1553: Sterfjaar van Lucas Cranach Agenda voor Haarlem WEK DE GAL IN UW LEVER OP „Be weg naar Klockrike" van Harry Martinson Vriend Luther was schepper van eigenaardig vrouwentype Ringen KNOLLEN VOOR CITROENEN Een boek van en voor deze tijd Claude Debussy Barnabas von Geczy en zijn solisten ZATERDAG 10 OCTOBER 1953 3 J Teddy gev.Windbreakers 59.75 Kunstmaand Kamerorkest blijft nog bestaan Protest tegen berenshow op Nijmeegse kermis Film van Andes-expeditie in Toronto bekroond Boerderij afgebrand in Wijdewormer IJmuidense jongen na steekpartij overleden Het haastige, koortsachtige levenstempo Het houten been LITTERAIRE KANTTEKENINGEN Heringa Wuthrich CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS Centrale verwarming Airconditioning Aut. oliestook Op 15 October zal het vierhonderd jaar geleden zijn, dat de stichter en voor naamste meester van de Saksische schil derschool der zestien de eeuw, te Weimar gestorven is. Het her denken van de ge boorte of sterfdagen van grote figuren uit onze beschavingsge schiedenis kan vooral daarom betekenis krijgen wanneer het ons dwingt om door te dringen in de tijd en de omstandighe den waarin zij leef den. Welnu: Lucas Cranach leefde van 1472 tot 1553 en wij weten dat hij in 154Ó burgemeester van Wittenberg was. Hier aan dankt hij echter zijn roem niet en al evenmin aan het feit, dat hij een apotheek en een boekdrukkerij beheerde. Lucas Cra nach was in de eerste plaats een kunstschil der die de gedachten- wereld van de Re naissance aanvaard had, maar in zijn uit drukkingsvorm nog sterk gebonden was aan de late middeleeuwen. Een blik op bovenstaande jaartallen en het noemen van de stad Wittenberg roept natuurlijk de naam Luther op. Cranach kende niet alleen Luther, maar behoorde tot de intieme kring van de grote hervor mer. In 1505 was hij bovendien hofschil der van Frederik de Wijze, de Saksische keurvorst die ook zo'n grote rol gespeeld heeft in Luthers leven. Hij was het immers tie de Augustijner monnik nadat deze voor de Rijksvergadering te Worms ver schenen was, liet gevangen nemen om hem tegen zijn vijanden te beschermen en hem naar Wai-tburg liet voeren. Hier kon hij gedurende tien maanden ongestoord Grieks en Hebreeuws studeren, ondanks de keizerlijke vogelvrijverklaring en de Pauselijke Banbul. Toen in 1522 de beeldenstorm in Wit tenberg losbarstte spoedde Luther zich daarheen. Cranach was toen vijftig jaar en behoorde tot de trouwe aanhangers der Reformatie. Wij mogen aannemen dat Cranach evenmin als Luther de beelden storm gaarne zag, die door Andreas Karl- stadt uit Bodenstein, die tijdens Luthers verblijf op de Wartburg de leiding van de hervormingsbeweging op zich genomen had, was aangestoken. Prof. Walter Nigg de schrijver van het hier onlangs besproken werk „Schilders van het Eeuwige" legt in dit boek de fatale invloed bloot, die de beeldenstorm op het symbolisch denken van de mens heeft gehad. „Met de verwijdering van de beelden had men het Christendom een voedingsbron ontnomen". Ook Luther zag dit spoedig in en verklaarde twee jaar na de beeldenstorm dat crucifixen en heiligen beelden in de kerken niet alleen toelaat baar maar prijzenswaardig waren. Vreemde bekoring Lucas Cranach wordt wel beschouwd als de eerste meester der Protestantse schilderkunst. Zeker is het dat zijn werk de overdadigheid der Renaissance, waarte gen het volk juist in opstand was geko- Het portret (met weglating van het onder ste gedeelte) van Frederik de Wijze door Lucas Cranach. men, mist. Maar dit kan evengoed uit zijn ietwat stugge Duitse aard voortkomen. Behalve vele portretten, onder meer van Luther en diens ouders, van Melanchton, en het hierbij gereproduceerde zeer mooie van zijn beschermheer: Frederik de Wijze, behandelde hij religieuze onderwerpen. Tot zijn bekendste werken behoren cle zeer merkwaardig geproportionneerde staande naaktfiguren, zoals de beroemde panelen van Adam en Eva uit Dresden. Meestal tegen een zwarte fond geplaatst rijzen deze ivoorbleke slanke figuren om hoog. Met hun zeer lange benen en hun smalle schouders en de kleine, even schuin gehouden hoofden, hebben deze figuren iets van in droom geziene verschijningen. Hoewel Cranach niet zo veelzijdig en diepzinnig was als Dürer en zijn portretten zeker niet de indringende psychologie be zitten, die Holbein daarin wist te leggen, heeft hij zich toch door de creatie van een bepaald vrouwentype in de schilderkunst een aparte plaats verworven. Stellig heeft hij hierin een ideaal schoonheidsbeeld na gestreefd. Er gaat ook werkelijk een vreemde bekoring van deze niet-te-beroe- ren jonge vrouwenfiguren uit. De laatste jaren van zijn leven woonde hij niet meer in Wittenberg, maar in Wei- mar. Daar is hij op 81-jarige leeftijd ge storven. In 1859 bracht men zijn stoffe lijke resten van het kerkhof van de Ja- cobskerk naar de Stadskerk over. OTTO B. DE KAT ADVERTENTIE U ruit 's morgens „kiplekker" uit bed springen. Elke dag moet uw lever een liter gal ln uw Ingewanden doen stromen, anders verteert uw voedsel niet, het bederft. U raakt verstopt, wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige CARTER'S LEVERPILLETJES om die liter gal op te wekken en uw spijsvertering en stoel gang op natuurlijke wijze te regelen. Een plantaardig zacht middel, onovertroffen om de g&l te doen stromen. Eist Carter's Leverpllletjes. ZATERDAG 10 OCTOBER Stadsschouwburg: „De onzichtbare Dame", Toneelgr. „Theater", 8 uur. Sportfondsenbad: Internationaal Jubileum-zwemfeest, 7.30 uur. Wykgebouw Gedempte Oude Gracht 104: Bazar 7.30—11 uur. City: „De Duivels- pas", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Hard als graniet", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „De man met de wassen beel den", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „De misstap van dr. Talbot", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De terugkeer van Don Ca- millo", alle leeft.. 7 en 9.15 uur. Lido: „Vrou- wenpolitie", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Nacht- voorstelilng: „Giftige lippen", 18 jaar, 23.30 uur. Minerva: „Het geheim van drie Vrou wen", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 11 OCTOBER Stadsschouwburg: „Picnic", toneelgroep „Theater". 8 uur. Brinkmami: Humanistisch Verbond, spreker: H. G. Cannegieter, 10.30 uur. Begijnhofkapel: Baptiste gemeente, Doopdienst, 7 uur. Cultura: Wijdingsmorgen Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia", 10.30 uur. City: „De Duivelspas". 18 jaar, 2.15. 4.30. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Hard als graniet". 18 jaar. 2, 4.30, 7 en 9.15 uur. Zondagmorgen 11 uur. „Paréh, het lied van de rijst", alle leeftijden. Rembrandt: „De man met de wassen beelden", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „De misstap van dr. Talbot". 18 jaar, 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De terugkeer van Don Camillo", alle leeft.. 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Lido: „Vrou- wenpolitie", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Ochtendvoorstleling, 11 uur: Warschau Con certo. 14 jaar. Minerva: „Het geheim van drie Vrouwen", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 u. MAANDAG 12 OCTOBER Stadsschouwburg: „De getemde feeks", Rotterdams Toneel, 8 uur. Waalse kerk: Hermann Zaiss Comité, bijeenkomst, 8 uur. Cultura: Vereniging Nederland-U.S.S.R., lezing met film, 8 uur. City: „De Duivelspas", 18 jaar, 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Hard als graniet", 18 jaar, 2.30. 7 en 9.15 tiur. Rembrandt: „De man met de wassen beelden", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 u. Palace: „De misstap van dr. Talbot", 18 jaar. 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De terugkeer van Don Camillo", alle leeft., 2, 7 en 9.15 uur. Lido: „Vreuwenpolitie", 14 jaar, 3} 4.15, 7 en 9.15 ADVERTENTIE Tot vaste dirigent van het Kunstmaand Kamerorkest is de heer Anton Kersjes, de 27-jarige leider van het Tuschinski- theater-orkest te Amsterdam, benoemd. Het ligt in de bedoeling van de stichting Kunstmaand Amsterdam dit kamerorkest, dat grotendeels uit jonge musici bestaat, in stand te houden en tot ongeveer 35 leden uit te breiden. Zijn taak zou zijn het geven van concerten gedurende de wintermaan den in Amsterdam en omgeving, het blij ven verzorgen van komende Kunstmaand- concerten en het verzorgen van begelei dingen van koren in Nederland. Op de Nijmeegse kermis staat deze week een tent met een zogenaamde berenshow, waarin toeschouwers kunnen worstelen met gemuilkorfde beren. De tent loopt des avonds telkens vol. Het bestuur van de Nijmeegse Vereniging tot Bescherming van Bieren heeft zich nu per brief tot het ge meentebestuur gewend en geprotesteerd tegen deze haars inziens mensonwaardige vertoningen. Zij hoopt dat dergelijke berenspelen nimmer meer op de kermissen zullen toegelaten worden. In Utrecht was dit berenspel verboden. Voor een gewone man zijn de snelle we gen der mode altijd onbegrijpelijk. Vooral de snelheid en de algemeenheid, waarmee de verschijnselen en decreten om zich heen grijpen, zijn verbijsterend. U kunt er van op aan dat in Lapland en op Ter schelling, zo goed als in Parijs en New York en La Paz en Onstwedde, zo niet alle, dan toch vele of althans enige joffe- ren met grote koperen ringen in de oren lopenen want dat doen ze nu ineens in de hele wereld. Twee maanden geleden was er geen ko peren ring aan enig oor te bekennen, nu rinkelt alles van de ringen. Het wonder lijke is dat iedere vrouw er prijs op stelt om een hoed of een jurk of een mantel te dragen, die uniek is en die geen andere vrouw draagt. Het woord „model" is sacrosanct in de vrouwenwereld en zodra de dame in kwestie een andere dame in kwestie ontwaart met precies hetzelfde hoedje, is het hare waardeloos geworden en is de pracht van het unieke er af. Maar in grote lijnen doen ze allemaal precies wat de modekoningen voorschrij ven en er is geen man ter wereld die enig verschil ziet tussen het ene beringde oorlel en het andere. Als u dat maar weet. Maar het duurt altijd lang voordat iedere vrouw ziet dat ieder hetzelfde draagt, veel langer dan ge - gezien de verering voor het „model" - als man van die gevoelige vrouwen zoudt verwachten. Vandaag zijn ze nog allemaal beringd; volgende maand „kun je eenvoudig niet meer met die dingen lopen". Denk niet dat de mannen anders zijn. Ze zijn alleen wat minder geestdriftig en wat trager in die dingen. Maar er is een tijd geweest dat wij allemaal met een puntjesboord liepen, met een wandelstok, met slobkousen en 's zomers met een mate- lootje en nu zijn die allemaal afgeschaft. Een solitaire parel op de das was du bon ton maar nu is dat „burgerlijk" en al leen een enkele oudere heer heeft dat - net als met da puntjesboord en de slob kousen - nog niet in de gaten. Voorlopig is de vraag waar over een maand al die koperen ringen blijven. Er moest een kwieke liefdadigheidsorga nisatie zijn die nu reeds maatregelen ging nemen om ze op te zamelen ten bate van haar kas en goede streven. ELIAS De 16 mm kleurenfilm, die de deelnemers aan de Nederlandse Andes-expeditie 1952 (dr. Egeler, De Booy en Terray) tijdens hun tocht hebben gemaakt, is met vele andere vertoond op het internationale filmfestival in Toronto en daar in haar afdeling bekroond met de tweede prijs (120.000 lire). Te Wijdewormer is gistermorgen de boerderij bewoond door de familie D. Klok in vlammen opgegaan. Toen de brandweer uit Zaandam arriveerde kon de boerderij reeds als verloren worden be schouwd. De inboedel van de familie Klok, als mede de hooi-oogst is nagenoeg geheet verloren gegaan. De boerderij is eigendom vair cle familie Haan te Wormer. Een der familieleden zou de boerderij per 1 Mei betrekken. Naar de oorzaak van de brand wordt een onderzoek ingesteld. Helaas heeft de steekpartij van Woens dagmiddag op de Heerenduinweg te IJmui- den een noodlottige afloop gehad. De der tienjarige Rudolf Kramer van de Velser- duinweg, die op het trottoir in de bocht van de Heerenduinweg door een vijftien jarige jongen, blijkbaar in het vuur van zijn spel, ernstig werd gewond met een dolkmes en in zorgwekkende toestand naar het Antoniusziekenhuis moest worden overgebracht, is gistermiddag overleden. ADVERTENTIE vraagt veel van onze krachten. Wan neer wij merken, dat dit voortdurende gejacht en de dagelijkse zorgen ons goede humeur bedreigen, doen wij er goed aan ons zoveel mogelijk in acht te nemen. Zorg voor een goede, vol ledige voeding en gebruik regelmatig VITAMINE GISTVLOKKEN. Reeds na korte tijd zult U bemerken, dat U méér waard bent VITAMINE GISTVLOKKEN zijn een product van de Koninklijke Nederland- sche Gist- en Spiritusfabriek N.V, Zij bevatten het gehele in gist aanwezige natuurlijke vitamine B complex, als mede een hoog percentage eiwit. Deze stoffen zijn noodzakelijk voor een ge zond en evenwichtig gestel. Verkrijgbaar in Apotheek en Drogisterij Een houten been stond in een hoek, bekleed met sok en herenbroek; het heerschap zelf stond hoog daarboven te werken aan een bakkersoven. Er voer een rilling door de scheen van het beklede houten been, want boven hem werd iets gesproken van „kolen op en hout gaan stoken." Het lispte tot zijn kameraad: „Ik vrees dat onze doodsklok slaat." Maar d' ander: „Heb voor mij geen vrees, ik ben van kostbaar mensenvlees." Piet Zoethout o: v IN MEERDERE MATE DAN men zich gewoonlijk voorstelt, maken de landen van het Hoge Noorden Zweden, Noorwegen en Denemarken deel uit van wat men de West-Europese cultuur pleegt te noemen, al ontvangen zij daarvan, globaal ge nomen, meer impulsen dan zij eraan geven. De invloed op de Scandinavische litte ratuur waarvoor de veelgelezen trilogieën zeer zeker niet representatief zijn van Hemingway en Faulkner, Joyce en Huxley, Gide en Proust in de vooroorlogse jaren, van Eliot, Kafka en Sartre sinds 1940, is evident. Maar wat de Scandinavische ont vankelijkheid voor de „Westerse" geestesgesteldheid kenmerkender nog signaleert, is het levensgevoel, dat proza en poëzie, hier zowel als ginds, registreert: het beklem mend voorgevoel in de jaren 19201940 (en zelfs eerder al) van wat stond te ge beuren; een ontwrichtende ontgoocheling, een ontzenuwende angst nadien. Vrijwel de gehele jongere garde schrijft cn dicht ook daar uit het kwellend besef te zijn teruggeworpen op het naakte bestaan, sinds normen en idealen onder de stormloop van vijf jaren wereldwaanzin zijn bezweken. Losgeslagen van de traditie der eeuwen, voelt ze zich zwalken op een elementaire levenszee, waar ze, twintigste-eeuws als ze nu eenmaal is, positie noch koers weet te bepalen. Dit geldt voor het door de Nazi- terreur geteisterde Noorwegen en Dene marken al evenzeer als voor het aan de dans ontsprongen Zweden. Zweedse ouderen en jongeren Ook daar, in Zweden, heeft de oudere generatie, al was zij naar het zeggen van haar nestor Bo Bergman „oud geboren en kreeg zij grijs haar in de wieg", het minder zwaar te verduren. Ze had, vóór de zond vloed losbarstte, de „eilanden" immers be woonbaar gemaakt, waarop ze zich min of meer in veiligheid kon stellen: Bo Berg man zijn sceptisch humanisme; Vilhelm Ekelund zijn aesthetische afzijdigheid; Anders österling de eenvoudig-warme mensenliefde voor de kleine dagelijkse dingen; Gunnar Silfverstolpe zijn gedroom de idylle niet meer dan namen mis schien voor velen, maar voor Zweden, voor de Scandinavische litteratuur, niet minder karakteristieke figuren dan bijvoorbeeld Emants, Verwey, Roland Holst en Van Schendel voor de onze. Op de grens van beide generaties staat Harry Martinson. Oud genoeg hij is van 1904 om het naderende onheil te kun nen onderkennen en herkennen, om met de dertien jaar oudere Par Lagcrkvist zich diep aangevreten te hebben gevoeld door de angst, was hij vlottend, bewegelijk, non-conformistisch genoeg om zich liever in de stroom van cle tijd te storten dan zich in het isolement van de „ivoren toren" te rug te trekken. Martinson is een geboren zwerver, een vagebond van de geest (zijn eerste te boek gestelde „zeemanservaringen" doopte hij „Van de stookplaat"), die met zijn jong overleden tijdgenoot Dan Andersson zijn proletarische afkomst, met Sten Selander een hartgrondige afschuw van de techno cratie en met Nils Ferlin ook zo'n aarts- handloper" zijn sympathieën gemeen heel't met allen, die de eenzaamheid als het merkteken van „onze" tijd op hun leven dragen, maar deze niettemin fier verkiezen boven een gedweëe onderwerping aan de zelfingenomen „burgerdeugd". Ondanks al zijn bezonnenheid, heel zijn wijsgerige levenshouding of eerder wel licht: daardoor juist is Martinson een rebel, wiens jongste roman „De weg naar Klockrike" dan ook als een protest, een ADVERTENTIE Haarlem VOORNAAMSTE VOORSTELLINGEN EN CONCERTEN IN AMSTERDAM De Nederlandse Comedie geeft Zaterdag en Zondag in de Stadsschouwburg de eerste door professor Peter Scharof geregisseerde voor stellingen van „Het dagboek van een deug niet" van Ostrowski met Guus Oster in de titelrol. Verder Mimi Boesnach, Mien Duy- maer van Twist. Kitty Janssen, John Gobau, Paul Huf cn Hans Kaart. In het Centraal Theater vertoont het Vrije Toneel dagelijks het blijspel „Graag of niet" (Hobson's Choice) van Harold Brighouse on der regie van Bob de Lange met Nell Koppen in de hoofdrol. In de Stadsschouwburg staat Maandagavond „Via Lissabon" van Charles Morsfan door de Nederlandse Comedie op de agenda. Op 15 October speelt dit gezelschap „De grote stilte" van Terence Rattigan en Woensdag avond komt het Rotterdams Toneel onder gastregie van Albert van Dalsum met „De getemde feeks" van Shakespeare met Ko van Dijk als Petruchio. De Italiaanse Opera geeft Zaterdag en Zon dag in theater Carré uitvoeringen van „But terfly" van Puccini onder muzikale leiding van Gino Barsanti, onder regie van Leo Piccioli. met Magda Piccarolo in de titelrol. De Nederlandse Opera is Zondagmiddag in de Stadsschouwburg met „La Traviata" van Verdi onder leiding van de nieuwbenoemde dirigent Alexander Krannhals. Dinsdag wordt ..La Bohème" onder leiding van Cor Olthaus en Vrijdag „Faust" van Gounod onder direc tie van Erich Walter op het toneel gebracht. Cabaretprogramma's: De gehele maand in het Nieuwe de la Marlheater .,In de winckel van Sinckel" door het ensemble Wim Sonneveld. in het Leidseplein Theater „Het is te mooi om waar te zijn" door dat van Martie Ver- denius (met Teddy en Henk Scholten) en in de Kleine Komedie het gezelschap van Toon Hermans met „Ballot". Aan het volksconcert van Zondagavond in het Concertgebouw onder leiding van Eduard van Beinum wordt medewerking verleend door Erna Spoorenberg, sopraan. Werken van Mahler, Havdn en Von Reznicek. De abonnementsconcerten door het Concert gebouw-Orkest op Woensdag en Donderdag vermelden werken van Weber, Petrassi, Strawinsky (De Vuurvogel) en het door Hans Henkemans te vertolken Pianoconcert in Bes (K.V. 595) van Mozart. Dirigent is Eduard van Beinum. In de kleine zaal van het Concertgebouw geeft. Gerard Hengeveld op Zondagmorgen een Bachrecital en speelt 's middags de pianist Zadel Skolovsky. Maandag en Vrijdag zijn er eveneens piano-voordrachten, respectievelijk door Thomas Broekman en Jenö Lényei. De film „Jeanne d'Arc" van Dreyer wordt Maandag en Dinsdag (des avonds 8.30 uur) vertoond in „Le Canard" aan de Zeedijk. Donderdag zijn er films van Charlie Chaplin (onder meer „Het Jochië) en Woensdag spreekt John Vandenbergh in Le Canard aan de Spuistraat over William Faulkner. In kunsthandel Santee Landweer aan de Kei zersgracht 403 exposeert Otto B. de Kat tot 22 October zijn Franse landschappen. In het Stedelyk Museum zijn deze maand vier nieuwe tentoonstellingen: een overzicht van de huidige experimentele kunst in Denemar ken. werken van de architect H. Th. Wijde- veld, abstracte schilderijen van acht Argen tijnse avant-gardisten en tenslotte „Curagao schilderend en geschilderd" aanklacht, een vermaan tot bezinning, een apotheose van deze tijd kan worden be schouwd. Een roman? Het is er nauwelijks een. Met zijn mengeling van realistisch verhaal, bespiegelende overpeinzingen, in gevlochten droomsymboliek, zakelijk-note- rend bericht, als raamvertelling ingelaste volkssprookjes, surrealistische overgangen tussen beschrijvend realisme en verbeelde werkelijkheid, behoort „De weg naar Klockrike" tot de moderne prozawerken der wereldlitteratuur van Proust, Joyce, Thomas Mann, Musil, Camus en ten dele Sartre die met de traditionele roman vorm weinig of niets meer gemeen hebben. De toren van cle vrees „De weg naar Klockrike", de geschiede nis van een door de mechanisatie uit zijn ambacht gestoten sigarenmaker, het avon tuurlijke verhaal van deze tot het zwer versleven gedoemde „landloper" Bolle, aan vangend aan het einde der vorige eeuw en eindigend in een onbepaald tijdvak, is eigenlijk een knap-volgchouden parabel, een gelijkenis van déze mens, van déze cultuurfase, waarin met een waanzinnige haast en een gigantische furie een toren van ijzingwekkend technisch kunnen en huiveringwekkend-organisatorische vaar digheid wordt gebouwd een toren, waarvan de hoogste transen gemetseld worden met mortel uil zijn eigen wanke lende fundamenten: de toren van de vrees. De vagebond Bolle zwerft eigenlijk niet door Zweden, maar door deze eeuw, door een uiterlijk-geordende mensenwereld, een „onopgehelderd doolhof" van het al oude Noodlot, „dat nu werkelijkheid is gaan heten": de werkelijkheid van de zelf verzekerden, wier woorden dode formu les, wier levensstijl een cliché en wier verwoed ijveren een vlucht is voor de angst: angst voor het leven, voor zichzelf, voor de mede-mens, voor de leegte. Wat hij verkent, wat hij ervaart, is het geen men sinds de (aan E. du Perron op gedragen!) roman van Malraux „la con dition humaine" is gaan noemen: de men selijke situatie, het menselijk lot. Wat hij zoekt, waarheen hij op weg is en wat hij nooit en nergens zal vinden clat is „Klockrike". Noem dat Klockrike een Utopia, noem het de waarheid, de altijd weer opduiken de en zich steeds weer verhullende zin van ons doen en ons laten en ons leven het is het grote „waarom?" van alle mis verstand tussen mensen en mensen, tussen mensen en het leven. Het waarom van de stille vreugden en triomfen, van het lange lijden en falen der mensheid, van haar- struikelen en bloeden, haar kunnen en onmacht. Martinson is een mens, een schrijver, die met zijn huid waarneemt, met een ge heimzinnig tastorgaan, dat in een zeer onmiddellijk contact staat met het leven, met de mensenwereld en de menselijke gevoelens. Hij is een intuïtief denker, die met de moed van zijn twijfel een korreltje waarheid op raapte langs de weg naar Klockrike. Een korreltje wijsheid ont dekte in de „doolhof". „Het enige dat ik zeggen kan is, dat ik mij hiervoor" na melijk voor het raadsel-leven en het raad sel-mens „gebogen heb en dat ik zal sterven zonder andere troost dan de troost der dromers in deze doolhof". Die di-oom is zijn daad. En die daad werd zijn werk, dit boek onder andere. Geen meesterwerk misschien. Maar een boek van en vóór deze tijd. C. J. E. DINAUX Harry Martinson: ..De weg naar Klockrike" (vertaald door mevrouw N. Boelen—Ranneft Uitgave van N.V. De Arbeiderspers, Amsterdam) ADVERTENTIE N V. MIJ. „HOLSTER"- OVERVEEN Tel. K 2500 - 15597 en 19057 Toen de Frans-Duilse oorlog van 1870 1871 was geëindigd, trokken de Duitse troepen vol overwinnaarstrots door de stralen van Parijs. Aan het overwonnen Frankrijk werden harde vredesvoorwaar den gesteld. Geen wonder, dat in het fiere Franse volk de revanche-gedachte groeide, en daarnaast ook nog iets anders: natio nale bezinning. Men wilde meer dan vroe ger zichzelf zijn, meer dan vroeger de Franse cultuur zuiveren van al te sterke buitenlandse invloeden. Richard Wagners goden- en sagenwe reld drukte loodzwaar op de Franse kunst, l.oen in Parijs een man opgroeide, die wel de verpersoonlijking van de bevrijding uit deze geestelijke overheersing mag heten. Deze man was Claude Achille Debussy. Zijn werk zou een loutering worden voor de Franse muziek. César Franck. wiens nobele persoonlijk heid zich eerst in zijn latere levensjaren ten volle had ontplooid, stond toch ook rtog in die latere jaren, tussen 1875 en 1890, onder de invloed van Wagners sug gestieve chromatiek, en bovendien was Franck geen geboren Fransman. Zijn voor naamste leerling en biograaf, Vincent d'Indy, trok in trouwe aanhankelijkheid aan zijn leermeester de consequenties nog verder, en werd in compositorisch opzicht zowel een aanhanger van Franck als van Wagner. In 1896 bezocht Gabriël Fauré voor de tweede maal Bayreuth, en hoewel hij wel degelijk zijn bedenkingen had ten opzichte van de Duitse zwaarwichtigheid, senrijft hij aan zijn vrouw: „Ik schaam mij om te zeggen dat ik iedere keer, als ik een dezer (Wagners) werken hoor, be merk, ze onvoldoende te kennen. Ik geloof, dat een heel leven daarvoor nog niet vol doende zou zijn". Maar de tijden waren rijp voor een reactie. En die kwam. In 1892 ontstond Debussys orkestwerk Prélude a l'Après- midi d'un Faune, in 1893 zijn strijkkwar tet, en men begreep, dat hier een man sprak, die Frankrijks muziek vernieuwen zou. In een weelde van klankschoonheid bloeiden orkestwerken, liedei-en, kamer muziek op, en van een nieuwe geest vol komen vervuld was Debussys enige opera Felléas et lVIélisande. Dit werk was zijn definitieve afrekening met Wagner, aan wien ook hij in zijn jonge jaren zijn tol had betaald. Als hij aan de secretaris generaal van de Opéra-Comique te Parijs uiteenzet, wat hem tct samenwerking met de dichter Maeterlinck gebracht heeft, dan schrijft hij daarbij: „Zonder zijn (Wagners) genie te ontkennen, kan mén zeggen, dat hij de eindstreep gezet heeft achter de muziek van zijn tijd, evenals Victor Hugo de hem voorafgaande poëzie omvatte. Het moest dus een streven zijn na Wagner en niet naar Wagner". Debus sys devies was: wees u zef, en: keer terug naar de zuivere Gallische geest der klas sieke Franse meesters. Zijn klavierstuk Hommage a Rameau was dan ook méér dan alleen een hulde aan de vereerde com ponist uit de 18e eeuw, het was een artis tieke geloofsbelijdenis. Men stond vreemd tegenover Debussys bizar aandoende accoordreeksen, tegen over deze onopgeloste dissonanten, deze in pianissimo's gekoesterde, ongekende samenklanken. Tegenover deze vrije rhyth- miek, dit openhartig beleden afluisteren van natuurklanken, deze moed in het sla ken van oude banden, dit breken met ge heiligde tradities. En dit alles geschiedde zonder ophef, zonder rumoer, vanuit een stille, in zichzelf gekeerde geest. Wijd zette Debussy zijn hart en zijn zin nen open voor wat uit de hem omringende wereld als muziek tot hem sprak. Het konden auditieve, maar ook visuele indruk ken zijn die hem inspireerden. Zijn won derbaarlijk fijne muziekzin transponeei'de dat alles tot louter muzikale schoonheid. Wat al heeft hij bezongen! De vogels, de zee, de sterrennacht, de liefde, de lente, het volksfeest, de sneeuw, de kinderkamer, het leven en de dood, en dit alles in die verrukkelijk schone zin, die geen zwaarte, geen moeizaamheid schijnt te kennen. Merkwaardige verschijning: een jongen, opgroeiend in een kleinburgerlijk en gees telijk beperkt milieu, een jongeling die op zijn 20e jaar nog geen brief zonder taal fouten schreef. Maar die zich, ook door zijn omgang met schrijvers en dichters, tot een man van verfijnde litteraire smaak ontwikkelde. Na hem kwamen zijn navol gers, de epigonen. Zij bootsten de uiter lijke kenmerken zijner muziek na, maar konden het wezen ervan niet benaderen. Zij zullen vergeten worden, maar Debussys muziek zal een levend symbool blijven van cie edelste eigenschappen van een groot volk. WILLEM ANDRIESSEN Het orkest van de bekende Hongaarse violist Barnabas von Geczy begint op 11 October een grote tournee door ons land. Op de 21ste van deze maand heeft een optreden in> de gemeentelijke Concertzaal te Haarlem plaats. Op liet programma staan onder meer de Zigeunerweisen van Pablo de Sarasate, de Fluitrhapsodie van Hubay. het Warschau-concert van Richard Addinsel, twee stukken voor saxofoonkivartet en bewerkingen van composities door Chopin, Kreisler en Rimsky-Korsakojf.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 5