De laatste leugen
SCHOENENPALEIS
RUIMT OP
1
NEDERLAND
ruimt op
fantastische
koopjes
NEDERLAND
Kort en bondig
P.K.W.-Tentoonstelling
Restanten voor 1/2 prijzen
Dames en Kinderconfectie
Woninginrichting
Textiel en
Huishoudgoederen
Gedramatiseerde episode uit
vaderlandse geschiedenis
De nieuwe Gysbreght
Beverwijk
Inbrekers maken
f 1600.buit
Kort verhaal door Jan Mens
diverse D.K.W.-personen-
en besteiautoniobielen
9
Nieuwjaarsvuur op strand
in Zandvoort groot succes
„Eerste klap is een
daalder waard"
GARAGE DEN HOUT
F. P. VAN RUMPT
MARKTPLEIN 13 TELEFOON 4827
MAANDAG 4 JANUARI 1954
De vrienden van de Nederlandse Comc-
die ontvangen van tijd tot tijd gestencilde
circulaires, waarin de artistieke leiding
van het gezelschap toelichtingen verstrekt
op de aanwinsten van het répertoire. In de
laatste aflevering daarvan heeft Johan de
Meester zijn visie op de obligate „Gys
breght van Aemstel' onthuld: „Wij hebben
bij de instudering in alle opzichten meer
gestreefd naar eenvoud en echtheid dan
naar barokke schoonheid". Verder spreekt
de regisseur in zijn beschouwing van „een
Hollands spel van ridders en soldaten, in
simpele, slordige kleding, die al een jaar
lang op het oorlogspad zijn in een mistig,
modderig polderland".
In deze realistische opvatting hebben wij
dan ook inderdaad de „Gysbreght" te zien
gekregen. Het is waarschijnlijk, dat de te
leurstellende ervaring met „Het leven een
droom" van Calderón tot dit wantrouwen
in de bruikbaarheid van de barokke vorm
heeft bijgedragen. Als Johan de Meester
opmerkt: „Veel verschillende, dikwijls te
genstrijdige invloeden hebben op Vondel
ingewerkt, maar in de Gysbreght heeft hij
die met geniaal stijlgevoel weten te ver
enigen tot een poëtische en dramatische
eenheid, tezamen gebonden door zuivere
vroomheid" dan vergeet hij daarbij, dat
wij daarmede juist midden in de barok
zitten Er is in dit treurspel dan ook geen
sprake van eenheid, maar van tweeheid,
namelijk van antieke vorm en christelijke
inhoud, van beeld en zin. De antithese is
er hgt wezenlijke kenmerk van.
Het zou de moeite waard zijn daar die
per op in te gaan, vooral nu Johan de Mees
ter als het ware door zijn overigens zèer
te waarderen voorstelling de weg heeft
vrijgemaakt naar een terrein, waarop de
paarsgewijze verdubbeling van elkander
wederzijds doordringende motieven tot
volle bloei kan komen. Veel van het thans
gekozen compromis blijkt immers aller
minst noodzakelijk. Men kan namelijk het
anachronisme uit Vondels spel niet weg
denken. Door de middeleeuwse costume-
ring en de realistische stoffering van het
landschap (een goed geslaagd décor van
Nicolaas Wijnberg met prachtig daarin
kleurende kleding) krijgt men weliswaar
de door de regisseur gewenste aansluiting
bij de ons uit de geschiedenisboekjes bij
gebleven riddertijd, maar men loopt gevaar
de diepere betekenis te verspelen. Het soms
zelf grove naturalisme steekt in de schil
derende tekst, in het vers, dat nu mede
door de op versobering gerichte behande
ling in zijn wezenlijke functie werd aan
getast.
Er sprak een aan verwondering grenzen
de menselijkheid uit de openingsmonoloog
„Het hemelse gerecht'. Han Bentz van den
Berg wist deze echtheid van scène tot scène
al naar gelang der omstandigheden vol te
houden. Maar toch geloof ik bij alle
waardering voor zijn nobele, veelzijdige
creatie dat er in de titelrol plaats is
voor veel meer pathos, dat er vooral in het
begin een zekere hovaardij tot uitdrukking
moet worden gebracht, als men althans
in de „Gysbreght" een treurspel wil zien.
De nieuwe Gysbreght (Han Bentz van den
Berg) met zijn Badeloch (Arde van der
Moer) bij de Nederlandse Comedie.
Door het stellen van zelfbewuste, mense
lijke grootheid en wereldse pracht tegen
over het deemoedig knielen voor de hemel
se macht aan het slot, wordt immers een
innerlijke ontwikkeling weerspiegeld, waar
van thans niets bleek. Ank van der Moer
speelde haar Badeloch kennelijk geheel
naar de climax in het bewogen afscheids-
tafreel van het vijfde bedrijf. Haar door
liefde ingegeven ongerustheid en angst wa
ren zeer suggestief, tenslotte zelfs bijna
ontroerend.
Eindelijk zag men nu eens een bevredi
gende oplossing van het probleem der
reien: de zeggers daarvan kwamen als
daaraan deelgenomen hebbende figuren uit
het toneelbeeld naar voren. Speciaal die
over de echtelijke trouw was zeer geluk
kig uitgevallen. Het moet trouwens vast
gesteld worden dat Louis van Gasteren, die
in de plaats van de vlak voor de première
ziek geworden Bob Goedhart optrad, zich
schitterend van zijn taak kweet. Angst voor
rhetoriek leek de anderen te remmen, in
het bijzonder Ellen Vogel, die haar blijd
schap over de bevrijding van de stad veel
jubelender had mogen uitzingen. Kunnen
deze reien het wel zonder muziek stellen?
Over het algemeen, trouwens liet het ge-
luidsdécor veel te wensen: alles vraagt
om klokken, om krijgsrumoer, om trom
geroffel. En om orgeltonen, ook de tekst,
hoe moeilijk aanvaardbaar dit ook voor
modern ingestelde acteurs mag zijn.
Te weinig plastiek
Wezenlijk tekort schoot deze opvoering
wat betreft de taalplastiek. Ton Lutz
toonde bij het bodeverhaal (hij zag er in
derdaad in zijn verfomfaaide plunje uit
alsof hij zo uit het heetst van de strijd was
gekomen, maar dat deed weerlijk niets ter
zake!) wel degelijk emotie. Maar deze be
wogenheid kwam niet of onvoldoende naar
buiten. Men moet zo'n monoloog beschou
wen als een gesproken film en dan kreeg
men te constateren dat de projectie te zwak
was, ook al door de miskenning der waarde
van enjabementen, assonanties en andere
„schilderende" hulpmiddelen. Dit geldt
eveneens voor Henk Rigters, die Arend van
Aemstel speelde en eigelijk alleen geheel
bevredigde in de ensembles.
Een knappe prestatie leverde Henk van
Ulsen, die van Vosmeer de Spie een spor
tieve waaghals maakte. Hij kon echter al
lerminst de sluwere uitbeelding van Cor
Hermus of zelfs die van Ben Groenier doen
vergeten. John Gobau was als de Heer
van Vooren volstrekt onverstaanbaar,
waarschijnlijk tengevolge van de gewilde
vereenvoudiging. Met genoegen zag men
Philippe la Chapelle als Abt Willebrord en
met lof moet de wijze worden gereleveerd,
waarop Hans Kaart de rol van Bob Goed
hart als Broer Peter overnam. Maar al met
al was deze „Gysbreght" een degelijk en
met respectabele bedoelingen voorbereide
vertoning, die niet zal nalaten alom indruk
te maken en die wij vooral met vreugde be
groeten, omdat er een vatbaarheid voor
verbetering bestaat.
Over de Nieuwjaarswens schreven wij
reeds in het kort. De Bruiloft van Kloris
en Roosje was door Henk Rigters in scène
gezet. Bep Dekker en Guus Oster waren
de speelse Elsje en Krelis en Hans Kaart
was zeer vermakelijk als de dikke boer,
waarbij hij niet aarzelde ons nu reeds van
zijn vocale talenten te doen genieten. Mimi
Boesnach was een hartelijke en gevatte
Picternel naast de geroutineerde Thomas-
vaer van Paul Huf, die deze rol voor ae
tiende keer vervulde.
DAVID KONING.
BINNENLAND
De uitgever A. A. M. Stols, die in de
jaren 1951 tot 1953 voor de UNESCO gedo
ceerd heeft aan de centrale universiteit van
Ecuador te Quito en bij zijn aftreden ere-
hoogleraar werd, is thans door de regering
van dat land benoemd in de „Orde van ver
dienste".
In Den Ilaag zijn, zoals is bericht, drie
gevallen van „witte pokken" geconstateerd
in één gezin. Vier andere leden van dit ge
zin zijn eveneens ziek geworden. Zij zijn ter
observatie in een ziekenhuis opgenomen.
De ruim f50.000, die oud-leden van de
A. J. C. als cadeau ter gelegenheid van het
30-jarig bestaan van het A. J. C.-vormings
centrum „De Paasheuvel" te Vierhouten
bijeen hebben gebracht, zijn Zondagmiddag
tijdens een feestelijke bijeenkomst in het
Concertgebouw te Amsterdam aan het be
stuur overgedragen. Het bedrag, dat bestemd
is voor uitbreiding van het vormingswerk
werd door Jan van Zutphen aan voorzitter
Maurits van Haaien ter hand gesteld.
In Zuidbrock heeft de rijkspolitie de
clandestiene radiozender „De zoon van
Zorro" opgespoord. Zij deed een inval in het
huis, waar de zender stond opgesteld, en
bekeurde zes mannen en een vrouw. De in
stallatie werd in beslag genomen.
De heer Robert Donhauser is benoemd
tot „public affairs officer" van de Ameri
kaanse ambassade in Den Haag. Zijn voor
ganger de heer W. J. Convery Egan, is over
geplaatst naar Parijs.
Een van de acht personen die ernstig
gewond werden bij de autobotsing te Val
kenburg in de vroege ochtend van Nieuw
jaarsdag, de 27-jarige J. C. van W. uit
Spekholzerhcide, is Zaterdagmiddag in het
ziekenhuis te Heerlen overleden.
„Een prachtige brand", dat was de alge
meen geuite mening van de Zandvoortse
jeugd, die in groten getale was opgekomen,
om te zien hoe de Zandvoortse brandweer
Zaterdagavond om precies zes uur op het
strand voor de rotonde de brand stak in
de ettelijke meters hoge stapel kerstbomen,
die de Zandvoortse jongens en meisjes de
gehele dag ijverig hadden aangesleept. Men
had er vrijwel alle huizen voor afgeleurd
en het resultaat van deze hoge brandstapel
was dan ook indrukwekkend. Doch het wa
ren niet alleen de jongeren, ook vele.
ouderen kwamen genieten van het fantas
tisch schouwspel dat de hoog oplaaiende
vlammen boden. De belangstelling had wel
iets weg van die voor een vuurwerk op een
zoele zomeravond, al noodde de tempera
tuur nu niet bepaald tot lang stilstaan.
Maar dit spel van vonken en vlammen
werkte zo fascinerend, dat men pas huis
waarts keerde toen een zielig hoopje
gloeiende as was overgebleven van deze
bomen.
Toen de politie, om het schouwspel nog
aantrekkelijker te maken, ertoe overging
dozijnen stuks klein vuurwerk in de
laaiende vlammenzee te werpen, werd dit
door kleine en grote aanwezigen bijzonder
geapprecieerd. Politie en brandweer ver
dienen voor deze perfecte regeling alle lof,
het werct een werkelijk fantastisch en
groots Nieuwjaarsvuur.
Tijdens de afwezigheid der bewoners
hebben dieven in een der afgelopen nach
ten hun slag geslagen in het woonhuis van
ce aannemer, de heer C. Nelis, aan de Lin
delaan te Beverwijk.
Twee kistjes met waardepapier en 1600
aan contanten maakten zij buit, gouden en
zij veren voorwerpen lieten de heren liggen
Het was een minder prettige thuiskomst
voor de familie Nelis, die de oudejaars
avond bij een schoonzoon had doorgebracht
Een keukenraam was uitgesneden, waar
door de daders ongestoord konden binnen
komen. Er is ook geprobeerd bij een andere
bewoner in deze buurt binnen te komen
maar hier was wel iemand thuis, zodat de
inbrekers op de vlucht sloegen. De politie
onderzoekt dc zaak.
Poolse Zweed was weg kwijt
Een Poolse opvarende van een Zweeds
ertsschip, dat bij de Hoogovens lost, raakte
Zaterdagnacht in oud-IJrmjiden de route
kwijt, mede als gevolg van een uitgebreide
rende langs de café's en moest de politie
te hulp roepen voor de weg terug. Na ont
nuchtering ten burele heeft de politie zich
van deze taak gekweten.
Dat „de eerste klap een daalder waai-d
is", bewees de K.A.J. Zaterdagavond in het
Centrum, waar men voor een uitverkochte
zaal een bonte avond gaf.
Om de Katholieke jeugd op het belang
van de verenigingsband te wijzen, had men
deze avond georganiseerd en het is een ge
zellige bijeenkomst geworden met schets
jes, muziek en zang.
De K.D.O.-band onder leiding van Jac
Noordemeer zorgde voor de muzikale om
lijsting en de algehele leiding berustte bij
de heer W. Paap.
Een genoeglijk bal onder leicljng van'G
i Bonnema was het slot.
Tn de nachtstille kinderzaal van het grote-
stads ziekenhuis liggen de patientjes
rij aan rij in de witte bedden. Aan het
einde der1 zaal, waar een schamel licht
opbleekt in het duister, zit de nachtzuster,
het hoofd gebogen over een boek. De blon
de haren, strak over het hoofd, glanzen
onder het bedeesde licht. Zo, nacht na
nacht, zit zuster Jeltje daar, als een trouwe
hoedster wakend over kostbare schatten.
Bij een klein gerucht, ver uit het donker,
gaat haar hoofd omhoog van het beok
en spieden, een paar grijze ogen zoekend
langs de beddenrij. Er schort een hoest,
een zacht steunen, dan is het weer stil.
Zuster Jeltje, schraal in haar blauwe ja
pon, schuift het licht omhoog en sluipt
op vilten zolen de bedden langs tot hal
verwege de zaal. Daar blijft ze talmen.
Weer gaat die hoest, als het schuren van
voeten over zanderig hout, eindigend in
zacht gekreun. De zuster loopt op haar
tenen het gangpad tussen twee bedden in,
tast met haar hand de vorm van het mage
re jongênslijf, dat als een kleinood rust in
de holte van het zachte bed. Voorzichtig
glijdt haar hand hoger, tot het smalle
voorhoofd, dat warm aanvoelt onder de
koelte van haar hand.
Een bijna onmerkbare huivering door-
trilt het zwakke lichaam van de jongen.
Een witte hand komt, als een jonge vogel
uit het nest, zoekend van onder de dekens.
Zij neemt het hulpeloze knuistje tussen
haar rustige handen, streelt het met innige
liefkozing. Zo, in het schemerduister, toeft
ze aan het bed, wachtend tot de slaap zal
komen over het kleine kereltje.
Doch inplaats dat het knuistje willozer
gaat liggen in Jeltjes hand, kruipt er span
ning -in de vingers. Een vertrouwelijk
zoeken naar toenadering, een vasthaken
van hand in hand, zoals een kind tracht
te omspannen de vingers van moeder.
Zuster Jeltje buigt het hoofd tot dicht bij
de jongen, ze voelt de warme ademtocht
haar oor beroeren.
Slapen, Joost, fluistert ze, haar wang
tegen het hete voorhoofd leggend. - Slapen,
beste jongen!
De zuster wil teruggaan, maar het hand-
jé van Joost houdt haar gevangen. Zus
ter.... zegt hij zachtjes en probeert zich
op te richten, zuster, hoort u 'es.
Stil vermaant Jeltje, met bezorgde
blik de zaal overziend. Want als er één
kind wakker wordt, volgen er steevast
meer, zij kent dat.
Sst, slapen gaan! zegt ze, het handje
van Joost dichtdekkend met de deken.
Joost wil niet slapen. Met een driftige
beweging schudt hij het hoofd, zijn handen
komen van onder de dekens, hij grijpt
haar witte schort. Zuster.Zuster,
moet u 'es horen
Een klein stemmetje, doch er schuilt iets
dringends in, zodat Jeltje zich over hem
buigt.
Wat is er dan? vraagt ze voorzichtig.
Joost's ogen ontluiken groot in het smalle
gezicht. Zijn hand duwt de dekens omlaag,
hij richt zich op de ellebogen, de blauwge-
streepte hansop hangt wijd om zijn mager
lijf.
Zuster.... over twee dagen ben ik
jarig!
Fijn! leeft zuster Jeltje mee. Doch
ze laat er meteen op volgen: En nu
gauw slapen, Joost, kom laat ik je nog eens
lekker instoppen! Zo!
De jongen legt zijn hoofd terug op het
kussen, sluit de ogen. Even schokkert hij
zich onder de dekens en slaapt tevreden
in, alsof hij zuster Jeltje een groot geheim
heeft toevertrouwd.
Joost van Santen, klein pienter achter-
buurtmannetje, ligt al vier maanden op
de zaal. Iedere morgen komt de vriende
lijke dokter naar hem kijken, neemt Joost's
smalle pols tussen de blanke doktershand
en weet
Hoe lang zal het nog duren, eer dit vlam
metje zal doven? Dokter Brouwer, gewend
aan ellende, kan soms peinzend naar het
kereltje kijken. Denkt hij aan zijn eigen
kinderen, die hem vrolijk tegemoet snellen
bij zijn thuiskomst? Of denkt hij aan het
onverdiende leed, duizenden kinderen aan
gedaan, als voor vader en moeder de zorg
is gegroeid tot een loodzware last?
Wat hij doen kan om een straal licht te
laten schijnen in de verkommerde kinder
harten, doet hij. En zuster Jeltje is daarbij
zijn stille vennoot. Je had eens moeten
zien, toen Jan Blauw enige dagen geleden
jarig was! Een feest, meneer! Jan Blauw,
die feitelijk niet echt ziek is, maar die op
straat de wielen van een vrachtwagen over
zijn linkerbeen heeft laten rollen - zijn
vei-jaardag had heel wat vertier op de zaal
gebracht.
Er waren echte cadetautjes, geen halfver
sleten rommel, die je wel 'es krijgt, maar
echt gekocht spul! En na het eten was er
voor ieder kind een kanjer van een appel
en zuster Jeltje had de gramofoon laten
spelen en tot slot had ze een prachtig ver
haal verteld.
Zuster Jeltje: eigenlijk had ze net zoveel
plezier gehad als de kinderen. Toen ze
midden in de zaal stond met al die kinder
ogen op zich gericht, had er iets in haar
keel gepropt, zodat ze moest slikken om
het verhaal te vervolgen. En ze had heel
even er aan gedacht, dat er zo weinig toe
nodig is om kinderogen te doen glanzen..
Toen dokter Brouwer de volgende och
tend zijn ronde wou beginnen, nam
zuster Jeltje hem een ogenblik apai-t. Ver
telde van Joost's komende verjaardag.
Of de dokter meedoet? Natuurlijk doet
hij mee! Al vallen de verjaardagen op de
kindei'zaal ook wat vlug achtereen. Lang
zaam gaat hij van bed tot bed, vermaant,
troost, geeft hier een aai en daar een bars
woord, kijkt ongemerkt op de door de
zuster genoteerde koortscurven en stelt
zijn diagnose. Bij Joost van Santen talmt
hij, kijkt naar de jongen, die smal en bleek
en met donker-omkringde ogen stil naar
hem ligt te kijken.
Hallo, Joost! zegt hij opgewekt, ge
lijk de pols tussen zijn vingertoppen pak
kend, hoe gaat het ermee, kerel?
Als een zieke vogel kijkt Joost hem aan.
Goed, dokter
Scherp vangt dokter Brouwer de jongen
in zijn blik. Aandachtig beluistert hij de
polsslag, ontbloot Joost's bovenlijf en volgt
door de stethoscoop het kloppen van het
hart. Voorzichtig als een moeder, knoopt
hij het hemd dicht, strijkt de jongen over
het haar, dat klam op het voorhoofd kleeft.
De dokter buigt zich over hem, fluis
tert in zijn oor:
Je bent gauw jarig, hè Joost?
Twee ogen gaan eensklaps wijd open.
Ja, dokter
Wanneer Joost?
De jongen draait zijn hoofd van de
dokter weg.
Morgen, dokter
Zo! Nu, je houd je maar taai, Joost.
Tot morgen hoor!
n of er feest was op zaal 5? Reuze! Er
was een boek voor Joost; niet zo'n
dun, maar een kanjer! En van de zusters
was er een étui met kleurpotloden en zo'n
bonk vlak-elastiek! Als je alles goed be
keek, had Joost veel meer gekregen dan
Jan Blauw en diens cadeautjes waren óók
niet voor de poes.En wat was er een
vreugde op de zaal geweest, hoe hadden
de kinderen genoten van het verhaal van
zuster Jeltje! Joost had er stil bij gelegen,
net of de vreugde niet voor hem was be
stemd
Alleen toen een dochtertje van dokter
Brouwer hem was komen gelukwensen,
en een liedje voor hem speelde op haar
viool, had hij geglimlacht, alsof hij iets
heel moois zag. Het meisje in haar witte
jurkje speelde ook zó mooi, dat een engel
er jaloers op had kunnen worden.
Dankbaar legde hij 's avonds het hoofd
op het kussen, zonder een woord sliep
hij in. Toen zuster Jeltje naaar hem kwam
kijken, lag er zó'n verheerlijkte glimlach
op zijn lippen, alsof hij droomde van louter
geluk.
Vier dagen later, op een zonnige ocn-
tend. droeg men Joost van Santen naar
een klein plekje op het kerkhof, even
buiten de woelige stad. De dauw lag nog
over de velden. De heggen en struiken
glansden parelmoer. Ergens beierde een
klok, maar dat gelui was niet voor Joost
bestemd. Er was weinig belangstelling en
de dragers hadden haast. In een grote
stad zijn leven en dood nuchtere zaken
Maar toen alles afgelopen was en de fami
lie huiswaaarts keerde in de enige zwarte
koets, kwam er een verpleegster aantrip-
pen in stemmig zwart en strooide een
handvol witte bloemen in het graf. Stil
alsof zij haar nachtelijke gang langs de
bedden maakte, sloop ze heen. Het leek
haast of ze bang was Joost wakker te
maken.
Dokter Brouwer zit voor zijn schrijftafel
De vulpen vliegt door de paperassen
recepten, opnamebriefjes, korte medede
lingen aan collega's. Werktuigelijk vult
hij de papieren in met dat onfeesbare
schrift, eigen aan geneesheren. Vandaag
zijn er een paar overlijdensbriefjes bij
dat gaat zo: de ene dag niets, de volgende
dag drie of vier. Met een sigaar tussen de
lippen schrijft hij, tot eensklaps zijn hand
stil valt. Aandachtig tuurt hij op het pa
piertje, dat voor hem ligt:
Joost Karei van Santen, geboren 12 De
cember 1944, overleden 6 Juni 1953. Ge
loof: geen.
Een ogenblik glijdt de blik van de dokter
naar de kalender: 7 Juli, staat er in diep
zwarte letters. En de jongen was in De
cember geborenHoe kon hij dan een
week geleden zijn verjaardag vieren?
Als door een waas ziet dokter Brouwer het
verheerlijkte gezicht van Joost van Santen
opgaand in het vioolspel van zijn dochter
tje - en schudt het hoofd. Er valt hem een
regel in de gedachten. „En vergeef ons
onze schulden", hij zegt de woorden bin
nénsmonds na. Arme, kleine kerel: moest
jij nou oneerlijk zijn om een klein beetje
geluk te ontvangen? Peinzend blijft hij
zitten, het papiertje trilt in zijn hand. Tot
er op de deur wordt geklopt.
Vlug stopt hij Joost's overlijdensbriefje
tussen de papieren, slikt een paar keer
voor hij roept: - Binnen!
En het leven zijn gang herneemt.
Gedurende 3 dagen, Zondag 3, Maandag 4 en Dinsdag
5 Januari exposeren wij in het gebouw van de Haarlemse
Kegelbond aan de Tempeliersstraat
Wij nodigen U beleefd tot een bezoek uit.
Geopend van 10—22 uur.
Agente voor Haarlem en Omgeving
Sub-agent
J
Met ingang van de zomerdienst zal twee
keer per dag een trein van Maastricht via
Aken naar Keulen rijden. Van Keulen uit
zal Maastricht ook twee keer per dag per
spoor bereikbaar zijn. Deze dienst zal onder
houden worden met motortreintjes van de
Deutsche Bundesbahnen.
Vier jongens van ongeveer 18 jaar
hebben Zaterdagnacht een bij het hotel
Krasnapolsky te Amsterdam geparkeerd
staande auto gebruikt voor een pleizierritje,
dat echter van korte duur is geweest. Op
de Prins Hendrikkade zijn zij tegen een
andere auto gebotst. Voordat de politie ter
plaatse was, waren de jongens verdwenen.
De auto kreeg vrij ernstige schade.
...inderdaad FABLO!
...en dan voor die prijs
Het is dan ook een
„GERZON-FABLO" verrassing
In optima (errna Nergens anders
in Nederland (dit klinkt misschien kras
maar 't is inderdaad zo treft U een Fablo „sanfor" popeline herenoverhemd
aan voor deze uitzonderlijk lage prijs. Mèt gevoerde borst, parelmoeren
knoopjes, moderne boord volgens de nieuwste lijn reserve aannaaiboord
en baleintjes presenteert Gerzon U dit Fablo overhemd guldens voordeliger,
ondanks de stijging der lonen en grondstoffen. In wit, grijs, groen, beige en
bleu, desgewenst met extra lange mouwNormale prijs 13.90
THANS ^75
Uw Herenzaak te Amsterdam. Haarlem, 's-Gravenhage en Rotterdam
Er zijn als steeds
MARKTPLEIN 29
TELEFOON 5332
PMUIDEN