Roep om buitenlands kapitaal
wordt niet serieus genomen
Ruiten Zes
A
Australië maakt 5000 km lange
omheining tegen „dingo's"
HOOVER
fZie Boven:
Lente, Zondagmorgen 4.54 uur
Een
betaalt
zichzelf
Geen misbruik van
Clowntje Rick
J
„Lui en woelig stedelijk proletariaat geeft
communisme grote kansen'
Auto met twee jongens
bij Uitgeest verongelukt
iV
Na ai1 les te hebben geprobeerd
Wilde honden richten overal grote
ravages onder schapenkudden aan
4
„THE ECONOMIST" OVER INDONESIë
te
FEUILLETON
Een hunner werd in een sloot
geslingerd en verdronk
Zaak tegen twee Velser
politie-mannen uitgesteld
Nog 5000 wagons
stapelgroenten
Jan Mens in de „boeken
week" naar Beverwijk
Voor de kinderen
BARTEIJORISSTRAAT 20 —TEL. 13439
ZATERDAG 20 MAART 1954
ADVERTENTIE
Een Hoover moge in aan
schaffingsprijs iets duurder
zijn, maar let eens op wat
hij U bespaart aan onder
houdskosten, aan veiligheid
voor Uw goed, aan levens
duur. In slechts enkele jaren
tijd hebt U dat verschil er
ruimschoots uit. Dan zult U
dubbel blij zijn, dat U een
Hoover hebt gekocht. Op de
(niet eens zo lange) duur
verreweg de goedkoopste
van alle wasmachines. Vraag
Uw handelaar demonstratie.
HOOVER wast schoner,
vlugger en voorxichtiger
Model SO; Wast 8 kg
droog wasgoed in een
hall uur. t J76.incluiiel
wringer.
Model SI» - Wast 15 kg
droog wasgoed in een
hall uur Met automa
tische pomp I 485.in-
clusiel wringer
(Van onze correspondent in Londen)
Het Engelse weekblad „The Economist"
wijdt een hoofdartikel over „Het gevaar
van Djakarta", waarin betoogd wordt, dat
de kloof tussen theorie en praktijk zelden
beter wordt geïllustreerd dan door de ver
klaring van de Indonesische minister van
Financiën van eind Februari over de be
hoefte van zijn land aan buitenlands kapi
taal.
India was de eerste van nieuwe regerin
gen in Azië, dat zijn vijandige houding
tegenover buitenlands kapitaal liet varen
en ook Birma is begonnen zijn theorieën te
veranderen. Terwijl in Delhi een stabiele
en tamelijk vastberaden regering in staat is
geweest een realistische politiek te volgen
hebben in Rangoon en Djakarta ietwat
andere omstandigheden de overhand. Ter
wijl de voornaamste moeilijkheid in Birma
thans blijkt te zijn de langzame terugkeer
van het land tot een toestand van normale
veiligheid, zijn de handen van de Indonesi
sche minister van Financiën gebonden door
de situatie binnen de regering en er buiten.
„Pleidooien voor buitenlands kapitaal en
belofte om het fair te behandelen bezitten
een holle klank als ze komen van een
zwakke regering, die in belangrijke mate
beheerst wordt door mannen, berucht om
hun anti-buitenlandse en in sommige ge
vallen, anti-Westerse houding," aldus „The
Economist". „Velen dringen ondanks hun
jongste utispraak nog steeds aan op meer
tewerkstelling van Indonesiërs bij buiten
landse firma's, terwijl deze politiek reeds
de grenzen van het gezond verstand heeft
overschreden. Verder wordt zelfs de bin
nenkomst van buitenlandse sleutelposities
belemmerd door een massa reglementen,
welke door domme officials als knuppels
worden gebruikt."
Verward, dreigend beeld
Het Westen heeft altijd in ruime mate
sympathie gekoesterd voor Indonesië's
moeilijkheden, maar noch Indonesië's be
langen noch die van zijn vrienden worden I
gediend door de vitale feiten over het hoofd
te zien. Vier jaar na de onafhankelijkheid
is het beeld verward en ietwat dreigend. De
politici hebben het te druk met hun onder
linge geschillen dan dat zij tijd schijnen te
hebben voor de praktische problemen.
Ondertussen dreigen de dingen op drift te
ADVERTENTIE
raken. Door de val van de prijzen van rub
ber en andere producten toont Indonesië's
buitenlandse handelsbalans een ernstige
achteruitgang. In het openbare leven heer
sen apathie, corruptie en eindeloze bureau
cratie. „En de communisten consolideren
al die tijd via de vakbonden hun greep op
een lui en woelig stedelijk proletariaat in
zulk een tempo dat verwacht mag worden,
dat zij spoedig hun hoofdaanval op de rege
ring zullen doen," aldus het blad.
Daarom acht „Te Economist" het nauwe
lijks waarschijnlijk, dat in de huidige om
standigheden de jongste uitnodiging aan
het buitenlandse kapitaal succes zal heb
ben. De regering is in feite noch bereid
noch in staat de veiligheid te verschaffen,
welke het noodzakelijk acht om nieuwe be
legging aan te moedigen. Maar dit is niet
Indonesië's tragedie alleen, doch het ken
merk van vele andere landen waar natio
nalisme gedurende de laatste jaren buiten
controle is geraakt en in Zuid-Oost-Azië
betekent dit een bijzonder gevaar. Indo
nesië is daar verreweg de grootste staat.
De bevolking is groter dan die van Indo
china, Siam, Birma en Malakka samen. En
hoewel de worsteling in Indochina een
critiek stadium heeft bereikt, kan een com
munistisch succes in Indonesië aan de ach
terdeur van het continent op de lange duur
bijna even belangrijke gevolgen hebben.
Intelligente Indonesische leiders ontken
nen intussen dat zij waarschijnlijk ooit een
totalitair systeem zullen kiezen. De schrij
ver van het artikel wil daarom een scherp
onderscheid maken tussen de deprimeren
de sfeer van verval in Djakarta en som
mige andere grote steden en het veel be
moedigender beeld in de landelijke streken.
Stabiliteit in districten
„Het feit dat de communisten onpopu
lair zijn onder de massa moet de partij
deprimeren als zij wil handelen vol
gens Mao Tse Tung's voorschrift dat
revoluties in Azië gebaseerd moeten
zijn op de boeren. Districtsresidenten
en plaatselijke autoriteiten doen goed
werk. De kleine grondbezitter en de
boer, zowel in Java als elders toont
nog steeds het geduld en de soliditeit
waarop de natie allereerst was ge
bouwd. Hoewel op sommige plaatsen
leven en eigendommen nog steeds on
veilig zijn, leiden vele landelijke ge
bieden een bloeiend en gelukkig be
staan," aldus het artikel.
Het gevaar is echter dat gebeurtenissen
in de hoofdstad de rest van de staat zullen
infecteren. De stem van de landelijke dis
tricten is zwak en zij zijn onvoldoende in
het (benoemde) parlement vertegenwoor
digd. „Het is in het belang van allen die bij
Zuid-Oost-Azië betrokken zijn, dat de lang
uitgestelde verkiezingen in Indonesië bin
nen redelijke periode, mogelijk later in dit
jaar, zullen worden gehouden. Totdat de
ontwikkeling der democratie een stap ver
der is gebracht, kan er weinig kans zijn
dat het land stabiliteit bereikt of dat de
uitnodiging tot het buitenlands kapitaal
serieus kan worden genomen. Verkiezingen
lessen het vraagstuk misschien niet op
maar het wordt nu duidelijker dat er, zon
der deze, voor iedereen gevaar op komst
is," zo luidt de conclusie van „The Econo
mist."
ADVERTENTIE
Verkooplokaal NOTARISHUIS
Ook aanbevolen voor oudere mensen
tegen ontkalking van het beender-
stelsel, bij wintemanden. wintervoeten,
en zgn. „kloven" in de vingers. Voorts
vooral voor a.s. en Jonge moeders, kleu
ters en kinderen.
Dir. W N WOl.TERINK
Bilderdijkstraat bij de Zijlwee
Haarlem - Tel IK 2S0m I192P
INBOEDELVEILING 6/7 APRIL '54
Inzendingen van huisraad worden dagelijks
aangenomen Eieen afhaaldiensi
door
Mevr. C. M. BijleveldGelinck
23)
Ondertussen zat Beniamini als een rat
in de val. Hoewel Minah onafgebroken
dóór was blijven gillen had hij zijn dreige
ment, haar de nek om te draaien, natuur
lijk niet ten uitvoer gebracht, omdat het
nekomdraaien hem in figuurlijke zin nu
eenmaal beter afging dan in letterlijke zin.
Maar desondanks bleef dat gillen toch hin
derlijk en belette hem zijn verdere ge-
dachtenconcentratie: hoe hier uit te komen.
Hij retireerde naar het venster. Hij sloeg
een aanval van Minah, die hem met haar
nagels te lijf wilde, succesvol af. En hij
opende het badkamerraam en zag naar
buiten naar de enige uitweg, die hem nu
nog openstond: een brandladder die onge
veer twee meter lager onder-het-raampje-
langs naar beneden doorliep.
De slagen, die op de badkamerdeur
dreunden, werden talrijker en intenser,
zij overstemden nu zelfs de kreten van
mevrouw Donders. Hij kon, hier van bin
nen uit, de kolonel al horen tieren. De
toestand werd precair. Men zegt, dat de
nood vleugelen verleent en zo was het ze
ker in dit geval. In normale omstandig
heden zou het bridgewonder zeker nooit
gedaan hebben wat hij nu deed: zijn jas
uittrekken en met zijn hoed aan de vijand
achterlaten en zichzelf met een sprong
door het raampje naar buiten werken,
eerst zijn benen, dan hangend op zijn buik
in het kozijn, zijn gelaat nu onbeschermd
prijsgevend aan een hernieuwde nagel aan
val van Minah. Maar dat was dan toch
maar even, want r*u hing hij al aan zijn
handen, liet zich met een plof, vallen op
de brandladder en greep zich dan kramp
achtig vast aan de ijzeren leuning.
Wéér was de bridge-professor, zij het
ietwat gehavend, gered. Maar wéér was
het zijn boze gesternte die hc-m ook deze,
zo korte verademing, niet gunde. Want
Minah, nu teruggesneld tot achter de bad
kamerdeur, had naar man er van op de
hoogte gesteld, dat de schurk door het
raampje op de brandladder ontsnapte en
de kolonel was hierop, nog steeds ziedend
van drift, naar zijn slaapkamer geijld en
had de glazen deuren naar 't balkon open
gegooid. Vanaf dit balkon was de brand
ladder officieel te bereiken en zonder zich
een ogenblik te bedenken stapte hij over
de stenen balustrade om de belager van
zijn vrouw persoonlijk te grijpen. De ellen
deling, snel op weg naar beneden, was
juist een verdieping onder hem.
Nu hebben brandladders dikwijls, even
als sommige feuilletons, de onaangename
Hedenmorgen is op de provinciale weg
bü Uitgeest een auto-ongeluk gebeurd,
waarbij de 17-jarige N. G. uit Bergen om
het leven is gekomen.
G. en zijn 19-jarige vriend K. D. uit
Alkmaar waren met een auto op weg naar
Amsterdam. Nabij Uitgeest kwam de wa
gen, vermoedelijk door de grote snelheid
waarmee gereden werd, in de berm van
de weg. D., die de auto bestuurde, trok
het stuur zo plotseling om, dat de wagen
kantelde. G. werd in een langs de weg
lopende sloot geslingerd.
D„ die slechts licht gewond was, hield
onmiddellijk na het ongeluk een auto aan
en vroeg de chauffeur te mogen meerijden
naar Alkmaar. Deze voldeed aan dit ver
zoek en bracht zijn lifter, die, naar hij
vermoedde, onder invloed van sterke drank
verkeerde, naar het politiebureau.
Intussen hadden automobilisten bij de
plaats van het ongeluk het lichaam van
G. in de sloot aangetroffen. De jongen
bleek te zijn verdronken. Het stoffelijk
overschot is naar Alkmaar overgebracht.
K. D. is in bewaring gesteld.
Vanmorgen zou de Haarlemse rechtbank
behandelen een zaak tegen C. N. v. d. V.
en K. H„ beiden uit Velsen, verdacht van
overtreding van artikel 363, subsidair 362
van het Wetboek van Strafrecht. Hun was
ten laste gelegd, dat zij geschenken (sterke
drank enzovoort) hadden aangenomen in
de periode van 8 tot 31 Augustus 1945,
toen zij als opsporingsambtenaren van de
politie Velsen belast waren met een onder
zoek naar J. V., die als politiek delinquent
in arrest was. Volgens de dagvaarding
zouden zij de indruk gevestigd hebben dat
zij konden bewerkstelligen, dat J. V. en
of diens echtgenote spoedig in vrijheid ge
steld zouden worden en dat de zaak in
korte tijd afgewikkeld zou worden.
De verdachten waren verschenen en na
dat mr. G. W. F. van der Valk Bouman
de dagvaarding had voorgelezen, deelde
mr N. Reeling Brouwer, die de zitting
leidde, mede dat mr. J. P. Petersen, die ais
president zou fungeren, ziek is geworden.
Daarom is besloten de zaak voor onbepaal
de tijd uit te stellen. Mr. Reeling Brouwer
voegde er aan toe, dat getracht zal worden
de zaak zo spoedig mogelijk te behandelen,
als mr. Petersen hersteld is. Mogelijk kan
dit al binnen veertien dagen geschieden,
doch zekerheid bestaat niet.
Bij de Noordhollandse veilingen lagen
dezer dagen nog de volgende voorraden
stapelgroenten opgeslagen in wagons van
10 000 kg. (het cijfer tussen haakjes is van
de begin-inventarisatie op 5 December
1953) rode kool 1252 (2429), gele kool 485
(1089), witte kool 1738 (3438), uien 407
(1235), peen 695 (1380), ronde bieten
475 (826), lange bieten 52 (74). Totaal thans
5104 wagons tegen 10.471 in December
1953.
Wat de koolsoorten betreft zij vermeld,
dat de voorraad 3475 wagons bedroeg tegen
3527 op dezelfde tijd in Maart 1953. Ver
geleken met vorig jaar is dit dus maar een
gering verschil. Toen is het nog redelijk
goed verkocht, maar momenteel ziet het er
niet erg rooskleurig uit voor deze koude-
grondcultuur, daar grote exporttransacties
tot heden uitblijven. Gezien het verloop aan
de veilingen is wel te verwachten, dat er
een inkrimping van de koolteelt zal volgen.
Op uitnodiging van de Beverwijkse
boekhandel zal de bekende schrijver Jan
Mens op Dinsdag 30 Maart tijdens een in
,,'t Centrum" te houden bijeenkomst spre
ken over het ontstaan van zijn boek „Elisa
beth". Dra. H. Mulder zal tevens het een
en ander vertellen over de schrijfster
Betje Wolff. De avond zal worden geopend
door de burgemeester van Beverwijk, mr.
H. J. J. Scholtens.
ADVERTENTIE
Laxeermiddelen, maar als U
een laxans nodig heeft, neem dan
Mijnhardt's La x e e r t a b I e t te n.
Veroorzaken geen gewenning en
werken zacht en zeker. Doos 65 ct.
Zondagmorgen vroeg be
gint de lente, want om
4.54 uur in de ochtend
passeert de zon het
„punt Ram". Anders ge
zegd: op dat tijdstip
staat de zon juist lood-
echt boven de evenaar.
Dp het Zuidelijke half
rond wordt het herfst,
jp het Noordelijke half
rond lente, aan de Zuid
pool valt de zes maan
den durende nacht in en
aan de Noordpool gloort
ie dageraad van een
nieuwe dag die een half
jaar zal duren.
„Punt Ram" is een in
deze rubriek nog nooit
gebruikte term; wij
spreken meestal van
lentepunt. Tweeduizend
jaar geleden echter
stond de zon bij het be
gin van de lente altijd
in het sterrenbeeld de
Ram. De Ram is een van
de twaalf sterrenbeelden
van de zgn. dierenriem;
dat is die grote gordel
van sterrenbeelden die
het jaarlijkse pad van
de zon langs de hemel
koepel markeren.
Maar geleidelijk-aan is
de plaats waar de zon
zich bij het begin van
de lente bevindt (d.w.z.
de plaats waar wij de
zon temidden der ster
ren zouden zien staan,
als de sterren overdag
zichtbaar waren) ver
schoven. Die verschui
ving gaat erg langzaam:
slechts één graad in 70
jaar. In één mensenleven
valt die verschuiving
van het lentepunt dus
niet op, maar in twintig
eeuwen is zij opgelopen
tot een waarde van der
tig graden, dat wil dus
zeggen het twaalfde deel
van de cirkelomtrek die
wij de zon jaarlijks zien
afleggen. De dierenriem
telt twaalf sterrenbeel
den en op het ogenblik
is het lentepunt dan ook
juist één sterrenbeeld
opgeschoven: wij zien
het niet meer in de rich
ting van het sterren
beeld Ram maar in die
van het naburige ster
renbeeld de Vissen. Het
wordt echter nog wel
,.punt Ram" genoemd,
voorzover men althans
niet van „lentepunt"
spreekt.
De oorzaak van deze
verschuiving vinden wij
op aarde. Het be
wegen van de sterrenhe
mel is een weerspiege
ling van de bewegingen
die onze aarde uitvoert.
En dat zijn er drie. Men
kan zich die drie het
best voorstellen als men
denkt aan de bewegin
gen van een tol. De tol
wentelt om haar as (be-
weging nummer één),
maar al wentelende
„loopt zij weg" (bewe
ging nummer twee, te
vergelijken dus met de
beweging van de aarde
om de zon) en verder
vooral bij het „uittollen"
blijkt dat duidelijk!
maakt de as van de tol
een zwaaiende bewe
ging. Datzelfde nu (be
weging nummer drie
dus) doet ook de as
waarom de aarde wen
telt. Alleen voltrekt die
zwaaïing de weten
schap noemt haar de
praecessie zich zeer
langzaam: één rondgang
duurt 26.000 jaar. Die
praecessie, ontdekt reeds
door de Griek Hippar-
chus, omstreeks 140 voor
Christus, heeft dus de
verschuiving van het
lentepunt op haar gewe
ten. Zij zal ook de oor
zaak zijn dat over twee
duizend jaar de poolster
geen Poolster meer is.
Pas na 26.000 jaar zal
de hemelpool zich weer
bevinden op de plaats
waar wij nu „stella po-
laris" vinden: de uiterste
staartster van de Klei
ne Beer.
G. v. W.
(Van onze correspondent in Australië)
Meer dan een half millioen schapen val
len jaarlijks ten offer aan wilde honden,
„dingo's", ondanks het feit dat er een hard
nekkige strijd tegen wordt gevoerd door
beroepsjagers, gelegenheidsjagers, scliiet-
installaties met automatisch werkend veer-
contact, het leggen van vergif en zelfs het
gebruik van vliegtuigen, die over grote
uitgestrektheden vergiftig aas uitstrooien.
In Queensland, waar de dingo's de groot
ste ravage onder de schapen aanrichten,
waardoor elk jaar een schade wordt ge
leden van minstens 20 millioen gulden,
heeft de regering thans besloten radicaal
een einde te maken aan de voortdurende
bedreiging van de schapen en jong vee
door de zogenaamde „gele honden". Zij
heeft besloten een draadomheining te ma
ken, die meer dan vijfduizend kilometer
lang is en een gebied zal omvatten, waar
de honden tot nog toe de meeste schade
hebben aangericht. Ondanks het feit dat er
Tante Liezebertha had het erg druk.
Ze stond in de keuken en was met allerlei geheimzinnige dingen bezig. En het rook
er zo lekker!
Op die lucht kwam Bunkie af. Hij liep de keuken binnen en keek nieuwsgierig naar
de schotels en pannen.
„Hm.wat ruikt het hier lekker, tante Liezebertha!", zei hij. „Wat gaat u bakken?"
Tante Liezebertha keek hem aan en lachte maar eens.
„Wat 'n nieuwsgierig jongetje!", zei ze. „Hoe kom je er bij, dat ik iets aan 't bakken
ben?"
„Ik ruik het", lachte Bunkie. „En ik zie het ook! Dat wordt vast Iets bijzonders!"
Tante Liezebertha zette haar handen in haar zij.
„Wel allemoppen."', zei ze. „Hoor me zo'n wijsneus eens aan! Wil je wel eens gauw
maken, dat je de keuken uit komt? Pottekijkers heb ik niet nodig!"
„Als u eerst vertelt, wat we krijgen, tante Liezebertha!", lachte Bunkie.
Tante Liezebertha pakte een houten paplepel, en daar dreigde ze hem mee.
„De keuken .uit, en vlug!", lachte ze, en ze zette Bunkie buiten de deur
het vorige jaar 45.000 dingo's werden ge
dood, schijnt het aantal niet noemenswaard
te zijn verminderd. Wanneer de omheining
eenmaal gereed is de aanleg ervan zal
drie jaar in beslag nemen en de dingo's
min of meer binnen dit bepaalde gebied
gevangen zitten, zal er een slachting op
grote schaal beginnen.
De kosten van deze vijfduizend kilome
ter lange omheining bedragen naar raming
drie en een half millioen gulden. Zij zullen
rundvee (want ook dit lijdt elk jaar gevoe
lige verliezen onder de kalveren).
Zuid-Australië kan eveneens meepraten
van de voortdurende bedreiging van de
vee- en schapenstapel door de dingo, waar
tegen de mens nog steeds een vergeefse
strijd voert. In de afgelopen vijftien jaar
zijn driehonderdduizend honden in Zuid-
Australië gedood zonder merkbare verbe
tering in de algemene toestand. In Nieuw
Zuid Wales is de dreiging belangrijk min
der, maar ook hier werden in de afgelo
pen zes jaar toch nog elk jaar duizend
dingo's met alle mogelijke middelen omge
bracht. In West-Australië is de toestand
niet minder erg dan in Queensland, en
overal voert de „dogger" die man die
er zijn beroep van maakt om op de dingo
te jagen een verbeten strijd.
Roodbruine veelvraten
Hoe dingo aan zijn naam „gele hond"
komt, is duister, want zijn kleur is rood
bruin, met variaties tussen heel licht rood
en zwart, met onder aan de buik lichtere
plekken en een beetje wit aan de poten
en aan het eind van de staart. Hij heeft
een spitse snuit, korte oren en een vossen
staart. Sommigen noemen hen „yaller dog'
worden bestreden uit een heffing van en- I Vermoedelijk is dat een verbastering van
kele centen op elk schaap. Niemand weet yellow (geel).
precies hoeveel gele honden er over de
uitgestrekte vlakten en in de bergen rond
dwalen, maar het zijn er honderdduizen
den.
Niemand weet ook precies, waar de din
go's oorspronkelijk vandaan zijn gekomen.
Sommigen beweren dat zij zuivere rashon
den zijn en de dingo het oudste ras ter we
reld is. Zij zouden al op het Australische
vasteland zijn geweest vele duizenden jaren
vóór de mens er een voet had gezet. An
deren zeggen dat de voorvaderen van de
abo's (inboorlingen) ze hebben meege
bracht, toen zij van de Polynesische eilan
den naar Australië trokken. Het is echter
merkwaardig dat de dingo overal in
Australië voorkomt, zij het in de ene staat
in mindere getale dan in de andere, maar
Tasmanië er volkomen vrij van is.
Onbekende oorsprong
Dr. Neil W. G. Mac Intosh, lector in de
anatomie aan de medische faculteit van de
universiteit van Sydney, heeft een lange
reis door Australië gemaakt om te trach
ten de oorsprong van de dingo vast te
stellen, maar is daarin niet geslaagd. Hij
heeft .ook nog geen antwoord kunnen vin
den op de vraag of de dingo een of andere
kruising is.
Vast staat echter wel dat de dingo's niet
als gevaarlijke dieren werden beschouwd
door de inboorlingen (voor de komst van
de blanken), omdat de „gele hond" klaar
blijkelijk alleen maar schapen en jong vee
aanvalt en geen mensen. En schapen en
vee waren er niét in Australië voor de
blanken hier kwamen.
Er is geen feit bekend waarbij een dingo
een mens heeft aangevallen zonder daartoe
uitgelokt te zijn.
Er zijn thans 17 millioen schapen in
Queensland, maar indien de dingo's op de
voorgenomen manier kunnen worden ver
nietigd, zou de schapenstapel gemakkelijk
spoedig kunnen worden uitgebreid tot 19
millioen. In het Noordelijk territorium
werden het vorige jaar tienduizenden hon
den gedood. Het gunstige resultaat heeft
echter weinig uitwerking gehad op de
veiligheid van de schapen en het jonge
In sommige plaatsen en districten is het
houden van Duitse herdershonden verbo
den, omdat kruisingen van deze honden
met de dingo's verantwoordelijk zouden
zijn voor de grote verliezen onder de scha
pen. Maar niemand weet dit met zeker
heid. Zelfs dr. Mac Intosh, die de dingo's
vier jaar lang bestudeerd heeft, durft zich
er niet positief over te uiten.
Intussen maken de „graziers" (vee- en
schapenhouders) zich ongerust. Er zijn in
Westelijk Queensland hele streken, die met
uitroeiing van vee en schapen worden be
dreigd, indien de wilde honden niet spoe
dig worden beteugeld. Op een groot grond
bezit is in twee jaar tijds de schapensta
pel van 40.000 stuks verminderd tot 18.000
als gevolg van de aanvallen door de din
go's. Deze schijnt er een gewoonte van te
maken om wanneer hij een lam of schaap
heeft gedood en geheel of gedeeltelijk zijn
honger ermee heeft gestild, ook nog een
paar andere beesten dood te bijten. Met
zijn scherpe tanden rijt hij met een ruk
genoeg vlees uit het slachtoffer om zich
voldaan te voelen.
Om dit alles te voorkomen zullen nu vele
mannen enige jaren lang eerst een draad-
netomheining maken, de dingo's in het
nauw drijven en dan vernietigen.
In acht jaar tijds vielen elf millioen
schapen ten offer en werd de schapenteelt
van Queensland tot op bijna de helft ver
minderd. Het is dus wel de moeite waard
zo'n omheining te maken.
De strijd tegen de dingo komt daarmee
in een beslissend stadium. Tot nog toe heeft
de mens die strijd verloren, en het is de
vraag of het nieuwe plan de overwinning
zal brengen. De tijd zal het leren.
ADVERTENTIE
(Jee MORRIS iefmuca iwj!
MOTOR-BROMFIETSKLEDING
eigenschap om op een ongelegen ogenblik
in eens op te houden en dan in de lucht te
blijven hangen. Tot zijn ontzetting be
merkte Benjamini dat deze brandladder er
zo één was. Halverwege de laatste verdie
ping, als veiligheidsmaatregel tegen inbre
kers van beneden waren de laatste tien
sporten op een ingenieuze wijze naar bo
ven opgeklapt en konden slechts naar be
neden geslagen warden door een klamp
los te maken.
De bridge-professor, in zijn uiterst be
narde positie, kon die klamp niet vinden.
De tijd ontbrak hem ten enen male. Want
daar kwam, als een lawine van volbloedig
heid en woede, de kolonel al op hem af
stormen, greep hem bij de keel en bulderde
hem in het gezicht. Hij verdedigde zich
met de moed der wanhoop. En ze stonden
op een treetje van twintig bij vijftig cen
timeter, drie meter boven de begane grond.
Het. was op dit ogenblik dat inspecteur
Renkevoort terugkwam en, niemand vin
dend in de benedengang en in het kamertje
van de concierge, langzaam naar het ach
terhuis doorliep. Er klonken in het tuintje
vele stemmen en ongearticuleerde kreten,
die een plotseling vermoeden in hem de
den opkomen. Hij snelde toe. Maar wat hij
zag overtrof toch stellig zijn stoutste ver
wachtingen.
Hij trof ten eerste alle flatbewoners aan,
in een halve kring staande om een groep
agenten, die het middelpunt vormden.
Alle fiatbewoners, in kennelijk inderhaast
aangeschoten jassen en mantels en met een
uitdrukking van hevige spanning op het
gelaat. Zij keken allen naar boven .Daar,
op de onderste trede van de brandladder,
die hier in de lucht eindigde, stond kolo
nel Donders die zijn naam nog nimmer
zóveel eer had aangedaan. Machtig, breed
uit stond hij, purper nog, maar met een
intense voldoening op zijn gezicht. En aan
zijn uil gestrekte arm, vastgeklonken in de
ijzeren vuist des overwinnaars hing de on
gelukkige Louis Benjamins, flessentrekker,
oplichter, vals speler. Hij leek, zo van be
neder. gezien, op een geplukte kip.
Klaar mannen? daverde de stem des
kolonels van boven.
Ja meneer! was het antwoord van de
vier agenten, die een zwaar talelkleed tus
sen zich in gespannen hielden.
Vooruit dan maar!
De ijzeren vuist slaakte zijn greep, het
bridge-wonder kwam naar beneden en
plofte neer in het tafelkleed.
De agenten vielen bijna over hem heen
door de plotselinge gewichtsverplaatsing,
dan werd hij met vierdubbele kracht ge
grepen. En boven, met haar hoofd uit het
badkamerraam, gilde mevrouw Donders:
Lillekerrd! Lillekerrd! Lekkerrr. Ja!
Het was de meest originele arrestatie die
inspecteur Renkevoort ooit aanschouwd
had!
HOOFDSTUK VII
De ongelukkige Benjamini was slechts
zeer korte tijd door inspecteur Renkevoort
aan de tand gevoeld; daarna had deze hem
overgelaten aan rechercheur Smit. Een
uiterlijk gehavende en innerlijk geschokte
Benjamini, die zijn gehele zelfverzekerde
en gewichtige houding had laten varen.
Wat ae delicten betreft, waarvoor de poli
tie hem reeds lang gezocht had. viel hij
spoedig door de mand, iets dat hij in ge
wone omstandigheden zeker nooit gedaan
zou hebben. Lieden als Benjamini beken
nen niet. Maar over het punt professor Van
Raesfeldt en het verdwijnen van de ruiten
zessen bleef hij hardnekkig, ja hartstoch
telijk ontkennen: hij had nog nooit van zijn
leven professor Van Raesfeldt gezien, ja
zelfs over hem gehoord en die ruiten zessen
had hij ook niet weggenomen. Dat had
Daalmans gedaan, die aan zag komen dat
hij toch ging verliezen en die zijn geld lie
ver in zijn zak wilde houden. Hij kende ze,
die mooie meneren! En inspecteur Renke
voort, die geen oog af had van het vossen
gezicht tegenover zich, kreeg toch wèl de
indruk dat de man in deze te goeder trouw
was. Voorzover een dergelijk type ten
minste te goeder trouw kon zijn!
Zo liet hij de bridge-professor dan ver
der over aan de goede zorgen van recher
cheur Smit en belde meteen aan aan de
flat van Hugo Daalmans, die hem zelf
opendeed. Met de hem eigene vlotte hoffe
lijkheid noodde hij de politieman binnen,
bood hem een zitplaats aan in zijn beste
fauteuil en zette de sigaretten binnen zijn
bereik. Dan voorzag hij zijn gast en zich
zelf van vuur, zij leunden beiden achteruit
in hun stoel en rookten zwijgend. Dan be
gon de ander:
Het spijt me. dat ik u moet lastig val
len, meneer Daalmans.
Dat doet er toch niets toe, inspec
teur!
Ik schiet niet op met deze zaak. Het
is vervelend! Hij tipte nadenkend de as
van zijn sigaret, zweeg even en vervolgde
dan:
Die meneer Wichersma blijft weg.
Professor Van Raesfeldt blijft weg. En ik
ben nog steeds op zoek naar de persoon,
die professor Van Raesfeldt gisteravond in
zijn laboratorium heeft bezocht en hem er
toe gebracht heeft om weg te gaan.
U moet die Wichersma door de poli-
tie-radio laten omroepen. Misschien is het
zelfs al te laat en is hij over de grens ge
vlucht. Hij kan die uitvinding best in het
buitenland verkocht hebben.
Ja, dat is zeer goed mogelijk. Maar,
om op professor Van Raesfeldt terug te ko
men, er zijn geen tekenen die er op wijzen
dat hij met geweld is ontvoerd. Hij is uit
vrije wil vertrokken. En er móet iemand
boven geweest zijn, gisteravond om elf uur
ongeveer, met een boodschap waarop hij
vertrokken is. Een belangrijke boodschap
natuurlijk Er is geen telefoon.
Het is een ellendige historie!
Ja. Ellendig. Nu kom ik uw hulp in
roepen, meneer Daalmans. Kunt u mij geen
aanwijzingen geven, mij misschien namen
noemen van personen uit het gezelschap
van gisteravond. Personen, die mogelijk
boven geweest kunnen zijn?
(Wordt vervolgd).