Welvaartspeil in Elten steeg aanmerkelijk
Rationalisatie van het leven
naar Amerikaans voorbeeld
IN DE WERELDPOLITIEK
Adenauer moet kleur bekennen
Een Eeuw Geleden
Men heeft er veel waardering voor het Nederlandse bestuur
ZWITSAL
r
Hoe is het ontstaan?
3
RUIM VIER JAAR NA GRENSCORRECTIE:
Acteur Ruggero Ruggeri
te Milaan overleden
Wordt Duitsland het Europese Amerika?
Tentoonstelling in Düsseldorf
OP Z'N EIGEN
HOUTJE
Kerkelijk Nieuws
Uit de Opregte Haarlemsche
Courant van 21 Julij 1853
DINSDAG 21 JULI 1953
(Van een bijzondere medewerker)
Op 23 April was het vier jaar geleden, dat op het raadhuis van Elten op grond van
de bepalingen van het Protocol van Parijs, het bestuur over dit stadje aan de Neder
landers werd overgedragen. Bij deze overdracht was niet het hoofdmotief het Neder
landse grondgebied uit te breiden; beoogd werd een verbetering van de grenslijn en
van de locale verkeersmogelijkheden. De taak, die Nederland op zich nam, was geen
eenvoudige: wil men het gebied volkomen in Nederland opnemen, dan zal het toch
zoveel mogelijk op het Nederlands welvaartspeil gebracht moeten worden. Dit brengt
belangrijke uitgaven mee, want Elten kenmerkt zich door een wankele economische
structuur. Bovendien zijn grote bedragen nodig voor tal van openbare voorzieningen.
Hoe heeft Nederland zich in de vier jaar welke sedert de correctie verliepen, van zijn
taak gekweten? De Landdrost van Elten, dr. A. Blaauboer, heeft ons op deze vraag
een antwoord gegeven.
Bij de overdracht verkeerden de wegen
en straten in en om Elten in een slechte
toestand. Door het overstelpend toeristen
bezoek in de eerste maanden na de grens
correctie geraakten ze nog meer in verval.
Eén van de eerste maatregelen van het
Nederlands bestuur beoogde dan ook daar
in verbetering te brengen. Thans verkeren
de straten van het stadje weer in goede
staat. Van groot belang was ook het op
knappen van het schoolgebouw. Dit ver
keerde in zeer slechte staat: de laatste veer
tig jaar was er niets aan gedaan. Het ge
bouw liep bovendien in de oorlog schade
op. De klaslokalen boden een troosteloze
aanblik. De leermiddelen waren verwaar
loosd. Wie thans deze school, een imposant
gebouw aan de weg naar de Elterberg, be
zoekt, krijgt een heel ander beeld. De les
lokalen hebben een nieuwe inventaris, de
wandversieringen zijn gloednieuw en aan
het onderwijs aangepast.
Het gebouw zit keurig in de verf en is nu
een toonbeeld van Hollands properheid.
Het onderwijs is nauwelijks gewijzigd.
Het geschiedt nagenoeg volkomen volgens
het Duitse leerplan der „Volksschule". Al
leen krijgen de leerlingen van het vierde
tot en met het achtste leerjaar twee uur
per week les in de Nederlandse taal. Hier
voor bestaat veel belangstelling, temeer
omdat vele leerlingen, na deze school te
hebben doorlopen, een Nederlandse am
bachtsschool gaan bezoeken. Het hoofd van
de school, de heer Palm, is een Nederlan
der, evenals de onderwijzer in het Neder-
lards. De samenwerking met het Duitse
personeel is voortreffelijk.
De Landdrost voert een voorzichtig fi
nancieel beleid. „Alleen wat noodzakelijk
is, gebeurt", is zijn standpunt. Zo biedt de
grote aula van de school, vroeger een fraai
betimmerde zaal, thans een jammerlijke
aanblik. Slechts met hoge kosten opgeknapt
zou zij in de oorspronkelijke staat hersteld
kunnen worden.
Ook de watervoorziening van Elten is
verbeterd. Het buizennet was door sterke
ijzerafzetting bijna versopt en de bron kon
niet voldoende water meer leveren, zodat
men een nieuwe moest aanboren. Dit laatste
is gebeurd en tevens heeft men een zuive
ringsinstallatie geplaatst. Ieder jaar worden
voorts, naar gelang de middelen, een paar
honderd meter nieuwe buizen gelegd.
Huisvuil werd vóór de grenscorrectie
niet afgehaald. Het moest door de inwoners
naar bepaalde verzamelplaatsen worden
gebracht. Thans wordt het met moderne
vüilnisroltrommelauto's gehaald.
De kindersterfte, die in Elten zeer hoog
was, is nu niet meer opzienbarend. Onder
voeding was de hoofdoorzaak. Ook is men
thans aangesloten bij de Schoolartsendienst
van het naburige Didam.
Voorts worden de beide kerken met
medewerking van Nederland gerestaureerd.
De straatverlichting is aanzienlijk ver
beterd.
Woningverbetering
De meeste huizen zijn oud: in de kern
van het stadje veelal 100 a 200 jaar. De
materiële oorlogsschade is relatief geno-
meri niet zo groot: 50 a 60 huizen op de
Elterberg zijn volledig verwoest. Laag El
ten werd ernstig beschadigd. De Neder
landse overheid heeft nu ook credieten ver
strekt voor herstel van oorlogsschade aan
woningen tot ongeveer 125.000. Deze moe
ten binnen twintig jaar worden afgelost.
In vele gevallen zijn deze credieten niet
toereikend. Uit eigen middelen wordt er
dan ook aan de huizen nog heel wat ver
beterd. De Landdrost vertelde ons van een
onderwijzer wiens woning volledig werd
verwoest. Zijn crediet is niet voldoende.
Nu is hij al enige maanden na afloop van
zijn lessen bezig zelf zijn woning te bouwen.
Op kosten van de staat is men nu bezig
drieëntwintig huizen te bouwen, welke in
October klaar komen. Het worden keurige
arbeiderswoningen.
Geen werklozen
Elten heeft een overwegend katholieke
arbeidersbevolking. Opmerkelijk is dat
men er in zeer sterke mate op werkge
legenheid buiten het stadje is aangewezen.
Meer dan 55 procent van de beroepsbe
volking is werkzaam in de industrie
welke in het stadje echter nagenoeg ont
breekt en vindt zijn bestaan hoofdzake
lijk in Emmerik en ook in Nederland. De
machinefabrieken te Emmerik en de AKU
te Arnhem behoren tot de belangrijkste
werkgevers. De werkgelegenheid in Em
merik neemt toe door de wederzijdse op
bouw aldaar, maar toch is de verhouding
tussen het percentage Eltense arbeiders dat
in Nederland en Duitsland werkt, vóór en
na de correctie vrijwel gelijk gebleven,
namelijk respectievelijk 45 en 55 procent.
De arbeiders wegen het voor en tegen wel
degelijk tegen elkaar af, het uurloon in
Duitsland is niet hoger dan hier, maar er
worden meer uren gemaakt en het totale
loon is dus hoger.
ADVERTENTIE
VOEDT VERSTERKT
EN DESINFECTEERT
OE HUID
De beroemde Italiaanse acteur Ruggero
Ruggeri is Maandagavond in de ouderdom
van 81 jaar te Milaan overleden ten ge
volge van longontsteking. Ruggeri begon
zijn loopbaan in 1888, op 17-jarige leeftijd.
Hij was vooral bekend door zijn vertolkin
gen van rollen in stukken van Shakespeare
en van zijn landgenoot Pirandello, wiens
„Hendrik de Vierde" hij nog kort geleden
in Londen en Parijs heeft gespeeld.
Maar onze sociale voorzieningen zijn veel
gunstiger en dat geeft niet zelden de door
slag om in Nederland te werken.
De Eltenaren worden door hun Neder
landse werkgevers zeer gewaardeerd; van
aanpassingsmoeilijkheden is zo goed als
geen sprake Een textielfabriek in Neede
heeft in Elten een afdeling tricotage onder,
gebracht, waar vele Eltense meisjes en
vrouwen werk vinden. Onlangs heeft men
deze afdeling kunnen uitbreiden. Elten mag
zich gelukkig prijzen geen werklozen te
hebben.
Slechts 17,8 procent van de mannelijke
beroepsbevolking is in de landbouw werk
zaam. De meeste boerderijen zijn al 80 a
90 jaar oud en verkeren in zeer slechte
staat. Ook de open kapschuren maken een
vervallen indruk. Hierin kon door gebrek
aan middelen nog geen verbetering komen.
Vóór de correctie was het met de inventaris
al even slecht gesteld. Het was onmogelijk
nieuwe werktuigen aan te schaffen. Na de
overneming moesten de producten in Ne
derland worden afgezet en dus ook de aard
en kwaliteit daarvan aan het Nederlandse
peil worden aangepast. Uitstekend werk
verricht bij dit alles onze Landbouwvoor-
lichtingsdienst. Mede dank zij deze instel
ling is de kwaliteit der producten gestegen.
Deze verbetering heeft inmiddels vruchten
afgeworpen: de landbouwers konden trac
toren kopen en hun inventaris moderni
seren.
Middenstand floreert
Door de grenscorrectie hebben de Elte
naren het materieel beter gekregen. De
arbeiders konden meer besteden. Het resul
taat bleef niet uit: thans hebben de win
kels bijna alle een nieuwe voorgevel.
Vóór de correctie fungeerde Emmerik als
regionaal verzorgend centrum. Wat men in
Elten en omstreken niet krijgen kon, kocht
men daar. Deze verzorgende functie is nu
op Arnhem overgegaan.
Op deze gunstige ontwikkeling heeft ook
het toeristenbezoek grote invloed. Elten is
een bezoek waard en dat blijkt wel uit de
cijfers: in de zomer van 1949 bezochten
ongeveer 500.000 toeristen het plaatsje; van
1950 tot en met 1952 waren het er jaarlijks
ongeveer 400.000 en dit jaar verwacht men
er zelfs meer.
Ook van Duitse zijde is er veel belang
stelling. Elten is voor personenvervoer de
drukste grenspost langs de gehele Duits-
Nederlandse grens geworden.
Alleen in Mei passeerden daar 140.000
personen de grens.
Ter bevordering van het vreemdelingen
verkeer werd het Kurhótel op de Elterberg,
d,at in 1949 nog geheel onbruikbaar was,
gerestaureerd. Het is thans de trots van
het stadje.
Ook werd één van de bezienswaardig
heden, de Drususput, hersteld. Voorts
werd een uitzichttoren gebouwd.
Waardering voor bestuur
De grenscorrectie van April 1949 is nog
steeds niet definitief verklaard. Niemand
weet nog of Elten wel bij ons land zal blij
ven. Het Verdrag van Parijs, waarbij het
stadje voorlopig aan Nederland werd toe
gewezen, werd onder meer door Amerika,
Frankrijk en Engeland, optredend voor
Duitsland, getekend. Nu Duitsland echter
weer zelfstandig geworden is, hangt het er
maar van af hoe deze landen zullen reage
ren, indien de regering van de Bondsrepu
bliek teruggave van Elten mocht verlangen.
Dat de onzekerheid omtrent de defini
tieve status van het stadje remmend werkt
ligt voor de hand. Vooral in één opzicht is
dit het geval: in Nederland is bij particu
lieren geen crediet te krijgen. Dit wreekt
zich in het gehele maatschappelijke leven.
Alleen voor de restauratie van het Kur
hótel kon met succes een beroep op parti
culier-en worden gedaan.
Over het Nederlandse bestuur is men vol
lof. Op het Drosambt staat men onder de
deskundige en bezielende leiding van dr.
A. Blaauboer altijd voor de mensen klaar.
Waar geholpen kan worden, wordt ge
holpen. De resultaten van dit bestuur teke
nen zich duidelijk af.eElten is niet langer
het achterlijk gebied, zoals men het direct
na de overneming noemde.
Hel marktpleintje van Elten.
ADVERTENTIE
Geniet van Uw vacantie
van Golden Fiction
Diisscldorf, de stad die van oudsher voor
liefde voor grote tentoonstellingen toonde,
heeft thans de traditie voortgezet met een
grote rationalisatietentoonstelling, die be
doeld is om het algemeen publiek ver
trouwd te maken met een probleem dat in
Europa nog altijd niet bijzonder populair is,
maar dat volgens hen, die deze tentoonstel
ling in grote stijl hebben opgezet, absoluut
poulair moet worden, wil ons werelddeel
nog economische toekomst hebben.
De tentoonstelling heeft de naam „Alle
sollen besser leben" gekregen. Dat klinkt
veelbelovend, maar wanneer men denkt dat
in Düsseldorf de sleutel tot luilekkerland
wordt geboden, vergist men zich. De strek
king van de expositie is voor Europese be
grippen verre van amusant. Want in wezen
is zij nogal abstract en wanneer men achter
Nu de Nederlandse Tweede Kamer morgen begint met de behandeling van
het verdrag der Europese Verdedigingsgemeenschap, teneinde tot ratificatie
ervan te geraken, wordt de aandacht opnieuw getrokken door een merk
waardige tegenstrijdigheid in de Westelijke politiek ten aanzien van Duits
land - een tegenstrijdigheid waarvan op het ogenblik vooral de tegenstanders
der West-Duitse regering, de socialisten, profiteren. Zij beweren dat die
Westelijke politiek bestaat uit twee irreële strevingen, die geen van beide
enig succes beloven, waardoor Duitsland niet uit het slop van onzekerheid
zal geraken, waarin het sinds zijn nederlaag is komen te verkeren. Aan
gezien Adenauer zich volkomen solidair verklaard heeft met wat het
Westen ten opzichte van Duitsland wil, wordt hem indirect de voortzetting
van deze onzekerheid verweten, tegelijk met het daardoor voedsel-geven
aan de extremistische linkse en rechtse groeperingen in West-Duitsland.
Inderdaad is de socialistische beschuldi
ging van irrealiteit en tweeslachtigheid, in
de Westelijke politiek ten opzichte van
Duitsland moeilijk te weerleggen. Aan de
ene zijde zeggen de Westelijke politici te
streven naar opheffing van de Duitse
deling, naar bevordering der Duitse een
heid en naar herstel van de volledige zelf
standigheid van dit toekomstige Duitse rijk.
Aan de andere kant tracht men West-
Duitsland te verankeren in de West-Euro-
pese verdragseenheid, die vooral door de
Verdedigingsgemeenschap wordt geken
merkt.
Langzamerhand wordt het zelfs voor de
meest-objectieve waarnemer raadselachtig,
hoe deze twee strevingen te coördineren
zijn, aangezien zij door de omstandigheden
van de Russisch-Westelijke tegenstelling
paradoxen zijn geworden.
Het herstel van de Duitse eenheid is niet
alleen van het Westen afhankelijk. Wan
neer de Russen genoegen nemen met een
op democratische grondslag opgebouwde
al-Duitse politieke structuur en dus instem
men met vrije algemene verkiezingen en
de consequenties daarvan, zullen zij te
voren garanties eisen. Deze garanties zijn
al in grote lijnen bekend en ze zijn ook zo
logisch in de gedachtengang van de Sovjet-
Russische regering, dat het inderdaad
irreëel zou zijn, te verwachten dat die ga
ranties achterwege zouden kunnen blijven.
De Sovjet-Unie zal tevoren de verzekering
verlangen, dat het verenigde Duitsland niet
door militaire afspraken met het Westen
verbonden zal zijn, dat het op economisch
gebied geen privileges aan wie dan ook zal
verlenen en dat de Oder-Neissegrens ge
handhaafd zal blijven. Deze minimum
eisen zullen waarschijnlijk nog wel aan
gevuld worden door andere verlangens,
onder meer door de wens dat er een inter-
geallieerd lichaam der vier mogendheden
in het leven zal worden geroepen, dat de
naleving der garanties zal controleren.
Een Duitsland, op deze wijze herenigd, is
een neutraal Duitsland. Ofschoon de term
„neutralisering" ook door de Duitse socia
listen wordt vermeden, is het duidelijk dat
er van enig verbond tussen het nieuwe ene
Duitsland en het Westen naar model van
de Europese Verdedigingsgemeenschap
geen sprake zal kunnen zijn; evenmin zou
er bijvoorbeeld een Europese Economische
Unie kunnen worden gesticht met Duits
land als deelnemer. Dat een dergelijk Duits
land zijn rol in de beveiliging van Europa
tegen de Sovjet-Unie geheel zou verliezen,
is zonder meer duidelijk en dat is iets, wat
de Westelijke politici voor geen prijs zul
len willen aanvaarden.
Op welke basis willen zij echter dan wèl
met de Sovjet-Unie over de Duitse eenheid
onderhandelen? Wanneer zij zich voorstel
len dat de Sovjet-Unie accoord zal gaan
met de inschakeling van hel verenigde
Duitsland in de Westelijke bondgenoot
schappen, dan vergeten zij de in dit op
zicht vastberaden politiek van Moskou, om
Duitsland als een sluimerend gevaar voor
de Sovjet-Unie te liquideren en het als een
mogelijke bondgenoot van het Westen uit te
schakelen.
„Een onbarmhartige waarheid, die wij
niet willen zien, is dat wij hebben te kiezen
tussen hereniging van Duitsland en wapen
broederschap met de Amerikanen", zegt de
Frankfurter Allgemeine Zeitung, een West-
Duits blad dat de politiek van Adenauer
altijd gesteund heeft. „De wapenbroeder
schap met de Amerikanen" is zoveel als de
Europese Verdedigingsgemeenschap, aan
gezien de West-Duitsers heel goed weten dat
deze gemeenschap voornamelijk door
Washington wordt gepropageerd en ook
materieel mogelijk gemaakt. De tegenzin
van andere Westelijke landen tegen een al
te nauwe verbinding met Duitsland op mi
litair gebied is duidelijk genoeg gebleken,
en zal ook door mogelijke ratificaties van
het daartoe strekkende verdrag niet wor
den uitgewist.
Het is, van Westelijk standpunt buiten
Duitsland uit gezien, natuurlijk mogelijk de
positie van Duitsland op het ogenblik te
gebruiken als pion in het politieke spel met
Rusland, en door te gaan met het stellen
van onvervulbare eisen om de handen vrij
te krijgen tot verdere consolidatie van de
militaire eenheid van het Westen. Deze
politiek zou kunnen steunen op de ver
wachting dat het Russische regiem zijn
greep op Oost-Duitsland zal verliezen door
interne ontwikkelingen. Hoe gerechtvaar
digd deze verwachting ook zou kunnen zijn,
zij geeft een zekere mate van irrealiteit aan
de verzekeringen van het Westen, dat het
met Rusland over de status van Duitsland
wil onderhandelen. En eens temeer nog
doet zij twijfel rijzen aan de oprechtheid
van de Westelijke geallieerden tegenover
de Duitsers zelf, die niet wensen af te
wachten, doch onmiddellijke bevordering
der eenheid willen zien.
„Kleur bekennen," waarop thans ook de
regeringsgezinde pers van Duitsland aan
dringt, zou betekenen, dat het Westen zou
moeten toegeven, zowel de Duitse eenheid
als de inschakeling van West-Duitsland bij
de Westelijke Verdedigingsorganisatie op
dit moment niet opportuun te achten, om
dat „er van alles kan gebeuren".
Misschien is deze politiek van afwachten
wel de beste, doch wanneer Adenauer dit
ruiterlijk in zijn regeringsverklaringen zou
toegeven, liep hij het gevaar van onvader
landslievende neigingen te worden beschul
digd. Hij heeft dus geen andere keus dan
het volgen van de irrealiteit, door twee
tegengestelde koersen aan elkander te pra
ten. Nu men deze handigheid echter blijkt
te doorzien, wordt het tijd dat er werkelijke
voortgang in de een dan wel in de andere
richting wordt gemaakt. En daarbij wordt
het steeds duidelijker, dat de Duitsers zelf
in massa het meeste voor de „neutrali
sering" voelen.
J. L.
de zin gekomen is, houdt zij bovendien nog
een uitdaging in.
De technische leider, prof. Brandt, een
actieve figuur in Düsseldorf, is daar in een
rede voor de pers eerlijk voor uit gekomen.
„Rationalisatie heeft helemaal geen goede
klank bij de mensen." zo zeide hij, en hij
herinnerde aan de tijd van de grote werk
loosheid in het begin van de dertiger jaren,
toen arbeiders vaak met een beroep op de
bedrijfsrationalisatie op straat werden ge
zet. Als gevolg daarvan is vooral bij de ar
beidende klasse de opvatting blijven be
staan, dat rationalisatie een verdachte zaak
is, wat de bedrijfseconomen hierover van
hun standpunt uit ook mogen beweren.
Door rationalisatie van het arbeidsproces
moeten de prijzen naar beneden gaan, ter
wijl de werkkrachten beter worden ver
deeld. Hier ligt echter de kern van de zaak:
Gaat dit in de praktijk zo gemakkelijk als
in de tabellen? In de Verenigde Staten
schijnt dat inderdaad het geval te zijn, en
wat op deze tentoonstelling wordt uitge
dragen, is in feite dan ook niets anders dan
het Amerikaanse productie- en rationali-
satiecvangclie.
Europa is echter Amerika niet. De voor
waarden zijn in ons werelddeel heel anders.
Ook de pschologische voorwaarden. Men
neme het vraagstuk van de typen-beper
king, dat in Düsseldorf mede in het cen
trum staat. Beantwoordt de veelheid van
typen, die we in Europa hebben, aan een
achterstand, welke overwonnen dient te
worden, of aan een behoefte, welke te diep
geworteld is om geheel uitgeroeid te kun
nen worden? Hangt zij niet met het wezen
van het Europese menszijn samen?
Prof. Brandt was erg critisch over het
feit dat er in West-Duitsland 400 verschil
lende typen van radiotoestellen, en even
eens honderden soorten haarden bestaan..
Maar is juist deze verschéidenheid niet een
culturele standvastigheid, die wij willen
behouden en verdedigen tegen het opper
vlakkige Amerikanisme?
Overigens zijn op deze tentoonstelling
veel dingen te zien, die de noodzaak van
meer rationalisatie aantonen. Kosten noch
moeite zijn gespaard om het nagestreefde
effect te sorteren. Om de mensen zelf te
laten oordelen is er onder meer een com
plete mijninstallatie te zien en heeft een
schoenfabriek haar tenten tijdelijk in een
van de Düsseldorfse tentoonstellingsgebou
wen opgeslagen zodat het publiek zelf kan
controleren hoe efficiënt die fabriek werkt.
Zeshonderd paar schoenen worden daar
per dag gefabriceerd. Verder zijn de handel,
het handwerk, het verkeer, de landbouw,
en last not least het huishouden, vertegen
woordigd, want men wil ook bewijzen dat
de huisvrouw in kortere tijd veel meer af
kan als ook haar werk gerationaliseerd
wordt.
De organisatoren zijn er sterk van over
tuigd een handleiding voor een beter leven
gegeven te hebben. Maar soms heeft men
toch het gevoel dat hier wat te eenzijdig
voor de alleenzaligmakende waarde van de
rationalisatie is gepleit. Het is ook niet toe
vallig dat een tentoonstelling van deze aard
en omvang juist in West-Duitsland plaats
heeft, waar het arbeids-ethos na de oorlog
is opgeschroefd op een manier, die bezoe
kers uit andere West-Europese landen dik
wijls met schrik vervult.
Het na-oorlogse Duitsland heeft in meer
dan één opzicht de neiging het „Amerika
van Europa" te worden. In dit kader past
een rationalisatie-tentoonstelling uitstekend
want komt bij het onnavolgbare Duitse
arbeids-ethos ook nog een Amerikaniseren-
de verfijning van het technologisch prin
cipe, dan krijgen de andere West-Europese
landen het wel zeer moeilijk, tenzij ook hun
productiviteit verhoogd wordt en zij hun
altijd nog zeer individualistische levens- en
arbeidswijze herzien. Maar is die prijs niet
te hoog?
Iets op z'n eigen houtje doen wil zeg
gen: op eigen gezag, zonder er anderen
in te kennen. Het is begrijpelijk dat
men gedacht heeft aan: kerfhout, kerf
stok, zodat op z'n eigen houtje oor
spronkelijk zou hebben betekend: op
eigen verantwoording, voor eigen risico.
Nu kwam evenwel in vroeger tijd het
woord hout ook voor in de betekenis:
schip. En een schrander ethymoloog
heeft nu geredeneerd: een kapitein
oefent op zijn schip een groot gezag uit,
maar in vele gevallen staat hij toch on
der een ander: de eigenaar van de bo
dem of de reder. Slechts als hij het
schip zijn eigendom mag noemen, als
hij dus in werkelijkheid op z'n eigen
houtje staat, kan hij naar eigen goeu-
dunken handelen zonder anderen om
raad of advies te hoeven vragen.
Ned. Herv. kerk
Aangenomen naar Renkum (2e pred.pl.)
A. Th. Rothfusz vicaris, aldaar, die be
dankte voor Mijnsherenland; naar Zwolle
(vac. M. de Boer) M. J. Wagenvoorde te
's-Gravenzande.
Benoemd tot hulppred. te Haarlem
(wijkgemeente 3) ds. W. J. van Elden,
em. predikant en met ingang van 1 Oct.
dr. J. C. Roose, em. pred. te Groningen.
Beroepen te Ameide en Tienhoven C.
Graafland, cand. te Gouda; te Lage-Vuur-
sche T. Poot, cand. te Bodegraven; te
Haastrecht W. J. de Hoes te Den Helder;
te Grijpskerk (Gron.) (toez.) H. E. K.
Vegter, cand. te Groningen; te Krimpen
a. d. Lek A. J. Kret, cand. te Leiden; te
Hillegersberg C. M. J. Winter te Rijk
(Haarlemmermeer).
Aangenomen naar Putten (toez.) J. v.
Sliedregt te Ede.
Chr. Geref. kerken
Tweetal te Sneek W. de Joode cand. te
Apeldoorn en Th. Rutters, id. te Rotter
dam.
Geref. kerken
Aangenomen naar Warns R. Reitsma,
cand. te Ee (Fr.), die bedankte voor
Boxum, Ottoland en Woldendorp; naar
Wijhe W. H. Melles, cand. te Maarssen, die
bedankte voor Hijlaard, Westeremden,
Wijckel en Balk
Bedankt voor Middelburg (vac. H. Veld
kamp) A. Broek te Onstwedde.
Geref. kerken art. 31 K.O.
Tweetal te De Krim A. Rebel, cand. te
Rotterdam en H. v. d. Schaaf, id. te Am
sterdam.
Beroepen te Vianen M. C. Tanis, cand.
te Rotterdam.
Bedankt voor Dokkum Jac. Overduin te
Almelo.
Geref. gemeenten
Bedankt voor Boskoop, Herkingen, Me-
liskefke, Veen (Br.) en voor Werkendam
A. F. Honkoop, cand. te 's-Gravenhage.
President Anastasio Somoza van Nicaragua
heeft bij de Milanese beeldhouwer Carlo
Cervi een meer dan levensgroot bronzen
ruiterstandbeeld van zichzelf besteld, dat
thans gereed is voor verzending. Op de
foto ziet men Cervi naast zijn schepping.
De president is vereeuwigd met al zijn
ridderorden op de borst.
AMSTERDAM. De ballonvaarder
Lassaigne, die onlangs zulk een onaange
naam avontuur beleefde in den Stolwijk-
schen polder, alwaar hij en zijne togt-
genooten na hunne daling door de boeren
onbeleefd bejegend en met modder nage
worpen werden, heeft na eene opstijging
van het Drilveld hier ter stede opnieuw
in hachelijke omstandigheden verkeerd.
De heer Lassaigne, niet goed bekend met
de geografische gesteldheid van ons land,
liet zich door den wind Oostwaarts voeren,
waarna hij op een halfuur afstands van
Durgerdam in de Zuiderzee is neerge
komen. Hij heeft daar met zijn motgezel
■Julia een paar uren ten halven lijve in
het water doorgebracht, tot een jagt te
hulp kwam en de reizigers en den ballon
can land bragt. Daar geraakten zij .op
nieuw in gevaar, doordien een der bij
standers, terwijl het gaz uit den ballon
werd gelaten, een lucifer ontstak. Het gaz
ontvlamde en bleef met eene ontzettende
vlam branden, totdat de heer Lassaigne
de klep. waaruit het stroomde, heeft ge
sloten. Hii heeft daarbij door de hitte
eenig letsel opgeloopen.