Melkweg
Het Hek van de Dam
„Grand Ballet" in Carré
biedt geen groot ballet
F. DAMIAANS EN ZOON
Agenda voor
Haarlem
Tweede serie vragen herziening
Burgerlijk Wetboek ter tafel
Holland
Festival
fi
Nieuwe uitgaven
Bedrijfszelfbescherming
wordt nu verplicht
Militair bij zwemmen
in de Waal verdronken
3
Dietrich Fischer-Dieskau
zong „Die Winterreise"
van Franz Schubert
Griffie-ambtenaar tot
één jaar veroordeeld
Dividend Nederlandsche
Flandel Mij10 pet.
Schilderij voor werkkamer
van Prinses Wilhelmina
TWEEDE KAMER
Vandaag interpellatie over
leraars salarissen
Zeventig jaar ANWB
Verlengd tot en met 7 Juli!
Schepen
Schieten
Heringa Wuthrich
BLIKSEMAFLEIDERS'
Mexicaanse gezant vloog
zijn eerste „solo"
WOENSDAG 1 JULI 1953
De voor gisteravond aangekondigde eer
ste uitvoering in ons land van „Piège de
Lumière" door het Grand Ballet du Mar
quis de Cuevas kon geen doorgang vinden,
omdat een extra repetitie van de muziek
van Jean Michel Damase door het Utrechts
Stedelijk Orchest noodzakelijk werd ge
acht. In plaats daarvan kregen wij gister
avond in theater Carré als noviteit „L'Ai-
grette" (De witte reiger) te zien. Bij de
oorspronkelijk voor een ander ballet be
stemde muziek van George Chavchavadze
schreef de Prinses Bibesco het thans ge
bruikte scenario over een door liefde voor
de in de titel genoemde vogel overmande
jager, die dodelijk gewond raakte bij zijn
pogingen haar te vangen.
Met stomme verbazing heb ik naar dit
wérk zitten kijken. Er renden, vlogen of
fladderden allerlei als insecten, monsters
of waterdieren vermomde personen (waar
onder nota bene een eerste soliste als Jo-
celyne Vollmar) over het toneel, maar er
werd bijna geen ogenblik werkelijk ge
danst. Niet met een zorgvuldige selectie
van karakteristieke bewegingen liet de
choreograaf Birger Bartolin de bevolking
van het tot plaats van handeling gekozen
moeras, met zijn dwaallichten en koorts
verschijnselen, tot leven wekken, maar
met een wild gewapper van bonte sluiers
en mysterieus beschenen slingers van rit
selend plastic. De twee enige rollen van
betekenis werden door Rosella Hightower
en Wladimir Skouratoff met grote vaar
digheid vertolkt. Maar ach, welk een ver
kwisting van talent was dit.
Het echtpaar Marjorie Tallchief en George
Skibine in het spectaculaire duet uit „Dón
Quichote" van Minkus-Petipa.
Dan konden in „La Tertulia of De twee
Rivalen" van Ana Ricarda en Irène Lidova
op plezierige muziek van Manuel Infante
de dansers ten minste hun pantomimische
kwaliteiten nog laten blijken, al haalde dit
divertissement geenszins het niveau (par
don, in Amsterdam spreekt men van peil)
dat men van een dergelijk gezelschap toch
mag eisen. Onderwerp is de onderlinge na
ijver van twee vedettes in een Madrileens
theater in de zestiger jaren. Het eerste deel
speelt zich af tijdens repetities met clowns
en komische koorddansers tussen de cou
lissen, het daarop volgende gedurende een
voorstelling van een variétéprogramma,
waarbij de toeschouwers geconfronteerd
werden met een tweede zaal, door de schil
der Capuletti bijzonder aardig gesugge
reerd. De slecht opgeloste moeilijkheid
bleef alleen, tot welk publiek de in dub
bele functie optredende artisten zich nu
eigenlijk moesten richten, tot het werke
lijke of tot het denkbeeldige. Wel grappig
waren de reacties van de Engelse bal-
letomaan in de loge d'avant-scène, wiens
bloemen tenslotte terecht kwamen bij het
danseresje (Joyce van der Veen) dat alles
heel goed verkeerd had gedaan. Bewonde
ring verdiende wederom Wladimir Skou
ratoff als de eerste danseur-in-oude-stijl.
Een ideaal type voor dit operettegenre
toonde zich Jacqueline Moreau die zich de
weelde van een nonchalant omspringen
met haar zwierige techniek gemakkelijk
kon veroorloven.
Was er dan niets, zo zal men zich wel
licht afvragen, dat kon wedijveren met de
goede herinneringen, die men aan vroegere
uitvoeringen van dit Grand Ballet du Mar
quis de Cuevas bewaart? Gelukkig wel. In
de eerste plaats moet dan de perfect uitge
voerde pas-de-deux uit „Don Quichote"
van MinkusPetipa worden genoemd.
George Skibine, wiens figuur de aesthe-
thische slankheid dreigt te verliezen, maar
nog altijd een zeer nobele allure heeft,
werd gehandicapt door een hachelijke
ADVERTENTIE
barst in zijn tricot, waarbij het onvoorzie
ne aldus een ironisch loopje nam met de
overwinning van de kunstenaar op ruimte
en zwaartekracht. Marjorie Tallchief on
derscheidde zich door een verkwikkende
souplesse en royaal gebaar.
En verder dient eervol vermeld te wor
den het optreden van George Zoritch in
„Les Sylphides" van Fokine, met welk ge
liefd meesterwerk van deze grote choreo
graaf het programma geopend werd. Tien
jaar geleden was hij nog de best betaalde
danser ter wereld. Thans hebben zijn
sprongen veel aan kracht en hoogte ver
loren, maar nog altijd is hij de ideale
partner, de romantische cavalier met een
feilloos stijlgevoel. Rosella Hightower
bleek zich veel minder binnen de grenzen
der voorgeschreven eenvoud te kunnen
houden vroeger deed zij dat toch wel
en probeerde ook hier haar virtuositeit in
te schakelen. Maar niettemin, zij is een be
genadigde danseres, licht als een veer die
zweeft, om een populaire aria te citeren.
DAVID KONING
De zwanezang van Schubert de reeks
van 24 liederen onder de titel „Die Winter
reise" behoort tot de zwaarste opgaven,
die aan een zanger gesteld kunnen worden.
Er zijn ongetwijfeld moderne liederen, die
zangtechnisch moeilijker zijn. Maar het
gaal; bij Schuberts somber-muzikaal testa
ment om het artistieke vermogen het juiste
evenwicht te scheppen tussen een ideaal
bel canto en een niet minder ideaal door
leven van de zielsgesteldheid van de ro
mantische componist, die als met een voor
gevoel van zijn spoedig einde in deze lie
deren de synthese gaf van de stemming in
zijn laatste levensjaar.
Dit is geen romantische fantasie, maar
in romantische expressie gehulde waarheid.
Is het niet veelzeggend, hoe de geniale lie-
derenzanger in het voorlaatste lied („Die
Nebensonnen") na zich blind gestaard te
hebben in het licht, in kalme overgave be
sluit met „In 't duister zal het voor mij
wel beter zijn?" En dat in het laatste lied
(„Der Leiermann") die arme orgeldraaier
met zijn centenbakje, dat maar altijd leeg
blijft, door de auteur aangezocht wordt: ook
maar zijn liederen op zijn répertoire te
nemen? Wij weten trouwens uit de ver
halen van Schuberts vrienden, hoe deze
huiveringwekkende liederen, zoals de com
ponist ze zelf noemde, hem zeer na aan
het hart lagen. „Ze hebben mij meer aan
gegrepen dan enig ander lied dat ik com
poneerde", luidde Schuberts eigen getuige
nis.
Wie de sensitiviteit mist voor deze ge
voelssfeer, met haar beeldende symbolen
en hallucinaties, kan misschien wel het ge
raamte van dit kunstwerk opwekken, maar
hij zal er niet in slagen het te bezielen en
levend te maken, tenzij in schijn. Door de
angstvalligheid voor alles wat romantiek
heet en wat men al te grif mol sentimenta
liteit verwart, wordt al te veel die sensivi-
teit: onderdrukt, gesteld dat zij in aanleg
aanwezig is. De Duitse bariton Dietrich
Fischer-Dieskau, die uitgenodigd was in
de reeks liederenavonden van het Holland
Festival op te treden, heeft, met zijn inter
pretatie van „Die Winterreise" bewezen,
dat hij er niet alleen de ideale stem en
zangtechniek voor heeft, doch ook dat hij
de gevoelssfeer van deze kunst als iets
eigens bezit en vermag mee te delen. Het
is lang geleden, misschien wel van toen ik
de onvergetelijke Messchaert gehoord heb.
dat een zanger mij zo heeft getroffen door
zijn warme klank-expressie, als nu Fis
cher-Dieskau het deed, toen hij in
„Gefrorne Tranen" het lyrische middeldeel
zong. Hij is een vocalist, die met zijn stem
alle emoties vermag weer te geven; maar
die emoties liggen er niet kunstmatig bo
venop, ze komen uit zijn diepste wezen en
kleuren in oneindige verscheidenheid de
fraaie timbres van zijn omvangrijk orgaan.
Het is wel heel merkwaardig, dat deze nog
betrekkelijk jonge man zo treffend de kern
van deze rijpe liedkunst raakt en vermag
weer te geven. Dit laatste dankt hij aan
een natuurlijk gave stem en. aan een zang
techniek, waarmee hij alle registers (waar
onder een zeldzaam mooi „mezzo voce")
onmerkbaar in elkaar kan laten overgaan.
Men krijgt de indruk dat dit prachtige zin
gen geen moeite kost en slechts een willige
Damiaans heeft een reputatie,
als hij U verhuist,
breekt er geen glasie.
ZIJLVEST 41 - HAARLEM
Telefoon 12456 - 14155 22379
WOENSDAG 1 JULI
Rembrandt: „Lovely to look al", alle leeft,.
7 en 9.15 uur. Palace: „Bureau zedenpolitie",
18 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Een koningin
wordt gekroond", alle leeft., 7 en 9.15 uur.
Lnxor: „Het vierde masker", 18 jaar, 7 en
9.15 uur. City: „Montana Belle", 14 jaar, 7
en 9.15 uur. Spaarne: „De drie piraten", 14
jaar. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De luchtslag
om Japan", 14 jaar, 7 en 9.15 uur.
DONDERDAG 2 JULI
Zuiderkapel: Spreker ds. S. Zijlstra, 8 u.
Rembrandt: „Lovely to look at", alle leeft.,
2, 4.15. 7 en 9.15 uur. Palace: „Bureau zeden
politie", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor:
„Het vierde masker", 18 jaar, 2, 7 en 9.15 uur.
Lido: „Een koningin wordt gekroond", alle
leeft.. 11. 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Mon
tana Belle". 14 jaar. 2.15. 4.30. 7 en 9.15 uur.
Spaarne: „De drie piraten". 14 jaar. 2.30. 7
en 9.15 uur. Frans Hals: „De luchtslag om
Japan". 14 jaar. 2.30. 7 en 9.15 uur, Minerva:
„Het balboekje", 18 jaar, 8.15 uur.
Hoewel de officier van justitie veertien
dagen geleden wegens gebrek aan bewijs
vrijspraak eiste, heeft de Amsterdamse
rechtbank, uitspraak doende, thans de 52-
jarige J. T. B„ ambtenaar van de griffie
dezer rechtbank, ex-chef van de geliqui
deerde bijzondere griffie van het Bijzonder
Gerechtshof in Amsterdam wegens ver
duistering van f 7900, tot één jaar ge
vangenisstraf veroordeeld.
Zijn raadsman tekende onmiddellijk na
de uitspraak hoger beroep aan.
Het proces draait om een verzegelde en
veloppe met f 7900, waarvan vermoed
wordt, dat zij in 1946 door een voormalige
P.R.A.-rechercheur uit Alkmaar, op de
bijzondere griffie van het Amsterdams
Bijzonder Gerechtshof is gedeponeerd. Dit
blijkt echter uitsluitend uit de gegevens
uit Alkmaar, niet uit die van de griffie in
Amsterdam.
Dit nu leverde een grote moeilijkheid
voor het bewijs op, want juist op de plek,
waar de ontvangst van de verzegelde en
veloppe in het registratieboek der griffie
was ingeschreven, vertoonde de betrokken
bladzijde een gat.
Ter zitting verklaarde de verdachte on
schuldig te zijn. Hij zeide niet te weten,
wie deze bladzijde beschadigd had.
De officier van justitie baseerde zijn
eis tot vrijspraak op 16 Juni op het feit,
dat de schuld van verdachte niet met vol
ledige zekerheid kon worden vastgesteld.
Het totaal der baten over 1952 van de
Nederlandsche Handel Maatschappij N.V.
bedraagt f66.902.052 (v. j. f70.184.841). De
kantooronkosten waren groot f35.198.423
(f30.867.140). Deze stijging is voornamelijk
een gevolg van vele kostenelementen in In
donesië. met name van de hogere kosten
van levensonderhoud aldaar. Na diverse
vooiv.ieningen resteert een. winstsaldo van
f 8.392.063 (f9.260.334). Er wordt een dividend
van 10 pet. in contanten voorgesteld, (v. j.
12'2 pet. waarvan 10 pet. in aandelen).
Vooral de buitenkantoren, waaronder ver
staan worden de overzeese vestigingen met
uitzondering van die in Indonesië en het
agentschap te New York, hebben in mindere
mate tot de winst bijgedragen dan in 1951.
Het bankbedrijf in Indonesië handhaafde
zijn vooraanstaande positie in de financiering
van de im- en exporten en de daarmee be
haalde resultaten stemmen tot tevredenheid.
Het Nederlandse bedrijf ontwikkelde zich
normaal. Het agentschap to New York heeft
zich reeds een belangrijke plaats onder de
vestigingen verworven. Alles tezamen ge
nomen beschouwt de directie de resultaten
van 1952 als bevredigend.
Prinses Wilhelmina heeft aan de Neder
landse schilder Machiel Brandenburg, die
thans in de Kaapprovincie werkt, op
dracht gegeven, een Zuid-Afrikaans land
schap te vervaardigen vo'or haar werk
kamer. De keuze van de schilder is ge
vallen cp een landschap in Constancia,
eer. bekend wijndistrict.
Machiel Brandenburg heeft nog niet zo
lang geleden een stilleven geschilderd
van het speelgoed van Prinses Margriet.
Voor zijn vertrek naar Zuid-Afrika in
Mei van dit jaar heeft Prinses Wilhel
mina de schilder uitgenodigd voor een
bezoek aan haar atelier.
reactie is van het beleven van het lied. Wie
dergelijke impressies weet te wekken, mag
onder de ideale liedvertolkers gerekend
worden.
Minder overtuigend was het aandeel van
de pianist Hermann Reutter, die wel ac
curaat zijn partij speelde, maar geestelijk
niet los kwam van de materie. Wij hebben
dus wel een supérieure zanger gehoord,
maar niet een ideaal duo met wisselwer
kingen, die wederzijds bevruchten.
JOS. DE KLERK
(Van onze parlementaire redacteur)
De Kamer telt thans weer acht vrouwe
lijke afgevaardigden, nu gister mejuffrouw
dr. De Vink (K.V.P.), de door van het
bedanken door mr. Roolvink, vacante
plaats is komen innemen. Vandaag wordt
beslist over een verzoek van mr. Roosjen
(A.R.) de regering te mogen interpelleren
over het uitblijven van de toegezegde sala-
risverbetering voor de leraren bij het M.O.
en V.H.O. „Dal ontbrak er nog aan," zal
de voorzitter stillekens gemompeld heb
ben. Hij zag toch al met angst en beven
zijn tijdschema voor het nog vóór de
zomervacantie af te werken programma
bedreigd doordat Dinsdagmiddag heel wat
langer over slechts een paar van de vraag
punten en regeringsantwoorden inzake de
herziening van het Burgerlijk Wetboek ge
redekaveld werd. Uren gingen er mee heen,
eer de Kamer zonder hoofdelijke stem
ming accoord ging met het plan, aan
de rechter een algemene bevoegdheid toe
te kennen om een verplichting tot schade
vergoeding uit hoofde van bijzondere om
standigheden te matigen. In beginsel zagen
met prof. mr. Lemaire (KNP), zowel mr. v.
Rijckevorsel als mr. Oud (VVD) hiertegen
nogal op. Zij vonden het minder juist dat
iemand die zich aan wanprestatie van een
door hem aangegane overeenkomst schul
dig maakt, de daardoor veroorzaakte
schade niet ten volle zou hoeven te ver
goeden. Mej. mr. Zeelenberg (Arb.), die
wel erkende dat in onze ingewikkelde
samenleving zulk een matigingsbevoegd
heid onontbeerlijk is, bleek toch voor de
rekbaarheid van een dergelijke aan de
rechter toe te kennen bevoegdheid beducht
te zijn. Hiervoor bestond echter volgens
prof. Mëijers geen reden. Met de uitdruk
king „algemene bevoegdheid" had de rege
ring alleen willen kenbaar maken, dat deze
zowel zou gelden vcor schade, ontstaan
door onrechtmatige daad waartegen nie
mand zich keerde als bij nicl-nakoming
van een overeenkomst. De genoemde afge
vaardigden met hun principiële tegenwer
pingen kon hij verzekeren, dat ook de
legering uitgaat van de verplichting dat
iemand, die door zijn schuld een ander
schade berokkent, deze vergoedt. Dit is en-
blijft het uitgangspunt. Alleen: de rechter
moet, wegens bijzondere omstandigheden
liet schadebedrag kunnen matigen. Dit is
niets revoiutionnairs; wij kennen het ook
nu al in de bestaande wet en in de recht
spraak. Nu is de bedoeling niet in het
Burgerlijk Wetboek aan de rechter ten
dezen zonder meer een vrijbrief te
geven, doch veeleer het door de Kamer
aanvaarde standpunt uit te werken in een
wetstekst, die een nadere strekking van het
begrip „bijzondere omstandigheden" zal
bevatten, hetgeen dus op een deugdelijkere
regeling zal neerkomen, dan wat we thans
op dit gebied al hebben. Ons B.W. kent zelf
in bepaalde gevallen zo bijvoorbeeld in
artikel 1406 als waarderingsfactor voor
de toe te kennen schadevergoeding, de
..wederzijdse stand eft fortuin" van bena
delaar en benadeelde. Jkvr. Wttewaal van
Stoetwegen (C.H.) mocht het 1ot haar
vreugde vernemen, dat straks in het B.W.
de vertaling van die term zal luiden: „naar
draagkracht". Met verschillende belang
wekkende voorbeelden uit de praktijk
slaagde prof. Meijers er in de juistheid van
ae regeringsstelling aan te tonen.
Aldus geschiedde eveneens met het zon
der hoofdelijke stemming aanvaarde stand
punt, dat geen matiging toegelaten zal zijn,
voor zover de schuldenaar door verzekering
zijn aansprakelijkheid heeft gedekt, daar
toe verplicht, was of zodanige dekking ge
bruikelijk is. Toen mr. Oud nog als be
zwaar aanvoerde, dat verwijzing naar het
gebruik helemaal verkeerd is (want al te
veel processen zou kunnen doen ontstaan)
herinnerde de hooggeleerde er aan, dat
dusdanige verwijzing werkelijk schering en
inslag in ons contractenrecht is. Met mr.
Oud en'de zijnen wenste prof. mr. Lemaire
(KNP) hier geacht te worden, het „tegen"
te hebben laten horen.
De wet moet niet aan een ieder het recht
geven op een geldelijke tegemoetkoming
voor een hem onrechtmatig berokkend
leed, dus voor ideeële schade, maar wel
dient die tegemoetkoming gehandhaafd te
blijven in de gevallen, waarin wet en
rechtspraak haar reeds toekennen. Aan
vankelijk had mej. mr. Tendeloo (Arb.)
evenveel tegen als voor deze stelling ge
voeld, maar na een korte gedachten wisse
ling, kon zij haar, evenals de overige leden,
zonder hoofdelijke stemming aanvaarden.
Niet. slechts de nabestaanden van een
overledene, door wie zij werden onderhou
den, maar ook allen die recht hadden op
levensonderhoud door die overledene zullen
in het nieuwe B.W. tegen hem, door wiens
opzet of schuld de dood van de overledene
veroorzaakt werd, recht op vergoeding
kunnen doen gelden. En verder moet
zo wil men in het nieuwe B.W. vastleggen
bedoelde veroorzaker van de dood de
begrafeniskosten vei'goedcn.
Haarlemse véloclubanno 1883
was een der oprichters
Vandaag bestaat de A.N.W.B. 70 jaar.
Opgericht in 1883 als vereniging ter be
scherming van de belangen der veloci-
pède-rijders de eerste vorm van snel
verkeer op de weg heeft de bond zich
snel ontwikkeld tot een nationale orga
nisatie, die met ruim een kwart millioen
leden zijn zorgen uitstrekt over alle vormen
van toerisme en wegverkeer.
Van deze leden zijn er ruim 130.000
automobilist, terwijl voorts wielrijders,
motorrijders, bromfietsers, wandelaars,
watertoeristen en kampeerders in grote
getale deel uitmaken van de bond, die
zich vooral verdienstelijk maakte door het
plaatsen van wegwijzers. Nog door een
ander initiatief, dat zeven jaar geleden-
genomen werd, heeft de A.N.W.B. de er
kentelijkheid van het gemotoriseerde ver
keer verworven: de oprichting van de
Wegenwacht. Honderdtwintig gele pech-
bestrijders patrouilleren dagelijks het Ne
derlandse wegennet, terwijl 120.000 auto's
en motoren het Wegenwachtschild voeren.
Ruim 460.000 pechgevallen werden dooi
de Wegenwachten in deze zeven jaar be
handeld.
In feite heeft een toevallige ontmoeting
tussen de Kaagsche Velocipédistenclub
„De Ooievaar" en de Haarlemsche Velo
cipédistenclub in de lente van 1883 geleid
tot de oprichting van de bond.
In de serre van „Het Wapen van Fries
land" te Hillegom bespraken de Haarlem
mers en de Hagenaars de moeilijkheden,
die de ontplooiing van het velocipède-
rjjden belemmerden: de tegenwerking van
overheid en plattelandsbevolking èn het
ontbreken van behoorlijke wegen.
Daar men van oordcel was, dat alleen
in gezamenlijk verband verbetering in
deze situatie te brengen zou zijn, werd be
sloten tot het uitschrijven van een lande
lijke vergadering, waartoe alle bekende
velocipédisten-clubs in Nederland zouden
worden uitgenodigd.
Op 1 Juli vond deze druk bezochte bij
eenkomst in Utrecht plaats, waarbij werd
besloten tot oprichting van een bond, die
het wielrijdcn in Nederland zou popu
lariseren en zich voorts ten doel stelde
het toeren in Nederland te bevorderen en
uit te breiden", een devies, dat op grootse
wijze werkelijkheid is geworden.
ADVERTENTIE
HOUTRUST
OEN HAAG
Geopend v. 10-23 u.-a.s. Zondag 14-23 u
Enlrée I 1.-; Militairen en kinderen 10.50.
's Juonds in de gezellige Zuiveltuin
Donderdag: VRIJ en BLIJ
Vrijdag: TIROLER HOLZHACKER BUB'N
Zaterdag: EDDY CHRISTIANI
Maandag: DE BIETENBOUWERS
Iedere middag en
n„s. Zondagavond8AND KON M,t~ *A'EL
Wij zijn dezer dagen naar de vloot-
schouw van de marine op het IJ ge
weest. Het was een mooie zomerse
dag, de zon glinsterde in het water, dat
aan het kabbelen was geraakt door de
bedrijvigheid van wel honderden sche
pen en scheepjes en het silhouet van de
stad Amsterdam maakte er een heel
mooi plaatje van. Temidden van die
alledaagse schoonheid die zelfs in het
heldere zonlicht haar eerlijk aureool
van lichte smook behield, lagen daar de
slanke, grijze, fiere oorlogsbodems, de
kleine forse mijnenvegers, de torpe-
dobootjagers, windhonden van het zou
te water en de kruiser Tromp.
Het zag er allemaal erg vrolijk uit.
De schepen waren gepavoiseerd en zij
waren bemand met vrolijk lachende,
gebruinde matrozen en ernstige zee
officieren en elegante adelborsten met
rode kragen en ponjaarden aan lange
kettingen. Die adelborsten trokken nog
het meest de belangstelling. Zij fun
geerden als gidsen voor de burgers, die
de schepen kwamen bezoeken en er brak
menig meisjeshart op slag in tweeën.
Het was dan ook Holland op z'n best
en wij. mét zo'n groep burgers de Tromp
bezoekend, werden ook geraakt door de
Hollandse maritieme traditie die uit
alles recht tot ons hart sprak. De tradi
tie van De Ruyter en Tromp en Door
man, een traditie die heeft geleefd op
de zeven wereldzeeën en die met onbe
vlekt blazoen van strijd voor het veder-
land en vrijheid en recht kan spreken.
Wij raakten er echt van onder de in
druk. Van dat propere schip, van die
aardige royale marinemannen, van hun
correctheid, van lr- n discipline en hun
bekwaamheid. T ens onze medebe
zoekers ook. Ieder op zijn of haar eigen
manier. Een omvangrijke huismoeder
door de inrichting van de bakkerij, een
radio-enthousiast door de radar-instal
latie, een veelgeplaagde boekhouder
door het feit dat men met één kanon
vijf maal per minuut kon schieten op
iemand aan wie men het land heeft en
wij herhalen het de meisjes dooi
de adelborsten.
Wat die kanonnen betreft, daar kre-
;en wij zelfs een complete demonstra
lie mee. zij het dan met schertsgranaten.
Er werd getoond hoe vliegensvlug men
ze laden en herladen kan. Dat ging
werkelijk als de gesmeerde bliksem. De
huismoeder vond dit trouwens ook mooi
al gaf zij bezorgd te kennen, dat zij
hoopte, dat het nóóit nodig zou wezen.
Dat hoopte de adelborst ook, zei hij en
ging nog een tikje rechter staan, „maal
ais het ooit nodig zou worden, clan staan
wij ons mannetje".
Evenals de anderen keken ook wij
toen ernstig en niet zonder respect en
vertrouwen naar deze kruiser en naar
zijn bemanning, naar zijn officieren en
zijn onderofficieren en zijn adelborsten
en zijn matrozen en zijn mariniers.
Hollanders op hun best.
Op dat moment kwam er een schip
voorbij, een flinke vrachtvaarder, wel
een tikje roestig, maar dan toch een
roest, die niet met stilliggen was opge
daan. Een sterke bak van een tramp
met een paar toffe matrozen over de
railing en een „ouwe" op de brug die
ook zonder smetteloos uniform varen
kan. Zo'n schip dat z'n lading uit alle
havens van de wereld haalt met een
meester die ieder klopje van z'n oude
machine kent, en een stuurman, die on
handige brieven schrijft als: „Beste
Mien, ik maak het goed. Ik hoop. dat
jullie het ook goed maken. Je Jan". Zo'n
dierbaar schip, zoals er duizenden over
de zeven zeeën zwerven en door de
dromen van de zeemansvrouwen, die
hopen dat het een goede vaart zal heb
ben. Die ouwe tramp gaf de glanzende
Tromp een half-eerbiedig, half geamu
seerd vlaggesaluut. Hetgeen ons allemaal
een beetje vertederde, de bezoekers èn
de bemanning.
En toen zei de kanonnier, een aardige
blonde jongen, van zijn hoge zitplaats
tot zijn maat: „Even een schot onder
de waterlijn Wullem" en hij draaide
glimlachend maar gespannen aan een
wiel en de lange glanzende loop begon
te zwaaien en wees toen ineens feilloos
naar de plaats waar hij de ingewanden
van die oude tramp met één gierend
schot open had kunnen scheuren wan
neer het menens was geweest.
En daar zijn we toen ineens zo ver
schrikkelijk onpasselijk van geworden,
dat wij u niets meer over de vloot-
schouw te vertellen hebben. Behalve
clan, dat grote mensen evenmin tegen
oorlogsspeelgoed kunnen als kleine kin
deren. BOEDA
H. G. Wells, Het gezamenlijk
avontuur van mens en wereld,
dl II. Vertaald door Rob Lim
burg Servire,'s Gravenhage
Het tweede deel van Wells' Outline of
History is als historisch werk „gewoner"
dan het eerste, dat met behulp van tal van
andere wetenschappen tot de oorsprongen
van de wereld terugkeert. Dit bevat de
wereldgeschiedenis sinds de vroege Mid
deleeuwen, en is geheel op West-Europa
geconcentreerd, de bedoeling van de schrij
ver om de dingen ruimer te zien ten spijt.
Het is ook de vraag of het mogelijk en zelfs
uitvoerbaar is zonder deze concentratie'te
werk te gaan, zolang men Europeaan of
Amerikaan is; in ieder geval moet een
Chinese wereldgeschiedenis, met of zonder
communisme, er totaal anders uitzien.
Als goed-Europces product blijft dit boek
niettemin een merkwaardige getuigenis van
kennis en samenvattingsvermogen. Het is
uitstekend leesbaar als politieke-, en in de
meest algemene zin als cultuurgeschiede
nis. In meer gespecialiseerde zin komt het
op het laatste gebied niet ver; de hoofd
stukken over zulke onderwerpen als de
wetenschap en de litteratuur zijn er op de
bekende wijze aangeplakt. Om die werke
lijk in het verband te krijgen, zou een
schrijver Wells' opvattingen' over samen
hang grondiger hebben moeten verwerken,
en daarmee vrij wat van zijn zakelijk opti
misme verspeeld moeten hebben. „Er zal
nog een enorme hoeveelheid geestelijke
krachtsinspanning en gcdachtenwisseling
en opvoeding nodig zijn, en er zullen nog
vele jaren moeten verlopen of dat tien
tallen of honderdtallen zullen zijn kan
niemand zeggen eer een nieuwe orde,
ontworpen zoals men schepen of spoorwe
gen ontwerpt, zal functionneren, zoals post
of telegraaf functionneren, over het gehele
aardoppervlak." Maar wie hier zijn eigen
ideeën over heeft, kan het werk van Wells
met plezier lezen. S. M.
ADVERTENTIE
Haarlem
Het ministerie van Binnenlandse Zaken
heeft een zojuist van de pers gekomen
brochure, die aan 120.000 bedrijven en in
stellingen is toegezonden, uitgegeven, waar
in de zelfbeschermingsmaatregelen worden
genoemd, die getroffen moeten worden in
ondernemingen, bedrijven, schouwburgen,
bioscopen, scholen, inrichtingen en instel
lingen, alsmede in alle overheidsinstellin
gen en -diensten.
Aan deze bedrijfszelfbescherming zal in
vredestijd slechts minimale eisen worden
gesteld, die zich beperken tot de maatrege
len ter bescherming van personen en ter
beveiliging tegen gemeen gevaar en zich
niet zal uitstrekken tot een verdergaande
bescherming van productiemiddelen.
De maatregelen gelden afzonderlijk voor
de hoofdsteden van de provincies, de dicht
bevolkte gebieden, de industriecentra en
de streken, die een grote strategische waar
de hebben.
De maatregelen, die thans genomen die
nen te worden (voor de ondernemingen,
die in alle gebieden liggen) bestaan uit het
aanwijzen van een hoofd bedrijfszelfbe
scherming, het samenstellen van een be
schermingsplan, het regelen van de ver
houding bedrijfszelfbescherming-overheids-
organisatie, het inschakelen, respectievelijk
wei-ven van personeel voor de hulpploegen
der bedrijfszelfbeschermingsorganisatie en
het opleiden van dit personeel.
Voorts zijn er een aantal maatregelen,
die binnen een week na afkondiging van de
staat van paraatheid verwezenlijkt dienen
te worden. Deze bestaan uit: het voorkomen
van lichtuitstraling, interne waarschuwing,
de aanleg van schuilplaatsen, het ihtrusten
var. een bedrijfsbrandweer en het (voor
zover voorgeschreven) treffen van brand
preventiemaatregelen en het uitrusten van
medische- en reddingsploegen. Voor de be
drijven, die buiten de dichtbevolkte gebie
den liggen zijn deze voorschriften iets min
der streng.
Tevens adviseert het ministerie van Bin
nenlandse Zaken de leiders van de bedrij
ven de volgende maatregelen te treffen:
het regelen van wederzijdse hulpverlening
tussen aangrenzende bedrijven en eventueel
voorbereiden van een gezamenlijke be
schermingsorganisatie, het formeren en uit
rusten van pionierploegen. ordedienst en
zovoorts. het inrichten van een centrale
post, het treffen van eventuele aanvullende
maatregelen ter verhoging van de onmid
dellijke paraatheid der bedrijfszelfbescher-
mingsorganisatie en het treffen van maat
regelen ter bescherming van gebouwen,
installaties en voorraden.
Prins Bernhard beloonde hem
met de „Accolade"
Een hartelijke „accolade" (formele „om
arming" in Zuidelijke trant) van Prins
Bernhard was cle beloning van de Mexi
caanse gezant in Nederland dr. E. Sanchez
Torres toen deze gistermiddag op Ypenburg
uit een Piper Cub" van de Nationale
Luchtvaartschool stapte na zijn eerste solo
vlucht.
De prins en de oud-president van Mexi
co, generaal Miguel Aleman, die met zijn
gezin hier op vacantiereis is, waren bij
deze luchtdoop aanwezig en fungeerden als
„padrinos" (peetooms).
Tezamen met de gezant dronken zij een
glas champagne op deze eerste geslaagde
solovlucht en cle vele belangstellenden
volgden dit voorbeeld van harte.
De instructeur van de gezant, vlieger J.
Zwaan, straalde van trots toen zijn leer
ling enige rondjes draaide en een paar
uitstekende landingen maakte.
De Prins was met majoor-vlieger Són-
derman in een Fokker S-ll van Schiphol
gearriveerd.
Bij het zwemmen in de Waal te Nijme
gen is gistermiddag de dienstplichtige
sergeant H. J. M. J. Kusters uit Limbricht
verdronken. Na geruime tijd dreggen heeft"
men het stoffelijk overschot gevonden.
K. was in de Waal gaan zwemmen on
danks een juist gisterochtend door zijn
commandant uitgevaardigd verbod.