, dat wij u niets meer over de vloot- schouw te vertellen hebben. Behalve clan, dat grote mensen evenmin tegen oorlogsspeelgoed kunnen als kleine kin deren. BOEDA H. G. Wells, Het gezamenlijk avontuur van mens en wereld, dl II. Vertaald door Rob Lim burg Servire,'s Gravenhage Het tweede deel van Wells' Outline of History is als historisch werk „gewoner" dan het eerste, dat met behulp van tal van andere wetenschappen tot de oorsprongen van de wereld terugkeert. Dit bevat de wereldgeschiedenis sinds de vroege Mid deleeuwen, en is geheel op West-Europa geconcentreerd, de bedoeling van de schrij ver om de dingen ruimer te zien ten spijt. Het is ook de vraag of het mogelijk en zelfs uitvoerbaar is zonder deze concentratie'te werk te gaan, zolang men Europeaan of Amerikaan is; in ieder geval moet een Chinese wereldgeschiedenis, met of zonder communisme, er totaal anders uitzien. Als goed-Europces product blijft dit boek niettemin een merkwaardige getuigenis van kennis en samenvattingsvermogen. Het is uitstekend leesbaar als politieke-, en in de meest algemene zin als cultuurgeschiede nis. In meer gespecialiseerde zin komt het op het laatste gebied niet ver; de hoofd stukken over zulke onderwerpen als de wetenschap en de litteratuur zijn er op de bekende wijze aangeplakt. Om die werke lijk in het verband te krijgen, zou een schrijver Wells' opvattingen' over samen hang grondiger hebben moeten verwerken, en daarmee vrij wat van zijn zakelijk opti misme verspeeld moeten hebben. „Er zal nog een enorme hoeveelheid geestelijke krachtsinspanning en gcdachtenwisseling en opvoeding nodig zijn, en er zullen nog vele jaren moeten verlopen of dat tien tallen of honderdtallen zullen zijn kan niemand zeggen eer een nieuwe orde, ontworpen zoals men schepen of spoorwe gen ontwerpt, zal functionneren, zoals post of telegraaf functionneren, over het gehele aardoppervlak." Maar wie hier zijn eigen ideeën over heeft, kan het werk van Wells met plezier lezen. S. M. ADVERTENTIE Haarlem Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft een zojuist van de pers gekomen brochure, die aan 120.000 bedrijven en in stellingen is toegezonden, uitgegeven, waar in de zelfbeschermingsmaatregelen worden genoemd, die getroffen moeten worden in ondernemingen, bedrijven, schouwburgen, bioscopen, scholen, inrichtingen en instel lingen, alsmede in alle overheidsinstellin gen en -diensten. Aan deze bedrijfszelfbescherming zal in vredestijd slechts minimale eisen worden gesteld, die zich beperken tot de maatrege len ter bescherming van personen en ter beveiliging tegen gemeen gevaar en zich niet zal uitstrekken tot een verdergaande bescherming van productiemiddelen. De maatregelen gelden afzonderlijk voor de hoofdsteden van de provincies, de dicht bevolkte gebieden, de industriecentra en de streken, die een grote strategische waar de hebben. De maatregelen, die thans genomen die nen te worden (voor de ondernemingen, die in alle gebieden liggen) bestaan uit het aanwijzen van een hoofd bedrijfszelfbe scherming, het samenstellen van een be schermingsplan, het regelen van de ver houding bedrijfszelfbescherming-overheids- organisatie, het inschakelen, respectievelijk wei-ven van personeel voor de hulpploegen der bedrijfszelfbeschermingsorganisatie en het opleiden van dit personeel. Voorts zijn er een aantal maatregelen, die binnen een week na afkondiging van de staat van paraatheid verwezenlijkt dienen te worden. Deze bestaan uit: het voorkomen van lichtuitstraling, interne waarschuwing, de aanleg van schuilplaatsen, het ihtrusten var. een bedrijfsbrandweer en het (voor zover voorgeschreven) treffen van brand preventiemaatregelen en het uitrusten van medische- en reddingsploegen. Voor de be drijven, die buiten de dichtbevolkte gebie den liggen zijn deze voorschriften iets min der streng. Tevens adviseert het ministerie van Bin nenlandse Zaken de leiders van de bedrij ven de volgende maatregelen te treffen: het regelen van wederzijdse hulpverlening tussen aangrenzende bedrijven en eventueel voorbereiden van een gezamenlijke be schermingsorganisatie, het formeren en uit rusten van pionierploegen. ordedienst en zovoorts. het inrichten van een centrale post, het treffen van eventuele aanvullende maatregelen ter verhoging van de onmid dellijke paraatheid der bedrijfszelfbescher- mingsorganisatie en het treffen van maat regelen ter bescherming van gebouwen, installaties en voorraden. Prins Bernhard beloonde hem met de „Accolade" Een hartelijke „accolade" (formele „om arming" in Zuidelijke trant) van Prins Bernhard was cle beloning van de Mexi caanse gezant in Nederland dr. E. Sanchez Torres toen deze gistermiddag op Ypenburg uit een Piper Cub" van de Nationale Luchtvaartschool stapte na zijn eerste solo vlucht. De prins en de oud-president van Mexi co, generaal Miguel Aleman, die met zijn gezin hier op vacantiereis is, waren bij deze luchtdoop aanwezig en fungeerden als „padrinos" (peetooms). Tezamen met de gezant dronken zij een glas champagne op deze eerste geslaagde solovlucht en cle vele belangstellenden volgden dit voorbeeld van harte. De instructeur van de gezant, vlieger J. Zwaan, straalde van trots toen zijn leer ling enige rondjes draaide en een paar uitstekende landingen maakte. De Prins was met majoor-vlieger Són- derman in een Fokker S-ll van Schiphol gearriveerd. Bij het zwemmen in de Waal te Nijme gen is gistermiddag de dienstplichtige sergeant H. J. M. J. Kusters uit Limbricht verdronken. Na geruime tijd dreggen heeft" men het stoffelijk overschot gevonden. K. was in de Waal gaan zwemmen on danks een juist gisterochtend door zijn commandant uitgevaardigd verbod.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 5