Deense vorstelijke gasten in de hoofdstad aangekomen Engeland doet niet mee aan uitbreiding Weerbericht Door duizenden toegejuicht reden zij over het versierde Damrak naar het Koninklijk paleis Haarlems Dagblad Blijder geluid Amsterdam vlagt en juicht Het woord is aan Twee Kabinetsvergaderingen op Zondag, na onverwachte terugkeer van Eden |f |f 15 |j 68e JAARGANG No 243 MAANDAG 26 APRIL 1954 298e JAARGANG No 91 Lijken van vermiste Alpinisten gevonden Minutenlange toejuichingen Kransleggitig bij nationaal monument De oorlog in Indochina Aankomst te A unster dam Twee volksliederen Intocht in de hoofdstad Weurrapport Bureaux: Kennemerlaan 186, Telef. Adm.5437. Telef. Redactie 5389, na 5 uur: 5080 (K 2550), Meervlietstraat 80. - Haarlem: Gr. Houtstr. 93, Directie, Hoofdredactie en alle afdelingen 15295 (6 lijnen). Adv.tarieven op aanvr. bij de Admin. Directeur Hoofdredacteur: Robert Peereboom IJmuider Courant VELSER OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT EDITIE Uitgave Grafische Bedrijven Damiate N.V, Verschijnt dagelijks beh. opZon-en Feestdagen. Abonnement p. week 50 ct., p. kwartaal 6.50, franco p. post 7.—. Losse nrs. 12 ct. Giro rekening 273107 ten name v. Haarl. Dagblad Directie: P. W. Peereboom en A. D. Huijsman DE ENGELSE FILOSOOF Lord Bertrand Russell heeft in de New York Times een blijder geluid doen horen omtrent het lot der mensheid dan men tegenwoordig van zo menigeen, die zich tot voorspellen ge roepen acht, pleegt te vernemen. Hij ver werpt de opvatting van „een mensheid, als voortgedreven door boze geesten en niet langer meester van haar eigen lot", radicaal en schrijft haar toe aan luiheid en bijgeloof. De oorlogsrampen die de mensen sinds 1914 hebben getroffen en de bedreiging met nog grotere rampen in deze tijd zijn niet te wijten aan „het lot" maar aan de wil van de mens: aan de hartstocht van velen en de beslissingen van enkelen. Maar die hartstocht en die beslissingen kunnen ook geluk brengen. Enerzijds werkt In de wereld de kracht van de vijandschap tussen communisten en niet-communisten, anderzijds die van het streven, een volgende wereldoorlog te vermijden. Die krachten hebben elkaar tot dusver in een angstaanjagend onzeker evenwicht gehouden. Men zou zich een betrekkelijk geringe gebeurtenis kunnen voorstellen die het verbreekt en een we reldoorlog ontketent, zegt Russell. Het is niet zo gemakkelijk zich een gebeurtenis voor te stellen die fret streven naar vrede zou versterken, maar toch geloof ik dat die mogelijk is. Dan komt hij met zijn voorstel. Hij grondt het niet op een mogelijke verande ring in de denkwijze van de Russen, want hij gelooft niet dat zij in een nabije toe komst de Bergrede zullen gaan toepassen. Evenmin gelooft hij aan pogingen om el kaar van wederzijds standpunt af te brengen of aan eenzijdige concessies, die alleen tot overvragen zullen leiden en tot het bereiken van een punt van weerstand. Lord Bertrand Russell wil overleg baseren op de zijns inziens enige overtuiging die aan beide zijden wordt aanvaard: name lijk dat een wereldoorlog even rampzalig zou zijn voor de overwinnaar als voor de verliezer. Er is niets bij te winnen en alles te verliezen. U kent deze overtuiging uit dit blad; er zijn anderen die haar po gen te verbreiden. De wijze oude Brit wil de vernietiging, die een nieuwe oorlog zou veroorzaken, tot enig agendapunt van een conferentie der groten laat ons zeggen: Big Five maken. Hij wil die conferentie doen voorbereiden door neutralen, die een document zouden moeten opstellen waarin de te verwachten uitwerking van een vol gende oorlog zou zijn neergelegd. Hij stelt zich voor dat de neutralen daarop de com mentaar der machtigen zouden vragen en acht het mogelijk dat die als het werk goed gedaan was eensluidend zou zijn. Een erkenning van de juistheid der argu mentatie. Erkenning tegenover de neutra len zou erkenning tegenover elkaar mee brengen, die zich niet zou moeten beper ken tot staatslieden maar vergroot moeterj worden door onbeperkte publiciteit van het document. Het rapport zou de verlie zen in het licht moeten stellen die vrijwel iedereen in oorlogvoerende landen zou lij den: niet alleen door de volledige vernie tiging van steden maar ook door die van oogsten en de verspreiding van ziekten. Ongetwijfeld terecht merkt Lord Rus sell op dat niets bereikt wordt met de wederzijdse machts-propaganda die nu gemaakt wordt. Op „zijn" conferentie zou niemand „ook maar mogen aanduiden, dat de ene partij beter was dan de andere, of een grotere kans zou hebben om te win nen". Er zou alleen en uitsluitend over oorlogsgevolgen moeten worden gesproken tot men het daarover eens zou zijn en langs die weg tot de zekerheid zou zijn gekomen, dat de ander evenmin van zins zou zijn aan te vallen als men dat zelf zou zijn. Het klinkt misschien voor menigeen eenvoudig en naïef, hetgeen altijd het ge val schijnt te zijn met betogen die een weg naar vrede aanduiden. Maar dat komt doordat zovelen eenvoudig" en „naïef' zijn gaan toepassen op iedere redenering die niet door wantrouwen beheerst wordt. Wat is hun oordeel over de wederzijdse verdachtmakingen en beschuldigingen, waarvan de wereld vervuld is? Menen /.ij soms dat die, als geheel beschouwd, iets nuttigs uitwerken? Dat een beschouwing als die van Lord Bertrand Russell, zo een voudig en naïef als men maar wil, belang stelling oogst in het machtige Amerika wordt alleen al bewezen door het feit dat het voornaamste dagblad in dat land. de New York Times, haar publiceert. Niet omdat hij een Engelsman is en een filo soof, want Engelsen en zelfs Engelse filo sofen zijn er veel. Maar wel omdat er zo dringend behoefte is aan eenvoudige, goede raad in de wilde verwarring die de huidige wereldpolitiek is. Men zou kunnen zeggen dat voor Lord Russell's doel die conferentie niet nood zakelijk is, dat het rapport der neutralen, dat hij voorstaat, ook op andere wijze aan de machtigen voorgelegd zou kunnen wor den met de vraag om hun oordeel. Maar de conferentie-vorm zou de indruk ver sterken en de waarde van de publiciteit van het rapport eveneens. Weer kan men naar aanleiding van dit betoog de vraag stellen, al vaak op deze plaats gesteld, waarom regeringen van landen die niet direct in de koude oorlog betrokken zijn, van kleine landen desnoods, geen oor spronkelijkheid en initiatief tonen met het uitsluitend doel, de mensheid wakker te schudden uit een nare droom. Regeringen doen dat niet? Het is geen diplomatiek gebruik, of zoiets? En de kerken dan? En de universiteiten? Dat vroeg of liever kreet de schrijver H. G. Wells, in de z.g. stille aanvangsperiode van de tweede we reldoorlog, tussen September 1939 en April 1940. De kans op beraad en hande len is nu beter; er is geen begin van een oorlog. R. P. Na negen dagen zoeken hebben reddings ploegen Zaterdag in het Dachsteingebergte in Oostenrijk de lijken van zes der tien Duitse schooljongens tussen vijftien en zeventien jaar gevonden, die op vijftien April op een tocht in de bergen in een zwarè sneeuwstorm verdwenen. De lijken der drie leraren, onder wie een vrouw, werden eerder op de dag gevonden. Uit Milaan wordt gemeld, dat Zaterdag de lijken van drie bergbeklimmers zijn ge vonden, die verscheidene dagen geleden in het Grignolamassief ten Noorden van Lecco verdwaalden. was gekomen en de Koning van Denemar ken, begeleid door Koningin Juliana en ge volgd door kolonel Von Freiesleben en vice-admiraal Rost van Tonningen volgden hem ter inspectie van de door de prachtige uniformen zo indrukwekkende erewacht. Na de inspectie betraden de vorstelijke personen het paleis. Uit de paleiskoepel werden de koninklijke standaarden gehe sen. Slechts enkele minuten daarna versche nen de heide vorstelijke paren op het pa- leisbalcon. Lachend en wuivend beant woordden e ndankten zij voor de toejuichin gen, die vele minuten lang aanhielden. Een hartelijke begroeting van het volk, dat zij met hun bezoek vereren. Toen enige tijd later de Deense Koning en Koningin het paleis verlieten om aan de voet van het nationale monument een krans te leggen, schreden zij met hun ge volg door een erehaag van de studenten- DIT NUMMER BESTAAT UIT TïEN PAGINA'S Bij de foto links: De begroeting in de hoofdstad: Van links naar rechts Koningin Ingrid, koningin Juliana, Prins Bernhard en Koning Frede- rik. Op de voorgrond de burgemeester van Amsterdam mr. A. d'Ailly. Chamfort: De meest verloren dag van alle is de dag waarop men niet ge lachen heeft. weerbaarheidsverenigingen uit Amster dam, Leiden en Utrecht, die reikte van de ingang van het paleis tot voor het monu ment. Het gevolg bestond ditmaal uit gra vin Danneskiold, baronesse De Smeth, de Deense minister Hansen, vice-admiraai Rost van Tonningen, kolonel Von Freies leben, kapitein Holm, kapitein Adolph en kapitein Le Heux. Bij het monument waren aanwezig mi nister-president dr. W. Drees, de Deense gezant Fin Lund, de Commissaris der Ko ningin in de provincie Noordholland, dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk, burge meester d'Ailly, schout-bij-nacht Burghard en de militaire gouverneur van Amster dam, generaal Dijkstra. Dr. Drees begroette het Deense Konink lijk Paar, dat vervolgens bloemen legde aan de voet van het monument, waarna een minuut stilte werd betracht. Het Konink lijk Paar keerde naar het paleis terug na een uitvoering van J. S. Bachs „Quatre Chants religieux" door de Amsterdamse Politiekapel te hebben aangehoord en van de minister-president afscheid te hebben genomen. Toen op 22 Mei van het vorige jaar Koningin Juliana en Prins Bernhard op het vliegveld Kastrup bij Kopenhagen afscheid namen van het Deense koningspaar, zeide onze Vorstin tot haar koninklijke gastvrouwe en gastheer: „Hopelijk zult ge ons de eer willen aandoen, spoedig naar Nederland te komen, opdat ge kunt kennis maken met ons mooie land en zijn be volking, die voor Denemarken en zijn koningshuis zulk een grote genegenheid koestert." Binnen een jaar hebben Koning Frederik en Koningin Ingrid aan deze vriendelijke invitatie gevolg gegeven. De band tussen de twee kleine landen, voor wie het konings schap meer dan een symbool is, wordt door de komst van de Deense souvereinen versterkt. Groter dan vóór de oorlog, die zowel voor Nederland als voor Denemarken, naast zo veel ander leed, dat van een vijandelijke bezetting bracht, bestaat er een innig contact op velerlei gebied tussen de volken van deze kleine lander*. Tot een verdere versteviging dezer rela ties kan en zal dit protocolaire bezoek zonder twijfel bij dragen. Niet de pracht en de praal, welke kenmerkend zijn voor statiebezoeken, zijn van betekenis, wèl de wederzijdse sympathie van hen, die geroepen zijn land en volk te leiden. Dat die sympathie er is, heeft het bezoek van ons Koninklijk Paar het vorig jaar aan Kopenhagen duidelijk aan de dag doen treden. Ook het Deense volk zelf, dat al ten tijde van de rampdagen op ontroerende wijze aan zijn genegenheid voor het zwaar beproefde Nederland uiting had gegeven, deed hiervan in die dagen op ondubbelzinnige wijze blijken. Thans heeft het Nederlandse volk gelegenheid van zijn ge negenheid en bewondering voor het Deense Koninklijk Paar blijk te geven. En dat het dit zal doen, lijdt geen twijfel. LONDEN (Reuter) Maandagochtend is van gewoonlijk betrouwbare Londense zijde vernomen dat Eden zijn Amerikaanse ambtgenoot Foster Dulles heeft meege deeld dat Groot-Brittannië thans Frankrijk in Indochina géén aanzienlijke hulp kan verlenen. Het is niet bekend of deze Britse beslissing op grond van militaire of van politieke overwegingen is genomen. Zij is het resultaat van twee Britse kabinetsver gaderingen op Zondag, waarbij ook Eden tegenwoordig was, die ijlings uit Parijs was terruggekomen. Op de eerste dag was het een feestelijk versierd Amsterdam, dat de Deense Koning en Koningin een hartelijk welkom heeft toegeroepen. Omstreeks half acht vanmor gen passeerde de Deense koninklijke trein de Nederlandse grens. Op het station Ol- denzaal was namens Koningin Juliana ter begroeting aanwezig vice-admiraal N. A. Rost van Tonningen, chef van het Militaire Huis van de Koningin, die met jhr. D. G. de Graeff, Kamerheer in buitengewone dienst en ceremoniemeester, en de kapitein der artillerie J. le Heux deel uitmaken van de eredienst, welke aan Koning Fre derik is toegevoegd. Voorts waren aanwe zig de Nederlandse gezant bil het Deense Hof, de heer C. P. Luden, de Dame du Palais A. J. L. baronesse De Smeth, geb. baronesse Van Pallandt en de grootofficier in speciale dienst, mr. J. C. baton Baud, die tot het gevolg van Koningin Ingrid zullen behoren en de burgemeester van Oldenzaal, mr. J. M. J. Corneiissen. Daar het Deense Koninklijke Paar nog sliep, werd de begroeting in ontvangst ge nomen door de adjudant van de Deense Koning, kapitein ter zee P. P. Holm. Hem werden bloemen voor de Koningin aange boden. Nadat de uit twee rijtuigen bestaande koninklijke trein van Koningin Juliana, waarin het Nederlandse gezelschap had plaatsgenomen, was aangekoppeld, werd de reis naar Amsterdam voortgezet. Om twee minuten over tien arriveerde de Deense koninklijke trein getrokken door twee zware locomotieven, waarvan de voorste twee Deense vlaggen op de bum pers droeg, langs het eerste perron van het Centraal Station te Amsterdam. Het Deense Koninklijke Paar werd op het perron hartelijk verwelkomd door Ko ningin Juliana en Prins Bernhard. Tijdens deze begroeting speelde de Ma rinierskapel, die samen met het Corps Ma riniers met vaandel op het perron de ere wacht vormde, het Deense volkslied. Terwijl Prins Bernhard zich enkele ogen blikken onderhield met Koningin Ingrid, inspecteerden Koning Frederik en Koningin Juliana de erewacht. Na deze inspectie voegden zich de ove rige Deense gasten, die met de trein waren meegekomen bij het gezelschap op het per ron. Toen volgde ook het voorstellen aan het Deense Koninklijk paar door Koningin Juliana en Prins Bernhard van enkele voor aanstaande Nederlanders: de burgemeester van Amsterdam, de militaire gouverneur van de hoofdstad, en de commandant aee- macht Nederland. De begroeting op het perron duurde on geveer vijf minuten. Het gezelschap begaf zich vervolgens naar de koninklijke wacht Het Deense volk heeft twee volks liederen. Het ene lied is „Kong Chris tian stod ved oejen mast" (Koning Christiaan stond bij de hoge mast). Dit wordt gezongen of gespeeld telkens wanneer de Koning, al of niet vergezeld door de Koningin officieel verschijnt. Bij alle andere gelegenheden wordt het lied ,.Det er en ijndigt land" (Er is een lieflijk land) gezongen of gespeeld. kamer, waar zich bevonden de minister raad, alle staatssecretarissen, jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, minister van staat en vice-president van de Raad van State, generaal B. R. P. P. Hasselman, voorzitter chefs van staven en chef van de Generale Staf, vice-admiraal A. de Booy, chef van de Marinestaf, luitenant-generaal A. Ba- retta, chef van de luchtmachtstaf, dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk. commissaris der Koningin in de provincie Noordtiolland, mej. mr. M. A. Teilegen, directeur van het kabinet der Koningin, mr. A. A. L. F. van Dullemen, procureur-generaal bij het ge rechtshof te Amsterdam, voorts onder an deren de zes wethouders en de gemeente secretaris van de hoofdstad, de president directeur van de Nederlandse Spoorwegen. Zij allen werden aan de koninklijke bezoe kers voorgesteld. Onmiddellijk na de officiële begroeting in de koninklijke wachtkamer m het Cen traal Station begaven de vorstelijke perso nen zich naar buiten, om plaats te nemen in de gereedstaande open calèches. Terwijl van het Marine-établissement 21 saluut schoten werden gelost draaiden de calèches het Stationsplein on en de duizenden, die voor het Centraal Station stonden, juichten enthousiast. De stoet, welke onder commando stond van de eerste stalmeester majoor W. F. K. Bischoff van Heemskerck, bestond uit twee koninklijke rijtuigen, elk bespannen met zes van de zadel bereden paarden, en vier volgrijtuigen, die elk met twee paarden waren bespannen. In het eerste rijtuig namen plaats de ceremoniemeester jhr. D. G. de Graeff en de Kamerheer in buitengewone dienst van de Koningin, jhr. mr. E. W. Röell. Hierna volgde een commando van de rijkspolitie, waarvan de manschappen voor deze gelegenheid in nieuwe gala-unifor men waren gestoken. Vormden deze bere den politiemannen met hun wit-bepluimde kolbakken en hun van tressen voorziene tunieken voor de honderden kijkers al een bijzondere attractie, de grootste belang- stelling ging uit naar de koninklijke koet sen, in de eerste waarvan de Deense Ko ning en onze Koningin plaats namen. Ko ningin Ingrid en Prins Bernhard namen in het tweede statie rijtuig plaats. Vriendelijk lachend dankten de hoge gasten voor de enthousiaste manier waar op zij niet alleen door de Amsterdammers, maar ook door vele andere landgenoten en tal van vreemdelingen in Nederlands hoofdstad welkom werden geheten. Van het station reed de stoet over het Damrak naar het koninklijk paleis op de Dam. De afzetting langs de intochtsroute welke was versierd met hoge witte masten, waarvan tussen witte dwarslatten prisma- vormig rood-wit-blauwe linten waren ge spannen, werd gevormd door het 431ste en 432ste bataljon infanterie onder comman do van luitenant-kolonel B. F. M. Wijten- burg. Van tal van gevels der huizen langs de weg, die de koninklijke gasten naar het paleis volgden, wapperden vlaggen in de Deense en de Nederlandse nationale kleu ren. Voor het paleis stond een erewacht van het garderegiment grenadiers met vaandel, waarbij was ingedeeld de Koninklijke Mi litaire Kapei, het geheel onder leiding van kapitein B. C. J. de Vries. De commandant van de erewacht meldde zich terstond nadat de stoet tot stilstand In Parijs hadden de ministers van Bui tenlandse Zaken van Frankrijk, Groot- Brittannië en de Verenigde Staten Zaterdag hun laatste voorbespreking over de Geneef- se conferentie gehouden. De Grote Drie kwamen tot overeenstemming over hun houding ten aanzien van zekere procedure kwesties. Zij besloten verdere beslissingen te nemen tijdens de onderhandelingen met de Russen. De ministers zijn het er over eens, dat een definitieve beslissing over het voorzitterschap niet bereikt kan worden zonder overeenstemming met de Russen. Een woordvoerder van het Franse depar tement van Buitenlandse Zaken zeide Za terdagavond, dat de Grote Drie vastbe sloten zijn standvastig te zijn wat betreft de uitleg van het communiqué van de Ber- lijnse conferentie. Dit houdt in, dat er vol gens de Westelijken vier uitnodigende lan den en geen vijf zijn. Na de conferentie vloog minister Dulles naar Genève en ging minister Eden. in strijd met zijn aanvankelijk plan om door te vliegen naar Genève, terug naar Londen voor een bespreking met eerste-minister Churchill. De wijziging in zijn reisplan was het gevolg van een door de Franse minis ter van Buitenlandse Zaken Bidault op de Brits-Frans-Amerikaanse voorbesprekingen gedaan verzoek aan de Verenigde Staten en Groot-Brittannië voor hulp aan de Franse uniestrijdkrachten in Indochina. Sir Winston Churchill heeft het Britse kabinet Zondag tweemaal bijeengeroepen in een geheime zitting. De vergaderingen werden bijgewoond door de minister van Buitenlandse Zaken, Anthony Eden, en door de stafchefs van leger, vloot en lucht strijdkrachten van Groot-Brittannië. Dreigende taal „Indien er geen ander middel bestaat om te verhinderen dat Indochina in communis tische handen valt, zal het Amerikaanse Congres president Eisenhower machtigen Amerikaanse troepen naar dit strijdtoneel te zenden," aldus is de mening van het republikeinse lid van het Huis van Afge vaardigden Alvin Bentley. Hij geeft hier aan uiting in een tot zijn kiezers gericht rondschrijven. Bentley wijst er vervolgens op dat de Amerikaanse regering meent dat het niet nodig zal zijn tot een dergelijke stap over te gaan, doch hij verklaart ook dat de president heeft gezegd dat de Verenigde Staten zich eenvoudig geen nieuw verlies in Zuid-Oost-Azië kunnen veroorloven. ..Dit betekent dat, indien de Fransen de strijd zouden staken en dit gebied voor de communisten open zou komen te liggen, het de taak der Verenigde Staten zou. zijn een verder opdringen der communisten in Zuid-Oost-Azië te beletten, door de Franse taak in Indochina over te nemen. Zou het zo ver komen, dan betekent dit dat wij slechts ingrijpen om het communisme te overwinnen en dit zal tevens inhouden dat wij alle te onzer beschikking staande wapens op alle oorlogstonelen commu nistisch China inbegrepen zullen aan wenden, indien wij dat noodzakelijk zouden achten om een zege te bespoedigen," aldus het republikeinse lid van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden Bentley. Toch een voorzitter Nader wordt uit Genève gemeld: Eden en Molotov zijn overeengekomen, dat Louis de Scheyven, tijdelijk hoofd van de Belgi sche delegatie, voorzitter zal zijn van de openingszitting van de Geneefse conferen tie. Louis de Scheyven, secretaris-generaal van het Belgische ministerie van Buiten landse Zaken, wordt anderhalf uur voor het begin van de vergadering te Genève verwacht. De Scheyven is hoofd van de Belgische delegatie in afwachting van de komst van de minister van Buitenlandse Zaken, Paul Henri Spaak. Het Russische departement van Buiten landse Zaken heeft Zaterdag drie gelijk luidende nota's op de drie Westelijke am bassades te Moskou doen overhandigen. Van de' zijde van deze ambassades werd vernomen, dat de tekst van deze nota's een antwoord is op een Amerikaans-Brits- Franse nota, die Vrijdag naar het Sovjet departement van Buitenlandse Zaken was gezonden. Het Russische standpunt ten aanzien van China wordt in deze antwoord nota nog eens ongewijzigd herhaald. (van hedenmorgen 7 uur) toestand i r 5ji t- r- zB Helsinki onbewolkt NW 2 1 Stockholm half bew. NNO 2 -0 0 Oslo zwaar bew. NW 2 1 0,5 Kopenhagen onbewolkt NO 2 3 0 Londen zwaar bew. NO 6 6 0 Amsterdam onbewolkt ONO 7 6 0 Brussel licht bew. NNO 2 3 0 Parijs licht bew. Innsbruck regen windstil 6 0,1 Rome zwaar beu ZZO 4 11 0 Op het balcon van het paleis nemen Koning Frederik (geheel rechts) en Koningin Ingrid (geheel links) de toejuichingen in ontvangst. Koningin Juliana en Prins Bernhard zien toe. Neerslag laatste 24 uur AANHOUDEND DROOG Verwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. in De Bilt. geldig van Maan dagavond tot Dinsdagavond, opge maakt om 10 uur: Droog weer met over het algemeen weinig bewolking. Overwegend matige wind tussen Noord en Noord-Oost. Vannacht hier en daar lichte nacht vorst. Morgen ongeveer dezelfde mid dagtempera tuur. 27 April Zon op 5.20 uur, onder 19-56 uur. Maan op 2.49 uur. onder 12.59 uur. Maanstanden 26 April 5.57 uur: Laatste kwartier Hoog en laag water in IJmuiden Maandag 26 April Hoog water: 9.05 en 21 44 uur. Laag water- 4.14 en 16.51 uur. Dinsdag 27 April Hoog water: 10.15 en 23.02 uur. Laag water: 5.20 en 18.1 i^uur. oooooc&A^v:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 1