Een op de tien Nederlandse immigranten wil terug Plan voor eeuwigdurende kalender HET ADRES VOOR AUTO' OF MOTORRIJLES AREND REIJM Omzetten in de detailhandel waren gunstig in December Zorgenkind West-Java toont verheugende vooruitgang Enquête van Australisch-Hollands blad bewijst: niet zo somber De status der Indo- Europeanen in Indonesië Indonesië, in majeur Productie steeg, benden gedecimeerd en bevolking leert massaal lezen Alle kwartalen gelijk van duur ZATERDAG 27 FEBRUARI 1954 7 Commissaris D. Bakker nam afscheid van het loodswezen Stem uit parlement: „staats burgerschap óf vertrekken LET OP: U wordt van huis gehaald en gebracht AUTORIJSCHOOL Grote kabeljauw vangst Franse bouwmeester Auguste Perret overleden fVan onze correspondent in Australië) Tien procent van de in Australië vertoe vende Nederlandse immigranten wil terug- Veren naar Nederland, omdat het hun in Australië niet bevalt. Dit is althans de con clusie van de in Sydney verschijnende „DutchAustralian Weekly", nadat dit in het Nederlands en het Engels geredigeerde weekblad een schriftelijke enquête heeft gehouden naar aanleiding van in de Twee de Kamer in Nederland gemaakte opmer kingen over het lot der immigranten. Die Kamerleden hadden geopperd een enquête te houden onder de familieleden van de immigranten in Nederland. Terecht heeft de „Dutch—Australian Weekly" ge meend dat het in de eerste plaats de immi granten zélf zijn, die in de gelegenheid moeten worden gesteld hun gevoelens te uiten. Familieleden in Nederland kunnen daarover moeilijk oordelen, daar zij het land niet kennen, en al moeten wij erken nen dat zelfs een schriftelijke enquête onder de immigranten nog niet voor hon derd procent een duidelijk en waar beeld geeft, als maatstaf voor een inzicht in de opinie van de immigrant in het algemeen, is het resultaat van zo'n onderzoek de ver melding waard. De uitslag De uitslag van het onderzoek, dat uiter aard slechts de enkele duizenden abonné's van het blad betreft (er zijn ongeveer 50.000 Nederlanders in Australië), maar waarvan een groter percentage op de op roep heeft gereageerd dan gewoonlijk bij een opinie-onderzoek het geval is, komt ons wel als een doorsnee voor van het totaal beeld, dat het bezoek aan emigranten in alle delen van Australië ons verschafte. De krant kwam tot het volgende resul taat: 58.93 procent zei „Australië bevalt goed"; 30.95 procent had nog steeds een voorkeur voor Nederland, maar vond dat de voordelen van Australië opwegen tegert het verlangen naar het oude land, en 10,12 procent wilde liever naar Nederland terug. Van deze 10,12 procent verklaarde min der dan een kwart (23'/» procent) in ieder geval terug te gaan, zodra het geld voor de reis bijeen is; terwijl een even groot aantal terug wil, maar niet gaat omdat men bang is in Nederland niet weer aan de slag te komen. Minder dan de helft van de 10,12 procent, namelijk 47 procent, wil terug, maar verklaarde de reis niet te kunnen be talen. Klaarblijkelijk koesteren zij ook niet de hoop het geld er voor ooit te kunnen sparen. Het resterende deel, namelijk 6 procent, wil terug naar Nederland, maar kan niet om andere dan de hierboven ge noemde redenen. Naar de mening van „DutchAustralian Weekly" maakt de uitslag van de enquête definitief een einde aan de in bepaalde kringen in Nederland circulerende ver halen als zou een groot deel van de immi granten in Australië doodongelukkig zijn en in zorgelijke omstandigheden leven. Bij het bestuderèn van de uitslag moet men tevens rekening houden zo schrijft het blad met het verschijnsel dat men sen met bezwaren gauw geneigd zijn hier aan uiting te geven, terwijl gelukkige men sen, die opgaan in het werk en hun gezin, vaak niet de tijd vinden hun mening ken baar te maken. Over alle immigranten uit Nederland berekend, ligt het cijfer van 10,12 procent ontevredenen en zich onge lukkig voelenden, die terug willen, dan ook waarschijnlijk te hoog. Desondanks is het toch altijd nog hoog genoeg om een onderzoek naar de oorzaak van hun terug willen, door de Nederlandse .en Australische autoriteiten, te rechtvaar digen, aldus het blad. Wij hebben in eerdere artikelen herhaal de malen uiteengezet welke oorzaken er toe kunnen leiden, dat een immigrant zich in Australië niet gelukkig voelt: uitgestrekt heid van het land, grote afstanden, een zaamheid dikwijls, het hete klimaat in de zomer in grote delen van dit continent, en veelal de gebrekkige kennis van de En gelse taalt waardoor vooral de vrouwen zelfs in de grote steden gebukt gaan onder de gevoelens van grote eenzaamheid. Het is echter merkwaardig, dat zoals wij op onze rondreis konden constateren tal van Nederlanders klagen over het „gebrek aan cultuur" en nu ook weer een der onder vraagden zijn formulier invulde met de op merking dat de nadelen van Australië niet opwogen tegen de materiële voordelen, waarbij hij als nadelen noemt: fantasieloos heid der mensen in het algemeen, de gees telijke achterlijkheid en het gemis van cul tuur, en de slechte invloed daarvan op de kinderen. Cultuurgebrek? De fout van deze immigrant en van vele anderen die er eveneens zo over denken, is dat zij zich niet de moeite getroosten de cultuur op te zoeken. Want cultuur is er wel degelijk. Zij is alleen jonger en anders dan in Neder land en Europa in zijn geheel, en men kan niet verwachten een vorm van cul tuur aan te treffen, zoals de schatten van het Rijksmuseum in Amsterdam, in een eenzame plaats in het Austra lische binnenland. Dit wil echter niet zeggen dat er geen cultuur in Austra lië is. Wil men haar deelachtig wor den, dan zal men zich opofferingen in tijd en geld moeten getroosten. Helaas zijn vele immigranten daartoe niet bereid. Voor de oppervlakkige beschouwer schijnt de hoogste cultuur in Australië de paarden sport te zijn en andere sporten, zoals de zonneboden en de „body-building" (li chaamscultuur), maar wie on bevoordeeld dit cultuur-probleem beschouwt, moet er kennen dat er ook andere vormen van cul tuur zijn, waaraan de immigrant eertijds in Nederland overigens lang niet altijd regelmatig en dikwijls slechts spaarzaam mee in aanraking kwam: opera-uitvoerin gen, symphonie-orkesten, toneelvoorstellin gen, schilderijen-exposities, ambachtskunst, film, romankunst en geschiedschrijving. Voor vele cultuur-uitingen is het niet nodig de Engelse taal te kennen, voor tal van andere echter wel. En daar zit nu juist het probleem: de meeste immigranten heb ben geen toegang tot de cultuur, omdat zij de uitingsvorm er van niet voldoende ver staan: de taal. Pas wanneer men de taal beheerst, krygt men toegang tot de cultuur van een volk. Niettemin zijn er tal van andere vormen van cultuur, die men kan beleven door te zien (schilderijen) en horen (muziek en zang). Een enquête onder de immigranten naar .99 de vormen van cultuur waaraan zij min of meer regelmatig deelnemen, zou interes sant materiaal opleveren, maar uit eigen ervaring en aanschouwing kunnen wij nu al meedelen dat het percentage der Neder landse immigranten, die deelnemen aan cursussen (in alle vormen van cultuur) van bijvoorbeeld het Instituut voor Arbeiders- Ontwikkeling gering is. Het is waar dat Australië, jong als het is, nog bezig is zijn eigen cultuur op te bou wen: in de schilderkunst, huizenbouw, de litteratuur, toneel en zang. Vele grote talenten trokken en trekken naar Enge land. Daardoor lijdt Australië aan een tekort aan eigen grote cultuurdragers, maar op den duur zal met het vorderen van de snellere verkeersmiddelen het evenwicht zich herstellen. Op den duur zullen ook vele immigran ten de cultuur van hun oorspronkelijk land en hun eigen talenten hier ontplooien, zo ek in verschillende gevallen al is gebeurd. Want hoe vreemd het ook moge klinken: Australië is van zichzelf bewust, dat er een tekort (niet een gemis) aan cultuur is en biedt juist daarom elk talent, ontplooid of in den dop, ruime gelegenheid dit te tonen en te ontwikkelen. Het biedt elke immi grant evenals de Australiër zelf ruim schoots gelegenheid aan het cultuurleven deel te nemen. Wie als immigrant zegt dat er hier geen cultuur is, bewijst dat hij haar niet heeft gezocht. In het gebouw van het Amsterdamse loodswezen hebben zeer velen afscheid ge nomen van de heer D. Bakker, die bijna 39 jaar in dienst bij het loodswezen is ge weest, waarvan het grootste deel als com missaris te Amsterdam en die de dienst wegens het bereiken van de pensioenge rechtigde leeftijd gaat verlaten. De directeur-generaal voor het loods wezen, schout-by-nacht J. Callenfels, dankte in hartelijke bewoordingen de heer Bakker voor zijn arbeid gedurende tal van jaren onder de loodsen verricht. Ook de directeur van het derde district, kapitein-ter-zee H. Tichelman, gewaagde van de vruchtbare arbeid van de scheiden de functionaris. De heer C. J. Janknegt bood de commissaris namens het gehele personeel een polshorloge aan. Namens de commissarissen sprak de heer E. J. Visser uit IJmuiden, namens de scheepvaartin spectie de inspecteur van het eerste dis trict, de heer J. H. Th. Eerman. Ook de heer H. Kruizinga, commissaris voor het loodswezen te Rotterdam, was aanwezig. In zijn dankwoord vroeg de heer Bakker zich af waaraan hij de hem toegezwaaide lof had verdiend. Hij zei de scheepvaart naar beste weten te hebben gediend, zowel toen hij als 15-jarige Terschellinger jongen als lichtmatroos naar zee ging, als toen hij als adjunct-commissaris in vele Neder landse plaatsen langs de kust belast was rnet het beloodsen van schepen, onder andere in Zierikzee, Brouwershaven, IJmuiden, Terschelling, Delfzijl en sinds 1936 in Amsterdam. Zijn arbeid wordt overgenomen door de heer A. C. H. van Lieshout, tot dusver commissaris in Nieuwediep. DJAKARTA. (Aneta). Het parle mentslid Mayor Polak (PSI) heeft als zijn oordeel te kennen gegeven, dat de nieuwe wet op de nationaliteit een zodanige toe stand moet scheppen, dat de Indo-Euro peanen in Indonesië óf Indonesisch staats burger worden of naar Nederland vertrek ken. De heer Polak verklaarde, dat zijn standpunt door een grote groep Indische Nederlanders wordt gedeeld. De Indo- Europeanen, die niet de Indonesische na tionaliteit hebben en in Indonesië als vreemdelingen verblijven, zullen vroeg of laat geen toekomst meer hebben en op de steun van het Nederlandse Hoge Commis sariaat moeten terugvallen. Het toenemend aantal werkloze vreemdelingen zou een nieuwe bron van sociale onrust betekenen en pauperisme scheppen. Als Indonesische staatsburgers kunnen de Indische Neder landers in het productieproces worden in geschakeld, aldus de heer Polak. Naar zijn mening vormt de Indo-groep in Indonesië geen radicale groep, maar een „groep van gemengd bloed", die geen bezwaren heeft tegen een gemengd huwelijk, hetgeen hij een belangrijke factor achtte in het assi milatieproces. De heer Polak schatte het aantal Indo- Europeanen, dat thans het Indonesische staatsburgerschap heeft verworven, op 40.000 en het aantal Indo-Europeanen van Nederlandse nationaliteit op 80.000. Ten aanzien van West-Nieuw Guinea verklaarde de heer Polak tenslotte, dat de houding der Nederlandse regering, die de transmigratie van Indische Nederlanders naar dat gebied op geen enkele wijze wenst te bevorderen, duidelijk aantoont, dat „de Indo's door de Nederlandse kolonialen lelijk zijn beetgenomen". De heer Polak herinnerde in dit verband aan de behan deling der begroting in de Tweede Kamer en aan het rapport van de Nederlandse parlementaire missie naar Nieuw-Guinea, waaruit blijkt, dat „een einde is gemaakt aan de droom van de Indo, dat Irian zijn stamland zou worden". ADVERTENTIE In opdracht van de Noord Zuid Holl. Vervoer Mij. N.V. te Haarlem hebben wij de afgelopen weken 59 H.H. conduc teurs tot chauffeur opgeleid, 27 daarvan slaagden er de 1ste keer voor hun rij-examen Ook U kan bij het eerste rij-examen slagen, veel tijd en geld besparen, mits U goed en veilig leert rijden. Auto- en Motorrijschool „AREND REIJM" garandeert U door zijn jarenlange ervaring een prima opleiding, zowel prac- tisch als theoretisch. Uitsluitend nieuwe Door de K.N.A.C. Leswagens en -motoren gedipl. instructeurs Vraagt vrijblijvend inlichtingen bij onze adressen: SANTPOORT □MUIDEN WI3K a. ZEE HEEMSTEDE HAGELINGERWEG 134 DENNENSTRAAT 12 VOORSTRAAT 18 HORTENSIALAAN 11 TELEF. K 2560 - 8930 TEL. K 2550 - 6200 TELEF. K 2517 - 257 TELEF. K 2500 -26944 Hagelingerweg 134 - Tel. K2560 - 8930 De gegevens, welke door het Economisch Instituut voor de Middenstand zijn gepu bliceerd over het omzetverlooo in het mid den- en kleinbedrijf in December wijzen uit, dat over het geheel genomen de omzet ter in deze maand bevredigend waren. De aankopen van het publiek voor de in Wintervacantie van de drie Deense prinsesjes. Ook zij weten wei weg met hun skies. Van links naar rechts: prinses Anne Marie (7 jaar), prinses Margrethe, de Deense troonopvolgster (13 jaar) en prinses Benedikte (9 jaar). (Van onze correspondent in Djakarta) Op ons bureau lagen reeds enige tijd twee overzichten van de toestand in Indo nesië in het afgelopen jaar en daarvan hadden die over de situatie in West-Java onze bijzondere belangstelling, omdat dit gebied immers nog wel het meest het „zor genkindje" is wat de veiligheid betreft. Die overzichten gaven dan ook althans één ervan geen opwekkend beeld: het eerste vermeldde in cijfers de gevolgen van de nog immer voortdurende bendeterreur en achter de getallen van de mensenlevens, die daarbij verloren gingen en de mate riële schade, die werd aangericht, gaat een wereld van ellende schuil. Doch des te sterker spreekt daarentegen het tweede overzicht, dat bijzonderheden geeft over de vooruitgang, die op velerlei gebied werd bereikt, ondanks de terreur die de opbouw (Van onze medewerker voor sterrenkunde) Er ligt bij de Verenigde Naties weer een plan op tafel voor een eeuwigdurende kalender. Het zal deze zomer ter sprake komen in de economische en sociale raad der volkerenorganisatie en het voorziet in een nieuwe inrichting van onze kalender, waardoor alle kwartalen gelijk van duur zullen worden, terwijl een eind wordt gemaakt aan de toestand dat een bepaalde datum elk jaar weer op een andere dag van de week zal vallen. Bovendien zou men in het kader van dit plan de datum van Pasen eens en vooral willen vastleggen, bijvoorbeeld op een der eerste Zondagen van April. Onze kalender vertoont, zoals bekend, zeer vele onregelmatigheden. Het eerste kwartaal telt bv. 90 dagen (of in een schrikkeljaar 91), het tweede 91 en het derde en vierde elk 92. Daardoor wordt de tweede helft van het jaar drie (in schrikkeljaren twee) dagen langer dan de eerste helft. De lengte van de maanden varieert van 28 tot 31 dagen en niemand kan uit zijn hoofd zeggen, op welke dag bijvoorbeeld 14 October zal vallen. Is echter de „perpetuele" (eeuwigdurende) kalender eenmaal aanvaard, dan zal men dat wèl kunnen: 14 October zal dan op een Zaterdag vallen, elk jaar opnieuw. Het plan voor de nieuwe kalender voor ziet in de volgende indeling van het jaar (waarbij dus vele maanden een andere lengte zullen krijgen dan de huidige): Jan. 31 Juli 31 Feb. 30 Aug. 30 Mrt. Apr. 30 31 Sep. 30 Oct. 31 Mei 30 Nov. 30 Juni 30 Dec. 30 Men zou het plan moeten invoeren zo dra de eerste Januari op een Zondag valt. (Dat zal op 1 Januari 1956 het geval zijn). Doordat alle kwartalen nu gelijk van lengte zijn geworden, namelijk 91 dagen, bereikt men de toestand dat elk nieuw kwartaal op een Zondag begint en op een Zaterdag eindigt. Het getal 91 is immers deelbaar door 7 en elk kwartaal zal dus dertien gehele weken tellen. Niet alleen de eerste Januari zal een Zondag zijn, maar ook 1 April, 1 Juli en 1 October. Zo ontstaat er een in statistisch en admini stratief opzicht zeer aantrekkelijk en zeer gemakkelijk te hanteren jaar. Vier kwartalen van 91 dagen leveren echter samen maar 364 dagen op en daar om is in dit plan ook de voorziening op genomen van het inlassen van een onge dateerde dag aan het eind van het jaar. Behalve ongedateerd is zij bovendien naamloos, want zij valt tussen Zaterdag 39 December en Zondag 1 Januari van het volgende jaar. De naam „Oudejaarsdag" ligt voor de hand; men wil er in elk geval een internationale vrije dag van maken. Eén keer in de vier jaar zal men een soortgelijke „blanco" dag inlassen tussen Zaterdag 30 Juni en Zondag 1 Juli en ook hier behoeft men niet lang naar een naam voor deze extra-dag te zoeken: het is immers de schrikkeldag die wij op het ogenblik kennen aan het eind van Fe bruari, in de jaren wier getal door vier deelbaar is. Ook die schrikkeldag is be doeld als internationale vacantiedag. Er zal waarschijnlijk het nodige verzet te verwachten zijn tegen een plan dat de kalender zo ingrijpend wil wijzigen: men staat nu eenmaal meestal huiverig tegen over het nieuwe. Toch is ook de kalender zoals wij die op het ogenblik gebruiken eens zo'n ingrijpende nieuwigheid ge weest; de laatste keer dat er aan werd gedokterd is geweest in 1582, toen paus Gregorius XIII op 4 October decreteerde dat het de volgende dag 15 October zou zijn Die correctie was nodig gebleken omdat de seizoenen langzamerhand aan het schuiven waren gegaan: de zon be reikte in die dagen het lentepunt al op 11 Maart. Van die tijd dateert ook de ge woonte dat men het nieuwe jaar op 1 Ja nuari laat beginnen. Eeuwen voordien had reeds Julius Caesar het snufje van de schrikkeldag laten invoeren en nog vroe ger in de oudheid kende men kalenders die waren gebaseerd op de omlooptijden van de maan om de aarde: een maand was toen de tijd die er verstreek tussen twee opeenvolgende volle manen. Eén zo'n maanomloop duurt echter maar on geveer 29 Ij etmaal en als kalender-een heid vinden wij deze periode niet bruik baar. In de tijd van de Franse revolutie heeft de nationale conventie de zg. repu blikeinse kalender ingevoerd, dée het jaar verdeelde in twaalf maanden van dertig dagen, met aan het eind vijf dagen cfie werden gewijd aan de viering van repu blikeinse festiviteiten. De maanden wer- dtn verdeeld in drie decades (van elk tien dagen dus), waarvan de dagen eenvoudig werden aangegeven volgens hun rang orde: primidi, duodi, tridi, quartidd, enzo voort. Deze kalender heeft zich maar en kele jaren weten te handhaven. Sindsdien zijn er talloze plannenmakers gekomen met hun ideeën tot hervorming van de kalender. Reeds de Volkenbond heeft 152 ven die plannen aangeboden ge kregen. Eén daarvan verdeelde het jaar in 13 maanden van elk 28 dagen; dat leverde 364 dagen op, d'ie dan werden gevolgd door een vrije dag aan het eind van het jaar. Het andere plan is het hier boven besprokene, dat indertijd aan de Volkenbond werd voorgelegd door Chili, maar er toen niet door kwam. Thans heeft India de economische en sociale raad der V.N. verzocht, dit plan voor een nieuwe kalender weer eens tot onderwerp van discussie te maken. De zitting begint 29 Juni te Genève. JANUARI FEBRUARI MAART z 1 8 15 22 29 Z 5 12 19 26 Z 3 10 17 24 M 2 9 16 23 30 M 6 13 20 27 M 4 11 18 25 D 3 10 17 24 31 D 7 14 21 ?8 D 5 12 19 26 W 4 11 18 25 W 1 8 15 22 29 W 6 13 20 27 D 5 12 19 26 D 2 9 J® 23 30 D 7 14 21 28 V 6 13 20 27 V 3 10 17 24 V 8 15 22 29 z 7 14 21 28 z 4 11 18 25 z 2 9 16 23 30 Ziehier het eerste kwartaal van de eeuwig durende kalender: Januari heeft 31 dagen Februari en Maart elk 30. Het volgende kwartaal begint dus weer op een Zondag en eindigt weer op een Zaterdag. Men kan dit diagram dus ook gebruiken voor de kwartalen April-Mei-Juni, Juli-Augustus- September en October-November-Decem ber. Aan het eind van December wordt een ongedateerde Oudejaarsdag inge voegd; eens in de vier jaar komt er een soortgelijke „blanco" dag (de schrikkel dag) na de 30ste Juni. Maandagochtend wordt aan de markt te Scheveningen verwacht de trawler Janny, Sch. 71, van de rederij voorheen Fr. Vro lijk te Scheveningen.Het schip heeft een grote vankst kabeljauw (4500 stuks) aan boord. Deze zijn in zes zeven trekken gevangen. PARIJS, (United Press) Auguste Perret, de vader van de moderne Franse architectuur, leermeester van Le Corbu- sier, is gisteren overleden. Hij is 80 jaar geworden. van het land belemmert. Die twee over zichten liepen het gevaar onbesproken van ons bureau te verdwijnen, doordat er zo vele dingen zijn, die in Indonesië de aan dacht opeisen: de activiteit van rampok- kers, de werkzaamheid van de Merapi, die reeds ettelijke tientallen slachtoffers vroeg, de strijd tussen de politieke partijen, de arrestatie van Nederlanders en de econo mische moeilijkheden. Het is dit soort nieuws, dat de meeste belangstelling heeft en dus op de voor grond treedt. Men kan dat betreuren, maar het is nu eenmaal zo, dat de dingen, die van dit land een ander, opgewekter beeld kunnen geven, gevaar lopen „doodge drukt" te worden tussen het nieuws, dat op de eerste plaats pleegt te komen. Omdat hierin zeker een onbillijkheid schuilt, willen wij enige aandacht vragen voor wat in 1953 in West-Java aan de op bouw van het economisch en maatschap pelijk leven werd gedaan. Als „contrast" zullen wij dan eerst enige cijfers geven betreffende de gevolgen van de onveilig heid: het opbouwwerk krijgt daardoor nog meer relief. Herstelde veiligheid Als resultaat van de acties, die het leger tot herstel van de veiligheid ondernam, werden (de cijfers hebben uitsluitend be trekking op West-Java) in elf maanden van 1953: 1733 personen gedood, 439 ge wond en 4094 gevangen genomen. Er gaven zich 392 personen aan de machtsapparaten over. Aan wapens werden 605 stuks, waar onder 9 brenguns, in beslag genoir*. De bevolking telde in dezelfde periode «ris ge volg van bende-acties 653 doden, 259 ge wonden, en 45 vermisten; 4724 huizen werden vernield, merendeels door brand. Meer dan 1100 rampokzaken werden ge rapporteerd. Het leger verloor 170 gesneu velden en 163 gewonden, en 18 man wer den vermist. Deze getallen geven wel een duidelijk en schril beeld van de moeilijkheden, die de bevolking van West-Java ondervindt door de bende-activiteiten, waardoor ongeacht de mensenlevens voor millioe- nen rupiahs schade werd aangericht, een toestand, die nu reeds enkele jaren voort duurt. Gelukkig is er geleidelijk wel wijziging in de stituatie gekomen. In vele der geter roriseerde gebieden gedraagt de bevolking zich niet langer apathisch en passief tegen over het gevaar, dat haar bestaan dagelijks bedreigt, doch verleent zij politie en leger medewerking bij de bestrijding van het kwaad. Met het toenemende succes der machtsapparaten legt zij bovendien meer en meer de vrees af voor mogeliike wraak van de zijde der benden, welke vrees haar vaak weerhield leger en politie de nood zakelijke steun te geven. Aan die omstan digheden het groter vertrouwen in de overheid is het ongetwijfeld te danken dat de bevolking (en wU doelen dan spe ciaal die op het platteland, welke het meest van de onveiligheid heeft te lijden) haar werkzaamheid ruimer heeft kunnen ont plooien, hetgeen in de opbrengsten van landbouw en visserij duidelijk weerslag toont. In 1953 bedroeg de opbrengst aan sawah- rijst ongeveer 3.370.000 ton, hetgeen 135.000 ton méér was dan in 1951. De droge rijst velden leverden met 125.000 ton ruim 40.000 ton méér dan in 1951. De opbrengst aan ketela. eveneens een belangrijk volks- voedsel, steeg zelfs van 761.000 ton tot 1.149.000 ton. Ook in de cijfers omtrent de binnenvis serij demonstreert zich de ontplooiing van de bevolking. De totale opbrengst van de visvijvers en de vangst in meren, moeras sen en rivieren, steeg van 13,7 millioen kilo tot 20 millioen kilo, een respectabele Perret heeft vooral bekendheid verwor ven door zijn voor hun tijd gedurfde en revolutionnaire betonconstructies. Een van de voornaamste kenmerken van zijn werk M.W. - was het vrijwel ontbreken van ornament.1 productievermeerdering dus. Als men bedenkt dat Indonesië Hij is de bouwer van de eerste geheel in beton opgetrokken kerk te wereld, de Notre Dame van Raincy. Na de Tweede Wereldoorlog droeg de overheid hem de leiding van de herbouw van de havenwerken van Le Havre op. nog steeds rijst moet importeren, dan blijkt de grotere veiligheid van directe invloed op de deviezenpositie van het land. Op industrieel terrein was er eveneens vooruitgang, al beperkt deze zich tot de kleinere industrie. Opmerkelijk is de toe- Decevnber vallende feestdagen waren in vele branche? van grotere omvang dan die in December van 1952. In December 1953 werden met name in de detailhandel in textiel, die in meubelen en aanverwante artikelen, alsmede in de handel in ijzerwaren en gereedschappen öetrekkelijk hoge omzetten genoteerd. In de boekhandel en de detailhandel in schoeisel lagen de Nov ember omzetten in 1953 belangrijk beneden het peil van die in 1952. Deze omzet vermindering werd ten dele gecompenseerd door de omzetstijging, welke in December ten opzichte van de overeenkomstige maand in 1952 werd be haald. Ook in het bakkersbedrijf werd in November 1953, vergeleken met November 1952, een omzetdaling geboekt. Deze werd evenwel niet goed gemaakt in de volgende maand. Van alle branches was het bak kersbedrijf de enige, waar de December- omzetten in 1953 lager waren dan in 1952. In het rijwielbedriif lagen de geldomzet- ten ir. December 1952 en 1953 op een zelfde peil. In alle branches in genotmiddelen waren de geldomzetten hoger dan in December 1952. Vergelijkt men de omzetten in December 1953 met die in November dan blijkt, dat vrijwel over de gehele linie omzetstijging werd behaald, hetgeen ongetwijfeld het ge volg is van de extra aankopen van het publiek .v.oor de in December vallende feestdagen. Uiteraard was deze omzettoe- neming van de grootste betekenis- in de winkels in genotmiddelen. Ook in een aan tal andere branches, met name in kruide niers- en bakkersbedrijven, boekwinkels, bloemenwinkels ep zaken in huishoudelijke en luxe artikelen gaven de omzetten van November op December echter een aan zienlijke stijging te zien. Vergelijking met 1952 Nu de gegevens over alle maanden van 1953 bekend zijn, kon een vergelijking worden gemaakt van de omzetontwikke ling in dat jaar met die in 1952. In de voedingsmiddelensector werd in 1953 in vrijwel alle branches omzettoene- ming behaald, hetgeen evenwel ten dele moet worden toegeschreven aan prijsstij gingen. De vermeerdering bereikt de groot ste omvang in het slagersbedrijf en in de detailhandel in melk en zuivelproducten. Ook in vele branches in duurzame con sumptiegoederen vertoonden de geldomzet een stijging. De toegenomen verkoop van bromfietsen kan als voornaamste oorzaak worden genoemd van de grote omzetstij ging in het rijwielbedrijf. Ook in de detail handel in sportartikelen en in de handel in ijzerwaren en gereedschappen mogen de omzetten in 1953 tot tevredenheid stem men. Alleen in de detailhandel in glas, aarde werk, porselein en huishoudelijke artike len werd van 1952 op 1953 een omzetda ling genoteerd. In de boekhandel lagen de geldomzetten in 1952 en 1953 op hetzelfde peil. Van de branches in de genotmiddelen- sector was met name de omzetbeweging in het chocolateriebedrijf teleurstellend. Het indexcijfer liep hier met 4 terug. Ook in de tabakswinkels bereikten de omzetten niet het peil van 1052, de in deze zaken ge boekte omzetvermindering houdt mede verband met prijsdalingen van een aan tal merken sigaretten en van sigaren. name van het aantal drukkerijen in West- Java: 143 in 1942, thans 244. Opmerkelijk, doch verklaarbaar. De afneming van het analfabetisme heeft een grote leeshonger doen ontstaan, die de grafische industrie op volle toeren laat draaien. Dit wordt nog duidelijker als men weet, dat in 1953 niet minder dan 295.372 mannen en vrouwen (alleen reeds in West-Java) zich de kunst van het lezen en schrijven machtig maak ten en daarvan met een examen getuig den. In 2248 Desa's vinden men nu een door de overheid gevormd bibliotheekje. Doch ook het onderwijs aan de jeugd toont grote vooruitgang: het aantal lagere scholen, in 1950 nog 3167, is gestegen tot 3774 en het onderwijzerscorps breidde zich uit van 12716 tot 20.780. Het aantal leer lingen vermeerderde van ongeveer 775.000 tot 1.342.000. Opvallend is hierbij dat de desabevol king vaak uit eigen zak de totstandkoming van nieuwe schoollokalen financiert. Wij hebben uit de grote hoeveelheid slechts een enkele greep gedaan. Natuur lijk, niet op alle terreinen gaat de vooruit gang even snel. Met name op het gebied der volksgezondheid worstelt men op West- Java zoals trouwens tn geheel Indone sië met een tekort aan medisch en ver plegend personeel. Dat nochtans zeven nieuwe ziekenhuizen in gebruik konden worden genomen, is daarbij een verheu gend feit. Een van de vele verheugende dingen, die maken, dat Indonesië niet uit sluitend in >rzwart en grijs" moet worden uitgebeeld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 3