Eerste Kamer geeft haar oordeel over discussie Romme-Burger VITAMINEN ACTIFRAL-10 Agenda voor Haarlem Gemeenteclassificatie neemt geleidelijk in betekenis af" Verstopping V.V.D. en C.H. waarschuwen tegen het toespitsen der tegenstellingen Geestelijke mag arts niet meer bezoeken 124.- 30.- Minister Beel antwoordt Eerste Kamerleder. Lagere belasting op bioscopen mogelijk Blindencommissie voor Noordholland Nieuwe uitgaven WOENSDAG 17 FEBRUARI 1954 3 Berkclse moordzaak Kerkelijk Nieuws - Spijbelaars Februari-aanbieding COLBERT EN PANTALON Verkeerstechnische leergang van de A.N.W.B. Minister Beel heeft er nu niets meer tegen Onderzoek naar sociale omstandigheden der blinden Heringa Wuthrich BLIKSEMAFLEIDERS (Van onze parlementaire redacteur) De Eerste Kamer heeft gisteren een begin gemaakt met de behandeling van de rijks begroting voor 1954. Het politieke gesprek met de regering, waarmee de begrotings behandeling pleegt te beginnen, is een beetje in het gedrang gekomen, nu de aandacht van de senatoren zich voor een belangrijk deel richtte op hetgeen zich de laatste weken tussen de beide grote regeringspartijen heeft afgespeeld in de discussie tussen prof. Romme, de leider van de katholieke Tweede Kamerfractie en mr. Burger, de socialistische fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Na zijn geschrift ..Katholieke Politiek" gaf de politieke leider van de K.V.P. op de laatste partijraadsvergadering het sein tot een nieuw offensief en daagde hij de P.v.d.A. uit kleur te bekennen. Mr. Burger is op deze uitdaging het antwoord niet schuldig gebleven. Het debat in de Eerste Kamer is voor een belangrijk deel aan deze schermutseling gewijd. Prof. Molenaar (VVD) riep in zijn uiteenzettingen over deze principiële strijd tussen de K.V.P. en de P. v. d. A., de twee grootste regeringspartijen, het beeld van een dierentuin op. Hij bracht in herinne ring, hoe volgens prof. Duynstee mr. Bur ger „de logge tred van een nijlpaard" had laten zien, toen hij de confessionele partijen te lijf was gegaan door eigenlijk haar be staansrecht te ontkennen. Maar daarop had volgens prof. Molenaar prof. Romme doen denken „aan een olifant in de porcelein- kast," door diens rede op de partijraad van de K.V.P., waarin hij de P. v. d. A. getart had met zijn eis „kleur te bekennen ten aanzien van geestelijke aangelegenheden". De woordvoerder van de V.V.D., die deze opmerking ook min of meer tot zijn eigen geestverwanten gericht vond, maakte deze opmerkingen waarlijk niet om het vuurtje nog wat aan te stoken. Zowel hem als mr. Kolff (C.H.) strekte het tot eer, dat zij, vertegenwoordigers van de kleinere par tijen, veeleer doende zijn geweest de grote broers te bezweren op deze manier niet voort te gaan. Prof. Molenaar verklaarde dat als het tussen P. v. d. A. en K.V.P. tot een wezenlijke breuk zou komen, dit zeer grote moeilijkheden zou opleveren bij de bewindsvorming. Hij stelde er prijs op dit te zeggen, al stond dan zijn eigen partij op het moment ook buiten de regeringsmeer derheid. Mr, Kolff merkte op dat als de ern stige spanning tussen de twee „groten" tot een breuk zou leiden, de scherven waar lijk geen geluk zouden brengen. Hij be twijfelde, of vorming van een Christelijke coalitie en van een daarop steunend kabinet wel mogelijk zou zijn. Daarom hoopte hij, dat hetgeen zich nu afspeelt tenslotte slechts een schijngevecht zou blijken te zijn. Overigens achtte hij een regering op zo breed mogelijke grondslag het beste. Ten aanzien van wat er na de watersnoodramp zo al te berde was ge bracht omtrent het vraagstuk van de be veiliging van ons land tegen het water nam hij de daaraan door ir. Louwes gewijde nota. die vooral het verwijt inhield, dat de overheid ten opzichte van de dijken in ge breke was gebleken, duchtig onder handen. Prof. mr. Hellema (A.R.) bepaalde zich tot financiële beschouwingen. Zijn fractie had thans aan een politiek debat geen behoefte, wat de kwestie van het be staansrecht van confessionele partijen aan gaat, kon hij volstaan met op te merken, dat de A.R.-partij zich opmaakt haar 75- jarig bestaan te vieren. Prof. Molenaar stond niet alleen bij de binnenlandse politiek stil. Behalve dat hij, evenals later m r. Pol le ma (C.H.), financiële beschouwingen hield waarin nauwelijks iets nieuws te bekennen viel, sprak hij zich ook uit over het vraagstuk van Europese integratie. Wat minister Beyen in het najaar in zijn tot de organi satie van de werkgevers gehouden Maas trichtse rede had betoogd, vervulde hem ADVERTENTIE geeft U precies wat U nodig heb tl met geestdrift. Uit dat betoog had hij be grepen, dat de minister van Buitenlandse Zaken bedoelde daadwerkelijke medewer king aan de uitvoering van te voren opge zette economische plannen. Maar nader hand is het er eerder op gaan lijken, dat de bewindsman alleen die integratie wil bevorderen, hetgeen iets anders en minder ware dan het aanvankelijk in vooruitzicht gestelde doel. Het belangrijkste van de verdere debat ten was ongetwijfeld de voortzetting van de strijd BurgerRomme door m r. J. In 't Veld (P. v. d. A*.) en m r. Kropman (KVP). De aanvoerder van de senatoriale groep der P. v. d. A., die opmerkte, dat hij prof. Romme onlangs in een nieuwe creatie had zien optreden, namelijk in die van een geen levensbeschouwelijk uitgangspunt heeft, zodat zij daar, waar het juist belang rijk wordt, ophoudt. Aldus viel zijns inziens ook goed mr. Burgers stelling: „Niet filoso feren, maar handelen" te verklaren. Vandaag wordt het debat voortgezet. De Berkelse arts O., die in de maré- chaasséekazerne aan de Laan van Meer- dervoort in Den H'aag is opgesloten on der verdenking zijn vrouw door middel van vergif van het leven te hebben be roofd, mag geen bezoek meer ontvangen van zijn geestelijke verzorger, pater V. De geestelijke is geruime tijd verhoord door de substituut-officier van justitie mr. De Lint. Daarna is hem de toegang tot de cel van de verdachte ontzegd. De justitie is nog steeds bezig met het onderzoek naar de herkomst van enige briefjes, die na zijn arrestatie bij de Ber kelse arts zijn gevonden. De inhoud van deze briefjes wekte de indruk, 'dat me vrouw O. zelfmoord zou hebben gepleegd. Een diepgaand onderzoek van schrift kundigen heeft uitgewezen dat zij zelf de briefjes niet heeft geschreven. Een broer van dokter O. heeft aanvankelijk ver klaard dat hij de schrijver is geweest en dat hij de briefjes geschreven had op in stigatie van mr. H., de raadsman van de dokter. Deze Haagse advocaat is daarop gearresteerd. Op 8 Februari heeft de Haagse rechtbank zijn gevangenhouding met dertig dagen verlengd. Er zou thans echter een wending in deze kampioenbokser, vroeg Zich af, of er in het zaak gekomen zijn doordat de broer van beleid van de K.V.P. en in haar wezen een I dokter O. zijn verklaring, dat hij de Ned. Herv. kerk Bedankt voor Huizen (N.H.) H. G. Abma te Rotterdam-Delfshaven. Benoemd tot ziekenhuispred. te Amster dam, J. J. Buskes aldaar. Beroepen te Aalst en Lage Vuursche, J. de Bruin, cand. te Bodegraven; te Klaren- beek (toez.), A. Brill te Nieuw-Scheemda; te Uitgeest (toez.) J. van Beek te Ooster- land-Den Oever: te Veen (N.Br.) C. J. P. Lam, cand. te Hilversum. Benoemd tot vic. te Brunssum, D. Schneider, cand. te Utrecht; idem te 's-Gravenhage-Loosduinen, W. S. Evén- huis, cand. te Groningen, die deze benoe ming ook aannam. Geref. kerken onderh. art. 31 K.O. Beroepen te Sappemeer D. Deddens te Wetsinge—Sauwerd. Bedankt voor Utrecht (vac. prof. H. J. Schilder) Jt-Groen te Groningen. Geref. kerken Beroepen te Hoogeveen (vac. w'. Faber) Din,togmorgen vertrok de onderzeebootjager Holland'' voor zij D. J. Modderaar te Appingedam. De Bolland op de Nieuwe Waterweg te Hoek van Holland; r, Appingeda Bedankt voor Nederhorst den Berg J. H. v. Halsema te Tholen. Chr. Geref. kerken Beroepen te Dokkum J. M. Visser te En schede: te s-Gravenzande, D. Slagboom te Middelburg. Geref. gemeenten Tweetal te Dordrecht: M. Blok te Rotter dam-C. en T. Cabaret, cand. te Rotterdam; te Gouda: T. Cabaret, cand. te Rotterdam en F. J. Dieleman te Yerseke; te 's-Graven- polder: J. B. Bel te Krabbendijke en T. Cabaret, cand. te Rotterdam. Beroepen te 's-Gravenpoldcr en te Veen (N.Br.), T. Cabaret, cand. te Rotterdam. Beroepen te Benthuizen W. Hage te Aalst-Brakel Oud-Gercf. gemeenten Beroepen te Rijssen, H. Wiltink te Doe- tinchem. Doopsgez. Broederschap Beroepen te Mensingeweer J. Lange, hulppred. aldaar; te Wassenaar Ned. Prot. Bond (2e pred.pl.) mej. da. J. H. van der Slooten te Steenwijk. zijn proefvaart naar rechts de loodsboot. Maandag heeft men de oplossing gevon den voor een raadsel, dat de Finse par lementsleden sinds Vrijdag had bezig gehouden, toen men in de loop van het begrotingsdebat merkte, dat de auto matische stemmachine stemmen regis treerde die van lege banken kwamen. Het bleek, dat de slemknoppen van deze banken met luciferseindjes waren vast gezet, waardoor de machine positieve stemmen registreerde hoewel de be trokken afgevaardigden afwezig waren. Onder de schuldigen" die zo afwezig aanwezig konden zijn. bevond zich de minister van Financiën. M. T. Junnila. Zij hebben een waarschuwingvan het parlement gekregen. WOENSDAG 17 FEBRUARI Concertgebouw: Interscholaire muziek avond, 19.45 uur. Frans Halsmuseum: Piano recital Tini Bresser. 8 uur. Koningin Em- maschool, ingang Raafstraat: Cultureel co mité „Over de brug"; lezing door de heer K. J. Junius Ingerman, 8 uur. Lido: „Slaven der hartstocht", 18 jaar. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Taxi 85 rijdt voor", 18 jaar. 7 en 9.15 uur. Roxy: „Grens-incident Luxor: „De gevolgen van een misstap", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Gaslicht", 18 jaar. 7 en 9.15 uur. City: „Beschermt het ongeboren leven". 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Zolang jij bij mij bent", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. DONDERDAG 18 FEBRUARI Concertgebouw: Teil—Jodlerchor. 8 uur. Dreefzicht: Lezing met demonstratie over huidverzorging en make-up, 2.30 uur. Lido: Slaven der hartstocht", 18 jaar, 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Taxi 85 rijdt voor", 18 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Grens incident", 18 j., 2.30 en 8 u. Luxor: „De gevol gen van een misstap", 18 j., 2. 7 en 9.15 u. Rembrandt: „Gaslicht", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Beschermt het ongeboren leven 18 jaar. 2.15. 7 en 9.15 uur. Palace: „Zolang jij bij mij bent". 14 jaar, 2. 4.15. 7 en 9.15 uur. Minerva: „Orphee", 18 jaar, 8.15 uur. wijziging was ingetreden. Het kostte hem enige moeite lijn in het optreden van prof. Romme te ontdekken. Eerst was deze be gonnen met zijn in de Tweede Kamer ondernomen poging om tussen de aanhan gers van de regeringspartijen met zijn motie inzake de loonpolitiek een wig te drijven. Maar toen hij zag, dat zulks binnen het kabinet niet lukte, liet hij die motie weer vallen. Het was alleen maar „een ruwe stoot" geweest en de K.V.P.-aan voerder had verklaard, helemaal niet be oogd te hebben strijd tussen zijn partij en de P. v. d. A. te doen ontstaan. Tenslotte had hij een nieuwe aanval op de P. v. d. A. ondernomen, met de uitdaging om „kleur te bekennen" op geestelijk-levensbeschou welijk gebied. Welnu, ofschoon mr. In 't Veld zich met zijn staatkundige vrienden over de „wanhoopspolitiek" weinig onge rust maakte, zag hij zich wel genoopt op de uitdaging in te gaan. Voorop stelde hij, dat de aanhangers van de P. v. d. A. door verschillende levensbe schouwingen worden gedreven, maar één zijn als het er om gaat gezamenlijk het hoofd te bieden aan de verschillende maat schappelijke moeilijkheden. Hij noemde het voorts een volslagen miskenning van het humanisme, dat eerbied heeft voor elke eerlijke levensovertuiging en door grote verdraagzaamheid gekenmerkt wordt, als men denkt, dat de humanisten aan de P. v. d. A. hun wil wensen op te leggen en er de toon willen aangeven. Een misvatting was ook. dat de P. v. d. A. de belangen van één klasse wil behartigen; zij komt ook voor de in het gedrang geraakte midden groepen op. Mr. In 't Veld zei, dat de K.V.P. ■verstandiger zou doen met het meer te zoeken in de richting van practische toe passing van het evangelie, dan in de nega tieve houding van bestrijding van anders denkenden. Als men van Katholieke zijde beweert, dat de Katholieke levensbeschou wing op maatschappelijk gebied een heil zame uitwerking heeft, dan wilde mr. In 't Veld de K.V.P. enige in zijn ogen beden kelijke toestanden in Italië en Spanje voor houden. Na het kabinet-Drees inzake de kwestie van de viering van de 5de Mei als bevrij dingsdag in bescherming te hebben ge nomen, vatte hij nog eens samen, hoe het met de P. v: d. A. gesteld is. Deze partij, die openlijk heeft kenbaar gemaakt wat zij wil, onder meer in „De weg naar vrijheid", berust op zorgvuldig samengaan van men sen van verschillende levensbeschouwing, die in het socialisme hun gemeenschappe lijk ideaal vinden. Belangrijker dan toe spitsing van al dan niet bestaande tegen stellingen noemde spreker het, in goede kameraadschap samen de wegen te zoeken, die het opgroeiend geslacht nieuw geloof en nieuw vertrouwen in de toekomst kunnen geven. Mr. Kropman (K.V.P.) erkende, dat ongetwijfeld een rede als prof. Romme op de jongste bijeenkomst van zijn partijraad heeft gehouden, schade doet of kan doen aan de samenwerking. Maar, zo voegde hij er aan toe, als men die goede geest, waar over mr. In 't Veld het had gehad, zoveel waard vindt, waarom moet hij, een der vooraanstaande humanisten, die zozeer de nadruk legt op verdraagzaamheid, met zoveel zorg fouten in verschillende Katho lieke landen breed uitstallen? „Revolutionnair en totalitair" Mr. Kropman noemde zijn partij zowel revolutionnair omdat zij volgens de leer van het evangelie vernieuwing van de maatschappelijk orde nastreeft als tota litair in die zin, dat het haar gaat om de mens in zijn totaliteit, in zijn geheel en niet slechts om de politieke of de economi sche mens. Het verschil tussen de K.V.P. en de P. v. d. A. alsmede de V.V.D. zou vooral hierin gelegen zijn, dat bij deze laatstge noemde partijen de verschillende levensge bieden niet alleen onderscheiden, maar ge scheiden worden. Als men zoveel bezwaar heeft omtrent tegenstellingen binnen de K.V.P., tegenstel lingen, die er inderdaad zijn, dan vroeg hij t op zijn beurt, of die zich elders piet even- 18 j.®?TL~"UUirazeer voordoen. Zo kon hij ook op tegen stellingen binnen de P. v. d. A. wijzen. Ondanks die onderlinge verschillen stem men de aanhangers van de K.V.P. meestal eensgezind, doordat zij, overeenkomstig een der pauselijke encyclieken, hun onder linge verschillen opgeven omderwille van wat mr. Kropman hun revolutionnair ideaal noemde. „Wij, Katholieken, kennen nu een maal het begrip van de kinderlijke gehoor zaamheid en handelen daarnaar," aldus deze senator. Op de vraag van mr. In 't Veld wat prof. Romme met zijn eis omtrent „kleur be kennen" bedoeld mocht hebben, zei mr. Kropman daaromtrent geen zekerheid, echter wel een vermoeden, te hebben. Dit kwam hierop neer, dat aan de P. v. d. A. kan worden voorgehouden, dat zij briefjes geschreven had, zou hebben her roepen. Dokter O. blijft volhouden dat de briefjes door zijn overleden vrouw ge schreven zijn. Dit wordt door de schrift kundigen bestreden. 55 ADVERTENTIE zuiver kamgaren, in de nieuwste dessins en mo dekleuren EXTRA PANTALON van 50.voor Gen. Cron.icstraat 40-44 Tel. 15438 Gisteren is te Utrecht de tweede nationale verkeerstechnische leergang van de A. N. W. B. geopend door de minister van Ver keer en Waterstaat, mr. J. Algera. Deze leergang is voornamelijk bedoeld voor technici van rijk, provincie, gemeenten en waterschappen, die belast zijn met het uit werken van wegenplannen en het beheren van wegen, alsmede voor de verkeerspolitie. Daar het steeds drukker wordende ver keer in de steden voor de voetganger hoe langer hoe meer moeilijkheden gaat op leveren was de eerste dag gewijd aan het voetgangersvraagstuk. De chef van de ver keerspolitie te Rotterdam, hoofdinspecteur K. J. Mtiller, sprak over het voetgangers probleem en de chef van de verkeersafde- lir.g van de A.N.W.B., ir. C. A. Kuysten, over de technische maatregelen ten be hoeve van voetgangers. Beangstigende cijfers De voorzitter van de A.N.W.B., de heer P. F. Zimmerman, merkte op dat in 1952 een toeneming van de door het wegvervoer vervoerde tonnage ten opzichte van 1938 is te constateren van 230 pet. Water- en rail- vervoer zijn elk met 150 pet. toegenomen. Deze toeneming van hat wegverkeer heeft als sinistere begeleiding een groeiend aan tal verkeersongevallen. Dit aantal neemt weliswaar af ten opzichte van het aantal gereden voertuig-kilometers (in 1948 44 per honderd millioen, in 1952 18) en ook blijft het achter bij de stijging van de verkeers intensiteit. (De huidige verkeersintensiteit is het 2 1/4-voudige van die van 1938, het aantal verkeersongevallen het 1.8-voudige), maar het aantal doden en gewonden is echter ruim het 2 1/4-voudige, zodat het probleem zeer verontrustend is. In 1938 weren er 46.655 ongevallen met 5260 do den en gewonden; in 1952 waren het er 79.344 met 13.940. De Memorie van Antwoord van de mi nister van Binnenlandse Zaken op het Voorlopig Verslag van de Eerste Kamer over ziin begroting is thans verschenen. „Het beleid blijft er op gericht de pro vinciën en gemeenten in ons staatsbestel zoveel mogeliik de specifieke plaats te doen behouden, welke aan deze lichamen, mede gezien in het licht van de historische ontwikkeling, krachtens de Grondwet toe komt. Nocntans dienen de ogen niet ge sloten te worden voor de voortschrijding van de maatschappelijke ontwikkeling, welke onder meer de noodzaak mede brengt, onderwerpen in de sfeer van rijks- bemoeiing te brengen, welke tot dusver door de lagere gemeenschappen behartigd werden", zo luidt het in het antwoord van minister Beel. „Ook aan de vraag of de gemeenten over voldoende financiële mogelijkheden be schikken en blijven beschikken om haar taken te vervullen, schenkt de minister bij zijn beleid aandacht. Verruiming van de financiële armslag der gemeenten kan ge schieden öf door versterking van de alge mene inkomsten uit het Gemeentefonds en eigen belastingen öf door het verlenen vam bijdragen voor bepaalde doeleinden ten laste van de begrotingen van de daarvoor in aanmerking komende departementen". Met name reconstructie van oude kernen zou naar hei oordeel van de minister, mede in verband met de krotopruiming, in aan merking kunnen worden gebracht voor speciale rijksbijdragen. Aan de leden, die de wenselijkheid on derstreepten van een voortgaande decen tralisatie van overheidsbemoeiing en daar bij op spoed aanorongen, gaf de minister de verzekering, dat hij een zeer spoedige totstandkoming van de ccmmissie, welke zich met deze materie zal bezighouden, zal bevorderen. De taak van de commissie heeft de minister zich aldus gedacht, dat deze betrekking zal hebben op de taak verdeling van rijk, provincie en gemeente op de daarvoor in aar-merking komende, concrete terreinen van overheidszorg. Over de gemeente-classificatie wordt op gemerkt, dat, voor zover thans valt te overzien, de gemeenteclassificatie de ten- denz vertoont geleidelijk in belangrijk heid af te nemen. Het is duidelijk, dat waar de gei neen teclassificatie een factor is m het algemene loonbeleid met betrek king tot het overheidspersoneel niet afzon derlijk tot afschaffing kan worden overge gaan. De ontwikkeling terzake in de parti culiere sector dient dan ook terdege in het oog te worden gehouden. Over een tijd stip, waarop een algehele afschaffing der gemeenteclassificatie, onder meer voor het overheidspersoneel, zou kunnen worden verwezenlijkt, valt in het huidige stadium der ontwikkeling geen uitspraak te doen. De B B. De middelen, die voor de LJ.B. beschik baar ziin gesteld (ongeveer f90 millioen) waren toereikend voor de eerste opzet van de gemeenteliike en provinciale organisa tie. Meer middelen worden vereist voor de uitbouw van de organisatie, zowel voor opleiding en oefening van het personeel als voor uitbreiding van de voorziening van materieel en voor het centrale orgaan. Van het bedrag van ongeveer f61 mil lioen. dat in de jaren van 1951 en 1954 beschikbaar was voor de aanschaffing van materieel is tussen einde 1951 en einde 1953 voor 5 46 millioen aan goederen be steld. waarvan f 36 millioen zijn betaald. In 1954 ziin voor aanschaffingen nog f -15 millioen beschikbaar. ADVERTENTIE onregelmatige stoelgang. Vlug, zacht en pijnloos werken Mijnhardt's Laxeertabletten 65ct In zijn antwoord op het Verslag van de Eerste Kamer naar aanleiding van zijn be groting reageert de minister van Binnen landse Zaken op de tot uiting gebrachte ongerustheid ten aanzien van de Vermake lijkheidsbelastingen der gemeenten. Daartoe bestaat naar zijn mening geen aanleiding. Ook hij stelt zich op het stand punt, dat het een aangelegenheid van de gemeentebesturen zélf is, om behoudens Koninklijke goedkeuring de hoogte van de gemeentelijke tarieven van de vermake lij khedenbelasting op bioscoopvoorstellin gen vast te stellen. In de jaren 1947-'48 was de regering van oordeel, dat de publieke vermakelijkheden zwaarder konden worden belast, dan toen geschiedde. Wat de heffing van vermake lijkheidsbelasting op bioscoopvoorstellingen betreft, kan hier worden gewezen op de hoge bezetting van het bioscoopbedrijf, als gevolg waarvan abnormale winsten werden gemaakt. Hoewel het aanvankelijk in het voorne men lag van rijkswege een weeldebelasting te heffen van ten hoogste 25 procent, is de toenmalige minister van Financiën hier van later afgestapt, nadat de minister zich bereid had verklaard de gemeenten uit te nodigen de Vermakelijkheidsbelasting be langrijk te verhogen, om aldus het terrein der publieke vermakelijkheden tot een rijker vloeiende bron voor de gemeenten te maken. Uit dit onderzoek dat inmiddels is be ëindigd, kan naar de mening van de rege ring worden geconcludeerd, dat de over wegingen, welke in 1947-"48 hebben geleid tot het destijds gemaakte onderscheid in de belasting thans niet meer gelden. Het ligt in het voornemen van de minis ter de gemeenten van het vorenstaande mededeling te doen en de goedkeuring van verordeningen, tot wijziging dezer belas ting, welke tot dusver was aangehouden, indien daartegen overigens geen bezwaren bestaan, te bevorderen. De minister is niet voornemens de be doelde mededeling vergezeld te doen gaan van een aanbeveling omtrent de wense lijke of economisch toelaatbare hoogte van de tarieven. In het gebouw van de Stichting Noord holland voor Maatschappelijk Werk is dezer dagen met een rede van de voorzitter van deze Stichting, mr. M. J. A. Moltzer, een Blindencommissie voor Noordholland ge ïnstalleerd, die een onderzoek zal instellen naar de sociale omstandigheden van de blinden in deze provincie. Een dergelijk onderzoek was door Gedeputeerde Staten bij de Stichting verzocht, en deze achtte dit niet mogelijk zonder medewerking van de betrokkenen zelf en deskundigen. Deze zijn dan ook in de commissie ver tegenwoordigd. Voorzitter van de Blindencommissie is de heer F. S. Noordhoff, oud-wethouder van Haarlem, en secretaris de heer C. Lijnzaad, directeur van de genoemde stichting. De Ipden van de commissie zijn mr. J. de Boer, directeur van de Blindenwerkinrich- ting van de Vereniging tot Werkverschaf fing aan Hulpbehoevende Blinden te Am sterdam; J. C. Corver, hoofdinspecteur directeur van het Rijksarbeidsbureau in Noordholland; J. C. van Dam, directeur van de gemeentelijke dienst van Sociale Zaken te Amsterdam; W. C. J. Farenhorst, namens de afdeling Noordholland der Nederlandse Christelijke Blindenbond; B. Fels, vertegenwoordiger van het ministerie van Maatschappelijk Werk in Noordhol land; J. J. van Gelderen, geneeskundig inspecteur in Noordholland; C. van der Lende, secretaris-penningmeester van „Arbeid voor Onvolwaardigen" in Am sterdam; F. H. Louman namens de Nederlandse R.K. Blindenbond „St. Odilia" in het rayon Noordholland; P. Meyer, secretaris van de Amsterdamse Blinden bond; M. Nolet, rijksconsulent van het ministerie van Sociale Zaken voor Noord holland; drs. H. H. Roose. psycholoog van de Stichting „Het Nederlandse Blinden wezen"; E. P. Schuyt, directeur van de Haarlemse Werkinrichtingen; F. G. Tingen secretaris van de Stichting „Het Neder landse Blindenwezen"; J. van Vliet, voor zitter van de Blindenvereniging „Noord holland"; D. H. Suerink namens de Ver eniging van Leiders van Openbare Diensten en Instellingen voor Sociale Zorg in Noord holland, en de internationaal bekende oog specialist, prof. dr. W. P. C. Zeeman te Am. sterdam. De commissie zal naar de secretaris, de heer C. Lijnzaad, ons mededeelde, belang rijk werk kunnen doen. Uit een enquête van het departement van Sociale Zaken in 1948 bleek, dat slechts tien procent van de blinden in eigen levensonderhoud kan voorzien. Slechts 22 procent van het aantal blin den is blind geboren. De overgrote meerderheid is op latere leeftijd blind geworden. Allerlei mogelijkheden, die naar een sociale verheffing van deze medeburgers kunnen leiden, zullen worden onderzocht, bijvoorbeeld ten aanzien van onderwijs, werkplaatsen, levensvulling en maatschappelijke aan passing. Een speciale moeilijkheid, die de aan dacht van de commissie verdient, is het feit, dat slechts 27 procent van de blinden het Braille-schrift kent. Van „gesproken boeken", die in het buitenland en in het bijzonder in Amerika in toenemende mate worden gebruikt, is nog geen toepassing in Nederland bekend. Voorts moet er nog heel wat gedaan worden aan de voorlichting van ouders en familieleden van blinden. Hiermee zijn enkele facetten weerge geven van de veelzijdige taak, welke de commissie wacht. ADVERTENTIE De voorzitter van de A.N.W.B., de heer P* F. Zimmerman, het lid van let dagelijks bestuur der bond A. M. J. de Jager, wethouder De Boer vari Utrecht (gedeeltelijk zichtbaar) en de minister van Verkeer en Waterstaat Algera,in gesprek na de opening van de Nationale Verkeerstechnische leergunj der A.N.W.B. te Utrecht. Haarlem „DF, ONTWIKKELING VAN HET MINISTER-PRESIDENTSCHAP" Dezer dager verschijnt over dit onderwerp bij de Universitaire Pers Leiden een boek van de hand van Dr. E. van Raalte. In deze studie van vergelijkend staats recht. in zekere zin aansluitend bij schrijvers van 1917 daterend proefschrift over „De Minister-President" is, aan de hand zowel van het geschreven als van het ongeschre ven recht, en op de grondslag van waar nemingen van nabij t.o.v. de praktijk, de ontwikkeling geschetst, zoals deze zich in de jongste decennia heeft voltrokken. Be halve de evolutie met betrekking tot het instituut van het Minister-Presidentschap in Nederland, wordt deze ook ten aanzien van de gang van zaken in België en Frank rijk behandeld, met het oog waarop de auteur in het bijzonder mede in die beide landen onderzoekingen heeft ingesteld. Te vens maken feiten en verschijnselen aan gaande de Engelse Prime Minister, gelijk die zich sedert 1917 hebben voorgedaan, deel van deze studie uit. In „Pygmeeën", een royaal uitgevoerd en met prachtige foto's verlucht boek dat bij Scheltens en Giltay te Amsterdam het licht zag, vertelt dr. Paul Julien ons van zijn jongste ervaringen in het Zwarte Wereld deel, waar hij ditmaal een studie maakte van de Afrikaanse dwergvolken en hun zeden. Die Pygmeeën, stiefkinderen van de oerwouden zijn tengevolge van de lang durige neger-tyrannie gedegradeerd tot een soort van „halfdieren", die de laagste cultuur van alle rassen hebben en wier schuwheid en argwaan men alleen met eindeloos geduld en liefde kan overwinnen. Dr. Julien is daarin geslaagd en ervoer daarbij tot zijn groote verrassing, dat de afstand tussen deze primitieven en de be schaafde mens tenslotte maar zeer klein is. Daarvan doet hij in dit boek verslag in de zelfde boeiende verteltrant die wjj ken nen uit zijn „Kampvuren langs de eve- j naar"' en „De eeuwige wildernis".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 5