Noord-Zweden, land van afstanden en eenzaamheid Clarsach of Keltische harp De groene hond Agenda voor Beverwijk Maar de Lappen hebben radio en telefoons in hun tenten D' Kort en bondigj Nieuw systeem radio baken voor schepen Kort verhaal door Gerth van Zanten 11 Als aanvulling op de radio-navigatie Tedere banden tussen de speler en zijn lieflijk instrument ZATERDAG 11 JULI 1953 (Van onze correspondent le Stockholm) Het is voor een Nederlander soms wel erg moeilijk zich een voorstelling van de uitgestrektheid van Zweden te maken. Stockholm, dat een dagreis van Malmö ligt, is nog lang niet „het hoge Noorden", maar ligt pas op de helft. Van de Zweedse hoofdstad af is het nog eens 1500 km. sporen (dus net zo ver als van Stockholm nacir Amsterdam)om het gebied te bereiken dat door de Zweed „het hoge Noorden" wordt genoemd en waarvan ons reisverhaal vertelt. In één ruk brengen de Zweedse spoorwegen u van Stockholm naar de uitgestrekste stad ter wereld, die niet New York of Londen heet, maar Kiruna! De trein stopt er maar kort en terwijl u voor het kleinstedelijke stationshuisje nog even aan de nieuwe omgeving moet wennen, is hij al weer verder gerold. Maar het zal daarna nog twee uur duren voordat hij de stad, die niet meer dan 12.000 inwoners telt, weer heeft verlaten. De Zweden hebben geen andere mogelijkheid gezien om dit gebied administratief te beheren dan door het gehele, om Kiruna liggende terrein, in een gemeente onder te brengen, zodat Kiruna haast de oppervlakte van een kleine mogendheid kreeg. De enige bezienswaardigheid is er de Kirunavaara, de ijzerberg, waarvan het erts in plakken van de berg wordt gehaald. Fotograferen is er streng verboden. Pro ductiecijfers zullen de lezer weinig zeggen, maar men kan zich misschien toch een vage voorstelling van de gewonnen hoe veelheid maken, wanneer men weet, dat dag in, dag uit, om het uur, ertstreinen van 50 goederenwagens naar Narvik rollen, waar de Zweedse bodemschatten in de bui ken der wachtende schepen verdwijnen. De rails kraken onder hun zware last. Vooral het stuk, dat over de gletschers leidt en dan vlug neerdaalt naar de haven, heeft zwaar te lijden. Men denke alleen al aan de ruimte tussen de rails, die hier erg groot moet zijn, omdat 's zomers het kwik tot 3035 graden C. kan stijgen en het 't winters in de regel tot min 30 daalt. In Kiruna zelf wekken moderne huizen, goed- geklede burgers en met vele heerlijkheden volliggende étalages geenszins de indruk dat wij boven de Poolcirkel vertoeven. Waarom ook? De bewoners verdienen hier, zelfs voor Zweedse verhoudingen, erg goed: een twee talen sprekende steno typiste ongeveer 600 gulden per maand, een ijzererts-winnende arbeider 10.000 gul den per jaar en de timmerman en de met selaar het dubbele daarvan. En velen van hen maken een vacantieveisje naar Ame rika, wanneer zij het twee of drie jaar in het hoge Noorden hebben uitgehouden. Trouwens: het is bepaald niet plezierig om drie maanden geheel in het duister te zitten. En dat bij die verschrikkelijke koude. Als in Holland de tulpen zijn uitge bloeid, ligt daar boven nog sneeuw. Reisproblemen Er leven hier maar weinig mensen. Het Zweedse Lapland heeft een oppervlakte van 110.000 vierkante km (Holland nog geen 33.000) en wordt bewoond door 125.000 mensen. Ieder heeft dus haast een vier kante kilometer om zich te bewegen. Van deze uitgestrektheid kan de Neder lander zich nauwelijks een voorstelling maken. Er is een wandelweg, de Kunga- leden, die een lengte heeft van 350 km. Na een dagmars staat de wandelaar voor een huisje, dat hij gerust binnen mag gaan. Hij zal er een bed vinden en levensmiddelen, die hij in geval van nood mag gebruiken. Een telefoon staat eveneens tot zijn be schikking. Hij kan eventueel de in de om geving staande huisjes opbellen om te zien of meer mensen op stap zijn. In de omge ving wil dan zeggen: de huisjes, die op een afstand van 2050 km van hem vandaan liggen. Hier in de eenzaamheid is het goed contact met elkaar te onderhouden. Ten eerste is het van belang te weten in welke staat de door de Zweedse A.N.W.B., de Svenska Turistföreningen, onderhouden wegen verkeren, wegen die overigens soms zo smal zijn, dat aan fietsen niet kan wor den gedacht. En bovendien moet men met de andere wandelaars contact hebben om het overzetten te vergemakkelijken. Soms is het terrein zo wild, dat men zijn route namelijk over het water moet zoeken. En dat water omvat dan dikwijls meren van 50 en meer km lengte. Voor dat doel heeft de genoemde S.T.F. voor twee bootjes ge zorgd, die aan beide kanten van het meer liggen. Men mag er zonder meer gebruik van maken, maar het is een ongeschreven wet, dat na gebruik weer aan de twee kan ten een bootje ligt. Wie dus alleen is, zal eerst naar de overkant roeien en dan met het daar liggende bootje op sleeptouw de weg weer terugmaken, om tenslotte voor een derde keer koers naar de overkant te zetten. Dat is niet zo erg, als het maar over enkele honderden meters gaat. Wij spra ken echter iemand, die over een 10 km. lang meer moest en de afstand drie keer heeft afgelegd. Dit was niet nodig geweest als hij telefonisch iemand had kunnen be reiken, die de andere kant uit moest. De Lappen Temidden van de natuur ontdekt men af en toe een nederzetting der Lappen. Dit volkje, waarvan men de oorsprong nog niet geheel weet, bestaat in Zweden uit niet meer dan 9000 zielen. Velen hebben al de weg naar de steden gevonden, ande ren leven van de toeristen, zoals bij ons de Volendammers. Een groot gedeelte van hen blijft echter in de bossen wonen en leeft van de teelt van rendieren en de visvangst. Vraag hun echter niet, hoeveel beesten zij bezitten, want dat zou even onbehoorlijk zijn als de vraag aan uw buurman hoeveel hij op de bank heeft. De Lappen komen waarschijnlijk uit Mongolië, zijn klein van stuk, hebben zwart haar en houden van felle kleuren. Rok en blouse der vrouwen zijn rijk geborduurd. Geel, rood en blauw zijn haar liefste kleuren. De tunica der mannen is eveneens afgezet met borduur werk. Een rood-gele pompoen hangt soms van het hoofddeksel tot in het gezicht en zou de taak kunnen hebben de muggen te verjagen. Al te lange pompoeris zijn echter ook een teken, dat de drager toeristen- minded is en er niets op tegen heeft ge fotografeerd te worden. Probeer dit echter niet bij iedereen, want zij kunnen even kwaad worden als een ter kerke gaande Slaphorster. De kota, waarin zij leven, ziet er van buiten wel erg primitief uit. Het lijkt op een takkengevlecht, waarover dik mos ligt. Maar als men binnen eens een kijkje neemt, lijkt het er wat gezellig, en veel ruimer dan men had verwacht. Er staan zelfs een radio en een telefoon in, want de Lappen gaan, hoewel het een volk van nomaden is, met de tijd mee. Het nieuwste is, dat de mannen, die soms wekenlang met hun rendieren op stap zijn, voorzien wor den van.draadloze telefonie. Daardoor immers kan vaak worden voor komen dat de rendieren door wolven wor den overvallen of duizenden beesten te zwak ijs oversteken. Het is vooral de intellectuele Zweed, zo als de secretaris van de U.N.O., Dag Ham- marskjöld, die regelmatig de weg naar het hoge Noorden vindt. Hij loopt dan enige weken met een zware rugzak door het kreupelhout, stapt over stenen en wortels en voelt zich, ver van de civilisatie, weer echt mens worden. Ergens stoot hij dan wel weer op een stadje, zoals Abisko, waar hij in het enige hotel ter plaatse een bad kan nemen, het in depot gegeven pak weer aandoet en belooft, het volgend jaar terug te komen De eerste assistent-observator van de fi liaalinrichting Rotterdam van het K.N.M.I., de heer C. F. de Ronde, heeft voor een aan tal deskundigen, onder wie vertegenwoor digers van de Scheepvaartinspectie, het loodswezen en oud-gezagvoerders, een uit eenzetting gegeven van een door hem uit gedacht systeem voor navigatie van sche pen, dat hij wil zien als aanvulling op de radarnavigatie aan boord van schepen en langs de wal. Indien een schip in een nauw of bochtig vaarwater door mist wordt overvallen, wordt de radar te hulp geroepen. Als oud gezagvoerder was de heer De Ronde van oordeel, dat radar en andere electronische systemen niet nauwkeurig genoeg zijn. De tegenwoordige electronische hulpmiddelen bieden de gezagvoerder niet wat hij nodig heeft. Als aanvulling zag hij de oplossing in een zend- en ontvanginstallatie, waar van een prototype aanwezig was en dat in korte tijd kan worden vervaardigd. De kosten van de apparatuur noemde hij be trekkelijk gering. Men plaatst reflectoren, die gebundelde golven uitzenden in boch ten van nauwe rivieren of kanalen. Het schip, dat de golven via zijn installatie eveneens gebundeld ontvangt, moet in de richting van de zender varen. De zender zendt afwisselend een kort en een lang signaal uit. Het vaartuig, dat de goede koers vaart, zal nu een aaneengesloten ge luid moeten horen. Wijkt het van de vast gestelde lijn af, dus naar links of naar rechts, dan wordt of de korte uitgezonden geluidsstoot of de lange uitgezonden ge- luidsstoot ontvangen, zodat de gezagvoer der dan weet, dat hij zo moet manoeuvre ren, totdat hij wederom een aaneengeslo ten geluid hoort. Dan vaart hij weer in de goede koers. Voor de schepen die van tegengestelde richting komen, geldt dan een zelfde systeem. Bij bochten overlappen de geluidsgolven elkaar en daar deze de kapi tein bekend zijn, kan hij de volgende uit gezonden signalen opzoeken. De heer De Ronde meende, dat een der gelijk systeem ook gebruikt zou kunnen worden ten behoeve van de kustvisserij en de binnenvaart. Als iedere vuurtoren een dergelijke zender zou hebben en het uit te zenden signaal overeen zou komen met het karakter van het licht, dan zou een schip bij mist zijn positie kunnen bepalen ten opzichte van twee vuurtorens, bijvoorbeeld die van IJmuiden en Scheveningen. Hij meende verder, dat dit systeem ook in oorlogstijd grote voordelen zou bieden voor het binnenloodsen van marinevaartuigen, die dan hun eigen electronische navigatie middelen niet behoefden te gebruiken. De schepen zouden hun positie zodoende niet verraden en daar zij op bepaalde signalen zouden vertrouwen, zouden andere signalen uitgezonden kunnen worden om de vijand te misleiden. In Canada wordt reeds met een dergelijk systeem, zij het met enige afwijkingen, ge werkt. Een vaarwater zou eventueel, als bij de spoorwegen, in blokken kunnen wor den verdeeld. BURGERLIJKE STAND VAN VELSEN BEVALLEN: J. Crombeen-Hijnen, d., Bornstraat 3, Velsen-N.; G. Unij-Klein, z., Reggestraat 39, IJmuiden; M. T. Woord-de Vries, d„ Trompstraat 112, IJmuiden-O. G. C. Bouwens-Heuving, z„ Tussenbeeksweg 51, IJmuiden-O.; S. de Wit-de Vries, z., Vel- serduinweg 236, IJmuiden-O.; M. Ernens- Vis, z„ Tuindersstraat 79, IJmuiden-O. OVERLEDEN: J. Reek, 69 jr., echtgenoot van T. van Twuijver, Schulpweg 128B, Vel sen-N.; C. M. Portegijs, een maand, zoon van W. Portegijs en W. C. Kruitbosch, de Ruijterstraat 145, IJmuiden-O. ONDERTROUWD: A. Spaans, Graham- straat 2, IJmuiden en P. W. van der Pijl, Huijgensstraat 36. IJmuiden. Toek. adres: Dinkelstraat 5, IJmuiden. J. Quist, Kastan jestraat 3, IJmuiden-Oost en A. Lokhorst, Zeestraat 83, Beverwijk. Toek. adres: Kas tanjestraat 3, IJmuiden-O. H. O. Molenaar, Broekbergenlaan 20, Santpoort en M. H. Leering, Groeneweg 10, IJmuiden-O. A. van den Doel, de Ruijterstraat 194, IJmuiden-O. en C. Snijders, Huygensstraat 42, IJmuiden. C. P. van der Steen, Velserduinweg 181, IJmuiden-O. en C. Struijs, Olga van Götsch- laan 5, Santpoort. Toek. adres: Vleetstraat 40, IJmuiden. A. de Koning, Fahrenheit- straat 44, IJmuiden en W. M. Gorter, Sluis- eiland 21, IJmuiden. B. J. M. Kok, Acacia straat 22, IJmuiden-O. en C. C. Verduin, Wijk aan Zeeërweg 122, IJmuiden. Toek. adres: Acaciastraat 22, IJmuiden-O. A. W. Fröger, Kwekerslaan 9. Santpoort en C. Dekker, Kwekerslaan 9, Santpoort. Toek. adres: Kwekerslaan 9, Santpoort. B. Verkes, Kerkstraat 177, Gaanderen, Doetinchem en M. A. Poel, Bloemendaalsestraatweg 150, Santpoort. H. Schuurhuis, Kortenaerstraat 31, IJmui- den-O. en H. Nap, Rembrandtlaan 5, IJmui- den-O., t. a. Harddraverslaan 27, Santpoort. M. Jenninga, Kerkerinklaan 11, Santpoort en E. J. Wooldrik, Elferinkweg 189, En schedé, t. a. Radarstraat 100, IJmuiden. A. Timmer, Schulpweg 93. Velsen-N. en C. M. Post, Kerkpad 73, Santpoort, t. a. Wijker- straatweg 232, Velsen-N. „In vele vormen heb ik geleefd voor ik gestalte aannam...." Zong in de zesde eeuw de bard Taliesin uit Wales, maar hij had het ook kunnen zeggen van de clar sach, de kleine pedaalloze Scoto-Keltische harp. Inderdaad heeft hij vele gestalten ge kend, deze gracieuze verkleinde vorm van de grote harp: de rijk-geornamenteerde zes voet hoge Egyptische harpen van drie duizend jaar geleden, de Assyrische en Ba bylonische harpen met het klankbord bo ven inplaats van beneden, de bijna hoef ijzervormige Griekse Trigon, de laat-Ro- meinse harp met hals en wervels beneden, allen nog zonder voorzuil. En ten slotte de Ierse crott of eruit. Klein, vierkant, ar chaïsch van vorm, 50-75 centimeter hoog, evenals bij de Egyptenaren aan de gordel meegedragen, zoals de bekende Ullard- harp op het stenen kruis in Kilkenny (ne gende eeuw). Oorspronkelijk had de oude Ierse harp slechts luttele snaren. Zij werd reeds vier eeuwen voor Christus door dichters bezon gen. De Ierse chvotta is een langwerpig instrument met lange hals en zes snaren, bespeeld met een strijkstok, waardoor zij overeenkomst vertoont met een kleine viool. Deze overeenkomst wordt nog ver sterkt doordat de speler het instrument te gen de borst' laat steunen, de onderkant rustend op de knie of een lage tafel. De naanf van de Ierse timpan, eveneens be speeld met een plectrum of een strijkstok, is afgeleid van de trommelvormige klank bodem. Dit instrument is nauw verwant aan de driesnarige lier. Typerend voor alle zeer oude harpen is dat er in de oudste manuscripten steeds sprake is van slechts drie snaren: zilver, brons en ijzer. In oeroude tijden dichtte men iedere snaar een deugd toe, zoals moed, vrolijk heid of zachtheid. Volgens de Bijbel schijnt E OUDE HEER STEVENS van de dierenhandel Stevens en Co. keek ver legen glimlachend naar de platina-blonde schoonheid, die zo juist zijn winkel was binnen gestapt. „Ik wil een pekingeesje in de kleur van mijn mantelpak", had zij gezegd. Dat costuum was helgroen gekleurd en nog nooit, nooit nooit had de oude heer Ste vens een helgroene pekingees gezien. Hij zei voorzichtig: „Die hebben we niet in voorraad, mevrouw. Ik denk ook niet, dat ik die zal kunnen besleiien". „Maar mijn vriendin heeft een bruine bontmantel en een pekingeesje, dat er pre cies bij past", riep de jongedame veronge lijkt uit. „Als er bruine hondjes zijn, waar om dan geen groene? Ik wil er een heb ben, begrijpt u?! Ik wil mijn vriendin razend jaloers maken. En wat de kosten betreft, maakt u zich geen zorgen", zei zij met een effen gezicht. „Ik ben Pamela Vandenberg uit New York. Misschien kunt u een beetje haast maken, want we ver trekken morgenmiddag om twaalf uur van Schiphol". De oude heer Stevens boog vriendelijk, maar hij verwenste het kind hartgrondig. Wat moet je nu met zoiets beginnen? Het is natuurlijk een mooie bestelling voor je zaak, want alle kranten schrijven over de Vandenbergs en dus zeker over de groene pekingees van Pamela. Maar hoe in he melsnaam.De heer Stevens keek op zijn horloge. Nog meer dan vierentwintig uur om het beest aan het hötel af te leve ren. Dan maar snel alle grote dierenhan delaren opgebeld. De oude heer liep de volgende morgen in een gedrukte stemming over straat. Hij dacht nog met weemoed aan al die ver geefse telefoontjes. Wat een kosten voor niets! Maar wat liep daar aan de overkant van de straat? Een lange, statige man met een witte sik, deftig in het zwart gekleed. Aan de riem hield hijeen groene pekingees. Zonder zich om het verkeer te bekommeren stak de heer Stevens over. „Stop!" riep hij, met zijn wandelstok zwaaiend. „Stopt u even!" Hij knielde dankbaar neer bij het kleine, venijnig blaffende groentje. „Hoeveel?" vroeg hij. „Wat is uw prijs?" Hij was volkomen de kluts kwijt. Maar de heer met de sik begreep hem niet, wilde doorlopen. „Aha....," zei hij toen plotse ling. „U hebt zich zeker ook gespeciali seerd in de leer van Darwin. Ik wil u wel een paar interessante proeven laten zien in mijn laboratorium. Mijn naam is Hofman. Professor Hofman". „Die kleur", hijgde Stevens. „Die kleur. „Inderdaad, het is wel een beetje een miskleur. Maar het gaat mij om zijn af komst, waarde heer. Ik heb zijn hele stamboom bestudeerd. Bijzonder interes sant. Bijzonder „Ik hoop hem", schreeuwde de oude heer Stevens. „Wat moet ie kosten?" Nu begon professor Hofman toch beden kelijk te kijken. „Nee.nee, dat kan ik niet doen. Het onderzoek heeft mij duizenden gekost. F ie hond is voor mij niet belangrijk, die fond is niet meer dan een object, maar ik 'ióei nu de verdere ontwikkeling van dit ge slacht blijven volgen". De oude heer Stevens snikte zachtjes. „Een heel asyl krijgt u honden, katten, vogels. Professor Hofman voelde zich in zijn waardigheid bedreigd. Koeltjes zei hij: „Ik geloof dat wij elkaar niet begrijpen, me neer. Het spijt me. Goedenmorgen". Hij nam zijn hoed af en liep door. De heer Stevens greep hem bij de arm. „Ik begrijp u uitstekend, professor. Ik vind dat heel interessant over uw stamboom over de stamboom van dit groentje. Maar ik wil de hond kopen. Is duizend gulden genoeg?" „Meneer", zei de professor. „U verveelt me. Geld interesseert me niet. Ik werk met subsidies. En mijn onderzoek is te kostbaar om zomaar verstoord te worden". „Dan geef ik u een schadevergoeding van vijfduizend gulden". Hoofdschuddend wilde Hofman doorlopen, toen hij de heer Stevens „vijftienduizend!" hoorde zeggen. „Dat kunt u niet menen!" riep Hofman uit. „Ik zou met vijftienduizend ruim schoots beloond zijn, maar u maakt zeker een grapje". „Ik ben nooit ernstiger geweest!" Hij greep Hofman bij de arm en riep een taxi. Een half uur later stond de oude heei Stevens in de ruime hall van het hotel Hij vroeg naar Pamela Vandenberg. Er kwam een dikke man op hem toe. De man vi-oeg bars: „Wat wilt u van mijn dochtertje?" „Ik heb de hond!" gilde de oude heer Stevens. Met horten en stoten vertelde hij de geschiedenis, die er aan vast zat. De millionnair viel op een stoel neer van het lachen. „Wie had dat gedacht van een kind van tien jaar!" brulde hij. „Tien jaar?" vroeg de oude dierenhan delaar verrast. „Oh nee, zij was even in de twintig. „Spijt me", zei Vandenberg. „Heb maar één dochter!" Geen minuut later stormde de oude heer Stevens de Nationale Bank binnen. Zijn chèque was uitbetaald aan een statige man met een witte sik, vergezeld door een platina-blonde schoonheid in een helgroen mantelpak. (Nadruk verboden) de harp gebruikt te zijn bij het profeteren. Ook in de Keltische legenden wordt de harp voor magische doeleinden gebruikt. Vijanden worden door harpspel in hypno tische slaap gedompeld, anderen weerloos gemaakt door hen uren te laten schreien. Figuren op voorzuil en hals der harp wor den tot leven gewekt door de harpspeler: beren, wolfshonden en slangen. Zij om singelen het slachtoffer en doden hem. Doch ook een lieflijker aspect treft ons: de grote liefde, de diepe tederheid als voor een geliefde vrouw of schuldeloos kind, die harpspeler en harp bindt. Deze wissel werking: liefde van de speler, beantwoord door aanhankelijkneid van het instrument, is één der meest aantrekkelij'ke eigen schappen dezer legendarische verhalen. Koningen, barden en kerkvorsten be speelden haar van de zesde tot de twaalfde eeuw, tot op een Feis (bijeenkomst) in Tara's hallen in een fel-dramatische bot sing tussen kerkelijk en wereldlijk gezag in de personen van Koning Dermot Mac- Fergus Opperste Heerser van Ierland en de Heilige Ruadhan van Lorrha, de laat ste een banvloek uitsprak van welhaast visionnaire kracht. Nimmer zou de harp meer in Tara's hal worden gehoord. In de achtste eeuw deed de Schotse clarsach haar intrede, forser van bouw, maar toch nog altijd niet groter dan 7899 centimeter met 2830 soms zelfs met 46 snaren. Ko ninklijke en prinselijke handen bespeelden haar in het bloeitijdperk van de twaalfde tot de zestiende eeuw: Hendrik V, Hendrik VIII, de Schotse James IV. Ieder hoofd van betekenis, iedere hertog had zijn bard. Clarsachs ontbraken nooit in welke hof houding dan ook. Vroeger werd uitsluitend op staalsnaren gespeeld. Deze vragen een geheel andere techniek dan darmsnaren en worden onder meer met de nagels getokkeld. James IV van Schotland die de luit goed bespeelde, zou niet behoorlijk de met staalsnaren be spannen clarsach hebben kunnen bespelen. Aan werkelijk antieke harpen rest ons helaas niets meer tenzij men de reusachtige Ierse bogs (moerassen) zou kunnen droog- malen, want deze vormen een onuitputte lijke folkloristische en ethnologische voor raadschuur. De stem der Hooglanden In 1900 werd in de provincie Limerick een duizendjarige harp opgegraven, die volgens ooggetuigen geheel afwijkend van vorm was, met slechts drie snaren. Voor dat men haar echter in veiligheid kon brengen werd zij door een onverlaat van een dienstmaagd in stukjes gehakt om er haar potje op te koken. De drie oudste ons in West-Europa res- „Opwaarts" zonder voorzitter De R.K. toneelvereniging „Opwaarts" is thans zonder voorzitter, daar de heer A. P. van Haagen wegens drukke werkzaam heden voor deze functie heeft moeten be danken. De Kungaleden, een „wandelweg" van 350 km. Een Lappenfamilie. Oude Ierse harp aanwezig in de bibliotheek van het Trinity College te Durbin. terende harpen zijn de beroemde Ierse Ko ningsharp, ten onrechte aan Brian Bo- roimhne toegeschreven (dertiende of veer tiende eeuw) in het Trinity College te Dublin, de Lamont Clarsach (1464) en de Queen Mary (zestiende eeuw), beide in het museum van oudheden te Edinburgh. In de negentiende eeuw heeft de moderne clarsach de hoogte van 1.03 meter. Het klankbord, geheel vlak bij de oude harpen, vertoont thans een flauwe welving naar het midden, de klankgaten zijn naar ach teren verplaatst. Clarsachs door Morley (London) gebouwd zijn lichter, die door Briggs (Glasgow) vervaardigd zwaarder van bouw. De eerste hebben 29, de laatste 31 snaren. Doch onderling vertonen beide typen nog heel wat verschillen in grootte, plaatsing der klankgaten en stemhaken. Tegenwoordig wordt bijna alleen op darmsnaren (catgut) gespeeld, behalve de laatste vijf bassnaren, welke van staal zijn, al dan niet met zijde omwoeld of met koperdraad. Slechts een enkele prefereert naar oude wijze op een geheel met staal draad bespannen clarsach te spelen, ge woonlijk op de bardische wijze, de harp links op de schouder steunende inplaats van rechts, zoals thans meer gebruikelijk is. Stemhaken ontbreken bij dit type ge heel. De meeste clarsachs staan in Es grote terts (de oudere types in C, soms in D) en zijn diatonisch gestemd. Moduleren naar een andere toonsoort geschied (bij het moderne type althans door middel van een rij koperen stemhaken in de hals, die door een kleine vingerbeweging elke snaar met een halve toon verhogen. De snaren lopen over kleine koperen bruggen naar sterke, ijzeren wervels welke door de hals gestoken zijn. Alle F-snaren zijn donker, alle C's daarentegen helrood gekleurd. Stemmen geschiedt door middel van een sleutel welke iedere clarsachspeler als het hoogste goed beschouwt, want zonder deze sleutel is de gehele harp waardeloos. Streng gereglementeerde wetten over deze sleutels komen reeds in de vijfde eeuw na Christus voor in het Seanchus Mor. Zij is als de stem der Hooglanden zelf, deze kleine, sierlijke harp: argeloos en primitief. Op een oud orgel te Kenmore komen de volgende woorden voor van John Campbell of Ledaig, woorden die een weerklank moge vinden in de harten van allen die Vrouwe Musica eren en dienen: Thig crioch air an t-saoghal, ach mairidh goal is ceol, hetgeen wil zegen: Een einde moge komen aan de wereld, doch liefde en muziek zullen (eeuwig) blijven be staan. LUC MONTIGNY. BINNENLAND De minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, de heer S. L. Mansholt, heeft Vrijdag een bezoek gebracht aan het eiland Goeree Overflakkce. Hij heeft de stand van de gewassen in ogenschouw ge nomen in het overstroomde gebied en ge confereerd met de afdelingsbesturen van de diverse landbouworganisaties op het eiland, waarbij allerlei wensen te berde werden gebracht. Het Nederlands Bureau voor Werk kampen in het Buitenland, dat zich ten doel stelt aan jongeren tussen circa 16 en 30 jaar voorlichting te geven over en bemiddeling te verlenen voor werkkampen in het bui tenland, heeft zijn buitenlandse relaties aan zienlijk uitgebreid. Deze omvatten thans werkkamporganisaties in bijna alle West- Europese landen van Finland tot Joegosla vië. Het ligt in de bedoeling ook in Neder land enkele kampen te organiseren, speciaal in het rampgebied. Wegens financiële moeilijkheden zullen de restauratiewerkzaamheden aan de Martini kerk te Bolsward, die op 1 Januari waren gestaakt, niet worden hervat. Voorlopig zal dit historische kerkgebouw voor de eredienst en voor culturele manifestaties onbruikbaar zijn. De opgravingen in de kerk zijn geëin digd. Zij hebben niet het resultaat gehad, dat men er van had verwacht. De Bond van Nederlandse amateur- gidsen met de lange naam B. B. T. B. B. A.: Bond ter Behartiging van Toeristische Belan gen van Buitenlandse Automobilisten, bestaat op 15 Juli 20 jaar. De organisatie werd te Utrecht opgericht door enige jongelieden, die van mening waren dat de buitenlandse toe rist ieder contact miste met datgene wat werkelijk kenmerkend voor Nederland is. Ongeveer 200 amateurgidsen, verdeeld over 13 steden, zijn thans aan het werk om in hun vrije tijd de belangen van de buitenlanders te dienen. Dr. ir. A. M. Haas wordt per 1 Septem ber hoogleraar in gewapend betonbouw aan de Technische Hogeschool te Delft. Hij zal prof. ir. J. A. Bakker, die 70 jaar is gewor den, opvolgen. In 1948 promoveerde ir. Haas te Delft op een proefschrift over paddestoel constructie in betonvloeren. Dit werk trok sterk de aandacht van wetenschappelijke kringen. Wegens zijn benoeming tot hoog leraar heeft hij als directeur van de Neder landse Aannemersmij. ontslag genomen. Deskundigen uit twintig Europese lan den zullen zich van 20 tot 22 Juli in Londen beraden over de vraag, in hoeverre de radio als voorlichtingsmiddel een wezenlijke bij drage kan vormen tot de verhoging van de productiviteit van de landbouw. Voor Neder land nemen aan de besprekingen deel de heer H. L. Groenendijk van het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en W. J. F. van Eyck van de Stichting voor de Landbouw. De bouw van Laboratoria voor weg- en waterbouwkunde en een laboratorium voor grondmechanica te Delft is gegund aan de Nederlandse Maatschappij voor Havenwerken N.V. te Amsterdam voor 1.255.300. Het gebouw Alexanderstraat 2 in Den Haag, dat is vrijgekomen doordat het kantoor van de gemeente-ontvanger gehuisvest werd in het nieuwe stadhuis, is geopend als zetel van instellingen op internationaal gebied Het Nederlands Genootschap voor Internatio nale Zaken, de Nederlandse Raad der Euro pese Beweging, de Beweging der Europese Federalisten, de Contactgroep voor Vrouwen der Europese Beweging, de redactie van het maandblad „Nieuw Europa", de Nederlandse Inlichtingendienst voor de U. N. O., de Ver eniging voor Internationale Rechtsorde en de Coördinatiecommissie voor culturele be trekkingen met Duitsland. HAARLEM EN OMGEVING Mejuffrouw C. van Oers te Haarlem is benoemd tot onderwijzeres aan een lagere school te Ede. Mejuffrouw F. L. Th. Selling te Haar lem is benoemd tot onderwijzeres aan de christelijke school te Schoonebeek. De heer W. Cuperus te Den Haag is be noemd tot onderwijzer aan de Kon. Wilhel- minaschool te Haarlem. De heer A. Kalkman, chef-vakman van telefoondistrict Haarlem, herdenkt op 15 Juli de dag dat hij voor veertig jaar bij P.T.T, in dienst trad. Na veertig dienstjaren is de heer J. Schreuder, besteller eerste klasse P.T.T. te Haarlem, eervol ontslag verleend. De heer J. de Waard, hoofdcontroleur ter belastinginspectie Haarlem, gedenkt op 16 Juli a.s. ziin zilveren ambtsjubileum. Aan de heer J. Ilesker, hoofdemployë eerste klasse P.T.T. te Haarlem, is per 1 September eervol ontslag verleend. Aan de heer H. W. Handgraaf, monteur eerste klasse P.T.T. te Haarlem, is eervol ontslag verleend. De heer P. Lalleman, referendaris twee de klas P.T.T. te Haarlem, is benoemd tot referendaris aldaar. Wegens de functie van dr. A. J. Rasker als assessor (tweede voorzitter) van de Sy node der Nederlands Hervormde Kerk is in wiikgemeente III van die kerk te Haarlem een hulpprediker benoemd. Tot 1 October is dat ds. W. J. van Elden, daarna dr. J. C. Roose. emeritus-predikant te Groningen. De heer Lefeber, dirigent van de R.K. Harmonie „Euphonia", heeft na ruim 32 jaar zijn beste krachten aan de harmonie te heb ben gegeven, zijn taak overgedragen aan de heer .T. Wildschut. B. en W. van Haarlem stellen de raad voor negenduizend gulden beschikbaar te stellen voor het vernieuwen van de Barten- brug te Hillegom. Ongeveer 130 leidinggevende Haarlem se gemeente-ambtenaren hebben een cursus bedriifskadertraining gevolgd in de Dag- openluchtschool. B. en W. komen nu met de rekening bij de raad: 12.800 gulden. De stu- dietoelagenverordening zal voor 1953 f 3.500 vergen. Voor de onteigening van enige perce len weiland ten Westen van de Delft en ten Noorden van de (verlengdel Orionweg - de plaats waar in de toekomst een sportcen trum is geprojecteerd - vragen B. en W. een bedrag van ruim 47 mille. Vrijdagmorgen is het tweejarig meisje Elsje Claudius, wonende Van 't Hoffstraat, in een sloot achter deze straat gevallen. Me vrouw A. C. Wedekind heeft zich in de een meter diepe sloot begeven en het meisje op het droge gebracht. Aan de T.M.S. „Teclinioum" te Rotter dam is met lof geslaagd voor het examen voor werktuigkundig constructeur, de heer J. S. Baumann uit Haarlem. ZATERDAG 11 JULI „Een Kennemer Theater, 7 en 9.15 uur: koningin is gekroond". Luxor-theater, 7 en 9.15 uur: „Bureau Zedenpolitie". W. B.-theater, 8 uur: „De grote mijnramp". ZONDAG 12 JULI Kennemer Theater, 2.30, 4.30, 7 en 9.15 u.: „Een koningin is gekroond"! Luxor-theater, 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur: „Bureau Zedenpolitie". W. B.-theatër, 2.30 uur: „Robin Hood van Texas"; 4.30 en 8 uur: „De grote mijn ramp".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 9