CORSICA, kallistè, schoonste
£z^&tacVi
De Tweede Beeldhouwkunst-
Biennale te Antwerpen
Bloemendaaise Victoria Regia
zal nog één ke er bloeien
SCHOOLBOEKEN
Italiaanse neo-realisten
aan de spits
Minister Mansholt opende
„De Gouden Poort"
Care! en Ger
3
Goede zaken in veel
sectoren van Jaarbeurs
KUNSTHANDEL
WAGENWEG 102
Toeristenreis van
de „Indrapoera"
II. Dh VRII S
Kerkelijk Nieuws
De Koningin ontving
diplomaten
Stille verklikkers bij
goederenvervoer per spoor
ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1953
CORSICA ontdekken is liet liefhebben.
De geoloog biedt het zijn open boek"
van aardlagen en zijn zeldzame stenen zo
als het orbiculaire dioriet, de natuurliefheb
ber vindt er vooral in het voorjaar een
weelde van exotische planten, voor de
bewonderaar van de sterrenhemel staat er
avond aan avond een diepblauw, glashel
der uitspansel boven het eiland te hoepe
len, de federalist kan er een bedevaart
maken naar dat steegje waar de keizer
werd geboren die Europa dan toch maar
op zijn manier tot een eenheid maakte,
zonnebaders en zwemmers halen hun hart
op aan de hei-witte stranden van Ajaccio,
Calvi of lie Rousse, de geschiedenisvorser
snuift op elke straathoek een stukje klas
sieke oudheid op Griekse namen komen
er nog heel veel voor en wie van melo
dieuze, wat weemoedige muziek houdt hoeft
op het eiland niet dieper door te dringen
dan tot in de havenwijk van Ajaccio of de
sloppen van Calvi, waar natuurtalenten
van zangers hem. onder begeleiding van een
virtuoos bespeelde guitaar de mooiste oude
volksliedjes voorzingen die hij ooit heeft
gehoord. Italiaanse. Spaanse en zelfs Moor
se invloeden hoort de kenner erin.
Maar ook het binnenland heeft zijn
charme. De Noorderling kijkt in het
begin die wat stug uitziende, donkere en
zwijgzame bergbewoners met een scheef
oog aan. Woedde in dit ontoegankelijke
bergland niet de vendetta, de bloedwraak,
hield in deze maquis zich de bandiet niet
schuil? Oho, wat vergist onze toerist zich.
De stugge boer die met trage pas achter
zijn zwaarbeladen ezeltje aansjokt zal hem
de weg wijzen in onberispelijk Frans,
waarin alleen de rollende r's opvallend
contrasteren met het gebrouwde Frans van
het continent. En als de toerist de tijd
neemt voor een praatje met de Corsicaan,
zal deze hem al gauw uitnodigen in zijn
huis. Want Corsicanen zijn vaak arm maar
hun gastvrijheid is omgekeerd evenredig
met hun armoe. Maar récht evenredig met
hun gastvrijheid is. hun luiheid. „Voor
onze luiheid bestaat eigenlijk geen woord
in het Frans", gaf een Corsicaan mij zelf
toe.
Maar dat banditisme dan?
Ach dat is al tientallen jaren geleden
verdwenen, al maken de Corsicanen er nu
nog wel eens een ondeugend liedje over.
Want ergens in hun hart hebben ze nog
wel heimwee naar die romantische tijd
toen een man eigen rechter was en na de
voltrekking van het vonnis in een familie
vete de bergen in moest vluchten voor de
gendarmes. Zo'n twist betrof dikwijls een
ere-kwestie; vandaar dat „bandiet" eerder
een eretitel werd dan een slechte kwali
ficatie: zoals bij ons het woord „geus".
Ter vermijding van misverstand hoort men
dan ook nog wel spreken van „bandit
d'honneur". Met platte roverij heeft dit
niets te maken. Het moet veertig jaar ge
leden nog wel eens zijn voorgekomen dat
de toerist op een caféterras aan de praat
kwam met een Corsicaan die hem na een
paar glazen pastis in alle gemoedsrust toe
vertrouwde: „Je suis bandit".
De laatste jaren wordt Corsica een beetje
ontdekt, vooral de kust en eigenlijk is
het jammer. Op de Cours Napoléon in de
hoofdstad Ajaccio, stad aan de mooiste
golf ter wereld, hoort ge ook Engels, Duits
en soms zelfs Hollands spreken. Dicht bij
de Place de Gaulle, een door palmen en
platanen omzoomd plein, verrees het Ca
sino. Er zit een dansorkest dat dezelfde
deuntjes speelt als dansorkesten in Londen,
Amsterdam of Parijs. Als ge het echte
Corsica zoekt, loop daar dan gerust voor
bij. En schiet de Rue du roi de Rome in,
straat met een koninklijke naam maar van
artistieke allure. Hier vindt ge dat een
voudige kroegje waar de patron zelf gui
taar zit te spelen en waar de jongens uit
de buurt 's avonds komen zingen. Pascal
Marcelli de banketbakker, Jean Murati de
kapper, Michel Deidda de sardinevisser,
Jean Valli de kellner.
Onder elkaar spreken zij Corsicaans, dat
nóg zachter klinkt dan het Italiaans uit
Toscane, en dat zegt wat. De meeste liedjes
die zij zingen hebben hun tekst in diezelfde
taal, al wordt er ook wel eens een Franse
chanson voorgedragen. Op het punt van
die tweetaligheid ontdekt de Nederlander
op Corsica een hem bekende analogie: de
moedertaal der Corsicanen is dat zachte,
melodieuze dialect. Op de scholen en' in
het openbare leven is Frans de officiële
taal. Maar de Corsicanen maken er beslist
geen „kwestie" van, gelijk de Friezen. Mis
schien zijn zij er te lui voor.
Want de subtronenzon maakt lui. En bo
vendien is het eiland rijk. Ongeveer even
groot als een kwart van Nederland kan
het zijn 300.000 inwoners gemakkelijk
voeden. En wie zou zich druk maken in
de landbouw als de zon het werk doet? De
sigarenman in Bastia,
die de hele dag voor
zijn winkel op een
stoel zit, doet het
evenmin. Maar als er
een klant is, neemt hij
toch de moeite, op te
staan, hem een hand
te geven en een
praatje te maken. Hij
verkoopt prentbrief
kaarten ook. Koop er
vier en ge krijgt een
vijfde cadeau. Hande
laar is hij niet als
tabaksverkoper is hij
ambtenaar van de
Franse staat en de
toerist vindt zo'n ge
baar toch prettig? De
gastvrijheid en gul
heid zit iedere Corsi
caan in het bloed.
Evenzeer als de lui
heid. Op het eiland
zelf, circuleert dat
verhaal over die kas
telein die terwijl hij
in zijn zaak rustig
zijn krantje zat te
lezen een toerist zag
binnenkomen.
Bonjour m'sieu!
Bonjour m'sieu.
Wilt u drinken?
Inderdaad, be
vestigt de toerist.
Hebt u dan
dorst? (Nog steeds
zittend).
Ja.
Wat wilt u drin
ken? (Eindelijk staat
hij op en loopt naar
het flessenrek).
Koffie.
Ah, du café? (de
hand zakt; een wat
mismoedige uitdruk
king komt op zijn ge
zicht). Voor goede koffie moet u in dat i
andere café aan de overkant zijn. Ze
schenken daar veel betere koffie dan ik.
Voor geld hebben de Corsicanen een
superieure verachting. Het enige dat
zij vol toewijding doen is musiceren en
zingen, urenlang. Ook zonder publiek
ge kunt in de bergen plotseling een jonge
man met een guitaar ontmoeten die op
een stuk rots tijden lang voor zich heen
zit te improviseren, desnoods in het pikke
donker. Zijn serenade geldt, al is zij er
helemaal niet bij, zijn Catari of zijn Fifina.
En er komt bijna altijd iets in voor van
„la luna" (de maan), „la muntagna" (het
gebergte) en natuurlijk van „l'amore"
de liefde.
En terwijl de „Cyrnos" of de „Sampiero
Corso" u terugbrengt naar Nice of Mar-
Een smalle rotsachtige landtong verbindt
lie Rousse, stadje aan de Noordkust van
Corsica, met het eilandje van rood graniet
waaraan het zijn naam dankt.
seilie is 't nog of op de zachte Zuidenwind
snarengetokkel van het achter u verdwij
nende eiland door de patrijspoort naar
binnen komt waaien, tezamen met de geur
van de maquis. Napoleon zei immers dat
hij op zee zijn eiland al kon herkennen aan
zijn geuren? Dat was niet overdreven,
evenmin als zijn uitspraak dat „alles er
beter en mooier was dan elders". Lang voor
hem hebben de Grieken, een der vele vol
ken die over Corsica hebben geheerst
de hoofdstad Ajaccio dankt haar naam
aan de held Ajax het eiland al „Kal
listè" gedoopt: „De schoonste".
Op de Najaarsbeurs is tot nu toe in ver
schillende sectoren levendig zaken gedaan.
In de uitgebreide groep lederwaren wa
ren de standhouders in het algemeen zeer
tevreden over het aantal afgesloten orders.
Met het oog op de dagen aan het einde
van het seizoen is de najaarsbeurs een ge
schikte inkoopgelegenheid voor de détail-
handel doch daar de verwachtingen in de
lederwarenbranche niet hoog gesteld wa
ren, kunnen de resultaten als zeer bevre
digend worden beschouwd. De plastictas-
sen worden veel gevraagd, ofschoon ge
constateerd kan worden dat ook de be
langstelling voor lederen damestassen her
leeft.
De standhouders in de afdeling meube
len en woningtextiel hebben in de afgelo
pen dagen over het geheel genomen goede
zaken gedaan.
De rotanmeubelen trokken veel belang
stelling, ook van Amerikaanse zijde, waar
bij veel waardering voor lijn en uitvoering
werd geuit. Bekeken zal worden of er mo
gelijkheden zijn voor invoer op de Ame
rikaanse markt. De exposanten in de afde
ling woningtextiel ontmoeten een leven
dige vraag, vooral naar gematigd moderne
dessins.
De afdeling laboratoriumapparaten en
instrumenten, toegevoegd aan de medische
afdeling in ae Bemhardhal, blijkt in een
behoefte te voorzien. Standhouders in de
medische afdeling deelden mede, dat het
bezoek van artsen, hoogleraren in de me
dische wetenschappen en inkopers van
ziekenhuizen blijft aanhouden. De ver
plaatsing van deze groep van het paviljoen
op het Vredenburg naar de Bemhardhal
aan de Croeselaan wordt zeer toegejuicht.
Belgische artsen, die Vrijdag een bezoek
aan de beurs brachten, toonden zich en
thousiast over de expositie van medische
en chirurgische instrumenten.
Tot en met Vrijdag werden er bezoekers
uit 45 landen geregistreerd.
ADVERTENTIE
thans alléén gevestigd
t.o. de Hazepaters'aan
ADVERTENTIE
Juist tien jaar geleden, onder de zwaar
ste druk van de oorlog, verscheen er in
Brussel een klein boekje over de actuele
tendenzen in de Belgische kunst, getiteld
„Retour a l'Humain". De schrijver van dit
boekje, Paul Haesaerts, constateerde dat er
in de West-Europese landen een aantal
schilders en beeldhouwers waren, die van
een beschouwende levenshouding uit hun
aandacht op het menselijke richten. Zij
wilden zich losmaken van het extravagante
in de vorm en, zonder terug te keren tot
een conventionele kunst, de diepere bron
nen aanboren die aan de zichtbare ver
schijningen bezieling geven.
Deze titel: „terugkeer tot het menselijke"
zou men voor de tweede Biënnale der
Beeldhouwkunst te Antwerpen als alge
mene aanduiding kunnen gebruiken en dat
vooral waar het de Italiaanse inzending be
treft, die zowel naar omvang als in kwali
teit aan de top staat.
Opmerkelijk is in dit verband het com
mentaar van een der belangrijkste Belgi
sche beeldhouwers, Charles Leplae, die deze
Biënnale het „Waterloo der abstracten"
noemde.
Zonder hierbij uit het oog te verliezen
dat bij deze uitspraak de wens de moeder
van de gedachte kan zijn, is het opvallend
dat het merendeel der abstracten een wel
heel pover figuur maakt tegenover het
nieuw realisme der Italianen.
De Nederlandse inzending
Evenals in Sonsbeek zijn hier de beeld
houwwerken in de openlucht opgesteld en
wel in het boomrijke Middelheimpark dat
even buiten Antwerpen gelegen is. De
glooiende gazons, omzoomd met oud ge
boomte vormen een indrukwekkend décor
voor de beelden.
De bedoeling is hier een permanent
openluchtmuseum van beeldhouwkunst te
stichten en dat dit voornemen reeds ten
dele gerealiseerd werd, blijkt uit de cata
logus waarin men zien kan dat een kleine
veertig der geëxposeerde beelden bereids
eigendom van Middelheim zijn. Voorwaar
een benijdenswaardig bezit, dat wel getuigt
van de royale kunstpolitiek van de stad
Antwerpen!
De Nederlandse bezoeker wil natuurlijk
Vele Corsicaanse vrouwen vallen op door hun gracieuze gang
en houding. Het komt doordat zij gewend zijnzware lasten op
het hoofd te dragen.
allereerst nagaan hoe onze kunst hier ver
tegenwoordigd is en hoe de inzending als
geheel, zich tot de rest verhoudt. Men heeft
klaarblijkelijk de voorrang aan de jongere
talenten gegeven, die pas na de oorlog
naam hebben gemaakt. Hoewel dit begrij
pelijk is, mist men toch al te zeer enkele
ouderen onder onze beeldhouwers. Ra-
decker, Wezelaar, Carrasso, Sondaar en
Polet zoekt men tevergeefs.
Verrassend knap is de reusachtige „ar-
beidsgroep" van Esser. Het enige bezwaar
is dat het niet duidelijk wordt wat deze drie
arbeiders eigenlijk uitvoeren. Maar het
rhythme der figuren dwingt bewondering
af en de wijze waarop de groot-gehouden
volumen behandeld zijn, is zeker indruk
wekkend.
Een van de weinige beeldhouwwerken
die zich naast de Italianen kunnen hand
haven is Andriessens „bomslachtoffer"
waarin een maximum aan uitdrukking in
8obere maar gespannen vorm gelegd werd.
Het beeld „de drukker" van Wessel Cou-
zijn is wel een vreemde voorstelling maar
een oorspronkelijk begrip voor plastische
werking moet men er in erkennen. Cneul-
mans „Europeanen" blijft een akelige ver
gissing.
Als geheel maakt Nederland dus niet zo'n
beste beurt, maar het kan zich troosten met
de gedachte dat met uitzondering van
Frankrijk de meeste landen het tegen de
Italianen afleggen.
Men vergete hierbij echter niet dat op
deze Biënnale opzettelijk de aandacht voor
de Italianen gevraagd wordt. De inzending
telt liefst drieëntachtig nummers!
Zij wil een overzicht geven van de beeld
houwkunst der laatste 50 jaar, maar het
accent ligt kennelijk op de na-oorlogse
periode. Men spreekt wel over de zoge
naamde „drie M's": Arturo Martini, Marino
Marini en Giacone Manzü. Men kan daar
een vierde M die van Mascherini aan
toevoegen.
Marini, met zijn sterk op de Aziatische
kunst geïnspireerde ruiters te paard is ten
onzen bekend door de grote tentoonstel
ling. vorig jaar in het Stedeliijk Museum te
Amsterdam gehouden en uit Sonsbeek.
Nieuw, althans voor mij, was het werk
van Manzü. Zijn bronzen zijn statischer
en minder emotioneel dan die van Marini.
De Italiaanse traditie der vroeg-Renais-
sance is er in terug te vinden, maar dan
gebaseerd op de geestelijke achtergronden
en in mindere mate op de uiterlijke vorm
geving. De religieuze vervoering van een
Gioto herleeft bij Manzü. Een vervoering
die zich uitspreekt in een ingehouden en
pure vorm. Zijn „grote Kardinaal", hierbij
gereproduceerd, die gehuld in wijde man
tel en bekroond met de enorme mijter, in
contemplatie rechtop gezeten is, ademt een
serene rust en verbergt tevens achter het
gesloten gelaat het diepe raadsel der men
selijke gedachten.
Een van zijn meest gave en ontroerende
beelden is „de danspas".
Wat bij de Italianen verrast is de tech
nische volkomenheid der uitvoering. Zij
geeft het bewijs, dat de kracht ener
eeuwenoude traditie na een periode van in
zinking, weer naar boven kan komen, zon
der iets van haar intensiteit te hebben inge
boet. Het gaat er slechts om of dit „kun
nen" wordt toegepast door de geïnspireerde
kunstenaar, die waarlijk iets heeft mede te
delen of de artisan die alleen de uiterlijke
vormen der traditie overneemt.
Tegenover de in onze tijd opgang maken
de tendenz, die wil dat de kunst zich van
meet af aan zal ontwikkelen en slechts
stamelend aan het volstrekt nieuwe levens
gevoel uiting kan geven, verschijnt dit
Italiaanse nieuw-realisme wel als een ont
hutsende tegenspraak, die velen te denken
zal geven. OTTO B. DE KATT
Uit Rotterdam vertrok hedenmiddag de
„Indrapoera" van de Koninklijke Rotter-
damsche Lloyd voor een toeristenreis van
tien dagen. De reis gaat eerst naar Ham
burg, waar het schip twee dagen blijft
liggen, welke tijd door de passagiers ge
bruikt zal worden voor het maken van
enige uitstapjes naar Hagenbeek, de Elbe-
tunnel en het vermaakcentrum Sankt
Pauli. Daarna vaart de „Indrapoera" naar
Denemarken, waar van Kopenhagen uü
enige excursie zullen worden gemaakt, on
der meer naar Noord-Seeland, het meren-
district en naar de zomerresidentie van de
Deense Koninklijke familie. Op 14 Sep
tember is het schip in Rotterdam terug.
„DE KARDINAAL"
bronzen beeld van de Italiaanse beeldhou
wer Giacomo Manzu.
Middelheimpark te Antwerpen.
facabijjedriHir y G(&. Oiidc Gracht ij-ija. I
De minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening, de heer S. L. Mans-
holt, heeft Vrijdagmiddag in het R.A.I.-
gebouw te Amsterdam de bloemen- en
fruittentoonstelling „De Gouden Poort"
geopend, die is georganiseerd ter gele
genheid van het 25-jarig bestaan van het
Algemeen Verbond van Volkstuinders-
verenigingen in Nederland en van het 35-
jarig bestaan van de Bond van Vplkstuin-
ders te Amsterdam.
De minister zei in zijn openingswoord
onder meer dat vooral door de trek van
vele plattelanders naar de grote steden
mogelijkheden van ontspanning en inspan
ning in de vrije natuur moesten worden
geschapen. Hierin hebben de volkstuin
verenigingen een belangrijk aandeel ge
had. Ongeveer 20.000 Amsterdammers
vertoeven iedere Zondag op de volkstui
nen. Door de groei der steden zijn moei
lijkheden ontstaan: vele volkstuincom
plexen worden opgeofferd aan de nood
zakelijke industrie-vestigingen, de wo
ningbouw of de land- en tuinbouwbe-
langen. Daarom dienen in de directe na
bijheid van de steden plaatsen te
komen voor hen, die er behoefte aan heb
ben bezig te zijn in de vrije natuur. Met
de uitbreiding van de grote steden diene
men hiermee ernstig rekening te houden.
De minister maakte vervolgens een
rondgang over de tentoonstelling.
De inzendingen bestaan uit enkele tien
duizenden zelfgekweekte potplanten, die
tezamen met vele vazen vol snijbloemen
een veelkleurig bloemmozaïek vormen.
Verder is een tuin ingericht met een
boomgaard met vruchtdragende appel- en
perenboompjes. Dordrecht en Utrecht zijn
vertegenwoordigd door hun torens, ver
vaardigde van bloemen en fruit, verschei
dene andere steden door hun stadswapens
in bloemen.
Omstreeks honderd vertegenwoordigers
van volkstuindersbonden uit twaalf lan
den (de West-Europese landen behalve
Italië, Spanje en Portugal) hebben voorts
in de aula van het Koninklijk Instituut
voor de Tropen te Amsterdam de opening
bijgewoond van hun negende internatio
nale congres door de staatssecretaris van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, mr. dr.
A. A. van Rhijn.
Necl. Ilerv. kerk
Beroepen te Middenmeer J. v. Winters
wijk te Grijpskerke (Z.)
Geref. kerken onderh. art. 31 K.O.
Examens. Aan de Theol. Hogeschool te
Kampen is geslaagd voor het cand. examen
de heer A. G. Versteeg te Amersfoort.
Bij de strubbelingen in Perzië en Marokko
was nu laatst ook nog die tussen Carel
Briels en de orkestleider van de Bieten
bouwers gekomen. De onrust in de hele
wereld neemt toe.
Die laatste moeilijkheid is ontstaan op
het Hilversumse stadserf, zoals u wel ge
lezen zult ebben de Opperbietenbouwcr
wilde niet spelen in de regen en de men
sen, die allemaal drie kwartjes voor die
Bietenbouwers betaald hadden, wilden hun
centen terug. Nou, zou ik ook gedaan heb
ben. En u ook. Waar of niet?
Terecht hebben daar in sommige kranten
lappen van stukken over gestaan, met het
portret van Carel en de Opperbietenbou
wcr. Terecht, want het is een zeer belang
wekkende aangelegenheid. Ik hoor dat zij
door de heer Von Balluseck persoonlijk
voor de Veiligheidsraad gesmeten zullen
worden, want hier komt de veiligheid van
vierhonderd maal drie kwartjes in het ge
ding.
In Marokko is intussen alles weer rustig.
Ik heb het portret van de nieuwe Sultan
gezien. Hij lijkt niet op Carel Briels, maar
is toch ook een man van aanpakken en als
ik Carel was vroeg ik concessie om tegen
Rabat een Mexicaans stadje te mogen neer
zetten. Zo'n Mexicaans stadje past precies
zo in Marokko als een Italiaans stadje in
Hilversum. Die Marokkanen moeten het
ook eris gezellig hebben. En laat dan de
Bietenbouwers daar ook spelen, als de zaak
is bijgelegd. Daar snakken de Marokkanen
naar.
Ikzelf heb aan de Sjah gevraagd of ik
een Russisch stadje in Teheran mag neer
zetten. Met balalaika en heren die dansen
met de dolk op de kin. Dat is altijd gewild.
Desnoods smijt ik er het Dutch Swing
College ook tegenaan.
Ik zeg maar altijd: plezier is plezier. En
ik had gedacht dat wij dan op de sluitings
avond, voor drie kwartjes per Pers, open
baar verscheuren van minister Fatemi op
het Russische dorpsplein kunnen hebben,
gevolgd door dansen in een Peruaans eet-
nuysje.
Wij moeten de kop hoog houden en jolijt
blijven maken. Overal stadjes, overal Bie
tenbouwers en overal eethuysjes.
Maar Carel en Ger (zegt u maar gewoon
Ger.het is altijd leuk om een volwassen
man met een kindernaampje aan te spre
ken) ik zeg: Carel en Ger zeg ik. Fijn. Ik
had me, zoals u weet, al ongerust gemaakt
om dat ernstige ongenoegen tussen de he
ren Briels en de Roos. Perzië en Marokko
zijn altijd nog een hele tijd vliegen, maar
Carel en Ger, dat is zo vlakbij. Dat voel je.
Daar heb je verdriet van.
Maar nu hebben zij het bijgelegd. Dat
is een opluchting. Het is of er een zwaarte
van mijn hart valt, net of er een druk van
mijn maag wordt genomen. Net of ik ineens
weer helderder uit mijn ogies kijk, of de
zon door de wolken breekt. Of mijn mid
denrif weer vrij gekomen is. Hè, hè, zeg ik,
Carel en Ger zijn weer goed op elkaar".
Dat is toch zeker reuze.... ELIAS.
ADVERTENTIE
ill
Lang niét algemeen blijkt men te we
ten dat de kwekerij van de gemeente
Bloemendaal gelegen aan de Veldlaan
te Bentveld één van de slechts vier in
stellingen in Nederland is, waar ieder jaar
een Victoria Regia tot bloei wordt ge
bracht. Deze indrukwekkend mooie plant,
die thuis hoort in de baaien van de Zuid-
Amerikaanse Amazone," de rivier met het
grootste stroomgebied ter aarde, wordt
hier voorts gekweekt in de Hortus Bota
nicus te Amsterdam en te Leiden, bene
vens in de Diergaarde Blij dorp te Rot
terdam.
De Victoria Regia is een éénjarige plant,
die dus telkens opnieuw ontwikkeld moet
worden uit zaad, dat gedurende de eerste
wintermaanden in flessen onder water be
waard blijft. Wie thans in het ruime bas
sin van de grootste dér Bloemendaaise
kassen de enorme bladeren aanschouwt,
waarvan sommige een doorsnede van ze
ker twee meter bereiken, kan zich nau
welijks voorstellen dat al dit drijvende
groen is voortgekomen uit wat een leek
misschien voor een grassprietje zou aan
zien.
De cultuur is dan ook bijzonder inte
ressant. In Januari worden ongeveer 25
van de bewaarde zaadjes uitgezet in een
bak met kleibagger. Hiervan houdt men
de vijf sterkste aan, om tenslotte in het
begin van Mei de gunstigst ontwikkelde
daarvan over te planten in het bassin, dat
een diepte heeft van een halve meter en
waar het krioelt van de goudvissen. Na on
geveer acht weken is de Victoria Regia
wat men noemt volwassen. Deze eigenaar
dige waterplant bloeit vijftien tot twintig
keer in de periode van Juli tot half Sep
tember, alleen des avonds en des nachts,
telkens tussen de veertig en vijftig uur.
De bloem, liggend in het midden der
wijd vertakte bladeren, is de ene avond
wit en de volgende rood. Zij ondergaat
bovendien merkwaardige gedaanteverwis
selingen, waardoor zij aan het einde van
de bloeitijd een soort knoopvorm aan-
annneemt. De geweldige bladeren, door
lange stengels met het centrum verbon
den hebben opstaande randen met een
hoogte van tien tot vijftien centimeter. Ze
zijn zo sterk, dat ze gemakkelijk een kind
van zeven jaar kunnen dragen, mits het
gewicht daarvan bijvoorbeeld met behulp
van een stuk triplex over. de oppervlakte
verdeeld wordt. De meeste bezoekers ver
tonen een neiging deze bladeren te betas
ten. doch men komt er spoedig van terug
deze onderzoekingen ook tot de onderkant
uit te strekken, daar deze bijzonder ste
kelig behaard is. Van tijd tot tijd worden
de oudste bladeren verwijderd om plaats
te maken voor nieuwe groei. In totaal ont
wikkelt de Victoria Regia er een stuk of
vijftig, van klein tot groot.
Nog één bloei
Binnenkort zal de Victoria Regia haar
laatste bloei beleven. Wij zullen nog be
richten, wanneer dit geschiedt, omdat bij
die gelegenheid de Bloemendaaise kassen
wederom (tegen een geringe vergoeding)
voor het publiek worden opengesteld. Wij
kunnen iedere natuurliefhebber aanraden
daar een kijkje te gaan nemen. Het hoofd
van deze kwekerij, de heer P. C. van der
Maas, heeft er namelijk voor gezorgd, dat
er in en om het bassin nog meer te zien is,
dat de betrekkelijk geringe moeite van het
bezoek ruimschoots vergoedt. Men kan er
zien hoe rijst en suikerriet worden ver
bouwd, hoe pinda's en andere tropische
producten als thee en koffie, cacao en rub
ber groeien. Verder vindt men er de eigen
aardig geurende wasbloemen en fraaie
soorten passieflora.
Is de Victoria Regia uitgebloeid, dan laat
men het bassin leeglopen en wordt de kas
weer ingeruimd voor de subtropische ge
wassen, die nu nog de Bloemendaaise par
ken en plantsoenen sieren, om van het
Openluchttheater maar te zwijgen.
Een Victoria Regia, zoals die ook te zien is in de Amsterdamse Hortus.
Koningin Juliana heeft Vrijdag ten pa-
leize Korte Voorhout in Den Haag de
nieuwbenoemde ambassadeur der Sovjet-
Unie, de heer Stepan Pavlovitsj Kirsanov,
die zijn geloofsbrieven kwam aanbieden,
ontvangen.
Voor het paleis stond de Koninklijke
Militaire Kapel opgesteld, evenals een ere-
compagnie van het regiment luchtdoel
artillerie Waalhaven. De Koninklijke Mi
litaire Kapel speelde het volkslied der
Sovjet-Unie.
Daarna ontving de Koningin de nieuwe
gezant van Mexico, de heer Manuel A.
Chavez. Ook de Mexicaanse gezant bood
zijn geloofsbrieven aan. Tenslotte ontving
de Koningin de Griekse gezant, de heer
Nicolas G. Lely. Deze bracht aan de Ko
ningin de dank van Griekenland over voor
de grote blijken van meeleven en de steun
die van onze Koningin, de Nederlandse
regering en het Nederlandse volk werden
ontvangen bij de aardbeving die Grieken
land heeft getroffen.
Met vier typen goederenwagons geven
de spoorwegen in samenwerking met Van
Gend en Loos op het jaarbeursterrein te
Utrecht demonstraties van de mogelijk
heden van goederenvervoer per rail. Veel
aandacht wordt besteed aan de transport
bescherming. Wanneer er ondernemingen
zijn die klachten hebben over beschadi
gingen tijdens het vervoer, wordt in de
verpakking een schokbreker geplaatst. Dit
apparaat, dat door het N.S.-personeel
„stille verklikker" wordt genoemd, re
gistreert nauwkeurig de manoeuvres met
de lading. Hierdoor kan worden nagegaan
hoe er met de goederen is omgesprongen.
In vele gevallen heeft dit registratietoe
stel het mogelijk gemaakt de oorzaak van
beschadigingen tijdens het transport op
te sporen.
De stille verklikker wordt niet alleen
geplaatst op verzoek van de verzender,
doch ook door de N.S. zelf bij wijze van
steekproef.
Dr. J. Vixseboxse, werkzaam op het
ministerie van Buitenlandse Zaken, wordt
tweede ambassade-secretaris bij de perma
nente vertegenwoordiging van Nederland bij
de U.N.O. te New York