Noord-Zweden, land van
afstanden en eenzaamheid
Clarsach of Keltische harp
De groene hond
Agenda voor
Beverwijk
Maar de Lappen hebben radio
en telefoons in hun tenten
D'
Kort en
bondigj
Nieuw systeem radio
baken voor schepen
Kort verhaal door Gerth van Zanten
11
Als aanvulling op de
radio-navigatie
Tedere banden tussen de
speler en zijn lieflijk
instrument
ZATERDAG 11 JULI 1953
(Van onze correspondent le Stockholm)
Het is voor een Nederlander soms wel erg moeilijk zich een voorstelling van de
uitgestrektheid van Zweden te maken. Stockholm, dat een dagreis van Malmö ligt,
is nog lang niet „het hoge Noorden", maar ligt pas op de helft. Van de Zweedse
hoofdstad af is het nog eens 1500 km. sporen (dus net zo ver als van Stockholm nacir
Amsterdam)om het gebied te bereiken dat door de Zweed „het hoge Noorden" wordt
genoemd en waarvan ons reisverhaal vertelt.
In één ruk brengen de Zweedse spoorwegen u van Stockholm naar de uitgestrekste
stad ter wereld, die niet New York of Londen heet, maar Kiruna! De trein stopt er
maar kort en terwijl u voor het kleinstedelijke stationshuisje nog even aan de nieuwe
omgeving moet wennen, is hij al weer verder gerold. Maar het zal daarna nog twee
uur duren voordat hij de stad, die niet meer dan 12.000 inwoners telt, weer heeft
verlaten.
De Zweden hebben geen andere mogelijkheid gezien om dit gebied administratief te
beheren dan door het gehele, om Kiruna liggende terrein, in een gemeente onder
te brengen, zodat Kiruna haast de oppervlakte van een kleine mogendheid kreeg.
De enige bezienswaardigheid is er de
Kirunavaara, de ijzerberg, waarvan het
erts in plakken van de berg wordt gehaald.
Fotograferen is er streng verboden. Pro
ductiecijfers zullen de lezer weinig zeggen,
maar men kan zich misschien toch een
vage voorstelling van de gewonnen hoe
veelheid maken, wanneer men weet, dat
dag in, dag uit, om het uur, ertstreinen
van 50 goederenwagens naar Narvik rollen,
waar de Zweedse bodemschatten in de bui
ken der wachtende schepen verdwijnen.
De rails kraken onder hun zware last.
Vooral het stuk, dat over de gletschers
leidt en dan vlug neerdaalt naar de haven,
heeft zwaar te lijden. Men denke alleen al
aan de ruimte tussen de rails, die hier erg
groot moet zijn, omdat 's zomers het kwik
tot 3035 graden C. kan stijgen en het
't winters in de regel tot min 30 daalt. In
Kiruna zelf wekken moderne huizen, goed-
geklede burgers en met vele heerlijkheden
volliggende étalages geenszins de indruk
dat wij boven de Poolcirkel vertoeven.
Waarom ook? De bewoners verdienen hier,
zelfs voor Zweedse verhoudingen, erg
goed: een twee talen sprekende steno
typiste ongeveer 600 gulden per maand,
een ijzererts-winnende arbeider 10.000 gul
den per jaar en de timmerman en de met
selaar het dubbele daarvan. En velen van
hen maken een vacantieveisje naar Ame
rika, wanneer zij het twee of drie jaar in
het hoge Noorden hebben uitgehouden.
Trouwens: het is bepaald niet plezierig
om drie maanden geheel in het duister te
zitten. En dat bij die verschrikkelijke
koude. Als in Holland de tulpen zijn uitge
bloeid, ligt daar boven nog sneeuw.
Reisproblemen
Er leven hier maar weinig mensen. Het
Zweedse Lapland heeft een oppervlakte
van 110.000 vierkante km (Holland nog
geen 33.000) en wordt bewoond door 125.000
mensen. Ieder heeft dus haast een vier
kante kilometer om zich te bewegen.
Van deze uitgestrektheid kan de Neder
lander zich nauwelijks een voorstelling
maken. Er is een wandelweg, de Kunga-
leden, die een lengte heeft van 350 km. Na
een dagmars staat de wandelaar voor een
huisje, dat hij gerust binnen mag gaan. Hij
zal er een bed vinden en levensmiddelen,
die hij in geval van nood mag gebruiken.
Een telefoon staat eveneens tot zijn be
schikking. Hij kan eventueel de in de om
geving staande huisjes opbellen om te zien
of meer mensen op stap zijn. In de omge
ving wil dan zeggen: de huisjes, die op een
afstand van 2050 km van hem vandaan
liggen. Hier in de eenzaamheid is het goed
contact met elkaar te onderhouden. Ten
eerste is het van belang te weten in welke
staat de door de Zweedse A.N.W.B., de
Svenska Turistföreningen, onderhouden
wegen verkeren, wegen die overigens soms
zo smal zijn, dat aan fietsen niet kan wor
den gedacht. En bovendien moet men met
de andere wandelaars contact hebben om
het overzetten te vergemakkelijken. Soms
is het terrein zo wild, dat men zijn route
namelijk over het water moet zoeken. En
dat water omvat dan dikwijls meren van
50 en meer km lengte. Voor dat doel heeft
de genoemde S.T.F. voor twee bootjes ge
zorgd, die aan beide kanten van het meer
liggen. Men mag er zonder meer gebruik
van maken, maar het is een ongeschreven
wet, dat na gebruik weer aan de twee kan
ten een bootje ligt. Wie dus alleen is, zal
eerst naar de overkant roeien en dan met
het daar liggende bootje op sleeptouw de
weg weer terugmaken, om tenslotte voor
een derde keer koers naar de overkant te
zetten. Dat is niet zo erg, als het maar over
enkele honderden meters gaat. Wij spra
ken echter iemand, die over een 10 km.
lang meer moest en de afstand drie keer
heeft afgelegd. Dit was niet nodig geweest
als hij telefonisch iemand had kunnen be
reiken, die de andere kant uit moest.
De Lappen
Temidden van de natuur ontdekt men
af en toe een nederzetting der Lappen. Dit
volkje, waarvan men de oorsprong nog
niet geheel weet, bestaat in Zweden uit
niet meer dan 9000 zielen. Velen hebben
al de weg naar de steden gevonden, ande
ren leven van de toeristen, zoals bij ons de
Volendammers. Een groot gedeelte van hen
blijft echter in de bossen wonen en leeft
van de teelt van rendieren en de visvangst.
Vraag hun echter niet, hoeveel beesten zij
bezitten, want dat zou even onbehoorlijk
zijn als de vraag aan uw buurman hoeveel
hij op de bank heeft. De Lappen komen
waarschijnlijk uit Mongolië, zijn klein van
stuk, hebben zwart haar en houden van
felle kleuren. Rok en blouse der vrouwen
zijn rijk geborduurd. Geel, rood en blauw
zijn haar liefste kleuren. De tunica der
mannen is eveneens afgezet met borduur
werk. Een rood-gele pompoen hangt soms
van het hoofddeksel tot in het gezicht en
zou de taak kunnen hebben de muggen te
verjagen. Al te lange pompoeris zijn echter
ook een teken, dat de drager toeristen-
minded is en er niets op tegen heeft ge
fotografeerd te worden. Probeer dit echter
niet bij iedereen, want zij kunnen even
kwaad worden als een ter kerke gaande
Slaphorster.
De kota, waarin zij leven, ziet er van
buiten wel erg primitief uit. Het lijkt op
een takkengevlecht, waarover dik mos ligt.
Maar als men binnen eens een kijkje
neemt, lijkt het er wat gezellig, en veel
ruimer dan men had verwacht. Er staan
zelfs een radio en een telefoon in, want
de Lappen gaan, hoewel het een volk van
nomaden is, met de tijd mee. Het nieuwste
is, dat de mannen, die soms wekenlang met
hun rendieren op stap zijn, voorzien wor
den van.draadloze telefonie.
Daardoor immers kan vaak worden voor
komen dat de rendieren door wolven wor
den overvallen of duizenden beesten te
zwak ijs oversteken.
Het is vooral de intellectuele Zweed, zo
als de secretaris van de U.N.O., Dag Ham-
marskjöld, die regelmatig de weg naar het
hoge Noorden vindt. Hij loopt dan enige
weken met een zware rugzak door het
kreupelhout, stapt over stenen en wortels
en voelt zich, ver van de civilisatie, weer
echt mens worden. Ergens stoot hij dan
wel weer op een stadje, zoals Abisko, waar
hij in het enige hotel ter plaatse een
bad kan nemen, het in depot gegeven pak
weer aandoet en belooft, het volgend jaar
terug te komen
De eerste assistent-observator van de fi
liaalinrichting Rotterdam van het K.N.M.I.,
de heer C. F. de Ronde, heeft voor een aan
tal deskundigen, onder wie vertegenwoor
digers van de Scheepvaartinspectie, het
loodswezen en oud-gezagvoerders, een uit
eenzetting gegeven van een door hem uit
gedacht systeem voor navigatie van sche
pen, dat hij wil zien als aanvulling op de
radarnavigatie aan boord van schepen en
langs de wal.
Indien een schip in een nauw of bochtig
vaarwater door mist wordt overvallen,
wordt de radar te hulp geroepen. Als oud
gezagvoerder was de heer De Ronde van
oordeel, dat radar en andere electronische
systemen niet nauwkeurig genoeg zijn. De
tegenwoordige electronische hulpmiddelen
bieden de gezagvoerder niet wat hij nodig
heeft. Als aanvulling zag hij de oplossing
in een zend- en ontvanginstallatie, waar
van een prototype aanwezig was en dat
in korte tijd kan worden vervaardigd. De
kosten van de apparatuur noemde hij be
trekkelijk gering. Men plaatst reflectoren,
die gebundelde golven uitzenden in boch
ten van nauwe rivieren of kanalen. Het
schip, dat de golven via zijn installatie
eveneens gebundeld ontvangt, moet in de
richting van de zender varen. De zender
zendt afwisselend een kort en een lang
signaal uit. Het vaartuig, dat de goede
koers vaart, zal nu een aaneengesloten ge
luid moeten horen. Wijkt het van de vast
gestelde lijn af, dus naar links of naar
rechts, dan wordt of de korte uitgezonden
geluidsstoot of de lange uitgezonden ge-
luidsstoot ontvangen, zodat de gezagvoer
der dan weet, dat hij zo moet manoeuvre
ren, totdat hij wederom een aaneengeslo
ten geluid hoort. Dan vaart hij weer in de
goede koers. Voor de schepen die van
tegengestelde richting komen, geldt dan een
zelfde systeem. Bij bochten overlappen de
geluidsgolven elkaar en daar deze de kapi
tein bekend zijn, kan hij de volgende uit
gezonden signalen opzoeken.
De heer De Ronde meende, dat een der
gelijk systeem ook gebruikt zou kunnen
worden ten behoeve van de kustvisserij en
de binnenvaart. Als iedere vuurtoren een
dergelijke zender zou hebben en het uit te
zenden signaal overeen zou komen met het
karakter van het licht, dan zou een schip
bij mist zijn positie kunnen bepalen ten
opzichte van twee vuurtorens, bijvoorbeeld
die van IJmuiden en Scheveningen. Hij
meende verder, dat dit systeem ook in
oorlogstijd grote voordelen zou bieden voor
het binnenloodsen van marinevaartuigen,
die dan hun eigen electronische navigatie
middelen niet behoefden te gebruiken. De
schepen zouden hun positie zodoende niet
verraden en daar zij op bepaalde signalen
zouden vertrouwen, zouden andere signalen
uitgezonden kunnen worden om de vijand
te misleiden.
In Canada wordt reeds met een dergelijk
systeem, zij het met enige afwijkingen, ge
werkt. Een vaarwater zou eventueel, als
bij de spoorwegen, in blokken kunnen wor
den verdeeld.
BURGERLIJKE STAND VAN VELSEN
BEVALLEN: J. Crombeen-Hijnen, d.,
Bornstraat 3, Velsen-N.; G. Unij-Klein, z.,
Reggestraat 39, IJmuiden; M. T. Woord-de
Vries, d„ Trompstraat 112, IJmuiden-O. G.
C. Bouwens-Heuving, z„ Tussenbeeksweg
51, IJmuiden-O.; S. de Wit-de Vries, z., Vel-
serduinweg 236, IJmuiden-O.; M. Ernens-
Vis, z„ Tuindersstraat 79, IJmuiden-O.
OVERLEDEN: J. Reek, 69 jr., echtgenoot
van T. van Twuijver, Schulpweg 128B, Vel
sen-N.; C. M. Portegijs, een maand, zoon
van W. Portegijs en W. C. Kruitbosch, de
Ruijterstraat 145, IJmuiden-O.
ONDERTROUWD: A. Spaans, Graham-
straat 2, IJmuiden en P. W. van der Pijl,
Huijgensstraat 36. IJmuiden. Toek. adres:
Dinkelstraat 5, IJmuiden. J. Quist, Kastan
jestraat 3, IJmuiden-Oost en A. Lokhorst,
Zeestraat 83, Beverwijk. Toek. adres: Kas
tanjestraat 3, IJmuiden-O. H. O. Molenaar,
Broekbergenlaan 20, Santpoort en M. H.
Leering, Groeneweg 10, IJmuiden-O. A. van
den Doel, de Ruijterstraat 194, IJmuiden-O.
en C. Snijders, Huygensstraat 42, IJmuiden.
C. P. van der Steen, Velserduinweg 181,
IJmuiden-O. en C. Struijs, Olga van Götsch-
laan 5, Santpoort. Toek. adres: Vleetstraat
40, IJmuiden. A. de Koning, Fahrenheit-
straat 44, IJmuiden en W. M. Gorter, Sluis-
eiland 21, IJmuiden. B. J. M. Kok, Acacia
straat 22, IJmuiden-O. en C. C. Verduin,
Wijk aan Zeeërweg 122, IJmuiden. Toek.
adres: Acaciastraat 22, IJmuiden-O. A. W.
Fröger, Kwekerslaan 9. Santpoort en C.
Dekker, Kwekerslaan 9, Santpoort. Toek.
adres: Kwekerslaan 9, Santpoort. B. Verkes,
Kerkstraat 177, Gaanderen, Doetinchem en
M. A. Poel, Bloemendaalsestraatweg 150,
Santpoort.
H. Schuurhuis, Kortenaerstraat 31, IJmui-
den-O. en H. Nap, Rembrandtlaan 5, IJmui-
den-O., t. a. Harddraverslaan 27, Santpoort.
M. Jenninga, Kerkerinklaan 11, Santpoort
en E. J. Wooldrik, Elferinkweg 189, En
schedé, t. a. Radarstraat 100, IJmuiden. A.
Timmer, Schulpweg 93. Velsen-N. en C. M.
Post, Kerkpad 73, Santpoort, t. a. Wijker-
straatweg 232, Velsen-N.
„In vele vormen heb ik geleefd voor ik
gestalte aannam...." Zong in de zesde
eeuw de bard Taliesin uit Wales, maar hij
had het ook kunnen zeggen van de clar
sach, de kleine pedaalloze Scoto-Keltische
harp. Inderdaad heeft hij vele gestalten ge
kend, deze gracieuze verkleinde vorm van
de grote harp: de rijk-geornamenteerde
zes voet hoge Egyptische harpen van drie
duizend jaar geleden, de Assyrische en Ba
bylonische harpen met het klankbord bo
ven inplaats van beneden, de bijna hoef
ijzervormige Griekse Trigon, de laat-Ro-
meinse harp met hals en wervels beneden,
allen nog zonder voorzuil. En ten slotte de
Ierse crott of eruit. Klein, vierkant, ar
chaïsch van vorm, 50-75 centimeter hoog,
evenals bij de Egyptenaren aan de gordel
meegedragen, zoals de bekende Ullard-
harp op het stenen kruis in Kilkenny (ne
gende eeuw).
Oorspronkelijk had de oude Ierse harp
slechts luttele snaren. Zij werd reeds vier
eeuwen voor Christus door dichters bezon
gen. De Ierse chvotta is een langwerpig
instrument met lange hals en zes snaren,
bespeeld met een strijkstok, waardoor zij
overeenkomst vertoont met een kleine
viool. Deze overeenkomst wordt nog ver
sterkt doordat de speler het instrument te
gen de borst' laat steunen, de onderkant
rustend op de knie of een lage tafel. De
naanf van de Ierse timpan, eveneens be
speeld met een plectrum of een strijkstok,
is afgeleid van de trommelvormige klank
bodem. Dit instrument is nauw verwant
aan de driesnarige lier.
Typerend voor alle zeer oude harpen is dat
er in de oudste manuscripten steeds sprake
is van slechts drie snaren: zilver, brons en
ijzer. In oeroude tijden dichtte men iedere
snaar een deugd toe, zoals moed, vrolijk
heid of zachtheid. Volgens de Bijbel schijnt
E OUDE HEER STEVENS van de
dierenhandel Stevens en Co. keek ver
legen glimlachend naar de platina-blonde
schoonheid, die zo juist zijn winkel was
binnen gestapt.
„Ik wil een pekingeesje in de kleur van
mijn mantelpak", had zij gezegd. Dat
costuum was helgroen gekleurd en nog
nooit, nooit nooit had de oude heer Ste
vens een helgroene pekingees gezien. Hij
zei voorzichtig: „Die hebben we niet in
voorraad, mevrouw. Ik denk ook niet, dat
ik die zal kunnen besleiien".
„Maar mijn vriendin heeft een bruine
bontmantel en een pekingeesje, dat er pre
cies bij past", riep de jongedame veronge
lijkt uit. „Als er bruine hondjes zijn, waar
om dan geen groene? Ik wil er een heb
ben, begrijpt u?! Ik wil mijn vriendin
razend jaloers maken. En wat de kosten
betreft, maakt u zich geen zorgen", zei zij
met een effen gezicht. „Ik ben Pamela
Vandenberg uit New York. Misschien kunt
u een beetje haast maken, want we ver
trekken morgenmiddag om twaalf uur van
Schiphol".
De oude heer Stevens boog vriendelijk,
maar hij verwenste het kind hartgrondig.
Wat moet je nu met zoiets beginnen? Het
is natuurlijk een mooie bestelling voor je
zaak, want alle kranten schrijven over de
Vandenbergs en dus zeker over de groene
pekingees van Pamela. Maar hoe in he
melsnaam.De heer Stevens keek op
zijn horloge. Nog meer dan vierentwintig
uur om het beest aan het hötel af te leve
ren. Dan maar snel alle grote dierenhan
delaren opgebeld.
De oude heer liep de volgende morgen
in een gedrukte stemming over straat. Hij
dacht nog met weemoed aan al die ver
geefse telefoontjes. Wat een kosten voor
niets! Maar wat liep daar aan de overkant
van de straat? Een lange, statige man met
een witte sik, deftig in het zwart gekleed.
Aan de riem hield hijeen groene
pekingees. Zonder zich om het verkeer te
bekommeren stak de heer Stevens over.
„Stop!" riep hij, met zijn wandelstok
zwaaiend. „Stopt u even!" Hij knielde
dankbaar neer bij het kleine, venijnig
blaffende groentje.
„Hoeveel?" vroeg hij. „Wat is uw prijs?"
Hij was volkomen de kluts kwijt. Maar
de heer met de sik begreep hem niet, wilde
doorlopen. „Aha....," zei hij toen plotse
ling. „U hebt zich zeker ook gespeciali
seerd in de leer van Darwin. Ik wil u
wel een paar interessante proeven laten
zien in mijn laboratorium. Mijn naam is
Hofman. Professor Hofman".
„Die kleur", hijgde Stevens. „Die
kleur.
„Inderdaad, het is wel een beetje een
miskleur. Maar het gaat mij om zijn af
komst, waarde heer. Ik heb zijn hele
stamboom bestudeerd. Bijzonder interes
sant. Bijzonder
„Ik hoop hem", schreeuwde de oude heer
Stevens. „Wat moet ie kosten?"
Nu begon professor Hofman toch beden
kelijk te kijken.
„Nee.nee, dat kan ik niet doen. Het
onderzoek heeft mij duizenden gekost. F ie
hond is voor mij niet belangrijk, die fond
is niet meer dan een object, maar ik 'ióei
nu de verdere ontwikkeling van dit ge
slacht blijven volgen".
De oude heer Stevens snikte zachtjes.
„Een heel asyl krijgt u honden, katten,
vogels.
Professor Hofman voelde zich in zijn
waardigheid bedreigd. Koeltjes zei hij: „Ik
geloof dat wij elkaar niet begrijpen, me
neer. Het spijt me. Goedenmorgen".
Hij nam zijn hoed af en liep door. De
heer Stevens greep hem bij de arm. „Ik
begrijp u uitstekend, professor. Ik vind
dat heel interessant over uw stamboom
over de stamboom van dit groentje. Maar
ik wil de hond kopen. Is duizend gulden
genoeg?"
„Meneer", zei de professor. „U verveelt
me. Geld interesseert me niet. Ik werk
met subsidies. En mijn onderzoek is te
kostbaar om zomaar verstoord te worden".
„Dan geef ik u een schadevergoeding
van vijfduizend gulden".
Hoofdschuddend wilde Hofman doorlopen,
toen hij de heer Stevens „vijftienduizend!"
hoorde zeggen.
„Dat kunt u niet menen!" riep Hofman
uit. „Ik zou met vijftienduizend ruim
schoots beloond zijn, maar u maakt zeker
een grapje".
„Ik ben nooit ernstiger geweest!"
Hij greep Hofman bij de arm en riep een
taxi.
Een half uur later stond de oude heei
Stevens in de ruime hall van het hotel
Hij vroeg naar Pamela Vandenberg. Er
kwam een dikke man op hem toe.
De man vi-oeg bars: „Wat wilt u van
mijn dochtertje?"
„Ik heb de hond!" gilde de oude heer
Stevens. Met horten en stoten vertelde hij
de geschiedenis, die er aan vast zat. De
millionnair viel op een stoel neer van het
lachen. „Wie had dat gedacht van een kind
van tien jaar!" brulde hij.
„Tien jaar?" vroeg de oude dierenhan
delaar verrast. „Oh nee, zij was even in
de twintig.
„Spijt me", zei Vandenberg. „Heb maar
één dochter!"
Geen minuut later stormde de oude heer
Stevens de Nationale Bank binnen. Zijn
chèque was uitbetaald aan een statige
man met een witte sik, vergezeld door een
platina-blonde schoonheid in een helgroen
mantelpak.
(Nadruk verboden)
de harp gebruikt te zijn bij het profeteren.
Ook in de Keltische legenden wordt de
harp voor magische doeleinden gebruikt.
Vijanden worden door harpspel in hypno
tische slaap gedompeld, anderen weerloos
gemaakt door hen uren te laten schreien.
Figuren op voorzuil en hals der harp wor
den tot leven gewekt door de harpspeler:
beren, wolfshonden en slangen. Zij om
singelen het slachtoffer en doden hem.
Doch ook een lieflijker aspect treft ons:
de grote liefde, de diepe tederheid als voor
een geliefde vrouw of schuldeloos kind,
die harpspeler en harp bindt. Deze wissel
werking: liefde van de speler, beantwoord
door aanhankelijkneid van het instrument,
is één der meest aantrekkelij'ke eigen
schappen dezer legendarische verhalen.
Koningen, barden en kerkvorsten be
speelden haar van de zesde tot de twaalfde
eeuw, tot op een Feis (bijeenkomst) in
Tara's hallen in een fel-dramatische bot
sing tussen kerkelijk en wereldlijk gezag
in de personen van Koning Dermot Mac-
Fergus Opperste Heerser van Ierland
en de Heilige Ruadhan van Lorrha, de laat
ste een banvloek uitsprak van welhaast
visionnaire kracht. Nimmer zou de harp
meer in Tara's hal worden gehoord. In de
achtste eeuw deed de Schotse clarsach haar
intrede, forser van bouw, maar toch nog
altijd niet groter dan 7899 centimeter
met 2830 soms zelfs met 46 snaren. Ko
ninklijke en prinselijke handen bespeelden
haar in het bloeitijdperk van de twaalfde
tot de zestiende eeuw: Hendrik V, Hendrik
VIII, de Schotse James IV. Ieder hoofd
van betekenis, iedere hertog had zijn bard.
Clarsachs ontbraken nooit in welke hof
houding dan ook.
Vroeger werd uitsluitend op staalsnaren
gespeeld. Deze vragen een geheel andere
techniek dan darmsnaren en worden onder
meer met de nagels getokkeld. James IV
van Schotland die de luit goed bespeelde,
zou niet behoorlijk de met staalsnaren be
spannen clarsach hebben kunnen bespelen.
Aan werkelijk antieke harpen rest ons
helaas niets meer tenzij men de reusachtige
Ierse bogs (moerassen) zou kunnen droog-
malen, want deze vormen een onuitputte
lijke folkloristische en ethnologische voor
raadschuur.
De stem der Hooglanden
In 1900 werd in de provincie Limerick
een duizendjarige harp opgegraven, die
volgens ooggetuigen geheel afwijkend van
vorm was, met slechts drie snaren. Voor
dat men haar echter in veiligheid kon
brengen werd zij door een onverlaat van een
dienstmaagd in stukjes gehakt om er haar
potje op te koken.
De drie oudste ons in West-Europa res-
„Opwaarts" zonder voorzitter
De R.K. toneelvereniging „Opwaarts" is
thans zonder voorzitter, daar de heer A.
P. van Haagen wegens drukke werkzaam
heden voor deze functie heeft moeten be
danken.
De Kungaleden, een „wandelweg" van 350 km.
Een Lappenfamilie.
Oude Ierse harp aanwezig in de bibliotheek
van het Trinity College te Durbin.
terende harpen zijn de beroemde Ierse Ko
ningsharp, ten onrechte aan Brian Bo-
roimhne toegeschreven (dertiende of veer
tiende eeuw) in het Trinity College te
Dublin, de Lamont Clarsach (1464) en de
Queen Mary (zestiende eeuw), beide in het
museum van oudheden te Edinburgh. In
de negentiende eeuw heeft de moderne
clarsach de hoogte van 1.03 meter. Het
klankbord, geheel vlak bij de oude harpen,
vertoont thans een flauwe welving naar
het midden, de klankgaten zijn naar ach
teren verplaatst. Clarsachs door Morley
(London) gebouwd zijn lichter, die door
Briggs (Glasgow) vervaardigd zwaarder
van bouw. De eerste hebben 29, de laatste
31 snaren. Doch onderling vertonen beide
typen nog heel wat verschillen in grootte,
plaatsing der klankgaten en stemhaken.
Tegenwoordig wordt bijna alleen op
darmsnaren (catgut) gespeeld, behalve de
laatste vijf bassnaren, welke van staal
zijn, al dan niet met zijde omwoeld of met
koperdraad. Slechts een enkele prefereert
naar oude wijze op een geheel met staal
draad bespannen clarsach te spelen, ge
woonlijk op de bardische wijze, de harp
links op de schouder steunende inplaats
van rechts, zoals thans meer gebruikelijk
is. Stemhaken ontbreken bij dit type ge
heel. De meeste clarsachs staan in Es grote
terts (de oudere types in C, soms in D)
en zijn diatonisch gestemd. Moduleren
naar een andere toonsoort geschied (bij
het moderne type althans door middel van
een rij koperen stemhaken in de hals, die
door een kleine vingerbeweging elke snaar
met een halve toon verhogen. De snaren
lopen over kleine koperen bruggen naar
sterke, ijzeren wervels welke door de hals
gestoken zijn. Alle F-snaren zijn donker,
alle C's daarentegen helrood gekleurd.
Stemmen geschiedt door middel van een
sleutel welke iedere clarsachspeler als
het hoogste goed beschouwt, want zonder
deze sleutel is de gehele harp waardeloos.
Streng gereglementeerde wetten over deze
sleutels komen reeds in de vijfde eeuw na
Christus voor in het Seanchus Mor.
Zij is als de stem der Hooglanden zelf,
deze kleine, sierlijke harp: argeloos en
primitief. Op een oud orgel te Kenmore
komen de volgende woorden voor van
John Campbell of Ledaig, woorden die een
weerklank moge vinden in de harten van
allen die Vrouwe Musica eren en dienen:
Thig crioch air an t-saoghal, ach mairidh
goal is ceol, hetgeen wil zegen: Een einde
moge komen aan de wereld, doch liefde
en muziek zullen (eeuwig) blijven be
staan. LUC MONTIGNY.
BINNENLAND
De minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening, de heer S. L. Mansholt,
heeft Vrijdag een bezoek gebracht aan het
eiland Goeree Overflakkce. Hij heeft de
stand van de gewassen in ogenschouw ge
nomen in het overstroomde gebied en ge
confereerd met de afdelingsbesturen van de
diverse landbouworganisaties op het eiland,
waarbij allerlei wensen te berde werden
gebracht.
Het Nederlands Bureau voor Werk
kampen in het Buitenland, dat zich ten doel
stelt aan jongeren tussen circa 16 en 30 jaar
voorlichting te geven over en bemiddeling
te verlenen voor werkkampen in het bui
tenland, heeft zijn buitenlandse relaties aan
zienlijk uitgebreid. Deze omvatten thans
werkkamporganisaties in bijna alle West-
Europese landen van Finland tot Joegosla
vië. Het ligt in de bedoeling ook in Neder
land enkele kampen te organiseren, speciaal
in het rampgebied.
Wegens financiële moeilijkheden zullen
de restauratiewerkzaamheden aan de Martini
kerk te Bolsward, die op 1 Januari waren
gestaakt, niet worden hervat. Voorlopig zal
dit historische kerkgebouw voor de eredienst
en voor culturele manifestaties onbruikbaar
zijn. De opgravingen in de kerk zijn geëin
digd. Zij hebben niet het resultaat gehad, dat
men er van had verwacht.
De Bond van Nederlandse amateur-
gidsen met de lange naam B. B. T. B. B. A.:
Bond ter Behartiging van Toeristische Belan
gen van Buitenlandse Automobilisten, bestaat
op 15 Juli 20 jaar. De organisatie werd te
Utrecht opgericht door enige jongelieden, die
van mening waren dat de buitenlandse toe
rist ieder contact miste met datgene wat
werkelijk kenmerkend voor Nederland is.
Ongeveer 200 amateurgidsen, verdeeld over
13 steden, zijn thans aan het werk om in hun
vrije tijd de belangen van de buitenlanders
te dienen.
Dr. ir. A. M. Haas wordt per 1 Septem
ber hoogleraar in gewapend betonbouw aan
de Technische Hogeschool te Delft. Hij zal
prof. ir. J. A. Bakker, die 70 jaar is gewor
den, opvolgen. In 1948 promoveerde ir. Haas
te Delft op een proefschrift over paddestoel
constructie in betonvloeren. Dit werk trok
sterk de aandacht van wetenschappelijke
kringen. Wegens zijn benoeming tot hoog
leraar heeft hij als directeur van de Neder
landse Aannemersmij. ontslag genomen.
Deskundigen uit twintig Europese lan
den zullen zich van 20 tot 22 Juli in Londen
beraden over de vraag, in hoeverre de radio
als voorlichtingsmiddel een wezenlijke bij
drage kan vormen tot de verhoging van de
productiviteit van de landbouw. Voor Neder
land nemen aan de besprekingen deel de heer
H. L. Groenendijk van het ministerie van
Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en
W. J. F. van Eyck van de Stichting voor de
Landbouw.
De bouw van Laboratoria voor weg- en
waterbouwkunde en een laboratorium voor
grondmechanica te Delft is gegund aan de
Nederlandse Maatschappij voor Havenwerken
N.V. te Amsterdam voor 1.255.300.
Het gebouw Alexanderstraat 2 in Den
Haag, dat is vrijgekomen doordat het kantoor
van de gemeente-ontvanger gehuisvest werd
in het nieuwe stadhuis, is geopend als zetel
van instellingen op internationaal gebied
Het Nederlands Genootschap voor Internatio
nale Zaken, de Nederlandse Raad der Euro
pese Beweging, de Beweging der Europese
Federalisten, de Contactgroep voor Vrouwen
der Europese Beweging, de redactie van het
maandblad „Nieuw Europa", de Nederlandse
Inlichtingendienst voor de U. N. O., de Ver
eniging voor Internationale Rechtsorde en
de Coördinatiecommissie voor culturele be
trekkingen met Duitsland.
HAARLEM EN OMGEVING
Mejuffrouw C. van Oers te Haarlem is
benoemd tot onderwijzeres aan een lagere
school te Ede.
Mejuffrouw F. L. Th. Selling te Haar
lem is benoemd tot onderwijzeres aan de
christelijke school te Schoonebeek.
De heer W. Cuperus te Den Haag is be
noemd tot onderwijzer aan de Kon. Wilhel-
minaschool te Haarlem.
De heer A. Kalkman, chef-vakman van
telefoondistrict Haarlem, herdenkt op 15 Juli
de dag dat hij voor veertig jaar bij P.T.T,
in dienst trad.
Na veertig dienstjaren is de heer J.
Schreuder, besteller eerste klasse P.T.T. te
Haarlem, eervol ontslag verleend.
De heer J. de Waard, hoofdcontroleur
ter belastinginspectie Haarlem, gedenkt op
16 Juli a.s. ziin zilveren ambtsjubileum.
Aan de heer J. Ilesker, hoofdemployë
eerste klasse P.T.T. te Haarlem, is per 1
September eervol ontslag verleend.
Aan de heer H. W. Handgraaf, monteur
eerste klasse P.T.T. te Haarlem, is eervol
ontslag verleend.
De heer P. Lalleman, referendaris twee
de klas P.T.T. te Haarlem, is benoemd tot
referendaris aldaar.
Wegens de functie van dr. A. J. Rasker
als assessor (tweede voorzitter) van de Sy
node der Nederlands Hervormde Kerk is in
wiikgemeente III van die kerk te Haarlem
een hulpprediker benoemd. Tot 1 October
is dat ds. W. J. van Elden, daarna dr. J. C.
Roose. emeritus-predikant te Groningen.
De heer Lefeber, dirigent van de R.K.
Harmonie „Euphonia", heeft na ruim 32 jaar
zijn beste krachten aan de harmonie te heb
ben gegeven, zijn taak overgedragen aan de
heer .T. Wildschut.
B. en W. van Haarlem stellen de raad
voor negenduizend gulden beschikbaar te
stellen voor het vernieuwen van de Barten-
brug te Hillegom.
Ongeveer 130 leidinggevende Haarlem
se gemeente-ambtenaren hebben een cursus
bedriifskadertraining gevolgd in de Dag-
openluchtschool. B. en W. komen nu met de
rekening bij de raad: 12.800 gulden. De stu-
dietoelagenverordening zal voor 1953 f 3.500
vergen.
Voor de onteigening van enige perce
len weiland ten Westen van de Delft en ten
Noorden van de (verlengdel Orionweg - de
plaats waar in de toekomst een sportcen
trum is geprojecteerd - vragen B. en W. een
bedrag van ruim 47 mille.
Vrijdagmorgen is het tweejarig meisje
Elsje Claudius, wonende Van 't Hoffstraat,
in een sloot achter deze straat gevallen. Me
vrouw A. C. Wedekind heeft zich in de een
meter diepe sloot begeven en het meisje op
het droge gebracht.
Aan de T.M.S. „Teclinioum" te Rotter
dam is met lof geslaagd voor het examen
voor werktuigkundig constructeur, de heer
J. S. Baumann uit Haarlem.
ZATERDAG 11 JULI
„Een
Kennemer Theater, 7 en 9.15 uur:
koningin is gekroond".
Luxor-theater, 7 en 9.15 uur: „Bureau
Zedenpolitie".
W. B.-theater, 8 uur: „De grote mijnramp".
ZONDAG 12 JULI
Kennemer Theater, 2.30, 4.30, 7 en 9.15 u.:
„Een koningin is gekroond"!
Luxor-theater, 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur:
„Bureau Zedenpolitie".
W. B.-theatër, 2.30 uur: „Robin Hood van
Texas"; 4.30 en 8 uur: „De grote mijn
ramp".