Scherpe tegenstellingen met slechts één uur vliegen ertussen 1000 BLOUSES JERSEY PAKKEN MAGGI' KIPPENBOUILLONSOEP halve prijzen van 30 tot 50 Agenda voor Haarlem Ram Gopal toont staalkaart van Indiase danskunst Een ding van niets voor pi m. gulden reductie REIS NAAR DE WEST DE GROOT Tweede Technische Hogeschool Twee doden bij autobotsing te Weert Holland Festival Onderofficieren namen steekpenningen aan Geen straf voor schipper Klinkenberg 3 Vragen over zaak-Fonteijn EERSTE KAMER Haantje de Voorste! „Post Boy" op een klip Vaste brandstof voor de scheepvaart vrij DONDERDAG 9 JULI 1953 (Van onze speciale verslaggever) CURASAO, Juni 1953 Wat heeft West-Indië aan ons, Europese Nederlanders? En wat voor belang- hebben wij zelf erbij, om nauwe betrekkingen te blijven onderhou den met Suriname en de Antillen? Ziehier twee vragen, die herhaaldelijk zullen rijzen in de serie artikelen over de West, waarvan het eerste hier volgt. Het zijn een paar nuchtere vragen en ook de antwoorden, die ik tijdens deze reis hoop te vinden, moeten zo concreet en nuchter mogelijk zijn. Men moet echter niet vergeten, dat deze antwoorden gevonden moeten worden in een deel van de wereld, waar Zuidelijk temperament en sterke emotie tot de realiteit behoren. Wie nuchter over dezge gebieden wil schrijven, moet daarom oog hebben voor acties en reacties, die hier voor een deel de houding en de sympathie bepalen van de plaatselijke bevolkingen. Dat verschil in temperament tussen ons, zakelijke, verstandelijke Europeanen en de gepassioneerder bevolkingen van Suriname en de Antillen, maakt wederzijds begrip wel eens moeilijk. Maar komt dat begrip tot stand en vinden die twee werelden elkaar op een of andere manier, dan kan er een samenwerking ontstaan, die heel wat boeien der en levendiger is, dan om nu maar een voorbeeld te noemen de samenwer king tussen een Zeeuw en een Fries. Stad van ruw en rumba's Voor uw correspondent, die c.eze verken ningstocht gaat ondernemen, is de sfeer hier wel heel anders dan de civilisatie van Noord-Amerika. Wat een verschil reeds wanneer men het ultra-moderne breed- stratige Miami, Amerika's uiterste Zuid- Oostpunt, vergelijkt met Havanna, de hoofdstad van Cuba. De twee steden liggen slechts een uur vliegen van elkaar af. Maar ondanks alle amerikanisatie op Cuba: Welk een tegenstelling! In de oude delen van Havanna zijn de straatjes smal en bochtig, de Spaans sprekende bevolking leeft er met ramen en deuren wijd open en neemt er geen aanstoot aan wanneer de voorbijgangers naar binnen kijken. Daar voor bestaat sedert kort een heel geldige reden. De televisie heeft ook Havanna ver overd en in de smalle straatjes ziet men nu overal groepjes mensen, die heel gemoede reerd naar het televisietoestel van anderen staan te kijken. Het zou onsportief gevonden worden, om het toestel zo op te stellen, dat de buitenstaanders niets konden zien. Wie wil kan in Havanna als een Amerikaan leven in luxe hotels of fraaie flatgebouwen. De stad ontwikkelt en moderniseert zich verbazendwekkend snel. Maar zolang ze nog niet gesloopt zijn, die oude wijken, lijkt het mij toch aantrekkelijker, hier in een wat ouder hotel te logeren en te gaan eten in een eethuisje, waar helemaal geen tou- risten komen. Havanna is, behalve om zijn sigaren, zijn rum en zijn rumba's, bekend om zijn vis. Kreeft en rijst zijn er niet duur en als je ze „langosto" en „arroz" hoort noemen, smaken ze nog beter. Schoon schip Met vliegtuigen van een uitstekende maatschappij was ik van Washington naar Havanna gekomen. Maar toen ik mijn tocht zou voortzei ten met de Kralendijk van de KLM, viel het me toch op, dat dit toestel er zo voortreffelijk onderhouden uitzag. Het is natuurlijk niet erg belangrijk of de metalen vleugels glanzen als zilver, maar het getuigt toch van de zorg en het lijkt wel ur ue Tracutie van het kraakheldere Hol landse schip door onze luchtvaarders is overgenomen. Mèt nog een andere traditie: de goede keuken. Alweer geen woord kwaad over de Amerikaanse maatschappij maar de KLM die weliswaar minder cellophaan om bestek en spijzen wikkelt verzorgt haar passagiers toch wel extra goed. Zonder de KLM zou het niet mogelijk zijn in zes weken èn Paramaribo te bezoe ken in het Surinaamse land van oerwou den en brede stromen èn de Nederland se Antillen vijf en een halve eiland in de Caraïbische zee. Ik zal nu maar niet vervallen in een afgesleten beeldspraak over die eilanden en ze „parelen" gaan noe- ADVERTENTIE op merken welke wij niet meer verkopen. Restanten Zomerjumpers spotprijzen GROTE HOUTSTR. 98 - HAARLEM DONDERDAG 9 JULI Zuiderkapcl: Lezing ds E. Reescr, 8 uur. Palace: „Bureau zedenpolitie ,18 ji., i en 9 15 uur- Luxor: „Verraad 18 ]i\, op het toneel Burlisto, 7 en 9.15 u. Lido: „De wrede zee", 14 jaar, 6.50 en 9.15 uur. City. „Een koningin'wordt gekroond", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Diepzeeduikers 14 jr, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Manina", 14 jr., 7 en 9 15 uur. Rembrandt: „Sommarlek", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Night, and day" 18 jaar, 8.15 uur. Miniatuurspoorweg- ïentoonstelling 13.30-17.30 en 19-21.30 uur Got 22 Juli). VRIJDAG 10 JULI Bioscopen: Nieuwe programma's. men. Maar al of geen parelen, zon der het snoer van de KLM zouden ze heel wat losser van elkaar zijn dan thans. Mijn programma is: eerst een dag of tien naar Surina me, dan negen da gen Curasao met een week-end op Bonaire. Daarna een vlucht naar Si. Maarten (dat voor de helft aan Frank rijk behoort) en vandaar per zeil jacht naar Sint Eustatius en Saba. Het drietal waar van de naam met een S begint Onze correspondent te Washington, dr. P. G. J. Korteweg, maakt een reis van ongeveer zes weken door de West dat ook voor de oorlog door hem be zocht werd om onze lezers in een reeks van artikelen in te lichten omtrent onze verplichtingen en onze belangen aldaar. In zijn eerste oriënterende bijdrage zet hij zijn programma nader uiteen. St. Maarten, St. Eustatius en Saba noemt men de Bovenwindse eilanden. Ze zijn klein, worden weinig bezocht en zijn daardoor extra aantrekkelijk. Daarna gaat de tocht terug naar het laatste eiland van de ABC-groep, namelijk Aruba, dat evenals Bonaire en Curagao tot de Benedcmvindste eilanden behoort. Het Tweede Kamerlid de heer Vermeer (P.v.d.A.) heeft aan de minister van Marine schriftelijk de volgende vragen gesteld: 1. Is het juist dat van de zijde van het departement van Marine in de jaren 1949 of 1950 aan de officier van justitie te Am sterdam is bericht, dat het dossier van de sergeant-konstabel A. Fonteijn niet verder kon worden aangevuld, onder de moti vering, dat een groot deel van deze stuk ken is verloren gegaan door oorlogshan delingen? 2. Is het juist, dat de centrale raad van beroep in het bezit van deze stukken was en dat deze in de loop van het jaar 1951 of 1952 aan het ministerie van Marine zijn teruggezonden? 3. Is het juist, dat deze stukken ten de- partemente zijn vernietigd, omdat zij meer dan 15 jaar oud waren? 4. Indien vraag 3 bevestigend moet wor den beantwoord, kan de minister dan ver klaren hoe het mogelijk is, dat stukken, die aanvankelijk als vermist werden opgegeven en die later toch aanwezig bleken, werden vernietigd, terwijl de zaak, waarop deze stukken betrekking hadden, nog aanhangig was? 5. Indien uit het antwoord op de hiervoor gestelde vragen zou komen vast te staan, dat de betreffende stukken ten departe- mente zijn vernietigd, kan de minister dan mededelen op welke wijze hij denkt te voorkomen, dat uit dit feit voor de betrok ken sergeant-konstabel nadelige gevolgen voortvloeien? De heer Vermeer heeft ook nog gevraagd: „Is het juist, dat bij het dokken na de proefvaarten van de kruisers ,.De Ruyter" en „De Zeven Provinciën" gebleken is, dat zich aan de achterslevens onder de water lijn. ondeugdelijk gietwerk bevindt? Kan de minister mededelen op welke wijze dit gietwerk vóór dat het werd aan gebracht is beproefd en waarom van de thans geconstateerde ondeugdelijkheid op dat moment niet is gebleken? De Eerste Kamer, heeft het wetsontwerp dat beoogt de stichting van een tweede technische hogeschool mogelijk te maken, zonder hoofdelijke stemming aangenomen met aantekening van het „tegen" der CPN- fractie. Bij de discussie over dit wetsontwerp heeft prof. Sche r m erhorn (P. v. d. A.) onder meer gesproken over de bezetting der leerstoelen. Het was voor hem een open vraag of men in Nederland twee technische hogescholen kan bezetten met personen van het kaliber dat men daar graag ziet. Men kan een hogeschool niet in hoofd zaak drijven met buitengewone leerkrach ten. Ten minste de helft der docenten moet vast aan de hogeschool verbonden zijn. De noodzaak van de tweede technische hoge school wordt algemeen afgeleid uit de in dustrialisatie, maar prof. Schermerhorn ontkende dat er een causaal verband be staat tussen het aanbod van ingenieurs en de capaciteit van de industrie. Hij zei voorts dat de zuigkracht van Delft thans kennelijk niet voldoende is om een redelijk aantal ingenieurs voor de industrie te leveren. Het gevaar dat de hogeschool thans in hoge mate bedreigt is de ontpersoonlij- k:ng en de massaficatie. De student dreigt een nummer te worden en de docent een bedienaar van de examenmachine. Op deze grond was prof. Schermerhorn voor kleinere hoge scholen, voor decentra lisatie van het technisch hoger onderwijs en daarom voorstander van een tweede hogeschool naast die van Delft. Minister Cals was het met prof. Schermerhorn eens dat geen rechtstreeks verband bestaat tussen het aantal inge nieurs en de opnamecapaciteit van de in dustrie. Ook hij zag de gevaren van massi ficatie en ontpersoonlijking die grote hoge scholen met zich meebrengen. Wat betreft de plaats der tweede tech nische hogeschool meent de minister, dat de regering af mag gaan op de duidelijke uitspraak der Tweede Kamer en Eindhoven als standplaats zal moeten handhaven. Hij zal er voor ijveren, dat de helft van het aantal hoogleraren als vaste docenten aan cle hogeschool verbonden zal zijn. Op de Eindhovenseweg bij Weert is gis teravond omstreeks acht uur een auto ongeval gebeurd, dat aan twee mensen het leven heeft gekost. Een derde werd zwaar gewond. Uit de richhling Eindhoven kwam een uit Sittard afkomstige personenauto, waar in alleen de bestuurder was gezeten. Deze wilde een boerenkar passeren juist toen uit de richting Weert ee.i andere personen auto kwam, waarin een dame en eer. heer zaten. De beide wagens botsten tegen el kaar en de uit de richting Eindhoven ko oiende wagen werd geheel vernield. De bestuurder van de auto, die uit de richhting Eindhoven kwam, was op slag dood. Het was de 20-jarige H. J. Boels uit Sittard. Dc tegenligger werd bestuurd dooi de heer II. W. Blok uit Rotterdam. De heer Blok werd ernstig gewond in het ziekenhuis opgenomen. Zijn toestand is zorgwekkend. Zijn echtgenote was op slag dood. Ram Gopal, die met een klein gezelschap van Indiase dansers en musici gedurende de rest van deze maand een toumée door ons land maakt, is stellig één van de be langrijkste propagandisten voor de kunst van zijn vaderland, speciaal voor de Hin- doedansen. die hij niet alleen zelf tot in de perfectie beoefent, maar waaraan hij tevens door woord en geschrift in de rest van de wereld meer bekendheid poogt te geven. De renaissance van deze gaandeweg in verval gei-aakte cultuur met zijn, klas sieke beginselen is mede aan zijn toedoen te danken. Als solodanser gaf hij zowel in Amerika als Europa talrijke recitals en voorts publiceerde hij vele artikelen. Te zamen met Serozh Dadachanji schreef hij een belangwekkend boek, waarin de prin cipes van de vier grote stijlvormen uitvoe rig behandeld worden. Met behulp van foto's heeft hij daarin talrijke sprekende voorbeelden gegeven van de diverse hand gebaren en gelaatstrekken. Daardoor ver vulde hij in de Engels-sprekende landen een soortgelijke functie als bijvoorbeeld Indra Kamadjojo en Indra Dev ten onzent, namelijk het wekken van meer begrip voor deze Oosterse traditie. Gisteren gaf hij met zijn gezelschap de eerste van een reeks voorstellingen in het Holland Festival, waarvoor vrij veel be langstelling bestond, ook van de zijde van het Corps diplomatique. In dit programma is eveneens een korte causerie opgenomen, in het verloop waarvan Ram Gopal op een zeer innemende wijze enkele toelichtingen verstrekt en een korte demonstratie van enige moedra's geeft. Het publiek toonde zich hier bijzonder dankbaar voor. De In diase dansen zijn verhalend van aard en de gebaren vakspecialisten verzekeren ons dat er vijfduizend bestaan, zodat er jaren van toegewijde studie aan besteed moeten worden om de techniek te leren beschrijvend. Deze uiterst gestyleerde bewegingstaal is in het algemeen zeer goed te volgen, al zullen wij er vrede mee moe ten hebben dat ons vele détails ontgaan. Het grootste gedeelte van het program ma -bestaat uit Kathakali-dansen, het meest dramatische genre, waarvoor de thema's ontleend worden aan de epische gedichten Ramayana en Mahabnarata en waarin de uitbeelding van vogels en dieren een belangrijke plaats inneemt. Verder zijn er enige tempeldansen uit de eeuwenoude school Bharat Natyam, voorbeelden van Kathak (Mongoolse miniaturén uit het Noorden van India) en een paar fleurige volksdansen in voorjaarsstemrning. Tot het geven van een beoordeling van dit alles acht ik mij niet bevoegd, al wil ik gaarne van waardering getuigen voor de serie prachtige études (Jethiswaram) van de als gastdanseres geannonceerde Rekha, die ook in het tweede deel van de avond sterk de aandacht trekt door haar aan Hima Kesar- coai herinnerend beeldend vermogen. Zelf vertoont Ram Gopal onder meer zijn wereldberoemde dans van de gouden ade laar (Garuda) en in de rol van de God Shiva die van de ondergaande zon, waarbij de vloeiende golfbewegingen van armen en schouders zeldzaam mooi zijn. Overigens maakte hij naar mijn smaak een veel te kwistig en op zijn eigen verschijning ge concentreerd gebruik van de uitmuntende ADVERTENTIE 4 flinke borden pure kippenbouillon met goudgele vermicelli Getrokken van jonge kippen volgens een speciaal Zwitsers recept. Héél even gekruid èn in j minuten klaar! Het nieuwe zilverzakje met de grote kip en denaam MAGGI erop, dat moet het zijn Ik lees hier, zegt moeder die na het eten in de krant gedo ken is, dat een zekere Hassen- forder als een Bretonse leeuw over de meet gesprongen is in Cacn. In zijn' ogen bleek op dat adembenemende moment het vuur te gloeien van een eeuwenoud heldenvolk, dat met het bliksemende zwaard ge schiedenis schreef. Met dat zelfde zwaard schijnt nu, naar ik lees, die Hassenforder zijn rivalen het kuras te hebben vaneengereten, na in een ha gelbui van ratelende pedalen- slagen die als een onweer uit zijn gestroomlijnde Bre tonse kuiten tevoorschijn schoten hun verwachtingen aan zijn daverende zegekar te hebben gebonden. Daarbij blijkt naar ik verder lees de lucht van Caen bezwan gerd te zijn geworden door de jammerklachten van enige Zwitserse bergbezweerders, die hun stoute dromen van wie- Ierdictatorschap zagen opgaan in de stofwolken, die voor noemde Hassenforder met zijn zegevierend achterwiel in hun verbeten, door de catastrofe hunner kunstig opgebouwde ronde-strategie met zwarte wanhoop getekende gelaten blies. Kunt ge me wellicht uit leggen wat er gebeurd is? Hassenforder heeft de étap pe van Dieppe naar Caen in de Tour de France gewonnen, zegt vader. Dit is alles. Het is mij tegengevallen dat de Ne derlanders zo met hun benen over elkaar zijn blijven zitten deze keer. Ik had verwacht dat zij zich wat meer in de eerste rang zouden vastbijten. O, zegt moeder, en zij gaat over naar de rubriek van de eenvoudig beschreven onge lukken. Maar later komt zij vanzelf weer bij de grote koppen uit, waaronder de tragediën en blijspelen van het wielerfestijn zo treffend zijn weergegeven. Ik lees, zegt ze na een poos, dat een zekere Wagtmans mid den in een zonverduisterend gevecht op de scherpe kant van een kleine col het roteren de kussen van lucht voelde be zwijken, dat hem tot dan toe met milde bereidwilligheid over de scherpe woestijnen van steenslag had gevoerd. Dat gebeurde blijkbaar juist op het moment, waarop hij de rug wilde krommen om met hevige bombardementen zijner onvergelijkelijke beenflitsen ze kere inziehzelfgekeerde Schaer en twee kleine donkere Zuider mannen achterna te stuiven, die als geweerkogels uit de loop van het ogenschijnlijk in slaap gevallen peloton schoten en als drie zwarte donderwol ken suizend naar de einder van trillende zomerwarmte zoefden. Kunt ge me vertellen wat dat eigenlijk was? Wagtmans is een Nederlan der in de Tour, zegt vader kor zelig. Hij kreeg een lekke band, dat is alles. Daar valt niet tegen te fietsen. Neen, zegt moeder, en zij leest tevreden de burgerlijke stand. Ik vraag mij af, zegt zij na enig peinzen, waarom ik nog nergens het woord fietsen ben tegengekomen. Het is toch fietsen, naar ik meen begrepen te hebben. In de burgerlijke stand lees ik dat er mensen geboren en gestorven en ge huwd zijn. Dat is eenvoudig en zonder tierlantijnen. Zou ik dat met meer plezier lezen, denkt ge, wanneer er werd beschre ven hoe Adrianus Godefriedus van Zanten de voze verwach tingen van zijn donkerhuidige rivalen aan zijn zegekar ge bonden heeft en met Maria Agnes Dorothea de Bruin in het zachtkens op de rustige wateren van het lonkende leven deinende huwelijksboot je is geklommen, terwijl de eeuwenoude romantische blik van zijn fier geslacht in zijn van trouw en trots vervulde ogen gloeide? Ik wil de dingen klaar en duidelijk vernemen zonder raadsels op te lossen en mijn gedachten in dubbele knopen te wringen. Het komt mij voor dat uw Tour de France een ding van niets zou zijn wan neer enkel gezegd werd dat een zekere Roks iets sneller heeft gefietst dan een zekere Hartensnor of hoe hij ook heten mag. <z Daar weet vader weinig op te zeggen, al voelt hij dat er heel wat tegen in te brengen zou zijn. Hij kan des avonds na het werk nauwelijks wach ten om te lezen, hoe de fietsers van daar naar daar gesnord zijn en op welke wijs zij el kander de loef hebben afge stoken. Wie er wint en wie er niet wint interesseert hem niet zozeer. Het kan zijn dat de Tour een ding van niets is, en dat het enkel iets belang rijks lijkt omdat er zoveel om- heengeschreven en gefanta seerd wordt. Maar hij heeft er een mysterieuze vreugde in, alle détails te lezen van het felle gevecht om niets, van de scherpe duels om enkel een centimeter vlugger te zijn dan een ander. Ge hebt ongelijk, zegt hij tegen moeder, maar ik weet niet waarom. Waarom? Zou het niet inderdaad het gloeiend vuur van een eeuwen oud heldenvolk zijn, dat in onze harten en hoofden is blij ven nagloeien, en weer op vlamt in de wind van het op gewonden spel om de eerste plaats? Zou het inderdaad niet de vergeten maar allerminst ge storven romantiek zijn, die ons de strijd doet beminnen en het meten der krachten als een vreugde doet ondergaan? De strijd om de strijd, het elkan der beveehten louter om de vreugde van het in actie zijn? Wellicht heeft de moderne mens in zijn veilig huis en zijn veilige stad te weinig om voor te vechten. Als hij op zijn rus tig kantoor de dagen vol maakt, komt het loon vanzelf bij hem binnen. Als hij oud wordt, is er pensioen en een spaarbankboekje vormt door het leven heen de veilige sluis der inkomsten en uitgaven. Er valt niet meer te vechten om het bestaan of om een vrouw. Het moderne leven vraagt intriges en gekuip, waar vroeger het zwaard en de knuppel flitsten. De spieren zijn niet meer de wapenen, doch de gedachten en de spits vondigheden. Maar kruipend waar hij niet kan gaan, speelt de mens het spel van het romantische duel. Per zwaard of per fiets, dat maakt niet veel verschil. Daar om wordt het zwaard vaker genoemd dan de fiets, wel te verstaan. En nu ge het zegt, merkt vader na lange mijmeringen wrevelig op, ik zou inderdaad de burgerlijke stand met meer plezier lezen als daarin alles werd beschreven inplaats van vermeld. Zie, dat is het bewijs dat ge ongelijk hebt. Ge moet voorzichtig zijn dat ge, met uw verlangen naar duidelijkheid en eenvoud in alles, niet de plezierige franje van het leven in het vuilnisvat werpt. Want dan zou, gelijk de Tour, het hele leven een ding van_ niets blijken te zijn. Een geboren worden om te sterven, en verder geen gepraat. Een leven gelijk de burger lijke stand, nuchter en koel, zwart op wit, met niets dan feiten. Maar als de Tour uit is, is alles hetzelfde gebleven. Dan moet men een volgend jaar weer opnieuw beginnen, houdt moeder koppig en nuchter vol. Dat kan zijn, zegt vader tot besluit. Maar als het leven uit is, is er evenmin iets groots gebeurd. En opnieuw beginnen dat is er in uw burgerlijke stand niet eens meer bij. J. L. lichtinstallatie van de Koninklijke Schouw burg, merkwaardig in strijd met zijn op merkingen in het bovengenoemde boek: „Natyadharma of de code van de Indiase dans wil dat de danser een voertuig is van zijn kunst, een dienaar der schoonheid en viniyoga of betekenis daarvan. Nooit mag hij deze elementen door zichzelf of door zijn persoonlijkheid laten ovei'schaduwen." Op 25 en 26 Juli komen Ram Gopal en zijn medewerkers in Bloemendaals Open luchttheater, waar de mogelijkheden tot een inrichten van een dergelijke „show" althans bij daglicht veel geringer zijn. Ik geloof dat de Hindoedansen daar veel beter op hun ware mérites geschat kunnen wor den, dat zijn behaagzucht daar minder de aandacht zal verstoren, zodat ik mij ver heug op het komende wederzien. De cos- tuums zijn bijzonder mooi en het handen- spel van Ram Gopal lijkt onovertrefbaar. DAVID KONING Ram Gopal in de dans van de gouden adelaar. 's-GRAVENHAGE (A.N.P.) De krijgs raad te velde heeft de 44-jarige sergeant majoor K. van der S. veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf met aftrek van voor arrest en verlaging tot de rang van soldaat, en ontslag uit de militaire dienst zonder ontheffing van de bevoegdheid om te die nen bij de gewapende macht. Van der S. had in zijn hoedanigheid van chef van een afdeling electra bij een LSK- kamp te Soestduinen en later in Soester- berg geld aangenomen van de vertegen woordiger van een Amsterdamse firma, waardoor deze de reparatie van accu's te verzorgen kreeg. Voor elke te repareren accu ontving S. één gulden. Rijksaccoun tants hadden berekend dat de firma 1033 in dit kamp als omkoopsom had betaald. Van der S. verklaarde echter dat dit niet meer dan 400 tot 500 had bedragen. De 63-jarige adjudant-onderofficier A. F. M., thans gepensionneerd, maar vóór van der S. chef van deze electrische afdeling te Soestduinen, had in Februari 1951 van deze firma, drie weken voordat hij met pensioen ging, na een uitstekende staat van dienst, 30 aangenomen. M. werd door de krijgsraad veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. De auditeur-militair had tegen M. een gevangenisstraf van twee maanden met af trek van voorarrest gevorderd en tegen Van der S. een jaar en zes maanden met aftrek van voorarrest en ontslag zonder onthef fing. De Raad voor de Scheepvaart heeft gis teren uitspraak gedaan over het stoten van de motortrawler „Postboy", IJM 35, op een ondiepte bij Utsire in Noorwegen, toen het schip tijdens slecht weer op 10 Februari 1953 beschutting wilde zoeken. De „Post boy" is daarbij lek geraakt. Het oordeel van de Raad luidt: Het stoten van de stoomtrawler „Postboy", IJM 35, op een klip bij Utsire is een gevolg van het feit, dat de kapitein in lij van dit eiland ten anker wilde gaan om beschutting te zoeken tegen stormweer, maar hij niet be schikte over een kaart van voldoend groot bestek om veilig deze kust aan te lopen. De visserij kaart was daarvoor onvoldoende. Het is noodzakelijk, dat vissersschepen over kaarten beschikken van voldoend groot be stek van die kusten, die zij wellicht dicht zullen naderen. De Raad keurt het af, dat op vissersschepen de stuurman niet wordt ingeschakeld in de navigatie: deze moet bekwaamd worden om zo nodig de kapitein te kunnen vervangen. Zoals in het onder havige geval werd gevaren, is het mogelijk, dat de kapitein zich zó vermoeit door zon der onderbreking langdurig werkzaam heden te verrichten, welke de stuurman moet kunnen overnemen, dat hij de ka pitein onvoldoende bekwaam is om op te treden, wanneer zijn tegenwoordigheid op de brug werkelijk vereist wordt. De Raad acht het niet nodig kapitein J. Klinkenberg te IJmuiden, enige straf op te leggen, hoewel hij mede schuldig is aan de ramp. Blijkens publicatie in de Nederlandse Staatscourant van 8 Juli is de vaste brand- stoffendistributiebeschikking 1950 gewij zigd. Hierdoor is met ingang van 1 Juli 1953 de distributie van vaste brandstoffen voor de zeevisserij, voor kook- en verwar mingsdoeleinden aan boord van zeeschepen, voor rivier-, binnen- en sleepvaart alsmede voor drijvend materieel opgeheven. Dit betekent dat voor het betrekken van deze brandstoffen door genoemde verbrui kers geen vergunningen meer nodig zy*i. De regeling betreffende het verstrekkao van toewijzingen aan de handel blijft on verminderd van kracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 5