De vreemde historie van
de ware Casanova
Ontroering in „La minute de vérité" Franse paragraaf
Schraalhans keukenmeester
of hoorn van overvloed
Nevel en zon
Mooie film van
Jean Delannoy
KNOLLEN VOOR CITROENEN
De Naam
Econoom
Financier mannen, dat dit nauwelijks een onder-
Oplichter
Fabrikant
Litterator
VrS*.ei4ling. van bf~ daarmee is hii dan doorgedrongen tot het ganle Venetianen. Gesterkt door de Pause- vrij redelijke Franse en Italiaanse gedich-
Koning
Frans blijspel bij het
Rotterdams Toneel
Dierbare vrienden
klagen, dat het zo
moeilijk is om geld
voor de staat te vin-
CASANOVAeen romantische naam, gouverneur Da Costa, verleidt diens vrouw
die ogenblikkelijk het beeld oproept en belandt tenslotte na hevige scènes op
van een achttiende-eeuwse Don Juan, een naburig eiland, waar hij zichzelf tot
zwervend van de ene liefde naar de an- koning uitroept. Ook dat verveelt hem den. Casanova bluft,
dere amourette, parasiterend op het geld echter snel, hij verzoent zich met Da Costa dat hij wel een op-
van zijn minnaressen.... en viert dat met een serie braspartijen die lossing weet en im-
De werkelijkheid is, dat die liefdesaffai- zijn Pauselijke reisbeurs volkomen uitput, proviseert ter plaatse
res slechts een ondergeschikte rol speelden Zonder een sou komt hij eindelijk in Ve- een nieuw loterij-
in het leven van Casanova. Venetië heeft netië terug, waar hij bij gebrek aan beter systeem, dat de fi-
?iem gekend als aankomend pastoor, violist violist wordt in een theater-orkest. Des nanciers. terstond als
en geestig verteller, Parijs als industrieel nachts zwerft hij in slecht gezelschap door een meesterstuk er
en financier, Holland verbaasde hij met de stad en beleeft er de liederlijkste avon- kennen.
zijn kennis van alchemie en astronomie, turen, die opnieuw de Inquisitie op zijn wordt
Andere steden in Europa kenden hem als spoor zetten. Maar wederom heeft hij ge- en
historicus, tovenaar en wiskundige en de luk als op een bruiloft een der gasten als
plannen die hij in Spanje ontvouwde voor de rijke senator Bragadino een beroerte idee de exploitatie
de ontwikkeling van land- en mijnbouw krijgt. Een ontboden dokter kan slechts van een aantal lote-
waren zijn tijd ver vooruit. Maar zijn be- zijn schouders ophalen, maar Casanova legt rijkantoren, waaraan
langrijkste verrichting vormen zijn mé- de patiënt een eigen gemaakte zalfpleisler hij tenminste hon-
moires zeshonderd pagina's, waarin hij op en de senator herstelt „tot mijn
met grenzenloze ijdelheid verslag doet van eigen opperste verbazing", zegt Casanova.
al zijn wapenfeiten, maar die tevens een
brillante schets zijn van de zeden en vrij- IVlinn£l£ir
wel alle grote figuren van zijn tijd.
De loterij
georganiseerd
Casanova krijgt
dank voor zijn
Een juffrouw uit een kermiskraam
verloor opeens haar goede naam.
Ten zeerste in het nauw gebracht,
zocht zij de naam een ganse nacht.
Maar in het eerste morgenlicht
deed een politieman zijn plicht.
Toen hij vernam wat haar ontbrak,
bood hij haar gratis onderdak.
En bovendien, als grootste schat,
een naam in het politieblad.
Piet Zoethout
.J
GIOVANNI CASANOVA wordt in 1725 dino hem als zijn zoon en natuurlijk slaat
ln Venetië geboren als de zoon van een be- Casanova daaruit op alle mogelijke wijzen
derdduizend francs verdient. En nog ande- groot huis op de Mali en maakt er tal van
re bronnen van inkomen vindt hij: het ge- nieuwe veroveringen totdat hij zijn meeste-
nezen - met toverspreuken - van allerlei res in het liefdesbedrog ontmoet: de dan-
ingebeelde zieken en vooral de oude mar- seres La Charpillon. Deze sirene troggelt
kiezin d'Urfé, een rijke oude zonderlinge, hem al zijn geld af „zonder er iets voor
UIT DANKBAARHEID adopteert Braga- ^ie haar leven doorbrengt temidden van terug te geven" en tenslotte ontzinkt Ca-
geesten, gnomen en andere hersenschim- sanova de moed. Woedend koopt hij een
men. Zij zoekt een methode om zichzelf te papegaai, leert het dier een zinnetje „La
roepsdanser en een actrice. Hij is een munt. Enorme sommen krijgt hij los van transformeren in een jonge man en als Charpillon is een nog grotere deerne dan
zwak kind, dat voortdurend geplaagd zijn beschermer, die hem bovendien bij Casanova belooft, haar daarbij te helpen, haar moeder" en verkoopt het dan aan
.11 -3 1.1 1.1. .1!.. T 1 HO a «.1 a wv lx-.. n nL n m r] n 1 n v> rl n V* fl V> .1 i li .33 1. «3/3*3 f /\*3 /«O f<3
wordt door hevige neusbloedingen. In 1734 enkele nieuwe schandalen uit de handen krijgt hij grote sommen gelds en juwelen een ariistencafé.
gaat hij naar een seminarie in Padua, dat van de justitie redt. In 1748 heeft Casanova van haar los, die hij echter in geen tijd
hem voor kost en logies uitbesteedt in een het echter zo bont gemaakt, dat hij op- Weer verbrast. Het leeuwendeel van zijn
vierderangs herberg. Ratten, muizen en nieuw de vlucht moet nemen. Hij zwerft
vlooien zijn daar zijn kamergenoten, maar door heel Noord-Italië en ontmoet in Man-
f GEKNOEI MET EEN WISSELBRIEF is de
geld verdwijnt ditmaal in een fabnetc die
hij sticht voor het bedrukken van zijden oorzaak dat hij ziek en straatarm, ook uit
stoffen. Dat had een winstgevend project Engeland moet vluchten. In Parijs, Wenen
kunnen worden, maar Casanova was een te Florence en Venetie kan hij zich niet meer
grote dilettant om de zaak te doen slagen, vertonen en dus besluit hij naar Berlijn te
ciersSongeeen hem31 ontvangt'Hij Jeisfverder nTar RuTand en
TevlSdTolrTe bcwonderint Se°Sj hem
moest om een bankroet te omgaan. betuigt. Maar Catharina bewondert zoveel
T-3ATVT nniiTT utt Tm ijATTAMn np scheiding is en een bijzondere gunsteling
zijn gezondheid wordt steeds beter en hij tua een kleine Frangaise, Henriëtte ge- uainj duiki hij iin huddaind ui Wordt hij niet. Teleurgesteld vertrekt hij
ontwikkelt zulk een eetlust, dat hij zijn naamd, „de enige vrouw die ik ooit lief met een financiële missie van de iranse naar Warschau waar hij een geruchtma-
meeste tijd zoek brengt met het stelen van gehad heb". Na drie dagen „van dol ge- regering, ontmaskert er en passant een kend duel voert met graaf Branicki en
eieren, haringen en worsten van de markt- luk" wordt Henriëtte echter, door schoon- concurrente avonturier die er valse kroon- vele amourettes beleeft. Maar tenslotte
papa naar Parijs ontboden en Casanova Juwelen voor echt verxopen wil en oogst krijgen de Polen genoeg van hem en zijn
blijft, hete tranen wenend, achter. Hij aldu!>. de uitbundige dank der Hollandse sterke verhalen en weer moet Casanova de
wordt plotseling vroom, bezoekt de mis en kooplieden en bankiers, maar niet, zoals wijk nemen Hij belandt tenslotte in Span-
vult zijn brieven aan Bragadino met hoog- ooopf. een lucratief erebaantje. Via ontwerpt er een schrander plan voor
gestemd gemoraliseer. Zonder haast keert veulen en Zwnserland keert hij m Parijs jiet bevolken van de Sierra Morena (met
Zwitsers!) en is er een seizoen lang de
kraampjes in Padua.
LERAREN onderwijzen hem Grieks,
Sï&W-ïï bekwaarnt S ,:anr wa,,r bi; Zi;n goede
voornemens vergeet om zich met frisse
moed in galante avonturen en in het kans
spel te storten. In 1750 wint hij een hoofd
prijs in de loterij, die hij in Parijs gaat
opmaken. Twee jaar lang leidt hij daar
een opwindend bestaan met veel vrouwen,
maar ook met lange debatten over kunst
en politiek met mannen van naam en in-
P.rie^ av^nt^melee^non'beïndThi?opnieuw
voorts ijverig in het brassen en gokken,
waarbij hij zich zo in de schulden steekt,
dat hij uit Padua moet vluchten. Terug in
Venetië krijgt hij de tonsuur en de sou
tane en is daar niet weinig verguld mee.
Dat belet hem echter niet, de eerste
schreden op het pad der liefde te zetten.
Nu is dat niets ongewoons in het Venetië
zelfs aangemoedigd wordt om op deze
wijze „enige kennis op te doen van het
volle leven". Casanova's eerste „minnares"
is de dertienjarige Bettina Gozzi. Zij zou
spoedig door vele anderen gevolgd worden.
Maar toch schijnt de jonge Casanova toen
nog geen ambities gekoesterd te hebben
voor een avonturiersloopbaan. Hij hoopt
in de Dogenstad. Nieuwe conflicten volgen
en eindelijk krijgt de Inquisitie vat op hem
dank zij een paar verboden boeken, die zij
in Casanova's huis vindt.
HIJ WORDT GEARRESTEERD en ver
veeleer op een kardinaalshoed en werkt oordeeld tot vijf jaar celstraf in de be-
met voorbeeldige ijver aan zijn priester- ruchte Piombi-gevangenis. In een jaar tijd
Voltaire
sensatie der hofgrandes. Dan begaat hij de
fout een der hoge edellieden te beledigen
en dat is tevens het einde van zijn Spaanse
carrière.
HIJ IS NU KENNELIJK OP ZIJN RE
TOUR. Hij wordt ouder, is weer straatarm
en bovendien plaagt hem het heimwee
naar zijn geboortestad. Invloedrijke vrien
den weten te bewerken, dat de Venetiaanse
Inquisitie hem begenadigt zodat hij in
1774, bijna vijftig jaar oud, zielsgelukkig in
de Dogenstad terugkeren kan. Acht jaar
teert hij er op zijn oude glorie, dan vindt
hij ook daar geen rust meer. Hij zwerft
door Duitsland, Tyrol en Wenen, om te
ontdekken, dat zijn vrienden hem vergeten
zijn. Ook zijn veine bi) het spel heeft hem
Tr.. - verlaten en amoureuze bevliegingen heeft
hjke vorming. Hij gaat zelfs terug naar doet hij twee uitbraakpogmgen. De eerste terug. In Zwitserland ontmoet hij onder hij nog slechts sporadisch. Als hij zestig is,
Padua om de studies voort te zetten, maar mislukt op het nippertje; de tweede, on- meer Voltaire, met wie hij vele gedichten aanvaard een post als bibliothecaris op
steekt daar weldra weer dik in de schul- dernomen met een medegevangene, gelukt reciteert en critiseert. Ondanks zijn uit- het kastee van de graaf van Waldstein in
den, welke hij ditmaal delgt door alle meu- na een eindeloze reeks tegenslagen. Het is spattingen is hij nu een beroemdheid en Bohemen waar hij bijna sterft van ver
helen en lijfgoed van zijn hospita te ver- de cipier zelf die tenslotte, hen niet her- als Rome hem tot vertegenwoordiger van veling Hii takelt af, verliest ziin tanden,
sjacheren. Hij vlucht opnieuw naar Vene- J »--*-«■- -«--a-i—ii-
tië, haalt er allerlei schanddaden uit en
belandt tenslotte wegens diefstal in de ge
vangenis.
Direct na zijn vrijlating, in 1743, gaat hij
op weg naar Rome, waar kardinaal Aqua-
kennend, het laatste obstakel voor hen ont- Portugal ter conferentie van Augsburg be- begint moeilijk te spreken. De bedienden
sl"lt! noemt, schijnt zijn diplomatieke carrière plagen en vernederen hem, maar zijn trots
Met geld van Bragadino begint hij dan gemaakt te zijn. De conferentie gaat niet is ongebroken. Daar hij steeds meer moeite
aan een nieuwe zwerftocht, die hem na door, maar Casanova verstevigt wel zijn met spreken krijgt, besluit hij te gaan
Innsbruck en München weer naar Parijs relaties met de kardinalen en de Paus schrijven en dichten, waarvoor hij groot
- voert. Zijn verhaal van de vlucht uit de nu Clemens XIII die hij hogelijk ver- talent meent te hebben. In enkele maanden
Viva al spoedig voor hem gewonnen is. gevangenis is daar zo'n succes dat zelfs maakt met het relaas van zijn ontsnapping voltooit hij tientallen wiskundige verhan-
Zelfs de Paus Benedictus XIV weet De Pompadour en de hertog van Choiseul jn Venetië, want de Romeinen hebben delingen, een essay over de Hartstocht, een
hij met zijn gladde tong niet weinig te het uit zijn eigen mond willen horen en nooit een hoge muts opgehad van de arro- Critiek on de Menselijke Zotheden en legio
A U. ui../. hart van de Panjse beau monde. üjke absolutie, licht hij de gekke markie- ten. Hij werkt ook aan verschillende to-
Bij Choiseul maakt hij ook kennis mei zjn d'Urfé nogmaals voor een kapitale som neelstukken. waarvan er een, „Polemos-
de financiële kopstukken van het toen- op Cn verdwijnt dan naar Engeland, waar cope" tot uitvoering komt, maar het kel-
malige Frankrijk, die er tegen hem over hij zeer onder de indruk is van het natuur- ciert als een baksteen. Meer succes heeft
schoon, de goede wegen
paalde vastenplichten en blijft enige maan
den aan het Pauselijke hof, waar hij vele
nuttige zaken als Frans, discretie en
vleierij leert.
NA EEN AVONTUUR met een jonge
vrouw, die hij voor de Inquisitie verbor
gen had, wordt ook Rome hem te heet on
der de voeten. Om zijn vlucht te camou
fleren geeft Aquaviva hem opdracht, een
brief van de Paus naar Constantinopel te
brengen, waar hij een tijdlang heel geluk
kig is. Hij maakt er kennis met Yousouff
Ali, een schatrijke Turkse filosoof met wie
hii zwaarwichtige debatten voert over hun
beider godsdiensten en in het bijzonder
over de problematiek van het celibaat. Als
Casanova zich tegenover hem volmondig
accoord verklaart met de Mohammedaanse
veelwijverij, is de Turk zo verrukt, dat hij
hem zijn dochter en zijn halve fortuin
aanbiedt op conditie dat zijn gast de Islam
zal omhelzen. Casanova aarzelt lang, maar
besluit dan toch liever vrijgezel en Chris
ten te blijven. Waar hij bovendien in Con
stantinopel uitgekeken raakt, neemt hij af
scheid en reist naar Korfoe. Daar wordt
hij en passant nog even raadsheer van de
en de propere zijn beschrijving van de vlucht uit Vene-
staat der verdachte huizen. Hij koopt een tië en dat brengt hem op het idee. zijn
mémoires te gaan schrijven, die zoals ge-
Casanova in zijn gloriejaren: eenjejurp profiel zegd, een meesterlijke zedenschets van zijn
met een licht terugwijkend voorhoofd en een *''d warden. Het manuscript is in 1774 vol
tooid, maar bevat zoveel insinuaties en
ferme kin. „Zijn charme lag veeleer in zijn zelf- onthullingen, dat niemand het durft te
bewuste houding, zijn rijzige gestalte en het fon- drukken. Pas in 1828, lang na Casanova's
kelen van zijn levendige blauwe ogen, dan in g^ven^ Brockhaus in Leipzig het uit"
de regelmatigheid van zijn trekken", zo schrijft
Peter Wilding in „De grote avonturiers van de n0^„R mSs
achttiende eeuw" „maar toch schijnt hij op Hij bekent al zijn euveldaden maar toont
alle vrouwen een magische aantrekkingskracht nergens berouw. „Ik zou schuldig ziin als
ik nu rijk was", schrijft hij, „maar ik heb
gehad te hebben, die ongetwijfeld grotendeels niets Ik verioor ahes. Dat is mijn troost
berustte op het feit, dat hij altijd zeer voldaan en mijn verdediging".
was over zichzelf. Hij was ongelooflijk ijdcl, Hij °ntdekt ook dat hi' hf"'
J j i j j een geioo^ verzacht door de filosofie".
altijd naar de laatste mode gekleed en een voor- Dat is het wonderlijke credo waaVmee hij
treffelijk causeur, die over vrijwel ieder onder- do dood ingaat. Hii sterft op 4 Juni 1798.
Ziin moeizame laatste woorden zijn: „Ik
werp een verrassende mening en een eindeloze heb gG,eefd uU de rilosofie ik stprf ajs
voorraad anecdotes had. Christen...." H. C.
Parijs, November De zomerse
regens in Parijs zijn meestal kort en pittig,
daar is niet anders dan goeds van te zeg
gen. In de herfst wordt een zwaarder type
regen gebruikt, sluik en waterig, dat uren
achtereen niet bij druppels maar met stra
len in de stad valt. Als het al een half uur
afgelopen is, ruist nog steeds het water
door de goten naar de brede openingen in
de stoeprand. Om een aantal van de café
terrassen zijn kassen van ijzer en glas ge
zet; er staan grote gele verwarmings
apparaten in, maar het verblijf in die
ruimten heeft een halfslachtig karakter en
wie het kan uithouden zoekt nog steeds de
onoverdekte terrassen op.
Het is daar nogal koud, hoewel minder
doordringend dan in Holland, doordat er
haast geen wind is. Des te hardnekkiger
blijft de nevel hangen, waarin op de zon
nige dagen de warmte verdwijnt. Er is
trouwens van de zon in de straten niet veel
te merken, nu zij al vroeg in de middag
haar licht bijna horizontaal over de stad
zendt: meer dan 's zomers valt het op hoe
hoog de bebouwing van Parijs is, voor een
groot deel met zes of zeven verdiepingen.
Wel is het zeldzaam, dat een hele straat-
wand diezelfde hoogte heeft, tenminste in
de strook tussen het centrum en de bui
tenste arrondissementen van de stad (men
weet dat Parijs is ingedeeld in twintig
arrondissementen, maar men merkt niet
dadelijk, dat zij volgens een spiraal genum
merd zijn: het eerste ligt midden in de
stad, links en rechts van de Rue de Rivoli,
en het twintigste, na 214 omwenteling,
aan de Oostrand van de stad). Er liggen
nog veel brede huizen van welgestelde
burgers achter voortuinen, met een ijzeren
hek in de rooilijn en ter weerszijden de
dubbel zo hoge ruwe natuurstenen zijwan
den van later gebouwde blokken; maar
soms zijn het alleen lang geleden gepleis
terde, zwak uitziende huisjes, die om de
een of andere reden zijn blijven staan, en
die behoefte wekken aan een reconstructie
van Parijs zoals het honderd jaar peleden
was. Aan het Noord-einde van de Rue du
Louvre woont een schoenmaker in zo'n
soort huis. dat in een wigvormige opening
tussen twee grote blokken is overgeble
ven: een verbazend staaltje van ?ebrek
aan town-planning", maar wie v-'ndt die
precies aan elkaar passende bic1-'-— eigen
lijk zo mooi?
Meer dan ergens anders komen er onre
gelmatigheden voor op de hellingen van de
Butte Montmartre. de hoogste heuvel van
Parijs (130 meter). De hoge blokken heb
ben daar nog geen overwicht, men ziet er
de wonderlijkste constructies om binnen-
hofjes en voorhofjes heen. Dit stadsdeel is
zo vaak voor de grap en de feestelijkheid
in het buitenland nagebouwd, met ijzeren
stoeltjes en op de wanden brutale spreu
ken. dat zijn eigen voorkomen iets con
ventioneels heeft, maar het is toch nog de
moeite waard om er rond te wandelen,
zeker in November, als de smalle straatjes
bijna leeg zijn onder dat zonlicht van onzij.
Soms kan de zon door een opening drin
gen. Dan krijgt het grauw en geel van de
huizen een intensiteit die een korte be
dwelming wekt, maar verder is het er
alleen stil: vier slungels, die weghollen na
een belletje getrokken te hebben, lüken
oorverdovend luidruchtig, een paar kin
deren die in een driehoekig achtertuintje
met een bal spelen, roepen elkaar met ge
dempte stem aanwijzingen toe. Op de
Place du Tertre, het centrum van de oude
gemeente Montmartre, zijn de restaurants
lear: twee echtparen uit het cafébedrijf
spe'en „boule" onder de kale bomen, voor
twintig toeschouwers die er zo dicht om
heen staan, dat zij elkaar telkens weer het
gezicht op het spel benemen.
Het is opvallend, de rust op zulke mooie
najaarsmiddagen, alsof de zon, die de par
tij toch aan het verliezen is, al niet meer
ernstig genomen wordt en men zich niet
wenst te laten afleiden van zijn concen
tratie op de avond. Maar bij de Sacré-
Coeur, de kerk boven op de heuvel, is het
toch weer druk van de toeristen en de
Parijzenaars. Sommigen van hen staan aan
de balustrade naast de grote trap en kijken
over de stad uit: de huizen zijn overspoeld
door de nevel, er steekt alleen hier en daar
een koepel of een toren bovenuit' tussen
het vuile wit en de ijzig blauwe lucht is de
nevel rozen-geel en rozen-rose van de mn,
die vlijmscherp licht afschiet uit het Wes
ten.
Het Rotterdams Toneel zal op 6 Decem
ber de eerste voorstelling geven van .Ik
heb je lief, Valérie" van Marcel Achard,
onder regie van Ko van Dijk. De vertaling
is van Frouke de Waard, de décors zijn
ontworpen door Lucas Wensing.
Het opvallende van „Bekentenis ener
liefde" is dus, dat de film, die een aanslag
op de echtelijke liefde tot onderwerp heeft,
van die echtelijke liefde alleen maar de
lof zingt. De echtelieden en de film vinden
elkaar terug en de minnaar, die hun pad
kruiste, offert zich daar in de letterlijke
zin voor op. Hij is een jonge dwaze over
moedige jongeman, maar een dappere
dwaas, die de consequenties trekt uit wat
hij ziet en ervaart. Hij heeft karakter. Zijn
spot en spel met de waarden der conventie
is zelfspot. Zijn „losgeslagen" geest is
graag geboeid. Hij is in zijn trouw voor
beeldig, voorbeeldiger zelfs dan de man
wiens vrouw hij betwist. Zijn zelfmoord is
een welbewuste daad: hij wil geen hinder
paal zijn. Ze is de consequentie van zijn
levenshouding. En al zal men die levens
houding niet kunnen aanvaarden: de eer
lijkheid gebiedt te zeggen, dat men er heel
wat uit kan leren. Al was het alleen maar
de oprechtheid, welke in menig huwelijk
ver te zoeken is.
Die oprechtheid ontbreekt ook in de ver
houding tussen dr. Pierre Richard (Jean
Gabin) en zijn vrouw, de toneelspeelster
Madeleine Richard (Michèle Morgan). Ze
zijn tien jaar getrouwd. Maar juist op de
diag, dat zij dat zullen vieren met een
soupertje thuis, wordt dr. Richard geroe
pen bij een hem onbekende kunstschilder,
die een poging tot zelfmoord heeft gedaan.
Hij verleent de eerste hulp en laat de
patiënt door gas vergiftigd naar het
ziekenhuis brengen. Dan ontdekt hij op de
kamer van de jongeman een foto van zijn
vrouw en een broche. Hij komt thuis. Zijn
vrouw heeft een gramofoonplaat laten ma
ken waarop zij een gelukwens uitspreekt.
De dokter geeft haar als tegenprestatie
dc foto. Ontkennen baat niet. Dat probeert
Madeleine ook niet. Ze begint aan haar
bekentenis, zichzelf beschuldigend, haar
echtgenoot geleidelijk onthullend hoe hij
zelf, door zijn schijnbare onkreukbaarheid,
zijn nonchalance, zijn egoïsme, haar dreef
op een weg, die zij niet wou gaan. Telkens
weer ontvluchtte zij de 'schilder, steeds
pogend de belangstelling van haar man op
te wekken. Maar dr. Richard was te veel
met zichzelf bezig om er ook maar iets van
te begrijpen. De schilder dringt er dan op
aan, dat Madeleine zal scheiden. Ze aar
zelt. Ze beseft met hoeveel banden ze aan
haar man gebonden is. Ze kan hem niet
verlaten. De schilder pleegt zelfmoord. De
dokter komt en ontdekt het geheim. Maar
aan het eind van de film ontdekt hij ook
dat hij zelf tekort is geschoten. Hij spreekt
geen verwijten meer uit, geen hoon komt
meer over zijn lippen. Het leven gaat ver
der. Het is ochtend geworden. Hij neemt
zijn dochtertje mee naar school. En precies
als iedere morgen kijkt zijn vrouw of zijn
das wel goed zit en klinkt het: „tot straks,
ik weet nog niet, of ik op tijd voor het
eten thuis ben."
De gehele bekentenis speelt zich dus af
in het tijdsbestek van het late avonduur,
waarin de echtgenoten bij elkaar komen
tot de vroege ochtend, wanneer men hen
weer uit elkaar ziet gaan.Met „flash backs"
laat Delannoy ons steeds zien-wat er in
het verleden is gebeurd. Ieder verwijt van
de bedrogen echtgenoot heeft een nieuwe
onthulling tot gevolg. De verwijten worden
zwakker naarmate de onthullingen een
aanklacht tegen hem zelf worden. En daar
tussendoor lopen de telefoongesprekken
met het ziekenhuis waar buiten weten van
de vrouw de minnaar worstelt met de dood.
Deze vorm, 't terugblikken en dan de draad
met het heden weer opnemen, is een veel
gebruikte bij de film. Hoe zuiver is ze hier
echter toegepast, hoe afgewogen en mini-
tieus verantwoord. De scènes vloeien in
Scène uit „La minute de vérité" met links
Jean Gabin en op de achtergrond Michèle
Morgan.
elkaar over met telkens een grotere span
ning en een grotere ontlading, in een steeds
stuwende stroom van beelden die de waar
heid gevoeliger onthullen. Maar wat zo bij
zonder is van deze onthullingen: de feite
lijke schuldige wordt nergens rechtstreeks
aangevallen. Geen woord is direct op hem
gericht. De beelden vertellen ons zijn
schuld. Hij staat in de meest letterlijke zin
te kijk. Hij wordt in de taal van de film
te kijk gezet en dat altijd met een juist
gevoel voor de betrekkelijkheid der din
gen en vooral: met een juist gevoel voor
de menselijke zwakheid. Die zwakheid is
tegelijk een aanklacht en een verontschul
diging. Ze bereidt de weg tot vergeving.
Ze brengt geen verwijdering, wel een nieu
we en duurzame eenheid tot stand.
Dat alles betoogt Jean Delannoy in zijn
film met klem van argumenten die bijna
paradoxaal aandoen. Hij genoot daarbij
de steun van filmspelers pur sang: Jean
Gabin, de dokter, die zichzelf niet ziet,
Michèle Morgan, de echtgenote wier ver
dediging niet zelden ontroert.Walter Chiari,
de overmoedige schilder, aan wie de liefde
welbesteed ware. Waarlijk een prach
tige bezetting voor een film, die ik u van
harte mag aanbevelen.
P. W. FRANSE.
Ik heb een streepje achter
De liefhebbers van het luisterspel ple
gen bij de Nederlandse omroepen rijkelijk
aan hun trek te komen. Sinds ook de
N.C.R.V. haar principiële bezwaren tegen
die programmastof heeft laten varen reke
nen de „Grote Vier" het zich tot een ere
schuld de luisteraar tenminste een keer per
week en per omroep een hoorspel als
hoofdschotel van het avondprogramma te
bieden.
Daarbij komen dan nog een aantal
klankbeelden en een paar kleinere stuk
ken voor de jeugdprogramma's. Wij heb
ben voor de afgelopen week de balans van
de activiteit van de hoorspelkern van de
Nederlandse Radio Unie eens opgemaakt en
ontdekten daarbij, dat zij niet minder dan
24 keer iin de aether was tot een totaal van
vijftien uur en tien minuten.
Natuurlijk zijn daarbij inbegrepen een
vijftal herhalingen van hoorspelen en ca
baretprogramma's, verder een tweetal
klankbeelden en vijf jeugdprogramma's.
Maar dat doet weinig af aan het feit, dat
de hoorspelkern een der meest bezette
programma-afdelingen van het apparaat
van de Nederlandse omroep is.
Nu hebben wij voor de actrices en ac
teurs, voor de regisseurs en de geluids
technici grote bewondering: het is geen
eenvoudige zaak week in week uit een
dergelijke artistieke overbelasting te door
staan zonder dat er van een merkbare
verflauwing der ambitie sprake is. Zo wa
ren wij bijvoorbeeld deze week in de ge
legenheid Zondagavond het onder leiding
van Willem Tollenaar uitgevoerde spel
„Peetoom Dood" te beluisteren, een mo
derne versie van een oude legende, voor
de microfoon bewerkt door Hélène Nol-
thenius.
Onze bewondering voor de hoorspelers
gaal in dit geval gepaard met groot respect
voor de vakkundigheid waarmee de
schrijfster deze hachelijke, in het grensge
bied van waan en werkelijkheid liggende
stof heeft opgebouwd tot een harmonisch
en vooral overtuigend luisterspel.
Dergelijke prestaties levert de hoorspel
kern geregeld en wanneer men het aantal
arbeidsuren van de Nederlandse luister
spelers nu vergelijkt met dat van hun bui
tenlandse collega's, dan vallen grote ver
schillen op. Slechts in Engeland en Frank
rijk wordt een ongeveer gelijke bezettings
graad verkregen, in België en Duitsland
is het aandeel van het luisterspel in het
programmabeeld veel geringer.
In Duitsland en ook bij het N.I.R. wordt
een gemiddelde van ongeveer een luister
spel per week en per zender aangehouden,
waarbij het dan nog zo is, dat in Duits
land de maximale duim der hoorspelen vijf
kwartier bedraagt. In België is die zeer
ongelijk. De Franse sectie van het N.I.R.
zendt in het algemeen meer „avondvullen
de" stukken uit dan de Vlaamse.
Komen wij nu tot de rechtvaardiging
van ons opschrift, dan willen wij vaststel
len, dat er inderdaad in Nederland gespro
ken kan worden van
een hoorn des over- f
vloeds op hoorspel-
gebied. Dit houdt te-
zelfder tijd in, dat
het voor vele andere
rubrieken daardoor V
„schraalhans keuken
meester" wordt. Ogenschijnlijk is vijftien
uur op 236 wekelijkse zenduren niet veel;
in feite ligt de verhouding ongunstiger,
omdat voor de luisterspelen voorname
lijk de avonden in aanmerking komen.
Dit leidt tot een tekort in andere secto
ren en met name bij de kamermuziek,
waarmee de Nederlandse luisteraar in het
algemeen toch al slecht wordt bedeeld in
vergelijking met Frankrijk, België en En
geland.
Naar onze mening zou het aanbeveling
verdienen indien de omroepen in geza
menlijk overleg tot een vermindering van
het aantal „grote" luisterspelen kwamen,
zowel uit een oogpunt van een fris blijven
van de acteursploeg als terwille van een
betere verdeling van de programmastof.
Wat dat laatste betreft is het vaak „hol
len of stilstaan". J.H.B.
Voor de
microfoon
Onder de cinematografische prestaties, die uw aandacht niet
mogen ontgaan behoort zeker de onlangs uitgebrachte film van
Jean Delannoy „La minute de vérité", in het Nederlands vertaald
met Bekentenis ener liefde". De film draaide al enige weken
in Amsterdam, toen ik aan deze bespreking begon en men mag
aannemen dat zij ook in Haarlem en Kennemerland zal ver
schijnen, omdat ze zo'n groot publiek succes blijkt te zijn. Ze
behandelt een driehoeksverhouding, het bijna afgezaagde thema
van zo menige Franse film. Maar de manier waarop verschilt
heel wat van wat we op dit punt gewend zijn. En ook in tegen
stelling tot vele Franse films (die met Jean Gabin als hoofd
rolspeler in het bijzonder) heeft ze een duidelijk positieve strek
king. Ze schept geen ongezond behagen in de (ongeoorloofde)
verhouding, waarmee ze ons in aanraking brengt. Ze tracht
slechts te achterhalen hoe die is ontstaan. De rol van het toeval,
het tekort aan belangstelling van de ene partij voor de andere,
verkeerd begrip, gebrek aan vertrouwen, de sleur: het zijn alle
factoren, die een huwelijk kunnen ondermijnen en de verschij
ning van een derde speler op het plan mogelijk maken. Zo is
het ook in „Bekentenis ener liefde". Maar wat de film zo gunstig
onderscheidt is, dat hier de strijd om het behoud der liefde
wordt uitgebeeld. Deze strijd, krijgt een diepe en rijke zin. Lijkt
bij de aanvang der film de situatie geheel hopeloos, aan het eind
gloort de nieuwe dag: het vertrouwen is geschokt, niet gebroken.
De onthulling der ontrouw bevestigt de trouw. De trouw be
vestigt de liefde. Het leven gaat verder, mooier, zeker nu van
beloften.