Mode in de regen
Voor alle leeftijden
Het moderne
jongenspakje
Hollandse degelijkheid in
combinatie met Franse zwier
Een surprise
Verstopping ZlCnT
Redelijke verwachtingen
voor de beurzen
Hoedenontwerpster in grachtenhuis
DIT MAKEN WE ZELF
WANDELING LANGS DE WINKELRAMEN
Groenten in de winter
(Effecten-"
en
^Ce
Geld markt
Dronken chauffeur reed
twee mensen aan
Eddy Christiani onze
populairste zanger
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1953
oor de^D rouw
Soms zijn we teel eens op zoek naar een bijzondere vrouwenfiguur, wier leven
een bron van interessante lectuur zou kunnen bevatten. Een of andere „levens
heldin". Maar we moeten steeds weer ervaren, dat we op dergelijke strooptochten
zelden of nooit er in slagen zo een vrouw te vinden. Het is hiermee als met het
geluk: wanneer ge er bewust op uit gaat om het te vinden, komt ge immer be
drogen uit. Maar juist op een moment, waarop ge het 't minst verwacht, klopt
het bij u aan, zonder dat ge er moeite voor hebt gedaan. Welnu, zo ongeveer
verging het ons deze week ook.
Nadat we aan de bel getrokken had
den van een onzer Haarlemse grachten
huizen, werd de deur geopend door de
vrouw des huizes, mevrouw Peereboom-
de Laire, eigenaresse van Maison „Jolie
Chapeau Dame".
Het was onze intentie iets meer te
weten te komen van de geheimen van
het hoedenontwerpen. Maar, we moe
ten het tot onze schande bekennen, ook
na ons bezoek aan dit hoedendorado
zouden wij u nóg niet kunnen vertellen,
wat precies de geheimen van dit deel
van het modevak behelzen.
Welke materialen horen bij elkaar?
Hoe weet de ontwerpster, dat juist d i e
lijn van een nieuwe hoed in harmonie
is met het type, waarvoor de hoed be
stemd is? Is een hoed, waarbij ver
schillende materialen zijn gebruikt, te
verkiezen boven de hoed van slechts
één soort stof of andersom?
Wij moeten u het antwoord erop
schuldig blijven....
Maar uit het gesprek, dat wij met
„Comtesse de Laire", de Franqaise, die
nu bijna dertig jaren in Holland woont,
hebben gehad, hebben wij andere wijs
heid geput: dat met energie en doorzet
tingsvermogen welhaast alles te berei
ken is in het leven.
Door bittere oorlogsomstandigheden
daartoe gedwongen, moest onze gast-
vrouwe indertijd uit ons land wegvluch
ten en jarenlang leefde zij bij haar
dochter in Buenos Aires. In angstige on
wetendheid omtrent het lot van haar
gevangengenomen echtgenoot.
Om de tijd zo goed mogelijk door te
komen, zoch zij in dit verre land toen
naar een bezigheid, die haar tijd in be
slag kon nemen. Zij ontdekte toen, dat
zij de gave bezat om creatief te werken:
zij begon te tekenen, te ontwerpen en
vormen en na verloop van tijd was zij
de geziene eigenaresse van een toon
aangevende hoedensalon in Argentinië.
Het ontwerpen van hoedenmodellen
voor huwelijksplechtigheden was haar
liefste bezigheid. Nu moet ge weten, dat
het in dit land de gewoonte is om de
huwelijksplechtigheden des avonds te
houden, waarbij dan alle gasten gelijk
op een modeshow met hun nieuwste
creaties voor de dag komen.
Maar hoeveel succes zij ook met dit
werk daar mocht behalen, zodra me
vrouw Peereboom de gelegenheid kreeg,
spoedde zij zich na de oorlog weer naar
ons land terug met het vurige ver
langen haar taak als echtgeno l weer
te mogen vervullen. Het heeft echter
niet zo mogen zijn. Maar het lag niet
in de aard van onze gastvrouw om bij
de pakken te gaan neerzitten.
Opnieuw begon zij, daartoe aange
moedigd door het enthousiast onthaal
van haar eigen hoedencreaties, ook
voor anderen weer hoeden te ont
werpen.
Doch in Nederland kan men niet zo
maar een zaak openen; daartoe zijn de
nodige diploma's vereist. Maar ook dat
leverde geen moeilijkheden op. Zonder
daartoe ooit enige opleiding te hebben
ontvangen, legde zij de vereiste examens
voor het hoedenvak zonder enige moeite
af en sindsdien mag Haarlem zich ver
heugen in het bezit van een hoeden
salon, waar vrouwen uit heel Nederland
met een gerust hart hun hoofd ter be
dekking kunnen toevertrouwen.
Naast de ingeboren typisch Franse
vaardigheid modelleert mevrouw Pee
reboom-de Laire haar ontwerpen met
zowel een grote ervaring op technisch
gebied als een onbetaalbare ervaring
op het gebied van mensenkennis en
levenswijsheid.
„Geen een vrouw hoeft met een zotte
hoed te lopen. Of ze nu twintig is of
tachtig", en terwijl ze dit zegt, laat ze
hoedjes van velerlei makelij de revue
passeren: hoedjes, waarvan het mate
riaal weliswaar uit Parijs afkomstig is,
maar waarvan het ontwerp is afgestemd
op de Nederlandse vrouw. En „Com
tesse de Laire" ként de Nederlandse
vrouw. Bijna dertig jaren is zij er mee
omgegaan en heeft zij zich gelukkig met
hen gevoeld. „Ik houd van dit land en
ik verlang er helemaal niet naar om
weer in Frankrijk te wonen. Ik voel
me gelukkig als ik mijn vacantie kan
doorbrengen in de heerlijke bossen op
de Veluwe. En als ik maar 'n paar keer
per jaar naar Parijs kan om mijn ma
teriaal te kopen, dan ben ik volkomen
tevreden".
Het is dan ook opvallend, dat er in
haar „Salon de haute Mode de Cha-
pcaux" de moderne, dikwijls kil-aan-
doende Parijse mode-sfeer volkomen
zoek is. Er heerst in haar salon een
sfeer, die de Hollandse degelijkheid als
hoofdmaaltijd en de Parijse zwierigheid
als dessert inademt. En haar ontwerpen
houden hiermee gelijkte tred.
„Het type van de Hollandse vrouw
vraagt nu eenmaal om soberder kleding
dan de Frangaise", verklaart zij verder.
„Het tengere Franse type kan over het
algemeen meer hébben. Waar bijvoor
beeld een glinsterende broche als het
ware één geheel vormt met het hele
uiterlijk van de Franse vrouw, daar kan
dezelfde broche voor de Hollandse
vrouw bijna smakeloos aandoen. Maar
als het er op aan komt, dan is iedere
vrouw een type op zich en is het eigen
lijk niet helemaal geoorloofd om de
scheidslijn te trekken tussen nationali
teiten. Een bepaald toilet of een bepaal
de hoed kan voor de een 'n mislukking
zijn en voor de ander een succes" en
met deze waarheid, die onafhankelijk is
van tijd en mode namen wij afscheid
van onze sympathieke gastvrouw.
Voor de komende St. Nicolaasfeesten
of voor één of ander aardig verjaars
cadeautje, is deze overtrokken kleren
hanger met vakjes een practisch ideetje,
wat tevens gemakkelijk te maken is.
Een ieder heeft wel eens resten stof die
hiervoor geschikt zijn. Het aardige van
deze klerenhanger is, dat u hem als zo
danig kunt blijven gebruiken, en er
bovendien handschoenen, shawls e.d. in
op kunt bergen.
We beginnen met het maken van een
patroontje, dit knippen we van dubbele
stof na. We moeten natuurlijk wel even
kijken of de klerenhanger die we ge
bruiken werkelijk ongeveer 43 cm breed
is, anders maken we het patroon iets
smaller of eventueel breder. Nu scheu
ren we een reep stof van 16 cm breed
en 46 cm lang en stikken bovenin een
zoom van 2 cm. Deze reep naaien we
op de stof met de gebogen bovenkant
Omdat het volgens de
Bilt in ons deson
danks zo dierbaar
landje zo'n tweehonderd
dagen van het jaar re
gent, heeft Falcon ons
tot een regen-modeshow
genood, om te laten zien
hoe vrouwen en meisjes
in modieuze en veelkleu
rige regenkledij ons vaak
wat druilerig straatbeeld
kunnen opvrolijken. En
terwijl het hemelwater
langs de ruiten siepelde,
hebben we geleerd dat
ons meest gedragen gar
derobe-stuk niet langer
uniform beige behoeft te
zijn. We hebben zijden
mantels gezien, in chan
geant effect van zwart
en donkerrood, cognac
en parelgrijs en zelfs
donkergroen met goud.
Soms met een nopje en
soms met mooi stiksel op
manchetten en coquet
opstaand kraagje; wijd
klokkend van de schou
der en met bevallige
raglan-mouwen. Dat wa
ren de mantels voor het
Mei-regentje en voor
de gure winterbuien
zagen we camels en
tweeds, de Ierse Do
negal en de voorname
en stikken 3 vakjes van 15 cm op deze
stof door. Eventueel doen we hetzelfde
met de andere kant, zodat we dan 6
vakjes krijgen. Nu naaien we de delen
met de vakjes naar binnen dicht, laten
echter de onderkant open waardoor we
het geheel omkeren. Nu doen we de
klerenhanger erin, het haakje steekt er,
zoals we zien bovenuit, door een gaatje
dat we open gelaten hebben. Nu naaien
we de onderkant met de hand dicht, en
we hebben een practische en tevens
aardige surprise. We hangen de kleren
hanger aan de kapstok of in de kast, en
we behoeven nooit meer naar hand
schoenen e.d. te zoeken.
L. S.
Harris van de ruige Schotse berg-
schapen: men had er box coats van ge
maakt die de allure hadden van een
chic-que reismantel. Zelfs de stemmige
loden mantels bleken frivoler geworden,
in acht helle kleuren, omdat men er
Tiroler lodenstof voor verwerkt heeft.
Kl^j^ieke gabardines zijn in de mode
betrokken door lijn van kraag en zakken
en door de pasteltinten, waarvan vooral
RAF-blauw de modekleur zal zijn.
Jongenspakje van Amerikaans model
met lange pantalon.
Zagen in October de étalages er nog
wat eentonig uit. begin November ver
anderde dat als bij toverslag. De ruim
ten achter de ramen werden plezante
schouwtonelen, waar thans Sinterklaas
en Zwarte Piet hun hoofdrollen op voor
treffelijke wijze vertolken. Tot zes
December dan komen de Kerstlichl-
jes en het engelenhaar.
Voor de speelgoedwinkels drukken
groten en kleinen hun neuzen plat. „Jö,
kijk eens, die kan voor- en achteruit
rijden"; „Nou ja, dat mag ook wel", zegt
het vriendje wijs, „kost een bom geld".
Dat was een gesprek over electrische
treinen, hét speelgoed voor onze mannen
boven de tien.
Wie speelgoed gaat kopen zal zich
zeker eerst afvragen: wat wil het kind
het liefst hebben? Wat kan ik hem geven
dat bij zijn leeftijd past? De verlangens
van het kind sluiten over het algemeen
aan bij de ontwikkelingsstadia die het
doormaakt. Vragen
wij een psychia
ter waar speelgoed
voor dient, dan zal
hij antwoorden:
om de overgang
van het ene ont
wikkelingsstadium
naarhet andere ge-
makkelijk te ma
ken. In het eerste
halfjaar van zijn
leventjeheeft baby
geen speelgoed no
dig. Na die zes maanden hangen wij een
rammelaar in de wieg, zó dat het klein
tje er met de vingertjes tegen aan kan
slaan. Komt het kind in de zuig- en bijt-
periode dan krijgt het een bijtring zon
der versierseltjes, een gummi popje
(zonder fluitje alstublieft), een blokje
van zacht plastic en andere voorwerpen,
waarmee het zonder gevaar zijn zuig
en bijteigenschappen kan ontwikkelen.
Weer wat later komt de knoeiperiode.
Dan geven wij het iets waar het flink
mee kliederen kan: bellen blazen, een
waterpompje. Zodra het kind gaat lopen,
wil het iets met zich meetrekken. We
geven het dan een „voorttrekbeest", dat
hij achter zich aan kan laten slepen en
omdat het beest beweegt geeft het
hem de indruk van iets levends. Behalve
voorttrekbeestcn zijn er karren met en
zonder blokken, rammelende busjes aan
een stok, wieltjes met gekleurde lapjes
tussen de spaken, en nog zo veel meer.
In het tweede levensjaar verlangt het
kind in- en uitschuiffiguren, het wil
onderzoeken hoe de dingen uit elkaar
gaan en weer in elkaar te passen zijn.
Hiervoor dienen de eitjes, tonnetjes,
blokjes, die losgeschroefde of losgetrok
ken worden en dan nog wel vijf, zes
eitjes, tonnetjes en blokjes in zich ber
gen. Het kind kan tijden zoet zijn met
het uit en in elkaar passen. De eenvou
dige legpuzzles komen nu ook van pas;
de „leesbordjes", waar gekleurde bees
ten in zijn uitgezaagd en door het kind
in het juiste vakje moeten worden ge
duwd. Er zijn bouwtonnetjes, kleuren-
stoofjes en vormenstoofies. In de stoof
zitten verschillende soorten gaten en nu
probeert het kind met de bijbehorende
blokjes welk blokje door een bepaald
gaatje geduwd kan worden. Of wij
geven de jeugdige spruit een schroef-
staaf waar gekleurde blokjes op elkaar
geschroefd worden. En dan de blokken
dozen. Al deze dingen blijven de hele
kleuterleeftijd mooi.
Is het kind in de aggressieve, in de
lawaaiperiode dan geven wij het iets wat
veel geluid maakt: „Hamertje Tik" bijv.:
met een houten hamertje slaat de dreu
mes op ronde houten staafjes die in een
blok met gaten geklemd zitten. Zijn de
staafjes naar de andere kant getimmerd,
dan kan hij ze weer terugslaan. Zinloos?
Helemaal niet. Het kind maakt verruk
kelijk hard lawaai, laat iedereen horen
dat hij er bij hoort en hij zal kraaien
van plezier. Ook met trommels en xylo
foons kan het geluid oorverdovend zijn.
In de speelgoedzaak, waar ik een hele
tijd heb rondgekeken en genoten, voelde
ik me weer kind. Met voorzichtige
vingers heb ik de begeerlijkste dingen
opgepakt en ik bespeurde weer dezelfde
kinderlijke jalouzie uit de tijd toen mijn
jongste zusje een pop kreeg met echte
slaapoogjes en haar. De vriendelijke
loplast te noemen, gekleurde staafjes
boetseerwas waar geen water bij te pas
komt. Er zijn zachte donzige dingetjes
bij, daarmee kan het geschapen beest
een wuivende staart krijgen en de trein
een gekleurde rookpluim. De was geeft
niet af en bevat geen vergiftige bestand
delen. Dit soort speelgoed is voortreffe
lijk om eigen initiatief te ontplooien en
fantasie te ontwikkelen.
Er zullen niet veel ouders geneigd zijn
oorlogsspeelgoed voor hun kinderen te
kopen. Gelukkig niet.
Met het constructief speelgoed kun
nen wij beginnen bij kinderen van vijf
jaar. Heeft het kind de schoolleeftijd
bereikt dan krijgt het belangstelling
voor het intellectuele constructieve
speelgoed: bouwdozen, huizen-bouwdo
zen, stenen bouwdozen en metseldozen
en voor de groteren de Meccanodozen,
electrische treinen, enzovoort. Nu heb
ik nog niet eens de knikkerspelen opge
noemd die in grote verscheidenheid wor
den gemaakt, van het gewone knikkeren
op straat tot het sjoelbakken en het
Wico-biljartspel toe. Ook is er te weinig
aandacht besteed aan de duizend en één
poppen die er zijn: van gummipopje tot
piaspop is een oneindige afstand. Er zou
den boekdelen te schrijven zijn over de
ontwikkeling van het speelgoed. Wist ge
dat in de Egyptische graven van enige
honderden jaartjes geleden al beweeg
baar speelgoed is gevonden en poppen
met genaaide kleertjes? Enfin, laten wij
ons nu niet met die verschrikkelijke
oude Egyptenaren bezig houden, maar
met onze jonge kinderen. Wat willen zij
het liefst ontvangen op 5 December? Mij
dunkt: speelgoed. ANNEKÈ
verkoopster was zeer hulpbereid. Zij
vertelde ook van haar ervaring met on
verstandige ouders, die voor hun zoon
van twee een dure bromtol kochten. Dat
is te moeilijk voor die leeftijd, zei de
verkoopster, een bromtol moet precies
loodrecht worden gehouden om ingedrukt
te worden en dat kan zo'n kind niet. Hij
duwt hem scheef, en duwt wat harder,
rood van inspanning geeft hij nog een
stevige duw op de staaf en stuk is de tol.
Dat is niet de schuld van de speelgoed
fabrikant en niet van het kind. Een
bromtol is prachtig voor kinderen boven
de vier jaar, niet voor jongere.
Laten wij vooral niet vergeten de Phi-
Andijvie au jus
1 1/4 kg andijvie, margarine of boter,
2'/* dl verdund bruin van jus, paneer
meel, zout.
Maak de andijvie op de gewone wijze
schoon en kook ze gaar in aanhangend
water en zout. Laat ze op een vergiet
uitlekken en leg ze in een vuurvast
schoteltje. Giet de jus erover en maak
het schoteltje af met paneermeel en
klontjes boter. Laat er in de oven een
mooi bruin korstje opkomen.
ADVERTENTIE
Het is zeker niet zonder reden dat op de
Amsterdamse beurs zich de laatste tijd een
betere stemming kan handhaven en het
koerspeil van de aandelenmarkt thans zo
ongeveer op zijn hoogste stand voor dit jaar
noteert. Deze week heeft New York met een
paar flauwe dagen roet in het eten gewor
pen, maar de grondtoon van de Amster
damse beurs is daardoor toch niet geschaad.
Men zal de reden in de eerste plaats dicht
bij huis moeten zoeken, namelijk in de gun
stige ontwikkeling van het Nederlandse
bedrijfsleven, waarop verschillende publi
caties wijzen. Voorts in de aanmerkelijk
verbeterde positie van Europa tegenover
de V.S. welke de mogelijkheid van een con
vertibiliteit van de valuta's naderbij brengt,
terwijl tenslotte ook de internationale
samenwerking af en toe gunstiger aspecten
vertoont, zoals dezer dagen weer uit de
Beneluxconferentie is gebleken.
Wat de toestand in Nederland betreft,
hebben de cijfers van de industriële pro
ductie voor de maand September wel een
zeer gunstige indruk gemaakt, doordien zij
een nieuw hoogtepunt hebben bereikt. Ter
wijl Augustus een cijfer gaf van 161. steeg
het in September tot 169, hetgeen 12 pun
ten hoger is dan dat van September 1952.
Ook de dagproductie was hoger en met
name in de metaal-, de papier- en de rub-
berverwerkende bedrijven is de activiteit
toegenomen. De meeste ondernemingen
blijven helaas nog in gebreke met de publi
catie van tussentijdse gegevens over de
gang van zaken in het lopende jaar, doch
voor zover men dit wel reeds doet, stem
men de mededelingen tamelijk hoopvol, ook
al wordt in de meeste gevallen melding ge
maakt van een verscherpte concurrentie,
welke tot gevolg heeft dat de winsten van
het vorige jaar alleen kunnen worden ge
handhaafd door de grotere omzetten. In de
meeste publicaties wordt dan ook op de
kwetsbaarheid van onze export gewezen,
welke export sinds de laatste jaren voor de
werkgelegenheid in ons land een nog
steeds belangrijker wordende factor is. om
dat vele bedrijven zich in sterkere mate op
de export hebben toegelegd. Men herinnert
zich dat de Heemaf en enkele andere grote
ondernemingen in ons land zich bij de uit
breiding van hun bedrijfsbasis op niet meer
dan 20 van de totale productie voor ex
port willen instellen, omdat naar hun
■mening anders het risico te groot wordt.
Komt men internationaal tot meer overeen
stemming ten aanzien van de uitwisseling
der goederen, zodat men hier niet telkens
voor verrassingen komt te staan, dan zou
de Nederlandse export ongetwijfeld nog
belangrijk kunnen worden uitgebreid.
Maar laten we niet ontevreden zijn. Uit
de dezer dagen gepubliceerde cijfers van
de Nederlandse betalingsbalans voor de
laatste drie halve jaren, blijkt dat het eer
ste halfjaar 1953 een overschot heeft opge
leverd van f 949 millioen, dat is weinig
minder dan het surplus van het eerste
semester 1952 en aanzienlijk meer dan hel
voordelig verschil voor het tweede halfjaar
1952, dat 378 millioen bedroeg. Wat ech
ter in nog sterkere mate bevrediging
schenkt, is de verbeterde dollarpositie van
ons land als gevolg van een verminderde
invoer uit en een grotere export naar de
V.S. en Canada. De goederenuitvoer naar
de V. S. is van 273 millioen in het eerste
halfjaar van 1952 en 369 millioen in het
tweede halfjaar van 1952 tot 446 millioen
gestegen, de goederen invoer daalde in die
zelfde tijd van respectievelijk 666 mil
lioen en 546 millioen tot 472 millioen
met het resultaat dat terwijl de betalings
balans over het eerste halfjaar 1952 nog een
ADVERTENTIE
N V. Mil. „HOLSTER"- OVERVEEN
Tel. K 2500 - 15597 en 19057
Centrale verwarming
Airconditioning
Aut oliestook
Op de Stalinlaan te Amsterdam is van
ochtend omstreeks half vier een 34-jarige
chauffeur-monteur aangehouden, die on
der invloed van sterke drank op het Thor-
beckeplein kort tevoren voor- en achter
uit had gereden, daarbij tegen de omstan
ders roepende: „Ik rijd jullie allemaal
dood".
Inderdaad reed hij twee mannen aan,
waarna hij via de Herengracht in de rich
ting Utrechtsestraat verdween. Op de
hoek bij de Utrechtsestraat gaf een agent
van politie hem een stopteken en ging
daartoe midden op de weg staan. De chauf
feur hield in, doch gaf terstond daarop voi
gas en reed recht op de agent in. Deze kon
nog snel opzij springen.
Zonder licht reed de chauffeur door in
de richting van de Amstel. Op de Stalin
laan wist men de dronken chauffeur voorbij
te rijden en tot stoppen te dwingen. Hij is
naar het politiebureau overgebracht.
nadelig saldo van 221 millioen aanwees,
in het tweede halfjaar 1952 een overschot
van 50 millioen ontstond, dat in het eer
ste halfjaar 1953 tot 186 millioen is ge
stegen.
Men kan dus wel zeggen dat de dollar-
kloof voor Nederland is opgeheven. Dit is
temeer bevredigend omdat weliswaar de
goedereninvoer uit de E.B.U.-landen aan
merkelijk is toegenomen, maar de goede
renuitvoer naar de E.B.U.-landen in het
eerste halfjaar 1953 een nieuw record heeft
bereikt en niet onaanzienlijk groter is dan
in het tweede halfjaar 1952, nl. 2739 mil
lioen tegen 2666 millioen, terwijl ook de
uitvoer naar de overige landen is voor
uitgegaan.
Nu kunnen toevallige factoren hier in
vloed hebben geoefend, men zal toch diep
respect moeten hebben voor de Nederlandse
koopmansschap, die ondanks allerlei rem
mingen en hinderpalen nieuwe banen zoekt
voor de ontwikkeling van de buitenlandse
handel en daardoor het welvaartspeil van
de bevolking handhaaft.
En het is dus onder deze omstandigheden
geen wonder dat het beleggend publiek al
lengs weer een groter vertrouwen krijgt in
de Nederlandse bedrijven, waarvan de aan
delen te Amsterdam worden genoteerd.
Deze week was er een nieuwe aanwijzing
voor de toenemende betekenis, welke men
ook in het buitenland aan de Nederlandse
industrie hecht, nl. de geslaagde poging om
voor de aandelen AKU officiële notering te
New York te verkrijgen, in verband waar
mee een zeer uitvoerig prospectus is uitge
geven, waaruit wel blijkt dat men in New
York bij de toelating van aandelen tot de
notering niet over een nacht ijs gaat. Een
en ander moge voor de directies van onze
bedrijven een aansporing zijn om ook de
Nederlandse houders van de aandelen hun
ner vennootschap volledig en op tijd over
de gang van zaken in te lichten. In Enge
land schijnt men ten aanzien hiervan reeds
een soort wedstrijd te hebben uitgeschre
ven.
Nederland staat in de verbeterde posi
tie tegenover de V. S. weliswaar vooraan,
het is niet het enige land in Europa. Het
Federal Reseiwe Bulletin deelt mede dat
gedurende de afgelopen 15 maanden de
landen, die met de V.S. handel drijven, in
staat waren hun goudreserves en credit-
saldi met bijna 3000 millioen dollar te ver
hogen. Dit is dan gepaard gegaan met een
vermindering van de Amerikaanse uitvoer,
welke in Augustus met 1182 millioen dollar
de laagste maandstand voor de laatste jaren
bereikte, terwijl de Amerikaanse invoer
slechts weinig lager was. Men heeft er dan
ook in de V.S. op gewezen, dat, a'. zijn er
voor de invoer nog vele belemmeringen, op
dit punt de laatste jaren toch tal van con
cessies zijn gedaan. Maar hoe dit zij, er zijn
nationaal en internationaal tekenen van
vooruitgang, welke aan de beurzen grond
geven voor redelijke toekomstverwach
tingen.
ADVERTENTIE
Vlug, zacht en pijnloos werken
Mijnhardt's Laxeertabletten 65 ct
Wie zijn de populairste zangers en zan
geressen van Nederlandse liedjes in ons
land? Wie zijn het populairst door het zin
gen van buitenlandse „songs"? En welk
Nederlands liedje is thans het bekendste?
Deze en soortgelijke vragen heeft een mu
zikaal maandblad aan zijn lezerskring
voorgelegd. Uit de vele honderden inge
zonden antwoorden werden de volgende
resultaten vastgesteld: Eddy Christiani is
de populairste zanger van Nederlandse
liedjes. Hij behaalde 42 percent tegen
Max van Praag, op de tweede plaats, 34
percent. Derde en vierde waren Bert Robbe
en Martin Bomers.
Bij de dames staat Son.ia Oostei-man
voor het zingen van Nederlandse liedjes
met 30 percent aan de kop. Tweede was
Ans Hevdendaal, derde Jetty Paerl, daarna
kwamen Annie de Reuver en Jany Bron.
Joop de Knegt behaalde met 42 percent
de overwinning in de afdeling zang van
buitenlandse liedjes. Karei van der Velden
werd tweede, Marcel Tielemans derde.
Mieke Telkamp troont met 45. percent aan
de kop bij de dames, die buitenlandse
liedjes zingen. Na haar volgen Jany Bron.
Riedel van Kleef, Son ja Oosterman en
Jetty Paerl.
Pia Beek heeft volgens deze stemming
het populairste kleine ensemble in ons
land. Het populairste Nederlandse liedje is
„Sterren stralen overal", dat echter slechts
20 percent der uitgebrachte stemmen be
haalde