Aanvaring van de „Prins Alexander" in dichte mist Herfst h: „Door zang vriendschap" vertolkte oratorium „Samson" van Handel Haarlemse dierenbescherming vierde tachtigjarig bestaan Raad voor Scheepvaart Berisping tegen kapitein verzocht De stranding van de „Maraat" en de „Wim Brand in lucifer-lading van „Langkoeas" Kort verhaal door H. B. Polderlingh Iets kleinere suiker- bietenoogst verwacht Raadselachtig geval voor Raad voor Scheepvaart Geen ranzig vet meer Eerste proefles Esperanto- cursus groot succes Huizenveiling „Soestdijk" werd door Amerikaans schip aangevaren Aanbesteding J. W. Borst veertig jaar bij coöperatie „Haarlem" Tweeduizendste bezoeker op expositie in Vleeshal Diploma-uitreiking aan cursisten Snelverband Rechercheur rook lont Dierenbescherming en Grote Vier „Wie in dichte mist twee lange stoten laat geven ten teken dat zijn schip stil ligt, terwijl dit niet zo is, gaat in geval van een aanvaring niet vrijuit," verklaarde de Inspecteur voor de Scheepvaart, voordat hij aan het einde van een ruim twee uur lange zitting van de Raad voor de Scheep vaart voorstelde de kapitein van het m.s. „Prins Alexander", C. A. van der E. een berisping te geven. De inspecteur bracht een precedent in herinnering, na melijk het verloren gaan van een Neder landse tanker na een aanvaring met een Italiaans schip ter hoogte van Ouessant. Ook gaf de inspecteur als zijn oordeel te kennen dat de „Prins Alexander" in de ge geven omstandigheden een grotere snel heid had gevaren dan geboden mocht wor den geacht. Tenslotte vroeg hij de raad te willen aanbevelen, dat in de mist niet met automatische piloot, maar met een roergan ger zal worden gevaren. In dit opzicht sloot hij zich aan bij het oordeel van de Britse rechtbank, die de aanvaring al had behan deld. Met haar twijfelde hij aan de geloof waardigheid van de bewering, dat de „Prins Alexander" op het ogenblik van de aanvaring stil zou hebben gelegen, maar daar naar zijn mening van beide kanten niet de volledig juiste gegevens waren ver kregen, wilde de inspecteur in zijn oordeel niet verder gaan. Volgens verklaringen van de kapitein en zijn eerste stuurman, beiden ter zitting ge hoord, zou het m.s. „Prins Alexander", op weg van Rotterdam naar Quebec, varende in het Kanaal, richting Dover, in de eerste ochtenduren van 10 Juli 1952 wegens de dikke mist het voer geheel op radaraan wijzingen en de drukke scheepvaart, meermalen van snelheid zijn veranderd. Om omstreeks 4.08 uur zou de snelheid, omdat een Zweeds pasagiersschip op onge veer vier mijl recht vooruit bleek te varen, van volle op halve kracht zijn overge schakeld. Twee minuten later, toen de pei ling van een Noors schip aan stuurboord het s.s. N. O. Rogenaes niet meer bleek te veranderen zouden de motoren zijn stopgezet. Om omstreeks 4.14 uur zou de „Prins Alexander" „nagenoeg stil" heb ben gelegen. De Noor, die wel per radar was waargenomen, maar niet was géhoord kwam tegen 4.16 uur plotseling in zicht en veroorzaakte een lichte aanvaring, die ook door het op volle kracht achteruit gaan van Raad voor de Scheepvaart 99 De inspecteur-generaal van de Raad voor de Scheepvaart heeft de Raad verzocht kapitein A. L. uit Harlingen te straffen met hel uitspreken van een.berisping. Kapitein L. was met zijn motorschip Maraat op 8 Januari 1953 bij Halsborough "aan de Oost kust van Engeland gestrand. Mét ballast aan boord was het schip op weg naar Lon den in een dikke mist terecht gekomen. De vaart was tot halve kracht verminderd en er werd regelmatig gelood. De inspecteur meende echter dat de ka pitein te allen tijde verantwoordelijk voor zijn schip blijft en hij achtte hem dus schuldig aan de onvoorzichtige navigatie, ten gevolge waarvan het schip op een bank was terecht gekomen. Een correctie voor de „bestman" vond de inspecteur niet noodzakelijk. Aan een tweede stranding, het vastlopen van het motorschip Wim op 8 Februari 1953 in de Kleine Belt, werd de kapitein van dit schip, J. C. C. R. H. S. uit Rotter dam door de inspecteur schuldig bevonden. De Raad werd echter verzocht geen straf maatregel tegen deze kapitein te nemen, aangezien hij als een betrouwbaar zeeman bekend stond en de inspecteur de indruk had, dat de kapitein genoeg lering uit het scheepsongeluk had getrokken. Het schip was onder zeer slechte weersomstandig heden door de wind weggezet en op een jarenlang oud wrak gestoten. Het bestek van de kapitein was volkomen verkeerd uitgekomen.- Wanneer de kapitein tijdig en een juist gebruik had gemaakt van zijn navigatie middelen, zou hij de stranding hebben kunnen voorkomen. Bovendien had hij veel te weinig rekening met de harde wind gehouden. De Raad voor de Scheepvaart zal in beide zaken later uitspraak doen. De Raad voor de Scheepvaart heeft gis termiddag de zaak van de brand op het motorschip Langkoeas behandeld. In de golf van Biscaje was op 25 December 1951 brand uitgebroken. De lading bestond uit een partij lucifers verpakt in kisten. De oorzaak van deze brand heeft de Raad niet met zekerheid weten vast te stellen. De kapitein van de Langkoeas, P. H. B. uit Den Haag, kon de Raad evenmin de oplossing van de nogal raadselachtige brand geven. Sabotage achtte hij uitgeslo ten. Open vuur zou volgens de kapitein geen rol hebben gespeeld. Zesendertig uur nadat men in het ruim had gewerkt, werd de brand door rookontwikkeling ontdekt. Men liet onmiddellijk koolzuur in het ruim toe en slaagde er in gedurende veertien uur de brand verstikt te houden. In de noodhaven bluste de brandweer van de wal daarop het vuur. De inspecteur van de Raad voor de Scheepvaart achtte de werking van het schip de meest waarschijnlijke oorzaak. Het feit, dat de kapitein, nadat de brand was ontdekt, een ogenblik het luik had ge opend om de vuurhaard vast te stellen, vond de inspecteur gevaarlijk, aangezien het doen toestromen van zuurstof het vuur tot een gevaarlijke uitslaande bx-and had kunnen maken. Wel vond hij het openen van het luik een menselijke reactie, maar het leek hem beter om dix-ect alles af te sluiten en koolzuur op de plaats van het onheil binnen te brengen. Voor het optre den van de kapitein en diens maatregelen Jiad de inspecteur niets dan lof. De raad doet later uitspraak. de „Prins Alexander" niet meer kon wor den voorkomen. De raadsman van de kapitein die, nadat de inspecteur de Raad zijn oordeel had voorgelegd, een beroep deed op uiterste clementie. Hij zeide dat in het onderhavige geval niet van grove nalatigheid behoefde te worden gesproken en verzocht de Raad geen smet te willen werpen op de lange en eervolle loopbaan van de zestigjax-ige kapi tein die de dienst inmiddels met pensioen heeft vei-laten. De Raad zal schriftelijk uit spraak doen. Volgens een mededeling van de n.v. Che mische fabriek „Naai'den" kan thans aan het ranzig worden van eetbare vetten paal en perk worden gesteld dank zij de vinding van enkele Nederlandse chemici, die na langdurige experimenten nieuwe producten hebben ontwikkeld dat het ranzig worden van vet bestrijdt. De chemische bexiamingen van deze pro ducten zijn octyl- en dodecylgallaat. DERDE PREDIKANTSPLAATS IN SPAARNDAM-WEST. De kerkeraad van de Nederlands Her vormde gemeente van Spaarndam heeft besloten, met het oog op de toekomstige uitbreiding van Haarlem-Noord (Oud- Schoten) de mogelijkheid van een derde predikantsplaats te openen. Men hoopt over een of twee jaren een vicaris (hulpprediker) te kunnen benoe men. Een en ander hangt natuurlijk samen met de financiële mogelijkheden De Italiaanse admiraal Massimo Giresi (links) feliciteert professor Auguste Piccard, nadat deze in zijn bathyscaaf „Trieste" een diepzeeduik van 3100 nieter had gemaakt. Van de 26 oratoria, die Handel nagelaten heeft, zijn er zes of zeven die bijzonder in de gunst van uitvoerders en publiek ge bleven zijn: reeds twee eeuwen behoren zij tot de kern van het vaste x-épertoire. Onder deze neemt de „Samson" met „De Messias" een bevoorrechte plaats in. De Christelijke oratoriumvereniging „Door zang vriend schap" deed er goed aan het eex-stgenoem- de werk ter vertolking uit te kiezen voor zijn eerste uitvoering in het concertseizoen. Het koor heeft er een dankbare, hoewei lang niet eenvoudige taak aan en zowel de aard van het onderwerp als de geest der muziek stellen aan het publiek geen pro blemen. ■Het werk werd vertolkt in het Engels, dus met dé oorspronkelijke tekst. Een dui delijke vertaling in het programmaboekje onderving de practische bezwaren, die zulks voor een deel van het publiek kon opleveren. Trouwens de tijd is voorbij, dat men aan Duitse vertalingen van Handel's orator-ia de voorkeur gaf. Principieel zou men moeten zeggen: ofwel in het Engels, ofwel in het Nederlands, maar dit laatste stuit ook al op veel bezwaar en angstval ligheid. Dus dan maar in het Engels. En dit viel ons van het koor bijzonder mee. Voor de dirigent Simon C. Jansen, bleek „Samson" een kolfje naar zijn hand te zijn. Niet dat hij neiging vertoonde om tot een cultuur-historische interpretatie van de Handelstij 1 te komen, lioe weinigen dur ven dit trouwens aan! maar op de gebrui kelijke wijze met het onversierde noten beeld gaf hij het werk een glans en een stuwing en hiermede een overtuigende in houd, die duidelijk aantoonden dat deze muziek zijn liefde heeft. Hij heeft er het koor belangrijk mee opgewerkt en het tot bezielde prestaties gedwongen. Het mag waar zijn, dat sommige krachtige koorpas sages wat geforceerd klonken, maar daar stonden andere tegenover, die met even wichtige klank en mooi genuanceerd uit stekend tot hun recht kwamen. Hiertoe be hoorden: O first-cx-eated beam, Then round about, de koren die het tweede deel be sluiten (en onder deze vooral „Hear, Ja cob's God") en verder nagenoeg alle en sembles uit het derde deel, waaronder de koorzang „Weep, Israel", die op bijzonder fraaie wijze geïnterpreteerd werd. Met het solistenkwintet was men zeer gelukkig. Het bestond uit de sopraan Corry Bijster, de alt Annie Woud, de tenor Leo Larsen, de basseix Otto Couperus en Piet Tra. Deze laatste maakte een verrassend De foto toont Teungku Daud Beuruh, die in 1946 militair gouverneur van Atjeh was en tot voor kort één van de medewer kers van de Indonesische ministers van Binnenlandse Zaken. Beuruh, die na de souvereiniteitsoverdracht een functie kreeg waaraan hij geen bevoegdheden kon ont lenen, is thans de leider van de opstand in Atjeh. debuut op het Haarlemse podium. Hij paart een zeldzaam mooi getimbreerde stem aan een gezonde, muzikantische wijze van zin gen. Een zanger met een grote toekomst. Otto Couperus wist het ruige karakter van de Harapha-partij goed weer te geven en Leo Larsen, die een fraaie kern in zijn stem heeft, doch zijn ietwat flakkerend galmen zal moeten leren bedwingen, deed in de titelpartij technisch en dramatisch heel goede dingen. Annie Woud had vooral in het laatste deel momenten van ontroe rende schoonheid en Corry Bijster tracteer- de onder meer op een verrukkelijke aria van de kirrende duif. De begeleiding werd verzorgd door het Noordhollands Philharmonisch Orkest, dat tot. nog toe H.O.V. heette. Het instrumen taal ensemble, gesecondeerd door de orga nist Piet Kiel en de cembalist Valentijn Schoonderbeek, werd door Simon C. Jan sen stevig in de hand gehouden. De inte ressante ouverture hoorde men als een knap staaltje van samenspel. Aldus heeft „Door zang vi-iendschap" met deze Handel- avond een goede beurt gemaakt. JOS. DE KLERK. Gisteravond vierden de leden van de ver eniging tegen het mishandelen van diei'en voor Haarlem en omstreken in hötel „De Leeuwerik" in Haaxdem het tachtigjarig bestaan van de vereniging en dit ging uiteraard met een groot aantal toespraken gepaard. De voorzitter van de vereniging, de heer B. W. Lasschuit, heette in zijn openingswoord de talrijke genodigden onder wie de Haarlemse burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers en diens echtgenote van harte welkom. Vervolgens overhandig de hij aan drie leden van de afdeling Haar lem, mevrouw J. Rechtsteiner, mejuffrouw C. Westendorp en mejuffrouw B. Hen- drikse het ere-insigne van de Nederlandse vereniging tegen het mishandelen van die ren in goud wegens het vele werk, dat zij voor de vereniging gedurende een groot aantal jaren vex-richt hebben. De heer Las schuit wees er vervolgens op, dat het 80- jarig jubileum in het teken van de propa ganda staat. Er zullen, aldus spreker, meer leden moeten komen, er is dringende be hoefte aan een speelweide voor de dieren en nog steeds bestaat er in Nederland geen diex-enwet. Hierna voerde de voormalige penning meester van de vereniging, de Heemsteedse wethouder S. van Houten het woord. Hij zeide, dat het bijzonder belangrijk was nog een groot arbeidsterrein open lag en meende, dat het bijzonder belangrijk was dat er mensen zijn, die al hun beschikbax-e vrije tijd voor het mooie doel kunnen geven. Hij overhandigde namens de leden van de vereniging een bedrag van ruim duizend gulden dat besteed diende te wor den voor de financiering van de nieuwe dieren-ambulancewagen. Hiei-na kreeg de heer B. W. Lasschuit de gelegenheid een van de twee redders, die Woensdagmiddag twee honden u:t een per sonenauto, die in de Nieuwe Gracht in Haax-lem was gei-eden, haalden, te huldigen. Woensdagavond werd onder grote be langstelling de eerste (proef)-les gegeven van de internationale Esperanto-cursus van de Volksuniversiteit. De voorzitter van de Haarlemse Espe rantisten opende de cursus met een korte inleiding, waarin hij enige aspecten van het Esperanto nader belichtte. Hierna werd een aanvang gemaakt met de eerste les, die volgens de directe Cseh-methode, welke speciaal voor dit doel bewerkt is, gegeven wordt. Velen, die zich niet tevoren voor de cursus opgegeven hadden, meldden zich na afloop van deze proefles, terwijl er nog enkele opgaven vóór de volgende les ver wacht worden. Onder de deelnemers zijn mensen met zeer uiteenlopende beroepen vertegenwoor digd: een ingenieur, een metselaar, onder wijzeressen, een monteur, artisten. een ambtenaar, een procuratiehouder, een ver pleegster. kantoorbed:enden, een inpakster, huisvrouwen en scholieren. De uitslag van de verkoping welke giste ren in het Notarishuis werd gehouden luiclt: Kinderhiusvest 29, 31 rd; "33 en 33 rd, Haarlem f67.000, J. L. Staphorst qq.; Kruis straat 33 zw en rd en Nieuwe Kruisstraat 2, Haarlem, Nieuwe Kruisstraat 4 zw. en rd, Nieuwé Kruisstraat 6 zw. en rd, Haai-lem f28.100, J. Vijn; Van 't Hoffstraat 22. Haar lem, f4300. J. v. d. Ham qq; Coltermanstraat 11 zw. en rd, Haarlem f4800. Th. Bijman es.; Oranjestraat 184, Haarlem f2700, M. J. J. H. Ramakers qq; Julianalaan 47, Overveen f 14.000, G. J. J. M. Eldering; Nic. v. d. Laan straat 1. Haarlem f6500. T. Schaan: Barendse- straat 29, Haarlem f2900, J. C. Demoitié. Na ruggespraak met het hoofdbestuur zal aan de twee jongemannen, de 23-jarige C. Sijperstein uit Haarlem en de 20-jarige P. Th. van Graas uit Heemstede waax-schijn- lijk een geschenk aangeboden worden. Hierna sprak de heer G. Nieuwenhuysen, directeur van de Nederlandse vereniging tot bescherming van dieren uit Den Haag, een inleidend woord bij de bijzonder fraaie film „levend landschap". Het kamerorkest „Melophilia" onder lei ding van mejuffrouw R. Schouten ver zorgde de muzikale omlijsting van deze bij zonder geslaagde avond. De Raad voor de Scheepvaart heeft thans zijn oordeel uitgesproken over de aanva ring van het s.s. „Soestdijk" met het Ame rikaanse s.s. „Palmetto State" op 12 Mei, tijdens dichte mist bij het vuurschip „Hen and Chicken" op de Oostkust van Amerika. De Raad meent, dat de schuld van de aan varing geheel ligt bij de „Palmetto State." Op de manoeuvres van de „Soestdijk" heeft de Raad generlei aanmerking. De „Palmetto State" liep een vaart van 10 mijl, heeft wèl gestopt voor een trawler, waarvan tijdig een radar-echo werd opge merkt, maar is daarna op volle kracht vooruit gevaren en heeft bij het opmerken van de „Soestdijk" opnieuw gestopt en volle kx-acht achteruit gegeven. Het schip had toen echter nog te veel vaart om een aanvaring te voorkomen. Men heeft aan boord van het Amerikaanse schip zeer on voldoende gebruik gemaakt van de radar aldus de Raad voor de Scheepvaart. Hedenmorgen heeft de directeur van Openbare Werken van Haarlem in het stadhuis in het openbaar aanbesteed het bouwen van een kleed- en waslokaal c.a. bij de Klaas de Vriesschool voor U.L.O. aan het Junoplantsoen te Haarlem-Noord, met inbegrip van glas- en verfwerken. Laagste inschrijfster: firma Meyers en Smaal, Amsterdam, met 13.474. Hoogste inschrijfster: firma M. Jansen en Zn., bouw- en aannemersbedrijf te Amsterdam, met 19.387. Zondag 4 October is het veertig jaar ge leden, dat de heer J. W. Borst, Hof van Egmond 33, als bakker in dienst trad bij de Coöperatie. De eerste 35 jaar werkte hij bij de coöperatie „De Eendracht" waar de jubilaris van 1945 af de functie van sous chef vervulde. Hij was tevens secretaris van het jubileumfonds van deze coöpex-atie. Na de fusie in 1949 tussen „De Eendracht" en „Vooruitgang" ging hij naar de coöpe ratie „Haarlem". Gistereft wachtte de heer J. Metselaar, timmerman in Haarlem een aangename verrassing toen hij de architectuurtentoon stelling in de Vleeshal wenste te bezoeken. Hij was namelijk de tweeduizendste be zoeker. De voorzitter van de tentoonstel lingscommissie de heer B. J. J. M. Stevens snrak de heer Metselaar toe en overhan digde hem een boekwerk over de ai-chitec- tuur. De heer Metselaar toonde zich bijzonder enthousiast over de expositie. HET staat nu langzamerhand wel vast, zijii dagen en zijn ribfluweel sleet op een dat ik een vrij hinderlijke roeping tot klein bovenkamertje in mijn buurt. Zijn het dichterschap heb. Je kunt er een tijd reactie op het gedicht en mijn bijgaande vraag of hij het „voor mij de moeite waard achtte hiermee verder te gaan", luidde: „volhouden maar". Die twee woordjes zaten vol misselijke ironie. Achteraf had ik trouwens totaal geen belang bij zijn mening, want hij is, naar ik later hoorde, helemaal niet zo'n licht en bovendien werkt hij aan een reclamebureau! mee doorlopen zonder er opvallend mager der van te worden, maar vooral bij de wis seling der seizoenen, wanneer bijvoorbeeld de lente de bomen aankleedt of de herfst ze uitkleedt, dan zit je ermee. Aan een tafeltje, liefst voor het open raam. Je kunt er het best maar goedkoop papier bij nemen, want de ene haxxd ligt klaar om te verfrommelen wat de andere schrijft. En aan het eind van zo'n avond zie je dan, dat je misschien een fMnkè afnemer van Van u Gelder en Zonen bent, maar je verbaast je Tj^EN klexne maand later, in de wacht- wel__zal boeien. over die roeping. Nu is overigens het ken- i_J kamer van de meest humane tandarts liet geen twijfel bestaan: dit was een dui- de'i.ik geval van schoonheidsontroering. Op het moment, dat de assistente hem met haar bekoorlijke lach naar binnen noodde, had hij juist een aantekening ge maakt. Nu had ik het tijdschrift gauw genoeg te pakken. Ongeveer ter hoogte van de zinnen „en vragen, nu alweer wanneer raakt het Leven ze weer aan had zijn hand gekrabbeld „ja, wanneer?" Instemming! Wat kan men méér wensen dan instemming, gewoon instemming met het verlangen van de dichter? Het werd nóg prettiger, want toen de jongeman weer binnenkwam om een verdoving op zich te laten inwex-ken, zei hij met een veelbete kende lach tot liet meisje: „Ik hou me wel bezig, want u heeft genoeg mooie lectuur hier. Ik lees daarnet een gedicht dat u ook merkende van elke roeping, dat zij mis plaatst lijkt. De volharding, die dus van mij gevraagd werd, heeft toch tenslotte een tienregelig vers opgeleverd, waaruit bewogenheid spreekt over de op zichzelf weinig verras sende gebeurtenissen, die het najaar met zich meebrengt. Van de bijbehorende spot in onze stad, zag ik het tijdschrift „voor jonge mensen" op tafel liggen. Om nog eens te controleren of het werkje wel in alle nummers van de oplage afgedrukt was, wilde ik het pakken, toen juist een oude man het opnam. Hij bladerde het geeuwend door, maar werd naar ik schatte ongeveer bij bladzijde 17 één en al toe der omgeving heb ik me niets aangetrok- wijding. Het was interessant om hem gade ken: ondanks het rauwe lachen van mijn eigen vader, wie het gedicht deed denken aan een oude, gebrekkige Psalmberijming, heb ik het aan een tijdschrift „voor jonge mensen" gezonden. Het stond onderaan op bladzijde 17. Misschien was het niet goed van mij om dadelijk na de verschijning achterdochtig bij mijn vrienden te gaan informeren, hoe ze het hadden gevonden. Ik wilde een eei-- lijk oordeel en niet het compliment van mensen, die vreesden dat ik mij bij het vernemen van hun zuivere gevoelens zou gaan bedrinken. Met één vriend liep de discussie heel hoog: hij hield vol, dat hij te slaan (hoe interessant het voor anderen moest zijn geweest om mij op dat moment gade te slaan, besefte ik niet). De man las even en keek dan peinzend naar het pla fond, terwijl hij een potloodje uit zijn vest zak peuterde. Om kanttekeningen te ma ken, dacht ik verheugd. Ik heb die vaak gezien in bundels essays en gedichten en ook al waren ze meestal niet prijzend (zo als „dom gepraat" of „misdadige onzin") ze bewijzen altijd, dat de mensen er mee bezig zijn en daar gaat het toch om. De man bleef afwisselend aantekeningen'ma ken en naar het plafond opzien, totdat een aardige assistente met mahoniekleurige Ik hou veel van gedichten", bekende zij blozend. „Dan moet u dit eens lezen" hij had het blaadje al in haar handen gedrukt. Toen de deur weer dicht was, ging hij tevreden gevoelloos zitten worden, af en toe keek hij mij aan zoals men doet met iemand die er tóch nooit in kan komen hij moest eens weten wie ik was! Maar dat hinderde mij niet, ik was veel te blij met deze simpele reactie van twee jongemen- sen op de schoonheid waarmee zij samen werden geconfronteerd. Want aan het ge zicht van het meisje, dat hem even later weer binnenliet, zag ik dat zij het gedicht gelezen had. Het trekken duurde maar een rukje. Tex'wijl hij de wachtkamer inliep, gaf de assistente hem het tijdschrift terug. „Wilt u het daar weer even neerleggen?" vroeg zij. De jongen keek het nog even in en liep toen zo opvallend vrolijk weg, dat dit mij wel wat bevreemdde. Mijn vers kon tot velerlei gevoelens aanleiding geven, ik heb ze zelf allemaal dooi'gemaakt, maar het mooi vond en ik stelde daar driftig lukken de deur van de wachtkamer opende ee". Pretstemming ging te ver, leek me. tegenover, dat hij een huichelaar en mijn gedicht een prul was. We kregen daar zo'n ruzie over, dat hij kwaad wegliep ach teraf wel jammer, want het was een open, hartelijke jongen. Een tante kon mijn rusteloze zoeken naar een oprecht oordeel wel begrijpen, en hem naar binnenriep. Hij heette Jan sen, dus een van de Tachtigers kon hij niet zijn. Tegelijk met mij strekte nu een jonge man zijn hand naar het blad uit. Ondanks mijn nieuwsgierigheid liet ik hem na het wederzijds pardon zijn gang gaan. Die maar moest het toch afkeuren. Iemand, nieuwsgierigheid werd toch wel bevredigd, die werkelijk iets schept kijkt niet om, zei want heimelijk opzijloerend zag ik, dat de ze, je moet vechten tegen je eerzucht, jon gen! Ik vind het mooi, als je dat nu zo graag wilt weten en ik verwacht nog héél veel van je.... Onmiddellijk daarop ging zij theesclienken, een handeling waarmee zij de waarde van die uitspraak voor mij al weer dadelijk tot nul reduceerde. Bo vendien had zij mij als baby-op-het- vachtje al bewonderd, dus wat schoot ik met dit alles op? Ik kende van een receptie nog iemand, oude man bezig was geweest een kruis- woordpuzzle in de onmiddellijke nabijheid van het gedicht op te lossen. Verbitterd greep ik toen een moppen- blaadje en nam het door, alsof het de han delingen van de Staten Generaal waren. Maar even later zag ik tot mijn ver bazing, dat de jongeman het vers wèl las, er kwam zelfs even een tinteling in zijn ogen alsof hij een ontdekking deed. Ook hij keek nadenkend op, maar heel anders Ik gaf niet dadelijk aan de invitatie achter mij gehoor, maar sloeg nog even bladzij 17 op. Fel blozend liet zij mij pas seren, terwijl ik naar binnenliep. ET box-en werd een kwelling. Goed, dat is het altijd, maar er kwam nog iets bij. Die koi-te blik: op het gedicht had me ineens doen beseffen, dat het „ja, wan neer" minder de instemming was met het verlangen van de dichter, dan wel de uiting van een eigen verlangen. Het had daarom meer betrekking op de regels daarvóór: De suikerbietencampagne is thans in volle gang. Op 24, respectievelijk 28 Sep tember zijn de meeste fabrieken openge steld voor de verwerking van de bieten en verwacht wordt, dat de totale oogst dit jaar waarschijnlijk 2800 millioen kilo bieten zal bedragen, met een totale productie van 360.000 ton suiker en 1.700.000 ton pulp, die voor de helft gedroogd en gebruikt wordt in de veevoedersector. Het vorig jaar werd geoogst 2965 millioen kilo bie ten, productie 387.000 ton suiker en 1.800.000 ton pulp, waarvan x-uim de helft werd gedroogd. De totale capaciteit van de fabrieken zal, naar de Centrale Suiker Maatschappij mededeelde, ruim 40.000 ton per dag zijn. Er zijn ongeveer evenveel bieten uitge zaaid als het vorig jaar en de opbx-engst en het suikergehalte zullen niet veel variëren van die van het vorige jaar. Het suiker gehalte is laag. In het Noorden heeft rela tief een veel grotere uitzaai plaats gehad dan in het Zuiden, waar als gevolg van de ovex-stromingen veel land voor de uitzaai van suikerbieten is verlox-en gegaan. De fabrieken in het Noorden zullen daax-om een langere campagne maken dan die in het Zuiden. Bovendien zal een grote hoe veelheid bieten uit de Noordelijke provin cies en de N.O.-Polder naar het Zuiden getransporteerd worden. Het transport- vraagstuk is in goede vex-houding met de schippersorganisatie geregeld. De Zuidelijke fabrieken hebben moei lijkheden met de werving van vakmensen, die, gezien het werk aan de dijken, zich nog steeds niet beschikbaar stellen voor het werk aan de fabrieken. Over het al gemeen biedt de bezetting van personeel, behalve wat de vakmensen betreft, geen moeilijkheden. Wegens het hoge zoutge halte van de bieten uit de geïnundeerde streken, zal de houdbaarheid van de bie ten zeer te lijden hebben en zullen be paalde voorzieningen getroffen moeten worden voor de verwerking van deze bie ten op zo kort mogelijke termijn. Door het vroege zaaien van de bieten en de daaropvolgende koude pex-iode ont stonden er in de meeste velden veel „zaad bieten". Deze bieten zullen door het hoge gehalte aan houtvezels bij de verwerking last veroorzaken, zodat het niet uitgeslo ten is, dat de capaciteit van de fabrieken hieronder zal lijden, aldus de Centrale Suiker Maatschappij. Gisteravond werden in de mxiziekzaal van café-restaurant Brinkmann aan de gselaagde cursisten van de Eerste Hulpver eniging „Snelverband" de eenheidsdiploma's uitgereikt, hetgeen enigszins feestelijk ge schiedde. Nadat de voox-zitter van de werkcommis- sie de aanwezigen hartelijk welkom heette gaf hij na een kort openingstoespraakje het woord en de daad aan Violetta Harn, die op haar accordeon enkele nummertjes ten ge hore bracht. Na dit optreden werd er een smalfilmpje vex-toond Over: Michel Angelo's meestrewerk de St. Pieterstoren in Rome, de start van het eerste ruimteschip en het transport van houtvlotten in Japan. Hierna volgde een filmpje over het werk van „Snelverband's" bootcommissie en de goo chelaar Risealdo kreeg gelegenheid om zijn vingervlugheid te tonen. Na het goochelen volgde de diploma uitreiking en voerden verschillende sprekers het woord; de tweede voorzitter van „Snel- vex-band" wees de nieuwe E.H.B.O.'ers op de plichten, die hen te wachten staan; de heer L. Davidson voerde het woox-d namens de cursisten en bood de medische leider de arts J. M. Segaar een herinnering aan en bedacht de hoofd-cux-susleiders met een rokertje. Tevens voerde hen het woord namens de hoofdcommissaris van politie en bedankte de medisch leider J. M. Segaar en de instruc teurs voor de opleiding van de politie mannen. Tenslotte sprak de heer J. M. Segaar zelf over de opleiding van de E.H.B.O.'ers en maakte bekend, dat hij zich vanwege drukke werkzaamheden als cursusleider terug moest trekken, doch als medisch leider de vereni ging blijft steunen. De artisten kregen nog een keer de gele genheid om hun kunnen te tonen en tot slot werd er een leei-zaam filmpje gedraaid over een grote alarmoefening en bedankte de voorzitter van de werkcommissie de aan wezigen voor de prettige avond. Van de 49 candidaten werden er twee af gewezen. Tot de geslaagden behoren de na volgende dames: L. v. Wees, W. Verhoog, H. Souwer, W. J. Schön. E. N. Ris, H. J. M. R. Ooms, A. J. Nauta, F. J. J. Leopold, L. H. Kool, G. C. Joosten, C. L. Hofman, H. C. J. Hartel, G. B. Hansel. M. M. E. H. v. d. Eynde, J. A. v. Dijke, N. A. P. Doorenbos, A. Dekker-Klompmaker, M. B. Bakenvel, J. Buns, C. W. Buite en L. v. Andel allen Haarlem; A. W. v. Manen, Heemstede; H. W. Haring, Bloemendaal; A. PesarioMeier, Aerdenhout; J. S. Goedhard, K. Duyf en A. F. M. Boot allen Overveen. Bij de heren slaagden: J. Zwart, E. P. v. d. Wal, M. Westerbeke, S. L. J. de Wit, J. Timmei-mans, J. Sietsma. V. P. J. Menen, Th. J. Meier, E. G. Loman, W. R. Liemburg, W. G. Hollink, E. H. L. Heeren, A. Guitenauw, R. R. de Graaf. G. J. Endlich, H. W. v. Dijk, L. Davidson en C. Caljouw allen Haarlem, H. J. de Kroon en D. H. A. Kooy, beiden Santpoort. Gistermorgen omstreeks half tien was een rechercheur er getuige van, dat een man in een garage een fiets met hulpmotor te koop aanbood. Aangezien de rechercheur een en ander niet vertrouwde, vroeg hij de bezitter van de bx-omfiets, op welke wijze hij in het bezit van dit voertuig was gekomen. Na aanvankelijk ontkend te heb ben, gaf hij tenslotte toe, de bromfiets de vorige avond in Amsterdam te hebben ontvreemd. Naar aanleiding hiervan is hij aangehouden en ter beschikking gesteld van de recherche te Amsterdam, alwaar enige uren tevoren aangifte van vermis sing van bedoelde bromfiets was binnen gekomen. De verdachte is de vierentwin tigjarige Amsterdamse electricien G. v. U. De Wex-eldfederatie tot Beschexming van Dieren heeft de volgende brief gericht aan de Grote Vier: „De wereldfederatie tot Bescherming van Dieren, waarbij bijna honderd dieren beschermingsverenigingen uit alle wereld delen zijn aangesloten, vex-zoekt u naar aanleiding van Werelddierendag 1953 bij uw besprekingen voor het welzijn der mensen öok aandacht te willen wijden aan de belangen der dieren." Laten wij stil maar onaangedaan door deze wenende lanen gaan'- die iets met letteren uitstaande had en die dan die kruiswoord-prutser. Zijn houding En dat juffertje had er onder geschre ven: „Accoox-d, half acht bij de Parkweg". Ik had de tandarts willen vragen of hij ook roepingen trok, met wortel en aT, De aanmeldingen voor emigratie naar Australië nemen weer toe. In Augustus wa ren er 1227 aanmeldingen tegen 585 in Augustus 1952. Voor Canada waren er in Augustus 1715 en voor Brazilië, waarvoor zich een jaar geleden nog niemand aanmeld de, 112 gegadigden. De belaangstelling voor Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika tenslotte gaf een daling te zien, namelijk respectievelijk van 669 tot 193 en van 442 tot 254.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 11