Op bezoek bij Mistinguett DE EERSTE DETECTIVE Nederlandse bladzijden in Engels danst ijdschrift ONZE PUZZLE Engelse litteratuur V Groepententoonstelling van ,,Arti' Dierbare vrienden Festival Stockholm 1954 's Werelds beroemdste revue-ster (tussen de tachtig en de honderd jaar) deokt nog niet aan haar retraite Het zal vele liefhebbers van de danskunst gesneten hebben, dat enige maanden geleden tot opheffing van het maandblad Danskroniek besloten moest worden. Ondanks allerhande medewerking en adhaesiebetuiging DE biografie van Vidocq door Philip John Stead (verschenen bij Staples Press in Londen) heeft geen bijzondere kwaliteiten. Vidocq's leven, dat van 1775 tot 1857 geduurd heeft en dat hij als zwer ver, gevangene, hoofd van de Parijse Süreté en privé-detective heeft doorge bracht, is te rijk aan gebeurtenissen en avonturen, die het uitzicht op de hoofd persoon benemen als zij nietkrachtiger op hun plaats gezet worden dan deze auteur heeft gedaan. Welke redenen de heer Stead verder ook verleid of gedwongen kunnen hebben om zich in het waarderen van Vidocq's karak ter op de vlakte te houden, hij kan er zich in ieder geval op beroepen dat het bijzon der moeilijk geweest zou zijn. Niemand zal op de moed, de energie en het talent om zich te vermommen van zijn held kunnen afdingen, maar er is tenslotte geen bedoe ling te vinden in dat leven waaraan het ge meten kan worden. Vidocq was een handi ge jongen in een meer-dan-levensgrote uit voering men zei dan ook tegen Balzac, toen die in „Le Père Goriot" de figuur van Vautrin naar het beeld van Vidocq ont worpen had. dat een dergelijk wezen de waarschijnlijkheid te buiten ging, waarop Balzac dan tegenwierp dat er precies zo iemand bestond. Wat hij eigenlijk voor een mens was en wat hij van zijn eigen prestaties dacht, is niet goed duidelijk; zijn voornaamste aanspraak op sympathie ont leent hij aan de nijdige verdachtmakingen BOVENSTAAND kinderportret, ge schilderd door Hans Royaards, is te zien op de Groepententoonstelling van „Arti et Amici-tiae" te Amsterdam. In het typeren van kleine en grote mensen is Royaards een meester. Hij is een scherp waarnemer en weet direct het karakteristieke in houding en ex pressie van zijn model te ontdekken. Andere figuurschilders, op deze ten toonstel ing zijn G. Westerman en Bob Buys. Voor deze laatste speelt de type ring ook wel een rol, maar deze wordt ondergeschikt door zijn streven de fi guur tot onderdeel van een compositie te maken. In het grote doek van een Spaanse danseres stelde Buys zich een zware opgave, vooral daar de figuur in actie gegeven wordt, wat bij een bijna levensgrote weergeving de kans tot snelle, rake notitie vrijwel uitsluit. Dit un aanmerking genomen is het een res- pectabe'e prestatie Het kleine portretje van een Soaanee, reeds eerder te zien geweest bij Santee Landweer, is su bliem. Arie van Mever beeft een aantal stil levens bijeengebracht, die merendeels van de gewone Arti-tentoonetellingen al bei'end zjjn m reeds dikwijls om hun fijne tonaliteit en rustig voorname voordracht geprezen. Verder moeten wij vermelden Jae. Bodaa-n, een figuur waarvan men niet goed weet wat men er aan heeft, daar de schilderijen wat geforceerd en dus weinig natuurlijk lijken. Zijn Itaoende zwarte poes heeft wel iets fascinerends. Knappe tekeningen van Gerrit de Jong en médailles en penningen van fleurt Brinkgreve vindt men in de lin ker carréezaai. Brinkgreve is zeker een bekwaam mod's'eur van reliëfs. Het vervaardigen van médai!nes in op dracht laat weinig speelruimte voor experiment of extravagantie, waar naar Brinkireve misschien ook eeen verlangen heeft. OTTO B. DE KAT van afgunstige pamflettisten voor en na zijn dood. Wanneer men hem daartegen in bescherming wil nemen, wordt men da delijk tegengehouden door het soort werk dat hij deed: zijn spionnage en bedriegerijen ten bate van de openbare orde waren zeker nuttig, maar zijn niet innemend. Vooral van die kant zou een biograaf hem nader moeten bekijken dan Stead gedaan heeft. YIDOCQ's eerste carrière, die van zwer ver en gevangene, was wild en onver schillig, maar tamelijk eerlijk. Hij diende in het leger en op de vloot en leefde ook een tijd als schijn-officier. Een van zijn talrijke affaires met vrouwen bracht hem in 1798 in moeilijkheden: hij vocht met een medeminnaar, en kreeg drie maanden ge vangenisstraf voor verstoring van de open bare orde. In de gevangenis hielp hij bij het vervalsen van een officieel stuk en dacrvoor werd hij toen veroordeeld tot acht jaar in de galeien geen schepen meer in die tijd, maar gevangenissen voor dwangarbeiders, die geketend waren en met de zweep werden aangespoord. Hij ontsnapte, werd gegrepen en weer naar de galeien gestuurd, maar ontsnapte opnieuw. Daarna leidde hij tot 1809 het leven van een soort onderduiker; toen bracht chan tage door twee vroegere mede-gevangenen hem ertoe zijn verhaal aan de politie te gaan vertellen en die kon hem, dank zij het vertrouwen dat hij genoot in misdadi- gerskringen, wel als spion gebruiken. Een wonderlijke positie: hij kon te allen tijde volmaakt rechtmatig zelf gearresteerd worden om zijn straftijd te gaan uitzitten. Hij bleek een nuttige medewerker van de politie en daarom kreeg hij in 1811 de kans om de beroemd geworden Süreté op te richten, waarvan hij in het begin het werk deed met maar vier ondergeschikten; naast zijn afdeling bleef ook de oude inge wikkelde en ondoelmatige criminele po litie in bedrijf. Vidocq heeft daar tot 1832 aan het hoofd gestaan, met een onderbreking van 1827 tot 1830. In die tussentijd ondernam hij een van zijn merkwaardigste experimenten: hij begon een papierfabriek in Saint-Mandé, buiten Parijs, waarin hij alleen oua-gevan- genen als werkkrachten had. Ontslagen gevangenen hadden toen nog haast geen kans om een eerzame broodwinning te vin den en waren als regel gedwongen om het weer in de misdaad te gaan zoeken; Vi docq's uitgesproken overtuiging dat mis dadigers als regel een kans om een open- 'lijk leven te gaan leiden zouden aangrij pen, was origineel en werd niet gewaar deerd. Zijn opzet was dan ook niet levens vatbaar, hoewel hij er vrij veel geld in ge stoken had dat hij overigens niet bij de Süreté verdiend had, maar waarschijnlijk als geldlener, ook een dankbaar onderwerp voor verdachtmakingen. Toen hij in 1832 de Süreté voorgoed ver laten had, begon Vidocq een particulier detectivebureau, het eerste ter wereld, dat na enige jaren een bloeiend bestaan leidde. In 1843 was dat afgelopen: toen werd hij weer eens gearresteerd en nam de politie het hele archief van zijn bureau in beslag; wel werd h(j na een lang proces vrijgespro ken, maar zijn documentatie was vernield en zijn zaken hebben hun vroegere voor spoed nooit hervonden. De laatste jaren van zijn leven besteedde Vidocq veel tijd aan pogingen om van de regering van Na poleon III, die hij als candidaat voor het presidentschap gesteund had, een pensioen los te krijgen. Veel succes had hij niet: van tijd tot tijd kreeg hij een klein bedrag, maar niettemin bewoonde hij een ruim apparte ment. Hij deed dus tot het laatste toe zijn zaken, want een ver mogen van betekenis had hij ook niet hij liet tenslotte iets minder dan vierdui zend francs na. Het past wel goed bij hem dat hij ook nie mand achterliet dan een vermoedelijke maitreve: ondanks verscheidene huwe lijken en honderden affaires met vrou wen had hij ai'leen een nominale zoon, wiens vader eigen lijk een minnaar van een van zijn echtgenoten wa6. HET is inderdaad moeilijk gewor den om Vidock te rug te vinden; het is al een soort verdien ste om het vuil af te wassen dat afgunsti ge en verontwaardig de tijdgenoten tegen hem ».nn gegooid hebben. In ieder ge val komt men in een was het niet mogelijk de exploitatie zonder verlies voort te zetten. Sneller dan verwacht werd, zal er echter toch weer een Nederlands ballethlad verschijnen, namelijk in de vorm van een acht pagina's tellende afdeling in het Engelse tijdschrift „The Dancing Times". „The Dancing Times" is het oudste der thans bestaande danstijdschriften ter wereld. Het werd in 1894 gesticht door Edward Humphrey als huisorgaan van zijn eigen Londense dansschool. Al spoedig echter kreeg het op grond van de belangwekkende inhoud een veel ruimere lezerskring. In 1910 werd het overgenomen door Philip J. S. Richard son, die het zijn huidige vorm gaf en ook overging tot het opnemen van aan hoge eisen voldoende illustraties. Philip Richardson is mede-oprichter en vice- president van wat thans de Koninklijke Dansacademie in Londen is en (met Arnold L. Haskell) van de Camargo Society, die belangrijk werk deed om in Engeland de leegte na de dood van Diaghilew - 1929 - in Engeland te over bruggen. Zijn mede-redacteur is thans A. H. Franks, schrijver van enige boe ken over het ballet. Het devies van „The Dancing Times" is „propaganda voor de dans in a»l zijn vormen om deze te doen erkennen als tak van algemene ontwikkeling". Arti kelen over de nieuwe balletten, het werk van dansers, danseressen en cho reografen uit alle centra ter wereld, wisselen af met beschouwingen over exotische, folkloristische en historische dansvormen. Correspondenten - onder wie de vermaarde Pierre Tugal voor Frankrijk - geven een maande'ijks overzicht van dansactiviteiten buiten Engeland. Vanouds wordt in The Dancing Times ook ruimschoots aandacht aan ballroom- dancing geschonken. Bovenstaande, uit het laatstverschenen nummer overge nomen foto geeft daarvan een indruk: het is een demonstratie van een variatie (de zogenaamde „checked lock") van de quickstep, die in het blad uitvoerig beschreven wordt. Richardson schreef in samenwerking me' Victor Silvester leerboeken en overzichten van de mo derne gezelschapsdans. Door veelzijdigheid en gedegenheid onderscheidt „The Dancing Times" zich gunstig van de meeste andere bladen op dansgebied, zoals bijvoorbeeld Dance and Dancers" van Peter Williams, dat prat gaat op een grote oplage, maar deze slechts bereikt door een vérgaande popularisatie en zeker het helaas ge staakte maandblad „Bal-let" van Richard Buckle niet kan vervangen. Door de nieuwe bijlage is „The Dan cing Times" zeker voor een Nederlands publiek aantrekkelijker geworden. Deze wordt geredigeerd door dr L. Hornstra en mevrouw Hans Verwer, die de be schikking krijgen over acht pagina's en daarin ook speciale illustraties kunnen opnemen. weinig doordringende biografie als die van Tti,rt~ès1 Unarms ren trre Philip John Stead al in het zicht van een ITlgT lil £Jt:rgt7lUll tfïl man en een levenswijze die men niet gauw - - f in eigen ervaring zal terugvinden. S. M. UECUlClStCltlljl ROME. (United Press) Regisseur Roberto Rossellini heeft bij de opnamen voor „Jeanne d'Arc op de. brandstapel" zijn vrouw, de filmster Ingrid Bergman, het vuur na «an de schenen gelegd. Om de scène op de brandstapel zo realistisch mo gelijk te maken had Rossellini op sugges tie van zijn vrouw besloten om de takken bossen werkelijk in brand te steken. Ingrid Bergman was niet werkelijk aan de paal vastgebonden en zou van haar plaats weg springen, zodra de hitte van het vuur te groot werd. De vermaarde Zweedse actrice wachtte echter te lang, zodat de lekkende vuurtongen haar bijna bereikten. Kuchend en hoestend door de rook hoorde zij nau welijks haar echtgenoot roepen, dat zij weg moest springen. Brandweerlieden, die ge reed stonden om het vuur uit te doven, vonden de hitte zo groot dat zij nauwelijks dichterbij konden komen. „Ik begrijp niet, hoe zij het zo lang heeft kunnen uithouden", verklaarde Ros sellini later, „De hitte was verschrikkelijk en het is een wonder, dat zij niet flauw ge vallen is of dat haar kleren geen vlam gevat hebben". Onder patronaat van Koning Gustaaf de Zesde zal dit jaar van 2 tot 9 Juni het Stockholmse festival voor muziek, opera, ballet en film worden gehouden. I Mistinguett aan de arm van onze Parijse correspondent, die in bijgaand artikel verslag uitbrengt van z(jn exclusieve gesprek met haar en bij die gelegenheid nog een foto (met opdrachtuit haar glorietijd kreeg. We hadden haar eerst opgebeld. Met dat wat nasaal-krakende en slepende geluid, waarin we onmiddellijk de stem van Mis tinguett herkenden, was ons, zonder een spoor van welwillend heid, te kennen gegeven dat we, als het dan heel beslist moest, 's middags tegen vijven maar aan moesten komen. Klokslag dat afgesproken uur stapten we op de zesde étage van Boulevard des Capucines nr. 24 uit de lift, die daar toen juist werd opgewacht door een dame, nu ja, van een zekere leeftijd, gehuld in een kostelijke bontjas en het gelaat, we zouden bijna zeggen: schuil gaand achter een make-up van een aanzienlijk gamma kleuren. We stonden oog in oog met Mistinguett en ofschoon we in onze carrière wel eerder met enige beroemdheden werden gecon fronteerd, mogen we u toch wel verzekeren, dat er op dat mo ment iets omging in onze borst. Mistinguett, symbool van Franse grootheid, van glorierijk verleden, la belle époque, licht der ville-lumière. Mistinguett Is meer nog dan een symbool: een monument, een nationaal instituut, dat ge in één adem noemen moogt met het Panthenon, de Notre Dame, de Tombeau des In valides. Heel veel tijd om onze aandoeningen de baas te worden gunde de illustere dame ons echter niet. We stamelden dat we een te lefonische afspraak met haar gemaakt hadden. Diezelfde morgen nog. Afspraken had ze zoveel, zo luidde de repliek, waarop geen verder wederwoord geduld werd. Er kon beslist nu niets van komen. Ze moest naar de pédicure, want haar voeten deden haar pijn. Om kort te gaan: we hebben Mistinguett toen per taxi naar de voetspecialist vergezeld en na het consult aan onze bloedeigen arm (zie foto) langs Parijs' drukste boulevard, te voet, naar huis mogen brengen. Het liep tegen zessen en de banken en de kantoren gingen net uit. Alle voorbijgangers stonden stil, wezen op ons en zeiden: Kijk daar heb je Mistinguett! De politie-agenten hielden het verkeer tegen, wanneer we wilden oversteken. Nooit begrepen we zo duidelijk wat populariteit en roem betekenen, een roem waarvan we nu een enkel straaltje ook op ons voelden neerdalen. Mistinguett is evenwel sinds onheugelijke tijden aan die tekenen van herkenning en belangstelling natuurlijk wel gewend. Met snelle pasjes de likdoorn was verwijderd en haar voet deed geen pijn meer trippelde ze naast ons voort. Nerveus en toch sereen. Majesteitelijk durven we zeggen. Om ons te bewijzen dat ze onze diensten toch wel gewaardeerd had het woord erkentelijkheid zou veel te zwaar geklonken hebben heeft Mistinguett ons bi? aankomst bij haar deur voor de volgende dag toen een wezenlijk, echt en zelfs exclusief interview toegezegd. Over de eerste en zwaarste emoties wa ren we toen wel weer heen gekomen. Het voeren van een regelmatig en vlot gesprek bleef niettemin een opgave, waarover ge niet te licht behoeft te denken. Niet dat ze eenkennig is of dat haar geest door het lichtste ouderdomsgebrekje in zijn vrije loop zou worden gestoord. Maar trots haar waarlijke vulkanische vitaliteit blijft Mis tinguett toch een dame van laat ons zeggen rijpere leeftijd. De moeilijkheid is, dat de geringste opmerking over de verleden tijd en die van haar in het bij zonder als een persoonlijke toespeling, een belediging zelfs, wordt opgevat. Het ter rein voor een conversatie ligt aldus bezaaid met voetangels en klemmen en taboes. Het centrale en cardinale punt, dat ge hoe dan ook vermyden moet, betreft dus haar leeftijd. In de onschuld onzes harten hebben we verklaard dat we gekomen wa ren om ons aan de bron zelve te documen teren voor 'n artikel, dat op haar aanstaan de verjaardag verschijnen moest. Ik bén helemaal niet jarig deze maand. Ik begrijp niet waarover u spreekt, monsieur! De woorden waren met de venijnigheid van milrailleurvuur op ons afgeschoten. Zij wierp haar losse roodblonde haren met fierheid in de hals, een hals die door een blank-jeugdig kraagje was omgeven. De leeftijd van Mistinguett is inderdaad een onderwerp, waarover heel Frankrijk Horizontaal: 1. verkeerd, 3. vis, 5. mu zieknoot, 6. vrouw van Jacob, 7. bijwoord. 9. welaan, 10. gewicht (afk.), 12. bakje om uit te drinken, 14. telwoord, 15. mu ziekinstrument, 16. wereldtaal, 17. bij woord, 19. godsdienst (afk.). 21. maanstand (afk.), 22. jongensnaam, 24. vlaktemaat, 25. staat meestal boven drukwerk, 26. mas ker, 27. paardestang. Verticaal: 1. familielid, 2. groente, 3. wiel, 4. gebod, 5. haarkrul, 8. European, 9. voetstap, 11. fortuin, 13. ik (Lat.), 16. ope ning ener fuik, 18. stapel, 20. deel van een helm, 21. maag van herkauwende dieren, 23. voorzetsel, 25. luitenant (afk.). Om mee te dingen naar de drie geldprij zen ad 7.50. 5.en 2.50 moeten op lossingen onder de aanduiding „Oplossing Puzzle" uiterlijk Dinsdag 17 uur ontvangen zijn aan een van onze kantoren in Haarlem: Grote Houtstraat 93 en Soendaplein 37, of IJmuiden: Kennemerlaan 186. Men sluite geen mededelingen bij. Oplossing vorige puzzle: Horizontaal: 1. do. 3. raap. 7. Oder, 9. aam, 11. ski, 12. melk. 14. riet. 16 as, 18. taks. 20. eelt, 22. sa, 23. eend, 25. lord, 27. eek, 29. ets, 30. eens, 32. solo, 33. Po. Verticaal: 2. ook, 3. re, 4. arme, 5. pal, 6. om, 8. Dirk, 10. akal, 11. sits, 13. eten, 15. Iser, 17 stok. 19. aalt, 21. eden, 24 edel, 26. Oss, 28. esp, 29. en, 31. e.o. Winnaars van de vorige puzzle: Job de Groot, Van Wassenaerstraat 31, IJ muiden-Oost 7.50. J. Fortgcns, Jansweg 5, Haarlem 5. S. Houterman, Kerkerinklaan 56, Sant poort 2.50. LONDEN, Februari, De trein uit Parijs stopt in Dieppe eerst aan het gewone station en rijdt dan door een wijd open gezet tuinhek de kade op. De kade is open bare straat. Twee spoorwegmannen hangen als knapen ter weerszijden aan de locomo tief om dromers tussen de rails weg te sturen. De oudste van de twee Italianen in de coupé loopt steeds weer de zijgang in en keert terug met de laatste berichten voor zijn reisgezel, die sinds Parijs niet van zijn plaats is geweest: hijzelf heeft die tweeën half uur geen ogenblik gezeten, het is onge lofelijk zoveel wetenswaardigs als hij blijk baar in een treinwagon weet te vinden, maar niemand anders in de coupé verstaat Italiaans. De Amerikaan, die de originali teit heeft om, vergezeld van zijn vrouw, Europa in de winter te bereizen, heeft zelfs, nadat hij het een paar uur had aange hoord. gevraagd: „Is that Spanish you're talking?" Nadat de jonge Italiaan „No, Italian" had geantwoord, hebben zij nog enige tijd kwasi-nadenkend vlak langs elkaar heen gekeken en geen verdere ge sprekstof gevonden. De vrouw van de Amerikaan is een propje, haar ogen kijken uit haar gevulde gezicht als uit een kooi. De Amerikaan is aardig voor haar; toen zij met haar vingertopjes de wasem van de ruit ging vegen, gaf hij haar een papieren zakdoekje om het mee te doen en toen hij zag hoe zij zwoegde, reikte hij voor haar langs en veegde zelf: maar daarna keek zij toch niet uit het raam. Dieppe is grijs en bedaard. In de haven, een duidelijk vierkant stuk water met een opening naar de zee (op de heuvel rechts van die uitgang staat een kerk), liggen be halve de veerboot naar Newhaven alleen roestige oude vissersschepen met verwron gen stukken staal op het dek. De veerboot is mooi zwart met een witte bovenbouw, een echt klein oceaanschip. Tientallen kruiers bieden zich aan om er de bagage naar toe te dragen: zolang de trein nog voortkruipt, staan zij te joelen onder de raampjes, als wij stilstaan klauteren zij dadelijk naar binnen en versperren de zij gang, luid roepend tegen elkaar en tegen de passagiers. Op de boot zit men op luie leren banken, met dikke leuningen in fauteuils ingedeeld. Nog voordat iedereen aan boord is, komen er aansporingen over de luidspreker om aanstonds beneden in de eetzaal te gaan lunchen. Even later blijkt hoe nodig dat is geweest. Zolang de boot nog in de haven lag. werd er veel gesnaterd en gelachen: de oude Italiaan uit de trein haastte zich nu op verkenning over het schip, de jonge bood twee bijna niet van elkaar te onderscheiden Engelse meisjes sigaretten aan met een glimlach, alsof zy voortaan *en zacht ge heim met hem zouden delen. Eenmaal het zeegat uit, werd het gezel schap zo mogelijk nog vrolijker: de zee was niet ruw, een enkel kuifje stak wit omhoog naar de zon, maar werd dadelijk weer door de deining omhelsd. Een half uur later lag iedereen te slapen, of probeerde te slapen; het Kanaal is niet ostentatief, maar het kent geen genade. Alleen de leden van de bemanning sjokten ovei de gangpaden en bekeken neutraal de dagelijkse voorstelling van open monden en slap hangende han den. Geen van de passagiers hoefde naar de W.C. te stuiven; er was alleen dat ge voel van onraad op de achtergrond, als een cipier achter een kijkgat, die zich met een karwats vertoont zodra men zich is gaan verbeelden eigenlijk vrij te zijn. In het zicht van de gele Engelse kust, met de bebouwing uitgespreid tot vlak aan het water, herstelde zich het moreel; misschien is de deining daar ook milder, dat was moeilijk te zeggen. Bij de douane stond zo'n Engelse politie-agent, altijd weer een van de eerste verrassingen: bescheiden en goed gehumeurd rondziend tussen de grote stijve jas en de builvormige helm. In de aange wezen coupé van de trein naar Londen had een Engelsman al een plaats gereserveerd door er zijn tas op te leggen. Hij had ook de temperatuur geregeld: een straffe bries woei door het linkse open raam naar bin nen en rechts weer naar buiten. nu al tientallen jaren (fluisterend) spreekt een cause célèbre bijna. Er zijn talrijke ramingen in omloop, die variëren tussen de 76 tot dicht in de omgeving van de hon derd jaar. Zeker is, dat zij drie Frans Duitse oorlogen heeft beleefd. Ze is vóór de oprichting van de Derde Republiek in 1870 geboren en ze heeft die dus al ruim veer tien jaren overleeft. Maar ook die tricmf zal er haar toe brengen zich nu maar rustig uit het werkzame leven terug te trekken. Retraite is voor haar synoniem met capitulatie en dat woord komt ook in haar vocabulaire niet voor. Men dient intussen tijdens een interview toch wel iets te zeggen en zo hadden wij geïnformeerd of zo'n kalm leven met haar poedeltje en haar twee servantes zo hoog in de lucht boven de Parijse boulevards haar nog al wel beviel. Het woord levens avond hadden we daarbij zorgvuldig ver meden, maar het was ondanks die voorzorg alweer misgeschoten. Non monsieur, denkt u vooral niet, dat ik niets meer zou uitvoeren. Ik ga bin nenkort weer aan het werk Ik heb aan biedingen van theaters uit alle delen van de wereld. Men moet zich inmiddels zo'n optreden van Mistinguett bepaald niet voorstellen als een nummertje van een lieve bejaarde dame, die wat liedjes voorzingt uit'haar oude doos. Dat zeker niet. Een jaar of tien geleden hebben we haar nog eens in een grote revue in actie gezien en toen was ze de zeven kruisjes ook al vrij geruime tijd gepasseerd. Ze droeg een kort danseressen- tutu'tje, dat haar nog immer welgevormde benen voordelig liet uitkomen. Door een paar medewerkers werd ze op het toneel in de lucht geworpen en weer opgevangen. Zingen doet ze dan ook nog steeds en als er in haar stem misschien nog een paar barsten bij zijn gekomen, dan toont ze in haar rad-gesproken sketches en conféren ces toch nog diezelfde autoriteit, die altijd onbetwistbaar is geweest, diezelfde primi tieve vrouwelijke charme, waar men toch moeilijk ongevoelig voor kan blijven. Men heeft Mistinguett wel eens genoemd: het product van voetlicht, reclame en pri mitieve levenshumor en het is waar dat deze onvervalste volksvrouw, die zo graag voor dame doorgaat en daarin zo heel slecht slaagt, een wonderlijk mengsel is van na tuur en spektakel. Die volksvrouw Mis tinguett. die eigenlijk Jeanne Bourgeois heet, werd in de buurt van de bastilles ge boren kijkt in zo'n gesprek voortdurend om de hoek in haar gespierde taal. We vragen nog of zij nu toch eindelijk besloten is haar mémoires te gaan schrijven. Nee, nooit, of over vijftig jaar, als ik niets beters meer heb te doen. Ziet u Maurice Chevalier nog regel matig? Maurice stelt zich aan, vindt ze. Hij wil als schrijver en denker poseren. Zijn laatste liedjes zijn niks waard. Wat denkt u van de jongere generatie? Ik ken er niet één,, die wat betekent. Mistinguett is trouwens van oordeel, dat iedereen en alles in onze dagen in waarde is gezakt. Parijs? poehhh.daar is hele maal niets meer van over. Het is een dooie boel geworden. Maar als we vragen of ze dan ergens anders dan in Parijs zou willen wonen, dan komt eindelijk weer even die stralende lach vol ironie op haar gezicht: „Dèt niet natuurlijk. Ziet u me er zitten? Ergens anders dan in Paname?" Want hoe zou Mistinguett haar stad anders noemen dan bij de bargoense naam? FRANK ONNEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 14