Een op de tien Nederlandse
immigranten wil terug
Plan voor eeuwigdurende kalender
HET ADRES VOOR AUTO' OF MOTORRIJLES
AREND REIJM
Omzetten in de detailhandel
waren gunstig in December
Zorgenkind West-Java toont
verheugende vooruitgang
Enquête van Australisch-Hollands
blad bewijst: niet zo somber
De status der Indo-
Europeanen in Indonesië
Indonesië, in majeur
Productie steeg, benden gedecimeerd
en bevolking leert massaal lezen
Alle kwartalen gelijk van duur
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1954
7
Commissaris D. Bakker
nam afscheid van
het loodswezen
Stem uit parlement: „staats
burgerschap óf vertrekken
LET OP:
U wordt van huis gehaald en gebracht
AUTORIJSCHOOL
Grote kabeljauw vangst
Franse bouwmeester
Auguste Perret overleden
fVan onze correspondent in Australië)
Tien procent van de in Australië vertoe
vende Nederlandse immigranten wil terug-
Veren naar Nederland, omdat het hun in
Australië niet bevalt. Dit is althans de con
clusie van de in Sydney verschijnende
„DutchAustralian Weekly", nadat dit in
het Nederlands en het Engels geredigeerde
weekblad een schriftelijke enquête heeft
gehouden naar aanleiding van in de Twee
de Kamer in Nederland gemaakte opmer
kingen over het lot der immigranten.
Die Kamerleden hadden geopperd een
enquête te houden onder de familieleden
van de immigranten in Nederland. Terecht
heeft de „Dutch—Australian Weekly" ge
meend dat het in de eerste plaats de immi
granten zélf zijn, die in de gelegenheid
moeten worden gesteld hun gevoelens te
uiten. Familieleden in Nederland kunnen
daarover moeilijk oordelen, daar zij het
land niet kennen, en al moeten wij erken
nen dat zelfs een schriftelijke enquête
onder de immigranten nog niet voor hon
derd procent een duidelijk en waar beeld
geeft, als maatstaf voor een inzicht in de
opinie van de immigrant in het algemeen,
is het resultaat van zo'n onderzoek de ver
melding waard.
De uitslag
De uitslag van het onderzoek, dat uiter
aard slechts de enkele duizenden abonné's
van het blad betreft (er zijn ongeveer
50.000 Nederlanders in Australië), maar
waarvan een groter percentage op de op
roep heeft gereageerd dan gewoonlijk bij
een opinie-onderzoek het geval is, komt ons
wel als een doorsnee voor van het totaal
beeld, dat het bezoek aan emigranten in
alle delen van Australië ons verschafte.
De krant kwam tot het volgende resul
taat: 58.93 procent zei „Australië bevalt
goed"; 30.95 procent had nog steeds een
voorkeur voor Nederland, maar vond dat
de voordelen van Australië opwegen tegert
het verlangen naar het oude land, en 10,12
procent wilde liever naar Nederland
terug.
Van deze 10,12 procent verklaarde min
der dan een kwart (23'/» procent) in ieder
geval terug te gaan, zodra het geld voor de
reis bijeen is; terwijl een even groot aantal
terug wil, maar niet gaat omdat men bang
is in Nederland niet weer aan de slag te
komen. Minder dan de helft van de 10,12
procent, namelijk 47 procent, wil terug,
maar verklaarde de reis niet te kunnen be
talen. Klaarblijkelijk koesteren zij ook niet
de hoop het geld er voor ooit te kunnen
sparen. Het resterende deel, namelijk 6
procent, wil terug naar Nederland, maar
kan niet om andere dan de hierboven ge
noemde redenen.
Naar de mening van „DutchAustralian
Weekly" maakt de uitslag van de enquête
definitief een einde aan de in bepaalde
kringen in Nederland circulerende ver
halen als zou een groot deel van de immi
granten in Australië doodongelukkig zijn
en in zorgelijke omstandigheden leven.
Bij het bestuderèn van de uitslag moet
men tevens rekening houden zo schrijft
het blad met het verschijnsel dat men
sen met bezwaren gauw geneigd zijn hier
aan uiting te geven, terwijl gelukkige men
sen, die opgaan in het werk en hun gezin,
vaak niet de tijd vinden hun mening ken
baar te maken. Over alle immigranten uit
Nederland berekend, ligt het cijfer van
10,12 procent ontevredenen en zich onge
lukkig voelenden, die terug willen, dan ook
waarschijnlijk te hoog.
Desondanks is het toch altijd nog hoog
genoeg om een onderzoek naar de oorzaak
van hun terug willen, door de Nederlandse
.en Australische autoriteiten, te rechtvaar
digen, aldus het blad.
Wij hebben in eerdere artikelen herhaal
de malen uiteengezet welke oorzaken er toe
kunnen leiden, dat een immigrant zich in
Australië niet gelukkig voelt: uitgestrekt
heid van het land, grote afstanden, een
zaamheid dikwijls, het hete klimaat in de
zomer in grote delen van dit continent, en
veelal de gebrekkige kennis van de En
gelse taalt waardoor vooral de vrouwen
zelfs in de grote steden gebukt gaan onder
de gevoelens van grote eenzaamheid. Het
is echter merkwaardig, dat zoals wij op
onze rondreis konden constateren tal van
Nederlanders klagen over het „gebrek aan
cultuur" en nu ook weer een der onder
vraagden zijn formulier invulde met de op
merking dat de nadelen van Australië niet
opwogen tegen de materiële voordelen,
waarbij hij als nadelen noemt: fantasieloos
heid der mensen in het algemeen, de gees
telijke achterlijkheid en het gemis van cul
tuur, en de slechte invloed daarvan op de
kinderen.
Cultuurgebrek?
De fout van deze immigrant en van
vele anderen die er eveneens zo over
denken, is dat zij zich niet de moeite
getroosten de cultuur op te zoeken.
Want cultuur is er wel degelijk. Zij is
alleen jonger en anders dan in Neder
land en Europa in zijn geheel, en men
kan niet verwachten een vorm van cul
tuur aan te treffen, zoals de schatten
van het Rijksmuseum in Amsterdam,
in een eenzame plaats in het Austra
lische binnenland. Dit wil echter niet
zeggen dat er geen cultuur in Austra
lië is. Wil men haar deelachtig wor
den, dan zal men zich opofferingen in
tijd en geld moeten getroosten. Helaas
zijn vele immigranten daartoe niet
bereid.
Voor de oppervlakkige beschouwer schijnt
de hoogste cultuur in Australië de paarden
sport te zijn en andere sporten, zoals de
zonneboden en de „body-building" (li
chaamscultuur), maar wie on bevoordeeld
dit cultuur-probleem beschouwt, moet er
kennen dat er ook andere vormen van cul
tuur zijn, waaraan de immigrant eertijds
in Nederland overigens lang niet altijd
regelmatig en dikwijls slechts spaarzaam
mee in aanraking kwam: opera-uitvoerin
gen, symphonie-orkesten, toneelvoorstellin
gen, schilderijen-exposities, ambachtskunst,
film, romankunst en geschiedschrijving.
Voor vele cultuur-uitingen is het niet
nodig de Engelse taal te kennen, voor tal
van andere echter wel. En daar zit nu juist
het probleem: de meeste immigranten heb
ben geen toegang tot de cultuur, omdat zij
de uitingsvorm er van niet voldoende ver
staan: de taal. Pas wanneer men de taal
beheerst, krygt men toegang tot de cultuur
van een volk. Niettemin zijn er tal van
andere vormen van cultuur, die men kan
beleven door te zien (schilderijen) en
horen (muziek en zang).
Een enquête onder de immigranten naar
.99
de vormen van cultuur waaraan zij min of
meer regelmatig deelnemen, zou interes
sant materiaal opleveren, maar uit eigen
ervaring en aanschouwing kunnen wij nu
al meedelen dat het percentage der Neder
landse immigranten, die deelnemen aan
cursussen (in alle vormen van cultuur) van
bijvoorbeeld het Instituut voor Arbeiders-
Ontwikkeling gering is.
Het is waar dat Australië, jong als het is,
nog bezig is zijn eigen cultuur op te bou
wen: in de schilderkunst, huizenbouw, de
litteratuur, toneel en zang. Vele grote
talenten trokken en trekken naar Enge
land. Daardoor lijdt Australië aan een
tekort aan eigen grote cultuurdragers,
maar op den duur zal met het vorderen van
de snellere verkeersmiddelen het evenwicht
zich herstellen.
Op den duur zullen ook vele immigran
ten de cultuur van hun oorspronkelijk land
en hun eigen talenten hier ontplooien, zo
ek in verschillende gevallen al is gebeurd.
Want hoe vreemd het ook moge klinken:
Australië is van zichzelf bewust, dat er een
tekort (niet een gemis) aan cultuur is en
biedt juist daarom elk talent, ontplooid of
in den dop, ruime gelegenheid dit te tonen
en te ontwikkelen. Het biedt elke immi
grant evenals de Australiër zelf ruim
schoots gelegenheid aan het cultuurleven
deel te nemen.
Wie als immigrant zegt dat er hier geen
cultuur is, bewijst dat hij haar niet heeft
gezocht.
In het gebouw van het Amsterdamse
loodswezen hebben zeer velen afscheid ge
nomen van de heer D. Bakker, die bijna
39 jaar in dienst bij het loodswezen is ge
weest, waarvan het grootste deel als com
missaris te Amsterdam en die de dienst
wegens het bereiken van de pensioenge
rechtigde leeftijd gaat verlaten.
De directeur-generaal voor het loods
wezen, schout-by-nacht J. Callenfels,
dankte in hartelijke bewoordingen de heer
Bakker voor zijn arbeid gedurende tal van
jaren onder de loodsen verricht.
Ook de directeur van het derde district,
kapitein-ter-zee H. Tichelman, gewaagde
van de vruchtbare arbeid van de scheiden
de functionaris. De heer C. J. Janknegt
bood de commissaris namens het gehele
personeel een polshorloge aan. Namens de
commissarissen sprak de heer E. J. Visser
uit IJmuiden, namens de scheepvaartin
spectie de inspecteur van het eerste dis
trict, de heer J. H. Th. Eerman. Ook de
heer H. Kruizinga, commissaris voor het
loodswezen te Rotterdam, was aanwezig.
In zijn dankwoord vroeg de heer Bakker
zich af waaraan hij de hem toegezwaaide
lof had verdiend. Hij zei de scheepvaart
naar beste weten te hebben gediend, zowel
toen hij als 15-jarige Terschellinger jongen
als lichtmatroos naar zee ging, als toen
hij als adjunct-commissaris in vele Neder
landse plaatsen langs de kust belast was
rnet het beloodsen van schepen, onder
andere in Zierikzee, Brouwershaven,
IJmuiden, Terschelling, Delfzijl en sinds
1936 in Amsterdam.
Zijn arbeid wordt overgenomen door de
heer A. C. H. van Lieshout, tot dusver
commissaris in Nieuwediep.
DJAKARTA. (Aneta). Het parle
mentslid Mayor Polak (PSI) heeft als zijn
oordeel te kennen gegeven, dat de nieuwe
wet op de nationaliteit een zodanige toe
stand moet scheppen, dat de Indo-Euro
peanen in Indonesië óf Indonesisch staats
burger worden of naar Nederland vertrek
ken. De heer Polak verklaarde, dat zijn
standpunt door een grote groep Indische
Nederlanders wordt gedeeld. De Indo-
Europeanen, die niet de Indonesische na
tionaliteit hebben en in Indonesië als
vreemdelingen verblijven, zullen vroeg of
laat geen toekomst meer hebben en op de
steun van het Nederlandse Hoge Commis
sariaat moeten terugvallen. Het toenemend
aantal werkloze vreemdelingen zou een
nieuwe bron van sociale onrust betekenen
en pauperisme scheppen. Als Indonesische
staatsburgers kunnen de Indische Neder
landers in het productieproces worden in
geschakeld, aldus de heer Polak. Naar zijn
mening vormt de Indo-groep in Indonesië
geen radicale groep, maar een „groep van
gemengd bloed", die geen bezwaren heeft
tegen een gemengd huwelijk, hetgeen hij
een belangrijke factor achtte in het assi
milatieproces.
De heer Polak schatte het aantal Indo-
Europeanen, dat thans het Indonesische
staatsburgerschap heeft verworven, op
40.000 en het aantal Indo-Europeanen van
Nederlandse nationaliteit op 80.000.
Ten aanzien van West-Nieuw Guinea
verklaarde de heer Polak tenslotte, dat de
houding der Nederlandse regering, die de
transmigratie van Indische Nederlanders
naar dat gebied op geen enkele wijze wenst
te bevorderen, duidelijk aantoont, dat „de
Indo's door de Nederlandse kolonialen
lelijk zijn beetgenomen". De heer Polak
herinnerde in dit verband aan de behan
deling der begroting in de Tweede Kamer
en aan het rapport van de Nederlandse
parlementaire missie naar Nieuw-Guinea,
waaruit blijkt, dat „een einde is gemaakt
aan de droom van de Indo, dat Irian zijn
stamland zou worden".
ADVERTENTIE
In opdracht van de Noord Zuid Holl. Vervoer Mij. N.V. te
Haarlem hebben wij de afgelopen weken 59 H.H. conduc
teurs tot chauffeur opgeleid, 27 daarvan slaagden er de 1ste
keer voor hun rij-examen
Ook U kan bij het eerste rij-examen slagen, veel tijd en geld
besparen, mits U goed en veilig leert rijden.
Auto- en Motorrijschool „AREND REIJM" garandeert U door
zijn jarenlange ervaring een prima opleiding, zowel prac-
tisch als theoretisch.
Uitsluitend nieuwe Door de K.N.A.C.
Leswagens en -motoren gedipl. instructeurs
Vraagt vrijblijvend inlichtingen bij onze adressen:
SANTPOORT
□MUIDEN
WI3K a. ZEE
HEEMSTEDE
HAGELINGERWEG 134
DENNENSTRAAT 12
VOORSTRAAT 18
HORTENSIALAAN 11
TELEF. K 2560 - 8930
TEL. K 2550 - 6200
TELEF. K 2517 - 257
TELEF. K 2500 -26944
Hagelingerweg 134 - Tel. K2560 - 8930
De gegevens, welke door het Economisch
Instituut voor de Middenstand zijn gepu
bliceerd over het omzetverlooo in het mid
den- en kleinbedrijf in December wijzen
uit, dat over het geheel genomen de omzet
ter in deze maand bevredigend waren.
De aankopen van het publiek voor de in
Wintervacantie van de drie Deense prinsesjes. Ook zij weten wei weg met hun skies.
Van links naar rechts: prinses Anne Marie (7 jaar), prinses Margrethe, de Deense
troonopvolgster (13 jaar) en prinses Benedikte (9 jaar).
(Van onze correspondent in Djakarta)
Op ons bureau lagen reeds enige tijd
twee overzichten van de toestand in Indo
nesië in het afgelopen jaar en daarvan
hadden die over de situatie in West-Java
onze bijzondere belangstelling, omdat dit
gebied immers nog wel het meest het „zor
genkindje" is wat de veiligheid betreft.
Die overzichten gaven dan ook althans
één ervan geen opwekkend beeld: het
eerste vermeldde in cijfers de gevolgen van
de nog immer voortdurende bendeterreur
en achter de getallen van de mensenlevens,
die daarbij verloren gingen en de mate
riële schade, die werd aangericht, gaat
een wereld van ellende schuil. Doch des te
sterker spreekt daarentegen het tweede
overzicht, dat bijzonderheden geeft over
de vooruitgang, die op velerlei gebied werd
bereikt, ondanks de terreur die de opbouw
(Van onze medewerker voor sterrenkunde)
Er ligt bij de Verenigde Naties weer een plan op tafel voor een eeuwigdurende
kalender. Het zal deze zomer ter sprake komen in de economische en sociale raad der
volkerenorganisatie en het voorziet in een nieuwe inrichting van onze kalender,
waardoor alle kwartalen gelijk van duur zullen worden, terwijl een eind wordt
gemaakt aan de toestand dat een bepaalde datum elk jaar weer op een andere dag
van de week zal vallen. Bovendien zou men in het kader van dit plan de datum
van Pasen eens en vooral willen vastleggen, bijvoorbeeld op een der eerste Zondagen
van April.
Onze kalender vertoont, zoals bekend,
zeer vele onregelmatigheden. Het eerste
kwartaal telt bv. 90 dagen (of in een
schrikkeljaar 91), het tweede 91 en het
derde en vierde elk 92. Daardoor wordt
de tweede helft van het jaar drie (in
schrikkeljaren twee) dagen langer dan de
eerste helft. De lengte van de maanden
varieert van 28 tot 31 dagen en niemand
kan uit zijn hoofd zeggen, op welke dag
bijvoorbeeld 14 October zal vallen. Is
echter de „perpetuele" (eeuwigdurende)
kalender eenmaal aanvaard, dan zal men
dat wèl kunnen: 14 October zal dan op
een Zaterdag vallen, elk jaar opnieuw.
Het plan voor de nieuwe kalender voor
ziet in de volgende indeling van het jaar
(waarbij dus vele maanden een andere
lengte zullen krijgen dan de huidige):
Jan.
31
Juli
31
Feb.
30
Aug.
30
Mrt. Apr.
30 31
Sep.
30
Oct.
31
Mei
30
Nov.
30
Juni
30
Dec.
30
Men zou het plan moeten invoeren zo
dra de eerste Januari op een Zondag valt.
(Dat zal op 1 Januari 1956 het geval zijn).
Doordat alle kwartalen nu gelijk van
lengte zijn geworden, namelijk 91 dagen,
bereikt men de toestand dat elk nieuw
kwartaal op een Zondag begint en op een
Zaterdag eindigt. Het getal 91 is immers
deelbaar door 7 en elk kwartaal zal dus
dertien gehele weken tellen. Niet alleen
de eerste Januari zal een Zondag zijn,
maar ook 1 April, 1 Juli en 1 October. Zo
ontstaat er een in statistisch en admini
stratief opzicht zeer aantrekkelijk en zeer
gemakkelijk te hanteren jaar.
Vier kwartalen van 91 dagen leveren
echter samen maar 364 dagen op en daar
om is in dit plan ook de voorziening op
genomen van het inlassen van een onge
dateerde dag aan het eind van het jaar.
Behalve ongedateerd is zij bovendien
naamloos, want zij valt tussen Zaterdag
39 December en Zondag 1 Januari van het
volgende jaar. De naam „Oudejaarsdag"
ligt voor de hand; men wil er in elk geval
een internationale vrije dag van maken.
Eén keer in de vier jaar zal men een
soortgelijke „blanco" dag inlassen tussen
Zaterdag 30 Juni en Zondag 1 Juli en ook
hier behoeft men niet lang naar een
naam voor deze extra-dag te zoeken: het
is immers de schrikkeldag die wij op het
ogenblik kennen aan het eind van Fe
bruari, in de jaren wier getal door vier
deelbaar is. Ook die schrikkeldag is be
doeld als internationale vacantiedag.
Er zal waarschijnlijk het nodige verzet
te verwachten zijn tegen een plan dat de
kalender zo ingrijpend wil wijzigen: men
staat nu eenmaal meestal huiverig tegen
over het nieuwe. Toch is ook de kalender
zoals wij die op het ogenblik gebruiken
eens zo'n ingrijpende nieuwigheid ge
weest; de laatste keer dat er aan werd
gedokterd is geweest in 1582, toen paus
Gregorius XIII op 4 October decreteerde
dat het de volgende dag 15 October zou
zijn Die correctie was nodig gebleken
omdat de seizoenen langzamerhand aan
het schuiven waren gegaan: de zon be
reikte in die dagen het lentepunt al op 11
Maart. Van die tijd dateert ook de ge
woonte dat men het nieuwe jaar op 1 Ja
nuari laat beginnen. Eeuwen voordien had
reeds Julius Caesar het snufje van de
schrikkeldag laten invoeren en nog vroe
ger in de oudheid kende men kalenders
die waren gebaseerd op de omlooptijden
van de maan om de aarde: een maand
was toen de tijd die er verstreek tussen
twee opeenvolgende volle manen. Eén
zo'n maanomloop duurt echter maar on
geveer 29 Ij etmaal en als kalender-een
heid vinden wij deze periode niet bruik
baar.
In de tijd van de Franse revolutie
heeft de nationale conventie de zg. repu
blikeinse kalender ingevoerd, dée het jaar
verdeelde in twaalf maanden van dertig
dagen, met aan het eind vijf dagen cfie
werden gewijd aan de viering van repu
blikeinse festiviteiten. De maanden wer-
dtn verdeeld in drie decades (van elk tien
dagen dus), waarvan de dagen eenvoudig
werden aangegeven volgens hun rang
orde: primidi, duodi, tridi, quartidd, enzo
voort. Deze kalender heeft zich maar en
kele jaren weten te handhaven.
Sindsdien zijn er talloze plannenmakers
gekomen met hun ideeën tot hervorming
van de kalender. Reeds de Volkenbond
heeft 152 ven die plannen aangeboden ge
kregen. Eén daarvan verdeelde het jaar
in 13 maanden van elk 28 dagen; dat
leverde 364 dagen op, d'ie dan werden
gevolgd door een vrije dag aan het eind
van het jaar. Het andere plan is het hier
boven besprokene, dat indertijd aan de
Volkenbond werd voorgelegd door Chili,
maar er toen niet door kwam. Thans heeft
India de economische en sociale raad der
V.N. verzocht, dit plan voor een nieuwe
kalender weer eens tot onderwerp van
discussie te maken. De zitting begint 29
Juni te Genève.
JANUARI
FEBRUARI
MAART
z
1
8 15
22
29
Z
5
12
19
26
Z
3
10
17
24
M
2
9 16
23
30
M
6
13
20
27
M
4
11
18
25
D
3
10 17
24
31
D
7
14
21
?8
D
5
12
19
26
W
4
11 18
25
W
1
8
15
22
29
W
6
13
20
27
D
5
12 19
26
D
2
9
J®
23
30
D
7
14
21
28
V
6
13 20
27
V
3
10
17
24
V
8
15
22
29
z
7
14 21
28
z
4
11
18
25
z
2
9
16
23
30
Ziehier het eerste kwartaal van de eeuwig
durende kalender: Januari heeft 31 dagen
Februari en Maart elk 30. Het volgende
kwartaal begint dus weer op een Zondag
en eindigt weer op een Zaterdag. Men kan
dit diagram dus ook gebruiken voor de
kwartalen April-Mei-Juni, Juli-Augustus-
September en October-November-Decem
ber. Aan het eind van December wordt
een ongedateerde Oudejaarsdag inge
voegd; eens in de vier jaar komt er een
soortgelijke „blanco" dag (de schrikkel
dag) na de 30ste Juni.
Maandagochtend wordt aan de markt te
Scheveningen verwacht de trawler Janny,
Sch. 71, van de rederij voorheen Fr. Vro
lijk te Scheveningen.Het schip heeft een
grote vankst kabeljauw (4500 stuks) aan
boord. Deze zijn in zes zeven trekken
gevangen.
PARIJS, (United Press) Auguste
Perret, de vader van de moderne Franse
architectuur, leermeester van Le Corbu-
sier, is gisteren overleden. Hij is 80 jaar
geworden.
van het land belemmert. Die twee over
zichten liepen het gevaar onbesproken van
ons bureau te verdwijnen, doordat er zo
vele dingen zijn, die in Indonesië de aan
dacht opeisen: de activiteit van rampok-
kers, de werkzaamheid van de Merapi, die
reeds ettelijke tientallen slachtoffers vroeg,
de strijd tussen de politieke partijen, de
arrestatie van Nederlanders en de econo
mische moeilijkheden.
Het is dit soort nieuws, dat de meeste
belangstelling heeft en dus op de voor
grond treedt. Men kan dat betreuren, maar
het is nu eenmaal zo, dat de dingen, die
van dit land een ander, opgewekter beeld
kunnen geven, gevaar lopen „doodge
drukt" te worden tussen het nieuws, dat
op de eerste plaats pleegt te komen.
Omdat hierin zeker een onbillijkheid
schuilt, willen wij enige aandacht vragen
voor wat in 1953 in West-Java aan de op
bouw van het economisch en maatschap
pelijk leven werd gedaan. Als „contrast"
zullen wij dan eerst enige cijfers geven
betreffende de gevolgen van de onveilig
heid: het opbouwwerk krijgt daardoor nog
meer relief.
Herstelde veiligheid
Als resultaat van de acties, die het leger
tot herstel van de veiligheid ondernam,
werden (de cijfers hebben uitsluitend be
trekking op West-Java) in elf maanden
van 1953: 1733 personen gedood, 439 ge
wond en 4094 gevangen genomen. Er gaven
zich 392 personen aan de machtsapparaten
over. Aan wapens werden 605 stuks, waar
onder 9 brenguns, in beslag genoir*. De
bevolking telde in dezelfde periode «ris ge
volg van bende-acties 653 doden, 259 ge
wonden, en 45 vermisten; 4724 huizen
werden vernield, merendeels door brand.
Meer dan 1100 rampokzaken werden ge
rapporteerd. Het leger verloor 170 gesneu
velden en 163 gewonden, en 18 man wer
den vermist.
Deze getallen geven wel een duidelijk
en schril beeld van de moeilijkheden, die
de bevolking van West-Java ondervindt
door de bende-activiteiten, waardoor
ongeacht de mensenlevens voor millioe-
nen rupiahs schade werd aangericht, een
toestand, die nu reeds enkele jaren voort
duurt.
Gelukkig is er geleidelijk wel wijziging
in de stituatie gekomen. In vele der geter
roriseerde gebieden gedraagt de bevolking
zich niet langer apathisch en passief tegen
over het gevaar, dat haar bestaan dagelijks
bedreigt, doch verleent zij politie en leger
medewerking bij de bestrijding van het
kwaad. Met het toenemende succes der
machtsapparaten legt zij bovendien meer
en meer de vrees af voor mogeliike wraak
van de zijde der benden, welke vrees haar
vaak weerhield leger en politie de nood
zakelijke steun te geven. Aan die omstan
digheden het groter vertrouwen in de
overheid is het ongetwijfeld te danken
dat de bevolking (en wU doelen dan spe
ciaal die op het platteland, welke het meest
van de onveiligheid heeft te lijden) haar
werkzaamheid ruimer heeft kunnen ont
plooien, hetgeen in de opbrengsten van
landbouw en visserij duidelijk weerslag
toont.
In 1953 bedroeg de opbrengst aan sawah-
rijst ongeveer 3.370.000 ton, hetgeen 135.000
ton méér was dan in 1951. De droge rijst
velden leverden met 125.000 ton ruim
40.000 ton méér dan in 1951. De opbrengst
aan ketela. eveneens een belangrijk volks-
voedsel, steeg zelfs van 761.000 ton tot
1.149.000 ton.
Ook in de cijfers omtrent de binnenvis
serij demonstreert zich de ontplooiing van
de bevolking. De totale opbrengst van de
visvijvers en de vangst in meren, moeras
sen en rivieren, steeg van 13,7 millioen
kilo tot 20 millioen kilo, een respectabele
Perret heeft vooral bekendheid verwor
ven door zijn voor hun tijd gedurfde en
revolutionnaire betonconstructies. Een van
de voornaamste kenmerken van zijn werk M.W. -
was het vrijwel ontbreken van ornament.1 productievermeerdering dus.
Als men bedenkt dat Indonesië
Hij is de bouwer van de eerste geheel in
beton opgetrokken kerk te wereld, de
Notre Dame van Raincy.
Na de Tweede Wereldoorlog droeg de
overheid hem de leiding van de herbouw
van de havenwerken van Le Havre op.
nog
steeds rijst moet importeren, dan blijkt de
grotere veiligheid van directe invloed op
de deviezenpositie van het land.
Op industrieel terrein was er eveneens
vooruitgang, al beperkt deze zich tot de
kleinere industrie. Opmerkelijk is de toe-
Decevnber vallende feestdagen waren in
vele branche? van grotere omvang dan die
in December van 1952.
In December 1953 werden met name in
de detailhandel in textiel, die in meubelen
en aanverwante artikelen, alsmede in de
handel in ijzerwaren en gereedschappen
öetrekkelijk hoge omzetten genoteerd. In
de boekhandel en de detailhandel in
schoeisel lagen de Nov ember omzetten in
1953 belangrijk beneden het peil van die
in 1952. Deze omzet vermindering werd ten
dele gecompenseerd door de omzetstijging,
welke in December ten opzichte van de
overeenkomstige maand in 1952 werd be
haald. Ook in het bakkersbedrijf werd in
November 1953, vergeleken met November
1952, een omzetdaling geboekt. Deze werd
evenwel niet goed gemaakt in de volgende
maand. Van alle branches was het bak
kersbedrijf de enige, waar de December-
omzetten in 1953 lager waren dan in 1952.
In het rijwielbedriif lagen de geldomzet-
ten ir. December 1952 en 1953 op een
zelfde peil.
In alle branches in genotmiddelen waren
de geldomzetten hoger dan in December
1952.
Vergelijkt men de omzetten in December
1953 met die in November dan blijkt, dat
vrijwel over de gehele linie omzetstijging
werd behaald, hetgeen ongetwijfeld het ge
volg is van de extra aankopen van het
publiek .v.oor de in December vallende
feestdagen. Uiteraard was deze omzettoe-
neming van de grootste betekenis- in de
winkels in genotmiddelen. Ook in een aan
tal andere branches, met name in kruide
niers- en bakkersbedrijven, boekwinkels,
bloemenwinkels ep zaken in huishoudelijke
en luxe artikelen gaven de omzetten van
November op December echter een aan
zienlijke stijging te zien.
Vergelijking met 1952
Nu de gegevens over alle maanden van
1953 bekend zijn, kon een vergelijking
worden gemaakt van de omzetontwikke
ling in dat jaar met die in 1952.
In de voedingsmiddelensector werd in
1953 in vrijwel alle branches omzettoene-
ming behaald, hetgeen evenwel ten dele
moet worden toegeschreven aan prijsstij
gingen. De vermeerdering bereikt de groot
ste omvang in het slagersbedrijf en in de
detailhandel in melk en zuivelproducten.
Ook in vele branches in duurzame con
sumptiegoederen vertoonden de geldomzet
een stijging. De toegenomen verkoop van
bromfietsen kan als voornaamste oorzaak
worden genoemd van de grote omzetstij
ging in het rijwielbedrijf. Ook in de detail
handel in sportartikelen en in de handel
in ijzerwaren en gereedschappen mogen de
omzetten in 1953 tot tevredenheid stem
men.
Alleen in de detailhandel in glas, aarde
werk, porselein en huishoudelijke artike
len werd van 1952 op 1953 een omzetda
ling genoteerd. In de boekhandel lagen de
geldomzetten in 1952 en 1953 op hetzelfde
peil.
Van de branches in de genotmiddelen-
sector was met name de omzetbeweging in
het chocolateriebedrijf teleurstellend. Het
indexcijfer liep hier met 4 terug. Ook in de
tabakswinkels bereikten de omzetten niet
het peil van 1052, de in deze zaken ge
boekte omzetvermindering houdt mede
verband met prijsdalingen van een aan
tal merken sigaretten en van sigaren.
name van het aantal drukkerijen in West-
Java: 143 in 1942, thans 244. Opmerkelijk,
doch verklaarbaar. De afneming van het
analfabetisme heeft een grote leeshonger
doen ontstaan, die de grafische industrie
op volle toeren laat draaien. Dit wordt nog
duidelijker als men weet, dat in 1953 niet
minder dan 295.372 mannen en vrouwen
(alleen reeds in West-Java) zich de kunst
van het lezen en schrijven machtig maak
ten en daarvan met een examen getuig
den. In 2248 Desa's vinden men nu een
door de overheid gevormd bibliotheekje.
Doch ook het onderwijs aan de jeugd
toont grote vooruitgang: het aantal lagere
scholen, in 1950 nog 3167, is gestegen tot
3774 en het onderwijzerscorps breidde zich
uit van 12716 tot 20.780. Het aantal leer
lingen vermeerderde van ongeveer 775.000
tot 1.342.000.
Opvallend is hierbij dat de desabevol
king vaak uit eigen zak de totstandkoming
van nieuwe schoollokalen financiert.
Wij hebben uit de grote hoeveelheid
slechts een enkele greep gedaan. Natuur
lijk, niet op alle terreinen gaat de vooruit
gang even snel. Met name op het gebied
der volksgezondheid worstelt men op West-
Java zoals trouwens tn geheel Indone
sië met een tekort aan medisch en ver
plegend personeel. Dat nochtans zeven
nieuwe ziekenhuizen in gebruik konden
worden genomen, is daarbij een verheu
gend feit. Een van de vele verheugende
dingen, die maken, dat Indonesië niet uit
sluitend in >rzwart en grijs" moet worden
uitgebeeld.