Op bezoek bij Mistinguett
DE EERSTE DETECTIVE
Nederlandse bladzijden in
Engels danst ijdschrift
ONZE PUZZLE
Engelse litteratuur
V
Groepententoonstelling
van ,,Arti'
Dierbare vrienden
Festival Stockholm 1954
's Werelds beroemdste revue-ster
(tussen de tachtig en de honderd jaar)
deokt nog niet aan haar retraite
Het zal vele liefhebbers van de danskunst gesneten hebben, dat enige
maanden geleden tot opheffing van het maandblad Danskroniek besloten
moest worden. Ondanks allerhande medewerking en adhaesiebetuiging
DE biografie van Vidocq door Philip
John Stead (verschenen bij Staples
Press in Londen) heeft geen bijzondere
kwaliteiten. Vidocq's leven, dat van 1775
tot 1857 geduurd heeft en dat hij als zwer
ver, gevangene, hoofd van de Parijse
Süreté en privé-detective heeft doorge
bracht, is te rijk aan gebeurtenissen en
avonturen, die het uitzicht op de hoofd
persoon benemen als zij nietkrachtiger op
hun plaats gezet worden dan deze auteur
heeft gedaan.
Welke redenen de heer Stead verder ook
verleid of gedwongen kunnen hebben om
zich in het waarderen van Vidocq's karak
ter op de vlakte te houden, hij kan er zich
in ieder geval op beroepen dat het bijzon
der moeilijk geweest zou zijn. Niemand zal
op de moed, de energie en het talent om
zich te vermommen van zijn held kunnen
afdingen, maar er is tenslotte geen bedoe
ling te vinden in dat leven waaraan het ge
meten kan worden. Vidocq was een handi
ge jongen in een meer-dan-levensgrote uit
voering men zei dan ook tegen Balzac,
toen die in „Le Père Goriot" de figuur van
Vautrin naar het beeld van Vidocq ont
worpen had. dat een dergelijk wezen de
waarschijnlijkheid te buiten ging, waarop
Balzac dan tegenwierp dat er precies zo
iemand bestond. Wat hij eigenlijk voor
een mens was en wat hij van zijn eigen
prestaties dacht, is niet goed duidelijk; zijn
voornaamste aanspraak op sympathie ont
leent hij aan de nijdige verdachtmakingen
BOVENSTAAND kinderportret, ge
schilderd door Hans Royaards, is
te zien op de Groepententoonstelling
van „Arti et Amici-tiae" te Amsterdam.
In het typeren van kleine en grote
mensen is Royaards een meester. Hij is
een scherp waarnemer en weet direct
het karakteristieke in houding en ex
pressie van zijn model te ontdekken.
Andere figuurschilders, op deze ten
toonstel ing zijn G. Westerman en Bob
Buys. Voor deze laatste speelt de type
ring ook wel een rol, maar deze wordt
ondergeschikt door zijn streven de fi
guur tot onderdeel van een compositie
te maken. In het grote doek van een
Spaanse danseres stelde Buys zich een
zware opgave, vooral daar de figuur in
actie gegeven wordt, wat bij een bijna
levensgrote weergeving de kans tot
snelle, rake notitie vrijwel uitsluit. Dit
un aanmerking genomen is het een res-
pectabe'e prestatie Het kleine portretje
van een Soaanee, reeds eerder te zien
geweest bij Santee Landweer, is su
bliem.
Arie van Mever beeft een aantal stil
levens bijeengebracht, die merendeels
van de gewone Arti-tentoonetellingen
al bei'end zjjn m reeds dikwijls om
hun fijne tonaliteit en rustig voorname
voordracht geprezen. Verder moeten
wij vermelden Jae. Bodaa-n, een figuur
waarvan men niet goed weet wat men
er aan heeft, daar de schilderijen wat
geforceerd en dus weinig natuurlijk
lijken. Zijn Itaoende zwarte poes heeft
wel iets fascinerends.
Knappe tekeningen van Gerrit de
Jong en médailles en penningen van
fleurt Brinkgreve vindt men in de lin
ker carréezaai. Brinkgreve is zeker
een bekwaam mod's'eur van reliëfs.
Het vervaardigen van médai!nes in op
dracht laat weinig speelruimte voor
experiment of extravagantie, waar
naar Brinkireve misschien ook eeen
verlangen heeft. OTTO B. DE KAT
van afgunstige pamflettisten voor en na
zijn dood. Wanneer men hem daartegen in
bescherming wil nemen, wordt men da
delijk tegengehouden door het soort werk
dat hij deed: zijn spionnage en bedriegerijen
ten bate van de openbare orde waren zeker
nuttig, maar zijn niet innemend. Vooral
van die kant zou een biograaf hem nader
moeten bekijken dan Stead gedaan heeft.
YIDOCQ's eerste carrière, die van zwer
ver en gevangene, was wild en onver
schillig, maar tamelijk eerlijk. Hij diende
in het leger en op de vloot en leefde ook
een tijd als schijn-officier. Een van zijn
talrijke affaires met vrouwen bracht hem
in 1798 in moeilijkheden: hij vocht met een
medeminnaar, en kreeg drie maanden ge
vangenisstraf voor verstoring van de open
bare orde. In de gevangenis hielp hij bij
het vervalsen van een officieel stuk en
dacrvoor werd hij toen veroordeeld tot
acht jaar in de galeien geen schepen
meer in die tijd, maar gevangenissen voor
dwangarbeiders, die geketend waren en
met de zweep werden aangespoord. Hij
ontsnapte, werd gegrepen en weer naar de
galeien gestuurd, maar ontsnapte opnieuw.
Daarna leidde hij tot 1809 het leven van
een soort onderduiker; toen bracht chan
tage door twee vroegere mede-gevangenen
hem ertoe zijn verhaal aan de politie te
gaan vertellen en die kon hem, dank zij
het vertrouwen dat hij genoot in misdadi-
gerskringen, wel als spion gebruiken. Een
wonderlijke positie: hij kon te allen tijde
volmaakt rechtmatig zelf gearresteerd
worden om zijn straftijd te gaan uitzitten.
Hij bleek een nuttige medewerker van
de politie en daarom kreeg hij in 1811 de
kans om de beroemd geworden Süreté op
te richten, waarvan hij in het begin het
werk deed met maar vier ondergeschikten;
naast zijn afdeling bleef ook de oude inge
wikkelde en ondoelmatige criminele po
litie in bedrijf.
Vidocq heeft daar tot 1832 aan het hoofd
gestaan, met een onderbreking van 1827
tot 1830. In die tussentijd ondernam hij een
van zijn merkwaardigste experimenten: hij
begon een papierfabriek in Saint-Mandé,
buiten Parijs, waarin hij alleen oua-gevan-
genen als werkkrachten had. Ontslagen
gevangenen hadden toen nog haast geen
kans om een eerzame broodwinning te vin
den en waren als regel gedwongen om het
weer in de misdaad te gaan zoeken; Vi
docq's uitgesproken overtuiging dat mis
dadigers als regel een kans om een open-
'lijk leven te gaan leiden zouden aangrij
pen, was origineel en werd niet gewaar
deerd. Zijn opzet was dan ook niet levens
vatbaar, hoewel hij er vrij veel geld in ge
stoken had dat hij overigens niet bij de
Süreté verdiend had, maar waarschijnlijk
als geldlener, ook een dankbaar onderwerp
voor verdachtmakingen.
Toen hij in 1832 de Süreté voorgoed ver
laten had, begon Vidocq een particulier
detectivebureau, het eerste ter wereld, dat
na enige jaren een bloeiend bestaan leidde.
In 1843 was dat afgelopen: toen werd hij
weer eens gearresteerd en nam de politie
het hele archief van zijn bureau in beslag;
wel werd h(j na een lang proces vrijgespro
ken, maar zijn documentatie was vernield
en zijn zaken hebben hun vroegere voor
spoed nooit hervonden. De laatste jaren
van zijn leven besteedde Vidocq veel tijd
aan pogingen om van de regering van Na
poleon III, die hij als candidaat voor het
presidentschap gesteund had, een pensioen
los te krijgen. Veel succes had hij niet: van
tijd tot tijd kreeg hij een klein bedrag, maar
niettemin bewoonde hij een ruim apparte
ment. Hij deed dus tot het laatste toe zijn
zaken, want een ver
mogen van betekenis
had hij ook niet
hij liet tenslotte iets
minder dan vierdui
zend francs na. Het
past wel goed bij
hem dat hij ook nie
mand achterliet dan
een vermoedelijke
maitreve: ondanks
verscheidene huwe
lijken en honderden
affaires met vrou
wen had hij ai'leen
een nominale zoon,
wiens vader eigen
lijk een minnaar
van een van zijn
echtgenoten wa6.
HET is inderdaad
moeilijk gewor
den om Vidock te
rug te vinden; het is
al een soort verdien
ste om het vuil af te
wassen dat afgunsti
ge en verontwaardig
de tijdgenoten tegen
hem ».nn gegooid
hebben. In ieder ge
val komt men in een
was het niet mogelijk de exploitatie zonder verlies voort te zetten. Sneller
dan verwacht werd, zal er echter toch weer een Nederlands ballethlad
verschijnen, namelijk in de vorm van een acht pagina's tellende afdeling
in het Engelse tijdschrift „The Dancing Times".
„The Dancing Times" is het oudste
der thans bestaande danstijdschriften
ter wereld. Het werd in 1894 gesticht
door Edward Humphrey als huisorgaan
van zijn eigen Londense dansschool. Al
spoedig echter kreeg het op grond van
de belangwekkende inhoud een veel
ruimere lezerskring. In 1910 werd het
overgenomen door Philip J. S. Richard
son, die het zijn huidige vorm gaf en
ook overging tot het opnemen van aan
hoge eisen voldoende illustraties. Philip
Richardson is mede-oprichter en vice-
president van wat thans de Koninklijke
Dansacademie in Londen is en (met
Arnold L. Haskell) van de Camargo
Society, die belangrijk werk deed om
in Engeland de leegte na de dood van
Diaghilew - 1929 - in Engeland te over
bruggen. Zijn mede-redacteur is thans
A. H. Franks, schrijver van enige boe
ken over het ballet.
Het devies van „The Dancing Times"
is „propaganda voor de dans in a»l zijn
vormen om deze te doen erkennen als
tak van algemene ontwikkeling". Arti
kelen over de nieuwe balletten, het
werk van dansers, danseressen en cho
reografen uit alle centra ter wereld,
wisselen af met beschouwingen over
exotische, folkloristische en historische
dansvormen. Correspondenten - onder
wie de vermaarde Pierre Tugal voor
Frankrijk - geven een maande'ijks
overzicht van dansactiviteiten buiten
Engeland.
Vanouds wordt in The Dancing Times
ook ruimschoots aandacht aan ballroom-
dancing geschonken. Bovenstaande, uit
het laatstverschenen nummer overge
nomen foto geeft daarvan een indruk:
het is een demonstratie van een variatie
(de zogenaamde „checked lock") van
de quickstep, die in het blad uitvoerig
beschreven wordt. Richardson schreef
in samenwerking me' Victor Silvester
leerboeken en overzichten van de mo
derne gezelschapsdans.
Door veelzijdigheid en gedegenheid
onderscheidt „The Dancing Times" zich
gunstig van de meeste andere bladen op
dansgebied, zoals bijvoorbeeld Dance
and Dancers" van Peter Williams, dat
prat gaat op een grote oplage, maar
deze slechts bereikt door een vérgaande
popularisatie en zeker het helaas ge
staakte maandblad „Bal-let" van Richard
Buckle niet kan vervangen.
Door de nieuwe bijlage is „The Dan
cing Times" zeker voor een Nederlands
publiek aantrekkelijker geworden. Deze
wordt geredigeerd door dr L. Hornstra
en mevrouw Hans Verwer, die de be
schikking krijgen over acht pagina's en
daarin ook speciale illustraties kunnen
opnemen.
weinig doordringende biografie als die van Tti,rt~ès1 Unarms ren trre
Philip John Stead al in het zicht van een ITlgT lil £Jt:rgt7lUll tfïl
man en een levenswijze die men niet gauw - - f
in eigen ervaring zal terugvinden. S. M. UECUlClStCltlljl
ROME. (United Press) Regisseur
Roberto Rossellini heeft bij de opnamen
voor „Jeanne d'Arc op de. brandstapel"
zijn vrouw, de filmster Ingrid Bergman,
het vuur na «an de schenen gelegd. Om de
scène op de brandstapel zo realistisch mo
gelijk te maken had Rossellini op sugges
tie van zijn vrouw besloten om de takken
bossen werkelijk in brand te steken. Ingrid
Bergman was niet werkelijk aan de paal
vastgebonden en zou van haar plaats weg
springen, zodra de hitte van het vuur te
groot werd. De vermaarde Zweedse actrice
wachtte echter te lang, zodat de lekkende
vuurtongen haar bijna bereikten. Kuchend
en hoestend door de rook hoorde zij nau
welijks haar echtgenoot roepen, dat zij weg
moest springen. Brandweerlieden, die ge
reed stonden om het vuur uit te doven,
vonden de hitte zo groot dat zij nauwelijks
dichterbij konden komen.
„Ik begrijp niet, hoe zij het zo lang
heeft kunnen uithouden", verklaarde Ros
sellini later, „De hitte was verschrikkelijk
en het is een wonder, dat zij niet flauw ge
vallen is of dat haar kleren geen vlam gevat
hebben".
Onder patronaat van Koning Gustaaf de
Zesde zal dit jaar van 2 tot 9 Juni het
Stockholmse festival voor muziek, opera,
ballet en film worden gehouden. I
Mistinguett aan de arm van onze Parijse
correspondent, die in bijgaand artikel
verslag uitbrengt van z(jn exclusieve
gesprek met haar en bij die gelegenheid
nog een foto (met opdrachtuit haar
glorietijd kreeg.
We hadden haar eerst opgebeld. Met dat wat nasaal-krakende
en slepende geluid, waarin we onmiddellijk de stem van Mis
tinguett herkenden, was ons, zonder een spoor van welwillend
heid, te kennen gegeven dat we, als het dan heel beslist moest,
's middags tegen vijven maar aan moesten komen. Klokslag dat
afgesproken uur stapten we op de zesde étage van Boulevard des
Capucines nr. 24 uit de lift, die daar toen juist werd opgewacht
door een dame, nu ja, van een zekere leeftijd, gehuld in een
kostelijke bontjas en het gelaat, we zouden bijna zeggen: schuil
gaand achter een make-up van een aanzienlijk gamma kleuren.
We stonden oog in oog met Mistinguett en ofschoon we in onze
carrière wel eerder met enige beroemdheden werden gecon
fronteerd, mogen we u toch wel verzekeren, dat er op dat mo
ment iets omging in onze borst. Mistinguett, symbool van Franse
grootheid, van glorierijk verleden, la belle époque, licht der
ville-lumière. Mistinguett Is meer nog dan een symbool: een
monument, een nationaal instituut, dat ge in één adem noemen
moogt met het Panthenon, de Notre Dame, de Tombeau des In
valides.
Heel veel tijd om onze aandoeningen de baas te worden gunde
de illustere dame ons echter niet. We stamelden dat we een te
lefonische afspraak met haar gemaakt hadden. Diezelfde morgen
nog. Afspraken had ze zoveel, zo luidde de repliek, waarop
geen verder wederwoord geduld werd. Er kon beslist nu niets
van komen. Ze moest naar de pédicure, want haar voeten deden
haar pijn. Om kort te gaan: we hebben Mistinguett toen per taxi
naar de voetspecialist vergezeld en na het consult aan onze
bloedeigen arm (zie foto) langs Parijs' drukste boulevard, te
voet, naar huis mogen brengen.
Het liep tegen zessen en de banken en de kantoren gingen net
uit. Alle voorbijgangers stonden stil, wezen op ons en zeiden:
Kijk daar heb je Mistinguett! De politie-agenten hielden het
verkeer tegen, wanneer we wilden oversteken. Nooit begrepen
we zo duidelijk wat populariteit en roem betekenen, een roem
waarvan we nu een enkel straaltje ook op ons voelden neerdalen.
Mistinguett is evenwel sinds onheugelijke tijden aan die tekenen
van herkenning en belangstelling natuurlijk wel gewend. Met
snelle pasjes de likdoorn was verwijderd en haar voet deed
geen pijn meer trippelde ze naast ons voort. Nerveus en toch
sereen. Majesteitelijk durven we zeggen.
Om ons te bewijzen dat ze onze diensten toch wel gewaardeerd
had het woord erkentelijkheid zou veel te zwaar geklonken
hebben heeft Mistinguett ons bi? aankomst bij haar deur voor
de volgende dag toen een wezenlijk, echt
en zelfs exclusief interview toegezegd.
Over de eerste en zwaarste emoties wa
ren we toen wel weer heen gekomen. Het
voeren van een regelmatig en vlot gesprek
bleef niettemin een opgave, waarover ge
niet te licht behoeft te denken. Niet dat
ze eenkennig is of dat haar geest door het
lichtste ouderdomsgebrekje in zijn vrije
loop zou worden gestoord. Maar trots haar
waarlijke vulkanische vitaliteit blijft Mis
tinguett toch een dame van laat ons
zeggen rijpere leeftijd. De moeilijkheid
is, dat de geringste opmerking over de
verleden tijd en die van haar in het bij
zonder als een persoonlijke toespeling, een
belediging zelfs, wordt opgevat. Het ter
rein voor een conversatie ligt aldus bezaaid
met voetangels en klemmen en taboes.
Het centrale en cardinale punt, dat ge
hoe dan ook vermyden moet, betreft dus
haar leeftijd. In de onschuld onzes harten
hebben we verklaard dat we gekomen wa
ren om ons aan de bron zelve te documen
teren voor 'n artikel, dat op haar aanstaan
de verjaardag verschijnen moest.
Ik bén helemaal niet jarig deze
maand. Ik begrijp niet waarover u spreekt,
monsieur!
De woorden waren met de venijnigheid
van milrailleurvuur op ons afgeschoten. Zij
wierp haar losse roodblonde haren met
fierheid in de hals, een hals die door een
blank-jeugdig kraagje was omgeven.
De leeftijd van Mistinguett is inderdaad
een onderwerp, waarover heel Frankrijk
Horizontaal: 1. verkeerd, 3. vis, 5. mu
zieknoot, 6. vrouw van Jacob, 7. bijwoord.
9. welaan, 10. gewicht (afk.), 12. bakje
om uit te drinken, 14. telwoord, 15. mu
ziekinstrument, 16. wereldtaal, 17. bij
woord, 19. godsdienst (afk.). 21. maanstand
(afk.), 22. jongensnaam, 24. vlaktemaat,
25. staat meestal boven drukwerk, 26. mas
ker, 27. paardestang.
Verticaal: 1. familielid, 2. groente, 3.
wiel, 4. gebod, 5. haarkrul, 8. European, 9.
voetstap, 11. fortuin, 13. ik (Lat.), 16. ope
ning ener fuik, 18. stapel, 20. deel van een
helm, 21. maag van herkauwende dieren,
23. voorzetsel, 25. luitenant (afk.).
Om mee te dingen naar de drie geldprij
zen ad 7.50. 5.en 2.50 moeten op
lossingen onder de aanduiding „Oplossing
Puzzle" uiterlijk Dinsdag 17 uur ontvangen
zijn aan een van onze kantoren in Haarlem:
Grote Houtstraat 93 en Soendaplein 37, of
IJmuiden: Kennemerlaan 186. Men sluite
geen mededelingen bij.
Oplossing vorige puzzle:
Horizontaal: 1. do. 3. raap. 7. Oder, 9.
aam, 11. ski, 12. melk. 14. riet. 16 as, 18.
taks. 20. eelt, 22. sa, 23. eend, 25. lord, 27.
eek, 29. ets, 30. eens, 32. solo, 33. Po.
Verticaal: 2. ook, 3. re, 4. arme, 5. pal, 6.
om, 8. Dirk, 10. akal, 11. sits, 13. eten, 15.
Iser, 17 stok. 19. aalt, 21. eden, 24 edel, 26.
Oss, 28. esp, 29. en, 31. e.o.
Winnaars van de vorige puzzle:
Job de Groot, Van Wassenaerstraat 31,
IJ muiden-Oost 7.50.
J. Fortgcns, Jansweg 5, Haarlem 5.
S. Houterman, Kerkerinklaan 56, Sant
poort 2.50.
LONDEN, Februari, De trein uit
Parijs stopt in Dieppe eerst aan het gewone
station en rijdt dan door een wijd open
gezet tuinhek de kade op. De kade is open
bare straat. Twee spoorwegmannen hangen
als knapen ter weerszijden aan de locomo
tief om dromers tussen de rails weg te
sturen.
De oudste van de twee Italianen in de
coupé loopt steeds weer de zijgang in en
keert terug met de laatste berichten voor
zijn reisgezel, die sinds Parijs niet van zijn
plaats is geweest: hijzelf heeft die tweeën
half uur geen ogenblik gezeten, het is onge
lofelijk zoveel wetenswaardigs als hij blijk
baar in een treinwagon weet te vinden,
maar niemand anders in de coupé verstaat
Italiaans. De Amerikaan, die de originali
teit heeft om, vergezeld van zijn vrouw,
Europa in de winter te bereizen, heeft zelfs,
nadat hij het een paar uur had aange
hoord. gevraagd: „Is that Spanish you're
talking?" Nadat de jonge Italiaan „No,
Italian" had geantwoord, hebben zij nog
enige tijd kwasi-nadenkend vlak langs
elkaar heen gekeken en geen verdere ge
sprekstof gevonden. De vrouw van de
Amerikaan is een propje, haar ogen kijken
uit haar gevulde gezicht als uit een kooi.
De Amerikaan is aardig voor haar; toen zij
met haar vingertopjes de wasem van de
ruit ging vegen, gaf hij haar een papieren
zakdoekje om het mee te doen en toen hij
zag hoe zij zwoegde, reikte hij voor haar
langs en veegde zelf: maar daarna keek zij
toch niet uit het raam.
Dieppe is grijs en bedaard. In de haven,
een duidelijk vierkant stuk water met een
opening naar de zee (op de heuvel rechts
van die uitgang staat een kerk), liggen be
halve de veerboot naar Newhaven alleen
roestige oude vissersschepen met verwron
gen stukken staal op het dek. De veerboot
is mooi zwart met een witte bovenbouw,
een echt klein oceaanschip. Tientallen
kruiers bieden zich aan om er de bagage
naar toe te dragen: zolang de trein nog
voortkruipt, staan zij te joelen onder de
raampjes, als wij stilstaan klauteren zij
dadelijk naar binnen en versperren de zij
gang, luid roepend tegen elkaar en tegen
de passagiers.
Op de boot zit men op luie leren banken,
met dikke leuningen in fauteuils ingedeeld.
Nog voordat iedereen aan boord is, komen
er aansporingen over de luidspreker om
aanstonds beneden in de eetzaal te gaan
lunchen. Even later blijkt hoe nodig dat is
geweest. Zolang de boot nog in de haven
lag. werd er veel gesnaterd en gelachen: de
oude Italiaan uit de trein haastte zich nu op
verkenning over het schip, de jonge bood
twee bijna niet van elkaar te onderscheiden
Engelse meisjes sigaretten aan met een
glimlach, alsof zy voortaan *en zacht ge
heim met hem zouden delen.
Eenmaal het zeegat uit, werd het gezel
schap zo mogelijk nog vrolijker: de zee was
niet ruw, een enkel kuifje stak wit omhoog
naar de zon, maar werd dadelijk weer door
de deining omhelsd. Een half uur later lag
iedereen te slapen, of probeerde te slapen;
het Kanaal is niet ostentatief, maar het
kent geen genade. Alleen de leden van de
bemanning sjokten ovei de gangpaden en
bekeken neutraal de dagelijkse voorstelling
van open monden en slap hangende han
den. Geen van de passagiers hoefde naar
de W.C. te stuiven; er was alleen dat ge
voel van onraad op de achtergrond, als een
cipier achter een kijkgat, die zich met een
karwats vertoont zodra men zich is gaan
verbeelden eigenlijk vrij te zijn.
In het zicht van de gele Engelse kust, met
de bebouwing uitgespreid tot vlak aan het
water, herstelde zich het moreel; misschien
is de deining daar ook milder, dat was
moeilijk te zeggen. Bij de douane stond zo'n
Engelse politie-agent, altijd weer een van
de eerste verrassingen: bescheiden en goed
gehumeurd rondziend tussen de grote stijve
jas en de builvormige helm. In de aange
wezen coupé van de trein naar Londen had
een Engelsman al een plaats gereserveerd
door er zijn tas op te leggen. Hij had ook
de temperatuur geregeld: een straffe bries
woei door het linkse open raam naar bin
nen en rechts weer naar buiten.
nu al tientallen jaren (fluisterend) spreekt
een cause célèbre bijna. Er zijn talrijke
ramingen in omloop, die variëren tussen de
76 tot dicht in de omgeving van de hon
derd jaar. Zeker is, dat zij drie Frans
Duitse oorlogen heeft beleefd. Ze is vóór de
oprichting van de Derde Republiek in 1870
geboren en ze heeft die dus al ruim veer
tien jaren overleeft.
Maar ook die tricmf zal er haar toe
brengen zich nu maar rustig uit het
werkzame leven terug te trekken. Retraite
is voor haar synoniem met capitulatie en
dat woord komt ook in haar vocabulaire
niet voor.
Men dient intussen tijdens een interview
toch wel iets te zeggen en zo hadden wij
geïnformeerd of zo'n kalm leven met haar
poedeltje en haar twee servantes zo hoog
in de lucht boven de Parijse boulevards
haar nog al wel beviel. Het woord levens
avond hadden we daarbij zorgvuldig ver
meden, maar het was ondanks die voorzorg
alweer misgeschoten.
Non monsieur, denkt u vooral niet,
dat ik niets meer zou uitvoeren. Ik ga bin
nenkort weer aan het werk Ik heb aan
biedingen van theaters uit alle delen van
de wereld.
Men moet zich inmiddels zo'n optreden
van Mistinguett bepaald niet voorstellen
als een nummertje van een lieve bejaarde
dame, die wat liedjes voorzingt uit'haar
oude doos. Dat zeker niet. Een jaar of tien
geleden hebben we haar nog eens in een
grote revue in actie gezien en toen was ze
de zeven kruisjes ook al vrij geruime tijd
gepasseerd. Ze droeg een kort danseressen-
tutu'tje, dat haar nog immer welgevormde
benen voordelig liet uitkomen. Door een
paar medewerkers werd ze op het toneel
in de lucht geworpen en weer opgevangen.
Zingen doet ze dan ook nog steeds en
als er in haar stem misschien nog een paar
barsten bij zijn gekomen, dan toont ze in
haar rad-gesproken sketches en conféren
ces toch nog diezelfde autoriteit, die altijd
onbetwistbaar is geweest, diezelfde primi
tieve vrouwelijke charme, waar men toch
moeilijk ongevoelig voor kan blijven.
Men heeft Mistinguett wel eens genoemd:
het product van voetlicht, reclame en pri
mitieve levenshumor en het is waar dat
deze onvervalste volksvrouw, die zo graag
voor dame doorgaat en daarin zo heel slecht
slaagt, een wonderlijk mengsel is van na
tuur en spektakel. Die volksvrouw Mis
tinguett. die eigenlijk Jeanne Bourgeois
heet, werd in de buurt van de bastilles ge
boren kijkt in zo'n gesprek voortdurend
om de hoek in haar gespierde taal.
We vragen nog of zij nu toch eindelijk
besloten is haar mémoires te gaan
schrijven.
Nee, nooit, of over vijftig jaar, als ik
niets beters meer heb te doen.
Ziet u Maurice Chevalier nog regel
matig?
Maurice stelt zich aan, vindt ze. Hij
wil als schrijver en denker poseren. Zijn
laatste liedjes zijn niks waard.
Wat denkt u van de jongere generatie?
Ik ken er niet één,, die wat betekent.
Mistinguett is trouwens van oordeel, dat
iedereen en alles in onze dagen in waarde
is gezakt. Parijs? poehhh.daar is hele
maal niets meer van over. Het is een dooie
boel geworden. Maar als we vragen of ze
dan ergens anders dan in Parijs zou willen
wonen, dan komt eindelijk weer even die
stralende lach vol ironie op haar gezicht:
„Dèt niet natuurlijk. Ziet u me er zitten?
Ergens anders dan in Paname?" Want hoe
zou Mistinguett haar stad anders noemen
dan bij de bargoense naam?
FRANK ONNEN