1553: Sterfjaar van Lucas Cranach
Agenda voor
Haarlem
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
„Be weg naar Klockrike"
van Harry Martinson
Vriend Luther was schepper
van eigenaardig vrouwentype
Ringen
KNOLLEN VOOR CITROENEN
Een boek van en voor deze tijd
Claude Debussy
Barnabas von Geczy en zijn solisten
ZATERDAG 10 OCTOBER 1953
3
J Teddy gev.Windbreakers 59.75
Kunstmaand Kamerorkest
blijft nog bestaan
Protest tegen berenshow
op Nijmeegse kermis
Film van Andes-expeditie
in Toronto bekroond
Boerderij afgebrand
in Wijdewormer
IJmuidense jongen na
steekpartij overleden
Het haastige,
koortsachtige levenstempo
Het houten been
LITTERAIRE KANTTEKENINGEN
Heringa Wuthrich
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
Centrale verwarming
Airconditioning
Aut. oliestook
Op 15 October zal
het vierhonderd jaar
geleden zijn, dat de
stichter en voor
naamste meester van
de Saksische schil
derschool der zestien
de eeuw, te Weimar
gestorven is. Het her
denken van de ge
boorte of sterfdagen
van grote figuren uit
onze beschavingsge
schiedenis kan vooral
daarom betekenis
krijgen wanneer het
ons dwingt om door
te dringen in de tijd
en de omstandighe
den waarin zij leef
den. Welnu: Lucas
Cranach leefde van
1472 tot 1553 en wij
weten dat hij in 154Ó
burgemeester van
Wittenberg was. Hier
aan dankt hij echter
zijn roem niet en al
evenmin aan het feit,
dat hij een apotheek
en een boekdrukkerij
beheerde. Lucas Cra
nach was in de eerste
plaats een kunstschil
der die de gedachten-
wereld van de Re
naissance aanvaard had, maar in zijn uit
drukkingsvorm nog sterk gebonden was
aan de late middeleeuwen.
Een blik op bovenstaande jaartallen en
het noemen van de stad Wittenberg roept
natuurlijk de naam Luther op. Cranach
kende niet alleen Luther, maar behoorde
tot de intieme kring van de grote hervor
mer. In 1505 was hij bovendien hofschil
der van Frederik de Wijze, de Saksische
keurvorst die ook zo'n grote rol gespeeld
heeft in Luthers leven. Hij was het immers
tie de Augustijner monnik nadat deze
voor de Rijksvergadering te Worms ver
schenen was, liet gevangen nemen om
hem tegen zijn vijanden te beschermen en
hem naar Wai-tburg liet voeren. Hier kon
hij gedurende tien maanden ongestoord
Grieks en Hebreeuws studeren, ondanks
de keizerlijke vogelvrijverklaring en de
Pauselijke Banbul.
Toen in 1522 de beeldenstorm in Wit
tenberg losbarstte spoedde Luther zich
daarheen. Cranach was toen vijftig jaar
en behoorde tot de trouwe aanhangers der
Reformatie. Wij mogen aannemen dat
Cranach evenmin als Luther de beelden
storm gaarne zag, die door Andreas Karl-
stadt uit Bodenstein, die tijdens Luthers
verblijf op de Wartburg de leiding van de
hervormingsbeweging op zich genomen
had, was aangestoken.
Prof. Walter Nigg de schrijver van het
hier onlangs besproken werk „Schilders
van het Eeuwige" legt in dit boek de
fatale invloed bloot, die de beeldenstorm
op het symbolisch denken van de mens
heeft gehad. „Met de verwijdering van de
beelden had men het Christendom een
voedingsbron ontnomen". Ook Luther zag
dit spoedig in en verklaarde twee jaar na
de beeldenstorm dat crucifixen en heiligen
beelden in de kerken niet alleen toelaat
baar maar prijzenswaardig waren.
Vreemde bekoring
Lucas Cranach wordt wel beschouwd
als de eerste meester der Protestantse
schilderkunst. Zeker is het dat zijn werk
de overdadigheid der Renaissance, waarte
gen het volk juist in opstand was geko-
Het portret (met weglating van het onder
ste gedeelte) van Frederik de Wijze door
Lucas Cranach.
men, mist. Maar dit kan evengoed uit zijn
ietwat stugge Duitse aard voortkomen.
Behalve vele portretten, onder meer van
Luther en diens ouders, van Melanchton,
en het hierbij gereproduceerde zeer mooie
van zijn beschermheer: Frederik de Wijze,
behandelde hij religieuze onderwerpen.
Tot zijn bekendste werken behoren cle
zeer merkwaardig geproportionneerde
staande naaktfiguren, zoals de beroemde
panelen van Adam en Eva uit Dresden.
Meestal tegen een zwarte fond geplaatst
rijzen deze ivoorbleke slanke figuren om
hoog. Met hun zeer lange benen en hun
smalle schouders en de kleine, even schuin
gehouden hoofden, hebben deze figuren
iets van in droom geziene verschijningen.
Hoewel Cranach niet zo veelzijdig en
diepzinnig was als Dürer en zijn portretten
zeker niet de indringende psychologie be
zitten, die Holbein daarin wist te leggen,
heeft hij zich toch door de creatie van een
bepaald vrouwentype in de schilderkunst
een aparte plaats verworven. Stellig heeft
hij hierin een ideaal schoonheidsbeeld na
gestreefd. Er gaat ook werkelijk een
vreemde bekoring van deze niet-te-beroe-
ren jonge vrouwenfiguren uit.
De laatste jaren van zijn leven woonde
hij niet meer in Wittenberg, maar in Wei-
mar. Daar is hij op 81-jarige leeftijd ge
storven. In 1859 bracht men zijn stoffe
lijke resten van het kerkhof van de Ja-
cobskerk naar de Stadskerk over.
OTTO B. DE KAT
ADVERTENTIE
U ruit 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
Elke dag moet uw lever een liter gal ln uw
Ingewanden doen stromen, anders verteert uw
voedsel niet, het bederft. U raakt verstopt,
wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige
CARTER'S LEVERPILLETJES om die liter
gal op te wekken en uw spijsvertering en stoel
gang op natuurlijke wijze te regelen. Een
plantaardig zacht middel, onovertroffen om de
g&l te doen stromen. Eist Carter's Leverpllletjes.
ZATERDAG 10 OCTOBER
Stadsschouwburg: „De onzichtbare Dame",
Toneelgr. „Theater", 8 uur. Sportfondsenbad:
Internationaal Jubileum-zwemfeest, 7.30
uur. Wykgebouw Gedempte Oude Gracht
104: Bazar 7.30—11 uur. City: „De Duivels-
pas", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals:
„Hard als graniet", 18 jaar, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt: „De man met de wassen beel
den", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „De
misstap van dr. Talbot", 18 jaar, 7 en 9.15
uur. Luxor: „De terugkeer van Don Ca-
millo", alle leeft.. 7 en 9.15 uur. Lido: „Vrou-
wenpolitie", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Nacht-
voorstelilng: „Giftige lippen", 18 jaar, 23.30
uur. Minerva: „Het geheim van drie Vrou
wen", 18 jaar, 7 en 9.15 uur.
ZONDAG 11 OCTOBER
Stadsschouwburg: „Picnic", toneelgroep
„Theater". 8 uur. Brinkmami: Humanistisch
Verbond, spreker: H. G. Cannegieter, 10.30
uur. Begijnhofkapel: Baptiste gemeente,
Doopdienst, 7 uur. Cultura: Wijdingsmorgen
Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia", 10.30
uur. City: „De Duivelspas". 18 jaar, 2.15. 4.30.
7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Hard als graniet".
18 jaar. 2, 4.30, 7 en 9.15 uur. Zondagmorgen
11 uur. „Paréh, het lied van de rijst",
alle leeftijden. Rembrandt: „De man
met de wassen beelden", 18 jaar, 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „De misstap
van dr. Talbot". 18 jaar, 2. 4.15, 7 en 9.15
uur. Luxor: „De terugkeer van Don Camillo",
alle leeft.. 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Lido: „Vrou-
wenpolitie", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Ochtendvoorstleling, 11 uur: Warschau Con
certo. 14 jaar. Minerva: „Het geheim van
drie Vrouwen", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 u.
MAANDAG 12 OCTOBER
Stadsschouwburg: „De getemde feeks",
Rotterdams Toneel, 8 uur. Waalse kerk:
Hermann Zaiss Comité, bijeenkomst, 8 uur.
Cultura: Vereniging Nederland-U.S.S.R.,
lezing met film, 8 uur. City: „De Duivelspas",
18 jaar, 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals:
„Hard als graniet", 18 jaar, 2.30. 7 en 9.15
tiur. Rembrandt: „De man met de wassen
beelden", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 u. Palace:
„De misstap van dr. Talbot", 18 jaar. 2, 4.15,
7 en 9.15 uur. Luxor: „De terugkeer van Don
Camillo", alle leeft., 2, 7 en 9.15 uur. Lido:
„Vreuwenpolitie", 14 jaar, 3} 4.15, 7 en 9.15
ADVERTENTIE
Tot vaste dirigent van het Kunstmaand
Kamerorkest is de heer Anton Kersjes, de
27-jarige leider van het Tuschinski-
theater-orkest te Amsterdam, benoemd.
Het ligt in de bedoeling van de stichting
Kunstmaand Amsterdam dit kamerorkest,
dat grotendeels uit jonge musici bestaat, in
stand te houden en tot ongeveer 35 leden
uit te breiden. Zijn taak zou zijn het geven
van concerten gedurende de wintermaan
den in Amsterdam en omgeving, het blij
ven verzorgen van komende Kunstmaand-
concerten en het verzorgen van begelei
dingen van koren in Nederland.
Op de Nijmeegse kermis staat deze week
een tent met een zogenaamde berenshow,
waarin toeschouwers kunnen worstelen
met gemuilkorfde beren. De tent loopt des
avonds telkens vol. Het bestuur van de
Nijmeegse Vereniging tot Bescherming van
Bieren heeft zich nu per brief tot het ge
meentebestuur gewend en geprotesteerd
tegen deze haars inziens mensonwaardige
vertoningen. Zij hoopt dat dergelijke
berenspelen nimmer meer op de kermissen
zullen toegelaten worden. In Utrecht was
dit berenspel verboden.
Voor een gewone man zijn de snelle we
gen der mode altijd onbegrijpelijk. Vooral
de snelheid en de algemeenheid, waarmee
de verschijnselen en decreten om zich
heen grijpen, zijn verbijsterend. U kunt
er van op aan dat in Lapland en op Ter
schelling, zo goed als in Parijs en New
York en La Paz en Onstwedde, zo niet
alle, dan toch vele of althans enige joffe-
ren met grote koperen ringen in de oren
lopenen want dat doen ze nu ineens in de
hele wereld.
Twee maanden geleden was er geen ko
peren ring aan enig oor te bekennen, nu
rinkelt alles van de ringen. Het wonder
lijke is dat iedere vrouw er prijs op stelt
om een hoed of een jurk of een mantel te
dragen, die uniek is en die geen andere
vrouw draagt. Het woord „model" is
sacrosanct in de vrouwenwereld en zodra
de dame in kwestie een andere dame in
kwestie ontwaart met precies hetzelfde
hoedje, is het hare waardeloos geworden
en is de pracht van het unieke er af.
Maar in grote lijnen doen ze allemaal
precies wat de modekoningen voorschrij
ven en er is geen man ter wereld die enig
verschil ziet tussen het ene beringde oorlel
en het andere. Als u dat maar weet.
Maar het duurt altijd lang voordat iedere
vrouw ziet dat ieder hetzelfde draagt, veel
langer dan ge - gezien de verering voor
het „model" - als man van die gevoelige
vrouwen zoudt verwachten. Vandaag zijn
ze nog allemaal beringd; volgende maand
„kun je eenvoudig niet meer met die
dingen lopen".
Denk niet dat de mannen anders zijn.
Ze zijn alleen wat minder geestdriftig en
wat trager in die dingen. Maar er is een
tijd geweest dat wij allemaal met een
puntjesboord liepen, met een wandelstok,
met slobkousen en 's zomers met een mate-
lootje en nu zijn die allemaal afgeschaft.
Een solitaire parel op de das was du
bon ton maar nu is dat „burgerlijk" en al
leen een enkele oudere heer heeft dat -
net als met da puntjesboord en de slob
kousen - nog niet in de gaten.
Voorlopig is de vraag waar over een
maand al die koperen ringen blijven.
Er moest een kwieke liefdadigheidsorga
nisatie zijn die nu reeds maatregelen ging
nemen om ze op te zamelen ten bate van
haar kas en goede streven. ELIAS
De 16 mm kleurenfilm, die de deelnemers
aan de Nederlandse Andes-expeditie 1952
(dr. Egeler, De Booy en Terray) tijdens
hun tocht hebben gemaakt, is met vele
andere vertoond op het internationale
filmfestival in Toronto en daar in haar
afdeling bekroond met de tweede prijs
(120.000 lire).
Te Wijdewormer is gistermorgen de
boerderij bewoond door de familie D.
Klok in vlammen opgegaan. Toen de
brandweer uit Zaandam arriveerde kon de
boerderij reeds als verloren worden be
schouwd.
De inboedel van de familie Klok, als
mede de hooi-oogst is nagenoeg geheet
verloren gegaan.
De boerderij is eigendom vair cle familie
Haan te Wormer. Een der familieleden
zou de boerderij per 1 Mei betrekken.
Naar de oorzaak van de brand wordt een
onderzoek ingesteld.
Helaas heeft de steekpartij van Woens
dagmiddag op de Heerenduinweg te IJmui-
den een noodlottige afloop gehad. De der
tienjarige Rudolf Kramer van de Velser-
duinweg, die op het trottoir in de bocht
van de Heerenduinweg door een vijftien
jarige jongen, blijkbaar in het vuur van
zijn spel, ernstig werd gewond met een
dolkmes en in zorgwekkende toestand naar
het Antoniusziekenhuis moest worden
overgebracht, is gistermiddag overleden.
ADVERTENTIE
vraagt veel van onze krachten. Wan
neer wij merken, dat dit voortdurende
gejacht en de dagelijkse zorgen ons
goede humeur bedreigen, doen wij er
goed aan ons zoveel mogelijk in acht
te nemen. Zorg voor een goede, vol
ledige voeding en gebruik regelmatig
VITAMINE GISTVLOKKEN. Reeds na
korte tijd zult U bemerken, dat U méér
waard bent
VITAMINE GISTVLOKKEN zijn een
product van de Koninklijke Nederland-
sche Gist- en Spiritusfabriek N.V, Zij
bevatten het gehele in gist aanwezige
natuurlijke vitamine B complex, als
mede een hoog percentage eiwit. Deze
stoffen zijn noodzakelijk voor een ge
zond en evenwichtig gestel.
Verkrijgbaar in Apotheek en Drogisterij
Een houten been stond in een hoek,
bekleed met sok en herenbroek;
het heerschap zelf stond hoog daarboven
te werken aan een bakkersoven.
Er voer een rilling door de scheen
van het beklede houten been,
want boven hem werd iets gesproken
van „kolen op en hout gaan stoken."
Het lispte tot zijn kameraad:
„Ik vrees dat onze doodsklok slaat."
Maar d' ander: „Heb voor mij geen vrees,
ik ben van kostbaar mensenvlees."
Piet Zoethout
o: v
IN MEERDERE MATE DAN men zich gewoonlijk voorstelt, maken de landen van
het Hoge Noorden Zweden, Noorwegen en Denemarken deel uit van wat men
de West-Europese cultuur pleegt te noemen, al ontvangen zij daarvan, globaal ge
nomen, meer impulsen dan zij eraan geven. De invloed op de Scandinavische litte
ratuur waarvoor de veelgelezen trilogieën zeer zeker niet representatief zijn van
Hemingway en Faulkner, Joyce en Huxley, Gide en Proust in de vooroorlogse jaren,
van Eliot, Kafka en Sartre sinds 1940, is evident. Maar wat de Scandinavische ont
vankelijkheid voor de „Westerse" geestesgesteldheid kenmerkender nog signaleert,
is het levensgevoel, dat proza en poëzie, hier zowel als ginds, registreert: het beklem
mend voorgevoel in de jaren 19201940 (en zelfs eerder al) van wat stond te ge
beuren; een ontwrichtende ontgoocheling, een ontzenuwende angst nadien. Vrijwel
de gehele jongere garde schrijft cn dicht ook daar uit het kwellend besef te zijn
teruggeworpen op het naakte bestaan, sinds normen en idealen onder de stormloop
van vijf jaren wereldwaanzin zijn bezweken.
Losgeslagen van de traditie der eeuwen,
voelt ze zich zwalken op een elementaire
levenszee, waar ze, twintigste-eeuws als ze
nu eenmaal is, positie noch koers weet te
bepalen. Dit geldt voor het door de Nazi-
terreur geteisterde Noorwegen en Dene
marken al evenzeer als voor het aan de
dans ontsprongen Zweden.
Zweedse ouderen en jongeren
Ook daar, in Zweden, heeft de oudere
generatie, al was zij naar het zeggen van
haar nestor Bo Bergman „oud geboren en
kreeg zij grijs haar in de wieg", het minder
zwaar te verduren. Ze had, vóór de zond
vloed losbarstte, de „eilanden" immers be
woonbaar gemaakt, waarop ze zich min of
meer in veiligheid kon stellen: Bo Berg
man zijn sceptisch humanisme; Vilhelm
Ekelund zijn aesthetische afzijdigheid;
Anders österling de eenvoudig-warme
mensenliefde voor de kleine dagelijkse
dingen; Gunnar Silfverstolpe zijn gedroom
de idylle niet meer dan namen mis
schien voor velen, maar voor Zweden, voor
de Scandinavische litteratuur, niet minder
karakteristieke figuren dan bijvoorbeeld
Emants, Verwey, Roland Holst en Van
Schendel voor de onze.
Op de grens van beide generaties staat
Harry Martinson. Oud genoeg hij is van
1904 om het naderende onheil te kun
nen onderkennen en herkennen, om met
de dertien jaar oudere Par Lagcrkvist zich
diep aangevreten te hebben gevoeld door
de angst, was hij vlottend, bewegelijk,
non-conformistisch genoeg om zich liever
in de stroom van cle tijd te storten dan zich
in het isolement van de „ivoren toren" te
rug te trekken.
Martinson is een geboren zwerver, een
vagebond van de geest (zijn eerste te boek
gestelde „zeemanservaringen" doopte hij
„Van de stookplaat"), die met zijn jong
overleden tijdgenoot Dan Andersson zijn
proletarische afkomst, met Sten Selander
een hartgrondige afschuw van de techno
cratie en met Nils Ferlin ook zo'n aarts-
handloper" zijn sympathieën gemeen
heel't met allen, die de eenzaamheid als het
merkteken van „onze" tijd op hun leven
dragen, maar deze niettemin fier verkiezen
boven een gedweëe onderwerping aan de
zelfingenomen „burgerdeugd".
Ondanks al zijn bezonnenheid, heel zijn
wijsgerige levenshouding of eerder wel
licht: daardoor juist is Martinson een
rebel, wiens jongste roman „De weg naar
Klockrike" dan ook als een protest, een
ADVERTENTIE
Haarlem
VOORNAAMSTE VOORSTELLINGEN EN
CONCERTEN IN AMSTERDAM
De Nederlandse Comedie geeft Zaterdag en
Zondag in de Stadsschouwburg de eerste door
professor Peter Scharof geregisseerde voor
stellingen van „Het dagboek van een deug
niet" van Ostrowski met Guus Oster in de
titelrol. Verder Mimi Boesnach, Mien Duy-
maer van Twist. Kitty Janssen, John Gobau,
Paul Huf cn Hans Kaart.
In het Centraal Theater vertoont het Vrije
Toneel dagelijks het blijspel „Graag of niet"
(Hobson's Choice) van Harold Brighouse on
der regie van Bob de Lange met Nell Koppen
in de hoofdrol.
In de Stadsschouwburg staat Maandagavond
„Via Lissabon" van Charles Morsfan door de
Nederlandse Comedie op de agenda. Op 15
October speelt dit gezelschap „De grote
stilte" van Terence Rattigan en Woensdag
avond komt het Rotterdams Toneel onder
gastregie van Albert van Dalsum met „De
getemde feeks" van Shakespeare met Ko van
Dijk als Petruchio.
De Italiaanse Opera geeft Zaterdag en Zon
dag in theater Carré uitvoeringen van „But
terfly" van Puccini onder muzikale leiding
van Gino Barsanti, onder regie van Leo
Piccioli. met Magda Piccarolo in de titelrol.
De Nederlandse Opera is Zondagmiddag in
de Stadsschouwburg met „La Traviata" van
Verdi onder leiding van de nieuwbenoemde
dirigent Alexander Krannhals. Dinsdag wordt
..La Bohème" onder leiding van Cor Olthaus
en Vrijdag „Faust" van Gounod onder direc
tie van Erich Walter op het toneel gebracht.
Cabaretprogramma's: De gehele maand in het
Nieuwe de la Marlheater .,In de winckel van
Sinckel" door het ensemble Wim Sonneveld.
in het Leidseplein Theater „Het is te mooi
om waar te zijn" door dat van Martie Ver-
denius (met Teddy en Henk Scholten) en in
de Kleine Komedie het gezelschap van Toon
Hermans met „Ballot".
Aan het volksconcert van Zondagavond in
het Concertgebouw onder leiding van Eduard
van Beinum wordt medewerking verleend
door Erna Spoorenberg, sopraan. Werken van
Mahler, Havdn en Von Reznicek.
De abonnementsconcerten door het Concert
gebouw-Orkest op Woensdag en Donderdag
vermelden werken van Weber, Petrassi,
Strawinsky (De Vuurvogel) en het door Hans
Henkemans te vertolken Pianoconcert in Bes
(K.V. 595) van Mozart. Dirigent is Eduard
van Beinum.
In de kleine zaal van het Concertgebouw
geeft. Gerard Hengeveld op Zondagmorgen
een Bachrecital en speelt 's middags de pianist
Zadel Skolovsky. Maandag en Vrijdag zijn er
eveneens piano-voordrachten, respectievelijk
door Thomas Broekman en Jenö Lényei.
De film „Jeanne d'Arc" van Dreyer wordt
Maandag en Dinsdag (des avonds 8.30 uur)
vertoond in „Le Canard" aan de Zeedijk.
Donderdag zijn er films van Charlie Chaplin
(onder meer „Het Jochië) en Woensdag
spreekt John Vandenbergh in Le Canard aan
de Spuistraat over William Faulkner.
In kunsthandel Santee Landweer aan de Kei
zersgracht 403 exposeert Otto B. de Kat tot
22 October zijn Franse landschappen.
In het Stedelyk Museum zijn deze maand vier
nieuwe tentoonstellingen: een overzicht van
de huidige experimentele kunst in Denemar
ken. werken van de architect H. Th. Wijde-
veld, abstracte schilderijen van acht Argen
tijnse avant-gardisten en tenslotte „Curagao
schilderend en geschilderd"
aanklacht, een vermaan tot bezinning, een
apotheose van deze tijd kan worden be
schouwd. Een roman? Het is er nauwelijks
een. Met zijn mengeling van realistisch
verhaal, bespiegelende overpeinzingen, in
gevlochten droomsymboliek, zakelijk-note-
rend bericht, als raamvertelling ingelaste
volkssprookjes, surrealistische overgangen
tussen beschrijvend realisme en verbeelde
werkelijkheid, behoort „De weg naar
Klockrike" tot de moderne prozawerken
der wereldlitteratuur van Proust, Joyce,
Thomas Mann, Musil, Camus en ten dele
Sartre die met de traditionele roman
vorm weinig of niets meer gemeen hebben.
De toren van cle vrees
„De weg naar Klockrike", de geschiede
nis van een door de mechanisatie uit zijn
ambacht gestoten sigarenmaker, het avon
tuurlijke verhaal van deze tot het zwer
versleven gedoemde „landloper" Bolle, aan
vangend aan het einde der vorige eeuw en
eindigend in een onbepaald tijdvak, is
eigenlijk een knap-volgchouden parabel,
een gelijkenis van déze mens, van déze
cultuurfase, waarin met een waanzinnige
haast en een gigantische furie een toren
van ijzingwekkend technisch kunnen en
huiveringwekkend-organisatorische vaar
digheid wordt gebouwd een toren,
waarvan de hoogste transen gemetseld
worden met mortel uil zijn eigen wanke
lende fundamenten: de toren van de vrees.
De vagebond Bolle zwerft eigenlijk niet
door Zweden, maar door deze eeuw, door
een uiterlijk-geordende mensenwereld,
een „onopgehelderd doolhof" van het al
oude Noodlot, „dat nu werkelijkheid is
gaan heten": de werkelijkheid van de zelf
verzekerden, wier woorden dode formu
les, wier levensstijl een cliché en wier
verwoed ijveren een vlucht is voor de
angst: angst voor het leven, voor zichzelf,
voor de mede-mens, voor de leegte.
Wat hij verkent, wat hij ervaart, is het
geen men sinds de (aan E. du Perron op
gedragen!) roman van Malraux „la con
dition humaine" is gaan noemen: de men
selijke situatie, het menselijk lot. Wat hij
zoekt, waarheen hij op weg is en wat hij
nooit en nergens zal vinden clat is
„Klockrike".
Noem dat Klockrike een Utopia, noem
het de waarheid, de altijd weer opduiken
de en zich steeds weer verhullende zin
van ons doen en ons laten en ons leven
het is het grote „waarom?" van alle mis
verstand tussen mensen en mensen, tussen
mensen en het leven. Het waarom van de
stille vreugden en triomfen, van het lange
lijden en falen der mensheid, van haar-
struikelen en bloeden, haar kunnen en
onmacht.
Martinson is een mens, een schrijver,
die met zijn huid waarneemt, met een ge
heimzinnig tastorgaan, dat in een zeer
onmiddellijk contact staat met het leven,
met de mensenwereld en de menselijke
gevoelens. Hij is een intuïtief denker, die
met de moed van zijn twijfel een korreltje
waarheid op raapte langs de weg naar
Klockrike. Een korreltje wijsheid ont
dekte in de „doolhof". „Het enige dat ik
zeggen kan is, dat ik mij hiervoor" na
melijk voor het raadsel-leven en het raad
sel-mens „gebogen heb en dat ik zal
sterven zonder andere troost dan de troost
der dromers in deze doolhof". Die di-oom
is zijn daad. En die daad werd zijn werk,
dit boek onder andere. Geen meesterwerk
misschien. Maar een boek van en vóór
deze tijd.
C. J. E. DINAUX
Harry Martinson: ..De weg naar Klockrike"
(vertaald door mevrouw N. Boelen—Ranneft
Uitgave van N.V. De Arbeiderspers, Amsterdam)
ADVERTENTIE
N V. MIJ. „HOLSTER"- OVERVEEN
Tel. K 2500 - 15597 en 19057
Toen de Frans-Duilse oorlog van 1870
1871 was geëindigd, trokken de Duitse
troepen vol overwinnaarstrots door de
stralen van Parijs. Aan het overwonnen
Frankrijk werden harde vredesvoorwaar
den gesteld. Geen wonder, dat in het fiere
Franse volk de revanche-gedachte groeide,
en daarnaast ook nog iets anders: natio
nale bezinning. Men wilde meer dan vroe
ger zichzelf zijn, meer dan vroeger de
Franse cultuur zuiveren van al te sterke
buitenlandse invloeden.
Richard Wagners goden- en sagenwe
reld drukte loodzwaar op de Franse kunst,
l.oen in Parijs een man opgroeide, die wel
de verpersoonlijking van de bevrijding uit
deze geestelijke overheersing mag heten.
Deze man was Claude Achille Debussy.
Zijn werk zou een loutering worden voor
de Franse muziek.
César Franck. wiens nobele persoonlijk
heid zich eerst in zijn latere levensjaren
ten volle had ontplooid, stond toch ook
rtog in die latere jaren, tussen 1875 en
1890, onder de invloed van Wagners sug
gestieve chromatiek, en bovendien was
Franck geen geboren Fransman. Zijn voor
naamste leerling en biograaf, Vincent
d'Indy, trok in trouwe aanhankelijkheid
aan zijn leermeester de consequenties nog
verder, en werd in compositorisch opzicht
zowel een aanhanger van Franck als van
Wagner. In 1896 bezocht Gabriël Fauré
voor de tweede maal Bayreuth, en hoewel
hij wel degelijk zijn bedenkingen had ten
opzichte van de Duitse zwaarwichtigheid,
senrijft hij aan zijn vrouw: „Ik schaam
mij om te zeggen dat ik iedere keer, als
ik een dezer (Wagners) werken hoor, be
merk, ze onvoldoende te kennen. Ik geloof,
dat een heel leven daarvoor nog niet vol
doende zou zijn".
Maar de tijden waren rijp voor een
reactie. En die kwam. In 1892 ontstond
Debussys orkestwerk Prélude a l'Après-
midi d'un Faune, in 1893 zijn strijkkwar
tet, en men begreep, dat hier een man
sprak, die Frankrijks muziek vernieuwen
zou. In een weelde van klankschoonheid
bloeiden orkestwerken, liedei-en, kamer
muziek op, en van een nieuwe geest vol
komen vervuld was Debussys enige opera
Felléas et lVIélisande. Dit werk was zijn
definitieve afrekening met Wagner, aan
wien ook hij in zijn jonge jaren zijn tol
had betaald. Als hij aan de secretaris
generaal van de Opéra-Comique te Parijs
uiteenzet, wat hem tct samenwerking met
de dichter Maeterlinck gebracht heeft,
dan schrijft hij daarbij: „Zonder zijn
(Wagners) genie te ontkennen, kan mén
zeggen, dat hij de eindstreep gezet heeft
achter de muziek van zijn tijd, evenals
Victor Hugo de hem voorafgaande poëzie
omvatte. Het moest dus een streven zijn
na Wagner en niet naar Wagner". Debus
sys devies was: wees u zef, en: keer terug
naar de zuivere Gallische geest der klas
sieke Franse meesters. Zijn klavierstuk
Hommage a Rameau was dan ook méér
dan alleen een hulde aan de vereerde com
ponist uit de 18e eeuw, het was een artis
tieke geloofsbelijdenis.
Men stond vreemd tegenover Debussys
bizar aandoende accoordreeksen, tegen
over deze onopgeloste dissonanten, deze
in pianissimo's gekoesterde, ongekende
samenklanken. Tegenover deze vrije rhyth-
miek, dit openhartig beleden afluisteren
van natuurklanken, deze moed in het sla
ken van oude banden, dit breken met ge
heiligde tradities. En dit alles geschiedde
zonder ophef, zonder rumoer, vanuit een
stille, in zichzelf gekeerde geest.
Wijd zette Debussy zijn hart en zijn zin
nen open voor wat uit de hem omringende
wereld als muziek tot hem sprak. Het
konden auditieve, maar ook visuele indruk
ken zijn die hem inspireerden. Zijn won
derbaarlijk fijne muziekzin transponeei'de
dat alles tot louter muzikale schoonheid.
Wat al heeft hij bezongen! De vogels, de
zee, de sterrennacht, de liefde, de lente,
het volksfeest, de sneeuw, de kinderkamer,
het leven en de dood, en dit alles in die
verrukkelijk schone zin, die geen zwaarte,
geen moeizaamheid schijnt te kennen.
Merkwaardige verschijning: een jongen,
opgroeiend in een kleinburgerlijk en gees
telijk beperkt milieu, een jongeling die op
zijn 20e jaar nog geen brief zonder taal
fouten schreef. Maar die zich, ook door
zijn omgang met schrijvers en dichters,
tot een man van verfijnde litteraire smaak
ontwikkelde. Na hem kwamen zijn navol
gers, de epigonen. Zij bootsten de uiter
lijke kenmerken zijner muziek na, maar
konden het wezen ervan niet benaderen.
Zij zullen vergeten worden, maar Debussys
muziek zal een levend symbool blijven van
cie edelste eigenschappen van een groot
volk.
WILLEM ANDRIESSEN
Het orkest van de bekende Hongaarse violist Barnabas von Geczy begint op 11 October
een grote tournee door ons land. Op de 21ste van deze maand heeft een optreden in>
de gemeentelijke Concertzaal te Haarlem plaats. Op liet programma staan onder
meer de Zigeunerweisen van Pablo de Sarasate, de Fluitrhapsodie van Hubay. het
Warschau-concert van Richard Addinsel, twee stukken voor saxofoonkivartet en
bewerkingen van composities door Chopin, Kreisler en Rimsky-Korsakojf.