Scherpe tegenstellingen met slechts
één uur vliegen ertussen
1000 BLOUSES
JERSEY PAKKEN
MAGGI' KIPPENBOUILLONSOEP
halve prijzen
van 30 tot 50
Agenda voor
Haarlem
Ram Gopal toont staalkaart
van Indiase danskunst
Een ding
van niets
voor pi m.
gulden reductie
REIS NAAR DE WEST
DE GROOT
Tweede Technische
Hogeschool
Twee doden bij
autobotsing te Weert
Holland
Festival
Onderofficieren namen
steekpenningen aan
Geen straf voor
schipper Klinkenberg
3
Vragen over zaak-Fonteijn
EERSTE KAMER
Haantje de Voorste!
„Post Boy" op een klip
Vaste brandstof voor
de scheepvaart vrij
DONDERDAG 9 JULI 1953
(Van onze speciale verslaggever)
CURASAO, Juni 1953 Wat heeft West-Indië aan ons, Europese Nederlanders? En
wat voor belang- hebben wij zelf erbij, om nauwe betrekkingen te blijven onderhou
den met Suriname en de Antillen? Ziehier twee vragen, die herhaaldelijk zullen
rijzen in de serie artikelen over de West, waarvan het eerste hier volgt. Het zijn een
paar nuchtere vragen en ook de antwoorden, die ik tijdens deze reis hoop te vinden,
moeten zo concreet en nuchter mogelijk zijn. Men moet echter niet vergeten, dat
deze antwoorden gevonden moeten worden in een deel van de wereld, waar Zuidelijk
temperament en sterke emotie tot de realiteit behoren. Wie nuchter over dezge
gebieden wil schrijven, moet daarom oog hebben voor acties en reacties, die hier voor
een deel de houding en de sympathie bepalen van de plaatselijke bevolkingen. Dat
verschil in temperament tussen ons, zakelijke, verstandelijke Europeanen en de
gepassioneerder bevolkingen van Suriname en de Antillen, maakt wederzijds begrip
wel eens moeilijk. Maar komt dat begrip tot stand en vinden die twee werelden elkaar
op een of andere manier, dan kan er een samenwerking ontstaan, die heel wat boeien
der en levendiger is, dan om nu maar een voorbeeld te noemen de samenwer
king tussen een Zeeuw en een Fries.
Stad van ruw en rumba's
Voor uw correspondent, die c.eze verken
ningstocht gaat ondernemen, is de sfeer
hier wel heel anders dan de civilisatie van
Noord-Amerika. Wat een verschil reeds
wanneer men het ultra-moderne breed-
stratige Miami, Amerika's uiterste Zuid-
Oostpunt, vergelijkt met Havanna, de
hoofdstad van Cuba. De twee steden liggen
slechts een uur vliegen van elkaar af. Maar
ondanks alle amerikanisatie op Cuba:
Welk een tegenstelling! In de oude delen
van Havanna zijn de straatjes smal en
bochtig, de Spaans sprekende bevolking
leeft er met ramen en deuren wijd open en
neemt er geen aanstoot aan wanneer de
voorbijgangers naar binnen kijken. Daar
voor bestaat sedert kort een heel geldige
reden. De televisie heeft ook Havanna ver
overd en in de smalle straatjes ziet men nu
overal groepjes mensen, die heel gemoede
reerd naar het televisietoestel van anderen
staan te kijken.
Het zou onsportief gevonden worden,
om het toestel zo op te stellen, dat
de buitenstaanders niets konden zien. Wie
wil kan in Havanna als een Amerikaan
leven in luxe hotels of fraaie flatgebouwen.
De stad ontwikkelt en moderniseert zich
verbazendwekkend snel. Maar zolang ze
nog niet gesloopt zijn, die oude wijken, lijkt
het mij toch aantrekkelijker, hier in een
wat ouder hotel te logeren en te gaan eten
in een eethuisje, waar helemaal geen tou-
risten komen. Havanna is, behalve om zijn
sigaren, zijn rum en zijn rumba's, bekend
om zijn vis. Kreeft en rijst zijn er niet duur
en als je ze „langosto" en „arroz" hoort
noemen, smaken ze nog beter.
Schoon schip
Met vliegtuigen van een uitstekende
maatschappij was ik van Washington naar
Havanna gekomen. Maar toen ik mijn tocht
zou voortzei ten met de Kralendijk van de
KLM, viel het me toch op, dat dit toestel
er zo voortreffelijk onderhouden uitzag.
Het is natuurlijk niet erg belangrijk of de
metalen vleugels glanzen als zilver, maar
het getuigt toch van de zorg en het lijkt wel
ur ue Tracutie van het kraakheldere Hol
landse schip door onze luchtvaarders is
overgenomen. Mèt nog een andere traditie:
de goede keuken. Alweer geen woord
kwaad over de Amerikaanse maatschappij
maar de KLM die weliswaar minder
cellophaan om bestek en spijzen wikkelt
verzorgt haar passagiers toch wel extra
goed.
Zonder de KLM zou het niet mogelijk
zijn in zes weken èn Paramaribo te bezoe
ken in het Surinaamse land van oerwou
den en brede stromen èn de Nederland
se Antillen vijf en een halve eiland in
de Caraïbische zee. Ik zal nu maar niet
vervallen in een afgesleten beeldspraak
over die eilanden en ze „parelen" gaan noe-
ADVERTENTIE
op merken welke wij niet meer
verkopen.
Restanten Zomerjumpers
spotprijzen
GROTE HOUTSTR. 98 - HAARLEM
DONDERDAG 9 JULI
Zuiderkapcl: Lezing ds E. Reescr, 8 uur.
Palace: „Bureau zedenpolitie ,18 ji., i en
9 15 uur- Luxor: „Verraad 18 ]i\, op het
toneel Burlisto, 7 en 9.15 u. Lido: „De wrede
zee", 14 jaar, 6.50 en 9.15 uur. City. „Een
koningin'wordt gekroond", alle leeft., 7 en
9.15 uur. Spaarne: „Diepzeeduikers 14 jr,
7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Manina", 14 jr.,
7 en 9 15 uur. Rembrandt: „Sommarlek", 18
jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Night, and
day" 18 jaar, 8.15 uur. Miniatuurspoorweg-
ïentoonstelling 13.30-17.30 en 19-21.30 uur
Got 22 Juli).
VRIJDAG 10 JULI
Bioscopen: Nieuwe programma's.
men. Maar al of
geen parelen, zon
der het snoer van
de KLM zouden ze
heel wat losser van
elkaar zijn dan
thans.
Mijn programma
is: eerst een dag of
tien naar Surina
me, dan negen da
gen Curasao met
een week-end op
Bonaire. Daarna
een vlucht naar Si.
Maarten (dat voor
de helft aan Frank
rijk behoort) en
vandaar per zeil
jacht naar Sint
Eustatius en Saba.
Het drietal waar
van de naam
met een S begint
Onze correspondent te Washington, dr.
P. G. J. Korteweg, maakt een reis van
ongeveer zes weken door de West
dat ook voor de oorlog door hem be
zocht werd om onze lezers in een
reeks van artikelen in te lichten omtrent
onze verplichtingen en onze belangen
aldaar. In zijn eerste oriënterende
bijdrage zet hij zijn programma nader
uiteen.
St. Maarten, St. Eustatius en Saba
noemt men de Bovenwindse eilanden. Ze
zijn klein, worden weinig bezocht en zijn
daardoor extra aantrekkelijk. Daarna gaat
de tocht terug naar het laatste eiland van
de ABC-groep, namelijk Aruba, dat evenals
Bonaire en Curagao tot de Benedcmvindste
eilanden behoort.
Het Tweede Kamerlid de heer Vermeer
(P.v.d.A.) heeft aan de minister van Marine
schriftelijk de volgende vragen gesteld:
1. Is het juist dat van de zijde van het
departement van Marine in de jaren 1949
of 1950 aan de officier van justitie te Am
sterdam is bericht, dat het dossier van de
sergeant-konstabel A. Fonteijn niet verder
kon worden aangevuld, onder de moti
vering, dat een groot deel van deze stuk
ken is verloren gegaan door oorlogshan
delingen?
2. Is het juist, dat de centrale raad van
beroep in het bezit van deze stukken was
en dat deze in de loop van het jaar 1951 of
1952 aan het ministerie van Marine zijn
teruggezonden?
3. Is het juist, dat deze stukken ten de-
partemente zijn vernietigd, omdat zij meer
dan 15 jaar oud waren?
4. Indien vraag 3 bevestigend moet wor
den beantwoord, kan de minister dan ver
klaren hoe het mogelijk is, dat stukken, die
aanvankelijk als vermist werden opgegeven
en die later toch aanwezig bleken, werden
vernietigd, terwijl de zaak, waarop deze
stukken betrekking hadden, nog aanhangig
was?
5. Indien uit het antwoord op de hiervoor
gestelde vragen zou komen vast te staan,
dat de betreffende stukken ten departe-
mente zijn vernietigd, kan de minister dan
mededelen op welke wijze hij denkt te
voorkomen, dat uit dit feit voor de betrok
ken sergeant-konstabel nadelige gevolgen
voortvloeien?
De heer Vermeer heeft ook nog gevraagd:
„Is het juist, dat bij het dokken na de
proefvaarten van de kruisers ,.De Ruyter"
en „De Zeven Provinciën" gebleken is, dat
zich aan de achterslevens onder de water
lijn. ondeugdelijk gietwerk bevindt?
Kan de minister mededelen op welke
wijze dit gietwerk vóór dat het werd aan
gebracht is beproefd en waarom van de
thans geconstateerde ondeugdelijkheid op
dat moment niet is gebleken?
De Eerste Kamer, heeft het wetsontwerp
dat beoogt de stichting van een tweede
technische hogeschool mogelijk te maken,
zonder hoofdelijke stemming aangenomen
met aantekening van het „tegen" der CPN-
fractie.
Bij de discussie over dit wetsontwerp
heeft prof. Sche r m erhorn (P. v. d.
A.) onder meer gesproken over de bezetting
der leerstoelen. Het was voor hem een
open vraag of men in Nederland twee
technische hogescholen kan bezetten met
personen van het kaliber dat men daar
graag ziet.
Men kan een hogeschool niet in hoofd
zaak drijven met buitengewone leerkrach
ten. Ten minste de helft der docenten moet
vast aan de hogeschool verbonden zijn. De
noodzaak van de tweede technische hoge
school wordt algemeen afgeleid uit de in
dustrialisatie, maar prof. Schermerhorn
ontkende dat er een causaal verband be
staat tussen het aanbod van ingenieurs en
de capaciteit van de industrie. Hij zei
voorts dat de zuigkracht van Delft thans
kennelijk niet voldoende is om een redelijk
aantal ingenieurs voor de industrie te
leveren. Het gevaar dat de hogeschool thans
in hoge mate bedreigt is de ontpersoonlij-
k:ng en de massaficatie. De student dreigt
een nummer te worden en de docent een
bedienaar van de examenmachine.
Op deze grond was prof. Schermerhorn
voor kleinere hoge scholen, voor decentra
lisatie van het technisch hoger onderwijs
en daarom voorstander van een tweede
hogeschool naast die van Delft.
Minister Cals was het met prof.
Schermerhorn eens dat geen rechtstreeks
verband bestaat tussen het aantal inge
nieurs en de opnamecapaciteit van de in
dustrie. Ook hij zag de gevaren van massi
ficatie en ontpersoonlijking die grote hoge
scholen met zich meebrengen.
Wat betreft de plaats der tweede tech
nische hogeschool meent de minister, dat
de regering af mag gaan op de duidelijke
uitspraak der Tweede Kamer en Eindhoven
als standplaats zal moeten handhaven. Hij
zal er voor ijveren, dat de helft van het
aantal hoogleraren als vaste docenten aan
cle hogeschool verbonden zal zijn.
Op de Eindhovenseweg bij Weert is gis
teravond omstreeks acht uur een auto
ongeval gebeurd, dat aan twee mensen
het leven heeft gekost. Een derde werd
zwaar gewond.
Uit de richhling Eindhoven kwam een
uit Sittard afkomstige personenauto, waar
in alleen de bestuurder was gezeten. Deze
wilde een boerenkar passeren juist toen uit
de richting Weert ee.i andere personen
auto kwam, waarin een dame en eer. heer
zaten. De beide wagens botsten tegen el
kaar en de uit de richting Eindhoven ko
oiende wagen werd geheel vernield.
De bestuurder van de auto, die uit de
richhting Eindhoven kwam, was op slag
dood. Het was de 20-jarige H. J. Boels uit
Sittard. Dc tegenligger werd bestuurd dooi
de heer II. W. Blok uit Rotterdam. De heer
Blok werd ernstig gewond in het ziekenhuis
opgenomen. Zijn toestand is zorgwekkend.
Zijn echtgenote was op slag dood.
Ram Gopal, die met een klein gezelschap
van Indiase dansers en musici gedurende
de rest van deze maand een toumée door
ons land maakt, is stellig één van de be
langrijkste propagandisten voor de kunst
van zijn vaderland, speciaal voor de Hin-
doedansen. die hij niet alleen zelf tot in
de perfectie beoefent, maar waaraan hij
tevens door woord en geschrift in de rest
van de wereld meer bekendheid poogt te
geven. De renaissance van deze gaandeweg
in verval gei-aakte cultuur met zijn, klas
sieke beginselen is mede aan zijn toedoen
te danken. Als solodanser gaf hij zowel in
Amerika als Europa talrijke recitals en
voorts publiceerde hij vele artikelen. Te
zamen met Serozh Dadachanji schreef hij
een belangwekkend boek, waarin de prin
cipes van de vier grote stijlvormen uitvoe
rig behandeld worden. Met behulp van
foto's heeft hij daarin talrijke sprekende
voorbeelden gegeven van de diverse hand
gebaren en gelaatstrekken. Daardoor ver
vulde hij in de Engels-sprekende landen
een soortgelijke functie als bijvoorbeeld
Indra Kamadjojo en Indra Dev ten onzent,
namelijk het wekken van meer begrip voor
deze Oosterse traditie.
Gisteren gaf hij met zijn gezelschap de
eerste van een reeks voorstellingen in het
Holland Festival, waarvoor vrij veel be
langstelling bestond, ook van de zijde van
het Corps diplomatique. In dit programma
is eveneens een korte causerie opgenomen,
in het verloop waarvan Ram Gopal op een
zeer innemende wijze enkele toelichtingen
verstrekt en een korte demonstratie van
enige moedra's geeft. Het publiek toonde
zich hier bijzonder dankbaar voor. De In
diase dansen zijn verhalend van aard en
de gebaren vakspecialisten verzekeren
ons dat er vijfduizend bestaan, zodat er
jaren van toegewijde studie aan besteed
moeten worden om de techniek te leren
beschrijvend. Deze uiterst gestyleerde
bewegingstaal is in het algemeen zeer goed
te volgen, al zullen wij er vrede mee moe
ten hebben dat ons vele détails ontgaan.
Het grootste gedeelte van het program
ma -bestaat uit Kathakali-dansen, het
meest dramatische genre, waarvoor de
thema's ontleend worden aan de epische
gedichten Ramayana en Mahabnarata en
waarin de uitbeelding van vogels en dieren
een belangrijke plaats inneemt. Verder zijn
er enige tempeldansen uit de eeuwenoude
school Bharat Natyam, voorbeelden van
Kathak (Mongoolse miniaturén uit het
Noorden van India) en een paar fleurige
volksdansen in voorjaarsstemrning. Tot het
geven van een beoordeling van dit alles
acht ik mij niet bevoegd, al wil ik gaarne
van waardering getuigen voor de serie
prachtige études (Jethiswaram) van de als
gastdanseres geannonceerde Rekha, die ook
in het tweede deel van de avond sterk de
aandacht trekt door haar aan Hima Kesar-
coai herinnerend beeldend vermogen.
Zelf vertoont Ram Gopal onder meer zijn
wereldberoemde dans van de gouden ade
laar (Garuda) en in de rol van de God
Shiva die van de ondergaande zon, waarbij
de vloeiende golfbewegingen van armen en
schouders zeldzaam mooi zijn. Overigens
maakte hij naar mijn smaak een veel te
kwistig en op zijn eigen verschijning ge
concentreerd gebruik van de uitmuntende
ADVERTENTIE
4 flinke borden pure kippenbouillon met goudgele vermicelli
Getrokken van jonge kippen volgens een speciaal Zwitsers
recept. Héél even gekruid èn in j minuten klaar!
Het nieuwe zilverzakje met de grote kip en denaam MAGGI erop, dat moet het zijn
Ik lees hier, zegt moeder die
na het eten in de krant gedo
ken is, dat een zekere Hassen-
forder als een Bretonse leeuw
over de meet gesprongen is in
Cacn. In zijn' ogen bleek op dat
adembenemende moment het
vuur te gloeien van een
eeuwenoud heldenvolk, dat met
het bliksemende zwaard ge
schiedenis schreef. Met dat
zelfde zwaard schijnt nu, naar
ik lees, die Hassenforder zijn
rivalen het kuras te hebben
vaneengereten, na in een ha
gelbui van ratelende pedalen-
slagen die als een onweer
uit zijn gestroomlijnde Bre
tonse kuiten tevoorschijn
schoten hun verwachtingen
aan zijn daverende zegekar te
hebben gebonden. Daarbij
blijkt naar ik verder lees
de lucht van Caen bezwan
gerd te zijn geworden door de
jammerklachten van enige
Zwitserse bergbezweerders, die
hun stoute dromen van wie-
Ierdictatorschap zagen opgaan
in de stofwolken, die voor
noemde Hassenforder met zijn
zegevierend achterwiel in hun
verbeten, door de catastrofe
hunner kunstig opgebouwde
ronde-strategie met zwarte
wanhoop getekende gelaten
blies. Kunt ge me wellicht uit
leggen wat er gebeurd is?
Hassenforder heeft de étap
pe van Dieppe naar Caen in de
Tour de France gewonnen,
zegt vader. Dit is alles. Het is
mij tegengevallen dat de Ne
derlanders zo met hun benen
over elkaar zijn blijven zitten
deze keer. Ik had verwacht
dat zij zich wat meer in de
eerste rang zouden vastbijten.
O, zegt moeder, en zij gaat
over naar de rubriek van de
eenvoudig beschreven onge
lukken.
Maar later komt zij vanzelf
weer bij de grote koppen uit,
waaronder de tragediën en
blijspelen van het wielerfestijn
zo treffend zijn weergegeven.
Ik lees, zegt ze na een poos,
dat een zekere Wagtmans mid
den in een zonverduisterend
gevecht op de scherpe kant
van een kleine col het roteren
de kussen van lucht voelde be
zwijken, dat hem tot dan toe
met milde bereidwilligheid
over de scherpe woestijnen
van steenslag had gevoerd. Dat
gebeurde blijkbaar juist op
het moment, waarop hij de
rug wilde krommen om met
hevige bombardementen zijner
onvergelijkelijke beenflitsen ze
kere inziehzelfgekeerde Schaer
en twee kleine donkere Zuider
mannen achterna te stuiven,
die als geweerkogels uit de
loop van het ogenschijnlijk in
slaap gevallen peloton schoten
en als drie zwarte donderwol
ken suizend naar de einder
van trillende zomerwarmte
zoefden.
Kunt ge me vertellen wat
dat eigenlijk was?
Wagtmans is een Nederlan
der in de Tour, zegt vader kor
zelig. Hij kreeg een lekke band,
dat is alles. Daar valt niet
tegen te fietsen.
Neen, zegt moeder, en zij
leest tevreden de burgerlijke
stand.
Ik vraag mij af, zegt zij na
enig peinzen, waarom ik nog
nergens het woord fietsen ben
tegengekomen. Het is toch
fietsen, naar ik meen begrepen
te hebben. In de burgerlijke
stand lees ik dat er mensen
geboren en gestorven en ge
huwd zijn. Dat is eenvoudig en
zonder tierlantijnen. Zou ik dat
met meer plezier lezen, denkt
ge, wanneer er werd beschre
ven hoe Adrianus Godefriedus
van Zanten de voze verwach
tingen van zijn donkerhuidige
rivalen aan zijn zegekar ge
bonden heeft en met Maria
Agnes Dorothea de Bruin in
het zachtkens op de rustige
wateren van het lonkende
leven deinende huwelijksboot
je is geklommen, terwijl de
eeuwenoude romantische blik
van zijn fier geslacht in zijn
van trouw en trots vervulde
ogen gloeide?
Ik wil de dingen klaar en
duidelijk vernemen zonder
raadsels op te lossen en mijn
gedachten in dubbele knopen
te wringen. Het komt mij voor
dat uw Tour de France een
ding van niets zou zijn wan
neer enkel gezegd werd dat
een zekere Roks iets sneller
heeft gefietst dan een zekere
Hartensnor of hoe hij ook
heten mag.
<z
Daar weet vader weinig op
te zeggen, al voelt hij dat er
heel wat tegen in te brengen
zou zijn. Hij kan des avonds
na het werk nauwelijks wach
ten om te lezen, hoe de fietsers
van daar naar daar gesnord
zijn en op welke wijs zij el
kander de loef hebben afge
stoken. Wie er wint en wie er
niet wint interesseert hem
niet zozeer. Het kan zijn dat
de Tour een ding van niets is,
en dat het enkel iets belang
rijks lijkt omdat er zoveel om-
heengeschreven en gefanta
seerd wordt. Maar hij heeft er
een mysterieuze vreugde in,
alle détails te lezen van het
felle gevecht om niets, van de
scherpe duels om enkel een
centimeter vlugger te zijn dan
een ander.
Ge hebt ongelijk, zegt hij
tegen moeder, maar ik weet
niet waarom.
Waarom?
Zou het niet inderdaad het
gloeiend vuur van een eeuwen
oud heldenvolk zijn, dat in
onze harten en hoofden is blij
ven nagloeien, en weer op
vlamt in de wind van het op
gewonden spel om de eerste
plaats?
Zou het inderdaad niet de
vergeten maar allerminst ge
storven romantiek zijn, die ons
de strijd doet beminnen en het
meten der krachten als een
vreugde doet ondergaan? De
strijd om de strijd, het elkan
der beveehten louter om de
vreugde van het in actie zijn?
Wellicht heeft de moderne
mens in zijn veilig huis en zijn
veilige stad te weinig om voor
te vechten. Als hij op zijn rus
tig kantoor de dagen vol
maakt, komt het loon vanzelf
bij hem binnen. Als hij oud
wordt, is er pensioen en een
spaarbankboekje vormt door
het leven heen de veilige sluis
der inkomsten en uitgaven.
Er valt niet meer te vechten
om het bestaan of om een
vrouw. Het moderne leven
vraagt intriges en gekuip, waar
vroeger het zwaard en de
knuppel flitsten. De spieren
zijn niet meer de wapenen,
doch de gedachten en de spits
vondigheden.
Maar kruipend waar hij niet
kan gaan, speelt de mens het
spel van het romantische duel.
Per zwaard of per fiets, dat
maakt niet veel verschil. Daar
om wordt het zwaard vaker
genoemd dan de fiets, wel te
verstaan.
En nu ge het zegt, merkt
vader na lange mijmeringen
wrevelig op, ik zou inderdaad
de burgerlijke stand met meer
plezier lezen als daarin alles
werd beschreven inplaats van
vermeld. Zie, dat is het bewijs
dat ge ongelijk hebt.
Ge moet voorzichtig zijn dat
ge, met uw verlangen naar
duidelijkheid en eenvoud in
alles, niet de plezierige franje
van het leven in het vuilnisvat
werpt.
Want dan zou, gelijk de
Tour, het hele leven een ding
van_ niets blijken te zijn. Een
geboren worden om te sterven,
en verder geen gepraat.
Een leven gelijk de burger
lijke stand, nuchter en koel,
zwart op wit, met niets dan
feiten.
Maar als de Tour uit is, is
alles hetzelfde gebleven. Dan
moet men een volgend jaar
weer opnieuw beginnen, houdt
moeder koppig en nuchter vol.
Dat kan zijn, zegt vader tot
besluit. Maar als het leven uit
is, is er evenmin iets groots
gebeurd.
En opnieuw beginnen dat
is er in uw burgerlijke stand
niet eens meer bij. J. L.
lichtinstallatie van de Koninklijke Schouw
burg, merkwaardig in strijd met zijn op
merkingen in het bovengenoemde boek:
„Natyadharma of de code van de Indiase
dans wil dat de danser een voertuig is van
zijn kunst, een dienaar der schoonheid en
viniyoga of betekenis daarvan. Nooit mag
hij deze elementen door zichzelf of door
zijn persoonlijkheid laten ovei'schaduwen."
Op 25 en 26 Juli komen Ram Gopal en
zijn medewerkers in Bloemendaals Open
luchttheater, waar de mogelijkheden tot
een inrichten van een dergelijke „show"
althans bij daglicht veel geringer zijn. Ik
geloof dat de Hindoedansen daar veel beter
op hun ware mérites geschat kunnen wor
den, dat zijn behaagzucht daar minder de
aandacht zal verstoren, zodat ik mij ver
heug op het komende wederzien. De cos-
tuums zijn bijzonder mooi en het handen-
spel van Ram Gopal lijkt onovertrefbaar.
DAVID KONING
Ram Gopal in de dans van de gouden
adelaar.
's-GRAVENHAGE (A.N.P.) De krijgs
raad te velde heeft de 44-jarige sergeant
majoor K. van der S. veroordeeld tot één
jaar gevangenisstraf met aftrek van voor
arrest en verlaging tot de rang van soldaat,
en ontslag uit de militaire dienst zonder
ontheffing van de bevoegdheid om te die
nen bij de gewapende macht.
Van der S. had in zijn hoedanigheid van
chef van een afdeling electra bij een LSK-
kamp te Soestduinen en later in Soester-
berg geld aangenomen van de vertegen
woordiger van een Amsterdamse firma,
waardoor deze de reparatie van accu's te
verzorgen kreeg. Voor elke te repareren
accu ontving S. één gulden. Rijksaccoun
tants hadden berekend dat de firma 1033
in dit kamp als omkoopsom had betaald.
Van der S. verklaarde echter dat dit niet
meer dan 400 tot 500 had bedragen.
De 63-jarige adjudant-onderofficier A. F.
M., thans gepensionneerd, maar vóór van
der S. chef van deze electrische afdeling
te Soestduinen, had in Februari 1951 van
deze firma, drie weken voordat hij met
pensioen ging, na een uitstekende staat van
dienst, 30 aangenomen. M. werd door de
krijgsraad veroordeeld tot twee maanden
gevangenisstraf met aftrek van voorarrest.
De auditeur-militair had tegen M. een
gevangenisstraf van twee maanden met af
trek van voorarrest gevorderd en tegen Van
der S. een jaar en zes maanden met aftrek
van voorarrest en ontslag zonder onthef
fing.
De Raad voor de Scheepvaart heeft gis
teren uitspraak gedaan over het stoten van
de motortrawler „Postboy", IJM 35, op een
ondiepte bij Utsire in Noorwegen, toen het
schip tijdens slecht weer op 10 Februari
1953 beschutting wilde zoeken. De „Post
boy" is daarbij lek geraakt.
Het oordeel van de Raad luidt: Het stoten
van de stoomtrawler „Postboy", IJM 35, op
een klip bij Utsire is een gevolg van het
feit, dat de kapitein in lij van dit eiland
ten anker wilde gaan om beschutting te
zoeken tegen stormweer, maar hij niet be
schikte over een kaart van voldoend groot
bestek om veilig deze kust aan te lopen.
De visserij kaart was daarvoor onvoldoende.
Het is noodzakelijk, dat vissersschepen over
kaarten beschikken van voldoend groot be
stek van die kusten, die zij wellicht dicht
zullen naderen. De Raad keurt het af, dat
op vissersschepen de stuurman niet wordt
ingeschakeld in de navigatie: deze moet
bekwaamd worden om zo nodig de kapitein
te kunnen vervangen. Zoals in het onder
havige geval werd gevaren, is het mogelijk,
dat de kapitein zich zó vermoeit door zon
der onderbreking langdurig werkzaam
heden te verrichten, welke de stuurman
moet kunnen overnemen, dat hij de ka
pitein onvoldoende bekwaam is om op
te treden, wanneer zijn tegenwoordigheid
op de brug werkelijk vereist wordt.
De Raad acht het niet nodig kapitein J.
Klinkenberg te IJmuiden, enige straf op te
leggen, hoewel hij mede schuldig is aan de
ramp.
Blijkens publicatie in de Nederlandse
Staatscourant van 8 Juli is de vaste brand-
stoffendistributiebeschikking 1950 gewij
zigd. Hierdoor is met ingang van 1 Juli
1953 de distributie van vaste brandstoffen
voor de zeevisserij, voor kook- en verwar
mingsdoeleinden aan boord van zeeschepen,
voor rivier-, binnen- en sleepvaart alsmede
voor drijvend materieel opgeheven.
Dit betekent dat voor het betrekken van
deze brandstoffen door genoemde verbrui
kers geen vergunningen meer nodig zy*i.
De regeling betreffende het verstrekkao
van toewijzingen aan de handel blijft on
verminderd van kracht.