Triomftocht der Landsvrouwe door jubelende Jordaan Zuid-Molukkenleider Manusama: „strijd op Ceram duurt voort" Nederland vooraan in de ranglijst van de zuiveluitvoer Charles Montaigne toonde zijn collectie Geboefte Tonelen van laaiende Oranjeliefde tussen Lauriersgracht en Egelantier GEBR. BEEKEVSANAutomobielbedrijven 9 Boek was zoek Haerlemsche Musyck- camer speelt in Beverwijk Persconferentie ondanks verbod Mr. Van der Goes van Naters rapporteert over Saar Weelde van herfst en winter Engelse litteratuur Weer onlusten in Nyassaland ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1953 (Van een verslaggever De korte rijtoer, die de Koningin gistermiddag door de aloude Jordaan maakte, is had men anders verwacht? een hoogtepunt in de Oranje-feestvreugde ge worden. Reeds lang van tevoren waren de Jordaners de arbeiders en de volks vrouwen zogoed als de „toffe" jongens en de meisjes-van-de-vlakte getooid met enorme oranjestrikken, naar de grachten en steegjes rond de Westertoren getogen, om hun „Juliaantje" te zien en toe te juichen met al het vuur dat in hen is. En toen dan eindelijk het lang-verbeide ogenblik daar was, brak hun vreugde en ont roering zich baan in die ene schorre jubelkreet, waarmee deze eenvoudige mensen vanouds hun Vorstin verwelkomd hebben: „Laife de Kauningin!" Zo fel laaide de geestdrift op, dat de open hofauto met de hoge bezoekster die in een eenvoudig zwart mantelpak gekleed was dikwijls leek te stranden in de op dringende mensenzee. En bij aankomst voor het historische R.K. Jongensweeshuis aan de Lauriersgracht was de Koningin zelfs getuige, hoe een drietal kijkers door de juichende massaas in het koude gracht water gedrongen werden. En dande serene rust van het 250 jaar oude weeshuis, waar een gezelschap peuters als pages en sprookjesfiguren vermomd, al lange tijd had staan popelen om de Koningin met spelletjes en dansjes te verwelkomen. Een van de kinderen bood haar een tuiltje or chideeën aan en daarna vertelde voorzitter F. de Wilde de Koningin in de regenten kamer, hoe hier tegenwoordig behalve wezen ook jongens en meisjes van voogdij en kinderbescherming een tehuis vinden, hoe het interieur van het statige oude complex gestaag gemoderniseerd wordt en^wat er allemaal voor de ruim honderd pupillen gedaan is: een van de jongens studeert op het ogenblik oude letteren, twee anderen hebben kortgeleden hun artsexamen gedaan, weer een heeft het tot directeur van een grote handelsonder neming gebracht. In de kleuterkring: Toen schreed het gezelschap over de eeuwenoude binnenplaats met zijn befaam de windroos en pomp, waar de Lands vrouwe spontaan „inhaakte" in de. jube lende peuterschaar die haar ter ere het spelletje „In Holland staat een huis" deed. Daarmee was ook het laatste ijs gebroken en al spoedig huppelden ook de leden van het gevolg, de regenten en zusters van het weeshuis en de paters in hun lange sou tanen opgewekt met de kleintjes mee. Bij de oudjes Nog ongedwongener ging het toe in de sociëteit voor oudjes aan de Egelantier straat nieuw onderdeel van het oud Ko ning Willemhuis dat in zijn honderdjarige historie herhaaldelijk vereerd is met be zoeken van Koning Willem III, Koningin Emma en Koningin Wilhelmina. De „soos" was hier in volle gang, want op uitdrukke lijk verzoek van de hoge gast ging het „gezellig verkeer", het schaken, kletsen en klaverjassen gewoon door, terwijl de Ko ningin heel gewoontjes van het ene tafeltje naar het andere hoekje wandelde, hier een praatje makend, daar een beverig opatje vriendelijk toeknikkend, zodat iedereen al spoedig op z'n gemak gesteld was. En toen kwamen de verrassingen: zelfgemaakte cadeautjes, die met kinderlijke trots en wat linkse gulheid de Vorstin „toegestopt" werden. Een lucifer-étui en een kunst leren portefeuille van Appie Geerlings, 68: „Asjeblief, Majesteit, en dat je ze maar in gezondheid zal maggen verslijten"; een borduurwerkje en een miniscuul gehaakt kleedje van twee stokoude en stokdove vriendinnen. „Het lijkt wel Sinterklaas tijd". grapte de Koningin. En dan, als klap op de vuurpijl twee zelfgebreide panne lappen van Elizabeth Siepseerder die met al de branie van haar 76 Jordaanjaren verzekert: „Béste lappe, mevrouw die krijje niet kapot al seg ik het sellef...." Zij krijgt een extra-lange handdruk van de Koningin, die erop staat, al die naïeve geschenkjes zelf vast te blijven houden als bewijs van haar waardering. Even latei- zit zij middenin een kring van oudjes met een kopje thee en een biscuitje en dan komen de verhalen los. Gerardus Geraards, deftig in het zwartlakense trouwpak met het gouden eremetaal op de oude borst, vertelt de Koningin van zijn wapenfeiten als chefkok in Londen „ia's kijken, da's nou alweer zo'n veertig jaar gelejcn, Ma jesteit" en opa Brakcl, die zo aller gruwelijkst zit op te hakken over zijn 81 jaar en zijn „springlevendigheid" („Ik doen nog altijd met de ochtendgymnastiek mee, ziedu?"). dat opoe Brakel wel drie keer aan zijn jasje moet trekken om hem tot de orde te roepen. Kortom het wordt een echt-gemoedelijk babbeltje en daarom betrekken de gezichten wel even als de Koningin tenslotte na nóg een kopje thee zegt, dat zij nu toch heus moet opstappen. Maar zij heeft het werkelijk heel erg ge zellig gevonden allemaal en nog wel bedankt voor die leuke suprises. En als even later de hofauto langzaam de eivolle, luid-jubelende Egelantierstraat uitrijdt, wuift zij glimlachend een af scheidsgroet naar de oudjes, die hun neu- Wie gistermiddag tegen drieën een poli tiemotor met zijspan van de Minervalaan naar de Egelantierstraat heeft zien razen zal loeinig hebben vermoed dat in die minuten een kleine tragi-comedie werd afgesloten die de avond tevoren met pa niek was begonnen. Op de vooravond van het Koninklijk bezoek aan het „Ko ning Willemshuis" bleek het Gulden boek" zoekeen boek vol handtekeningen van Nederlands vorstenhuis sinds Wil lem III. Vergeefs ivas het huis uitge kamden men had de hoop al opgege ven de handtekening van de Koningin aan de verzameling te zien toegevoegd, toen iemand zich herinnerde het „gulden boek" iwee jaren geleden te hebben uit geleend aan een Amsterdamse ontwer per, voor het maken van een cliché. Dat was gistermiddag om twaalf uur. Binnen een kwartier werd opnieuw een huis overhoop gehaald, ditmaal het huis van de ontwerper in de Minervalaan. Uren lang zochten de vrouw des huizes en haar nerveuze bezoekers tussen, op en achter meubelen, maar geen gulden boek. Een paar minuten over drieën vond mevrouw - alweer alleen met haar driejarig zoontje - het gezochte op een voor de hand genoeg liggende plaats: onder een stel werktekeningen. De motorpolitie zorgde voor de rest en in het gulden boek van het Koning Wil lemshuis prijkt nu ook de handtekening van Koningin Juliana. Hand in hand met de kinderen speelde de Koningin gisteren op de binnenplaats van het Jongensweeshuis het oude spelletje „In Holland staat een huis". En dat het in de smaak viel is deze glundere knapen wel aan te zien. nieuwe centrale van het gemeentelijk ener giebedrijf aan de Hemweg te Amsterdam en 's middags het instituut voor kern- psychologisch onderzoek aan de Ooster ringdijk, waar prof. dr. C. J. Bakker, directeur van het instituut de hoge gast ontving en voorlichtte over de methoden o.a. met behulp van een cyclotron ter ontraadseling van de geheimen der atoomkern. „Draadloze rondleiding" Tezamen bezochten Koningin en Prins voorts de Van Gogh-expositie in het Stede lijk Museum waar zij onder andere via gehoorapparaten een „draadloze rondlei ding" volgden. Aan het laatste van de zomeravondcon certen door de heer G. J. Moed op Dinsdag 15 September in de Grote Kerk te Bever wijk wordt medewerking verleend door Die Haerlemsche Musyckcamer onder lei ding van André Kaart met de solisten Henk de Graaf en Peter van Munster fluit) en Gertrude Maclaine Pont (clave- cymbel). Het orkest speelt werken van Handel, Teleman, Mozart en Haydn, de organist van Bach, P ache lb el, Mozart en Waltiher. Liquidatie geallieerde censuur Nu de geallieerde censuur in Oostenrijk is opgeheven en het bureau van de censor van de viermogendhedenraad aan het liquideren is gegaan, blijkt men met een dergelijke massa oud-papier te zitten, dat er geen kachels genoeg zijn om alles bin nen redelijke tijd te verbranden. Aan het maken van een open brandstapel durft men niet te beginnen, daar dan de waar borg ontbreekt, dat alles afdoende ver nietigd wordt. Men heeft nu besloten de gehele massa brieven, telegrammen en krantenstapels naar de papiermolen te ver wijzen. Gistermiddag heeft ir. Manusama, mi nister van Defensie van de „Republiek der Zuid-Molukken", in Den Haag een pers conferentie gehouden. Ir. Manusama is, zoals gemeld, gisteren met zijn echtgenote en de heren Naulohy, Tahapary en Patti- peiluhu, uit Biak in Nederland aangeko men. Hij zeide, dat volgens de Republiek Indonesië, de strijd in de Zuid-Molukken was afgelopen, maar volgens ir. Manusa ma duurt de strijd op Ceram onvermin derd voort. De berichten als zou dr. Sou- mokil dood zijn, sprak hij eveneens tegen. Ir. Manusama deelde voorts mede, dat hij op 17 Juni 1952 op last van zijn rege ring in een prauw van Ceram naar Nieuw- Guinea was overgestoken, met als opdracht de aandacht van de Veiligheidsraad en van de Nederlandse regering op de zaak van de Zuid-Molukken te vestigen en erken ning van de R.M.S. te verkrijgen. Op het eiland Misool aangeland werd ir. Manu sama op last van de toenmalige gouver neur van Nieuw-Guinea overgebracht naar Hollandia. Daar werd hij voor de keuze gesteld: óf in de prauw terug naar Ceram, óf asyl aan te vragen op Nieuw-Guinea. Dit asyl zou hij kunnen verkrijgen, wanneer hij zich onthield van politieke activiteit. Ir. Manusama verklaarde, dat hij bewust zich niet aan deze voorwaarden had ge houden, omdat hem de belofte aan zijn regering gedaan zwaarder woog. Op 9 October 1952 werd hij in verzeker de bewaring gesteld wegens het zich niet houden aan genoemde voorwaarden. Hij bracht ruim 10 maanden in verzekerde bewaring door. De omstandigheden, waar onder hij gevangen gehouden werd, noem de ir. Manusama „zeer slecht" en „niet te harden". ADVERTENTIE 500 c. DO ZUINIGSTE AUTO - 1 L op 20 KM. Prijs ƒ4450.— BLOEMENDAAL - TEL. 22165 HAARLEM - TEL. 14160 o3ooococoodooocccoooodcoccoooocco(xocx»ooocoococcoocooco zen platdrukken tegen sociëteitsramen om nog een laatste glimp van hun Koningin op te vangen. Bij de blindengeleidehonden Des morgens had de Koningin onder an dere een bezoek gebracht aan de oplei dingsschool van het Koninklijk Ncder- landsch Geleidehondenfonds aan de Mid denweg. Ze zag hoe de blinde instructeur Peters met de hond Esto zonder moeite alle obstakels wist te ontlopen en probeer de later zelf zich door een der honden te laten leiden. Prins Bernhard bezocht 's ochtends de Nederland bezet de eerste plaats op de wereldranglijst voor de uitvoer van zuivel producten, doch ons land wordt daarby op de voet gevolgd door Nieuw Zeeland. Dit blijkt uit liet zojuist te Rome verschenen eerste deel van liet rapport der TJNO-orga- nisatie voor voedsel en landbouw, de FAO. Ons land dankt deze eerste plaats op de wereldranglijst voornamelijk aan de zeer grote uitvoer van gecondenseerde melk, aangezien voor de andere zuivelproducten -- boter, kaas en melkpoeder Nieuw Zee land de grootste exporteur is. In totaal heeft ons land in 1952 een zuiveluitvoer bereikt van 365.000 ton tegen Nieuw Zee land 343.000 ton, gevolgd door Denemar ken met 229.000 ton, Australië met 120.000 en de Verenigde Stalen met 105.000 ton. De Nederlandse boieruitvoer liep in 1952 iets achteruit ten opzichte van het voor gaande jaar, doch de export bleef met 50 millioen kilo op voor-oorlogs peil. De Deense boteruitvoer daalde zeer aanzien lijk van 139 millioen kilo in 1951 tot 117 millioen in 1952. Daarentegen nam de bolerexport uit Nieuw Zeeland het vorig jaar toe met niet minder dan 37 millioen kilo tot 186 millioen kilo. De kaasuitvoer uit Nederland vertoonde een stijging ten opzichte van 1951. Zij kwam van 73 op 78 millioen kilo (voor de oorlog 60 millioen. De Deense kaasexport steeg zelfs met 8 miliioen tot 54 millioen kilo. Ook Italië, Zwitserland en Australië konden hun uitvoer verhogen, doch de uit voer uit Nieuw Zeeland vertoonde een scherpe daling met 15 millioen kilo tot 93 millioen. Nieuw Zeeland bleef echter, evenals voor de oorlog, 's werelds groot ste kaasexporteur. Wat de uitvoer van gecondenseerde melk betreft, bleef Nederland ook in 1952 onbetwist aan de kop van de wereldrang lijst staan, al is het „monopolie" van ons land op dit gebied niet meer zo groot als voor de oorlog, toen Nederland ongeveer drie. kwart van de wereldexport voor zijn rekening nam. Thans is dit ongeveer de helft. Ten opzichte van 1951 steeg de Ne derlandse export van gecondenseerde melk in '52 met 24 millioen kilo tot 199 millioen. Daarentegen werd de Amerikaanse uit voer ongeveer gehalveerd tot 57 millioen Hem werd verder aangeboden zich op de Nederlandse Antillen te vestigen, het geen hij afwees. Toen hem op 1 September werd medegedeeld, dat hij naar Nederland kon gaan, verklaarde ir. Manusama gaarne naar Nederland te zullen gaan, mits onder de volgende voorwaarden: garantie van volledige bewegingsvrijheid in Nederland; uitbetaling der voedingsgelden 2.per dag hetgeen tot nu toe niet wa§ ge beurd) en vrijgeving van in beslag geno men brieven. Vervolgens vertelde hij van het reeds eerder-gemelde gedwongen verschijnen voor de gouverneur voor het aanhoren van de verklaring. Hij werd Zondag 6 Sep tember naar Biak overgebracht, vanwaar hij naar Nederland werd vervoerd. Ir. Manusama stelde er prijs op te ver klaren dat de behandeling in Biak zéér goed was. Hij zeide tevens diep doordron gen te zijn van het besef in overtreding te zijn, nu hij deze persconferentie hield. „Immers, toen het vliegtuig op Schiphol geland was, werd mij," aldus ir. Manusa ma, „door een vertegenwoordiger van de minister van Justitie een schrijven over handigd, waarin medegedeeld werd, dat ik mij te onthouden had van iedere woord voering, hetzij in het openbaar of in be sloten kring en dat ik mij alleen in een door de minister van Justitie goedgekeurde gemeente mocht vestigen." Gevraagd naar zijn toekomstplannen verklaarde ir. Manusama dat hij aanvan kelijk van plan was geweest overleg met de Nederlandse regering te plegen, maar dat hij daar nu, „na de ondervonden be handeling, niet meer op durfde rekenen." STRAATSBURG (AFP). De commis sie voor algemene zaken van de raadgeven de vergadering van de Raad van Europa is Vrijdagmorgen, onder voorzitterschap van de eerste vice-voorzitter, Paul Struye, te Straatsburg bijeengekomen. Op de agenda stond het bespreken van het rapport van mr. Van der Goes van Naters over de kwestie van het Saargebied. Kort nadat de zitting was geopend, diende de Duitse delegatie een motie in, waarin werd verzocht het bestuderen van deze kwestie uit te stellen. De commissie be sloot echter eerst de uiteenzetting van haar rapporteur aan te horen, voordat zij zich over deze motie uitspreekt. Het rapport van mr. Van der Goes van Naters is nog niet gepubliceerd. Er zijn evenwel zekere aanwijzingen, dat de rap porteur zich in gunstige zin uitspreekt voor het handhaven van de status quo in het Saargebied, en wel gedurende een pe riode van 50 jaar, aldus meldt AFP. kilo. Denemarken komt met 46 millioen op de derde en Australië met 35 millioen op de vierde plaats. De Nederlandse uitvoer van melkpoeder bleef zich ook 1952 in stijgende lijn bewe gen: 38 mill, kilo tegen 22 mill, in 1951. Nieuw Zeeland kwam van 37 op 52 mil lioen kilo, doch de uitvoer uit de Ver enigde Staten daalde met 30 millioen kilo tot 46 millioen. Denemarken neemt met een uitvoer van 12 millioen kilo een be scheiden plaats in. Vrijdagmorgen hééft Koningin Juliana een bezoek gebracht aan het opleidingsinstituut voor blinden-geleidehonden in Amsterdam. Hier maakt zij kennis met de blinde instructeur Peters en een van de door hem opgeleide honden. Als allereerste en voor lopig enige der Parijse mo de-vorsten is Charles Mon taigne van de Rue Royale naar Nederland gekomen om de mode voor de ko mende herfst en winter te tonen. Maar Charles Mon taigne, die de allergroot sten, Dior en Fath, Dessès en Balenciaga op de voet volgt, is dan ook Neder lander van origine en in zijn paspoort staat nog al tijd: Karei Meeuwesen. Zoon van een kleermaker uit Tilburg, die als gezel ging zwerven en in Parijs en Nice en Biarritz in het seizoen alle grote mode huizen afliep om baantjes, hongerig naar vakkennis en soms ook gewoon hon gerig. Af en toe mocht hij wat klusjes opknappen, soms alleen maar étalage poppen aankleden en soms ook wat ontwerpjes maken. Tot hij terug kwam in Pa rijs en het aandurfde om op de Avenue Montaigne zijn eerste eigen mode- salonnetje te openen. Niettemin bleef hij Ne derlander: hij is er trots op dat de Amsterdamse bur gemeester, samen met de prefect van Parijs, op 15 September zijn mode-vak school in Amsterdam zal openen. En hij bleef Bra bander: men merkt dat aan zijn gezellig accent en men merkt het aan zijn mooiste ontwerpen, zijn pakjes en mantels, die hij in het Am sterdamse Doelen heeft laten zien ze zijn ver vaardigd van Til'burgse herfst- en winterstoffen, want de Nederlandse wol len stoffen zijn zeker zo mooi en modieus als de Franse. Een bevallig Parijs pakje van een Nederlandse ont werper en gemaakt van Nederlandse wollen stofDe garnering bestaat uit een streepje zwart velours. Het mooist zijn altijd de pakjes van Charles Mon taigne men herkent er de hand van de perfecte kleermaker in. Hij houdt van het klassieke tailleur en hij houdt van zijn ty pisch Franse vondsten, die elk pakje iets verrassend chics geven. In een zeer eenvoudig tailleur van herfstig tweed een losse dubbele rug, wijder dan het eerste aansluitende rug stuk, doch iets korter, zo dat de losse rug er als een cape-je over valt. Of een zwart mantelpakje met een wit bloesje en uit de kraag van dat bloesje twee stijf gesteven linten die door knoopsgaten in de revers getrokken worden. Of een purper pakje met geen an dere opschik dan om de hals 'n dik en rond clowns kraagje en om de mouwen dikke ronde mof-manchet ten van bijna zwart lang harig vossenbont. Al zijn pakjes en trou wens ook zijn jurken en mantels hebben ronde schouders, soms iets afzak kend. zodat de bovenarm ruimte heeft; de mouw loopt dan doorgaans nauw toe om de onderarm en de polsen. Zijn mantels zijn zeer eenvoudig, doch ook weer: met vondsten. Een heel ge wone swagger, met een bontvoering van seal, die naar buiten komt aan het even omgeslagen kraagje en als mofjes om de pols onder de driekwart-mou wen. Zijn jurken hadden vrij wel alle een „zwiep" naar links of rechts, ruimte die op de heup aan één kant was weggewerkt in plooien of ruimte over de borst, die naar één schouder was toegewerkt. Zijn avondjurken waren Frans, onbetaalbaar duur door overmatig gebruik van lagen en lagen geplisseer- de tulle. De mooiste ervan, een strapless met kort ge plooid'lijfje en een wijde schuimige rok van witte tulle, had Charles Mon taigne Blanc de Blanc" genoemd,doch Karei Meeu wesen liet dat, vrij vertaald aankondigen als: het bruid je van Witte de With. En voor wie van deze Franse Nederlander het antwoord verwacht op de meest urgente vraag dezer dagen- zijn rokken waren een ietsje korter dan vorige xeer, doch men zag het nauwelijks. Dylan Thomas, The doctor and the devils J M. Dent, London. De reputatie van Dylan (uit te spreken, anders dan men zou kunnen denken: Dil len) Thomas is in de eerste plaats die van de belangrijkste lyrische dichter van Groot- Brittannië (hij is een Welshman) op het ogenblik, maar hij is op weg naar bekend heid onder een groter publiek als proza schrijver. In die tweede rol is hij niet zo overheersend, maar wel bijzonder onder houdend. Zijn bekendste prozawerk tot nu toe is de verzameling verhalen van auto biografische inslag: A portrait of the artist as a young dog. Er komt daar niet veel pro blematiek aan te pas, van welke soort dan ook, en om de verrassende gedachten ervan hoeft het niet gelezen te worden, maar het spartelt toch van de scheppende energie, die een uitweg vindt door scherpe directe waarnemingen en een boeiende manier van uitdrukken. De verbazende beelden blijven de lezer bij, met de herinnering aan een ongewoon geanimeerde schrijftrant: de grootvader die er door het jongetje van verdacht wordt dat hij levende biggetjes eet, waarvan de pootjes nog spartelend uit zijn mond steken; en de wandeling in de zon met Ray: Wij passeerden jonge mannen in messcherp geplooid wit met op vallende jasjes aan, meisjes met hockcy- benen en handdoeken om haar nek en cel luloid zonnebrillen, en sloegen met onze stokken tegen een brievenbus, en baanden ons een weg door een groep dagjesmensen bij "een bushalte, en stapten over tassen met broodjes zonder er ons om te bekom meren of wij ze omver schopten." The por trait of the artist as a young dog is voor namelijk het werk van iemand die wel andere dingen aan zijn hoofd heeft, maar die zich met verhalen schrijven heel goed kan vermaken als hij zich er niet teveel zorgen over maakt; niettemin is het laat ste verhaal: One warm Saturday, een mees terstuk, geraffineerd gemengd uit gebeur tenissen en illusie. Inmiddels zijn van de roman Adventures in the Skin Trade de eerste twee hoofd stukken verschenen in de Amerikaanse New World Writing, en zo te zien hebben Thomas' energie en fantasie daar al grotere gevolgen gehad. Tussen deze twee boeken in is The doctor and the devils verschenen, in een geheel andere vorm: het is een filmscenario. Of de film tot stand zal komen, weet ik niet; volgens de filmproducer Donald Taylor, die Dylan Thomas de opdracht heeft gegeven om het scenario te schrijven, moet het de moeite waard zijn voor de lezer -nu eens eerst de tekst te lezen en dan de film te zien; maar ergens anders meen ik gelezen te hebben dat het toch niet doorgaat. Dat doet op het ogenblik niet ter zake; het scenario beloont een lezing om der wille van zichzelf voldoende. De uitvoering er van is niet pijnlijk technisch, integendeel, de regie-aanwijzingen zijn geheel in Tho mas' eigen trant: „Maanlicht. Het lawaai van de herberg zwaait in een hikkende sliert de straat in. De marktkramen zijn omfloerst als lijk wagens. En de deuren van andere kroegen en huizen staan open en maken licht vlekken op de keien. Mensen staan in deuropeningen, met niets goeds in de zin. Mensen en andere varkens hangen in het stro op de keien." Dit is de uitbeelding van een Schotse stad in het begin van de negentiende eeuw, geïnspireerd op Edinburgh, waar de his torische Dr. Knox woonde, die tot voor beeld heeft gediend voor de Dr. Rock van het scenario. Rock is medisch hoogleraar, zeer brillant, op zijn colleges is het altijd stampvol, maar hij heeft voor zijn anato misch onderwijs lijken nodig, en niet alleen maakt hij gebruik van de diensten van mannen die „verse" lijken opgraven van het kerkhof, hij trekt er zich ook niets van aan als de verdenking opkomt, dat twee van zijn leveranciers moorden plegen om de vergoeding voor de lijken vlotter binnen te krijgen. Tenslotte worden de moorden bewezen en de leveranciers berecht, maar Rock gaat vrijuit een lelijk voorbeeld van klasse-justitie, waar Dylan Thomas enige smakelijke scènes aan wijdt. Ten slotte krijgt Rock toch ook zijn trekken thuis. In de laatste scène, wandelend op een heuvel, wordt hij aangevallen door het probleem van het verhaal: rechtvaardigt het doel, de vooruitgang van de weten schap, wel werkelijk de moorden, al is het maar op verlopen mensen? Het antwoord op deze vraag is niet moei lijk te vinden; men zou denken dat de heer Taylor wel een levender onderwerp had kunnen opgeven om het probleem van het doel en de middelen te illustreren. Dylan Thomas heeft het geval ook niet dringender weten te maken dan het is, maar hij heeft het verstevigd met zwarte griezelscènes van de lijkopgravingen en de moorden, en met duidelijke gemoedsaandoeningen van onge compliceerde karakters. De lezer deelt mee in het robuste plezier dat hijzelf bij derge lijke klusjes moet hebben, en kan zich zijn antwoord op de enquête van Cyril Connolly herinneren: Als manier om te weinig geld te verdienen is schrijven even goed als iets anders. Wat de scenario-vorm betreft, die is in ieder geval nog ongebruikelijk genoeg om boeiend te zijn. Dat het een nieuwe litte raire vorm is, zoals op het stofomslag wordt gesuggereerd, moet betwist worden: het voordeel is wel dat er brutaler aanspraken gedaan kunnen worden op het voorstel lingsvermogen van de lezer, maar de ver beelding kent grotere vrijheden dan het filmscherm. Als het filmscenario nog wat onafhankelijker wordt dan het bij Dylan Thomas al is, zijn wij terug bij de roman; maar wel is deze vorm een mooie uitweg voor allerlei film-ideeën, die financieel niet te verwezenlijken zijn. Een nieuwe con current voor het bioscoopwezen: de film die in de verbeelding wordt afgedraaid. S. M. SALISBURY (Reuter). De nood-om- roep van het bestuur van Zuid-Rhodesië heeft Vrijdagavond melding gemaakt van ongeregeldheden van grote omvang en op treden van de politie in de Zuidelijke pro vincie van Nyassaland. In een dorp in het gebied van Tsjikawa voerde politie twee keer charges uit om de 700 betogende in heemsen uiteen te drijven. In dezelfde streek hebben inheemsen wegversperringen opgericht. Door lucht- verkenning is men te weten gekomen, dat in een dorp ongeveer 800 inheemsen een gebouw vernielden vermoedelijk een gerechtsgebouw.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 13