Deense vorstelijke gasten in
de hoofdstad aangekomen
Engeland doet niet
mee aan uitbreiding
Weerbericht
Door duizenden toegejuicht reden
zij over het versierde Damrak
naar het Koninklijk paleis
Haarlems Dagblad
Blijder geluid
Amsterdam vlagt en juicht
Het woord is aan
Twee Kabinetsvergaderingen op Zondag,
na onverwachte terugkeer van Eden
|f |f 15 |j
68e JAARGANG No 243
MAANDAG 26 APRIL 1954
298e JAARGANG No 91
Lijken van vermiste
Alpinisten gevonden
Minutenlange
toejuichingen
Kransleggitig bij
nationaal monument
De oorlog in Indochina
Aankomst te
A unster dam
Twee volksliederen
Intocht in de hoofdstad
Weurrapport
Bureaux: Kennemerlaan 186, Telef. Adm.5437.
Telef. Redactie 5389, na 5 uur: 5080 (K 2550),
Meervlietstraat 80. - Haarlem: Gr. Houtstr. 93,
Directie, Hoofdredactie en alle afdelingen 15295
(6 lijnen). Adv.tarieven op aanvr. bij de Admin.
Directeur Hoofdredacteur: Robert Peereboom
IJmuider Courant
VELSER
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
EDITIE
Uitgave Grafische Bedrijven Damiate N.V,
Verschijnt dagelijks beh. opZon-en Feestdagen.
Abonnement p. week 50 ct., p. kwartaal 6.50,
franco p. post 7.—. Losse nrs. 12 ct. Giro
rekening 273107 ten name v. Haarl. Dagblad
Directie: P. W. Peereboom en A. D. Huijsman
DE ENGELSE FILOSOOF Lord Bertrand
Russell heeft in de New York Times een
blijder geluid doen horen omtrent het lot
der mensheid dan men tegenwoordig van
zo menigeen, die zich tot voorspellen ge
roepen acht, pleegt te vernemen. Hij ver
werpt de opvatting van „een mensheid,
als voortgedreven door boze geesten en
niet langer meester van haar eigen lot",
radicaal en schrijft haar toe aan luiheid
en bijgeloof. De oorlogsrampen die de
mensen sinds 1914 hebben getroffen en de
bedreiging met nog grotere rampen in
deze tijd zijn niet te wijten aan „het lot"
maar aan de wil van de mens: aan de
hartstocht van velen en de beslissingen
van enkelen. Maar die hartstocht en die
beslissingen kunnen ook geluk brengen.
Enerzijds werkt In de wereld de kracht
van de vijandschap tussen communisten
en niet-communisten, anderzijds die van
het streven, een volgende wereldoorlog te
vermijden. Die krachten hebben elkaar tot
dusver in een angstaanjagend onzeker
evenwicht gehouden. Men zou zich een
betrekkelijk geringe gebeurtenis kunnen
voorstellen die het verbreekt en een we
reldoorlog ontketent, zegt Russell. Het is
niet zo gemakkelijk zich een gebeurtenis
voor te stellen die fret streven naar vrede
zou versterken, maar toch geloof ik dat
die mogelijk is.
Dan komt hij met zijn voorstel. Hij
grondt het niet op een mogelijke verande
ring in de denkwijze van de Russen, want
hij gelooft niet dat zij in een nabije toe
komst de Bergrede zullen gaan toepassen.
Evenmin gelooft hij aan pogingen om el
kaar van wederzijds standpunt af te
brengen of aan eenzijdige concessies, die
alleen tot overvragen zullen leiden en tot
het bereiken van een punt van weerstand.
Lord Bertrand Russell wil overleg baseren
op de zijns inziens enige overtuiging die
aan beide zijden wordt aanvaard: name
lijk dat een wereldoorlog even rampzalig
zou zijn voor de overwinnaar als voor de
verliezer. Er is niets bij te winnen en
alles te verliezen. U kent deze overtuiging
uit dit blad; er zijn anderen die haar po
gen te verbreiden. De wijze oude Brit wil
de vernietiging, die een nieuwe oorlog zou
veroorzaken, tot enig agendapunt van een
conferentie der groten laat ons zeggen:
Big Five maken. Hij wil die conferentie
doen voorbereiden door neutralen, die een
document zouden moeten opstellen waarin
de te verwachten uitwerking van een vol
gende oorlog zou zijn neergelegd. Hij stelt
zich voor dat de neutralen daarop de com
mentaar der machtigen zouden vragen en
acht het mogelijk dat die als het werk
goed gedaan was eensluidend zou zijn.
Een erkenning van de juistheid der argu
mentatie. Erkenning tegenover de neutra
len zou erkenning tegenover elkaar mee
brengen, die zich niet zou moeten beper
ken tot staatslieden maar vergroot moeterj
worden door onbeperkte publiciteit van
het document. Het rapport zou de verlie
zen in het licht moeten stellen die vrijwel
iedereen in oorlogvoerende landen zou lij
den: niet alleen door de volledige vernie
tiging van steden maar ook door die van
oogsten en de verspreiding van ziekten.
Ongetwijfeld terecht merkt Lord Rus
sell op dat niets bereikt wordt met de
wederzijdse machts-propaganda die nu
gemaakt wordt. Op „zijn" conferentie zou
niemand „ook maar mogen aanduiden, dat
de ene partij beter was dan de andere, of
een grotere kans zou hebben om te win
nen". Er zou alleen en uitsluitend over
oorlogsgevolgen moeten worden gesproken
tot men het daarover eens zou zijn en
langs die weg tot de zekerheid zou zijn
gekomen, dat de ander evenmin van zins
zou zijn aan te vallen als men dat zelf zou
zijn.
Het klinkt misschien voor menigeen
eenvoudig en naïef, hetgeen altijd het ge
val schijnt te zijn met betogen die een
weg naar vrede aanduiden. Maar dat komt
doordat zovelen eenvoudig" en „naïef'
zijn gaan toepassen op iedere redenering
die niet door wantrouwen beheerst wordt.
Wat is hun oordeel over de wederzijdse
verdachtmakingen en beschuldigingen,
waarvan de wereld vervuld is? Menen /.ij
soms dat die, als geheel beschouwd, iets
nuttigs uitwerken? Dat een beschouwing
als die van Lord Bertrand Russell, zo een
voudig en naïef als men maar wil, belang
stelling oogst in het machtige Amerika
wordt alleen al bewezen door het feit dat
het voornaamste dagblad in dat land. de
New York Times, haar publiceert. Niet
omdat hij een Engelsman is en een filo
soof, want Engelsen en zelfs Engelse filo
sofen zijn er veel. Maar wel omdat er zo
dringend behoefte is aan eenvoudige,
goede raad in de wilde verwarring die
de huidige wereldpolitiek is.
Men zou kunnen zeggen dat voor Lord
Russell's doel die conferentie niet nood
zakelijk is, dat het rapport der neutralen,
dat hij voorstaat, ook op andere wijze aan
de machtigen voorgelegd zou kunnen wor
den met de vraag om hun oordeel. Maar
de conferentie-vorm zou de indruk ver
sterken en de waarde van de publiciteit
van het rapport eveneens. Weer kan men
naar aanleiding van dit betoog de vraag
stellen, al vaak op deze plaats gesteld,
waarom regeringen van landen die niet
direct in de koude oorlog betrokken zijn,
van kleine landen desnoods, geen oor
spronkelijkheid en initiatief tonen met het
uitsluitend doel, de mensheid wakker te
schudden uit een nare droom. Regeringen
doen dat niet? Het is geen diplomatiek
gebruik, of zoiets? En de kerken dan? En
de universiteiten? Dat vroeg of liever
kreet de schrijver H. G. Wells, in de z.g.
stille aanvangsperiode van de tweede we
reldoorlog, tussen September 1939 en
April 1940. De kans op beraad en hande
len is nu beter; er is geen begin van een
oorlog. R. P.
Na negen dagen zoeken hebben reddings
ploegen Zaterdag in het Dachsteingebergte
in Oostenrijk de lijken van zes der tien
Duitse schooljongens tussen vijftien en
zeventien jaar gevonden, die op vijftien
April op een tocht in de bergen in een
zwarè sneeuwstorm verdwenen.
De lijken der drie leraren, onder wie een
vrouw, werden eerder op de dag gevonden.
Uit Milaan wordt gemeld, dat Zaterdag
de lijken van drie bergbeklimmers zijn ge
vonden, die verscheidene dagen geleden
in het Grignolamassief ten Noorden van
Lecco verdwaalden.
was gekomen en de Koning van Denemar
ken, begeleid door Koningin Juliana en ge
volgd door kolonel Von Freiesleben en
vice-admiraal Rost van Tonningen volgden
hem ter inspectie van de door de prachtige
uniformen zo indrukwekkende erewacht.
Na de inspectie betraden de vorstelijke
personen het paleis. Uit de paleiskoepel
werden de koninklijke standaarden gehe
sen.
Slechts enkele minuten daarna versche
nen de heide vorstelijke paren op het pa-
leisbalcon. Lachend en wuivend beant
woordden e ndankten zij voor de toejuichin
gen, die vele minuten lang aanhielden. Een
hartelijke begroeting van het volk, dat zij
met hun bezoek vereren.
Toen enige tijd later de Deense Koning
en Koningin het paleis verlieten om aan
de voet van het nationale monument een
krans te leggen, schreden zij met hun ge
volg door een erehaag van de studenten-
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TïEN PAGINA'S
Bij de foto links:
De begroeting in de hoofdstad: Van links
naar rechts Koningin Ingrid, koningin
Juliana, Prins Bernhard en Koning Frede-
rik. Op de voorgrond de burgemeester van
Amsterdam mr. A. d'Ailly.
Chamfort:
De meest verloren dag van alle
is de dag waarop men niet ge
lachen heeft.
weerbaarheidsverenigingen uit Amster
dam, Leiden en Utrecht, die reikte van de
ingang van het paleis tot voor het monu
ment. Het gevolg bestond ditmaal uit gra
vin Danneskiold, baronesse De Smeth, de
Deense minister Hansen, vice-admiraai
Rost van Tonningen, kolonel Von Freies
leben, kapitein Holm, kapitein Adolph en
kapitein Le Heux.
Bij het monument waren aanwezig mi
nister-president dr. W. Drees, de Deense
gezant Fin Lund, de Commissaris der Ko
ningin in de provincie Noordholland, dr. J.
E. baron de Vos van Steenwijk, burge
meester d'Ailly, schout-bij-nacht Burghard
en de militaire gouverneur van Amster
dam, generaal Dijkstra.
Dr. Drees begroette het Deense Konink
lijk Paar, dat vervolgens bloemen legde
aan de voet van het monument, waarna een
minuut stilte werd betracht. Het Konink
lijk Paar keerde naar het paleis terug na
een uitvoering van J. S. Bachs „Quatre
Chants religieux" door de Amsterdamse
Politiekapel te hebben aangehoord en van
de minister-president afscheid te hebben
genomen.
Toen op 22 Mei van het vorige jaar Koningin Juliana en Prins
Bernhard op het vliegveld Kastrup bij Kopenhagen afscheid
namen van het Deense koningspaar, zeide onze Vorstin tot
haar koninklijke gastvrouwe en gastheer: „Hopelijk zult ge
ons de eer willen aandoen, spoedig naar Nederland te komen,
opdat ge kunt kennis maken met ons mooie land en zijn be
volking, die voor Denemarken en zijn koningshuis zulk een
grote genegenheid koestert."
Binnen een jaar hebben Koning Frederik en Koningin Ingrid
aan deze vriendelijke invitatie gevolg gegeven.
De band tussen de twee kleine landen, voor wie het konings
schap meer dan een symbool is, wordt door de komst van de
Deense souvereinen versterkt. Groter dan vóór de oorlog, die
zowel voor Nederland als voor Denemarken, naast zo veel
ander leed, dat van een vijandelijke bezetting bracht, bestaat
er een innig contact op velerlei gebied tussen de volken van
deze kleine lander*. Tot een verdere versteviging dezer rela
ties kan en zal dit protocolaire bezoek zonder twijfel bij
dragen. Niet de pracht en de praal, welke kenmerkend zijn
voor statiebezoeken, zijn van betekenis, wèl de wederzijdse
sympathie van hen, die geroepen zijn land en volk te leiden.
Dat die sympathie er is, heeft het bezoek van ons Koninklijk
Paar het vorig jaar aan Kopenhagen duidelijk aan de dag
doen treden. Ook het Deense volk zelf, dat al ten tijde van
de rampdagen op ontroerende wijze aan zijn genegenheid
voor het zwaar beproefde Nederland uiting had gegeven,
deed hiervan in die dagen op ondubbelzinnige wijze blijken.
Thans heeft het Nederlandse volk gelegenheid van zijn ge
negenheid en bewondering voor het Deense Koninklijk Paar
blijk te geven. En dat het dit zal doen, lijdt geen twijfel.
LONDEN (Reuter) Maandagochtend is van gewoonlijk betrouwbare Londense
zijde vernomen dat Eden zijn Amerikaanse ambtgenoot Foster Dulles heeft meege
deeld dat Groot-Brittannië thans Frankrijk in Indochina géén aanzienlijke hulp kan
verlenen. Het is niet bekend of deze Britse beslissing op grond van militaire of van
politieke overwegingen is genomen. Zij is het resultaat van twee Britse kabinetsver
gaderingen op Zondag, waarbij ook Eden tegenwoordig was, die ijlings uit Parijs
was terruggekomen.
Op de eerste dag was het een feestelijk
versierd Amsterdam, dat de Deense Koning
en Koningin een hartelijk welkom heeft
toegeroepen. Omstreeks half acht vanmor
gen passeerde de Deense koninklijke trein
de Nederlandse grens. Op het station Ol-
denzaal was namens Koningin Juliana ter
begroeting aanwezig vice-admiraal N. A.
Rost van Tonningen, chef van het Militaire
Huis van de Koningin, die met jhr. D. G.
de Graeff, Kamerheer in buitengewone
dienst en ceremoniemeester, en de kapitein
der artillerie J. le Heux deel uitmaken
van de eredienst, welke aan Koning Fre
derik is toegevoegd. Voorts waren aanwe
zig de Nederlandse gezant bil het Deense
Hof, de heer C. P. Luden, de Dame du
Palais A. J. L. baronesse De Smeth, geb.
baronesse Van Pallandt en de grootofficier
in speciale dienst, mr. J. C. baton Baud, die
tot het gevolg van Koningin Ingrid zullen
behoren en de burgemeester van Oldenzaal,
mr. J. M. J. Corneiissen.
Daar het Deense Koninklijke Paar nog
sliep, werd de begroeting in ontvangst ge
nomen door de adjudant van de Deense
Koning, kapitein ter zee P. P. Holm. Hem
werden bloemen voor de Koningin aange
boden.
Nadat de uit twee rijtuigen bestaande
koninklijke trein van Koningin Juliana,
waarin het Nederlandse gezelschap had
plaatsgenomen, was aangekoppeld, werd de
reis naar Amsterdam voortgezet.
Om twee minuten over tien arriveerde
de Deense koninklijke trein getrokken door
twee zware locomotieven, waarvan de
voorste twee Deense vlaggen op de bum
pers droeg, langs het eerste perron van het
Centraal Station te Amsterdam.
Het Deense Koninklijke Paar werd op
het perron hartelijk verwelkomd door Ko
ningin Juliana en Prins Bernhard.
Tijdens deze begroeting speelde de Ma
rinierskapel, die samen met het Corps Ma
riniers met vaandel op het perron de ere
wacht vormde, het Deense volkslied.
Terwijl Prins Bernhard zich enkele ogen
blikken onderhield met Koningin Ingrid,
inspecteerden Koning Frederik en Koningin
Juliana de erewacht.
Na deze inspectie voegden zich de ove
rige Deense gasten, die met de trein waren
meegekomen bij het gezelschap op het per
ron. Toen volgde ook het voorstellen aan
het Deense Koninklijk paar door Koningin
Juliana en Prins Bernhard van enkele voor
aanstaande Nederlanders: de burgemeester
van Amsterdam, de militaire gouverneur
van de hoofdstad, en de commandant aee-
macht Nederland.
De begroeting op het perron duurde on
geveer vijf minuten. Het gezelschap begaf
zich vervolgens naar de koninklijke wacht
Het Deense volk heeft twee volks
liederen. Het ene lied is „Kong Chris
tian stod ved oejen mast" (Koning
Christiaan stond bij de hoge mast). Dit
wordt gezongen of gespeeld telkens
wanneer de Koning, al of niet vergezeld
door de Koningin officieel verschijnt.
Bij alle andere gelegenheden wordt het
lied ,.Det er en ijndigt land" (Er is een
lieflijk land) gezongen of gespeeld.
kamer, waar zich bevonden de minister
raad, alle staatssecretarissen, jhr. mr. F.
Beelaerts van Blokland, minister van staat
en vice-president van de Raad van State,
generaal B. R. P. P. Hasselman, voorzitter
chefs van staven en chef van de Generale
Staf, vice-admiraal A. de Booy, chef van
de Marinestaf, luitenant-generaal A. Ba-
retta, chef van de luchtmachtstaf, dr. J. E.
baron de Vos van Steenwijk. commissaris
der Koningin in de provincie Noordtiolland,
mej. mr. M. A. Teilegen, directeur van het
kabinet der Koningin, mr. A. A. L. F. van
Dullemen, procureur-generaal bij het ge
rechtshof te Amsterdam, voorts onder an
deren de zes wethouders en de gemeente
secretaris van de hoofdstad, de president
directeur van de Nederlandse Spoorwegen.
Zij allen werden aan de koninklijke bezoe
kers voorgesteld.
Onmiddellijk na de officiële begroeting
in de koninklijke wachtkamer m het Cen
traal Station begaven de vorstelijke perso
nen zich naar buiten, om plaats te nemen
in de gereedstaande open calèches. Terwijl
van het Marine-établissement 21 saluut
schoten werden gelost draaiden de calèches
het Stationsplein on en de duizenden, die
voor het Centraal Station stonden, juichten
enthousiast.
De stoet, welke onder commando stond
van de eerste stalmeester majoor W. F. K.
Bischoff van Heemskerck, bestond uit twee
koninklijke rijtuigen, elk bespannen met
zes van de zadel bereden paarden, en vier
volgrijtuigen, die elk met twee paarden
waren bespannen.
In het eerste rijtuig namen plaats de
ceremoniemeester jhr. D. G. de Graeff en
de Kamerheer in buitengewone dienst van
de Koningin, jhr. mr. E. W. Röell.
Hierna volgde een commando van de
rijkspolitie, waarvan de manschappen voor
deze gelegenheid in nieuwe gala-unifor
men waren gestoken. Vormden deze bere
den politiemannen met hun wit-bepluimde
kolbakken en hun van tressen voorziene
tunieken voor de honderden kijkers al een
bijzondere attractie, de grootste belang-
stelling ging uit naar de koninklijke koet
sen, in de eerste waarvan de Deense Ko
ning en onze Koningin plaats namen. Ko
ningin Ingrid en Prins Bernhard namen in
het tweede statie rijtuig plaats.
Vriendelijk lachend dankten de hoge
gasten voor de enthousiaste manier waar
op zij niet alleen door de Amsterdammers,
maar ook door vele andere landgenoten en
tal van vreemdelingen in Nederlands
hoofdstad welkom werden geheten.
Van het station reed de stoet over het
Damrak naar het koninklijk paleis op de
Dam. De afzetting langs de intochtsroute
welke was versierd met hoge witte masten,
waarvan tussen witte dwarslatten prisma-
vormig rood-wit-blauwe linten waren ge
spannen, werd gevormd door het 431ste en
432ste bataljon infanterie onder comman
do van luitenant-kolonel B. F. M. Wijten-
burg. Van tal van gevels der huizen langs
de weg, die de koninklijke gasten naar het
paleis volgden, wapperden vlaggen in de
Deense en de Nederlandse nationale kleu
ren.
Voor het paleis stond een erewacht van
het garderegiment grenadiers met vaandel,
waarbij was ingedeeld de Koninklijke Mi
litaire Kapei, het geheel onder leiding van
kapitein B. C. J. de Vries.
De commandant van de erewacht meldde
zich terstond nadat de stoet tot stilstand
In Parijs hadden de ministers van Bui
tenlandse Zaken van Frankrijk, Groot-
Brittannië en de Verenigde Staten Zaterdag
hun laatste voorbespreking over de Geneef-
se conferentie gehouden. De Grote Drie
kwamen tot overeenstemming over hun
houding ten aanzien van zekere procedure
kwesties. Zij besloten verdere beslissingen
te nemen tijdens de onderhandelingen met
de Russen. De ministers zijn het er over
eens, dat een definitieve beslissing over het
voorzitterschap niet bereikt kan worden
zonder overeenstemming met de Russen.
Een woordvoerder van het Franse depar
tement van Buitenlandse Zaken zeide Za
terdagavond, dat de Grote Drie vastbe
sloten zijn standvastig te zijn wat betreft
de uitleg van het communiqué van de Ber-
lijnse conferentie. Dit houdt in, dat er vol
gens de Westelijken vier uitnodigende lan
den en geen vijf zijn.
Na de conferentie vloog minister Dulles
naar Genève en ging minister Eden. in
strijd met zijn aanvankelijk plan om door
te vliegen naar Genève, terug naar Londen
voor een bespreking met eerste-minister
Churchill. De wijziging in zijn reisplan was
het gevolg van een door de Franse minis
ter van Buitenlandse Zaken Bidault op de
Brits-Frans-Amerikaanse voorbesprekingen
gedaan verzoek aan de Verenigde Staten en
Groot-Brittannië voor hulp aan de Franse
uniestrijdkrachten in Indochina.
Sir Winston Churchill heeft het Britse
kabinet Zondag tweemaal bijeengeroepen
in een geheime zitting. De vergaderingen
werden bijgewoond door de minister van
Buitenlandse Zaken, Anthony Eden, en
door de stafchefs van leger, vloot en lucht
strijdkrachten van Groot-Brittannië.
Dreigende taal
„Indien er geen ander middel bestaat om
te verhinderen dat Indochina in communis
tische handen valt, zal het Amerikaanse
Congres president Eisenhower machtigen
Amerikaanse troepen naar dit strijdtoneel
te zenden," aldus is de mening van het
republikeinse lid van het Huis van Afge
vaardigden Alvin Bentley. Hij geeft hier
aan uiting in een tot zijn kiezers gericht
rondschrijven.
Bentley wijst er vervolgens op dat de
Amerikaanse regering meent dat het niet
nodig zal zijn tot een dergelijke stap over
te gaan, doch hij verklaart ook dat de
president heeft gezegd dat de Verenigde
Staten zich eenvoudig geen nieuw verlies
in Zuid-Oost-Azië kunnen veroorloven.
..Dit betekent dat, indien de Fransen de
strijd zouden staken en dit gebied voor de
communisten open zou komen te liggen,
het de taak der Verenigde Staten zou. zijn
een verder opdringen der communisten in
Zuid-Oost-Azië te beletten, door de Franse
taak in Indochina over te nemen. Zou het
zo ver komen, dan betekent dit dat wij
slechts ingrijpen om het communisme te
overwinnen en dit zal tevens inhouden dat
wij alle te onzer beschikking staande
wapens op alle oorlogstonelen commu
nistisch China inbegrepen zullen aan
wenden, indien wij dat noodzakelijk zouden
achten om een zege te bespoedigen," aldus
het republikeinse lid van het Amerikaanse
Huis van Afgevaardigden Bentley.
Toch een voorzitter
Nader wordt uit Genève gemeld: Eden
en Molotov zijn overeengekomen, dat Louis
de Scheyven, tijdelijk hoofd van de Belgi
sche delegatie, voorzitter zal zijn van de
openingszitting van de Geneefse conferen
tie.
Louis de Scheyven, secretaris-generaal
van het Belgische ministerie van Buiten
landse Zaken, wordt anderhalf uur voor
het begin van de vergadering te Genève
verwacht.
De Scheyven is hoofd van de Belgische
delegatie in afwachting van de komst van
de minister van Buitenlandse Zaken, Paul
Henri Spaak.
Het Russische departement van Buiten
landse Zaken heeft Zaterdag drie gelijk
luidende nota's op de drie Westelijke am
bassades te Moskou doen overhandigen.
Van de' zijde van deze ambassades werd
vernomen, dat de tekst van deze nota's een
antwoord is op een Amerikaans-Brits-
Franse nota, die Vrijdag naar het Sovjet
departement van Buitenlandse Zaken was
gezonden. Het Russische standpunt ten
aanzien van China wordt in deze antwoord
nota nog eens ongewijzigd herhaald.
(van hedenmorgen 7 uur)
toestand
i r 5ji t- r- zB
Helsinki
onbewolkt
NW
2
1
Stockholm
half bew.
NNO
2
-0
0
Oslo
zwaar bew.
NW
2
1
0,5
Kopenhagen
onbewolkt
NO
2
3
0
Londen
zwaar bew.
NO
6
6
0
Amsterdam
onbewolkt
ONO
7
6
0
Brussel
licht bew.
NNO
2
3
0
Parijs
licht bew.
Innsbruck
regen
windstil
6
0,1
Rome
zwaar beu
ZZO
4
11
0
Op het balcon van het paleis nemen Koning Frederik (geheel rechts) en Koningin
Ingrid (geheel links) de toejuichingen in ontvangst. Koningin Juliana en Prins
Bernhard zien toe.
Neerslag laatste 24 uur
AANHOUDEND DROOG
Verwachting, medegedeeld door het
K.N.M.I. in De Bilt. geldig van Maan
dagavond tot Dinsdagavond, opge
maakt om 10 uur:
Droog weer met over het algemeen
weinig bewolking. Overwegend matige
wind tussen Noord en Noord-Oost.
Vannacht hier en daar lichte nacht
vorst. Morgen ongeveer dezelfde mid
dagtempera tuur.
27 April
Zon op 5.20 uur, onder 19-56 uur.
Maan op 2.49 uur. onder 12.59 uur.
Maanstanden
26 April 5.57 uur: Laatste kwartier
Hoog en laag water in IJmuiden
Maandag 26 April
Hoog water: 9.05 en 21 44 uur.
Laag water- 4.14 en 16.51 uur.
Dinsdag 27 April
Hoog water: 10.15 en 23.02 uur.
Laag water: 5.20 en 18.1 i^uur.
oooooc&A^v: