Den Haag over de consequenties
van aanvaarding EDG-verdrag
Alles hangt af van het overwicht
der Hoge Autoriteit
HARTOG
Magische trap"-puzzle
Vacamtie
Mening der regering over de K.S.G.
Ervaringen wekken vertrouwen in succes
1
Geknoei met vlees in
Dordtse fabriek
Instellingbedrijfschappen
ZATERDAG 4 JULI 1953
8
Geen overdrachtmaar slechts opdracht van de
verdedigingstaak aan supra-nationale gemeenschap
Heringa Wuthrich
Kerkelijk Nieuws
Kantoormachinehandel 1
AUTO-FINANCIERING
Noors student zag woning
voor zijn hotel aan
Engelse litteratuur
Nieuwe orgelbespelingen
De regering heeft aan de Tweede Kamer
doen toekomen de Memorie van Antwoord
op het Voox-lopige Verslag der Kamer over
het wetsontwerp tot goedkeuring van het
verdrag tot oprichting van de Europese
Defensiegemeenschap (E.D.G.).
Wij ontlenen aan dit betoog:
Opgemerkt wordt dat de aanbieding aan
de parlementen van het verdrag tot op
richting van de E.D.G. in alle zes deel
nemende landen ongeveer gelijktijdig, na
melijk omtrent de jaarwisseling 1952-1953,
heeft plaatsgevonden.
Ten gevolge van de verschillende proce
dures van behandeling in de zes betrokken
landen, kon dit niet overal gelijktijdig
worden afgedaan. Ook hebben binnen
lands-politieke omstandigheden in ver
scheidene der deelnemende landen tot uit
stel dan wel vertraging van de behande
ling van het verdrag geleid.
Onze eigen grondige parlementaire be
handelingswijze vordert meer tijd dan in
sommige andere landen voor de behande-
ADVERTENTIE
Haarlem
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
Ben je klaar voor de reis, vriend? Je
koffers al gepakt? Wil je er vooral aan
denken je warme ondergoedjes mee te
nemen? Want de man die de ramp van
1 Februari en de hittegolf van 12 Juni heeft
voorspelddie man, je weet wel
heeft voor Augustus een koudegolf in het
vooruitzicht gesteld. Vooral de stad Grave
en de Rivièra zullen getroffen worden. En
men zal kunnen schaatsen van Nice naar
Corsica. Zul je je wolletjes niet vergeten?
Wil je niet te veel meenemen? En wil je
er aan denken, dat worst, toiletpapier, sar
dines, breekijzers, jus d'orange, tandpasta
en vulpeninkt overal op de hele wereld, te
krijgen zijn? Iedere koffer meer maakt,
(met de begeerte der kruiers) de reis tien
tallen guldens duurder.
Dekens hoeft ook niet. Die hebben ze in
het buitenland in ieder hotel.
Neem voor twee weken geen twintig
boeken mee. Eén is voldoende. Om in de
hand te houden. Van het lezen komt toch
niets. Al die Musea en gebrandschilderde
ramen zijn cultuur genoeg en je krijgt er
zo'n pijn in de lendenen van, dat je blij
bent naar bed te kunnen gaan.
Wees zo verstandig en stuur de eerste
dag alle prentbriefkaarten. Dan ben je van
die obcessie af. Neem er de hele dag voor.
Voor alle zestig. En vergeet je Tante Alida
niet? Die is er heel erg op gesteld. Boven
dien heeft ze misschien een dikkere spaar
pot dan je zou verwachten.
Laat je camera thuis.
Kun je rustig wandelen, zonder al maar
aan alle mooie plekjes en hoekjes te
denken.
Bovendien zijn de Are de Triomphe, de
Champs Elysées, de Promenade des Anglais
en het Casino al eens gefotografeerd. Die
kun je zo klaar kopen. Weliswaar zonder
Jeanne, maar ook zonder haar is de Toren
van Pisa scheef.
En bewaar je je goede, ouwe, nuchtere
verstand?
Die aardige, dure meneer aan de bar is
net zo'n man als jij. Hij heeft ook zitten
uitrekenen hoeveel hij per dag nodig zou
hebben en hoe hij het veertien dagen van
dat kleine beetje zou kunnen volhouden.
Hij is geen aartshertog, geen millionnair en
geen diplomaat.
En die prachtige dame is wel prachtig
maar niet erg geheimzinnig. In het Franse
stadje, waar zij vandaan komt, is zij ge
woon Miep-van-de-bakker.
Goeie reis. Veel plezier. En rustig-an,
dan breekt het lijntje niet.
Wel bedankt voor je prentbriefkaart,
vriend.
Het ziet er mooi uit waar je zit!
Echt voor een prentbriefkaart en echt
voor jou, om zo maar rustig aan een stil en
wijd meer te zitten dromen van hoe goed
het op aarde zou kunnen zijn als iedereen
zo zat: iedereen op een balcon met marme
lade en koffie en broodjes. Dan zou er geen
communisme meer zijn. Maar er zijn twee
duizend millioen mensen op aarde en daar
om zijn er geen meren genoeg en geen bal
kons genoeg en wie zou de broodjes moe
ten bakken en de koffie moeten zetten als
iedereen op het balkon op zijn ontbijt aan
het meer zat te wachten?
Je schrijft alleen maar: „hier zitten we
zalig t.t. Willem en Dora."
Dat is geen grote correspondentie.
Maar ik begrijp dat ik een van de zestig
prentbriefkaartenkrijgers ben en dat is al
mooi genoeg: dat je aan me denkt. Aardig
van je. Je krijgt er over veertien dagen een
van mij. Met een kruisje bij het balkon
met-marmelade waar ik zit.
Als wij elkaar volgende maand weer
ontmoeten, moet je me toch eens alles
haarfijn vertellen: of het eten goed was,
of de bedden goed waren, of de bar ge
zellig was (heet de barman Willy of
Johnny?), of je tientje in het Casino
vruchtbaar is geweest, of jullie reuze
leuke mensen hebt ontmoet om mee te
bridgen, of er mooie andere-dan-Dora's
waren (als je daar tenminste op gelet hebt,
want zo ben je niet, dat weet ik wel, daar
let jij nou nooit ereis op, altijd een fijn
kereltje geweest, jij hè of niet soms?)
En mooie wandelingen gemaakt?
En wel eens tot in het holst van de nacht
in de bar gebleven en pas om één uur op
je bed gekomen, oude schalk? Zo ben je
wel. Of niet soms? Altijd voor een plezier
tje te vinden, hè? Maar alles met mate, hè?
Én de zaken voor het meisje, nietwaar? Bij
wijze van spreken.
Hier is alles oké. Die Koning is uit Siam
teruggegaan. Op Korea nog altijd homme
les. Rhee obstinaat. Straatsburg alweer
over. Kees geslaagd en Miep verloofd.
Keurig.
Zul je je verder goed amuseren, kerel?
En geef je Door een kus van ons?
En ben je voorzichtig, met al dat water
voor je deur?
Het allerbeste, tot spoedig kijks en denk
je aan de ochtendgymnastiek?
Je ELIAS.
ling van dergelijke wetsontwerpen formeel
benodigd is.
Wil de Kamer aan de gewenste gron
digheid van behandeling de hand houden,
dan lijkt het de regering aangewezen, dat
in Nederland in deze gestadig en onaf
hankelijk van het tempo van andere par
lementen worde doorgewerkt.
Het is juist, dat, als één van de grote
landen, Frankrijk of Duitsland, het ver
drag niet zouden ratificeren, ook voor Ne
derland het accepteren van de huidige op
zet voor de vorming van Europese strijd
krachten niet langer opportuun zou zijn.
Zolang echter nog geen enkele verdrags
partner zich tegen ratificatie heeft uitge
sproken, dient van de praemisse te worden
uitgegaan, dat alle deelnemende landen
zullen ratificeren.
Bij herhaling is overleg gepleegd met de
regeringen der Benelux-landen terzake
van de E.D.G. Daarbij bleek over en weer
de overtuiging te bestaan, dat de Benelux-
landen zo spoedig mogelijk het E.D.G.-
verdrag dienen te aanvaarden.
Het moet gelukkig worden geacht, dat
het mogelijk is gebleken tussen de zes
regeringen overeenstemming te bereiken
over de interpretatie van een aantal ar
tikelen, die enerzijds tegemoet komt aan
de Franse wense, anderzijds ook door de
overige verdragspartners kan worden ge
accepteerd.
Zogenaamde geheipie clausules
Van het bestaan van geheime clausules
is de regering niets bekend. Wel bestaan
er uiteraard gegevens over de toekomstige
samenstelling en sterkte van de Europese
strijdkrachten, doch het is duidelijk dat
deze niet voor publicatie in aanmerking
komen.
Afwijking van de grondwet?
Er komen in het E.D.G.-verdrag bepa
lingen voor, waarbij twijfel gewettigd blijft,
of zij niet in strijd komen met de Grond
wet, in het bijzonder met de artikelen 194
en 195 van de Grondwet, regelende de
verplichte krijgsdienst in een Nederlandse
zee- en landmacht. Deze bepalingen zou
men zo kunnen opvatten, dat zij verbieden,
een verplichte krijgsdienst in een leger van
een niet-Nederlandse krijgsmacht. Hoewel
betoogd zou kunnen wordene dat de op ba
sis van art. 9 van het E.D.G.-verdrag ter
beschikking te stellen troepen hun status
zullen behouden en dit in wezen niet af
wijkt van de terbeschikkingstelling van
troepen in het kader van een bondgenoot
schappelijke samenwerking als de N.A.
V.O., zou b.v. artikel 11 van het militaire
protocol, gehecht aan het E.D.G.-verdrag,
kunnen leiden tot een wijziging van de
status van de leden der ter beschikking
gestelde contingenten. Op die grond meent
de regering dat er aanleiding is, in dezen
de procedure van artikel 63 der Grondwet
te volgen.
De ontwikkeling van de internationale
rechtsorde in de zin van artikel 63 vordert
inderdaad een dergelijke afwijking van de
grondwet, zo deze aanwezig is.
De regering zou geen bezwaren tegen
een direct toetreden van West-Duitsland
tot de N.A.V.O. hebben ingebracht. Ook
zij acht de mogelijkheid aanwezig, dat een
toetreden van West-Duitsland tot de E.D.G.
uiteindelijk tot een opnemen van Duits
land in de N.A.V.O. zal leiden.
Het thans aan de orde zijnde verdrag
draagt het karakter van een compromis.
Inhaerent daaraan zijn de bezwaren, die
door verscheidene leden naar voren wer
den gebracht, en waarvan de juistheid in
verschillende gevallen niet of slechts ten
dele kan worden weerlegd.
Tegenover deze bezwaren staan even
wel ook zekere voordelen. In dit verband
zou de regering met vele leden willen
wijzen op de in de E.D.G. besloten moge
lijkheid tot multilaterale controle.
Voorts wordt gewezen op de noodzaak
van een rationeel en economisch gebruik
van de hulpmiddelen der deelnemende
landen bij het vormen, bewapenen en uit
rusten hunner strijdkrachten.
Tenslotte is niet te ontkennen, dat het
totstandkomen van de E.D.G. een belang
rijke bijdrage zal kunnen vormen tot het
ondernemen van verdere stappen in de
richting van Europese integratie op ander
gebied.
De regering meent dat het zogenaamde
Sovjet-Russische vredesoffensief voors
hands nog geen enkele aanleiding geeft de
militaire krachtsinspanning van Europa te
verzwakken. Zij ziet juist in een sterk en
paraat Europa een voorwaarde voor het
slagen van iedere eventuele ernstige po
ging om verbetering te brengen in de thans
nog steeds voortdurende spanningen tus
sen Oost en West.
De aanvankelijke afzijdigheid van Ne
derland heeft niet tot gevolg gehad, dat
belangrijke desiderata van ons land niet
tot hun recht zijn gekomen. Integendeel,
de regering meent er met voldoening op
te kunnen wijzen, dat juist met zeer vele
verlangens van de Nederlandse regering
in het verdrag rekening is gehouden.
„Geen verlies van souvereiniteit"
De regering is er zich van bewust dat
een parlementaire controle in enigerlei
vorm onontbeerlijk is. Deze zal echter in
de huidige constellatie grotendeels slechts
indirect kunnen worden uitgeoefend en
wel door de nationale parlementen op de
nationale vertegenwoordigers in de raad
van ministers.
De vraag of de ratificatie van het ver
drag niet de facto een einde maakt aan de
souvereiniteit van Nederland wil de re
gering ontkennend beantwoorden. Ratifi
catie van het verdrag betekent opdracht,
geen overdracht van de verdedigingstaak
aan een boven-nationale gemeenschap.
Het zuiver defensieve karakter der
E.D.G. geeft reeds aan, in welke gevallen
de strijdkrachten zullen worden aange
wend, namelijk in de gevallen van aggres-
sie, aangegeven in het verdrag en de
verschillende overeenkomsten tot het ver
lenen van wederzijde bijstand. Naar de
mening van de regering zal de E.D.G. in
werking kunnen treden, ook wanneer
nog geen gemeenschappelijk buitenlands
beleid is gevormd, aangezien voor het
gebruik van de Europese troepen in elk
geval een genoegzame gemeenschappelijke
basis aanwezig is.
Militaire aspecten
Het door vele leden gevoelde bezwaar
van verschil in samenstelling tussen E.D.
G.-divisies, en die van bondgenoten van
het Noord-Atlantisch Verdrag wordt door
de regering gedeeld. Het zou inderdaad uit
ocoooooooocooc
oooooooooooo
In nevenstaajide Memorie van Antiooord
geeft de regering enige beschouwingen
over de verhouding van het EDG-ver
drag tot de grondwet. Zij betoogt, dat er
bepalingen in voorkomen, waarbij twij
fel gewettigd blijft of zij niet in strijd
komen met de regelingen in de grond
wet en meent, dat de procedure van
artikel 63 der Grondwet gevolgd dient
te worden, hetgeen zij bij nota van wij
ziging in het ontwerp gebracht heeft.
Dit artikel 63 bevat een bepaling, welke
bij de jongste wijziging in de Grondwet
is gebracht. Indien de ontwikkeling van
de internationale rechtsorde het vor
dert, kan krachtens dit artikel in een
overeenkomst worden afgeweken van
bepalingen van de Grondwet. In zodanig
geval geschiedt de goedkeuring der
overeenkomst niet dan door een uit
spraak van de Staten-Generaal met twee
derden der uitgebrachte stemmen in elk
der kamers.
militair-technisch oogpunt de voorkeur
verdienen zo alle eenheden van de strijd
krachten der in de N.A.V.O. verenigde sta
ten van gelijke samenstelling zouden zijn.
Dit ideaal is echter ook in de N.A.V.O. niet
bereikt.
Hoewel de huidige opbouwplannen van
de Nederlandse landstrijdkrachten zijn
ontworpen, zonder dat rekening is gehou
den met de mogelijkheid dat Nederland
zou toetreden tot de E.D.G., vormt dit toch
geen beletsel voor deze toetreding.
Territoriale verdediging
Ingeval het eigen territoir door oorlogs
handelingen binnen het operationeel ge
bied komt te liggen, zullen de daar gesta-
tionneerde territoriale eenheden onder de
operationele bevelen worden gesteld van
de betrokken N.A.V.O.-bevelhebber.
Zo nodig zullen bepaalde eenheden met
eenheden van andere nationaliteit worden
samengevoegd.
De regering onderschrijft de mening,
dat het voor de continuïteit der geïnte
greerde eenheden onvermijdelijk is, dat
de duur var. verblijf in werkelijke dienst
voor eerste oefening vroeger of later wordt
geünificeerd.
Ten aanzien van de mobilisatie
merkt de regering op, dat zolang de
buitenlandse politiek der deelnemende
staten afzonderlijk wordt gevoerd en
niet is opgedragen aan een met beslis
singsmacht bekleed supra-nationaal
orgaan een beslissing over de mobi-
li latie een in wezen politiek besluit
voorshands formeel voorbehouden
dient te blijven aan de deelnemende
staten.
Financiële bijdrage
Naar de mening van de regering zal
ieder nationaal parlement in vrijheid over
de nationale bijdrage, zoals deze in de door
de raad vastgestelde begroting is vervat,
kunnen beslissen.
Aan het voorziene stelsel van bijdragen
zijn bezwaren verbonden, maar de tijd is
nog niet rijp dit stelsel te vervangen door
financiering van de E.D.G. door middel
van gemeenschapsbelastingen.
De regering erkent dat er inderdaad
grond kan bestaan voor de vrees, dat een
uniform bezoldigingssysteem mogelijk
zou kunnen leiden tot een optrekken van
nationale salarissen. Deze aangelegenheid
blijft haar volle aandacht houden.
Economische aspecten
Wat de aanvaarding van dit verdrag
voor de economie van het land betekent, is
moeilijk te overzien.
Neemt men in aanmerking, dat o.a. de
totale militaire markt in de E.D.G. mak
kelijker toegankelijk zal zijn voor de
Nederlandse industrie, dan thans, dan
meent de regering te mogen verwachten,
dat het E.D.G.-verdrag voor de Neder
landse economie in het algemeen gunstige
aspecten inhoudt.
Inschakeling bedrijfsleven
De critiek volgens welke het bedrijfs
leven slechts zijdelings bij de bespre
kingen is betrokken geweest, is niet ge
heel gerechtvaardigd. Waar de belangen
van het bedrijfsleven reeds in dat stadium
direct in het geding kwamen, is regelmatig
contact onderhouden met de betrokken be
drijfstakken. De regering geeft gaarne de
verzekering, dat zij deze procedure ook in
den vervolge zal voortzetten.
Aan het strand ie Ostia bij Rome heeft men
een soort surrealistisch bouwwerk voor
duikplanken opgetrokken. Machtige trap
pen leiden naar de springplanken, die het
de zwemmers mogelijk maken van flinke
hoogte in het water van de Middellandse
Zee te plonzen.
Ned. Herv. kerk
Beroepen te Bergum (toez.), (2e pred.-
plaats), H. Altena te Hindelopen.
Aangenomen de benoeming tot vicaris
te Harfsen, A. J. Plug, cand. te Hattem.
Bedankt voor Oldebroek (toez.) J. v.
Sliedregt te Ede.
Geref. kerken
Aangenomen naar Rotterdam, Joh. P.
Boer te Zwartebroek.
Examens. De classis Rotterdam heeft
geëxamineerd en beroepbaar verklaard de
heer L. F. A. Büttieher te Rotterdam,
cand. aan de Theol. Hogeschool te Kam
pen. Tweetal te Visvliet C. W. de Rui
ter, cand. te Nijmegen en H. J. Lugtigheid,
id. te Zwolle.
Geref. kerken onderh. art. 31 K.O.
Examens. Aan de Theol. Hogeschool
te Kampen geslaagd voor het prop. exa
men de heer K. R. Veenhof te Kampen.
Doopsgez. Broederschap
Beroepen te Surhuisterveen, A. Zwar
tendijk, prop. te Aalsmeer, die dit beroep
ook aannam.
Geref. gemeenten
Tweetal te Scherpenisse, M. Heerschap
te Wageningen en A. E. Honkoop, cand. te
's-Gravenhage. Te Woerden, M. Blok
te Rotterdam-c. en A. F. Honkoop,
cand. te 's-Gravenhage.
Beroepen te Meliskerke en te Tholen,
A. F. Honkoop, cand. te 's-Gravenhage.
Bedankt voor Dordrecht J. W. Kersten
te Genemuiden.
ADVERTENTIE
Schoterwcg 122 Haarlem
- Tel.
12681
ADDO-X TELMACHINES
De minister van Economische Zaken
heeft aan de Tweede Kamer een nota ge
zonden inzake de nieuwe ontwikkelingen
binnen de Europese Gemeenschap voor
Kolen en Staal.
In de nota geeft de minister een beeld
van de ontwikkeling van de Europese Ge
meenschap voor Kolen en Staal en belicht
hij voor zover mogelijk de consequenties
voor Nederland.
In een slotbeschouwing geeft de nota
een samenvatting van de economische ge
volgen van de werking van de gemeen
schap, voor zover die thans kunnen wor
den overzien, wordt de aandacht gevraagd
voor de betekenis van de overdracht van
nationale bevoegdheden aan de gemeen
schap en worden enige indrukken gegeven
over de wijze waarop zij tot dusver heeft
gewerkt.
Kolen
In de overgangsbepalingen van het ver
drag is voorzien, dat uit het fonds voor de
prijsaanpassing, dat bestemd is de aanpas
sing van de Belgische kolenmijnindustrie
aan de gemeenschappelijke markt te ver
gemakkelijken, extra vergoedingen kunnen
worden gegeven voor die uitvoeren van
Belgische kolen, die door dé'Hoge Autori
teit noodzakelijk worden geacht voor de
voorziening in de behoefte van de andere
landen der gemeenschap. De extra ver
goeding kan 80 bedragen van het ver
schil tussen de prijs die franco plaats van
bestemming moet worden betaald voor
kolen uit die landen en kolen uit België.
De minister heeft daarom aan de Hoge
Autoriteit verzocht te bepalen, dat met
ingang van 1 April aan het Nederlandse
brandstoffen-egalisatiefonds 80 zal wor
den vergoed van het verschil tussen de
prijs, die voor Belgische kolen franco plaats
van bestemming moet worden betaald en
de prijs voor soortgelijke kolen, geleverd
uit andere delen van de gemeenschap. Het
antwoord, dat de Hoge Autoriteit op dit
verzoek gegeven heeft, is naar het aan
vankelijke oordeel van de minister weinig
bevredigend. Hij heeft inmiddels stappen
ondernomen de Hoge Autoriteit tot een
ander standpunt te brengen.
Over het geheel genomen zijn de kosten
van import van kolen uit de landen der
gemeenschap gedaald.
Zeker is dat de kolensituatie in het al
gemeen ruimer wordt, waardoor de prijzen
een dalende tendens zullen gaan vertonen.
Een belangrijke factor in dit verband
vormt ook de vraag, in hoeverre de Hoge
Autoriteit in staat zal zijn de concurrentie
op de gemeenschappelijke markt voor kolen
te stimuleren.
Staal
De minister verheelt zich niet, dat blij
kens de ontwikkeling in de laatste decen
nia het streven van de staalindustrieën er
eerder op gericht was de vrije concurrentie
door onderlinge afspraken uit te sluiten
dan om deze te gebruiken. In dit licht valt
ook de ongerustheid te verklaren, die in
verschillende kringen, mede naar aanlei
ding van de onlangs tot stand gekomen
prijsafspraak met betrekking tot de export
naar landen buiten de gemeenschap, tot
uiting is gekomen aangaande de kartel-
lisering in de staalindustrie.
Mocht dit inderdaad een symptoom zijn
van een algemeen streven in deze richting
en zou het tenslotte niet meer de Hoge
Autoriteit maar de staalindustrie zijn die
de regels zou gaan stellen, welke de staal-
markt in de deelnemende staten beheer
sen, dan zou de minister aarzelt niet
het uit te spreken de Europese gemeen
schap voor kolen en staal een mislukking
zijn geworden. Hij is evenwel overtuigd
van de vaste wil van de Hoge Autoriteit
om ten deze de bepalingen van het verdrag
te verwezenlijken.
De regering zal de ontwikkelingen in de
gemeenschap nauwlettend blijven volgen
en zij zal uiteraard niet aarzelen met de
middelen die het verdrag haar ter be
schikking stelt op te komen tegen ieder
handelen of nalaten, dat in strijd is met de
letter of de geest van het verdrag, of dat
zonder noodzaak afbreuk doet aan de na
tionale belangen.
De tot dusver met de Hoge Autoriteit
opgedane ervaringen ten aanzien van de
uitvoering harer taken acht de minister
intussen in het algemeen bemoedigend.
De indruk, dat de Hoge Autoriteit beant
woordt aan de eisen, waaraan een goed
bestuur moet voldoen, wettigt het ver
trouwen, dat zij de gestelde taken naar
behoren zal volbrengen. Dit houdt intussen
niet in dat er niets meer te wensen zou
zijn overgebleven.
De Nederlandse regering ziet dan ook de
verdere ontwikkeling van de Europese
Gemeenschap voor Kolen en Staal met
vertrouwen tegemoet.
ADVERTENTIE
FRANS VAM DAAIEN - ASSURANTIËN
(ODEWIJK .VAN DETSSEUAAM l»i/- HAARLEM - TEL 24414
99
Zoals wij eigenlijk wel verwacht haddden, is het kryptogram
van de vorige week de meeste lezers te gortig geweest:
krijgen wij normaliter ettelijke honderden oplossingen binnen,
ditmaal liep de totale oogst nog niet eens in de
drie cijfers, waarvan slechts een klein percen
tage geheel foutloos was. Daarom deze keer ter
compensatie eens een viervoudig magisch vier
kant, dat wel niemand hoofd
brekens zal kosten.
9
/o
9
De oplossing van het
kryptogram was: Hori
zontaal: 1 bode, 4 doch,
7 aas (hier hebben wij
ook „tal" goed gere
kend), 8 tong, 10 Oder,
12 Urk, 13 dra, 14 Ida,
15 week, 17 sneu, 18
netelig, 21 beukt, 22 sabel, 25 ont
leen, 28 toss, 30 Tina, 33 aha, 34 sof,
35 meel, 36 Sjef, 37 Ina, 38 naak,
39 asje.
Verticaal: 1 Betuwe, 2 dunken, 3
makreel, 5 onding, 6 heraut, 9 ore, 11 Ede,
19 rem, 20 tem, 23 althans, 24 atomen, 25
ossewa, 26 nisjes, 27 saffie, 29 one, 31 noë.
/O
a
'3
1. Toespraak.
2. Plaats in Noordholland.
3. Nevel.
4. Ondervinding.
Ti
/Z
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
Bolvormig.
Kruistitel
Uitgaaf (Eng.).
Halfbloed.
Rivier in
Duitsland.
Gewoon.
Zangstuk.
Opera.
Weg met
bomen.
WINNAARS VORIGE PUZZLE:
1. E. C. JanseKoevoets,
Anslijnstraat 51, Haarlem 7.50.
2. T. de Graaff,
Bosboom Toussaintlaan 13, Heem
stede. 5.
3. C. P. v. d. Bosch,
J. P. Coenstraat 6, IJmuiden. 2.50
Een Noorse student had Vrijdagavond in
Groningen samen met enkele andere Noren
een aardige fuif gehad. Het resultaat was,
dat hij na afloop op weg naar zijn hotel
de kluts en de weg kwijt raakte. Hij pas
seerde een woning, waarvan een raam
open stond. Denkend dat hij reeds bij zijn
hotel gearriveerd was, klom hij het raam
binnen en legde zich op de grond naast
een bed, niet begrijpend waarom dit reeds
werd beslapen. Op zeker moment schijnt
hij het koud gekregen te hebben, waarom
hij aan de dekens trok, die op het bed la
gen. Een gil volgde, waardoor de Noor zich
realiseerde dat hij verkeerd was. Hij sprong
het raam uit en zette het op een lopen.
De politie trof hem later in een zijstraat.
Zij nam het geval nogal sportief op en
bracht de Noor naar zijn hötel terug, waar
hij spoedig in diepe rust verzonken lag.
Zijn pijp vond zij later terug in de kamer.
De Dordtse recherche is overgegaan tot
de arrestatie van twee Sliêdrechtenaren,
beide firmanten van een vleeswarenfabriek,
die gevestigd is op het terrein van de ge
meentelijke slachtplaats in Dordrecht. Ook
is aangehouden een Dordtenaar die be
drijfsleider van deze fabriek is. Zij worden
er van verdacht, voorwaardelijk goedge
keurd vlees, dat bestemd was om na steri
lisatie in hun fabriek te worden verwerkt,
tot worst en andere vleeswaren, in de han
del te hebben gebracht in hun slagerijen
te Sliedrecht en Zwijndrecht. De Dordtse
politie stelt op het ogenblik een uitgebreid
onderzoek in.
De Sociaal-Economische Raad heeft in
zijn laatste vergadering voor het zomer-
recès het advies tot instelling van een be
drijfschap voor het schoenherstellers-, het
maatschoenmakers- en het orthopaedisch
schoenmakersbedrijf goedgekeurd. Zes le
den stemden tegen.
Ook het advies tot instelling van een be
drijfschap voor de détailhandel in sterk-
alcoholische dranken en wijnen leidde tot
een uitgebreide discussie. Het werd ten
slotte in stemming gebracht en aangenomen
met 20 tegen 14 stemmen.
Zonder hoofdelijke stemming werd ten
slotte goedgekeurd het advies tot instelling
van een bedrijfschap voor het slagersbe-
drijf.
Cyril Connolly, Ideas and Places -
Wcidenfeld and Nicolson, Londen.
„Hoe meer boeken wij lezen, hoe eerder
wij zien dat de ware functie van een schrij
ver is het voortbrengen van een meesterwerk,
en dat geen andere taak van enige betekenis
is", zo begint The Unquiet Grave, Cyril
Connolly's onverdraaglijke en magnifieke
boekje van gedachten en verbeeldingen. Zijn
klacht over zichzelf is, dat hij hel meester
werk niet geleverd heeft en het ook nooit
leveren zal, maar die voldoet niet als een
verklaring van zijn gevoel van mislukking.
Duizenden hebben het uitblijven van zo'n
product lichter opgenomen, althans zijn geen
Connollys geworden. Daar moet tegenover
gesteld worden, dat weinigen van hen er zo
na aan toe geweest zullen zijn. Beter dan
Connolly, duidelijker en krachtiger en sug
gestiever, kan men niet wensen te schrijven;
maar in plaats van het uiteindelijke meester
schap is er het beklemmende gevoel van
falen, dat zich voortdurend aan de lezer
meedeelt en dat het gebruik van het woord
onverdraaglijk rechtvaardigd, zelfs al kan
men er tenslotte toch nog wel tegen.
„Our local expert in self-dislike", noemde
een Engelse criticus Connolly een maand of
wat geleden voor de B.B.C. in een bespre
king van Arthur Koestler's autobiografie.
Koestler's „zelf-afkeer" werd toen geweten
aan zijn ballingschap, die het hem onmoge
lijk maakte iets in zichzelf zonder vragen
te aanvaarden; zo kan men Connolly ook een
balling noemen, maar geen ruimtelijke: des
noods kan men zeggen dat hij uit de 18e
eeuw verjaagd is, als men er bij bedenkt
dat de 18e eeuw die hem na aan het hart
ligt een privé-eeuw van hem is. Het is dan
ook beter te zeggen dat hij verbannen is
binnen zijn eigen verbeelding; aan het leven
zoals het zich aan hem aanbiedt kan hij niet
raken, en daar schrijft hij ook niet over.
Hoe afschuwlijk moet het leven zijn van hen
die niet geheel in de verbeelding leven, zegt
hij ergens; alsof niet pas in de verbeelding
is de vraag naar het al of niet afschuwlijke
gesteld wordt.
Het is onder deze omstandigheden niet
verwonderlijk als Connolly in het voorwoord
tot Ideas and Places dat hij zich soms heeft
afgevraagd of zijn sombere beschouwingen
over de positie van de litteratuur in Engeland
wel enige overeenstemming vertoonden met
de feitelijke situatie; en bijna roerend dat
zijn boek een complete verzameling antwoor
den bevat van Engelse schrijvers op een
enquête inzake het zeer concrete onderwerp
van hun financiële toestand en wat daaraan
te doen is. Hoewel die antwoorden een trieste
indruk nalaten, is de stemming ervan totaal
anders dan de boze-droomalmosfeer van
Connolly's eigen beschrijving. (Dylan Tho
mas: Hoeveel geld een schrijver nodig heeft
hangt er, zoals vanzelf spreekt, van af hoe
veel hij wil kopen; Connolly: Ik heb het ge
voel dat onze enquête nog maar één of twee
uiterlijke symptomen aan het licht heeft ge
bracht van de gecompliceerde ziekte van
onze cultuur en onze tijd).
Niettemin bevat Ideas and Places stukken
die briljant gedacht en geschreven zijn. Het
gaat niet over Connolly's persoonlijke pro
blemen; de stukken zijn voor het merendeel
artikelen uit zijn maandblad Horizon, dat in
1939 is opgericht en het tien jaar heeft uit
gehouden. Zijn ervaringen met dit blad
rechtvaardigen zijn somberheid wel eniger
mate. Dat het enige litteraire tijdschrift in
Engeland nooit 10.000 abonné's heeft gehad,
en na de oorlog zelfs een niet al te veel
lager gelegen cijfer alleen kon behalen dank
zij toenemende belangstelling in Amerika,
is vrij treurig; als belangwekkende bijzon
derheid kan vermeld worden dat de univer
siteitsstad Cambridge 12 exemplaren per
nummer afnam. Deze toestand schokte Con
nolly. overtuigd niet zozeer van zichzelf als
van de kwaliteit van wat hij in Horizon
publiceerde, alleen in zoverre dat zij hem
bewees dat het slecht gesteld was met het
Engels lezende publiek; van tijd tot tijd
zette hij daarom zijn lezers, en nog meer
zijn niet-lezers, krachtig op hun plaats. Een
speciaal hard woord had hij dan voor de
auteurs van afgewezen bijdragen; die schrijft
hij allen bijzonder giftige gevoelens toe.
Deze tirades tegen de lezers zijn lang niet
slecht, maar zij worden overtroffen door de
minder persoonlijke uitbarstingen over het
na-oorlogse Engeland. „Londen, nu de groot
ste. verdrietigste en vieste der grote steden
met zijn kilometers ongeschilderde half-
bewoonde huizen, zijn vleesloze restaurants,
zijn bierloze café'szijn dandies in bal
lingschap, zijn antiek in Amerika, onder
een voortdurend lage wolkenlucht, grauw
als een pannedeksel." In enige gevallen ko
men uit zulke stemmingen uitvoerige fan
tasieën voort, zoals het verhaal van een denk
beeldige jonge Amerikaanse auteur die voor
het eerst in Londen komt, en een droom over
een Amerikaanse millionnair die zich het lot
van de litteraire critici gaat aantrekken.
In het eerste van deze twee stukken wordt
het feit dat bijna alle Engelse auteurs tegen
woordig uilgevers of redacteuren zijn vervat
in het merkwaardige beeld „De koe bedient
in de melkwinkel".
Intussen is het boek niet geheel op deze
manier gevuld. Er is een aantal beknopte
reisverslagen, waarvan vooral dat over
Amerika zo al geen meesterwerk, dan toch
een meesterlijk stuk proza is. Er zijn ver
der een paar critische artikelen, een over
het surrealisme en een over het elegische
temperament, die Connolly op zijn allerbest
laten lezen, enthousiast en kristalhelder, op
het terrein waar hij, anders dan in het Britse
openbare leven, een dominerende figuur is.
Deze stukken zouden in een met meer litte
rair purisme samengestelde bundel horen te
staan, als het niet was dat Ideas and Places
zoals het nu is juist een goede indruk geeft
van Connolly in zijn Horizon-tijd; het zou
jammer zijn als men hier niet kon zien uit
naam waarvan hij eigenlijk critiseert, en
hoeveel recht van spreken hij wel heeft. Het
boek is niet geschikt voor hen die alles wat
gedrukt staat letterlijk opvatten, en die na
lezing het leven niet langer de inspanning
waard zullen achten; voor anderen wordt een
lichte besmetting meer dan ongedaan ge
maakt. s. M.
ADVERTENTIE
Uitslag prijsvraag
Nutricia-Koffieinelk
(Flora-tentoonstelling)
Antwoord 1; Het aantal flesjes Is 704
Antwoord 2: Het vetgehalte van
Nutricla-Koffiemelk is 10o/0
Hoofdpryswinnares:
Mej. L. M. v. d. Wel
Kerkstraat 5 - Strijen
Aan deze, alsmede aan alle
overige prijswinnaars zijn de
prijzen inmiddels toegezonden.
Ook de volgende week hebben er bespe
lingen plaats op het Flentrop-orgel in de
Brouwerskapel van de Grote Kerk. Een bij
zonder programma werken van de Ame
rikaanse componisten Seth Bingham, Ri
chard Donovan, Philip James, Walther
Piston, Edmund Haines en Leo Sowerby
kan men op Dinsdagmiddag 7 Juli be
luisteren. Het wordt uitgevoerd door Will
Abraham, stadsorganist te 's-Gravenhage.
Maandagmiddag vertolkt W. van der
Born uit Renkum composities van Swee-
linck, Buxtehude, Bach, Bijster en anderen.
Op Woensdag 8 Juli kan men luisteren naar
de- Heemsteedse organist A. G. M. Nelissen,