Nederlandse schaatsenrijders wonnen
met slechts een punt verschil
Critiek van minister Cals op
onder wijscongres in Utrecht
.Clowntje Riek
pa-va-Seul
Een aarzelende
liefde
Sportieve geste van
Gerard Maarse
Maximum salarissen van hoogleraren
worden op f 17.000 gebracht
Feuilleton
DONDERDAG 10 DECEMBER 1953
4
LANDENWEDSTRIJD IN WENEN
Judo
Franse judoka's wonnen
van Amerikanen
Nederlanders wederom
uitgenodigd
Schaken
Zönetournooi in München
Biljarten
Hoofdklasse driebanden
Om Europese titel 47/2
Boksen
Bep van Klaveren moet
zich laten keuren
Gebrek aan sneeuw
Sport in 't kort
N.V. HAARLEMSC.HE
BOUWSTOFFEN HANDEi
Geperforeerd Hardboard
TWEEDE KAMER
„Geen sphynxen op
het departement"
Voof de kinderen
Arabieren en
Romeinen
Frits van Dijk vraagt
ontslag als directeur
door Dorothy Quentin
De beslissing in de officieuze landen-schaatswedstrijd tussen Oostenrijk en Nederland
is Woensdagavond gevallen in de vierde rit op de 1500 meter, waarin Gerard Maarse
tegen Arthur Mannsbarth reed. Na de 500 meter, hadden de Oostenrijkers namelijk
hun voorsprong op de tweede avond tot 7 punten vergroot. Slechts indien iedere Ne
derlander de rit op de 1500 meter zou winnen hetgeen een winst van vier punten
zou betekenen zou de eindoverwinning binnen het bereik van onze ploeg zijn.
Immers, het stond bij voorbaat vast dat Van der Voort, Huiskes, Maarse en Olsthoorn
in de ploegwedstrijd van Offenberger, Mannsbarth, Biel en Eminger de laatste
verving de geheel uitgeputte Farstad zouden winnen, dank zij een veel betere
conditie. De ploegwedstrijd werd voor de winnaar met 8 punten gewaardeerd, voor
de verliezer met 4. De 1500 meter èn de ploegwedstrijd tezamen zouden dus 8 winst
punten kunnen opleveren, juist één meer dan de voorsprong van Oostenrijk bedroeg.
En zo ging het inderdaad.
Dat Maarse van Mannsbarth won stond
echter niet bij voorbaat vast. Op het rechte
einde van de tweede ronde lagen beide rij
ders nog naast elkaar. Op hetzelfde ogenblik
maakte Maarse, die de binnenbaan reed, een
slag naar buiten en de Oostenrijker een slag
naar binnen. De schaatsen raakten elkaar
op de smalle baan elke baan was slechts
twee meter breed en Mannsbarth kwam
ten val. Onmiddellijk stopte onze landgenoot
af, wachtte tot zijn tegenstander was opge
staan en zei tegen hem, dat zij beter de rit
zouden kunnen overrijden. Het zij hier dui
delijk vermeld, dat, voor zover wij ons her
inneren nog nimmer in de geschiedenis van
de hardrijsport een rijder de rit staakte, om
dat zijn tegenstander ten val kwam. Een
sportieve geste dus van onze snelste sprinter.
En toen na tien minuten de rit werd over
gereden, ging de strijd wederom gelijk op.
Om beurten hadden Maarse en Mannsbarth
de leiding, hetgeen afhankelijk was van het
feit, wie de binnenbaan reed. In de laatste
ronde nam Maarse een kleine voorsprong,
die voldoende bleek te zijn om Mannsbarth,
die de laatste binnenbocht had, na een span
nende eindspurt met een meter te verslaan.
Pie meter en het sportieve gebaar van
Maarse brachten de Nederlandse ploeg een
kleine, maar volkomen verdiende zege.
De Nederlandse rijders bleken op de twee
de avond reeds beter op de schaatsen te
staan dan Dinsdagavond. De omstandigheden
van ijs en weer waren vrijwel gelijk, niet
temin verbeterde Olthoorn zijn tijd op de 500
meter, in vergelijking met Dinsdagavond
met 0,9 sec., waarbij hij Manssbarth met dui
delijk verschil versloeg en Wim van dei-
Voort gleed in prachtige stijl over de rechte
einden en in de bochten technisch volmaakt.
Zijn tijd werd 45,7 sec., 0,7 sec. sneller dan
op de eerste avond. Hij liet Franz Offen
berger ruim een seconde achter zich.
Maarse liet dezelfde tijd in het nummer
voor zich afdrukken als op de eerste avond
(45,4 sec.). Sverre Farstad liet weer een voor
treffelijke indruk achter met een tijd van
44,7 sec., waarbij hij het baanrecord van
Carli Wazulik op een halve seconde bena
derde. Anton Huiskes wist zich uitstekend
aan Sverre Farstad op te trekken, maar in
de voorlaatste bocht kwam hij door een mis
slag ten val. Klaarblijkelijk beheerste hij
zijn balans door gebrek aan ijstraining nog
onvoldoende. Door deze val kwam hij op de
500 meter als laatste op de uitslagenlijst te
staan. Een tegenvaller, want anders zou
Nederland meer punten in dit nummer heb
ben verzameld dan Oostenrijk.
Wim van der Voort reed Farstad er uit
op de 1500 meter in de voor deze baan zeer
goede tijd van 2 min. 26 sec., slechts vier
seconden boven het baanrecord van Wazulik.
En Maarse zorgde voor een derde plaats op
deze afstand met de tijd van 2.30, terwijl
Huiskes van Franz Offenberger won en Olst
hoorn de twintigjarige Biel voor zijn reke
ning nam. Zo konden de Nederlanders meer
dan tevreden zijn over deze tweede wed
strijd-avond.
De ploegwedstrijd over zeven kilometer
op verzoek van de Oostenrijkers ingekort
werd door onze landgenoten met een straat
lengte gewonnen.
De uitslagen luiden:
500 meter: 1. Farstad 44,7 sec.; 2. Maarse
ADVERTENTIE
In het Coubertin-stadion heeft de Franse
nationale judo-ploeg een wedstrijd gewonnen
tegen een gemengd Amerikaans team, be
staande uit vertegenwoordigers van Cuba,
Argentinië, en de Ver. Staten. De Franse
judoka's wonnen vier partijen en verloren
er geen. Twee eindigden onbeslist.
De uitslagen waren: Dazzi (Fr.) versl.
Caghile (Am.); Poneert (Fr.) versl. Garcia
(Am.); Courtine (Fr.) versl. Forti (Am.);
Gauguil (Fr.) versl. Kolychkine (Am.);
Parizet (Fr.) onbeslist tegen Hunt (Am.);
Dupre (Fr.) onbeslist tegen Osako (Am.).
45,4; 3. Van der Voort 45,7; 4. Biel 46,1; 5.
Offenberger 46.8; 6. Oltshoorn 47,4; 7. Manns
barth 47,9; 8. Huiskes 56,5 (gevallen).
Oostenrijk 19 punten, Nederland 17 punten.
1500 meter: 1. Van der Voort 2.26; 2. Far
stad 2.28; 3. Maarse 2.30; 4. Mannsbarth
2.30,2; 5. Huiskes 2.30,6; 6. Offenberger 2.31,3;
7. Oltshoorn 2.34,1; 8. Biel 2.36,5.
Oostenrijk 16 punten, Nederland 20 punten.
Ploegwedstrijd over 7000 meter: 1. Neder
land 8 pnt.: 2. Oostenrijk 4 pnt.
Eindstand: Oosten rijk 83'i pnt.; Neder
land 84!2 punt.
Tersoonlijk klassement: 1. Farstad 31 pun
ten (winnaar van de speciale prijs voor de
beste buitenlander); 2. Van der Voort 30Mi
pnt.; 3. Maarse 29 pnt.; 4. Offenberger 22
pnt.; 5. Biel 15% pnt.; 6. Mannsbarth 15 pnt.;
7. Huiskes 13 pnt.; 8. Oltshoorn 12 pnt.
Het ligt in de bedoeling indien de Oosten
rijkse schaatsenrijdersbond en de Koninklijke
Nederlandse Schaatsenrijdersbond te zijner
tijd tot overeenstemming kunnen komen, in
December van het volgende jaar opnieuw
een landenwedstrijd tussen Oostenrijk en
Nederland in Wenen te organiseren. De
Oostenrijkse ploeg zal dan echter uitsluitend
uit Oostenrijkse rijders bestaan, terwijl de
Weense organisatoren vertrouwen, dat Ne
derland dan in zijn sterkste formatie naai
de Oostenrijkse hoofdstad zal komen.
In een buitengewone algemene vergade
ring van de Duitse Schaakbond is München
aangewezen als plaats voor het tournooi van
de eerste Europese zóne (West Europa) dat
in Juni 1954 zal worden gehouden en waar
van de organisatie aan de Duitse Schaakbond
is opgedragen.
Het betreft hier een van de zeven zöne-
tournooien, die in de loop van 1954 zullen
worden gespeeld. Daarop volgt in 1955 het
interzöne-toumooi en in 1956 het candidaten-
tournooi, waarvan de winnaar het recht
krijgt om in 1957 een wedstrijd te spelen om
het wereldkampioenschap tegen de houder
van de titel.
Het vorige candidatentournooi is naar
men weet enkele maanden geleden gewon
nen door de Rus Smyslov, die in Maart of
April 1954 in Moskou de huidige wereld
kampioen Botwinnik zal ontmoeten in een
tweekamp van 24 partijen voor de titel.
Donderdag 17 December zal in Rotterdam
wethouder J. Meertens de eerste stoot doen
bij het hoofdklasse biljartkampioenschap
van Nederland drie banden. Aan dit tournooi,
dat zal duren tot en met 20 December, wordt
deelgenomen door de Rotterdammers Baay,
Popeyus en Teegelaar, de Arnhemmers
Broekhuizen en Dingelman en voorts Metz
uit Den Haag en De Ruyter Jr. uit Waalwijk.
De nationale kampioen 19521953, Swee
ring uit Amsterdam, zal zijn titel moeten
verdedigen.
De wedstrijden worden georganiseerd dooi
de oudste vereniging van de Maasstad, de
biljartvereniging Rotterdam op het dak
terras van het groothandelsgebouw. Er zul
len tribunes, die plaats zullen bieden aan 500
toeschouwers, worden neergezet.
In Algiers is het biljarttournooi begonnen
om het Europees kampioenschap cadre 47/2.
Op de eerste dag won Galmiche (Fr.) van
Chassereau (Fr.) 400, 283, Rudolph (Did.)
van Tiedke (Did.) 400147, Van Hassel
(België) van Vervest (België) 400302 en
Gabriels (België) van Garcia (Spanje) 400
—198.
De houder van de titel, de Duitser Lütge-
hetmann, is wegens ziekte verhinderd aan
dit tournooi deel te nemen.
De overige uitslagen luidden:
Rudolph (Did.)
400
59
43
6.77
Rosselet (Zwits.)
344
59
38
5.83
Galmiche (Fr.)
400
37
87
10.81
Garcia (Sp.)
307
37
73
8.29
Gabriels (B.)
400
22
87
18.18
Vervest (B.)
160
22
36
7.27
Van Hassel (B.)
400
23
111
17.39
Rosselet (Zwits.)
167
23
29
7.20
Rudolph (Did.)
400
25
58
16.—
Chassereau (Fr.)
285
25
47
11.40
ADVERTENTIE
Naar aanleiding van het verzoek van Beb
van Klaveren om weer in de ring te mogen
uitkomen, heeft het dagelijks bestuur van
de NBB bepaald, dat Van Klaveren zich eerst
aan een medisch onderzoek zal moeten
onderwerpen. Daarna zal hij in byzijn van
leden van het hoofdbestuur en van de na
tionale technische commissie een trainïngs-
partij moeten boksen.
Aan de hand van de aldus verkregen ge
gevens zal het hoofdbestuur van de NBB
een beslissing nemen. Intussen is Van Kla
veren reeds in training gegaan, waarbij de
aanwezigen onder de indruk kwamen van
zijn vitaliteit en van zijn boksvorm, die
verrassend goed bleek te zijn voor een
46-jarige.
De Oostenrijkse Skibond heeft besloten
een aantal leden van de nationale skiploeg
naar het buitenland te zenden, omdat in
Oostenrijk door gebrek aan sneeuw niet ge
traind kan worden. De meeste skiërs van het
team, dat over een maand aan grote inter
nationale wedstrijden deel moet nemen, heb
ben tot nu toe in het geheel niet geoefend
en de bond heeft dan ook alle trainings
cursussen stop gezet. Tengevolge van het
ongewoon zachte weer ligt er nagenoeg geen
sneeuw in de bergen.
DENEMARKEN—NOORWEGEN. In
Oslo werd de kwalificatiewedstrijd voor het
wereldkampioenschap zaalhandbal tussen
Denemarken en Noorwegen gespeeld, die in
een 2611 overwinning voor de Denen ein
digde. Bij rust leidde Denemarken met 158.
DUITSLAND—FINLAND. De in Kre-
feld gespeelde ijshockey wedstrijd tussen
Duitsland en Finland werd door de Duitsers
met 5—1 (2—0, 00, 3—1) gewonnen.
ADVERTENTIE
-
Spaamwoud'erstraat 38:40
voor etalages en
decoratieve doeleinden
(Van onze -parlementaire redacteur)
Minister Algera zorgde bij zijn beant
woording van de sprekers over de begro
ting P.T.T. voor aanschouwelijk onderwijs.
Hij had het telefoonboek van het district
Utrecht meegebracht, als voorbeeld van het
15-tal van zulke boeken, dat er komt en
waarvan hij de voordelen aantoonde. Reeds
drie jaar geleden was het stelsel van dis-
tvictstelefoonboeken aangekondigd. Toen
had men daartegen geen bezwaar gemaakt,
zodat het een beetje vreemd was, clat men
nu hiertegen kwam opponeren. Een derge
lijke opmerking maakte hij ten aanzien van
hetgeen vorig jaar omtrent de telefoon
tarieven was aangekondigd.
Tussen de minister en ir. Posthumus
(P. v. d. A.) ontstond nog een kwestie over
het feit, dat gestencilde stukken niet meer
als drukwerk verzonden zullen mogen
worden. De heer Posthumus kwam zelfs
met een motie om op de door hem bedoelde
zendingen het tarief voor nieuwsbladen toe
te passen. De minister vond dit, wegens de
mogelijke consequenties moeilijk aanvaard
baar. Intussen was hij bereid de bedoelde
maatregel niet reeds op 1 Januari te laten
ingaan, maar te wachten tot de behande
ling van de Postwet. Hierna nam de Kamer
o'e P.T.T.-begroting zonder hoofdelijke
stemming aan.
Pensioenwet
Vrij langdurig heeft zij zich hierna met
het wetsvoorstel tot incidentele wijziging
van de Pensioenwet bezig gehouden. Mis
schien wel de allerbelangrijkste bepaling
hiervan was, dat arbeidscontractanten
onder de Pensioenwet zullen komen. Merk
waardig was het standpunt van de heer
Reuter (C.P.N.), die zulks alleen maar
facultatief gesteld had willen zien en ten
slotte, na heel wat kritiek, bereid bleek met
zijn fractiegenoten vóór het ontwerp te
stemmen op grond van de Verbeteringen,
die het zal brengen, echter zonder verant
woordelijkheid te aanvaarden voor wat hij
bedenkelijk in het wetsvoorstel achtte. Na
tuurlijk lieten andere Kamerleden niet na
kenbaar te maken, dat iets dergelijks on-
Wat waren da jongens aan 't werk! Ze leken wel landverhuizers, die in een vreemd
land hun hut bouwden.
Ze kregen er dorst van, maar dat gaf niet; want ze hadden lekkere limonade in hun
flessen. Daar had tante Liezebertlia voor gezorgd.
Ze deden geweldig hun best. Het werk was lang niet gemakkelijk, maar daar zagen
ze niei tegen op. Alle drie waren ze lustig aan 't zagen en timmeren, dat het klonk
door het stille bos. En langzamerhand zagen ze de hut groeien!
„We krijgen 'm misschien wel klaar vóór de avond", meende Rick.
„Ja, we schieten goed op!", zei Bunkie.
Het zou niet zo erg zijn, als ze met het donker nog niet klaar waren, want Pilon had
gezegddat ze die eerste nacht dan in zijn huis konden slapen. Maar toch zouden ze 't
leuk vinden, als ze deze dag al klaar kwamen met het bouwwerk.
En het zag er naar uit, dat dit zou hikken, want steeds verder kwamen ze met het
dichtmaken tussen de drie bomen. Als alles klaar was, zouden ze net 'n mooie ruimte,
hebben, om die weken in te bivakkeren!
Onvermoeid werkten ze voort.
Ze zorgden voor een deur ook; en voor het dak hadden ze van Pilon een stevig stuk
zeildoek gekregen
mogelijk is en dat, wanneer men voorstemt,
men daarvan dan ook ten volle de gevolgen
voor zijn rekening neemt.
Een pijnlijke steen des aanstoots bleek
de bepaling te zijn dat degenen, die metter
tijd gepensionneerd zullen worden en dan
nog inkomsten uit arbeid zouden ontvan
gen, deze niet met het pensioen mogen
cumuleren. Zowel de heren Beemink
(C.H.) en Stapelkamp (A.R.) als de
heer Welter (K.N.P.) keerden zich hier
tegen en vonden dat zulk een i'egeling in
deze tussentijdse wijziging der Pensioen
wet misplaatst was. Laatstgenoemde spre
ker was van oordeel, dat het wetsontwerp
door deze bepaling, die hij laag bij de
gronds en kleinburgerlijk noemde, ontsierd
werd. Dit stamde volgens hem uit de tijd,
toen de heer De Geer eens opmerkte:
„Mijn bier wordt zuur als mijn buurman
champagne drinkt." Zo iets was niet meer
van deze tijd. Vermakelijk was het toen
deze afgevaardigde minister Beel uitnodig
de, een volslagen onbegrijpelijke tirade uit
de stukken in begrijpelijk Nederlands te
vertalen en de minister ronduit erkende
zelf ook niet te weten wat er bedoeld was.
Inmiddels was het hem door ambtelijke
voorlichting mogelijk gemaakt de heer
Welter in gewone en niet in stadhuistaal
uit te leggen, wat de door hem bedoelde
passage inhield.
De minister ontkende, dat er in de tus
sentijdse regeling een nieuw element met
betrekking tot de cumulatiebeperking was
opgenomen, want in andere Pensioenwet
ten komt iets dergelijks reeds voor. Intus
sen verklaarde hij zich bereid, de zaak van
de cumulatie-beperkende bepalingen nog
eens in studie te doen nemen.
Schoon morrend zij voelden zich
enigermate in een dwangpositie, aangezien
het er om ging de wijzigingen van de Pen
sioenwet met 1 Januari rechtskracht te
doen krijgen namen ook de bezwaarde
afgevaardigden tenslotte geen stelling tegen
het wetsontwerp, dat er zonder hoofdelijke
stemming doorging. Daarna besteedde men
nog een uur aan Sociale Zaken, waarna in
de avondvergadering de behandeling van
de begroting van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen werd voortgezet.
Onderwijs
Een groot deel van de avondvergadering
werd in beslag genomen door vier sprekers
van de K.V.P.-fractie.
Van hen hield magister dr. Stokman
zich met de verhouding tussen bijzonder en
openbaar onderwijs bezig.
De heer Engelbertink besteedde
aandacht aan het nijverheidsonderwijs
D r. Lucas besprak het vraagstuk van
de leraren-salarissen.
Minister Cals, erkentelijk voor de
welwillende woorden, vooral van de zij de
van de V.V.D. en ook door de heer Peters
(K.V.P.), tot hem gesproken, kon prof.
Lemaire (K.N.P.) verzekeren, dat men al
lang bezig is met een onderzoek naar de
efficiency op zijn departement. Dit achtte
hij geenszins overbodig, als men bedenkt
dat er 350.000 correspondentiestukken per
jaar op het ministerie binnenkomen.
Critiek op Utrechts congres
Minister Cals nam op scherpe wijze stel
ling tegen de critiek, welke op het onlangs
in Utrecht gehouden congres op hem en
zijn departement is geoefend.
„Ik zou het demonstratieve congres in
Utrecht graag hebben bijgewoond," aldus
de minister, „maar de manier, waarop dit
congres vanwege de verantwoordelijke
onderwijsorganisaties is aangekondigd,
maakte mij zulks onmogelijk. De regering
kan zich op een congres niet ter verant
woording laten roepen. Het spijt mij zo
vervolgde de minister dat zij, die beter
kunnen weten, een voorstelling van zaken
hebben gegeven alsof de opeenvolgende
ministers van O. K. en W. zich als sphynxen
hebben gedragen en pas in beweging
komen, wanneer een menigte, in demon
stratieve vergadering bijeen, termen als
„onderwijzersstaking" bezigt. Ik heb het
verslag van wat er in Utrecht is gesproken
Minister Cals, die een geestig man is en
zeer slagvaardig, heeft in de Tweede
Kamer, sprekende over de organisatie
van zijn departement, ook de aanstel
ling van vijf directeuren voor belang
rijke afdelingen besproken. Zij worden
genummerd met Romeinse cijfers, ter
onderscheiding van andere directeuren,
die met Arabische cijfers worden ge
nummerd.
„Maar, zo verklaarde de minister, de
Arabieren hebben de Romeinen inmid
dels verslagen. De Romeinen zijn zelfs
Arabieren geworden, zij het hooggeklas-
seerde Arabieren".
ontvangen en ik moet daaruit wel de con
clusie trekken, dat de voorlichting bij die
gelegenheid wel zeer in gebreke is gebleven.
De wijze, waarop men daar deze zaak heeft
getracteerd is er op gericht geweest, in het
land met betrekking tot de regering de in
druk te vestigen van een volkomen gebrek
aan verantwoordelijkheid. De minister van
onderwijs draagt niet alleen kennis van de
onderwijsverslagen, hij is ook een mens. Ik
kom zelf uit een onderwijsgezin," aldus mr.
Cals. „Drie van mijn familieleden staan
voor de klas en mijn kinderen zitten in te
dicht bevolkte klassen. Zou ik daartegen
over onverschillig staan?"
In 1953 is er voor 110 millioen gulden,
dit is 33 millioen boven de oorspronkelijke
raming, voor scholenbouw gebruikt. Aan
genomen mag worden, dat in 1955 de ach
terstand in scholenbouw zal zijn ingehaald.
De minister deelde tenslotte nog mede,
dat het overleg over de onderwijzers in
militaire dienst wordt voortgezet. Even
eens worden de pogingen om tot een rege
ling te geraken met betrekking tot de fic
tieve diensttijd voortgezet. Binnenkort is
een mededeling te verwachten over de ver
hoging der studietoelagen. De afschaffing
van de classificatie mag echter niet los
worden gezien van het gehele probleem.
Met betrekking tot de salarissen heeft
de minister nog medegedeeld, dat een
wijziging van het bezoldigingsbesluit
voor hooglerai-en gereed is. Met in
gang van 1 Januari 1954 zal het maxi
mum salaris van hoogleraren, met in
begrip van de 5 procent, op 17.000
worden gebracht. Het salaris, waar
voor terugwerkende kracht geldt tot
1 Januari 1953, zal 16.200 bedragen.
Vandaag gaat de Kamer verder met de
behandeling van de begroting van Sociale
Zaken, waarmede gistermiddag een begin
werd gemaakt. In de avondvergadering van
heden zal minister Zijlstra zijn gasbeleid
verdedigen.
Rotterdams Toneel
In een Dinsdag gehouden vergadering
van de stichting Rotterdams toneel heeft
Frits van Dijk het bestuur verzocht hem
per 1 Januari ontslag te willen verlenen
als directeur van het Rotterdams toneel.
Het is alleen zijn bedoeling, aldus deelde
het bestuur ons desgevraagd mede, hem
te ontheffen van genoemde functie, want
Frits van Dijk wil als acteur en regisseur
aan het gezelschap verbonden blijven.
De heer Van Dijk zou tot deze stap ge
komen zijn, aldus het bestuur, naar aan
leiding van een uitlating van de wethouder
van Onderwijs en Volksontwikkeling te
Rotterdam tijdens de begrotingsdebatten
over de leiding van het gezelschap. Con
tractueel is de heer Van Dijk tot September
1954 gebonden.
Het bestuur heeft hem echter verzocht
zijn ontslag per 1 Februari te vragen, om
dat er dan nog tijd zal zijn over de kwestie
van gedachten te wisselen. Afgescheiden
daarvan, zo deelde men ons nog mede, zal
zijn verzoek nog in een bestuursvergade
ring moeten woi-den behandeld.
ADVERTENTIE
SCHOENCRÈME - WRIJFWAS
KOPERPOETS
15)
„Lieve kind, het is misschien wel een
beetje gek dat ik meegekomen ben, maar
nu ik het schip gezien heb weet ik het
eerst goed dat je straks duizenden kilome
ters ver weg zult zitten. Als ik je alleen
maar het tuinpad had zien aflopen, dan
had ik me waarschijnlijk wijs gemaakt dat
je over een paar weken weer thuis zou
zijn. Nu kan ik mezelf niet meer voor de
gek houden!" Mevrouw Combe keek vol
vertrouwen op naar de hoge dekken van
het schip. Het scheen haar toe dat de twee
ouderwetse, hoge pijpen tot ver in de he
mel reikten.
„Moeder, de jongens zouden je het nóóoit
vergeven hebben als je rustig thuis was
blijven zitten!"
Rosemary wees lachend in de richting
van haar broers, die zo dicht mogelijk bij
de loopplank stonden. Met opgetogen
vreugde keken zij naar het schip.
Dit heb ik aan Gavin's zorg te danken,
bedacht Rosemary. Hij toch had haar drie
pasjes voor de kade gegeven, zodat haar
moeder en broers niet ergens verweg hoef
den te blijven staan. Natuurlijk, als assis
tent-toneelmeester was ze het gewend er
voor te zorgen dat ook de kleinste dingen
in orde waren, maar toch had ze Gavin's
geste erg op prijs gesteld.
Roger en Tony waren zó getroffen door
het in hun ogen reusachtig grote schip, dat
ze, wonder boven wonder, sprakeloos wa
ren. Roger was aan 't bedenken hoe hij
het aan zou moeten leggen om even een
kijkje in de machinekamer te kunnen ne
men en Tony vroeg zich af of de twee
lingen even meisjesachtig waren als ze er
uit zagen.
„Alleen passagiers mogen aan deze kant
van het hek staan, willen bezoekei's zich
verwijderen?" Een politie officier riep dit
met luide stem om; de bokken moesten
van de schapen gescheiden worden.
„U mag zo dadelijk enkele minuten
aan boord gaan, als de passagiers inge
scheept zijn", zei een vertegenwoordiger
van de scheepvaartmaatschappij tot me
vrouw Combe, toen zij angstig geïnfor
meerd had of ze al afscheid moest nemen.
Rosemary's moeder kon het maar nauwe
lijks verkroppen, dat haar dochter daar
ginder in een stroom van passagiers werd
opgenomen, en dat zij achter dat hoge hek
moest blijven staan.
„Ik zie je zo dadelijk weer, moeder",
riep Rosemary haar moeder opgewekt toe.
Zoals ze daar stond in haar nieuwe, gelig
getinte jas, de haren wapperend in de
wind en met een gloednieuw paspoort in
haar hand, leek ze verbluffend jong. Zo nu
en dan keek ze even tersluiks naar de
lelijke foto van haar in het blauwe boekje.
Het paspoort kraakte nog van nieuwigheid
en rook sterk naar lijm De controle door
de douane en de andere functionarissen
scheen Rosemary eindeloos toe. Bonkaar
ten moesten zelfs ingeleverd worden!
Voor zichzelf vond Rosemary dit alles
niet erg; enkele meters voor haar stonden
Val, die gehuld was in een dikke tweed
jas, en Cornelia. Rosemary zou er zich
mee vergenoegd hebben hen rustig gade te
slaan, maar nu haar moeder daar beneden
op de kade wachtte, was het een geheel
andere zaak, ze werd zelfs ongeduldig.
Kwam er nu helemaal geen schot is? Me
vrouw Combe's hart was niet meer zo
goed, dat ze lang kon staanHet was
een hele opluchting voor haar, toen ze
Gavin zag. Ze vertelde hem wat ze op het
hart had.
„Denk je dat hier ergens een stoel te
vinden zou zijn?"
„Ik zal eens kijken; maak je overigens
geen zorgen, lieve kind. Je moeder is ver
standig genoeg. Als ze voelt, dat ze moe
wordt, zal ze wel een koffer of zo iets
vinden om op te gaan zitten".
Maar toch was ze blij, toen ze zag dat
Gavin zich door de lange sliert mensen
een weg baande in de richting van me
vrouw Combe en haar zoons. Het kwam
niet in haar op, dat hij weer héél wat tijd
nodig zou hebben om zijn plaats in de
lange rij wachtenden in te nemen. En de
douane zou wel rustig de tijd nemen om
de omvangriike toneelbagage, waar Gavin
toezicht op hield, te onderzoeken. Gavin
was echter gewend aan de egoïstische aard
van toneelspelers en hij had een te gelijk
matig humeur om het tijdverlies erg zwaar
op te nemen. Hij voelde zich trouwens
aangenaam gestreeld door Rosemary's ver
trouwen in hem. Ze dacht blijkbaar dat
hij voor iedere netelige kwestie wel een
oplossing wist te vinden.
Hij vond in het douanegebouw geen stoe
len, maar wel een klein bank, waarop
nog een plaatsje vrij was. Mevrouw
Combe ging met een zucht van verlichting
zitten en glimlachte Gavin dankbaar toe.
„Mijiheer Logan, denkt u dat er een
kans is om even in de machinekamer te
kijken?", vroeg Roger.
„Ik heb er een hard hoofd in", ant
woordde Gavin opgewekt, „maar we zullen
zien of de tweeling wat kan bereiken".
„Wat? Zij? Die pap-jongetjes?" Tony's
stem klonk geringschattend. Hij kon niet
geloven dat zulke kleine, fijngebouwde
en meisjesachtige jongetjes, als Johnny en
Alan Burley, iets konden doen dat de
moeite waard was.
„Dat zijn helemaal geen pap-jongetjes,
't zijn duivels", zei Gavin grinnekend en
hij liep weer naar de lange rij passagiers.
Even later drong het tot Rosemary door,
dat er niemand was gekomen om van
Gavin afscheid te nemen.
„Ik heb de laatste tijd al meer dan ge
noeg te doen gehad om óók nog van mijn
familie afscheid te kunnen nemen. En je
moet niet uitvlakken dat ze helemaal in
het Noorden van Schotland wonen; 't zou
me een reisje geweest zijn! Daarom zijn
ze ook niet naar hier gekomen. Het zou
toch te gek zijn om honderden kilometers
te gaan reizen, alleen maar om bij het ver
trek van de „Zuider Ster" een traan te
plengen!", beantwoordde Gavin een desbe
treffende vraag van Rosemary. Ze had er
geen idee van of hij nu gesproken had
over zijn ouders, zijn broers of zusters of
misschien over zijn vrouw en kinderen.
Gavin's privé-leven was en bleef voor
haar een gesloten boek.
Later, toen Rosemary's moeder met be
traande ogen naar de „Zuider Ster" op-
blikte, begreep ze pas goed wat Gavin be
doeld had. Mevrouw Combe was speciaal
naar Southampton gekomen om haar jon
gens een uitje te bezorgen. Ze had al lang
aangevoeld dat het afscheid nemen van
haar dochter daar op de kade, als het
schip langzaam wegvaren zou, waarschijn
lijk net iets te veel voor haar ontvankelijk
gemoed zou zijn. Haar tranen kon ze niet
terugdringen
Later, als ik weer eens op reis ga, zei
Rosemary tot zichzelf, moet mijn moeder
maar niet meer komen; geen afsoheidstra-
nen op stations en kades!
Deze gedachten kwamen pas een uur la
ter in haar op. Nu was ze zo juist de
douane gepasseerd en waren ook de aller
laatste passagiers de loopplank opgegaan,
waarna de hele groep wegbrengers aan
boord was toegelaten. Wit gejaste ste
wards namen de handbagage op en brach
ten de leden van Herrick's troep naar hun
hutten. De officieren liepen in witte uni
formen rond, hetgeen een tropische sfeer
schiep. De zon brandde dan ook fel, en het
was gloeiend heet.
Aan de andere zijde van het schip was
een prachtig uitzicht over het brede wa
ter; vele schepen voeren langzaam de
haven in of uit; grote Oceaanstomers,
waarbij de „Zuider Ster" maar een klein
scheepje leek, een lichte kruiser en tal van
vrachtschepen. He1 was een prachtig en
imponerend gezicht!
„Daar gaat de „Queen Elisabeth", zei
één van de jongere officieren tot Roger en
Tony, die opgetogen waren.
„Moeder, ik ga later naar zee!" riep
Tony enthousiast uit.
„Zouden we de machinekamer even mo
gen zien?", vroeg Roger de jonge officier
smekend. Hij wilde toch zo graag zonder
hulp van de tweelingen zijn doel berei
ken
„Dat weet ik niet't is feitelijk ver
boden
Het officiertje, dat maar één streep op
de mouw had, keek twijfelachtig. Toen hij
echter voor de tweede keer Rosemary aan
gekeken had, zei hij: „Als jullie met me
meelopen, zal ik jullie bij de trap brengen.
(Wordt vervolgd).