Voor Europese samenwerking SINTERKLAAS FEEST IK? Vooruitgang der luchtvaart houdt niet op bij bereiken van super-snelheid TV en reclame in Engeland .fi' f mr SRo TE boek KERKELIJK LEVEN 's bij alle edities van Haarlemsche Courant Balans van een halve eeuw Kerststemm i ng HET VAN PE 'QIE&EA of Om uit tc zagen Ballet Biondetta in Parijs Iéder jaar als op Sinterklaasavond iedereen, mensen en kinderen in het hele land, hun pakjes hebben gekregen, heeft Sinterklaas pas tijd om zijn eigen verjaardag te vieren. Al zijn ze nog zo moe van het sjouwen en rondbrengen, de Pieterbazen maken er altijd een groot feest van. De stoel van Sint wordt ver sierd en de kleinste zwarte knechtjes steken de kaarsen op de verjaarstaart aan. Tot diep in de nacht zingen ze en maken ze pret. Zij vinden dat het mooiste van de dag. Maar er is één die dat niet vindt. Zeker, hij lacht en hij danst ook mee en hij brengt ook een cadeautje voor Sint, maar eigenlijk voelt hij zich toch niet zo goed thuis op het feest van de zwarte Pieten. Weet je wie dat is? De schimmel. Hij heeft het nog nooit gezegd, maar weet je wat hij nou het liefst zou wil len? Sinterklaasfeest vieren met zijn eigen vriendjes, waar hij niet op twee, maar op vier benen mee kan dansen en waarmee hij kan zingen en praten in de dierentaal. Maar Sinterklaas, die aan de ogen van mensen en dieren kan zien wat ze denken, begreep wel dat de schimmel niet helemaal echt blij was op het feest van de Pieten. En hij dacht er lang over na hoe hij voor zijn trouwe schim mel een feest kon maken met zijn eigen vriendjes. Op 5 December was daar natuurlijk geen tijd voor, de schimmel moest de hele dag van het ene eind naar het andere draven. Daarom be dacht Sint iels beters. Hij liet de schim mel bij zich komen en aaide hem vrien delijk over zijn manen. „Ik heb een plan", zei hij. „Raad eens wat?" De schimmel keek Sinterklaas nieuws gierig aan. Sint zag wel dat hij het nooit raden kon en daarom vertelde hij het maar meteen. „Het is eigenlijk niet aardig van mij", zei Sint, „dat ik een heleboel dieren die het hele jaar goed hun best doen, geen cadeautje geef, dat ik er niet eens ga strooien of een bezoek breng. Dat wil ik veranderen. Voortaan is er ook een Sinterklaasfeest Trek het voorbeeld met behulp van carbonpapier over op triplex en zaag het netjes uit. Als je padvinder bent of welp, weet je zelf de kleuren wel. Schilder hem met plakkaatverf en lak hem daarna met blanke vernis. Yl)^. O voor de dieren. Een week voordat de mensen het vieren, op 29 November. Dat is vandaag". De schimmel kon haast niet geloven dat er zo iets heerlijks gebeuren zou. Stel je voor een Sinterklaasfeest voor dieren! „Vertel jij me maar eens wat de die ren graag zouden hebben", zei Sinter klaas. En hij nam zijn pen en begon te schrijven wat de schimmel opnoemde: „Haver en suikerklontjes voor de paar den, lijnkoeken voor de koeien, klaver voor de schapen, benen en botjes voor de honden, vissen voor de poezen, graantjes voor de kippen, enzovoort Sint schreef alles op en toen de schimmel was uitverteld stuurde hij er dadelijk een paar Pieterbazen op uit om dat allemaal te gaan kopen. Daarna liet hij een paar postduiven komen die onmiddellijk alle dieren moesten gaan waarschuwen voor vanavond. „En", zei Sint tegen Pietje, zijn kleinste knechtje, „vergeet niet om een zaal te huren, de grootste zaal die je krijgen kunt". Iedereen rende en holde om het feest van de dieren voor te bereiden. De schimmel had het het drukst. Hij draafde maar rond en zijn ogen straal den, zo gelukkig was hij dat er nu ook een echt feest voor de dieren zou zijn. Toen het nacht was en alle mensen sliepen gingen de Pieterbazen er op uit. Heel zachtjes gingen ze naar de stallen en de hokken van de dieren, overal waar maar dieren waren. Grendels werd weggeschoven, sleutels omgedraaid en kettingen en halsbanden losgemaakt. Toen trok in een lange stoet alles wat dier was langs de weg naar de plek, waar het feest werd ge houden. Het kleine Pieterbaasje had de grootste zaal van het land gehuurd. De dieren waren eerst een beetje ver legen, want ze waren nog nooit in een zaal geweest, behalve de duiven en de konijnen, die wel eens op een tentoon stelling hadden gestaan. Toen iedereen een plaatsje had ge vonden ze bleven staan, want dieren voelen niet zoveel voor een stoel keken ze allemaal de schimmel aan, die van de ene kant naar de andere hup pelde. „Wat moeten we nu doen?" vroe gen ze. De schimmel dacht even na. „Net als de mensenkinderen", zei hij, „wachten tot Sinterklaas komt en als hij binnen komt een versje zingen". „Een versje zingen?" riepen de dieren verschrikt. „Maar weet Sinterklaas dan niet dat wij niet zingen kunnen?" „Laten we het proberen, we zijn toch niet dommer dan de kinderen", riepen er een paar. „Een klein versje dan", riep een andere. „Goed" .zei de schimmel, die natuurlijk alle Sinterklaasversjes uit zijn hoofd kent. „Goed, een klein versje dan. Sin terklaas Kapoentje". Hij zong ze het eerste regeltje voor en iedereen zong het zo goed hij kon na. Toen kwam de tweede regel: „Gooi wat in mijn schoentje". „Maar we hebben helemaal geen schoentje", riepen ze in koor. „Hoe kunnen we dat nou zingen?" Neen, dat vond de schimmel ook en daar moest hij eens over nadenken. Eindelijk vond hij er iets op. „Weet je wat", zei hij, „iedereen moet het maar zelf bedenken. Ik zing: gooi wat voor mijn hoefje". Toen ging het beter. De een zong: gooi wat voor mijn hoefje, de ander, gooi wat voor mijn pootje, weer een ander: gooi wat voor mijn snavel of gooi wat voor mijn bekje". Inplaats van: gooi wat in mijn laarsje, zongen ze:ik zeg net als mijn baasje, dank u Sinterklaasje. Toen ze het liedje helemaal kenden en de schimmel met wapperende ma nen de maat stond te slaan, werd er op de deur gebonsd! Opeens werden de dieren allemaal heel stil, zelfs de schimmel, die toch zo'n goeie vriend van Sint en de Pieterbazen was, voelde zijn hart kloppen. De deur vloog open en op de drempel stond Sinterklaas, die vriendelijk wuifde naar de dieren. Hij liep tussen ze door en knikte naar ze of aaide hun vachten. „Had je gedacht dat het zo'n vriendelijke man zou zijn?" fluisterden twee schapen tegen elkaar. Toen hief de schimmel zijn stokje om hoog en zette hij hinnekend het liedje in: „Sinterklaas, Kapoentje Gooi wat voor mijn hoefje, (mijn pootje, mijn bekje, mijn snavel) Ik zeg net als mijn baasje: „Dank n Sinterklaasje". „Wel, wel", riep Sinterklaas toen het uit wat, „zo mooi heb ik dat liedje nog nooit horen zingen. In mijn hele leven niet. Daar moeten ze een beloning voor hebben, Pieten!" De Pieten grepen hun zakken en strooiden met volle handen al het lek kers dat ze voor de dieren hadden ge kocht in de zaal. Suikerklontjes, klaver, graantjes, benen en botjes en vis voor de poezen. In een ommezien rolden en tolden alle dieren over elkaar heen op de grond. De kleinsten hadden het nog het gemakkelijkst, want die kropen overal tussendoor. En een pret dat ze hadden! Ze dansten en sprongen tot ze geen adem meer over hadden. „En schimmeltje, is het naar je zin?", vroeg Sinterklaas telkens als de schim mel langs hem heen huppelde. „Prachtig Sint, prachtig!" riep hij met stralende ogen. v*1 Q HOPNAN Het boek van Sinterklaas is zoek, je kent het wel, het grote boek, het grote boek van goed en kwaad, dat altijd mee naar Holland gaat. De eerste nacht in onze stad heeft Sinterklaas het nog gehad Dat weet hij zeker, maar nadien heeft er geen mens het boek gezien. Zijn hele lange leven niet had Sinterklaas ooit zo'n verdriet. Nooit, nooit nog maakte hij een fout. Nu, denkt hij, word ik werklijk oud. Hun hoofden zoekend naar de grond lopen de Pieten in het rond. „We rijden niet", heeft Sint gezegd, „eerst moet het grote boek terecht". Jongens en meisjes, twee aan twee, ook al verdrietig, zoeken mee. En meesters, dokters, winkeliers, boeren, agenten, brigadiers. Een stoet van hier tot Lutjebroek zoekt zich een aap naar 't grote boek. Het hele land staat op zijn kop en niemand geeft het zoeken op. Er komt, niemand weet waar vandaan, Keetje, het oude vrouwtje aan en in een rood-geruitc doek draagt ze het dikke namenboek. Ik was heel stout, zegt oude Kee, ik nam het boek. toen Sint sliep, mee. Ik wou eens kijken bij de K oj ik wel bij de namen sta. Aan iedre kant een Pieterbaas brengen ze Kee naar Sinterklaas. Daar krijgt de hele stoet kijkt toe de Sint zijn boek, maar Kee de roe. MIES BOUHUYS. 0ü<:KX,0000000000<»OOOOOOOOOCCOOG«JUUCr*XX)OOCOXXXX)OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOtX)OOOOOOOOOOOOOr*X» „Wij zijn niet van mening, dat het de taak van de kerken is om de oplossing van politieke problemen ter hand te nemen, maar wij menen wel dat liet haar plicht is om diegenen te steunen, die werken voor het tot stand brengen van vrede in de v.ereld." We kunnen ons voorstellen, dat deze uitspraak vele lezers wat vreemd zal aan doen. In het bijzonder net gezegde, dat de kerken menen dat zij hen moeten steunen, die werken voor de vrede in deze wereld, zal bij velen verbazing opwekken. Immers, zo redeneert men, het is nogal logisch, dat de kerken dit doen. En inderdaad heeft hij, die aldus rede neert, het gelijk aan zijn zijde. Desondanks is het begrijpelijk, dat deze uitspraak on langs tot de Christenen van Engeland werd gedaan door de Commissie voor Christe lijke verantwoordelijkheid voor Europese samenwerking. Het blijkt namelijk steeds weer nodig te zijn, dat de Kerk, wanneer zij haar geluid laat horen, iets zegt over.de plaats, die zij in de wereld inneemt. Hier over bestaan nu eenmaal veel misver standen. Het is daarom, dat men in Engeland zei: aan het zoeken van oplossingen voor bepaald-politieke problemen doen we niet mee, daarvoor zijn andere formaties, met name politieke partijen en personen. Gaat het echter om problemen als die bij het vraagstuk der vrede opgeld doen, dan zegt men kan de Kerk niet zwijgen en gaat zij staan achter hen, die willen werken voor het totstandkomen van vrede. Wat de bovenbedoelde commissie over deze problemen zegt? Het lijkt ons de moeite waard een en ander door te geven. Tweemaal in een kwart eeuw is Europa door oorlog vernield, zegt de boodschap. Jonge mannen uit Groot-Brittannië moes ten op het vasteland van Europa vechten. De herhaling van deze bedroevende oor logen is de schande van onze beschaving. Alles moet worden gedaan om in de toe komst het uitbreken van een dergelijk con flict te voorkomen. Het doel van de Europese organisatie, die bezig is zich te voltrekken, is om een der gelijke ramp te voorkomen. Wanneer de Europese staten zich verenigen, willen zij op deze wijze een einde maken aan hun zwakheid en verdeeldheid en een vredes- kracht opbouwen. De commissie is van mening, dat Enge land, dat beweert niet ten volle aan deze poging te kunnen deelnemen, vanwege de bijzondere verhouding van het Verenigd Koninkrijk met het Gemenebest, in zo groot mogelijke mate begrip en medewer king meet geven. Engeland moet beseffen, hoe groot de opofferingen zijn, die door de Europese staten zijn gebracht, vooral door een land met een lange historische traditie als Frankrijk, wanneer zij er loe overgaan hun militaire en politieke krachten te ver enigen. Engeland moet begrijpen, dat sym pathie en steun van haar kant aan een Europa, dat in evenwicht en vrij is, van esser.tiêel belang is voor het succes van de onderneming en dat haar onverschilligheid wel eens fataal kan zijn. Plicht van Christenen Het wordt de plicht van de Christenen, van alle Christenen, geacht om hun bij drage te leveren aan de nieuwe pogingen, die in Europa ondernomen worden. Men is van mening, dat niet vergeten mag worden, dat zelfs, al is Engeland een eiland, de Britse verantwoordelijkheid zich tot Europa en de gehele wereld uitstrekt. Tenslotte wordt de wens uitgesproken, dat deze ziens wijze steeds weer door de kerken van Groot-Brittannië aan de Christenen duide lijk zal worden gemaakt. In de Commissie voor Christelijke Ver antwoordelijkheid voor Europese samen werking heeft een groep Christenen zitting, die allen bezig zijn met het probleem van de Europese integratie. Over de methoden, die aangewend moeten worden denkt men verschillend. Dat men het over zeer be langrijke dingen wél eens is, blijkt duide lijk uit het bovenstaande. Mevrouw Mariëtte Penkala en de heer Hugo van Dalen hebben een scenario en partituur voor een ballet getiteld „Bion detta" voltooid, waarvan binnenkort te Frankfort een uitgave zal verschijnen. Biondetta is de- hoofdfiguur in de novelle „Charming ladies travelling alone" van mevrouw Penkala, die ook handboeken over Europees porcelein en Engels aarde werk heeft geschreven. benevens twee romans: „Verraad in Praag" en „Karavaan naar Teheran", die begin 1954 het licht zullen zien. 28 NOVEMBER 1953 (Van onze luchtvaartmedewerker) BINNENKORT is het vijftig jaar geleden, dat de mens zich voor het eerst door de lucht bewoog op een wijze, die met wat goede wil als vliegen was te be schouwen, zulks ter onderscheiding van het drijven waarmede hij zich tot dan toe had. vergenoegd. Vijftig jaar is geen grote spanne tijds. Een zeer groot deel van de thans levende generatie is opgegroeid zonder één ernstige gedachte aan de mogelijkheid, dat alledaagse stervelingen zich nog eens gemoedereerd van de grond zouden verheffen, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Hierbij dient dan nog bedacht te worden, dat het vliegtuig als verkeersmiddel nog maar net dertig jaar bestaat. Daarvóór was het meestentijds een kermisattractie en verder alleen nog een poosje het ros der „luchthuzaren" in de eerste wereld oorlog. Nog geruime tijd daarna speelde het stellig geen rol in het dagelijks leven van de goede burger. O 5fO beschouwd zijn de sindsdien bereikte j resultaten bepaald verbazingwekkend te noemen. Er lijkt alle aanleiding te be staan om van de verdere technische ont wikkeling in de volgende halve eeuw ware wonderen te verwachten. Is dat ge rechtvaardigd? Het optreden als koffiedik kijker is altijd een précaire aangelegen heid, maar zonder pretenties in dit op zicht is het toch wel verantwoord om op grond van logische redenering te trachten de waarschijnlijke ontwikkeling in de naaste toekomst te.... nu ja, te voor spellen. Bij zulk een poging kwam onlangs de hoofdartikel-schrijver van het uitste kende vakblad „Sheii Aviation News" tot een zeer aannemelijke conclusie: het ver keersvliegtuig heeft, zoals dat reeds eerder bij het zee- en railvervoer het geval was, bijna een „optimaal punt" in zijn ontwik keling bereikt. Voorlopig is daarna slechts détail-perfectionnering te verwachten, waarbij in het bijzonder de x-eissnelheid geruime tijd op een constant niveau zal blijven. Dus nu eens géén wilde speculaties over supersonische rakettoestellen, die ons in enkele uren naar onze tegenvoeters zul len voeren! Kijk eens, zo zegt deze schrijver, tot nu toe heeft de ontwikkeling van het ver keersvliegtuig die der militaire machines steeds op de voet gevolgd. Ja, het is zelfs niet te ontkennen, dat het huidige tech nische stadium van het luchtverkeer eco nomisch slechts te verwezenlijken was, om dat geprofiteerd werd van het weten schappelijke werk, betaald uit bewape- ningsbudgetten. Deze gang van zaken duurt nog steeds voort. Na de militaire straal vliegtuigen hebben wc nu ook al de eerste van zulke machines voor het burgerlucht- vcrkecr. De militaire luchtmachten ver keren momenteel in een staat van omwen teling en binnen luttele jaren zullen ope rationele vliegtuigen zonder uitzondering sneller clan het geluid vliegen. Het zou echter oppervlakkig zijn om hieruit te concluderen dat het verkeers vliegtuig ook hierin wel weer spoedig zal volgen alleen omdat het tot nu toe al tijd zo gegaan is. Een Cornet heeft op het ogenblik een kruissnelheid van rond 800 kilometer per uur en zowel in Amerika als in Engeland wordt de volgende generatie van passagierstoestellen ontwikkeld die een kruissnelheid van 9001000 kilometer per uur zullen ontwkikelen. Hiermede zal het mogelijk worden om in minder dan vijf uur van Londen naar New. York te vliegen. Neem nu eens aan dat de kruis snelheid verdubbeld werd tot 2000 kilo meter per uur, een veronderstelling die al geenszins meer als technische ketterij wordt beschouwd! De overtocht zou dan in twee- en-een-half uur kunnen worden volbracht. Maar de bedrijfskosten van zulk een vlucht zouden het zesvoudige bedragen van die met het „matige" gangetie van 1000 kilo meter en het is nauwelijks aan te nemen dat veel reizigers dat ervoor over zouden hebben om. 2'4 uur eerder aan te ko men op een reis van 5000 kilometer. Dat de kosten sprongsgewijze omhoog gaan bij het bereiken van supersonische snelheden, is reeds lang bewezen bij de bouw van militaire vliegtuigen. Er worden veel hogere eisen gesteld aan constructie en uitrusting en de benodigde motorkracht stijgt progressief. Daarenboven neemt de vervoerscapaciteit bij grote snelheden toe, omdat er in dezelfde tijd meer reizen wor den gemaakt, hetgeen betekent dat de af zetmogelijkheid van snelle verkeersvlieg tuigen kleiner wordt. En omdat er minder van nodig zijn zal de kostprijs per stuk nog weer hoger worden. Ziedaar de motivering van de veronder stelling, dat de ontwikkeling van het com merciële vliegtuig en die van het militaire vliegtuig binnenkort eigen wegen zullen gaan. Supersonische snelheid moge in stra tegisch opzicht een noodzaak zijn, in het burger-luchtverkecr draait de zaak in de eerste plaats om de pecunia. TVTATUURLIJK zullen de verkeersvlieg- tuigen in allerlei andere opzichten dan de snelheid voortdurend verbeteringen blijven ondergaan. En hier komen we op een oud stokpaardje van ons. De vooruit gang in de luchtvaart is tot nu toe altijd afgemeten naar de bereikte snelheden. Laat men nu de verdere pcrfectionnering vooreerst in het bijzonder eens uitstrek ken tot het andere uiteinde van de snel- heidsschaal! Straalmotoren kunnen niet alleen door hun snelheidscapaciteiten, maar ook in dit opzicht perspectieven openen, want het is zeer goed denkbaar dat de grote zuigkracht van de snelle gasstroom in deze motoren wordt aangewend om een ver snelde luchtstroming over de vleugel tot stand te brengen, /aardoor deze bij veel geringe eigen snelheid van het vliegtuig toch de benodigde draagkracht zou kunnen leveren. d. G. Achter de stenen Zat zij te wenen Met haar rood rokje aan Vroeg zij om mee ie gaan. Het zal haar niet hikken Bloempjes te plukken, Met een ander mee te gaan En mij hier te laten staan. (Uit een oud springliedje. Foto: Particam) De Parijse étalages zijn reeds in hun Kerstfeestkleed gestoken en de Franse hoofdstad heeft weer de traditionele Kerstsfeer gekregen met veel licht en kleuren. (Van onze correspondent te Londen) Het nieuwe, halfslachtige Engelse re geringsplan voor een met de BBC con currerend televisieprogramma, dat door adverteerders zal worden gefinancierd, heeft de bestaande controverse over de reclame-televisie allerminst verzacht. Van het oorspronkelijke plan is de re gering teruggekrabbeld, omdat zeventig procent van het „denkend deel" der bevol king er tegen was. Dat plan beoogde on vervalste commerciële televisie, waarbij de verantwoordelijkheid voor de programma's bij de adverteerders zou berusiten. De Times noemde deze reclame-televisie rond uit een sociaal kwaad. Van de hebbelijk heden der Amerikaanse televisie is men hier allerminst gediend. De chimpansee J. Fred Muggs heeft het bij de Engelsen ver bruid. Dit grappige d'ier. dat als reclame blikvanger dient, kwam namelijk bij da Amerikaanse TV-uitzer.ding van de Kro ningsplechtigheid af en toe om het hoekje kijken om aan eon of ander handelsmerk te herinneren! De regering heeft, om aan de bezwaren tegemoet te komen, een gecompliceerd systeem bedacht, waarbij de verzonging van de particuliere TV-uitzendingen en de reclame gescheiden is. Er komt een soort tweede BBC, welke de studio's en zenders zal kunnen gebruiken. Deze publieke cor poratie zal dan de programma's uitbeste den aan particuliere TV-maatschappijen, die op hun beurt de door hen te verzongen programma's zullen trachten te verkopen aan de hoogste bieder. Al zijn de adver teerders dan niet rechtstreeks verantwoor delijk voor de aard der programma's, in direct zullen zij daarop dus de grootste in vloed uitoefenen Het plan is geenszins bedoeld als critiek op de BBC, welker eigen televisiediensten sterk worden uitgebreid, zodat zij binnen kort negentig procent van de bevolking kunnen bereiken.Een grote televisie-„stad" met een enorm complex studio's is in aan bouw.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 9