Vlaardingens verval een teken aan IJmuidwand Chef en patissier hebben geen tijd om Oud en Nieuw te vieren r Joh. Meyer en Zoon Bij Assumburglag vroeger het kasteel Oud Haerlem Agenda voor Velsen Een visserij werd „topzwaar" en een stad kwijnde weg H Overdenkingen bij een scriptie Tussen keuken en eetzaal D H Nooit ten volle vissersreservoir AUTOVERHUUR Bel 5050 Economische depressie: ineenstorting Drie gevaren Te veel nevenbedrijf Levensstijl Badhuis Santpoort nog niet open Funderingsresten uit de lucht zichtbaar THALIA VJS in „Aneta" DONDERDAG 31 DECEMBER 1953 9 A LS EEN „MENE, MENE TEKEL" een teken aan de wand voor elke vis- sersplaats, die zichzelf respecteert en haar diepste wezen wil handhaven om het water te kunnen blijven bezien als de voornaamste bron van welstand, heeft een jonge Vlaardinger, de heer J. Poot, in een uitvoerige sociografische studie van de haringvisserij zijn meningen gegeven over ontstaan en verval van deze visserij, meer speciaal weliswaar in Vlaardingen, maar in principe van een wijdere strekking. Want op vele punten komt hij tot conclusies, die zonder enig bezwaar „vertaald" kunnen worden voor IJmuiden en die dan dezelfde waarschuwende klank gaan krijgen. Waar Vlaardingen de weg naar het verval al gevonden heeft, staat IJmuiden bij de wegwijzer, waar Vlaar dingen een verstilde havenkom met een aantal „haringfietsen" overhield, heeft IJmuiden een nóg bedrijvige vissershaven. Maar waar Vlaardingen voorging, zou IJmuiden heel wel kunnen volgen. Liggen of lagen echter de papieren voor Vlaardingen niet onverdeeld gunstig? Was Vlaèring in de jaren 1920—30 niet de belangrijkste Nederlandse aanvoer en handelsplaats van haring? Beschikte de stad aan de Waterweg niet vanouds over een prachtige, altijd bereikbare haven en een uitstekende technische outil lage? En kan Scheveningen, dat op het ogenblik zijn Zuidelijker gelegen broederstad verre voorbijstreeft, daar ook op bogen? Om van Katwijk, dat helemaal geen haven heeft, maar niettemin de tweede vissersplaats van Neder land is geworden, maar niet eens te reppen. De vragen stellen ,is ze beant woorden: inderdaad, Vlaardingen heeft de „natuurlijke" en „historische" winden mee gehad. Volop in de zeilen, zodat de fok jaren lang te loever heeft gestaan. Vanwaar dan dit snelle, haast beklemmende verval van dit stadje, dat nog slechts droomt van de goede jaren van weleer en geen kansen meer ziet in de visserij, die het groot hebben gemaakt? "|~~^E industrie, die zicht aan weerskanten van de Nieuwe Waterweg heeft ge nesteld en het beeld van dat oude land volledig veranderen kon, zou er schuld aan kunnen zijn: immers de behoefte aan ar beidskrachten zette de vissersbevolking voor de keus tussen twee middelen van bestaan, waarvan de industrie een betere economische ondergrond verschafte dan het kansspel van de visserij. Het is echter de vraag, of deze industrialisatie de Vlaar- dingse visserij te gronde heeft gericht. Het is de vraag, of de oorzaak niet veel eerder moet worden gezocht in het topzwaar wor den van een bedrijf, dat daardoor „ge kanteld" is in de richting van de handel en zijn varend materiaal niet die aandacht wijdde, die het nodig heeft om „bij" te blijven. Als reservoir voor de vissersbevolking rol, die Katwijk en Egmond zo duidelijk en zo goed vervullen zonder nochtans over een haven te beschikken heeft Vlaardingen nimmer geheel kunnen dienen. Niet meer dan de helft van de bemanningen der log gers bestond al sinds onheuglijke tijden uit dat ondanks de eerdere mechanisatie van £VEN bezijden het grijze water van de Nieuwe Waterweg, dat al trager naar de hoek stroomt, die de Hoek van Holland heet, steekt een fijn gemodelleerd torentje om hoog. Het torentje van Vlaardingen. Ge hebt Schiedam achter u en Rot terdam en al dat groot geweld van rekkende kranen en schepen op wier huid het felle violet, van de las-appa raten huivert. De zoom van het land aan de Noorderoever is weer een dijk geworden en geen kranenbos meer. Er is weer plaats voor een torentje gekomen. Hier Vlaardingen, ginds Maassluis. Aan de overzijde is het zover nog niet, want daar groeide het verwar rend lijnenspel van de olie-industrie tot aan het water en daar brandt ook de eeuwige vlam van de olieraffi naderijen. Vroeger was dat torentje van Vlaè ring een erkend baken voor visser man en landrot beide, maar voor de laatste het allermeest. Want daarop kon hij lezen, dat er een bodem, mei zilver beladen naar huis toe voer een logger, terugkomend, van de ooorjaars- of zomer visserij. Als zo'n volbetuigdc visserman aan de kim ADVERTENTIE IJ5SELSTR AAT 49 - IJMUIDEN Wij wensen cliëntèle en relaties een voor spoedig Nieuwjaar. BURGERLIJKE STAND GEBOREN: G. StamBorsch. z„ Regge- straat 14. IJmuiden; A. van der DoeKoops, d„ Stolstraat 5. IJmuiden-O.; C. A. M. de Haasde Jong. d„ Eksterlaan 31, IJmuiden- Oost: J. BöeklingOphuijsen, d., Grote Hout of Koningsweg 30, Velsen-N.; A. Berghuis van der Wal. d.. P. C. Hooftlaan 33, Drie huis: F. A. BosscherArisz, z„ Paramaribo- straat 18, Santpoort; M. BrouwerHaring, z,. Zanderstraat 4. IJmuiden-O.; C. G. Olgers Verzijlenberg. z„ Curagaostraat 34. Sant poort; G. M. HoltGroot, d., Kortenaerstraat 10. IJmuiden-O.; B. J. Jak—Neugebauer, d„ Hagelingerweg 11, Santpoort; K. van den OeverHaasnoot, d.. Burgemeester Rambon- netlaan 18, IJmuiden: L. W. HarmsBroek. d„ Bik en Arnoldkade 39, IJmuiden; G. ZeeuwBreggeman. z., Tussenbeeksweg 48, IJmuiden-O.; K. J. Kesler—Koning, z„ Meeuwenlaan 50, ÏJmuiden-O.; J. M. van der Duinde Looff, d., Curagaostraat 48, Sant poort. OVERLEDEN: B. van Doom. 2 mnd.. d. van A. van Doorn en W. M. Jasperse, Plancius- straat 71, IJmuiden-O.; G. Knap, oud 81 j„ weduwe van G. Rol, Tulpenlaan 12 b, Be verwijk; M. Rietdijk, oud 73 j.. echtgenote van C. van der Valk. Huygensstraat 16. IJmuiden; W. M. C. Paters, oud 54 j.. echt genote van J. Kalkman, Jacob van Heems kerkstraat 17, IJmuiden. ET is vanavond warmer dan anders in de keuken van Duin en Kruidberg. Wilhelm C'ornelis Borawitz, de patissier, heeft al eens een paar keer zijn de Vlaardingse vloot, die de stoomfiets veel^verscheen, dan ging er de bal. op in jj witte muts wat verder achterover gezet, maar het blijft warm. De fornuizen vlaardingen. De bal dat. was ha-j hebben op volle kracht gebrand. Uit de eetzaal tinkelt echter het eetgerei en ring in hel land. dal was cru logger l1C[ g]as ten teken, dat ze niet om niet zijn opgestookt op deze Oudejaarsavond. vroeger invoerde clan Scheveningen. waar men lang met primitieve schepen heeft ge vist. Wellicht staat daar tegenover, dat Scheveningen zijn vloot liet moderniseren jj— dan was hel hollen voor de binders 8 Zo. Wilhelm Borawitz kan er even bij gaan zitten. Het jaar loopt af en het on ppn moment dat Hp ppnnnmicrhp pricic Rrvru /iet ■Hnrt'yr. nnnr ttt> ,v/i!>iiw>rc. i. ri i ir\m i' 1 i.t p... op een moment, dat de economische crisis op het punt van uitbreken stond, zodat deze plaats toen beter gewapend was dan Vlaardingen. Om nu en de lezer moet ons vergeven als wij de heer Poot in zijn belangwekkend betoog even blijven volgen de diepere gronden van het verval van de Vlaardingse visserij te vinden, heeft de heer Poot de theorie van de socioloog Arnold J. Toynbee er bij gehaald en er bleken enige over eenkomsten te bestaan tussen de opkomst en het verval van beschavingen en die van I vissersplaatsen. Toynbee verkondigt namelijk de door velen aangevochten stelling schavingen ontstaan uit een economische teruggang oorzaken; de ongunstige omstandigheden kunnen een uitdaging vormen en wanneer men deze theorie op de geschiedenis van Vlaardingen gaat overbrengen komen er drie „uitdagingen" aan het licht: dc op heffing van het haringkaakmonopolie, de •van het stadje naar dc schippers vrouw. wier man op dat schip naar dc behouder, kant stevende. Want jij Veie het eerst kwam als kleine Vluar-'i 5.dinger om aan te zeggen, dat de i5 8schipper en zijn manschap op huis pan kwamen kon verzekerd zijn van 5 Seen handvol geld of een volle mond 8 hnet suikerwerk. We bal gaat niet meer werk, dat dit aflopende 1953 op zijn laatste dag met zich bracht, ook. Straks begint de eetzaal aan de entrements en dan gaat het twaalf keer „bang" uit O 'O de staande klok en dan is er een nieuw jaar begonnen. Met een Nieuwjaarsdag en Pasen en Pinkster en al die dagen, die dc vuren in de keuken weer hoog op zullen doen vlammen om het wild en de pasteien klaar te krijgen voor het damast van de eetzaal. Wilhelm Borawitz is een Pool van origine, maar dat is hem niet aan te zien, want tenslotte wonen de Borawitzen al jaren in Nederland. Vader sloeg cle jj' pauken in het Utrechts Stedelijk Orkest met de behendigheid, die de geboren °P- ;3paukenist verraadt. plr hcringloggcrs kunnen zich ter- j ]n veertig jaar heeft Wilhelm die wel iets van zijn artistieke vader erfde ilnauwcrnooc een weg meer vinden geen Oudejaarsavond thuis gevierd en het interesseert hem eigenlijk al niet eens telling, dat de be- door. het gewoel var tankers en j meer. lit de prikkels, die piepers, oceaanstomers rn ferry- 81 Chef-dc-cuisine G d tootjes. Eer. nieuwe Vlaardinger padsoep en sninpc Vlaardingers, de rest was „import". Tij- aanleg van de haven van Scheveningen en j .1. j-no afyptmftpiliiknPnpn na rlp pprsfp wprnlrl- dens de jaren van de grootste expansie van het visserijbedrijf, tussen 1913 en 1916, trad echter het gevoeligste personeelstekort op. De bemanningen bestonden in die jaren uit niet meer dan 40 percent Vlaar dingers. De slechtste jaren daarentegen laten de beste personeelsbezetting uit de eigen plaats zien. Dat zou er dus op wijzen, dat de eigen toestand van de visserij van invloed is ge weest op de omvang van de vissersbevol king en niet andersom. Een bijkomend in teressant verschijnsel is, dat het Vlaar dingse kader heel goed vertegenwoordigd was en altijd is geweest; zo goed als alle schippers en stuurlui zijn vanouds Vlaar dingers en dat zou er dus op wijzen, dat het verval van de visserij zeker niet ligt aan gebrek aan animo van de zijde van het kader. De jeugd echter heeft maar heel gedeeltelijk in de behoeften aan op varenden van de vloot kunnen voorzien. En aangezien na 1920 de jeugd zich in toe nemende mate van het bedrijf heeft afge wend zou hier een oorzaak kunnen liggen. Gezien het feit dat de verdringing van de visserij door de industrie vrij algemeen wordt aangenomen en er meestal met na druk op wordt gewezen, dat plaatsen als Katwijk en Scheveningen, die aan in dustrialisatie zijn ontkomen een vrij ho mogene vissersbevolking hebben behouden, heeft de heer Poot het verloop van de vissersbevolking in Scheveningen en Kat wijk eveneens aan een onderzoek onder worpen. Hij kwam daarbij tot de slotsom, dat de afneming van de vissersbevolking voor Scheveningen niet wezenlijk heelt verschild met de Vlaardingse sterker nog: tijdens de opbloei der industrieën rond Vlaardingen ontvielen er meer Sche- veningers aan het bedrijf dan Vlaardingers. VOLGENS hem zal de oorzaak dus elders gezocht moeten worden. Hij erkent daarbij, dat Vlaardingen al vroeg om- steeks 1870 zijn voorsprong aan Scheve ningen heeft moeten afstaan. En de plaats heeft niet de kans gezien de hegemonie van weieer terug te veroveren. De econo mische depressie rond de dertiger jaren gaf. Vlaardingen een zo zware duw, dat er sprake was van een ineenstorting. En De heer J. Poot onderkent in zijn zo belangwekkende scriptie over de oor zaken van het verval van de haring visserij te Vlaardingen drie gevaren. Drie gevaren, die mutatis mutandis voor elke vissersplaats gelden en derhalve in hun algemeenheid zoals ook het hele betoog van deze jonge Vlaardinger voor „algemeen gebruik" geschikt is gel den, zijn volgens hem: 1.het ontbreken van een eenzijdige structuur van een vissersplaats en de daaraan verbonden consequenties voor het voortbestaan der visserij. De basis moet gevormd worden, door een naar verhouding sterke vissersbevolking. 2. Een te sterke ontwikkeling van de aanvoer en handelsfunctie, die slechts als nevenfuncties van de vis serij te beschouwen zijn. 3. Het ontbreken van een eigen levens stijl in het bizonder een verkeerde instelling van de reders voor een ge zonde ontwikkeling van de plaatse lijke visserij. de afzetmoeilijkheden na de eerste wereld oorlog. De eerste twee waren voor Vlaardingen niet sterk genoeg en werden niet beant woord een deel van dc Toynbee- theorie meent namelijk, dat dergelijke prikkels noch te sterk, noch te zwak mogen zijn om een bepaalde reactie uit te lokken en de derde was te krachtig. Vlaardingen kromp zijn vloot in. De zcilloggers ver dwenen naar Scheveningen of Katwijk en de stoomschepen verdwenen een voor een naar de kant of de sloper. Waar Scheveningen echter veel sterker reageerde op de „uitdagingen" is de vraag gewettigd, of er bepaalde structuurver schillen tussen de beide havens aan te wij zen zijn, die deze afwijkende reacties aan vaardbaar maken. En dan komen we tot de kern van dit betoog, dat een waarschuwing mag heten: de nevenbedrijven der visserij hebben zich in Vlaardingen sterk uitgebreid en de han del werd er oppermachtig. Als werkgelegenheid bijvoorbeeld waren de nevenbedrijven van veel groter belang dan de visserij zelf en in Scheveningen wat dat net andersom. In Scheveningen was de basis breed, in Vlaardingen daarentegen de top. En het accent viel in Vlaardingen op de handelspositie, waarbij de ontwikkeling der vissersbevolking achter bleef. Wanneer de heer Poot in zijn verder betoog tot de conclusie komt. dat er een bepaald verschil in levensstijl is aan te wijzen tussen de beide vergeleken plaat sen, zijn wij dat ten volle met hem eens. Dat de Vlaardingse reders meer rationa listisch ingesteld zouden zijn in de dagen, waarop het keerpunt voor Vlaardingen naar het verval wees, kan eveneens nog aanvaard worden, maar dat er dienten gevolge geen saamhorigheidsgevoel tussen reders en vissers bestond in Vlaardingen moge betwijfeld worden: ettelijke voor beelden uit de recente historie hebben anders geleerd. De lieer Poot echter heeft gelijk, als hij beweert, dat dc Vlaardingse visserij geen gemeenschap vormde in de ideale zins des woords. Eerder een „gezel schap", een gezelschap dan met een sterk rationalistische inslag. Schevenin gen was wat zijn structuur betreft in wezen veel gevarieerder en liet daar door ook meer vrijheid toe in de ver houding reders-vissers. „Scheveningen klonterde onder moeilijke omstandig heden duidelijk meer samen". Wanneer wij deze uiteenzetting op onze beurt trachten over te hevelen, naar het „geval" IJmuiden, dan liggen er duidelijke paralellen. Ook IJmuiden gaat mank aan deze verbondenheid, die een plaats als Vlaardingen met een toch veel sterkere historische ondergrond en een veel steviger traditie niet heeft kunnen opbrengen. En het zal wellicht goed zijn deze dingen in de jacht, der dagen te over denken. Vlaardingens verval zou dat schip op het strand kunnen zijn, dat voor anderen een baken in zee kan worden. ui - v Sneeft sinds lang nwt dat grijze water g 8 van de Waterwee lot een wit ge- 3vlekte stfi. geduwd. Weerom is tylot Vlaardingen zo vervallen in een paar decennia? diet antwoord ov deze vraae is ae- j r vgeven m een scriptie van de jonge Wlaardingcr J. Pret. Dit verhaal jwordt op deze plaats te gereder in bewerkte vorm weergegeven, omdat met een teken aan de wand is voor dj minden een haven immers. die look de vloot dreigt te verwaarlozen 'en voordele van de afzetseclor, de ijhandel dus. De herstelwerkzaamheden aan net bad huis „Spaarnberg" aan de Wüstelaan ver gen meer tijd, dan dat oorspronkelijk voor zien was. Men had gedacht het begin Ja nuari weer open te kunnen stellen voor het nemen van stort- en kuipbaden, doch dit blijkt niet mogelijk te zijn. Gerrit de Vries evenmin. Hij staat boven de. diep-oranje schild padsoep en snippert er nog een snuifje, een héél klein snippertje thijm in. Ober Van der Pijl rekent niet zozeer in pasteien en soepen als wel in uren van de avond. Tien uur souper elf uur champignons met ecu Veuve Cliquot. de champagne, die Frankrijk in een gouden of zilveren halskap de wereld rond stuurt. Twaalf uur: even stil. Dan Nieuwjaarsdag. Pasen Pinkster de zomerdrukte. ,i De patissier, de chef-de-cuisine en de ober kunnen zich niet meer herinneren, hoe het is een Oudejaarsavond thuis door te brengen. Ze zijn tezamen ai een slordig eeuwtje in het bedrijf en dan telt één avond meer of minder werken niet meer mee. Werken? i Ach, eigenlijk is het geen werken, het is een voorzichtig en betoverend spel, dat in de keuken en in de eetzaal wordt gespeeld. Een spel met kruiden en gasvlammen, met temperatuur en bladerdeeg hier, met men sen ginds, die voor deze avond samenge komen zijn in het grote hotel om er wat verdriet te vergeten, om een huis zonder de kinderen te ontvluchten, of om alleen maar eens lekker te eten. AT laatste züllen ze allemaal, daar ADVERTENTIE MAATKLEERM AKERS DAMES- EN HERENMODES Kcnnemerlaan 36 Tel. 4453 - IJmuiden p. f. Cornel is Borawitz borg voor. De ene als een welgedane waker over de hele keuken, de ander als de-onovertroffen goochelaar met pasteien en gebak. Vanavond zullen ze weer verscheidene eigenaardigheden van de mensen in de eetzaal ontmoeten, eigenaardigheden, die ze elk jaar ontmoet hebben. De familie van de Sole Normand is er weer. Dus Sole Normand in de keu ken. Normandische Tong kan ook, maar dat klinkt niet zo, al komt de tong dan ook van een Hollandse kotter en een IJmui- dense handelaar. En dan komt er een spe ciaal wijnsausje over, een specialiteit van het huis. Gerrit de Vries kan daar hele maal in op gaan. Dichtbij het bekende kasteel „Assumburg" in Heemskerk, dat ook nu nog in binnen- en buitenland bekendheid geniet om zijn gastvrijheid het werd immers in 1933 als jeugdherberg ingericht heeft eens een tweede slot gestaan. Het was de stevige burcht „Oud Haerlem". Enige tijd geleden maakte de K.L.M. luchtfoto's van Ken- nemerland en op enkele opnamen van Heemskerk werden de contouren van het voormalige slot in het landschap opgemerkt. Er is maar weinig overgebleven van de oude glorie van dit roemrijke kasteel, dat eens een schakel vormde in de reeks van versterkte burchten, welke de invallen van de Westfriezen in Holland moesten belet ten. Slechts enkele sporen van de funde ring resten nog. De oorsprong moet reeds in de twaalfde eeuw gezocht worden. Het slot behoorde toe aan de ridders van Haarlem. De be kendste van hen, Simon van Haarlem, be woonde het in de rumoerige tijden van de dertiende eeuw. Lang is het kasteel echter niet bewoond geweest. Reeds in 1351 is het verwoest tijdens de Hoekse en Ka beljauwse twisten. Nadien is het nooit meer opgebouwd. Slechts 400 meter ten Noordoosten van de resten van „Oud Haerlem" vinden we het zo goed bewaard gebleven, maar ook veel jongere kasteel Assumburg. Toch is Assumburg niet gebouwd ter vervanging van Oud Haerlem of uit de resten daar van. Assumburg wordt al genoemd in de tweede helft van de dertiende eeuw. Wel vertellen ons rle geschiedschrijvers dat een van de machtigste heren, die Assumburg bewoond hebben, Gerrit van Assendelft, spijt had niet de grondvesten van Oud Haerlem te hebben gebruikt, toen Assum burg in 1546 belangrijk verbouwd was. Wel zijn de zonderling-grote stenen, wel ke hier en daar nog worden aangetroffen in oude huizen in de omgeving, afkomstig van de oude bouwvallen van het slot „Oud Haerlem". Van de ruïne zijn twee goede tekeningen bekend. Eén ervan is in 1628 door P. Saen- redam getekend; de andere in 1635 door P. Rogman. Zo omstreeks 1750 zijn de over blijfselen van het slot geheel verdwenen. Een aardige, hoewel niet historisch vast staande anecdote wordt aan de vroegere bewoners van Oud Haerlem toegeschre ven. Toen eens het slot omsingeld was en de bezetting genoodzaakt werd zich over te geven, stonden de belegeraars de slot- vrouwe een gunst toe. Zij mocht het slot verlaten en het dierbaarste wat zij had, meedragen. Zij verliet het kasteel, haar heer-gemaal in de armen torsende! Jam mer genoeg vertelt de legende niet de naam van de slotheer, noch de tijd, waarin het voorval zou zijn geschied. Sausen en soepen is zijn liefhebberij, nee zijn liefde. Hij creëert u een roomsoep uit cham pignons, die ge nergens voortreffelijker zult eten. „Zelfs niet in de Franse keuken", zegt de chef verzekerd. „Want de Holland se is in wezen geperfectionneerder dan de Franse". Er komt een kom voor u. Met cham pignonsoep. Niet al te warm, als room zo zacht en. Ach, Gerrit de Vries, waarom kunnen wij samen geen Oud en Nieuw vieren met een grote gamel champignons. Over het grote gebouw hangt de weemoed. Tóch, ondanks alles. Mevrouw en meneer Pccters mogen proberen er onderuit te komen door hun gasten straks een beignet en een appelflap te serveren en in de avond een voortreffelijk glas champagne, maar de weemoed is er, want zij is van deze avond. Ze weten het precies van de vele jaren, die zij al samen aan het hoofd, van een groot hotel hebben afgesloten: het laatste gerecht gaat. tegen twaalven door en dan valt de stilte, die overal eender is. De stilte van het wachten op de twaalf slagen. Maar in de keuken gaat dan het bedrijf door. al is het iets trager. De oranje schildpadsoep a l'Escuavier, die vanavond ook in het Londense Savoy is geserveerd en waarvan Hamdorff in Laren eveneens het recept bezit, heeft nog het voorzich tige vingerknipje van de thijm gehad. De Vries schepte een bodempje op een des sertbord en sloeg dat vlug in de keel om te proeven. Het bordje ging direct naar de bordenwasser. Natuurlijk. Een kapot pasteitje is geproefd. De entrements zijn gekeurd. Op het brede aanrecht zijn de choco ladefiguren vol ijs gespoten. Klokken-met- de-wijzers-op-twaalf-uur en andere fan tasietjes van Borawitz. die daar pikeur in is. Hij maakt ze zelf. Eerst uit kartonnen mallen en dan maar voorzichtig gieten met de vloeibare chocolade, wat een kunst is volgens de leraren van de banketbakkers- school. ET loopt. heeft zijn demi-chef, de jonge Van Her waarden, alles ingeprent. Het komt op teamgeest aan het moet kloppen. Maar als het klopt, is het een mooi vak. Daar is de grote baas van Duin en Kruidberg, de heer Peeters, het hartgron dig mee eens. Vijftig mensen heeft hij van avond in zijn kasteel en daar fungeren zijn vrouw en hij als waardige opvolgers van de families, die hier in vroeger dagen hun gasten ontvingen. Nergens en overal zijn mevrouw en me neer vanavond. Ze proberen de hui selijke sfeer te scheppen, die samen met de geest van het verfijnde restaurant een Oudejaarsavond hier tot een belevenis moet maken. Morgenochtend staan de eerste narcissen op de tafeltjes en in de hall geuren de blonde voorjaarsbloemen. Dan is de winter voor Duin en Kruidberg, voor mevrouw Peetex-s, eigenlijk voorbij. De dagen lengen en een nieuw jaar TT ET is in de loop der jaren een 11 goede gewoonte geworden, op bezoek te gaan bij mensen, die de jaarwisseling niet in eigen kring door kunnen brengen. Voor deze jaarwis selingsreportage werd het hotel Duin en Kruidberg opgezocht. Met de genen, die achter het fornuis staan in het grote restaurant, wensen wij allen, die eveneens op hun post, moe ten blijveneen goed en gelukkig be gin van het nieuwe jaar toe. In IJmuiden en op zee zijn het er velen - moge een prettige oudejaarsavond ondanks alle gemis hun deel worden. wacht. Ook in het hótelbedrijf met zijn vele verrassingen. Een nieuw jaar voor de keuken, waar de soep voorzichtig verder ontvet wordt. Een nieuw jaar toch ook voor de kell- ners, die geen jaarwisseling hebben ge kend bij hun familie, maar alleen bij hun vrienden, de gasten. Een nieuw jaar voor de kleine demi Van Herwaarden, die nog maar drie jaar in het bedrijf is, maar er gouden dromen van droomt. Deze vreemde, hoffelijke kleine wereld, heeft voor anderen een nieuw jaar ingeluid. Maar op de klok van twaalven heeft ze het zelf wel degelijk even gevoeld, het gemis van het eigen leven op de hoogtijdagen in de ronde van het jaar. ADVERTENTIE (het theater met de beste films) VRIJDAG (Nieuwjaarsdag), 7 en 9.15 u. en ZATERDAG 7 en 9.15 uur BETTY HUTTON in een musical show vol kleur en charme SOMEBODY LOVES ME Een wervelwind van muziek, vrolijkheid en romantiek Een lust voor oog en oor ZONDAG 7 en 9.15 uur en MAANDAG t.m. WOENSDAG 8 uur een realistisch filmwerk ZONDIGE GRENZEN De aangrijpende geschiedenis van op drift geraakte jeugd. Een film vol brandende actualiteit (18 jaar) VRIJDAG (Nieuwjaarsdag) 3 uur Speciale familie-matinee met ABBOTT EN COSTELLO ZWAAIEN AF Onafgebroken lachsalvo's voor jong en oud Raad voor de Scheepvaart Gisteravond heeft de Velser Jazz Society een lezingavond belegd, die wat de ge boden gramofoonmuziek zeker aan zijn doel beantwooord heeft maar voor zover het de inleiding van de heer S. van de Boo- gaart aanging, niet helemaal tot zijn recht is gekomen. De heer Van de Boogaart be handelde een van Amerika's meest voor aanstaande jazz-pianisten, Jelly ..Roll" Morton en toonde hem als een gaaf mu sicus, niet alleen uitvoerend maar ook com ponerend. Dat hij echter naliet deze be faamde musicus te vatten in het kader van zijn tijd en de moderne muziek, waax-door de lezing teveel een anecdotisch karakter kreeg en bovendien mank ging aan vol doende toelichting op de gedraaide pla ten. was een opvallend gebx-ek van deze avond, die overigens een vruchtbare ken nismaking met de Oldstyle-iazz mogelijk maakte en als zodanig heftig geappreci eerd werd. Helaas was de versterker niet de beste medewerker van deze bijeenkomst. VRIJDAG 1 JANUARI IJMUIDEN Thalia, 15 uur: „Abbott en Costel' zwaaien af", 19 en 21.15 uur: „Somebo loves me". Rex, 20 uur: „Dorpsschandaaltje". ZATERDAG 2 JANUARI IJMUIDEN Thalia, 19 en 21.15 uur; „Somebody loves me". Nutsbibliotheek, Heidestraat, geopend van 14.30 tot 15.30 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1953 | | pagina 13