mm um önéiruU&eAtftgp u-cui defttiyPieid FILMVERMAAK Fatsoenlijk Werk van Haarlemse kunstschilder Frans Post uit Brazilië thans in Utrecht Een hertenleven E Eeuwenoude buurtschap bij Meppel kan culturele speeltuin Zijn terugblik op cannes "j Festival heeft bewezen hoe filmkunst ook binten Europa groeit Vervelende meesterwerken I Onze Puzzle I Westfaalse Cantorij op Lutherse koordag Parnastaal en natuurlijkheid De Haarlemse landschapschilder Frans Post (1612—1680) zeilde op 25 October 1636 naar Brazilië in het gevolg van de door de West-Indische Compagnie benoem de gouverneur, Johan Maurits van Nassau, ;nn wie het vorig jaar in het Mauritshuis in 's-Gravenhage een expositie is gewijd Onder de titel van „Maurits de Braziliaan." Gedurende de zeven jaren van zijn ver blijf in Brazilië heeft Frans Post tal van natuurgetrouwe landschappen en stadsge dichten geschilderd, met op de voorgrond veelal een groepje inboorlingen, op de ach tergrond het verre verschiet van de ruisen de zee of van de golvende heuvelruggen van het Braziliaanse landschap. Ook de Suikerfabriek naast het zout en de spece rijen was het toch vooral ook de suiker, waarvoor de Nederlanders naar Brazilië voeren was een van zijn geliefde onder- Werpen. Ook na zijn terugkeer in Holland in 1644 heeft Frans Post, die zich in Haarlem ves tigde en aldaar in het Schildersgilde werd opgenomen, het land waar hij zijn jonge Horizontaal: 1. Daikrib, 5. mist, 9. meisjes naam, 10. gemeente in Gelderland, 12. tijd rekening, 13. een soort van kleine valk, 17. gehard ijzer, 19. traag van begrip, 21. tel woord, 23. vogel, 24. kropgezwel, 25. mu zieknoot, 28. opening, 30. lange lat, 35. rapport, 38. soort van hert, 40. v ervoer- Onderneming, 41. lied, 43. handvol, 44. ge meente in Drente. Verticaal: 1. oliekruikje, 2. bekende af korting, 3. stap, 4. nauwe opening, 5. rivier in Noord-West Rusland, 6. afgelegen, 7. bijwoord, 8. stuk stof, 11. moerassig, 14. naschrift (afkorting Latijn), 15. lengtemaat, 16. muzieknoot, 18. telwoord, 19. halsdoek, 20. molm, 21. nauw, 22. modepop, 26. rivier in Siberië, 27. korenmaat, 29. slede, 30. af korting voor selenium, 31. schop, 32. lelie achtig gewas, 33. dam langs een waiter, 34. bar, 35. tamme viervoeters, 36. kleef mid del. 37. mandje, 39. als 7 verticaal, 42. lid woord. Om mee te dingen naar de drie geld prijzen ad 7.50, 5.en 2.50 moeten oplossingen onder de aanduiding „Oplos sing Puzzle" uiterlijk Dinsdag 17 uur ont vangen zijn aan een van onze kantoren in Haarlem: Grote Houtstraat 93 en Socnda- plein 37, of IJmuiden: Kennemerlaan 186. Winnaars van de vorige puzzle zijn: 1. Mejuffrouw R. van Thijn, Uranus- straat 36, Haarlem, 7.50. 2. C. Visser, Alex. Beilstraat 75, IJmui den, 5. 3. J. Prins. Badhuisstraat 25, Ilaarlem- Zuid, 2.50. De oplossing van de vorige puzzle is: Horizontaal: 1. Mur, 3. Piava, 8. Ir., 9. paraat, 10. negara, 12. ra, 13. rat, 14. LN, 15. odol, 17. daar, 19. at, 20. Sam, 21. R.M., 22. Vomano, 24. Ameide, 26. on, 27. Desna, 28. Epe. Verticaal: 1. Minho, 2. ure, 3. part. 4. Ira, Aa, 6. Varna, 7. ata, 9. paal, 11. grot, 4. lama, 16. Damme, 17. dame, 18. Rhóne, 20. soda, 21. rad, 22. vin, 23. nop, 25. es. jaren doorgebracht had, telkenmale weer uitgebeeld, waarbij hij dan graag de hem zo vertrouwde exotische dieren en planten op de voorgrond van zijn wijde landschap pen weergeeft. Een van deze in Nederland vervaardigde landschappen, waarin men de invloed, die Post van zijn Haarlemse omgeving onder ging, duidelijk bespeurt, is thans op speciaal verzoek van de senator Assis Chateau briand aan de expositie „Meesterwerken uit Sao Paulo" in het Centraal Museum te Utrecht toegevoegd. Met recht vond de eigenaar van het museum van Sao Paulo dat deze Nederlandse meester, die mede de grondslag voor de Braziliaanse schilder kunst heeft gelegd, op de tentoonstelling in Nederland toch niet jnocht ontbreken. De schrijver Pier Rimba Haan laat zijn verhaal „Moedah en Mai" (uitgegeven bij A. J. G. Strengholt in Amsterdam) spelen in de tropische wildernis, waarvan hij de bekoring, die zij voor hem heeft gekregen tijdens een twintigjarig verblijf op de Zuid- Molukse eilanden Ambon, Saparoea en Ceram, gedétailleerd en vaak treffend weergeeft. Door tekening van een herten- leven brengt hij de lezer in contact met het mystieke karakter van een oerwoud. En onderweg, tijdens de tochten van het dier, zult ge bemerken, dat zowel schrijver als hert een bijzonder fijne neus hebben. Voor al in de fantasiewereld van een kind zal dit boek een dankbare plaats hebben. J. V. Op Hemelvaartsdag zal de tweede Lu therse koordag te Amsterdam worden ge houden, georganiseerd door de Lutherse werkgroep voor kerkmuziek. Na de godsdienstoefening, waarin voor gaan prof. dr. P. Boendermaker en ds. A. Vermeulen, houdt ds. Friedrieh Ilofmamn uit Beieren, voorzitter van het Verbond van Evangelische Kerkkoren in Duitsland, een toespraak. In de middaguren wordt Ln de Ronde Kerk een samenzang gehouden onder leiding van prof. dr. Wilhelm Eh- mann, directeur van de Westfaalse kerk- muziekschool te Herford en hoogleraar te Miinster, waarna Willem Mudde spreekt over „De gemeente en het kerkkoor". De dag wordt gesloten met een uitvoe ring van avondmuziek door de Westfaalse Cantorij onder leiding van prof. Ehmaain, met solistische medewerking. Uitgevoerd worden motetten van Melchior Franck en Hugo Distier, orgelwerken van Sweelinck en de „Musikalische exequien" voor meer stemmig koor, zeven solostemmen en con tinuo van Heimrich Schütz. ER zijn mensen, vermoe delijk heel ouderwetse, voor wie een bezoek aan de bioscoop een uitzonderlijke gebeurtenis betekent. Zij weerstaan week op week vele lokkende advertenties en bij het passeren van een bioscoop de talrijke foto's, die een roorproe/je geven van de verleidelijkste mo menten uit het filmverhaal. Totdat dan, door welke oor zaak ook, hun afzijdigheid bezwijkt en zij hun schre den richten naar de donkere zaal met het lichtende scherm. Reeds ligt de alle daagse wereld jaren achter hen. Zij hebben een parket plaats in het land der dro men betrokken. Nu ligt aan afzijdigheid al tijd een zekere mate van voorbehoud ten grondslag. En wie met voorbehoud ge wapend iets in ogenschouw gaat nemen, is eerder ge neigd tot critiek dan wie uitgaat met een enthousiaste bereidheid tot overgave. Het land der dromen is voor zulke dwarskijkers eigenlijk niet geschapen, vooral niet het gefabriceerde filmland, waar men veel voor lief moet nemen om met een voldaan gevoel huiswaarts te keren. Ilja Ehrenburg, de Russische schrijver, die van een pamflet een roman of van een roman een pamflet weet te maken, heeft jaren geleden eens een boek over de filmindustrie geschreven, onder de titel „De Droom- fabriek". Onlangs heb ik, behorende tot het in de aanhef genoemde ouderwet se mensensoort, mij door een beroemde naam naar de bioscoopzaal laten lokken en geconstateerd, dat de ti tel van die roman nog steeds niet uit de tijd is. Alle pogingen van eerlijke filmmensen ten spijt, schijnt het belang der industriëlen het karakter van de film te blijven bepalen. Ik zag goe de acteurs hun talent ver spillen aan een reeks on waarschijnlijkheden en ge zochtheden, die garant moesten zijn voor idem zo veel kilometer amusement. Er waren fraaie ameuble menten en toiletten te be wonderen, alsmede welge schapen heren en vooral dames, zoals men ze binnen- en buitenshuis niet iedere dag tegenkomt. Natuurlijk is het aardig te weten, dat al die dingen en mensen ook bestaan, al is het maar op de film, maar het verschilt niet zoveel van de kermis wonderen, die bijna overal in de ban zijn gedaan of althans uit de hoogte wor den beschouwd. Tepen het verschijnsel der beeldromans wordt ernstig gewaarschuwd, maar d& film is een verschijnsel ge worden, dat men gelaten accepteert. Moet dat anders worden? Het kan niet an ders worden. De grauwe alledaagsheid heeft wat op fleuring van node, men moet er een paar uur uit kunnen treden, een portie onwerkelijkheid slikken, die de geest bestand maakt te gen weer een dag of wat werkelijkheid. De kunsten bieden voor de vluchtnei ging van de mens een be tere gelegenheid, maar hij moet zich daarvoor enige inspanning getroosten. De film vergt geen enkele in spanning. Men hoeft alleen maar zijn ogen er bij open te houden. Kan het eenvou diger? En als men na afloop van de voorstelling weer op straat staat en zich mis schien ietwat bekocht voelt, kan men zich troosten met de overweging, dat er de volgende week een andere film draait. M. MOK. en commissie uit plaatselijke verenigin- yJ gen te Meppel stelde op verzoek van het gemeentebestuur een rapport samen over de mogelijkheden om het gehucht Tweeloo nabij Meppel te behouden. Deze buurtschap, van uiterlijk een typisch stukje oud-Drente, zou volgens de bestaande plan nen plaats moeten maiken voor nieuwbouw m het plan Haveltermade. De buurtschap Tweeloo bestaat uit een tiental gebouwen, waaronder enkele boer derijen de oudste daterende uit de ze ventiende eeuw die op elkaar gedrongen De uitgeverij Van Loghum Slaterus te Arnhem heeft vijftig (eerder in de Nieuwe Rotterdamse Courant versche nen) artikelen van dr. J. J. Mak over ,JDe geboorte der moderne Westerse be schaving" tot een fraai boekwerk ge bundeld. Hierboven vindt men een re productie van het in drie kleuren uitge voerde stofomslag door J. J. Hartogh, die ook de talrijke, vaak zeer geestige pentekeningen ter illustratie van de tekst maakte. In zijn voorwoord zegt de auteur, dat men zijn „vruchten van lectuur en na denken" mag kwalificeren als „hogere Journalistiek". Die term is inderdaad toepasselijk, maar het is jammer, dat hij daarbij het gebruik van zoveel vreemde woorden nodig heeft geoordeeld, dat er achterin een register van bijna twaalf pagina's met verklaringen daarvan moest worden opgenomen. Temeer, om dat deze op menige plaats zonder enige schade aan de nauwkeurigheid verme den hadden kunnen worden. Doch dit slechts terzijde: men krijgt door het suggestieve betoog met zijn vaak verrassend indringende constate ringen een goede kijk op het maatschap pelijke en geestelijke leven in de twaalf de eeuw, waarin Christendom en Huma nisme, geloof en rede, met elkaar in bot sing kwamen om tenslotte in hun hu welijk de twijfel te verwekken „zonder welke wij niet leven kunnen". De schrij ver laat ons ln zijn veelzijdige opstellen onze beschaving zien als het wonder lijke, absurde product van polaire en tevens bijeenhorende spanningen. In de vijftig hoofdstukken van deze (eerste) bundel worden de cultuur scheppende en ontbindende tendenzen in het licht gesteld in samenhang met een aantal steeds weer actuele vraag stukken: onderwijs, oorlog, pacifisme, democratie, koningschap, vrijheid en dictatuur, standen en klassen, ongeloof en revolutie, ridderschap, liefde en min, de vrouw, kerk en wereld, held en hei lige, individu en gemeenschap enzo voorts. Een enkele keer wil men wel eens een vraagteken zetten de sleutel tot het begrijpen van ons verzet tegen Phi lips II bijvoorbeeld wordt wel wat erg exclusief aangeboden maar over het algemeen zal deze publicatie met vreug de worden begroet door ieder, die belang stelt in de ontwikkeling der cultuur. een miniatuur-dorpskern vormen. Het ge hucht is oorspronkelijk ontstaan' uit oen voorpost, een „boo" aan de Wold Aa van een vroeger klooster. Zonder fantasie is Tweeloo reddeloos verloren, aldus oordeelt de commissie in haar rapport. Men acht het mogelijk in de toekomst dit gehucht in te schakelen in het culturele leven van de stad en spreekt daarop doelende van „de culturele speel tuin van Meppel". Het geheet kan als een soort openlucht museum dienen, waarin onder meer een plaats gegeven kan worden aan een streek museum, een na tuur-historisch museum en een instructieve boerderij. Ook zijn er mogelijkheden om hier oude ambachten, die nog uitgeoefend worden, te huisvesten. De term „culturele speeltuin van Mep pel" zou nog meer zin krijgen, indien op de weide van Tweeloo de oude openlucht- gebruiken in ere hersteld zouden kunnen worden, zoals eiertikken. Palmpasen, volks feesten met sprietlopcn, koekhakken, de Meiboom en de van oudis tot in verre om trek bekende „Twcoloo'er grappenmarkt". Als Tweeloo over honderd jaar nog be staat temidden van de stadshuizen van Meppel, dan is niet in de eerste plaats het belang daarvan gelogen in het feit, dat die oude hulzen zich daar nog bevinden, maar dat de dan levende mensen geestelijk en materieel in staat zullen zijn er van te genieten, aldus besluit het rapport. De „New York Herald Tribune" heeft een opinie-onderzoek ingesteld naar wat de lezers „de vervelendste meester werken" vonden. Het volgende lijstje kwam uit de bus: 1. Rimsky-Korsakow's ,JSheherazade", 2. César Franck's Sym phonic, 3. Ravel's Bolero, 4. Wagner's Parsifal, 5. Beethoven's Missa Solemnis, 6. Brahm's Requiem, 7. Dvorak's Sym phonic „De nieuwe wereld", 8. Beetho ven's Negende, 9. Wagner's „Tristan en Isolde" en 10. Tsjaikowsky's Vijfde Symphonie. CANNES - Wellicht het ontroerendste moment van het Internationaal Film festival te Cannes kwam nadat op Zaterdagavond laat de officiële sluitings woorden waren gesproken. Dat moment kwam enkele uren later, bij de huldiging van een oude man. Na de sluiting werd er namelijk een groots nachtfeest georganiseerd, met een ballet-programma en modemanifestaties, waar tussendoor de sterren en de regisseurs wier films bekroond waren, in het felle licht van de schijnwerpers werden gezet. Op een gegeven ogenblik betrad Olivia de Havilland, de befaamde Amerikaanse ac trice, die niet meer zo piepjong kan zijn, maar nog altijd een uitermate aantrekke lijke verschijning is, het podium. De schijn werpers werden gericht op een bejaarde man in de zaal, die met z'n ogen knipperde en toen onder gejuich naar dat podium werd gehaald: de Franse professor Henri Chrétien, uitvinder vam de hypergonarlen- zen, due het voornaamste element vormen in het cinemascope-procédé. Professor Chrétien is een verlegen, klei ne man, die tal van zeer belangrijke uit- vindineen op optisch gebied op zijn naam heeft staan. Olivia de Havilland overhan digde hem de Oscar, de onderscheiding, die men hem in Amerika heeft toegekend voor zijn verdiensten voor dat procédé. Hij was er diep van onder de indruk en bleek van ontroering niet in staat een dankwoord te spreken. Hij kreeg toen een grootser ovatie dan men na de gloeiendste rede had kun nen verwachten. Aan dit nachtfeest vooraf was de slot- voorstelling gegaan, waarin bekend werd gemaakt, hoe de jury de prijzen heeft toe gekend. In de toekenning dier prijzen, die ditkeer volkomen Instemming verwierf bij pers en publiek (dat is wel eens anders geweest!) vond men de bevestiging van wat dit festival onweerlegbaar heeft ge toond: er is in de cinematografie een ver heugende ontwikkeling gaande. Europa handhaaft zijn positie, al is er sinds verscheidene jaren een duidelijke verschuiving van Engeland naar Italië waar te nemen. Daarnaast echter komen steeds meer landen naar voren, die films maken welke aan de beste Europese zeker gelijkwaardig zijn. Ditmaal bleek dart voor al uit het werk van Japan dat voor Jigo- ku-Mon (De poort van de hel) zelfs de Grote Prijs verwierf en uit dat van In dia, dat Do Bigha Zamim (Twee hectaren grond) eveneens (en terecht) bekroond zag. Het contact tussen filmkunstenaars uit Oost en West op filmfestivals kan voor allen slechts van gunstige invloed zijn. De Sovjet-Unie, die iin 1951, toen zij bij wijze van uitzondering aan een festival te Cannes deelnam, tevredengesteld werd met een troostprijs, kreeg nu, volkomen ver diend, een echte prijs, voor Skander-Be? van regisseur Serge Joetkewitsj, die zijn onderscheiding zelf ln ontvangst kon ne men. Dit alles betekent een ontwikkeling, die in commercieel opzicht misschien som migen met zorg vervult (omdat zij nieuwe concurrenten op de wereldmarkt brengt), maar waarmee ieder Ingenomen zal zijn, die de filmkunst om de kunst ter harte gaat. De Verenigde Staten, die op filmfestivals slechts zelden met biizonder goed werk komen, vertoonden ln hun inzending wei nig nieuwe aspecten. Het verbond van grote filmmaatschappijen stuurde vier hoofdfilms in, waarvan er slechts één, From here to Eternity, op festivalpell bleek te staan. Die ene film kreeg een eervolle ver melding. Bovendien waren de Verenigde Staten vertegenwoordigd met een grote natuurfilm van Walt Disney The Living Desert uitgebracht door zijn eigen, on afhankelijke maatschappij, welk werk zeer veel bijval en terecht een bekroning ver wierf. Bij de korte films hield Disney ook nog voor Amerika de eer op met zijn teken- film-in-cinemascope Zim-Zlm-Boum-Boum welke bewees, dat hij althans weet, wat met het brede scherm aan te vangen is. Een prijs van de jury èn van de Internationale Organisatie der Film critici verwierven de Fransen met Avant le Déluge, waarvan regisseur Henri Cayatte en scenarioschrijver Charles Spaak hartelijk werden toegejuicht. Een Poolse film, die eveneens over de ontspoor de' jeugd handelt, Piatka z Ulicy Barskiej (De viif uit de Barskastraat) van Aleksan- der Ford werd eveneens bekroond. Zweden sleepte een prijs weg met de natuurfilm van Arne Suoksdorff, die Ik in mijn eerste artikel reeds noemde. Italië behaalde prij zen zowel voor het uitbundige werk Caro- eello Napoletano als voor het noo-realisti sche Gronache dl Poveri Amamti (Kroniek van de arme gelieven), dat onder het fas cisme speelt. Zou zijn derde film: Pane, Amore e Fantasia (Brood, liefde en fan- O tasie) niet buiten mededtingimg zijn ver toond, dan zou het stellig ook die film nog bekroond hebben gezien! Engeland kreeg de regie prijs voor een film, die voor tweederde met Frans kapi taal is gemaakt (Knave of Hearts-M. Ri- pois) door de Franse regisseur René Clé ment, met een Franse hoofdrolspeler, Gé- rard Phllipe, en mag dus allerminst mop peren: de co-productle. die ertoe leidde dat de Britten en niet de Fransen dit werk uit brachten, legde Albion geen windeleren. Of misschien toch juist wol? In elk geval heeft René Clément met dit uitstekende werk bewezen, dat hij, de schepper van zoveel ernstige films, ook het genre van de filmcomedie beheerst. De regieprijs was de enige speciale prijs. Men heeft er overigens gelukkig van afgezien, allerlei onderdelen van films apart te bekronen, zoals vroeger geschiedde. Oostenrijk verwierf een prijs voor Die Letzte Brücke (De laatste brug) en daarvan profiteert Joegoslavië een beetje mee, want ook die film is een co productie. Het gaat in het filmbedrijf steeds meer in de richting van gezamenlijke pro ducties, waartoe het contact tussen ver tegenwoordigers der verschillende lauden op festivals vermoedelijk veel bijdraagt. Zojuist, tijdens het festival, werd er zelfs een Frans-Russische co-productie aange kondigd. Bij de korte films verwierf Nederland ditmaal slechts een eervolle vermelding De Duitsers vertoonden de vrolijke film „Het dansende hart" waaruit men hier een „droomballet" ziet. voor zijn inzending als geheel, die „con stant een hoge kwaliteit vertoont", zoals de jury het formuleerde. Gezien het feit, dat tientallen landen korte fiflms inzonden, die in het geheel niet werden genoemd, is dat geenszins onbevredigend. Een groepje jonge cineasten vertoonde buiten het festival om een werk, dat een plaats in het Palais du Festival ontzegd was: de surrealistische film Closed Vision, handelend over het onderbewuste van iemand, die een uur te Cannes op de Croi- sette wandelt. De zaal was stampvol toen de voorstelling drie kwartier te laat begon en vrijwel leeg toen zij eindigde. De fotografie van dit weric was dikwijls prach tig, maar zijn bedoelingen moesten de toe schouwers (alle toeschouwers) wel boven hun alpino gaan. Wat betekent het, als je iemand met een lepeltje in een glas een. spijker ziet roeren of als de commentator zegt: „De maagden zijn niet van witte joghurt, maar van grijze Joghurt, dat is van de volwassenheid"? Nee, het festival comité heeft misschien niet zo gele eraan gedaan, voor deze snobistische grapjes de deuren gesloten te houden! JAN KOOMEN. IN het kleine kelderkroegje, vlak naast het Amsterdamse theater Carré waren een paar manlijke leden van de Spaanse dansgroep van Antonib bijzonder luidruch tig bezig met de beoefening van het altoos opwindende tafelvoetbalspel. Bij ieder doelpunt steeg een onvertaalbaar geloei op. daar-tussendoor klonken met bewonde ring gemengde zoemtonen van aanmoedi ging uit de monden van meisjes, die enkele ogenblikken later als zigeunerinnen uit Sevilla op de planken zouden roffelen. De wedstrijd werd zo frenetiek beoefend, het ging er zo Spaans toe, dat de in bonte hemden gestoken spelers het grootste ge deelte van de tijd als sprinkhanen tussen de tafeltjes bezig waren om de houten knikker op te sporen. Maar tenslotte kwam er toch een einde aan de pret, hoeveel nie mand de moeite genomen scheen te hebben om de score bij te houden. Wat w\j het tijdsein van zeven uur noemen, was voor hen kennelijk het klokje uan gehoorzaam heid. Men begaf zich druk redenerend naar het buffet om een paar broodjes In te slaan. Die zjjn daar namelijk met belegging ver krijgbaar. De bedienende juffrouw had aan een enkele vingerwijzing genoeg om de be doeling te begrijpen: ze stopte een cadetje met kaas in een doorzichtig zak ie en begon de kostprijs voor te rekenen. Wij konden het niet helemaal verstaan, maar wat ze zei klonk in onze oren als: Doeo oen flo- rien, hetgeen wel zoveel als twee voor een gulden zal hebben beduid. Doch daarmee waren de bewegelijke, druk gesticulerende klantjes allerminst tevreden. „Mas, mds!", riepen ze in koor. Aan de stem te horen was er ook een fla mencozanger bij. Nu betekent „mis" zo veel als: meer, maar de verkoopster ver stond kennelijk: Mars en kwam dan ook met een paar bruine papiertjes aanzetten, waarin de taaie substantie is verpakt, die door mensen met goede gebitten b(j tijd en wiile als een lekkernij wordt beschoutod. De Spanjaarden schudden in een soort radeloze paniek by zoveel onbegrip de donkere hoofden en bleven „Mis, mis!" roepen, helemaal gratis, op dezelfde manier waarop zij later Antonio en Flora Albaicin zouden aanmoedigen en waarvoor wij in de zaal dan hard zouden klappen voor ons dure geld. „Het is toch Mars", hield de juffrouw vol en het ging er een ogen blik op lijken of wij weer midden in de Tachtigjarige Oorlog zaten, halverwege het beleg van Breda bijvoorbeeld. De gemoederen kwamen pas tot bedaren toen er een andere bezoeker van het nedë- rige établissement als tolk kwam fungeren om het misverstand op te helderen. Maar de juffrouw bleef nog wat napruttelen, ook toen de bezoekers goed en wel met hun proviand verdwenen waren: „AI dat vreem de volk ook over de vloer.Laten ze liever fatsoenlijk Nederlands spreken..". In de deze weck gehouden vergadering van de afdeling letter kunde van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Weten schappen heeft prof. dr. Gerard Brom gesproken over „Littera tuurtaai". Dat de Engelse Poëzie van Shakespeare tot nu een onverbroken traditie vormt, is aldus spreker alleen mogelijk als voortzetting van de continuïteit, die er tussen Chaucer en Shakespeare werd vastgesteld. Bij ons daarentegen valt omstreeks 1600 een wel bewuste breuk met de middeleeuwen aan te wijzen, toen humanisten allerlei regels uitdachten voor het vormen van een Latijnse stijl. Marnix vond zijn taal evenals Luther bij het volk, maar Amster dammers als Spieghel construeerden een papieren taal, die op den duur een kaartenhuis zou blijken. De door Sealiger aan bevolen hoogdravendheid beantwoordde aan de klassieke leer, die in een treurspel uitsluitend hoge personen liet optreden. Zo vormde Vondels treurspel een tegenstelling met zijn hekeldicht. Hij stileerde het Nederlands, om het van de spreektaal „verre afgescheiden" te houden, want een dichter moest „hemelval" spreken. En zijn school leerder stelselmatig die „Parnastaal" overleveren. Het opkomend rationalisme ging daarbij de moedertaal „ver beteren naar het voorschrift van de rede" en dus behandelen als onherkenbaar gesnoeide bomen in een park. De grond voor die vervreemding van de natuur was de Hollandse deftigheid. De overgang naar de nieuwe tijd moest hier wel minder ge leidelijk verlopen, omdat er geen hof en toonaangevende kringen bestonden om de vaderlandse beschaving te leiden. Schrijvers waren slippendragers van regenten met gezwollen vleierij en de kooplui verwachtten van hun huispoëet maar één ding en wel hoogdravendheid. De ontmaskering van deze deftigheid was weggelegd voor een kosmopoliet als Justus van Effen, die de weg voor de dames Wolff en Deken vrijmaakte. Bilderdtjk leidde een tegebeweging en dicteerde zijn boekentaaL Een tachtigjarige oorlog was nodig om ons volk te be vrijden van „dezelve" en nog langer duurde het doorbreken van „Jij" en „jou", dat geleidelijk tot in Vlaanderen doordrong. De eerste schrijver met een natuurlijke toon moest iemand zijn, die buiten de deftigheid leefde. In Vlaanderen was dat de lande lijke Gczelle, in Holland de „Indische" Multstull. Maar de dichter lijke taal bleef een tyrannie, waartegen de tachtigers weer op kwamen. Bevrijdend werkte vooral Gorter, die een gedicht durfde te beginnen met deze versregel: „De lente komt van ver, ik hoor hèm komen" wat des te spontaner aandoet, nadat hij de Mei als meisje verpersoonlijkt had. Als boeken in het Nederlands zo gauw verouderden, lag het aan de groeiendo snelheid, waarmee een schrijftaal, die niet tijdig met de levende taal meeging, van de lezer vervreemdde aldus pro fessor Brom.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 15