Regering begroot uitgaven in 1954
op ongeveer 6lh milliard
Inkomsten en uitgaven
in 1953 en 1954
Bouwprogram 1954 voorziet weer
in 65.000 nieuwe woningen
Defensie: anderhalf milliard
Sociale Diensten: een milliard
Begroting beperkt op openbare werken,
maar is ruimer in gebouwensector
Rampschade over 1953
en 1954: f 800 millioen
Geraamde inkomsten
uit de belastingen
Staatsschuld nog
22,8 milliard
(In millioenen guldens)
Waar komt het geld
vandaan?
,Geen manoeuvre iegen
loonsverhogings-streven
Nieuw voorstel inzake
investeringsaftrek
Uitgaven 1952-1954
in millioenen guldens
Betaling
abonnementsgeld
per giro
DINSDAG 15 SEPTEMBER 1953
Omzet
belasting
Invoer
rechten
Accijnzen
Verev -
heffing
Motor-
rijt
belasting
Inkomst -
belasting
Lconbel
Vennoot
schaps
belasting
Vermog
belastin
023 1953
«S 1954
Successie
overgang
etc
Overige
Na aftrek v.h.gedeeltev ProvincieenGemeenten
Defensie
Onderwijs
encuftuur
214
[216
>220.4
Oiversen
Het tekort op de gehele dienst van de begroting voor 1954 is te onderscheiden in
een tekort op de lopende dienst, waaronder de watersnooduitgaven van 401
millioen en een tekort op de kapitaaldicnst van 594 millioen, totaal 995 mil-
lioen. De uitgaven van de gehele dienst zijn geraamd op 6.512 millioen en de
middelen op 5.517 millioen.
In een beschouwing over de budgetaire ontwikkeling in 1953 brengt de minister
onder de aandacht, dat bij de indiening van de ontwerp-begroling 1953 ervan
werd uitgegaan, dat het begrotingsbeleid, ondanks de druk der militaire uitgaven
en ondanks de gestegen uitgaven ter bevordering van de werkgelegenheid,
gericht moest blijven op hanaliaving van het monetaire evenwicht en daarmede
op een blijvend evenwicht in de betalingsbalans. Wat cle urgentie der econo
mische problemen betreft, had, vergeleken bij vorige jaren, reeds een zekere
accentverschuiving plaats gevonden van de betalingsbalans naar de werkgelegen
heid. Dat leidde tot een ontwerp-begroting, welke uiteindelijk voor de gehele
dienst in een nadelig saldo van 492 millioen resulteerde. Aangezien de betalings
balans gedurende 1952 een gunstig beeld bleef vertonen, doch de werkloosheid
in de laatste helft van dat jaar nog geen verbetering te zien gaf, achtte de regering
verdere maatregelen tot verruiming van de werkgelegenheid op korte termijn
noodzakelijk.
De watersnood heeft de voor 1953 ver
wachte ontwikkeling grondig gewijzigd.
De kosten van de herstelwerkzaamheden
en de andere uit de ramp voortvloeiende
uitgaven betekenen een zware belasting
van de rijksbegroting, waarmede naar
schatting in totaal tenminste 800 millioen
gulden zal zijn gemoeid, van welk bedrag
de helft inmiddels ten laste van 1953 is ge
bracht.
Ook in 1954 zal het Nederlandse volk
zich zware offers moeten getroosten ten
behoeve van zijn militaire bijdrage aan
het gemeenschappelijk verdedigingssys
teem. Voor defensiedoeleinden wordt op
nieuw een bedrag van 1500 millioen aan
gevraagd.
Voorts wordt het uitgavenbeeld ongun
stig beïnvloed door de gevolgen van de
watersnood. Evenals in 1953 is ook in de
begroting 1954 ten behoeve van het her
stel van de rampschade een bedrag van
400 millioen uitgetrokken.
Overzicht belastingmiddelen
ontwerp-begroting 1953 en 1954
(In van het totaal)
Het rijk zal in 1954 volgens zijn raming
5517 millioen binnen krijgen aan belas
tingen en andere bronnen van inkomsten.
De opbrengst van de voornaamste be
lastingen, voorzover die ten bate komen
van het rijk, is in onderstaande tabel ver
meld. De totale opbrengst der belastingen
is in feite hoger. De gemeenten en de pro
vincies ontvangen namelijk een gedeelte
van de opbrengst der rijksbelastingen. Dit
gedeelte, voor 1954 geraamd op 665 mil
lioen gulden, is in de tabel reeds afge
trokken.
I. Kostprijs verhogende belastingen
(in millioenen guldens)
Oorspronkelijke
raming 1953 Raming 1954
1068 984
356 345
409 448
240 250
80 85
Van de hoge uitgaven, welke met het
herstel van de getroffen gebieden zullen
zijn gemoeid, mag evenals in 1953 een gun
stig effect op de werkgelegenheid worden
verwacht. Ook zal de werkgelegenheid
worden bevorderd door het onlangs bij de
Tweede Kamer der Sta ten-Generaal inge
diende wetsontwerp, houdende fiscale
voorzieningen in het belang van de werk
gelegenheid op langere termijn.
Nu de financiële en monetaire situatie
van de Nederlandse volkshuishouding zich
sedert enige tijd kenmerkt door een zekere
ontspanning en stabilisatie, kan, aldus
merkt de minister van Financiën op, wor
den gezegd, dat bij de samenstelling van
de ontwerpbegroting 1954 als richtsnoer
heeft gegolden het streven om door ver
groting van de bestedingsmogelijkheden
in de bedrijfs- en gezinshuishoudingen de
levensstandaard van het Nederlandse volk
te verhogen en op deze wijze, zonder het
verkregen monetaire evenwicht in gevaar
te brengen, via de rijksbegroting een zo
groot mogelijke bijdrage te leveren aan
een verhoging van de nationale welvaart.
De kosten van de defensie (f 1500 mil
lioen) zijn te specificeren in leger: 776,3
millioen, luchtmacht 260,5 millioen en ma
rine 302,7 millioen. Voor militaire pen
sioenen en wachtgelden zijn geraamd 49,5
millioen en voor algemene uitgaven op dit
hoofdstuk 111 millioen. Op de tweede
plaats in de rij der grote uitgaven komen
sociale voorzieningen (500 millioen), emi
gratie (29 millioen), volksgezondheid (60
millioen) en huisvesting (236 millioen).
Maatregelen voor directe uitbreiding der
werkgelegenheid (100 millioen). Het totaal
dezer sociale diensten beloopt 1010 mil
lioen. Het herstel van oorlogs- en waters-
noodschade zal volgens de ramingen te-
samen 901,9 millioen in 1954 vergen, waar
van de kosten voor het herstel van de
rampschade f 400 millioen uitmaken
Voorts zij nog opgemerkt, dat tegenover
de uitgaven ten behoeve van het herstel
van de watersnoodschade onder de mid
delen van de buitengewone dienst 1 een
bedrag van 170 millioen is opgenomen
wegens beschikbaar komende gelden uit
de tegenwaarde-rekening bij de Neder-
landsche Bank, zijnde het voor 1954 te
ontvangen gedeelte van het in totaal voor
dit doel vrijgegeven bedrag van 400 mil
lioen. De rest ad 230 millioen zal reeds ten
bate van de middelen van 1953 komen.
Voor 1954 zal met de betaling van rente
en aflossing op de staatsschuld 805,5 mil
lioen, 12 van de uitgaven, gemoeid zijn.
Tot eind Juni 1953 kon van de staatsschuld
een bedrag van bijna 4,7 milliard worden
afgelost. Toen bedroeg zij nog ongeveer
22,8 milliard, of ongeveer f 9800 per gezin.
De regering wil in 1954 561 millioen aan
onderwijs en cultuur uitgeven, dat is ruim
43 millioen meer dan voor 1953, vooral als
gevolg van de sterke aanwas van het aan
tal schoolgaande kinderen, speciaal op de
lagere, maar ook op de nijverheidsscholen.
Bij de raming voor verkeer en water
staat (f 454,8) zijn inbegrepen: 103,7 mil-
Omzetbelasting
Invoerrechten
Accijnzen
Vereveningsheffing
Motor rij tuigenbelast.
Overige
Totaal 2229
II. Belastingen op winst,
inkomen en vermogen
Inkomstenbelasting
2185
Vennootsch .belasting
Vermogensbelasting
Rechten van successie,
overgang, schenking
Overige
Totaal
779
811
579
544
690
712
76
78
80
73
66
79
2270
2297
Totaal ten behoeve
van het rijk geheven
belastingen 4499 4482
Bij de raming van de belastingmiddelen
is rekening gehouden met de budgetaire
gevolgen van de bij de Staten-Generaal
aanhangig gemaakte wijzigingen van de
belastingwetten. Geen rekening is gehou
den met de toeneming van de belasting
opbrengst, welke zal voortvloeien uit de
tot aanvullende compensatie van de huur
verhoging strekkende loonsverhoging. An
derzijds zijn ook de financiële gevolgen
van de lonen en salarissen van het rijks
personeel en die van verdere daarmede
samenhangende hogere uitgaven buiten
beschouwing gelaten.
lioen voor aanleg en onderhoud van land
wegen; 77,4 millioen voor onderhoud en
aanleg van waterdwegen, 79,7 millioen
voor landaanwinning, 129,7 millioen voor
P.T.T., burgerluchtvaart en zeescheepvaart
en 40,4 millioen voor verkeer en vervoers
diensten. De post van 221,3 millioen voor
landbouw, tuinbouw, veeteelt en visserij
omvat onder meer voor de eerste drie cate
gorieën 101,3 millioen, voor het tekort van
het Landbouw-Egalisatiefonds f 100 mil
lioen, voedselvoorziening 5,7 millioen en
visserij 1,4 millioen.
Dan resteert er nog een post van 1056,8
aan overige uitgaven, waaronder 220,4
millioen voor politie en justitie, 180,9 mil
lion voor handel en nijverheid, 91,5 mil
lioen voor buitenlandse betrekkingen, 37,7
millioen voor de overzeese rijksdelen en
270,4 millioen voor diensten van algemene
aard.
KOOOOCOOOCOOCOOOOCOOOOOCCWCCOOOCOOOCCOCOCXDOCCCOCCCCCOCK
O
In de Memorie van Antwoord over
het wetsvoorstel inzake de compensa
ties voor de huurverhoging wordt met.
betrekking tot de loonsverhoging ge
zegd: „Ten aanzien van de werkings
sfeer ener loonsverhoging en het even
tueel bindend voorschrijven daarvan
zullen uiteraard de voorstellen van de
Stichting van de Arbeid moeten wor
den afgewacht".
Het moet onjuist worden geacht, dat
de regering haar voorstellen tot belas
tingverlaging zou hebben gedaan om
daarmede de drang naar loonsverho
ging, waaromtrent in de Stichting van
de Arbeid nog geen overeenstemming is
verkregen, bij voorbaat te verzwakken.
Een nadere bestudering van de finan
ciële vooruitzichten heeft de regering
tot de conclusie gebracht, dat het ver
antwoord zou zijn, met handhaving van
de reeds voorgestelde fiscale voorzie
ningen in het belang der werkgelegen
heid, ook aan het verlangen naar een
meer algemene belastingverlichting te
voldoen.
Psychologisch is het ogenblik waarop
de regering met haar nieuwe belasting
voorstellen voor de dag is gekomen,
zeker niet ongunstig. Nu de besprekin
gen over de nieuwe loonronde in de
Stichting van de Arbeid in een im
passe dreigden te geraken, kunnen deze
voorstellen er ongehvijfeld veel toe bij-
dragen, de verschillen van inzicht in de
Stichting van de Arbeid te beslechten.
Dit zo zijnde, is het te meer te betreu
ren, dat van de opgetreden menings
verschillen het een en ander naar bui
len is uitgelekt.
JO(XIOCOOX3C00300000X:OC>DOCCOOOOOOOCOOOOCOCaXXX30C>OCOCaDOC'
I# het wetsontwerp fiscale voorzienin
gen in verband met de werkgelegenheid
heeft de regering een aftrek voor de in
komsten-belasting en de vennootschapsbe
lasting voorgesteld, terzake van investe
ringen in de vorm van bedrijfsmiddelen,
of van verbetering daarvan.
Deze faciliteit zou toepassing vinden
voor zover de totale aanschaffings- of
voortbrengingskosten in een bepaald jaar
f 10.000 te boven zouden gaan.
Bij nota van wijziging heeft de regering
thans voorgesteld de minimumgrens aan
investeringen tot f 3000 te verlagen en
voor de toepassing van de bepaling niet
als bedrijfsmiddel te beschouwen de voor
werpen van geringe waarde, welker aan
schaffing of voortbrenging gewoonlijk tot
de lopende bedrijfs- of beroepsuitgaven
wordt gerekend. De faciliteit heeft zo
doende voor andere sectoren van het be
drijfsleven, in het bijzonder voor midden-
standsbedrijven, een veel breder en ruimer
toepassingsmogelijkheid verkregen.
Uitgaven gewone dienst
Uitgaven buitengewone dienst
Nadelig saldo Landbouwegalisatiefonds
Lopende inkomsten
Overschot
Kapitaalsuitgaven en -ontvangsten
Uitgaven
Middelen
Nadelig saldo
Totaal der uitgaven en inkomsten
Uitgaven
Middelen
4.096
598
80
4.332
1.059
126
4.309
1.052
100
4.774
4.851
5.517
5.577
5.461
5.060
77
60
-401
916
274
1.044
388
1.051
457
642
656
594
5.690
5.125
6.561
5.965
6.512
5,517
Nadelig saldo
„Verwezenlijking van een bouw
programma dat 65.000 woningen
omvat
Het bouwprogramma voor 1954 voor
ziet, vergeleken met dat voor 1953 in een
vermeerdering van 56 millioen gulden op
het gerealiseerde deel van het program
ma A-oor 1953. Het verschil van 56 millioen
schuilt in een vermeerdering van 136 mil
lioen in de gebouwensector en een vermin
dering op openbare werken met 80 mil
lioen. Het is dus voornamelijk een accent
verschuiving. Het nieuwe programma trekt
voor openbare werken 400 millioen en
voor gebouwen 1546 millioen uit. De mi
nister van wederopbouw acht de totale
vermindering echter gerechtvaardigd, in
aanmerking nemende, dat het ongunstige
weer in begin 1953 mede-oorzaak is ge
weest van de overbelasting van het bouw
vakapparaat in volgende maanden en dat
er bovendien gerekend mag worden op
verhoging van de arbeidsproductiviteit.
De minister verheelt zich niet, dat er door
slecht weer ook in 1954 spanningen kun
nen ontstaan, maar overweegt aan de an
dere kant, dat een lager stellen van de
eisen buiten de zomermaanden meer werk
loosheid zou kunnen doen ontstaan.
Voor het jaar 1954 is evenals in 1953 uit
gegaan van 65.000 woningen. De prioriteit
van de woningbouw blijft dus gehand
haafd. Uit de specificatie blijkt dat de
goedkeuringsvolumen als volgt verdeeld
liggen: 27.500 woningwetwoningen (a
10.000), 25.000 premiewoningen (a
12.500), 10.000 herbouwwoningen (oor
logsschade. a 20.000), 1500 herbouwwo
ningen (watersnoodschade, a 17.250) en
1000 woningen vrije sector (a 20.000).
In totaal komt men hierbij op 839 millioen
gulden. Daar deze cijfers slechts goedkeu
ringen betreffen, kan dit bedrag echter
worden teruggebracht tot 800 millioen.
De regering heeft met deze specificatie
niet alles in de hand, aangezien zij, sinds
zij de teugels in de woningbouw wat heeft
laten vieren, mede afhankelijk is van het
geen aspirant-bouwers zich voornemen.
Mocht het aantal aanvragen voor premie
woningen bij de opzet achterblijven, dan
zal het aantal woningwetwoningen met een
gelijk aantal worden verhoogd. Het aantal
herbouwwoningen in de watersnoodgebie-
den is niet aan de specificatie gebonden.
Komen er meer aanvragen, dan mag er
meer worden gebouwd. Men verwacht
Nationale schuld'
Soc.voorziening,tti 1111 i 111111II
Emigratie,
Vo I k sgezon dheid
Hershei van
ooriogschade
Watersraat 11 n lil 11 lij l!
en verkeer «MÉlilÉiilÉÉH 45d,8
Coikshuisvesrino luiHUi nfeg
~~~l 236,3
Fblitie enjushhe
Land-en fuinb
i v?efeelh vissen]
Handel en u,l Ij (tVjvt c
nijverheid 11
Oorspronkelijk vastgestelde
begroting 1952
Ontwerp begroting 1953
Ontwerp begroting 1954
Buitenlandse
betrekkingen
Overzeese
Hijksdelen
Sluiting der dijken vóór de najaarsstormen ware de schoonste beloning voor de onvermoeide arbeid van velen":
echter dat er niet meer dan 1500 aanvra
gen zullen komen en dat er van de uitge
trokken 26 millioen gulden slechts 20 mil
lioen hoeven te worden verwerkt.
De herbouw van in de oorlog verwoeste
boerderijen zal in 1954 vrijwel worden
voltooid. Er is. voor 1954 een bedrag van
30 millioen gulden voor uitgetrokken. Voor
nijverheidsgebouwen wordt 208 millioen
uitgetrokken, hetgeen 18 tot 28 millioen
meer zal zijn dan het gerealiseerde in 1953.
De industrialisatie speelt hierbij een
woordje mee. Acht millioen is echter uit
getrokken voor de Technische Hogeschool
In Delft. Voor kerkenbouw is 25 millioen
uitgetrokken, dat is vijf millioen meer dan
de verwachte realisatie in 1953. Voor scho
len wordt er 140 millioen opzij gezet, der
tig millioen meer dan de werkelijke bouw
kosten in 1953.
Voor het herstel van de watersnood
schade heeft men globale schattingen moe
ten maken. Die voor de woningen is hier
boven al genoemd. Voor het herstel van
weg- en waterbouwkundige werken is 115
millioen gulden uitgetrokken.
Vorig jaar
Ook over het in 1953 bereikte zegt de
toelichting van minister Witte nog een en
ander. Er wordt in opgemerkt, dat reeds in
1953 werd gezegd, dat de huidige bouw
programma's eigenlijk meer prognoses ge
worden zijn door de vergrote vrijheid om
bouwwerken zonder rijksgoedkeuring uit
te voeren. Nochtans is in de practijk ge
bleken, dat de overheid toch nog het tem
po van uitvoering kan bepalen, omdat
deze werken zonder haar financiële steun
toch niet tot stand kunnen komen.
Wat de begroting voor 1953 en wat
daar van terecht gekomen is aangaat, zegt
de toelichting, dat het in 1953 vanwege
werkloosheid in de bouwvakken toch al
met 145 millioen verhoogde begrotingsbe
drag zal moeten worden overtrokkken en
wel door de watersnoodramp, vooral in de
sector openbare werken. Aan de andere
kant heeft men een aantal openbare wer
ken, waarvan uitstel verantwoord was,
voorlopig achterwege gelaten. Te verwach
ten is dat er in 1953 een totaal van 1890
millioen aan niet-militaire werken zal
v/orden gespendeerd, namelijk 480 mil
lioen aan openbare werken en 1410 millioen
gulden aan gebouwen. Negentig millioen
gulden zal aan militaire werken moeten
worden besteed. Voor 1954 zal dat niet veel
anders zijn.
U kunt het Uzelf gemakkelijk maken
door het abonnementsgeld voor het
volgende kwartaal te voldoen op onze
postgirorekening no. 273107 ten name
van Haarlems DagbladU bespaart
daarmee incassokosten en vermijdt
geloop aan de deur.
Het te gireren bedrag is 6.10, post-
abonnés f6.60.
U kunt het ons gemakkelijk maken
door Uw giro-opdracht te verzenden
vóór het eind van de maand. Wij be
hoeven dan geen kwitanties uit te
zenden.
Voor automatische girobetalingen
(het allergemakkelijkste) zijn formu
lieren op aanvraag gaarne ter be
schikking.
DE ADMINISTRATIE.