Vlaardingens verval een
teken aan IJmuidwand
Chef en patissier hebben geen tijd
om Oud en Nieuw te vieren
r
Joh. Meyer en Zoon
Bij Assumburglag vroeger
het kasteel Oud Haerlem
Agenda voor
Velsen
Een visserij werd „topzwaar"
en een stad kwijnde weg
H
Overdenkingen bij een scriptie
Tussen keuken en eetzaal
D
H
Nooit ten volle
vissersreservoir
AUTOVERHUUR
Bel 5050
Economische depressie:
ineenstorting
Drie gevaren
Te veel nevenbedrijf
Levensstijl
Badhuis Santpoort nog
niet open
Funderingsresten uit de lucht zichtbaar
THALIA
VJS in „Aneta"
DONDERDAG 31 DECEMBER 1953
9
A LS EEN „MENE, MENE TEKEL" een teken aan de wand voor elke vis-
sersplaats, die zichzelf respecteert en haar diepste wezen wil handhaven
om het water te kunnen blijven bezien als de voornaamste bron van welstand,
heeft een jonge Vlaardinger, de heer J. Poot, in een uitvoerige sociografische
studie van de haringvisserij zijn meningen gegeven over ontstaan en verval
van deze visserij, meer speciaal weliswaar in Vlaardingen, maar in principe
van een wijdere strekking. Want op vele punten komt hij tot conclusies, die
zonder enig bezwaar „vertaald" kunnen worden voor IJmuiden en die dan
dezelfde waarschuwende klank gaan krijgen. Waar Vlaardingen de weg naar
het verval al gevonden heeft, staat IJmuiden bij de wegwijzer, waar Vlaar
dingen een verstilde havenkom met een aantal „haringfietsen" overhield, heeft
IJmuiden een nóg bedrijvige vissershaven. Maar waar Vlaardingen voorging,
zou IJmuiden heel wel kunnen volgen.
Liggen of lagen echter de papieren voor Vlaardingen niet onverdeeld gunstig?
Was Vlaèring in de jaren 1920—30 niet de belangrijkste Nederlandse aanvoer
en handelsplaats van haring? Beschikte de stad aan de Waterweg niet vanouds
over een prachtige, altijd bereikbare haven en een uitstekende technische outil
lage? En kan Scheveningen, dat op het ogenblik zijn Zuidelijker gelegen
broederstad verre voorbijstreeft, daar ook op bogen? Om van Katwijk, dat
helemaal geen haven heeft, maar niettemin de tweede vissersplaats van Neder
land is geworden, maar niet eens te reppen. De vragen stellen ,is ze beant
woorden: inderdaad, Vlaardingen heeft de „natuurlijke" en „historische" winden
mee gehad. Volop in de zeilen, zodat de fok jaren lang te loever heeft gestaan.
Vanwaar dan dit snelle, haast beklemmende verval van dit stadje, dat nog
slechts droomt van de goede jaren van weleer en geen kansen meer ziet in de
visserij, die het groot hebben gemaakt?
"|~~^E industrie, die zicht aan weerskanten
van de Nieuwe Waterweg heeft ge
nesteld en het beeld van dat oude land
volledig veranderen kon, zou er schuld aan
kunnen zijn: immers de behoefte aan ar
beidskrachten zette de vissersbevolking
voor de keus tussen twee middelen van
bestaan, waarvan de industrie een betere
economische ondergrond verschafte dan
het kansspel van de visserij. Het is echter
de vraag, of deze industrialisatie de Vlaar-
dingse visserij te gronde heeft gericht. Het
is de vraag, of de oorzaak niet veel eerder
moet worden gezocht in het topzwaar wor
den van een bedrijf, dat daardoor „ge
kanteld" is in de richting van de handel
en zijn varend materiaal niet die aandacht
wijdde, die het nodig heeft om „bij" te
blijven.
Als reservoir voor de vissersbevolking
rol, die Katwijk en Egmond zo duidelijk en
zo goed vervullen zonder nochtans over een
haven te beschikken heeft Vlaardingen
nimmer geheel kunnen dienen. Niet meer
dan de helft van de bemanningen der log
gers bestond al sinds onheuglijke tijden uit
dat ondanks de eerdere mechanisatie van
£VEN bezijden het grijze water
van de Nieuwe Waterweg, dat
al trager naar de hoek stroomt, die
de Hoek van Holland heet, steekt
een fijn gemodelleerd torentje om
hoog. Het torentje van Vlaardingen.
Ge hebt Schiedam achter u en Rot
terdam en al dat groot geweld van
rekkende kranen en schepen op wier
huid het felle violet, van de las-appa
raten huivert. De zoom van het land
aan de Noorderoever is weer een
dijk geworden en geen kranenbos
meer. Er is weer plaats voor een
torentje gekomen. Hier Vlaardingen,
ginds Maassluis.
Aan de overzijde is het zover nog
niet, want daar groeide het verwar
rend lijnenspel van de olie-industrie
tot aan het water en daar brandt ook
de eeuwige vlam van de olieraffi
naderijen.
Vroeger was dat torentje van Vlaè
ring een erkend baken voor visser
man en landrot beide, maar voor de
laatste het allermeest. Want daarop
kon hij lezen, dat er een bodem, mei
zilver beladen naar huis toe voer
een logger, terugkomend, van de
ooorjaars- of zomer visserij. Als zo'n
volbetuigdc visserman aan de kim
ADVERTENTIE
IJ5SELSTR AAT 49 - IJMUIDEN
Wij wensen cliëntèle en relaties een voor
spoedig Nieuwjaar.
BURGERLIJKE STAND
GEBOREN: G. StamBorsch. z„ Regge-
straat 14. IJmuiden; A. van der DoeKoops,
d„ Stolstraat 5. IJmuiden-O.; C. A. M. de
Haasde Jong. d„ Eksterlaan 31, IJmuiden-
Oost: J. BöeklingOphuijsen, d., Grote Hout
of Koningsweg 30, Velsen-N.; A. Berghuis
van der Wal. d.. P. C. Hooftlaan 33, Drie
huis: F. A. BosscherArisz, z„ Paramaribo-
straat 18, Santpoort; M. BrouwerHaring,
z,. Zanderstraat 4. IJmuiden-O.; C. G. Olgers
Verzijlenberg. z„ Curagaostraat 34. Sant
poort; G. M. HoltGroot, d., Kortenaerstraat
10. IJmuiden-O.; B. J. Jak—Neugebauer, d„
Hagelingerweg 11, Santpoort; K. van den
OeverHaasnoot, d.. Burgemeester Rambon-
netlaan 18, IJmuiden: L. W. HarmsBroek.
d„ Bik en Arnoldkade 39, IJmuiden; G.
ZeeuwBreggeman. z., Tussenbeeksweg 48,
IJmuiden-O.; K. J. Kesler—Koning, z„
Meeuwenlaan 50, ÏJmuiden-O.; J. M. van der
Duinde Looff, d., Curagaostraat 48, Sant
poort.
OVERLEDEN: B. van Doom. 2 mnd.. d. van
A. van Doorn en W. M. Jasperse, Plancius-
straat 71, IJmuiden-O.; G. Knap, oud 81 j„
weduwe van G. Rol, Tulpenlaan 12 b, Be
verwijk; M. Rietdijk, oud 73 j.. echtgenote
van C. van der Valk. Huygensstraat 16.
IJmuiden; W. M. C. Paters, oud 54 j.. echt
genote van J. Kalkman, Jacob van Heems
kerkstraat 17, IJmuiden.
ET is vanavond warmer dan anders in de keuken van Duin en Kruidberg.
Wilhelm C'ornelis Borawitz, de patissier, heeft al eens een paar keer zijn
de Vlaardingse vloot, die de stoomfiets veel^verscheen, dan ging er de bal. op in jj witte muts wat verder achterover gezet, maar het blijft warm. De fornuizen
vlaardingen. De bal dat. was ha-j hebben op volle kracht gebrand. Uit de eetzaal tinkelt echter het eetgerei en
ring in hel land. dal was cru logger l1C[ g]as ten teken, dat ze niet om niet zijn opgestookt op deze Oudejaarsavond.
vroeger invoerde clan Scheveningen. waar
men lang met primitieve schepen heeft ge
vist. Wellicht staat daar tegenover, dat
Scheveningen zijn vloot liet moderniseren jj— dan was hel hollen voor de binders 8 Zo. Wilhelm Borawitz kan er even bij gaan zitten. Het jaar loopt af en het
on ppn moment dat Hp ppnnnmicrhp pricic Rrvru /iet ■Hnrt'yr. nnnr ttt> ,v/i!>iiw>rc. i. ri i ir\m i' 1 i.t p...
op een moment, dat de economische crisis
op het punt van uitbreken stond, zodat
deze plaats toen beter gewapend was dan
Vlaardingen.
Om nu en de lezer moet ons vergeven
als wij de heer Poot in zijn belangwekkend
betoog even blijven volgen de diepere
gronden van het verval van de Vlaardingse
visserij te vinden, heeft de heer Poot de
theorie van de socioloog Arnold J. Toynbee
er bij gehaald en er bleken enige over
eenkomsten te bestaan tussen de opkomst
en het verval van beschavingen en die van I
vissersplaatsen.
Toynbee verkondigt namelijk de door
velen aangevochten stelling
schavingen ontstaan uit
een economische teruggang
oorzaken; de ongunstige omstandigheden
kunnen een uitdaging vormen en wanneer
men deze theorie op de geschiedenis van
Vlaardingen gaat overbrengen komen er
drie „uitdagingen" aan het licht: dc op
heffing van het haringkaakmonopolie, de
•van het stadje naar dc schippers
vrouw. wier man op dat schip naar
dc behouder, kant stevende. Want jij
Veie het eerst kwam als kleine Vluar-'i
5.dinger om aan te zeggen, dat de i5
8schipper en zijn manschap op huis
pan kwamen kon verzekerd zijn van 5
Seen handvol geld of een volle mond 8
hnet suikerwerk.
We bal gaat niet meer
werk, dat dit aflopende 1953 op zijn laatste dag met zich bracht, ook. Straks
begint de eetzaal aan de entrements en dan gaat het twaalf keer „bang" uit
O 'O
de staande klok en dan is er een nieuw jaar begonnen. Met een Nieuwjaarsdag
en Pasen en Pinkster en al die dagen, die dc vuren in de keuken weer hoog
op zullen doen vlammen om het wild en de pasteien klaar te krijgen voor het
damast van de eetzaal.
Wilhelm Borawitz is een Pool van origine, maar dat is hem niet aan te zien,
want tenslotte wonen de Borawitzen al jaren in Nederland. Vader sloeg cle
jj' pauken in het Utrechts Stedelijk Orkest met de behendigheid, die de geboren
°P- ;3paukenist verraadt.
plr hcringloggcrs kunnen zich ter- j ]n veertig jaar heeft Wilhelm die wel iets van zijn artistieke vader erfde
ilnauwcrnooc een weg meer vinden geen Oudejaarsavond thuis gevierd en het interesseert hem eigenlijk al niet eens
telling, dat de be- door. het gewoel var tankers en j meer.
lit de prikkels, die piepers, oceaanstomers rn ferry- 81 Chef-dc-cuisine G
d tootjes. Eer. nieuwe Vlaardinger padsoep en sninpc
Vlaardingers, de rest was „import". Tij- aanleg van de haven van Scheveningen en j
.1. j-no afyptmftpiliiknPnpn na rlp pprsfp wprnlrl-
dens de jaren van de grootste expansie van
het visserijbedrijf, tussen 1913 en 1916,
trad echter het gevoeligste personeelstekort
op. De bemanningen bestonden in die
jaren uit niet meer dan 40 percent Vlaar
dingers. De slechtste jaren daarentegen
laten de beste personeelsbezetting uit de
eigen plaats zien.
Dat zou er dus op wijzen, dat de eigen
toestand van de visserij van invloed is ge
weest op de omvang van de vissersbevol
king en niet andersom. Een bijkomend in
teressant verschijnsel is, dat het Vlaar
dingse kader heel goed vertegenwoordigd
was en altijd is geweest; zo goed als alle
schippers en stuurlui zijn vanouds Vlaar
dingers en dat zou er dus op wijzen, dat
het verval van de visserij zeker niet ligt
aan gebrek aan animo van de zijde van
het kader. De jeugd echter heeft maar
heel gedeeltelijk in de behoeften aan op
varenden van de vloot kunnen voorzien.
En aangezien na 1920 de jeugd zich in toe
nemende mate van het bedrijf heeft afge
wend zou hier een oorzaak kunnen liggen.
Gezien het feit dat de verdringing van
de visserij door de industrie vrij algemeen
wordt aangenomen en er meestal met na
druk op wordt gewezen, dat plaatsen als
Katwijk en Scheveningen, die aan in
dustrialisatie zijn ontkomen een vrij ho
mogene vissersbevolking hebben behouden,
heeft de heer Poot het verloop van de
vissersbevolking in Scheveningen en Kat
wijk eveneens aan een onderzoek onder
worpen. Hij kwam daarbij tot de slotsom,
dat de afneming van de vissersbevolking
voor Scheveningen niet wezenlijk heelt
verschild met de Vlaardingse sterker
nog: tijdens de opbloei der industrieën
rond Vlaardingen ontvielen er meer Sche-
veningers aan het bedrijf dan Vlaardingers.
VOLGENS hem zal de oorzaak dus elders
gezocht moeten worden. Hij erkent
daarbij, dat Vlaardingen al vroeg om-
steeks 1870 zijn voorsprong aan Scheve
ningen heeft moeten afstaan. En de plaats
heeft niet de kans gezien de hegemonie van
weieer terug te veroveren. De econo
mische depressie rond de dertiger jaren
gaf. Vlaardingen een zo zware duw, dat
er sprake was van een ineenstorting. En
De heer J. Poot onderkent in zijn zo
belangwekkende scriptie over de oor
zaken van het verval van de haring
visserij te Vlaardingen drie gevaren.
Drie gevaren, die mutatis mutandis voor
elke vissersplaats gelden en derhalve in
hun algemeenheid zoals ook het hele
betoog van deze jonge Vlaardinger voor
„algemeen gebruik" geschikt is gel
den, zijn volgens hem:
1.het ontbreken van een eenzijdige
structuur van een vissersplaats en de
daaraan verbonden consequenties voor
het voortbestaan der visserij. De basis
moet gevormd worden, door een naar
verhouding sterke vissersbevolking.
2. Een te sterke ontwikkeling van de
aanvoer en handelsfunctie, die slechts
als nevenfuncties van de vis
serij te beschouwen zijn.
3. Het ontbreken van een eigen levens
stijl in het bizonder een verkeerde
instelling van de reders voor een ge
zonde ontwikkeling van de plaatse
lijke visserij.
de afzetmoeilijkheden na de eerste wereld
oorlog.
De eerste twee waren voor Vlaardingen
niet sterk genoeg en werden niet beant
woord een deel van dc Toynbee-
theorie meent namelijk, dat dergelijke
prikkels noch te sterk, noch te zwak mogen
zijn om een bepaalde reactie uit te lokken
en de derde was te krachtig. Vlaardingen
kromp zijn vloot in. De zcilloggers ver
dwenen naar Scheveningen of Katwijk en
de stoomschepen verdwenen een voor een
naar de kant of de sloper.
Waar Scheveningen echter veel sterker
reageerde op de „uitdagingen" is de vraag
gewettigd, of er bepaalde structuurver
schillen tussen de beide havens aan te wij
zen zijn, die deze afwijkende reacties aan
vaardbaar maken.
En dan komen we tot de kern van dit
betoog, dat een waarschuwing mag heten:
de nevenbedrijven der visserij hebben zich
in Vlaardingen sterk uitgebreid en de han
del werd er oppermachtig.
Als werkgelegenheid bijvoorbeeld waren
de nevenbedrijven van veel groter belang
dan de visserij zelf en in Scheveningen
wat dat net andersom.
In Scheveningen was de basis breed, in
Vlaardingen daarentegen de top.
En het accent viel in Vlaardingen op de
handelspositie, waarbij de ontwikkeling
der vissersbevolking achter bleef.
Wanneer de heer Poot in zijn verder
betoog tot de conclusie komt. dat er een
bepaald verschil in levensstijl is aan te
wijzen tussen de beide vergeleken plaat
sen, zijn wij dat ten volle met hem eens.
Dat de Vlaardingse reders meer rationa
listisch ingesteld zouden zijn in de dagen,
waarop het keerpunt voor Vlaardingen
naar het verval wees, kan eveneens nog
aanvaard worden, maar dat er dienten
gevolge geen saamhorigheidsgevoel tussen
reders en vissers bestond in Vlaardingen
moge betwijfeld worden: ettelijke voor
beelden uit de recente historie hebben
anders geleerd.
De lieer Poot echter heeft gelijk, als
hij beweert, dat dc Vlaardingse visserij
geen gemeenschap vormde in de ideale
zins des woords. Eerder een „gezel
schap", een gezelschap dan met een
sterk rationalistische inslag. Schevenin
gen was wat zijn structuur betreft in
wezen veel gevarieerder en liet daar
door ook meer vrijheid toe in de ver
houding reders-vissers. „Scheveningen
klonterde onder moeilijke omstandig
heden duidelijk meer samen".
Wanneer wij deze uiteenzetting op
onze beurt trachten over te hevelen,
naar het „geval" IJmuiden, dan liggen
er duidelijke paralellen. Ook IJmuiden
gaat mank aan deze verbondenheid, die
een plaats als Vlaardingen met een toch
veel sterkere historische ondergrond en
een veel steviger traditie niet heeft
kunnen opbrengen.
En het zal wellicht goed zijn deze
dingen in de jacht, der dagen te over
denken. Vlaardingens verval zou dat
schip op het strand kunnen zijn, dat
voor anderen een baken in zee kan
worden.
ui - v
Sneeft sinds lang nwt dat grijze water g
8 van de Waterwee lot een wit ge-
3vlekte stfi. geduwd. Weerom is
tylot Vlaardingen zo vervallen in een
paar decennia?
diet antwoord ov deze vraae is ae-
j r
vgeven m een scriptie van de jonge
Wlaardingcr J. Pret. Dit verhaal
jwordt op deze plaats te gereder in
bewerkte vorm weergegeven, omdat
met een teken aan de wand is voor
dj minden een haven immers. die
look de vloot dreigt te verwaarlozen
'en voordele van de afzetseclor, de
ijhandel dus.
De herstelwerkzaamheden aan net bad
huis „Spaarnberg" aan de Wüstelaan ver
gen meer tijd, dan dat oorspronkelijk voor
zien was. Men had gedacht het begin Ja
nuari weer open te kunnen stellen voor het
nemen van stort- en kuipbaden, doch dit
blijkt niet mogelijk te zijn.
Gerrit de Vries evenmin. Hij staat boven de. diep-oranje schild
padsoep en snippert er nog een snuifje, een héél klein snippertje thijm in.
Ober Van der Pijl rekent niet zozeer in pasteien en soepen als wel in uren van
de avond. Tien uur souper elf uur champignons met ecu Veuve Cliquot. de
champagne, die Frankrijk in een gouden of zilveren halskap de wereld
rond stuurt. Twaalf uur: even stil. Dan Nieuwjaarsdag. Pasen Pinkster
de zomerdrukte. ,i
De patissier, de chef-de-cuisine en de
ober kunnen zich niet meer herinneren,
hoe het is een Oudejaarsavond thuis door
te brengen. Ze zijn tezamen ai een slordig
eeuwtje in het bedrijf en dan telt één
avond meer of minder werken niet meer
mee.
Werken?
i Ach, eigenlijk is het geen werken, het is
een voorzichtig en betoverend spel, dat in
de keuken en in de eetzaal wordt gespeeld.
Een spel met kruiden en gasvlammen, met
temperatuur en bladerdeeg hier, met men
sen ginds, die voor deze avond samenge
komen zijn in het grote hotel om er wat
verdriet te vergeten, om een huis zonder
de kinderen te ontvluchten, of om alleen
maar eens lekker te eten.
AT laatste züllen ze allemaal, daar
ADVERTENTIE
MAATKLEERM AKERS
DAMES- EN HERENMODES
Kcnnemerlaan 36 Tel. 4453 - IJmuiden
p. f.
Cornel is Borawitz borg voor. De ene als
een welgedane waker over de hele keuken,
de ander als de-onovertroffen goochelaar
met pasteien en gebak. Vanavond zullen
ze weer verscheidene eigenaardigheden
van de mensen in de eetzaal ontmoeten,
eigenaardigheden, die ze elk jaar ontmoet
hebben. De familie van de Sole Normand
is er weer. Dus Sole Normand in de keu
ken. Normandische Tong kan ook, maar
dat klinkt niet zo, al komt de tong dan ook
van een Hollandse kotter en een IJmui-
dense handelaar. En dan komt er een spe
ciaal wijnsausje over, een specialiteit van
het huis. Gerrit de Vries kan daar hele
maal in op gaan.
Dichtbij het bekende kasteel „Assumburg" in Heemskerk, dat ook nu nog in binnen-
en buitenland bekendheid geniet om zijn gastvrijheid het werd immers in 1933 als
jeugdherberg ingericht heeft eens een tweede slot gestaan. Het was de stevige
burcht „Oud Haerlem". Enige tijd geleden maakte de K.L.M. luchtfoto's van Ken-
nemerland en op enkele opnamen van Heemskerk werden de contouren van het
voormalige slot in het landschap opgemerkt.
Er is maar weinig overgebleven van de
oude glorie van dit roemrijke kasteel, dat
eens een schakel vormde in de reeks van
versterkte burchten, welke de invallen van
de Westfriezen in Holland moesten belet
ten. Slechts enkele sporen van de funde
ring resten nog.
De oorsprong moet reeds in de twaalfde
eeuw gezocht worden. Het slot behoorde
toe aan de ridders van Haarlem. De be
kendste van hen, Simon van Haarlem, be
woonde het in de rumoerige tijden van
de dertiende eeuw. Lang is het kasteel
echter niet bewoond geweest. Reeds in 1351
is het verwoest tijdens de Hoekse en Ka
beljauwse twisten. Nadien is het nooit meer
opgebouwd.
Slechts 400 meter ten Noordoosten van
de resten van „Oud Haerlem" vinden we
het zo goed bewaard gebleven, maar ook
veel jongere kasteel Assumburg. Toch is
Assumburg niet gebouwd ter vervanging
van Oud Haerlem of uit de resten daar
van. Assumburg wordt al genoemd in de
tweede helft van de dertiende eeuw. Wel
vertellen ons rle geschiedschrijvers dat een
van de machtigste heren, die Assumburg
bewoond hebben, Gerrit van Assendelft,
spijt had niet de grondvesten van Oud
Haerlem te hebben gebruikt, toen Assum
burg in 1546 belangrijk verbouwd was.
Wel zijn de zonderling-grote stenen, wel
ke hier en daar nog worden aangetroffen
in oude huizen in de omgeving, afkomstig
van de oude bouwvallen van het slot „Oud
Haerlem".
Van de ruïne zijn twee goede tekeningen
bekend. Eén ervan is in 1628 door P. Saen-
redam getekend; de andere in 1635 door P.
Rogman. Zo omstreeks 1750 zijn de over
blijfselen van het slot geheel verdwenen.
Een aardige, hoewel niet historisch vast
staande anecdote wordt aan de vroegere
bewoners van Oud Haerlem toegeschre
ven. Toen eens het slot omsingeld was en
de bezetting genoodzaakt werd zich over
te geven, stonden de belegeraars de slot-
vrouwe een gunst toe. Zij mocht het slot
verlaten en het dierbaarste wat zij had,
meedragen. Zij verliet het kasteel, haar
heer-gemaal in de armen torsende! Jam
mer genoeg vertelt de legende niet de
naam van de slotheer, noch de tijd, waarin
het voorval zou zijn geschied.
Sausen en soepen is zijn liefhebberij, nee
zijn liefde.
Hij creëert u een roomsoep uit cham
pignons, die ge nergens voortreffelijker
zult eten. „Zelfs niet in de Franse keuken",
zegt de chef verzekerd. „Want de Holland
se is in wezen geperfectionneerder dan de
Franse".
Er komt een kom voor u. Met cham
pignonsoep. Niet al te warm, als room zo
zacht en. Ach, Gerrit de Vries, waarom
kunnen wij samen geen Oud en Nieuw
vieren met een grote gamel champignons.
Over het grote gebouw hangt de
weemoed. Tóch, ondanks alles.
Mevrouw en meneer Pccters mogen
proberen er onderuit te komen door
hun gasten straks een beignet en een
appelflap te serveren en in de avond
een voortreffelijk glas champagne, maar
de weemoed is er, want zij is van deze
avond.
Ze weten het precies van de vele
jaren, die zij al samen aan het hoofd,
van een groot hotel hebben afgesloten:
het laatste gerecht gaat. tegen twaalven
door en dan valt de stilte, die overal
eender is.
De stilte van het wachten op de twaalf
slagen. Maar in de keuken gaat dan het
bedrijf door. al is het iets trager. De oranje
schildpadsoep a l'Escuavier, die vanavond
ook in het Londense Savoy is geserveerd
en waarvan Hamdorff in Laren eveneens
het recept bezit, heeft nog het voorzich
tige vingerknipje van de thijm gehad. De
Vries schepte een bodempje op een des
sertbord en sloeg dat vlug in de keel om te
proeven. Het bordje ging direct naar de
bordenwasser. Natuurlijk. Een kapot
pasteitje is geproefd. De entrements zijn
gekeurd.
Op het brede aanrecht zijn de choco
ladefiguren vol ijs gespoten. Klokken-met-
de-wijzers-op-twaalf-uur en andere fan
tasietjes van Borawitz. die daar pikeur in
is. Hij maakt ze zelf. Eerst uit kartonnen
mallen en dan maar voorzichtig gieten met
de vloeibare chocolade, wat een kunst is
volgens de leraren van de banketbakkers-
school.
ET loopt.
heeft zijn demi-chef, de jonge Van Her
waarden, alles ingeprent. Het komt op
teamgeest aan het moet kloppen. Maar
als het klopt, is het een mooi vak.
Daar is de grote baas van Duin en
Kruidberg, de heer Peeters, het hartgron
dig mee eens. Vijftig mensen heeft hij van
avond in zijn kasteel en daar fungeren
zijn vrouw en hij als waardige opvolgers
van de families, die hier in vroeger dagen
hun gasten ontvingen.
Nergens en overal zijn mevrouw en me
neer vanavond. Ze proberen de hui
selijke sfeer te scheppen, die samen met
de geest van het verfijnde restaurant een
Oudejaarsavond hier tot een belevenis
moet maken.
Morgenochtend staan de eerste
narcissen op de tafeltjes en in de hall
geuren de blonde voorjaarsbloemen. Dan
is de winter voor Duin en Kruidberg, voor
mevrouw Peetex-s, eigenlijk voorbij.
De dagen lengen en een nieuw jaar
TT ET is in de loop der jaren een
11 goede gewoonte geworden, op
bezoek te gaan bij mensen, die de
jaarwisseling niet in eigen kring door
kunnen brengen. Voor deze jaarwis
selingsreportage werd het hotel Duin
en Kruidberg opgezocht. Met de
genen, die achter het fornuis staan
in het grote restaurant, wensen wij
allen, die eveneens op hun post, moe
ten blijveneen goed en gelukkig be
gin van het nieuwe jaar toe. In
IJmuiden en op zee zijn het er velen
- moge een prettige oudejaarsavond
ondanks alle gemis hun deel worden.
wacht. Ook in het hótelbedrijf met zijn vele
verrassingen.
Een nieuw jaar voor de keuken, waar
de soep voorzichtig verder ontvet wordt.
Een nieuw jaar toch ook voor de kell-
ners, die geen jaarwisseling hebben ge
kend bij hun familie, maar alleen bij hun
vrienden, de gasten.
Een nieuw jaar voor de kleine demi Van
Herwaarden, die nog maar drie jaar in het
bedrijf is, maar er gouden dromen van
droomt.
Deze vreemde, hoffelijke kleine wereld,
heeft voor anderen een nieuw jaar ingeluid.
Maar op de klok van twaalven heeft ze het
zelf wel degelijk even gevoeld, het gemis
van het eigen leven op de hoogtijdagen in
de ronde van het jaar.
ADVERTENTIE
(het theater met de beste films)
VRIJDAG (Nieuwjaarsdag), 7 en 9.15 u.
en ZATERDAG 7 en 9.15 uur
BETTY HUTTON
in een musical show vol kleur en charme
SOMEBODY LOVES ME
Een wervelwind van muziek,
vrolijkheid en romantiek
Een lust voor oog en oor
ZONDAG 7 en 9.15 uur en
MAANDAG t.m. WOENSDAG 8 uur
een realistisch filmwerk
ZONDIGE GRENZEN
De aangrijpende geschiedenis van op
drift geraakte jeugd. Een film vol
brandende actualiteit (18 jaar)
VRIJDAG (Nieuwjaarsdag) 3 uur
Speciale familie-matinee met
ABBOTT EN COSTELLO
ZWAAIEN AF
Onafgebroken lachsalvo's voor jong
en oud
Raad voor de Scheepvaart
Gisteravond heeft de Velser Jazz Society
een lezingavond belegd, die wat de ge
boden gramofoonmuziek zeker aan zijn
doel beantwooord heeft maar voor zover
het de inleiding van de heer S. van de Boo-
gaart aanging, niet helemaal tot zijn recht
is gekomen. De heer Van de Boogaart be
handelde een van Amerika's meest voor
aanstaande jazz-pianisten, Jelly ..Roll"
Morton en toonde hem als een gaaf mu
sicus, niet alleen uitvoerend maar ook com
ponerend. Dat hij echter naliet deze be
faamde musicus te vatten in het kader van
zijn tijd en de moderne muziek, waax-door
de lezing teveel een anecdotisch karakter
kreeg en bovendien mank ging aan vol
doende toelichting op de gedraaide pla
ten. was een opvallend gebx-ek van deze
avond, die overigens een vruchtbare ken
nismaking met de Oldstyle-iazz mogelijk
maakte en als zodanig heftig geappreci
eerd werd.
Helaas was de versterker niet de beste
medewerker van deze bijeenkomst.
VRIJDAG 1 JANUARI
IJMUIDEN
Thalia, 15 uur: „Abbott en Costel'
zwaaien af", 19 en 21.15 uur: „Somebo
loves me".
Rex, 20 uur: „Dorpsschandaaltje".
ZATERDAG 2 JANUARI
IJMUIDEN
Thalia, 19 en 21.15 uur; „Somebody loves
me".
Nutsbibliotheek, Heidestraat, geopend
van 14.30 tot 15.30 uur.