Triomftocht der Landsvrouwe
door jubelende Jordaan
Zuid-Molukkenleider Manusama:
„strijd op Ceram duurt voort"
Nederland vooraan in de
ranglijst van de zuiveluitvoer
Charles Montaigne toonde zijn collectie
Geboefte
Tonelen van laaiende Oranjeliefde
tussen Lauriersgracht en Egelantier
GEBR. BEEKEVSANAutomobielbedrijven
9
Boek was zoek
Haerlemsche Musyck-
camer speelt in Beverwijk
Persconferentie ondanks verbod
Mr. Van der Goes van
Naters rapporteert over
Saar
Weelde van herfst en winter
Engelse litteratuur
Weer onlusten in
Nyassaland
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1953
(Van een verslaggever
De korte rijtoer, die de Koningin gistermiddag door de aloude Jordaan maakte, is
had men anders verwacht? een hoogtepunt in de Oranje-feestvreugde ge
worden. Reeds lang van tevoren waren de Jordaners de arbeiders en de volks
vrouwen zogoed als de „toffe" jongens en de meisjes-van-de-vlakte getooid met
enorme oranjestrikken, naar de grachten en steegjes rond de Westertoren getogen,
om hun „Juliaantje" te zien en toe te juichen met al het vuur dat in hen is. En
toen dan eindelijk het lang-verbeide ogenblik daar was, brak hun vreugde en ont
roering zich baan in die ene schorre jubelkreet, waarmee deze eenvoudige mensen
vanouds hun Vorstin verwelkomd hebben: „Laife de Kauningin!"
Zo fel laaide de geestdrift op, dat de
open hofauto met de hoge bezoekster die
in een eenvoudig zwart mantelpak gekleed
was dikwijls leek te stranden in de op
dringende mensenzee. En bij aankomst
voor het historische R.K. Jongensweeshuis
aan de Lauriersgracht was de Koningin
zelfs getuige, hoe een drietal kijkers door
de juichende massaas in het koude gracht
water gedrongen werden. En dande
serene rust van het 250 jaar oude weeshuis,
waar een gezelschap peuters als pages
en sprookjesfiguren vermomd, al lange tijd
had staan popelen om de Koningin met
spelletjes en dansjes te verwelkomen. Een
van de kinderen bood haar een tuiltje or
chideeën aan en daarna vertelde voorzitter
F. de Wilde de Koningin in de regenten
kamer, hoe hier tegenwoordig behalve
wezen ook jongens en meisjes van voogdij
en kinderbescherming een tehuis vinden,
hoe het interieur van het statige oude
complex gestaag gemoderniseerd wordt
en^wat er allemaal voor de ruim honderd
pupillen gedaan is: een van de jongens
studeert op het ogenblik oude letteren,
twee anderen hebben kortgeleden hun
artsexamen gedaan, weer een heeft het
tot directeur van een grote handelsonder
neming gebracht.
In de kleuterkring:
Toen schreed het gezelschap over de
eeuwenoude binnenplaats met zijn befaam
de windroos en pomp, waar de Lands
vrouwe spontaan „inhaakte" in de. jube
lende peuterschaar die haar ter ere het
spelletje „In Holland staat een huis" deed.
Daarmee was ook het laatste ijs gebroken
en al spoedig huppelden ook de leden van
het gevolg, de regenten en zusters van het
weeshuis en de paters in hun lange sou
tanen opgewekt met de kleintjes mee.
Bij de oudjes
Nog ongedwongener ging het toe in de
sociëteit voor oudjes aan de Egelantier
straat nieuw onderdeel van het oud Ko
ning Willemhuis dat in zijn honderdjarige
historie herhaaldelijk vereerd is met be
zoeken van Koning Willem III, Koningin
Emma en Koningin Wilhelmina. De „soos"
was hier in volle gang, want op uitdrukke
lijk verzoek van de hoge gast ging het
„gezellig verkeer", het schaken, kletsen en
klaverjassen gewoon door, terwijl de Ko
ningin heel gewoontjes van het ene tafeltje
naar het andere hoekje wandelde, hier een
praatje makend, daar een beverig opatje
vriendelijk toeknikkend, zodat iedereen al
spoedig op z'n gemak gesteld was. En toen
kwamen de verrassingen: zelfgemaakte
cadeautjes, die met kinderlijke trots en
wat linkse gulheid de Vorstin „toegestopt"
werden. Een lucifer-étui en een kunst
leren portefeuille van Appie Geerlings, 68:
„Asjeblief, Majesteit, en dat je ze maar
in gezondheid zal maggen verslijten"; een
borduurwerkje en een miniscuul gehaakt
kleedje van twee stokoude en stokdove
vriendinnen. „Het lijkt wel Sinterklaas
tijd". grapte de Koningin. En dan, als klap
op de vuurpijl twee zelfgebreide panne
lappen van Elizabeth Siepseerder die met
al de branie van haar 76 Jordaanjaren
verzekert: „Béste lappe, mevrouw die
krijje niet kapot al seg ik het sellef...."
Zij krijgt een extra-lange handdruk van
de Koningin, die erop staat, al die naïeve
geschenkjes zelf vast te blijven houden
als bewijs van haar waardering. Even latei-
zit zij middenin een kring van oudjes met
een kopje thee en een biscuitje en dan
komen de verhalen los. Gerardus Geraards,
deftig in het zwartlakense trouwpak met
het gouden eremetaal op de oude borst,
vertelt de Koningin van zijn wapenfeiten
als chefkok in Londen „ia's kijken, da's
nou alweer zo'n veertig jaar gelejcn, Ma
jesteit" en opa Brakcl, die zo aller
gruwelijkst zit op te hakken over zijn 81
jaar en zijn „springlevendigheid" („Ik
doen nog altijd met de ochtendgymnastiek
mee, ziedu?"). dat opoe Brakel wel drie
keer aan zijn jasje moet trekken om hem
tot de orde te roepen. Kortom het wordt
een echt-gemoedelijk babbeltje en daarom
betrekken de gezichten wel even als de
Koningin tenslotte na nóg een kopje thee
zegt, dat zij nu toch heus moet opstappen.
Maar zij heeft het werkelijk heel erg ge
zellig gevonden allemaal en nog wel
bedankt voor die leuke suprises.
En als even later de hofauto langzaam
de eivolle, luid-jubelende Egelantierstraat
uitrijdt, wuift zij glimlachend een af
scheidsgroet naar de oudjes, die hun neu-
Wie gistermiddag tegen drieën een poli
tiemotor met zijspan van de Minervalaan
naar de Egelantierstraat heeft zien razen
zal loeinig hebben vermoed dat in die
minuten een kleine tragi-comedie werd
afgesloten die de avond tevoren met pa
niek was begonnen. Op de vooravond
van het Koninklijk bezoek aan het „Ko
ning Willemshuis" bleek het Gulden
boek" zoekeen boek vol handtekeningen
van Nederlands vorstenhuis sinds Wil
lem III. Vergeefs ivas het huis uitge
kamden men had de hoop al opgege
ven de handtekening van de Koningin
aan de verzameling te zien toegevoegd,
toen iemand zich herinnerde het „gulden
boek" iwee jaren geleden te hebben uit
geleend aan een Amsterdamse ontwer
per, voor het maken van een cliché. Dat
was gistermiddag om twaalf uur. Binnen
een kwartier werd opnieuw een huis
overhoop gehaald, ditmaal het huis van
de ontwerper in de Minervalaan. Uren
lang zochten de vrouw des huizes en
haar nerveuze bezoekers tussen, op en
achter meubelen, maar geen gulden
boek. Een paar minuten over drieën
vond mevrouw - alweer alleen met haar
driejarig zoontje - het gezochte op een
voor de hand genoeg liggende plaats:
onder een stel werktekeningen.
De motorpolitie zorgde voor de rest en
in het gulden boek van het Koning Wil
lemshuis prijkt nu ook de handtekening
van Koningin Juliana.
Hand in hand met de kinderen speelde de
Koningin gisteren op de binnenplaats van
het Jongensweeshuis het oude spelletje „In
Holland staat een huis". En dat het in de
smaak viel is deze glundere knapen wel aan
te zien.
nieuwe centrale van het gemeentelijk ener
giebedrijf aan de Hemweg te Amsterdam
en 's middags het instituut voor kern-
psychologisch onderzoek aan de Ooster
ringdijk, waar prof. dr. C. J. Bakker,
directeur van het instituut de hoge gast
ontving en voorlichtte over de methoden
o.a. met behulp van een cyclotron
ter ontraadseling van de geheimen der
atoomkern.
„Draadloze rondleiding"
Tezamen bezochten Koningin en Prins
voorts de Van Gogh-expositie in het Stede
lijk Museum waar zij onder andere via
gehoorapparaten een „draadloze rondlei
ding" volgden.
Aan het laatste van de zomeravondcon
certen door de heer G. J. Moed op Dinsdag
15 September in de Grote Kerk te Bever
wijk wordt medewerking verleend door
Die Haerlemsche Musyckcamer onder lei
ding van André Kaart met de solisten
Henk de Graaf en Peter van Munster
fluit) en Gertrude Maclaine Pont (clave-
cymbel). Het orkest speelt werken van
Handel, Teleman, Mozart en Haydn, de
organist van Bach, P ache lb el, Mozart en
Waltiher.
Liquidatie geallieerde censuur
Nu de geallieerde censuur in Oostenrijk
is opgeheven en het bureau van de censor
van de viermogendhedenraad aan het
liquideren is gegaan, blijkt men met een
dergelijke massa oud-papier te zitten, dat
er geen kachels genoeg zijn om alles bin
nen redelijke tijd te verbranden. Aan het
maken van een open brandstapel durft
men niet te beginnen, daar dan de waar
borg ontbreekt, dat alles afdoende ver
nietigd wordt. Men heeft nu besloten de
gehele massa brieven, telegrammen en
krantenstapels naar de papiermolen te ver
wijzen.
Gistermiddag heeft ir. Manusama, mi
nister van Defensie van de „Republiek der
Zuid-Molukken", in Den Haag een pers
conferentie gehouden. Ir. Manusama is,
zoals gemeld, gisteren met zijn echtgenote
en de heren Naulohy, Tahapary en Patti-
peiluhu, uit Biak in Nederland aangeko
men. Hij zeide, dat volgens de Republiek
Indonesië, de strijd in de Zuid-Molukken
was afgelopen, maar volgens ir. Manusa
ma duurt de strijd op Ceram onvermin
derd voort. De berichten als zou dr. Sou-
mokil dood zijn, sprak hij eveneens tegen.
Ir. Manusama deelde voorts mede, dat
hij op 17 Juni 1952 op last van zijn rege
ring in een prauw van Ceram naar Nieuw-
Guinea was overgestoken, met als opdracht
de aandacht van de Veiligheidsraad en van
de Nederlandse regering op de zaak van
de Zuid-Molukken te vestigen en erken
ning van de R.M.S. te verkrijgen. Op het
eiland Misool aangeland werd ir. Manu
sama op last van de toenmalige gouver
neur van Nieuw-Guinea overgebracht naar
Hollandia. Daar werd hij voor de keuze
gesteld: óf in de prauw terug naar Ceram,
óf asyl aan te vragen op Nieuw-Guinea. Dit
asyl zou hij kunnen verkrijgen, wanneer
hij zich onthield van politieke activiteit.
Ir. Manusama verklaarde, dat hij bewust
zich niet aan deze voorwaarden had ge
houden, omdat hem de belofte aan zijn
regering gedaan zwaarder woog.
Op 9 October 1952 werd hij in verzeker
de bewaring gesteld wegens het zich niet
houden aan genoemde voorwaarden. Hij
bracht ruim 10 maanden in verzekerde
bewaring door. De omstandigheden, waar
onder hij gevangen gehouden werd, noem
de ir. Manusama „zeer slecht" en „niet te
harden".
ADVERTENTIE
500 c. DO ZUINIGSTE AUTO - 1 L op 20 KM. Prijs ƒ4450.—
BLOEMENDAAL - TEL. 22165
HAARLEM - TEL. 14160
o3ooococoodooocccoooodcoccoooocco(xocx»ooocoococcoocooco
zen platdrukken tegen sociëteitsramen om
nog een laatste glimp van hun Koningin
op te vangen.
Bij de blindengeleidehonden
Des morgens had de Koningin onder an
dere een bezoek gebracht aan de oplei
dingsschool van het Koninklijk Ncder-
landsch Geleidehondenfonds aan de Mid
denweg. Ze zag hoe de blinde instructeur
Peters met de hond Esto zonder moeite
alle obstakels wist te ontlopen en probeer
de later zelf zich door een der honden te
laten leiden.
Prins Bernhard bezocht 's ochtends de
Nederland bezet de eerste plaats op de
wereldranglijst voor de uitvoer van zuivel
producten, doch ons land wordt daarby op
de voet gevolgd door Nieuw Zeeland. Dit
blijkt uit liet zojuist te Rome verschenen
eerste deel van liet rapport der TJNO-orga-
nisatie voor voedsel en landbouw, de FAO.
Ons land dankt deze eerste plaats op de
wereldranglijst voornamelijk aan de zeer
grote uitvoer van gecondenseerde melk,
aangezien voor de andere zuivelproducten
-- boter, kaas en melkpoeder Nieuw Zee
land de grootste exporteur is. In totaal
heeft ons land in 1952 een zuiveluitvoer
bereikt van 365.000 ton tegen Nieuw Zee
land 343.000 ton, gevolgd door Denemar
ken met 229.000 ton, Australië met 120.000
en de Verenigde Stalen met 105.000 ton.
De Nederlandse boieruitvoer liep in 1952
iets achteruit ten opzichte van het voor
gaande jaar, doch de export bleef met 50
millioen kilo op voor-oorlogs peil. De
Deense boteruitvoer daalde zeer aanzien
lijk van 139 millioen kilo in 1951 tot 117
millioen in 1952. Daarentegen nam de
bolerexport uit Nieuw Zeeland het vorig
jaar toe met niet minder dan 37 millioen
kilo tot 186 millioen kilo.
De kaasuitvoer uit Nederland vertoonde
een stijging ten opzichte van 1951. Zij
kwam van 73 op 78 millioen kilo (voor de
oorlog 60 millioen. De Deense kaasexport
steeg zelfs met 8 miliioen tot 54 millioen
kilo. Ook Italië, Zwitserland en Australië
konden hun uitvoer verhogen, doch de uit
voer uit Nieuw Zeeland vertoonde een
scherpe daling met 15 millioen kilo tot 93
millioen. Nieuw Zeeland bleef echter,
evenals voor de oorlog, 's werelds groot
ste kaasexporteur.
Wat de uitvoer van gecondenseerde
melk betreft, bleef Nederland ook in 1952
onbetwist aan de kop van de wereldrang
lijst staan, al is het „monopolie" van ons
land op dit gebied niet meer zo groot als
voor de oorlog, toen Nederland ongeveer
drie. kwart van de wereldexport voor zijn
rekening nam. Thans is dit ongeveer de
helft. Ten opzichte van 1951 steeg de Ne
derlandse export van gecondenseerde melk
in '52 met 24 millioen kilo tot 199 millioen.
Daarentegen werd de Amerikaanse uit
voer ongeveer gehalveerd tot 57 millioen
Hem werd verder aangeboden zich op
de Nederlandse Antillen te vestigen, het
geen hij afwees. Toen hem op 1 September
werd medegedeeld, dat hij naar Nederland
kon gaan, verklaarde ir. Manusama gaarne
naar Nederland te zullen gaan, mits onder
de volgende voorwaarden: garantie van
volledige bewegingsvrijheid in Nederland;
uitbetaling der voedingsgelden 2.per
dag hetgeen tot nu toe niet wa§ ge
beurd) en vrijgeving van in beslag geno
men brieven.
Vervolgens vertelde hij van het reeds
eerder-gemelde gedwongen verschijnen
voor de gouverneur voor het aanhoren
van de verklaring. Hij werd Zondag 6 Sep
tember naar Biak overgebracht, vanwaar
hij naar Nederland werd vervoerd.
Ir. Manusama stelde er prijs op te ver
klaren dat de behandeling in Biak zéér
goed was. Hij zeide tevens diep doordron
gen te zijn van het besef in overtreding te
zijn, nu hij deze persconferentie hield.
„Immers, toen het vliegtuig op Schiphol
geland was, werd mij," aldus ir. Manusa
ma, „door een vertegenwoordiger van de
minister van Justitie een schrijven over
handigd, waarin medegedeeld werd, dat
ik mij te onthouden had van iedere woord
voering, hetzij in het openbaar of in be
sloten kring en dat ik mij alleen in een
door de minister van Justitie goedgekeurde
gemeente mocht vestigen."
Gevraagd naar zijn toekomstplannen
verklaarde ir. Manusama dat hij aanvan
kelijk van plan was geweest overleg met
de Nederlandse regering te plegen, maar
dat hij daar nu, „na de ondervonden be
handeling, niet meer op durfde rekenen."
STRAATSBURG (AFP). De commis
sie voor algemene zaken van de raadgeven
de vergadering van de Raad van Europa is
Vrijdagmorgen, onder voorzitterschap van
de eerste vice-voorzitter, Paul Struye, te
Straatsburg bijeengekomen.
Op de agenda stond het bespreken van
het rapport van mr. Van der Goes van
Naters over de kwestie van het Saargebied.
Kort nadat de zitting was geopend, diende
de Duitse delegatie een motie in, waarin
werd verzocht het bestuderen van deze
kwestie uit te stellen. De commissie be
sloot echter eerst de uiteenzetting van haar
rapporteur aan te horen, voordat zij zich
over deze motie uitspreekt.
Het rapport van mr. Van der Goes van
Naters is nog niet gepubliceerd. Er zijn
evenwel zekere aanwijzingen, dat de rap
porteur zich in gunstige zin uitspreekt
voor het handhaven van de status quo in
het Saargebied, en wel gedurende een pe
riode van 50 jaar, aldus meldt AFP.
kilo. Denemarken komt met 46 millioen
op de derde en Australië met 35 millioen
op de vierde plaats.
De Nederlandse uitvoer van melkpoeder
bleef zich ook 1952 in stijgende lijn bewe
gen: 38 mill, kilo tegen 22 mill, in 1951.
Nieuw Zeeland kwam van 37 op 52 mil
lioen kilo, doch de uitvoer uit de Ver
enigde Staten daalde met 30 millioen kilo
tot 46 millioen. Denemarken neemt met
een uitvoer van 12 millioen kilo een be
scheiden plaats in.
Vrijdagmorgen hééft Koningin Juliana een bezoek gebracht aan het opleidingsinstituut
voor blinden-geleidehonden in Amsterdam. Hier maakt zij kennis met de blinde
instructeur Peters en een van de door hem opgeleide honden.
Als allereerste en voor
lopig enige der Parijse mo
de-vorsten is Charles Mon
taigne van de Rue Royale
naar Nederland gekomen
om de mode voor de ko
mende herfst en winter te
tonen. Maar Charles Mon
taigne, die de allergroot
sten, Dior en Fath, Dessès
en Balenciaga op de voet
volgt, is dan ook Neder
lander van origine en in
zijn paspoort staat nog al
tijd: Karei Meeuwesen.
Zoon van een kleermaker
uit Tilburg, die als gezel
ging zwerven en in Parijs
en Nice en Biarritz in het
seizoen alle grote mode
huizen afliep om baantjes,
hongerig naar vakkennis
en soms ook gewoon hon
gerig. Af en toe mocht hij
wat klusjes opknappen,
soms alleen maar étalage
poppen aankleden en soms
ook wat ontwerpjes maken.
Tot hij terug kwam in Pa
rijs en het aandurfde om
op de Avenue Montaigne
zijn eerste eigen mode-
salonnetje te openen.
Niettemin bleef hij Ne
derlander: hij is er trots op
dat de Amsterdamse bur
gemeester, samen met de
prefect van Parijs, op 15
September zijn mode-vak
school in Amsterdam zal
openen. En hij bleef Bra
bander: men merkt dat aan
zijn gezellig accent en men
merkt het aan zijn mooiste
ontwerpen, zijn pakjes en
mantels, die hij in het Am
sterdamse Doelen heeft
laten zien ze zijn ver
vaardigd van Til'burgse
herfst- en winterstoffen,
want de Nederlandse wol
len stoffen zijn zeker zo
mooi en modieus als de
Franse.
Een bevallig Parijs pakje
van een Nederlandse ont
werper en gemaakt van
Nederlandse wollen stofDe
garnering bestaat uit een
streepje zwart velours.
Het mooist zijn altijd de
pakjes van Charles Mon
taigne men herkent er
de hand van de perfecte
kleermaker in. Hij houdt
van het klassieke tailleur
en hij houdt van zijn ty
pisch Franse vondsten, die
elk pakje iets verrassend
chics geven. In een zeer
eenvoudig tailleur van
herfstig tweed een losse
dubbele rug, wijder dan
het eerste aansluitende rug
stuk, doch iets korter, zo
dat de losse rug er als een
cape-je over valt. Of een
zwart mantelpakje met een
wit bloesje en uit de kraag
van dat bloesje twee stijf
gesteven linten die door
knoopsgaten in de revers
getrokken worden. Of een
purper pakje met geen an
dere opschik dan om de
hals 'n dik en rond clowns
kraagje en om de mouwen
dikke ronde mof-manchet
ten van bijna zwart lang
harig vossenbont.
Al zijn pakjes en trou
wens ook zijn jurken en
mantels hebben ronde
schouders, soms iets afzak
kend. zodat de bovenarm
ruimte heeft; de mouw
loopt dan doorgaans nauw
toe om de onderarm en de
polsen.
Zijn mantels zijn zeer
eenvoudig, doch ook weer:
met vondsten. Een heel ge
wone swagger, met een
bontvoering van seal, die
naar buiten komt aan het
even omgeslagen kraagje
en als mofjes om de pols
onder de driekwart-mou
wen.
Zijn jurken hadden vrij
wel alle een „zwiep" naar
links of rechts, ruimte die
op de heup aan één kant
was weggewerkt in plooien
of ruimte over de borst,
die naar één schouder was
toegewerkt.
Zijn avondjurken waren
Frans, onbetaalbaar duur
door overmatig gebruik van
lagen en lagen geplisseer-
de tulle. De mooiste ervan,
een strapless met kort ge
plooid'lijfje en een wijde
schuimige rok van witte
tulle, had Charles Mon
taigne Blanc de Blanc"
genoemd,doch Karei Meeu
wesen liet dat, vrij vertaald
aankondigen als: het bruid
je van Witte de With.
En voor wie van deze
Franse Nederlander het
antwoord verwacht op de
meest urgente vraag dezer
dagen- zijn rokken waren
een ietsje korter dan vorige
xeer, doch men zag het
nauwelijks.
Dylan Thomas, The doctor and
the devils J M. Dent, London.
De reputatie van Dylan (uit te spreken,
anders dan men zou kunnen denken: Dil
len) Thomas is in de eerste plaats die van
de belangrijkste lyrische dichter van Groot-
Brittannië (hij is een Welshman) op het
ogenblik, maar hij is op weg naar bekend
heid onder een groter publiek als proza
schrijver. In die tweede rol is hij niet zo
overheersend, maar wel bijzonder onder
houdend. Zijn bekendste prozawerk tot nu
toe is de verzameling verhalen van auto
biografische inslag: A portrait of the artist
as a young dog. Er komt daar niet veel pro
blematiek aan te pas, van welke soort dan
ook, en om de verrassende gedachten ervan
hoeft het niet gelezen te worden, maar het
spartelt toch van de scheppende energie,
die een uitweg vindt door scherpe directe
waarnemingen en een boeiende manier van
uitdrukken. De verbazende beelden blijven
de lezer bij, met de herinnering aan een
ongewoon geanimeerde schrijftrant: de
grootvader die er door het jongetje van
verdacht wordt dat hij levende biggetjes
eet, waarvan de pootjes nog spartelend uit
zijn mond steken; en de wandeling in de
zon met Ray: Wij passeerden jonge
mannen in messcherp geplooid wit met op
vallende jasjes aan, meisjes met hockcy-
benen en handdoeken om haar nek en cel
luloid zonnebrillen, en sloegen met onze
stokken tegen een brievenbus, en baanden
ons een weg door een groep dagjesmensen
bij "een bushalte, en stapten over tassen
met broodjes zonder er ons om te bekom
meren of wij ze omver schopten." The por
trait of the artist as a young dog is voor
namelijk het werk van iemand die wel
andere dingen aan zijn hoofd heeft, maar
die zich met verhalen schrijven heel goed
kan vermaken als hij zich er niet teveel
zorgen over maakt; niettemin is het laat
ste verhaal: One warm Saturday, een mees
terstuk, geraffineerd gemengd uit gebeur
tenissen en illusie.
Inmiddels zijn van de roman Adventures
in the Skin Trade de eerste twee hoofd
stukken verschenen in de Amerikaanse
New World Writing, en zo te zien hebben
Thomas' energie en fantasie daar al grotere
gevolgen gehad.
Tussen deze twee boeken in is The doctor
and the devils verschenen, in een geheel
andere vorm: het is een filmscenario. Of
de film tot stand zal komen, weet ik niet;
volgens de filmproducer Donald Taylor, die
Dylan Thomas de opdracht heeft gegeven
om het scenario te schrijven, moet het de
moeite waard zijn voor de lezer -nu eens
eerst de tekst te lezen en dan de film te
zien; maar ergens anders meen ik gelezen
te hebben dat het toch niet doorgaat. Dat
doet op het ogenblik niet ter zake; het
scenario beloont een lezing om der wille
van zichzelf voldoende. De uitvoering er
van is niet pijnlijk technisch, integendeel,
de regie-aanwijzingen zijn geheel in Tho
mas' eigen trant:
„Maanlicht.
Het lawaai van de herberg zwaait in een
hikkende sliert de straat in.
De marktkramen zijn omfloerst als lijk
wagens.
En de deuren van andere kroegen en
huizen staan open en maken licht
vlekken op de keien.
Mensen staan in deuropeningen, met niets
goeds in de zin.
Mensen en andere varkens hangen in het
stro op de keien."
Dit is de uitbeelding van een Schotse
stad in het begin van de negentiende eeuw,
geïnspireerd op Edinburgh, waar de his
torische Dr. Knox woonde, die tot voor
beeld heeft gediend voor de Dr. Rock van
het scenario. Rock is medisch hoogleraar,
zeer brillant, op zijn colleges is het altijd
stampvol, maar hij heeft voor zijn anato
misch onderwijs lijken nodig, en niet alleen
maakt hij gebruik van de diensten van
mannen die „verse" lijken opgraven van
het kerkhof, hij trekt er zich ook niets van
aan als de verdenking opkomt, dat twee
van zijn leveranciers moorden plegen om
de vergoeding voor de lijken vlotter binnen
te krijgen. Tenslotte worden de moorden
bewezen en de leveranciers berecht, maar
Rock gaat vrijuit een lelijk voorbeeld
van klasse-justitie, waar Dylan Thomas
enige smakelijke scènes aan wijdt. Ten
slotte krijgt Rock toch ook zijn trekken
thuis. In de laatste scène, wandelend op een
heuvel, wordt hij aangevallen door het
probleem van het verhaal: rechtvaardigt
het doel, de vooruitgang van de weten
schap, wel werkelijk de moorden, al is het
maar op verlopen mensen?
Het antwoord op deze vraag is niet moei
lijk te vinden; men zou denken dat de heer
Taylor wel een levender onderwerp had
kunnen opgeven om het probleem van het
doel en de middelen te illustreren. Dylan
Thomas heeft het geval ook niet dringender
weten te maken dan het is, maar hij heeft
het verstevigd met zwarte griezelscènes van
de lijkopgravingen en de moorden, en met
duidelijke gemoedsaandoeningen van onge
compliceerde karakters. De lezer deelt mee
in het robuste plezier dat hijzelf bij derge
lijke klusjes moet hebben, en kan zich zijn
antwoord op de enquête van Cyril Connolly
herinneren: Als manier om te weinig geld
te verdienen is schrijven even goed als iets
anders.
Wat de scenario-vorm betreft, die is in
ieder geval nog ongebruikelijk genoeg om
boeiend te zijn. Dat het een nieuwe litte
raire vorm is, zoals op het stofomslag wordt
gesuggereerd, moet betwist worden: het
voordeel is wel dat er brutaler aanspraken
gedaan kunnen worden op het voorstel
lingsvermogen van de lezer, maar de ver
beelding kent grotere vrijheden dan het
filmscherm. Als het filmscenario nog wat
onafhankelijker wordt dan het bij Dylan
Thomas al is, zijn wij terug bij de roman;
maar wel is deze vorm een mooie uitweg
voor allerlei film-ideeën, die financieel niet
te verwezenlijken zijn. Een nieuwe con
current voor het bioscoopwezen: de film
die in de verbeelding wordt afgedraaid.
S. M.
SALISBURY (Reuter). De nood-om-
roep van het bestuur van Zuid-Rhodesië
heeft Vrijdagavond melding gemaakt van
ongeregeldheden van grote omvang en op
treden van de politie in de Zuidelijke pro
vincie van Nyassaland. In een dorp in het
gebied van Tsjikawa voerde politie twee
keer charges uit om de 700 betogende in
heemsen uiteen te drijven.
In dezelfde streek hebben inheemsen
wegversperringen opgericht. Door lucht-
verkenning is men te weten gekomen, dat
in een dorp ongeveer 800 inheemsen een
gebouw vernielden vermoedelijk een
gerechtsgebouw.