Aanvaring van de „Prins
Alexander" in dichte mist
Herfst
h:
„Door zang vriendschap" vertolkte
oratorium „Samson" van Handel
Haarlemse dierenbescherming
vierde tachtigjarig bestaan
Raad voor Scheepvaart
Berisping tegen kapitein
verzocht
De stranding van de
„Maraat" en de „Wim
Brand in lucifer-lading
van „Langkoeas"
Kort verhaal door H. B. Polderlingh
Iets kleinere suiker-
bietenoogst verwacht
Raadselachtig geval voor
Raad voor Scheepvaart
Geen ranzig vet meer
Eerste proefles Esperanto-
cursus groot succes
Huizenveiling
„Soestdijk" werd door
Amerikaans schip
aangevaren
Aanbesteding
J. W. Borst veertig jaar
bij coöperatie „Haarlem"
Tweeduizendste bezoeker
op expositie in Vleeshal
Diploma-uitreiking aan
cursisten Snelverband
Rechercheur rook lont
Dierenbescherming
en Grote Vier
„Wie in dichte mist twee lange stoten
laat geven ten teken dat zijn schip stil ligt,
terwijl dit niet zo is, gaat in geval van een
aanvaring niet vrijuit," verklaarde de
Inspecteur voor de Scheepvaart, voordat
hij aan het einde van een ruim twee uur
lange zitting van de Raad voor de Scheep
vaart voorstelde de kapitein van het
m.s. „Prins Alexander", C. A. van der
E. een berisping te geven. De inspecteur
bracht een precedent in herinnering, na
melijk het verloren gaan van een Neder
landse tanker na een aanvaring met een
Italiaans schip ter hoogte van Ouessant.
Ook gaf de inspecteur als zijn oordeel te
kennen dat de „Prins Alexander" in de ge
geven omstandigheden een grotere snel
heid had gevaren dan geboden mocht wor
den geacht. Tenslotte vroeg hij de raad te
willen aanbevelen, dat in de mist niet met
automatische piloot, maar met een roergan
ger zal worden gevaren. In dit opzicht sloot
hij zich aan bij het oordeel van de Britse
rechtbank, die de aanvaring al had behan
deld. Met haar twijfelde hij aan de geloof
waardigheid van de bewering, dat de
„Prins Alexander" op het ogenblik van de
aanvaring stil zou hebben gelegen, maar
daar naar zijn mening van beide kanten
niet de volledig juiste gegevens waren ver
kregen, wilde de inspecteur in zijn oordeel
niet verder gaan.
Volgens verklaringen van de kapitein en
zijn eerste stuurman, beiden ter zitting ge
hoord, zou het m.s. „Prins Alexander", op
weg van Rotterdam naar Quebec, varende
in het Kanaal, richting Dover, in de eerste
ochtenduren van 10 Juli 1952 wegens de
dikke mist het voer geheel op radaraan
wijzingen en de drukke scheepvaart,
meermalen van snelheid zijn veranderd.
Om omstreeks 4.08 uur zou de snelheid,
omdat een Zweeds pasagiersschip op onge
veer vier mijl recht vooruit bleek te varen,
van volle op halve kracht zijn overge
schakeld. Twee minuten later, toen de pei
ling van een Noors schip aan stuurboord
het s.s. N. O. Rogenaes niet meer
bleek te veranderen zouden de motoren
zijn stopgezet. Om omstreeks 4.14 uur zou
de „Prins Alexander" „nagenoeg stil" heb
ben gelegen. De Noor, die wel per radar
was waargenomen, maar niet was géhoord
kwam tegen 4.16 uur plotseling in zicht en
veroorzaakte een lichte aanvaring, die ook
door het op volle kracht achteruit gaan van
Raad voor de Scheepvaart
99
De inspecteur-generaal van de Raad voor
de Scheepvaart heeft de Raad verzocht
kapitein A. L. uit Harlingen te straffen met
hel uitspreken van een.berisping. Kapitein
L. was met zijn motorschip Maraat op 8
Januari 1953 bij Halsborough "aan de Oost
kust van Engeland gestrand. Mét ballast
aan boord was het schip op weg naar Lon
den in een dikke mist terecht gekomen. De
vaart was tot halve kracht verminderd en
er werd regelmatig gelood.
De inspecteur meende echter dat de ka
pitein te allen tijde verantwoordelijk voor
zijn schip blijft en hij achtte hem dus
schuldig aan de onvoorzichtige navigatie,
ten gevolge waarvan het schip op een bank
was terecht gekomen. Een correctie voor
de „bestman" vond de inspecteur niet
noodzakelijk.
Aan een tweede stranding, het vastlopen
van het motorschip Wim op 8 Februari
1953 in de Kleine Belt, werd de kapitein
van dit schip, J. C. C. R. H. S. uit Rotter
dam door de inspecteur schuldig bevonden.
De Raad werd echter verzocht geen straf
maatregel tegen deze kapitein te nemen,
aangezien hij als een betrouwbaar zeeman
bekend stond en de inspecteur de indruk
had, dat de kapitein genoeg lering uit het
scheepsongeluk had getrokken. Het schip
was onder zeer slechte weersomstandig
heden door de wind weggezet en op een
jarenlang oud wrak gestoten. Het bestek
van de kapitein was volkomen verkeerd
uitgekomen.-
Wanneer de kapitein tijdig en een juist
gebruik had gemaakt van zijn navigatie
middelen, zou hij de stranding hebben
kunnen voorkomen. Bovendien had hij
veel te weinig rekening met de harde wind
gehouden.
De Raad voor de Scheepvaart zal in beide
zaken later uitspraak doen.
De Raad voor de Scheepvaart heeft gis
termiddag de zaak van de brand op het
motorschip Langkoeas behandeld. In de
golf van Biscaje was op 25 December 1951
brand uitgebroken. De lading bestond uit
een partij lucifers verpakt in kisten.
De oorzaak van deze brand heeft de
Raad niet met zekerheid weten vast te
stellen. De kapitein van de Langkoeas, P.
H. B. uit Den Haag, kon de Raad evenmin
de oplossing van de nogal raadselachtige
brand geven. Sabotage achtte hij uitgeslo
ten. Open vuur zou volgens de kapitein
geen rol hebben gespeeld. Zesendertig uur
nadat men in het ruim had gewerkt, werd
de brand door rookontwikkeling ontdekt.
Men liet onmiddellijk koolzuur in het ruim
toe en slaagde er in gedurende veertien
uur de brand verstikt te houden.
In de noodhaven bluste de brandweer
van de wal daarop het vuur.
De inspecteur van de Raad voor de
Scheepvaart achtte de werking van het
schip de meest waarschijnlijke oorzaak.
Het feit, dat de kapitein, nadat de brand
was ontdekt, een ogenblik het luik had ge
opend om de vuurhaard vast te stellen,
vond de inspecteur gevaarlijk, aangezien
het doen toestromen van zuurstof het vuur
tot een gevaarlijke uitslaande bx-and had
kunnen maken. Wel vond hij het openen
van het luik een menselijke reactie, maar
het leek hem beter om dix-ect alles af te
sluiten en koolzuur op de plaats van het
onheil binnen te brengen. Voor het optre
den van de kapitein en diens maatregelen
Jiad de inspecteur niets dan lof. De raad
doet later uitspraak.
de „Prins Alexander" niet meer kon wor
den voorkomen.
De raadsman van de kapitein die, nadat
de inspecteur de Raad zijn oordeel had
voorgelegd, een beroep deed op uiterste
clementie. Hij zeide dat in het onderhavige
geval niet van grove nalatigheid behoefde
te worden gesproken en verzocht de Raad
geen smet te willen werpen op de lange en
eervolle loopbaan van de zestigjax-ige kapi
tein die de dienst inmiddels met pensioen
heeft vei-laten. De Raad zal schriftelijk uit
spraak doen.
Volgens een mededeling van de n.v. Che
mische fabriek „Naai'den" kan thans aan
het ranzig worden van eetbare vetten paal
en perk worden gesteld dank zij de vinding
van enkele Nederlandse chemici, die na
langdurige experimenten nieuwe producten
hebben ontwikkeld dat het ranzig worden
van vet bestrijdt.
De chemische bexiamingen van deze pro
ducten zijn octyl- en dodecylgallaat.
DERDE PREDIKANTSPLAATS IN
SPAARNDAM-WEST.
De kerkeraad van de Nederlands Her
vormde gemeente van Spaarndam heeft
besloten, met het oog op de toekomstige
uitbreiding van Haarlem-Noord (Oud-
Schoten) de mogelijkheid van een derde
predikantsplaats te openen.
Men hoopt over een of twee jaren een
vicaris (hulpprediker) te kunnen benoe
men.
Een en ander hangt natuurlijk samen met
de financiële mogelijkheden
De Italiaanse admiraal Massimo Giresi (links) feliciteert professor Auguste Piccard,
nadat deze in zijn bathyscaaf „Trieste" een diepzeeduik van 3100 nieter had gemaakt.
Van de 26 oratoria, die Handel nagelaten
heeft, zijn er zes of zeven die bijzonder in
de gunst van uitvoerders en publiek ge
bleven zijn: reeds twee eeuwen behoren zij
tot de kern van het vaste x-épertoire. Onder
deze neemt de „Samson" met „De Messias"
een bevoorrechte plaats in. De Christelijke
oratoriumvereniging „Door zang vriend
schap" deed er goed aan het eex-stgenoem-
de werk ter vertolking uit te kiezen voor
zijn eerste uitvoering in het concertseizoen.
Het koor heeft er een dankbare, hoewei
lang niet eenvoudige taak aan en zowel de
aard van het onderwerp als de geest der
muziek stellen aan het publiek geen pro
blemen.
■Het werk werd vertolkt in het Engels,
dus met dé oorspronkelijke tekst. Een dui
delijke vertaling in het programmaboekje
onderving de practische bezwaren, die
zulks voor een deel van het publiek kon
opleveren. Trouwens de tijd is voorbij, dat
men aan Duitse vertalingen van Handel's
orator-ia de voorkeur gaf. Principieel zou
men moeten zeggen: ofwel in het Engels,
ofwel in het Nederlands, maar dit laatste
stuit ook al op veel bezwaar en angstval
ligheid. Dus dan maar in het Engels. En
dit viel ons van het koor bijzonder mee.
Voor de dirigent Simon C. Jansen, bleek
„Samson" een kolfje naar zijn hand te zijn.
Niet dat hij neiging vertoonde om tot een
cultuur-historische interpretatie van de
Handelstij 1 te komen, lioe weinigen dur
ven dit trouwens aan! maar op de gebrui
kelijke wijze met het onversierde noten
beeld gaf hij het werk een glans en een
stuwing en hiermede een overtuigende in
houd, die duidelijk aantoonden dat deze
muziek zijn liefde heeft. Hij heeft er het
koor belangrijk mee opgewerkt en het tot
bezielde prestaties gedwongen. Het mag
waar zijn, dat sommige krachtige koorpas
sages wat geforceerd klonken, maar daar
stonden andere tegenover, die met even
wichtige klank en mooi genuanceerd uit
stekend tot hun recht kwamen. Hiertoe be
hoorden: O first-cx-eated beam, Then round
about, de koren die het tweede deel be
sluiten (en onder deze vooral „Hear, Ja
cob's God") en verder nagenoeg alle en
sembles uit het derde deel, waaronder de
koorzang „Weep, Israel", die op bijzonder
fraaie wijze geïnterpreteerd werd.
Met het solistenkwintet was men zeer
gelukkig. Het bestond uit de sopraan Corry
Bijster, de alt Annie Woud, de tenor Leo
Larsen, de basseix Otto Couperus en Piet
Tra. Deze laatste maakte een verrassend
De foto toont Teungku Daud Beuruh,
die in 1946 militair gouverneur van Atjeh
was en tot voor kort één van de medewer
kers van de Indonesische ministers van
Binnenlandse Zaken. Beuruh, die na de
souvereiniteitsoverdracht een functie kreeg
waaraan hij geen bevoegdheden kon ont
lenen, is thans de leider van de opstand in
Atjeh.
debuut op het Haarlemse podium. Hij paart
een zeldzaam mooi getimbreerde stem aan
een gezonde, muzikantische wijze van zin
gen. Een zanger met een grote toekomst.
Otto Couperus wist het ruige karakter van
de Harapha-partij goed weer te geven en
Leo Larsen, die een fraaie kern in zijn
stem heeft, doch zijn ietwat flakkerend
galmen zal moeten leren bedwingen, deed
in de titelpartij technisch en dramatisch
heel goede dingen. Annie Woud had vooral
in het laatste deel momenten van ontroe
rende schoonheid en Corry Bijster tracteer-
de onder meer op een verrukkelijke aria
van de kirrende duif.
De begeleiding werd verzorgd door het
Noordhollands Philharmonisch Orkest, dat
tot. nog toe H.O.V. heette. Het instrumen
taal ensemble, gesecondeerd door de orga
nist Piet Kiel en de cembalist Valentijn
Schoonderbeek, werd door Simon C. Jan
sen stevig in de hand gehouden. De inte
ressante ouverture hoorde men als een
knap staaltje van samenspel. Aldus heeft
„Door zang vi-iendschap" met deze Handel-
avond een goede beurt gemaakt.
JOS. DE KLERK.
Gisteravond vierden de leden van de ver
eniging tegen het mishandelen van diei'en
voor Haarlem en omstreken in hötel „De
Leeuwerik" in Haaxdem het tachtigjarig
bestaan van de vereniging en dit ging
uiteraard met een groot aantal toespraken
gepaard. De voorzitter van de vereniging,
de heer B. W. Lasschuit, heette in zijn
openingswoord de talrijke genodigden
onder wie de Haarlemse burgemeester mr.
P. O. F. M. Cremers en diens echtgenote
van harte welkom. Vervolgens overhandig
de hij aan drie leden van de afdeling Haar
lem, mevrouw J. Rechtsteiner, mejuffrouw
C. Westendorp en mejuffrouw B. Hen-
drikse het ere-insigne van de Nederlandse
vereniging tegen het mishandelen van die
ren in goud wegens het vele werk, dat zij
voor de vereniging gedurende een groot
aantal jaren vex-richt hebben. De heer Las
schuit wees er vervolgens op, dat het 80-
jarig jubileum in het teken van de propa
ganda staat. Er zullen, aldus spreker, meer
leden moeten komen, er is dringende be
hoefte aan een speelweide voor de dieren
en nog steeds bestaat er in Nederland geen
diex-enwet.
Hierna voerde de voormalige penning
meester van de vereniging, de Heemsteedse
wethouder S. van Houten het woord. Hij
zeide, dat het bijzonder belangrijk was
nog een groot arbeidsterrein open lag en
meende, dat het bijzonder belangrijk was
dat er mensen zijn, die al hun beschikbax-e
vrije tijd voor het mooie doel kunnen
geven. Hij overhandigde namens de leden
van de vereniging een bedrag van ruim
duizend gulden dat besteed diende te wor
den voor de financiering van de nieuwe
dieren-ambulancewagen.
Hiei-na kreeg de heer B. W. Lasschuit de
gelegenheid een van de twee redders, die
Woensdagmiddag twee honden u:t een per
sonenauto, die in de Nieuwe Gracht in
Haax-lem was gei-eden, haalden, te huldigen.
Woensdagavond werd onder grote be
langstelling de eerste (proef)-les gegeven
van de internationale Esperanto-cursus van
de Volksuniversiteit.
De voorzitter van de Haarlemse Espe
rantisten opende de cursus met een korte
inleiding, waarin hij enige aspecten van
het Esperanto nader belichtte. Hierna werd
een aanvang gemaakt met de eerste les,
die volgens de directe Cseh-methode, welke
speciaal voor dit doel bewerkt is, gegeven
wordt.
Velen, die zich niet tevoren voor de
cursus opgegeven hadden, meldden zich
na afloop van deze proefles, terwijl er nog
enkele opgaven vóór de volgende les ver
wacht worden.
Onder de deelnemers zijn mensen met
zeer uiteenlopende beroepen vertegenwoor
digd: een ingenieur, een metselaar, onder
wijzeressen, een monteur, artisten. een
ambtenaar, een procuratiehouder, een ver
pleegster. kantoorbed:enden, een inpakster,
huisvrouwen en scholieren.
De uitslag van de verkoping welke giste
ren in het Notarishuis werd gehouden
luiclt: Kinderhiusvest 29, 31 rd; "33 en 33 rd,
Haarlem f67.000, J. L. Staphorst qq.; Kruis
straat 33 zw en rd en Nieuwe Kruisstraat 2,
Haarlem, Nieuwe Kruisstraat 4 zw. en rd,
Nieuwé Kruisstraat 6 zw. en rd, Haai-lem
f28.100, J. Vijn; Van 't Hoffstraat 22. Haar
lem, f4300. J. v. d. Ham qq; Coltermanstraat
11 zw. en rd, Haarlem f4800. Th. Bijman es.;
Oranjestraat 184, Haarlem f2700, M. J. J. H.
Ramakers qq; Julianalaan 47, Overveen
f 14.000, G. J. J. M. Eldering; Nic. v. d. Laan
straat 1. Haarlem f6500. T. Schaan: Barendse-
straat 29, Haarlem f2900, J. C. Demoitié.
Na ruggespraak met het hoofdbestuur zal
aan de twee jongemannen, de 23-jarige C.
Sijperstein uit Haarlem en de 20-jarige P.
Th. van Graas uit Heemstede waax-schijn-
lijk een geschenk aangeboden worden.
Hierna sprak de heer G. Nieuwenhuysen,
directeur van de Nederlandse vereniging
tot bescherming van dieren uit Den Haag,
een inleidend woord bij de bijzonder fraaie
film „levend landschap".
Het kamerorkest „Melophilia" onder lei
ding van mejuffrouw R. Schouten ver
zorgde de muzikale omlijsting van deze bij
zonder geslaagde avond.
De Raad voor de Scheepvaart heeft thans
zijn oordeel uitgesproken over de aanva
ring van het s.s. „Soestdijk" met het Ame
rikaanse s.s. „Palmetto State" op 12 Mei,
tijdens dichte mist bij het vuurschip „Hen
and Chicken" op de Oostkust van Amerika.
De Raad meent, dat de schuld van de aan
varing geheel ligt bij de „Palmetto State."
Op de manoeuvres van de „Soestdijk"
heeft de Raad generlei aanmerking.
De „Palmetto State" liep een vaart van
10 mijl, heeft wèl gestopt voor een trawler,
waarvan tijdig een radar-echo werd opge
merkt, maar is daarna op volle kracht
vooruit gevaren en heeft bij het opmerken
van de „Soestdijk" opnieuw gestopt en
volle kx-acht achteruit gegeven. Het schip
had toen echter nog te veel vaart om een
aanvaring te voorkomen. Men heeft aan
boord van het Amerikaanse schip zeer on
voldoende gebruik gemaakt van de radar
aldus de Raad voor de Scheepvaart.
Hedenmorgen heeft de directeur van
Openbare Werken van Haarlem in het
stadhuis in het openbaar aanbesteed het
bouwen van een kleed- en waslokaal c.a.
bij de Klaas de Vriesschool voor U.L.O. aan
het Junoplantsoen te Haarlem-Noord, met
inbegrip van glas- en verfwerken.
Laagste inschrijfster: firma Meyers en
Smaal, Amsterdam, met 13.474. Hoogste
inschrijfster: firma M. Jansen en Zn.,
bouw- en aannemersbedrijf te Amsterdam,
met 19.387.
Zondag 4 October is het veertig jaar ge
leden, dat de heer J. W. Borst, Hof van
Egmond 33, als bakker in dienst trad bij
de Coöperatie. De eerste 35 jaar werkte hij
bij de coöperatie „De Eendracht" waar de
jubilaris van 1945 af de functie van sous
chef vervulde. Hij was tevens secretaris
van het jubileumfonds van deze coöpex-atie.
Na de fusie in 1949 tussen „De Eendracht"
en „Vooruitgang" ging hij naar de coöpe
ratie „Haarlem".
Gistereft wachtte de heer J. Metselaar,
timmerman in Haarlem een aangename
verrassing toen hij de architectuurtentoon
stelling in de Vleeshal wenste te bezoeken.
Hij was namelijk de tweeduizendste be
zoeker. De voorzitter van de tentoonstel
lingscommissie de heer B. J. J. M. Stevens
snrak de heer Metselaar toe en overhan
digde hem een boekwerk over de ai-chitec-
tuur.
De heer Metselaar toonde zich bijzonder
enthousiast over de expositie.
HET staat nu langzamerhand wel vast, zijii dagen en zijn ribfluweel sleet op een
dat ik een vrij hinderlijke roeping tot klein bovenkamertje in mijn buurt. Zijn
het dichterschap heb. Je kunt er een tijd reactie op het gedicht en mijn bijgaande
vraag of hij het „voor mij de moeite waard
achtte hiermee verder te gaan", luidde:
„volhouden maar". Die twee woordjes
zaten vol misselijke ironie. Achteraf had
ik trouwens totaal geen belang bij zijn
mening, want hij is, naar ik later hoorde,
helemaal niet zo'n licht en bovendien werkt
hij aan een reclamebureau!
mee doorlopen zonder er opvallend mager
der van te worden, maar vooral bij de wis
seling der seizoenen, wanneer bijvoorbeeld
de lente de bomen aankleedt of de herfst
ze uitkleedt, dan zit je ermee. Aan een
tafeltje, liefst voor het open raam. Je
kunt er het best maar goedkoop papier bij
nemen, want de ene haxxd ligt klaar om te
verfrommelen wat de andere schrijft. En
aan het eind van zo'n avond zie je dan, dat
je misschien een fMnkè afnemer van Van u
Gelder en Zonen bent, maar je verbaast je Tj^EN klexne maand later, in de wacht- wel__zal boeien.
over die roeping. Nu is overigens het ken- i_J kamer van de meest humane tandarts
liet geen twijfel bestaan: dit was een dui-
de'i.ik geval van schoonheidsontroering.
Op het moment, dat de assistente hem
met haar bekoorlijke lach naar binnen
noodde, had hij juist een aantekening ge
maakt.
Nu had ik het tijdschrift gauw genoeg
te pakken. Ongeveer ter hoogte van de
zinnen
„en vragen, nu alweer
wanneer
raakt het Leven ze weer aan
had zijn hand gekrabbeld „ja, wanneer?"
Instemming! Wat kan men méér wensen
dan instemming, gewoon instemming met
het verlangen van de dichter? Het werd
nóg prettiger, want toen de jongeman weer
binnenkwam om een verdoving op zich te
laten inwex-ken, zei hij met een veelbete
kende lach tot liet meisje: „Ik hou me wel
bezig, want u heeft genoeg mooie lectuur
hier. Ik lees daarnet een gedicht dat u ook
merkende van elke roeping, dat zij mis
plaatst lijkt.
De volharding, die dus van mij gevraagd
werd, heeft toch tenslotte een tienregelig
vers opgeleverd, waaruit bewogenheid
spreekt over de op zichzelf weinig verras
sende gebeurtenissen, die het najaar met
zich meebrengt. Van de bijbehorende spot
in onze stad, zag ik het tijdschrift „voor
jonge mensen" op tafel liggen. Om nog
eens te controleren of het werkje wel in
alle nummers van de oplage afgedrukt
was, wilde ik het pakken, toen juist een
oude man het opnam. Hij bladerde het
geeuwend door, maar werd naar ik schatte
ongeveer bij bladzijde 17 één en al toe
der omgeving heb ik me niets aangetrok- wijding. Het was interessant om hem gade
ken: ondanks het rauwe lachen van mijn
eigen vader, wie het gedicht deed denken
aan een oude, gebrekkige Psalmberijming,
heb ik het aan een tijdschrift „voor jonge
mensen" gezonden. Het stond onderaan op
bladzijde 17.
Misschien was het niet goed van mij om
dadelijk na de verschijning achterdochtig
bij mijn vrienden te gaan informeren, hoe
ze het hadden gevonden. Ik wilde een eei--
lijk oordeel en niet het compliment van
mensen, die vreesden dat ik mij bij het
vernemen van hun zuivere gevoelens zou
gaan bedrinken. Met één vriend liep de
discussie heel hoog: hij hield vol, dat hij
te slaan (hoe interessant het voor anderen
moest zijn geweest om mij op dat moment
gade te slaan, besefte ik niet). De man las
even en keek dan peinzend naar het pla
fond, terwijl hij een potloodje uit zijn vest
zak peuterde. Om kanttekeningen te ma
ken, dacht ik verheugd. Ik heb die vaak
gezien in bundels essays en gedichten en
ook al waren ze meestal niet prijzend (zo
als „dom gepraat" of „misdadige onzin")
ze bewijzen altijd, dat de mensen er mee
bezig zijn en daar gaat het toch om. De
man bleef afwisselend aantekeningen'ma
ken en naar het plafond opzien, totdat een
aardige assistente met mahoniekleurige
Ik hou veel van gedichten", bekende zij
blozend.
„Dan moet u dit eens lezen" hij had
het blaadje al in haar handen gedrukt.
Toen de deur weer dicht was, ging hij
tevreden gevoelloos zitten worden, af en
toe keek hij mij aan zoals men doet met
iemand die er tóch nooit in kan komen
hij moest eens weten wie ik was! Maar dat
hinderde mij niet, ik was veel te blij met
deze simpele reactie van twee jongemen-
sen op de schoonheid waarmee zij samen
werden geconfronteerd. Want aan het ge
zicht van het meisje, dat hem even later
weer binnenliet, zag ik dat zij het gedicht
gelezen had.
Het trekken duurde maar een rukje.
Tex'wijl hij de wachtkamer inliep, gaf de
assistente hem het tijdschrift terug. „Wilt
u het daar weer even neerleggen?" vroeg
zij. De jongen keek het nog even in en liep
toen zo opvallend vrolijk weg, dat dit mij
wel wat bevreemdde. Mijn vers kon tot
velerlei gevoelens aanleiding geven, ik
heb ze zelf allemaal dooi'gemaakt, maar
het mooi vond en ik stelde daar driftig lukken de deur van de wachtkamer opende ee". Pretstemming ging te ver, leek me.
tegenover, dat hij een huichelaar en mijn
gedicht een prul was. We kregen daar zo'n
ruzie over, dat hij kwaad wegliep ach
teraf wel jammer, want het was een open,
hartelijke jongen.
Een tante kon mijn rusteloze zoeken
naar een oprecht oordeel wel begrijpen,
en hem naar binnenriep. Hij heette Jan
sen, dus een van de Tachtigers kon hij niet
zijn.
Tegelijk met mij strekte nu een jonge
man zijn hand naar het blad uit. Ondanks
mijn nieuwsgierigheid liet ik hem na het
wederzijds pardon zijn gang gaan. Die
maar moest het toch afkeuren. Iemand, nieuwsgierigheid werd toch wel bevredigd,
die werkelijk iets schept kijkt niet om, zei want heimelijk opzijloerend zag ik, dat de
ze, je moet vechten tegen je eerzucht, jon
gen! Ik vind het mooi, als je dat nu zo
graag wilt weten en ik verwacht nog héél
veel van je.... Onmiddellijk daarop ging
zij theesclienken, een handeling waarmee
zij de waarde van die uitspraak voor mij
al weer dadelijk tot nul reduceerde. Bo
vendien had zij mij als baby-op-het-
vachtje al bewonderd, dus wat schoot ik
met dit alles op?
Ik kende van een receptie nog iemand,
oude man bezig was geweest een kruis-
woordpuzzle in de onmiddellijke nabijheid
van het gedicht op te lossen.
Verbitterd greep ik toen een moppen-
blaadje en nam het door, alsof het de han
delingen van de Staten Generaal waren.
Maar even later zag ik tot mijn ver
bazing, dat de jongeman het vers wèl las,
er kwam zelfs even een tinteling in zijn
ogen alsof hij een ontdekking deed. Ook
hij keek nadenkend op, maar heel anders
Ik gaf niet dadelijk aan de invitatie
achter mij gehoor, maar sloeg nog even
bladzij 17 op. Fel blozend liet zij mij pas
seren, terwijl ik naar binnenliep.
ET box-en werd een kwelling. Goed,
dat is het altijd, maar er kwam nog
iets bij. Die koi-te blik: op het gedicht had
me ineens doen beseffen, dat het „ja, wan
neer" minder de instemming was met het
verlangen van de dichter, dan wel de uiting
van een eigen verlangen. Het had daarom
meer betrekking op de regels daarvóór:
De suikerbietencampagne is thans in
volle gang. Op 24, respectievelijk 28 Sep
tember zijn de meeste fabrieken openge
steld voor de verwerking van de bieten en
verwacht wordt, dat de totale oogst dit jaar
waarschijnlijk 2800 millioen kilo bieten zal
bedragen, met een totale productie van
360.000 ton suiker en 1.700.000 ton pulp,
die voor de helft gedroogd en gebruikt
wordt in de veevoedersector. Het vorig
jaar werd geoogst 2965 millioen kilo bie
ten, productie 387.000 ton suiker en
1.800.000 ton pulp, waarvan x-uim de helft
werd gedroogd.
De totale capaciteit van de fabrieken
zal, naar de Centrale Suiker Maatschappij
mededeelde, ruim 40.000 ton per dag zijn.
Er zijn ongeveer evenveel bieten uitge
zaaid als het vorig jaar en de opbx-engst en
het suikergehalte zullen niet veel variëren
van die van het vorige jaar. Het suiker
gehalte is laag. In het Noorden heeft rela
tief een veel grotere uitzaai plaats gehad
dan in het Zuiden, waar als gevolg van de
ovex-stromingen veel land voor de uitzaai
van suikerbieten is verlox-en gegaan. De
fabrieken in het Noorden zullen daax-om
een langere campagne maken dan die in
het Zuiden. Bovendien zal een grote hoe
veelheid bieten uit de Noordelijke provin
cies en de N.O.-Polder naar het Zuiden
getransporteerd worden. Het transport-
vraagstuk is in goede vex-houding met de
schippersorganisatie geregeld.
De Zuidelijke fabrieken hebben moei
lijkheden met de werving van vakmensen,
die, gezien het werk aan de dijken, zich
nog steeds niet beschikbaar stellen voor
het werk aan de fabrieken. Over het al
gemeen biedt de bezetting van personeel,
behalve wat de vakmensen betreft, geen
moeilijkheden. Wegens het hoge zoutge
halte van de bieten uit de geïnundeerde
streken, zal de houdbaarheid van de bie
ten zeer te lijden hebben en zullen be
paalde voorzieningen getroffen moeten
worden voor de verwerking van deze bie
ten op zo kort mogelijke termijn.
Door het vroege zaaien van de bieten en
de daaropvolgende koude pex-iode ont
stonden er in de meeste velden veel „zaad
bieten". Deze bieten zullen door het hoge
gehalte aan houtvezels bij de verwerking
last veroorzaken, zodat het niet uitgeslo
ten is, dat de capaciteit van de fabrieken
hieronder zal lijden, aldus de Centrale
Suiker Maatschappij.
Gisteravond werden in de mxiziekzaal
van café-restaurant Brinkmann aan de
gselaagde cursisten van de Eerste Hulpver
eniging „Snelverband" de eenheidsdiploma's
uitgereikt, hetgeen enigszins feestelijk ge
schiedde.
Nadat de voox-zitter van de werkcommis-
sie de aanwezigen hartelijk welkom heette
gaf hij na een kort openingstoespraakje het
woord en de daad aan Violetta Harn, die op
haar accordeon enkele nummertjes ten ge
hore bracht. Na dit optreden werd er een
smalfilmpje vex-toond Over: Michel Angelo's
meestrewerk de St. Pieterstoren in Rome,
de start van het eerste ruimteschip en het
transport van houtvlotten in Japan. Hierna
volgde een filmpje over het werk van
„Snelverband's" bootcommissie en de goo
chelaar Risealdo kreeg gelegenheid om zijn
vingervlugheid te tonen.
Na het goochelen volgde de diploma
uitreiking en voerden verschillende sprekers
het woord; de tweede voorzitter van „Snel-
vex-band" wees de nieuwe E.H.B.O.'ers op de
plichten, die hen te wachten staan; de heer
L. Davidson voerde het woox-d namens de
cursisten en bood de medische leider de arts
J. M. Segaar een herinnering aan en bedacht
de hoofd-cux-susleiders met een rokertje.
Tevens voerde hen het woord namens de
hoofdcommissaris van politie en bedankte de
medisch leider J. M. Segaar en de instruc
teurs voor de opleiding van de politie
mannen.
Tenslotte sprak de heer J. M. Segaar zelf
over de opleiding van de E.H.B.O.'ers en
maakte bekend, dat hij zich vanwege drukke
werkzaamheden als cursusleider terug moest
trekken, doch als medisch leider de vereni
ging blijft steunen.
De artisten kregen nog een keer de gele
genheid om hun kunnen te tonen en tot slot
werd er een leei-zaam filmpje gedraaid over
een grote alarmoefening en bedankte de
voorzitter van de werkcommissie de aan
wezigen voor de prettige avond.
Van de 49 candidaten werden er twee af
gewezen. Tot de geslaagden behoren de na
volgende dames: L. v. Wees, W. Verhoog, H.
Souwer, W. J. Schön. E. N. Ris, H. J. M. R.
Ooms, A. J. Nauta, F. J. J. Leopold, L. H.
Kool, G. C. Joosten, C. L. Hofman, H. C. J.
Hartel, G. B. Hansel. M. M. E. H. v. d.
Eynde, J. A. v. Dijke, N. A. P. Doorenbos,
A. Dekker-Klompmaker, M. B. Bakenvel,
J. Buns, C. W. Buite en L. v. Andel allen
Haarlem; A. W. v. Manen, Heemstede; H.
W. Haring, Bloemendaal; A. PesarioMeier,
Aerdenhout; J. S. Goedhard, K. Duyf en A.
F. M. Boot allen Overveen.
Bij de heren slaagden: J. Zwart, E. P. v.
d. Wal, M. Westerbeke, S. L. J. de Wit, J.
Timmei-mans, J. Sietsma. V. P. J. Menen, Th.
J. Meier, E. G. Loman, W. R. Liemburg, W.
G. Hollink, E. H. L. Heeren, A. Guitenauw,
R. R. de Graaf. G. J. Endlich, H. W. v. Dijk,
L. Davidson en C. Caljouw allen Haarlem,
H. J. de Kroon en D. H. A. Kooy, beiden
Santpoort.
Gistermorgen omstreeks half tien was
een rechercheur er getuige van, dat een
man in een garage een fiets met hulpmotor
te koop aanbood. Aangezien de rechercheur
een en ander niet vertrouwde, vroeg hij
de bezitter van de bx-omfiets, op welke
wijze hij in het bezit van dit voertuig was
gekomen. Na aanvankelijk ontkend te heb
ben, gaf hij tenslotte toe, de bromfiets de
vorige avond in Amsterdam te hebben
ontvreemd. Naar aanleiding hiervan is hij
aangehouden en ter beschikking gesteld
van de recherche te Amsterdam, alwaar
enige uren tevoren aangifte van vermis
sing van bedoelde bromfiets was binnen
gekomen. De verdachte is de vierentwin
tigjarige Amsterdamse electricien G. v. U.
De Wex-eldfederatie tot Beschexming van
Dieren heeft de volgende brief gericht aan
de Grote Vier:
„De wereldfederatie tot Bescherming
van Dieren, waarbij bijna honderd dieren
beschermingsverenigingen uit alle wereld
delen zijn aangesloten, vex-zoekt u naar
aanleiding van Werelddierendag 1953 bij
uw besprekingen voor het welzijn der
mensen öok aandacht te willen wijden aan
de belangen der dieren."
Laten wij stil
maar onaangedaan
door deze wenende lanen
gaan'-
die iets met letteren uitstaande had en die dan die kruiswoord-prutser. Zijn houding
En dat juffertje had er onder geschre
ven: „Accoox-d, half acht bij de Parkweg".
Ik had de tandarts willen vragen of hij
ook roepingen trok, met wortel en aT,
De aanmeldingen voor emigratie naar
Australië nemen weer toe. In Augustus wa
ren er 1227 aanmeldingen tegen 585 in
Augustus 1952. Voor Canada waren er in
Augustus 1715 en voor Brazilië, waarvoor
zich een jaar geleden nog niemand aanmeld
de, 112 gegadigden. De belaangstelling voor
Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika tenslotte gaf
een daling te zien, namelijk respectievelijk
van 669 tot 193 en van 442 tot 254.