Op bezoek in een leeszaal voor kinderen Staart en stola z/et méér m Koninklijke Schouwburg viert feest met spectacle coupé De laatste loodjes wegen zwaar Moeder Bickerdyke ZATERDAG 1 MEI 1954 Blouses uit de Franse ateliers WANDELING LANGS DE WINKELRAMEN Audrey Hepburn Een vijfde van anderhalve eeuw Kerken maken aanspraak op meer dan radio kerkdiensten Rotterdammers zagen grote militaire parade INBOEDELVEILING 11/12 MEI 1954 Den Haag en Rijswijk gaan Ypenburg niet exploiteren oor de^O rouw Dp Franse mode-ontwerpers zijn niet achtergebleven met het creë ren van de nieuwste modellen blouses. Het fotomodel hierboven toont u een blouse, uit het atelier van Hubert de Givenchy, van wit te organdie eindigend in een boog aan de voorzijde. De foto hier naast een blouse, die ook gedragen kan worden aan een ..dinner-par ty", ontworpen door Vivian Laure. De sieraden zijn uit de ateliers van Van Cleef en Arpels. In het gebouw Generaal van Merlen hoek Schouwtjeslaan te Haarlem zijn de droge knallen van pistoolschoten verstomd. Al sinds lange jaren trou wens. Nu zitten er blonde en donkere kinderkopjes vol aandacht over hun boeken gebogen. In deze dépendance van de Stadsbibliotheek kun je ze elke Woensdag- en Zaterdagmiddag treffen. „Vroeger was deze ruimte de socië teit van de Bond van Oud-Onderoffjcie- ren en het voormalige schietlokaal is thans de uitleen", zegt het hoofd van dit culturele bedrijfje. Helaas is het ons nog niet pelukt een gebouw in het cen trum van de stad te vinden. Daarom zitten we nog steeds tijdelijk in dit filiaal". Ik kijk eens rond en vind, dat het er best is uit te houden, al zal de afstand voor veel kinderen wel wat bezwaarlijk zijn. Het is er zonnig en gezellig, met lichte gordijnen en fleurige plantjes op de vensterbank. Blank eiken tafeltjes met dito stoeltjes staan in groepjes bij elkaar. Enkele aardige kindertekeningen sieren de wanden. Deze gaan overigens schuil achter kasten met boeken. Daar boven zijn verschillende opschriften aangebracht, zoals: Ontwikkeling, ont spanning, in gebruik. Mijn blik volgend zegt de leidster: „Ieder kind heeft zijn eigen bladwijzer met zijn naam en adres er op. Zo blijft het boek voor hem be waard tot het uit is." „Zijn er nog bepaalde leeftijdsgren zen?" „In principe wel. De kinderen moeten kunnen lezen, dus in de regel krijgen we ze hier niet beneden zes jaar. Soms maken we wel eens een uitzondering: ons jongste klantje is een hummel van twee, die prentenboeken komt kijken. Tot achttien jaar kunnen ze terecht; er is voor elk wat wils, waarmee ik niet wil zeggen, dat we nu wel voldoende boeken bezitten. Er kunnen er nooit ge noeg zijn." Vooral grotere kinderen, die de mid delbare scholen bezoeken en wel eens een spreekbeurt over een opgegeven onderwerp moeten vervullen, zitten er nogal eens in naslagwerken te snuffelen. De jeugdencyclopaedie heeft bijvoor beeld grote aftrek. Ook de atlassen en woordenboeken zijn dikwijls in gebruik bij het maken van huiswerk. „Op de vrije middagen zitten de kin deren het liefst te lezen," "vervolgt mejuffrouw Eisen. „Het huiswerk wordt het meest op Dinsdagavond, de enige avond waarop de leeszaal van zeven tot negen uur open is, gemaakt." Het vreemde bezoek heeft de aan dacht van de lezende kinderen slechts een ogenblik afgeleid. Nu bestaat er nog alleen maar het boek, dat voor hen ligt. Ik kijk over de hoofdjes heen en sta in gedachten te tellen. „Het is nu een beetje stil," glimlacht de leidster, „maar we hebben er wel eens vijftig tegelijk gehad, met regen weer bijvoorbeeld. Dan is er eigenlijk een beetje te weinig plaats."- „U zult dan uw handen wel vol heb ben, veronderstel ik." „Er is altijd genoeg te doen, maar het maakt ons niet uit of er tien of vijftig zitten te lezen. Een kind, dat ge boeid is, is niet lastig." Drie jaar geleden werd op initiatief van de directeur van de Stadsbibliotheek de kinderleeszaal opgericht. In welke behoefte deze voorziet, bli/kt al uit een nuchter cijfer: met de „uitleenkinderen" er bij bedraagt het aantal leden drieën twintighonderd. Het doel is het ver spreiden van goede lectuur onder jon geren. „Bij de uitleen wordt dit doel zoveel mogelijk gepropageerd, maar beter gaat dit nog in de leeszaal waar im mers het persoonlijk contact inniger is. Af en toe praten we eens met deze of gene over het boek, dat ze onder handen hebben en daaruit kunnen we opmaken hoe ze het lezen en of ze alles hebben begrepen of gedeelten er van hebben ver waarloosd. Zo proberen we de kin deren bij te brengen minder opper vlakkig te lezen. Bovendien leren ze zich op een boek concentreren. In een groot gezin, dat klein be huisd is, terwijl er vaak nog een radio staat te gillen, is dat niet zo eenvoudig." De kleintjes tot zes jaar, die nog niet kunnen lezen, krijgen bij de uitleen prentenboeken mee naar huis. Voor deze kleuters is er elke Woensdagmiddag van twee uur af een verteluurtje/ De groten kunnen twee boeken per week lenen een lees- en een ontwikkelend boek. En dit alles kost maar een schijntje: dertig cent voor een knipkaart, waarop tien boeken kunnen worden verkregen. Het bezoek aan de leeszaal is gratis. Ik loop wat tussen de tafeltjes door. Groot en klein zitten er naast elkaar. Een krullebol, die nauwelijks boven het tafelblad uitsteekt, is verdiept in de ge heimen van aap-noot-mies. Een jog uit •de vierde klas zit tot over zijn oren in Pinokkio en vindt het maar half prettig, als ik hem wat vraag. Maar een oudere jongen laat me enthousiast de omslag van zijn boek zien: Tijl Uilenspiegel. „Wat lees je het liefst?", vraag ik hem. „Spannende boeken," antwoordt hij, „waarin een heleboel gebeurt." Op het wat kattige gezicht van een donker meisje komt een enigszins spottende uit- Zoet en stil stond achter een winkel raam een meisje dromerig voor zich uit te staren. Alleen haar kopje was zichi- baar, de rest moest er bij gedacht worden. Om haar raffiahals droeg zij glinsterende kralen, in haar raffia- oren hingen lange oorbeLlen, op haar schoudertje had zij een zijden pochette gespeld en aan haar achterhoofd bun gelde een gele raffia-paardenstaart. Nu doen al die lelijke paardenstaarten aan al die lieve meisjeshoofdjes mij toch altijd denken aan de verdrietige blik van het paard van de melkboer, dat in de natte regen berustend op zijn baas staat te wachten, maar deze lelijke raffia-paardenstaart maakte zelfs het vooraanzicht van het meisjeskopje tot een misplaatst grapje. Iets anders van raffia was wel aan trekkelijk en practisch bovendien. Dat zag ik toen ik een week of wat geleden in Enschedé winkelde. In nagenoeg ieder huishouden is tegenwoordig een blikje Nes café te vinden. Deze koffie-ex- tract in poeder- vorm is dan ook zeer gemakkelijk: bij onverwacht bezoek, voor het kopje koffie na de maaltijd, voor iedereen die op de dag buitens huis werkt en voof iedereen die tegen koffiezetten opziet. Speciaal voor de Nescaféliefheb bers stond er achter een winkelraam een alleraardigst raffia-hoesje dat pre cies om het Nescafé-blikje past. Een mandje is het eigenlijk, met een raffia- deksel plus raffiaknop. Wie handig is zou het best zelf kunnen maken, van raffia, van plasticdraad of desnoods van kunstzijde. Overigens heb ik dit keer eens rond gesnuffeld in een modemagazijn. Het eerste wat opviel was een plastic tasje. In het tasje bleek een ventiel te zitten. Als men hierdoor een hoeveelheid lucht heeft geblazen doet het tasje dienst als luchtkussen. Het is misschien iets voor mensen met pijnlijke ruggen, die niet meer zonder hun kussentje-in-de-rug uit gaan. Opgevouwen heeft het lucht kussen dezelfde omvang als de bekende gummi-tasjes: ngeveer 15 bij 7 centi meter. Het is verkrijgbaar in rood, blauw of groen en in twee maten. Er zijn weekeindkoffertjes geheel van linnen. Ze wegen nagenoeg niets. Het slappe deksel sluit met een rits langs drie zijden. Het voordeel van dit slappe deksel is dat er altijd nóg iets in de koffer kan worden gepropt. Er zijn Italiaanse rieten tassen in overvloed, boodschappentassen, hand- Audrey Hepburn, wier ster opging met „Roman Holiday", is een enthou siast beoefenaarster van zeilen. We zien haar hier voor de mast in een ogenschijnlijk ongedwongen pose. drukking, maar als ze zelf aan het woord is, vertelt ze geestdriftig van Abeltje uit het boek van Annie Schmidt, waar ze zo verrukt van is. „Jongens hebben over het algemeen het meest belangstelling voor avontu renboeken met veel handeling, zoals die van A. D. Hildebrandt en Dick Laan. De ontwikkeling van de techniek en de vliegwereld interesseert ze ook bijzon der," vei'telt mejuffrouw Eisen. „Een enkel meisje leest ook wel eens een jongensboek, maar zij wippen al gauw op de bakvisboeken over." Ja, denk ik en vlak ook de moeders niet uit, die bijna uitsluitend lectuur voor teenagers lezen. Uit een oogpunt van cultuurverbreiding beschouwd is dit nu niet bepaald een verheugend ver schijnsel. Opmerkelijk is het verband tussen het boek enerzijds en film en radio ander zijds. Toen de film „Heidi" werd ge draaid, werd de uitleen bestormd met vragen om het boek. Hetzelfde was het geval gedurende de uitzendingen van de kinderstrip „Monus". Mag ik dan tot slot nog bekennen zelf buitengewoon gecharmeerd te zijn geweest van de collectie Franse pren tenboeken? Ze zijn verlucht met prach tige artistieke prenten. In ons land met zijn kleine taalgebied kunnen dergelijke boeken helaas niet worden gedrukt. Zelfs een volwassene raakt er niet op uitgekeken en dat pleit toch wel voor de kunstzinnige uitvoering. TINEKE RAAT. tassen en tasjes in alle maten en prij zen. De zwarte tas die het midden hield tussen een handtas en een boodschap pentas lokte mij het meeste aan. De tas is gemaakt van een fijn soort riet, een gestyleerd zusje van de raffia, terwijl voor het borduurwerk raffia werd ge bruikt. De tas is gevoerd, loopt naar boven wat nauwer toe en sluit met een klep. Eigenlijk heeft de sluiting meer weg van een vierkant deksel met een rand en een raffia knoop in het midden. In datzelfde modehuis zijn verder schattige badschoentjes te krijgen van riet met een platte rieten zool en een inlegzooltje van badstof, of strand schoentjes met rubberzooi en door lopende rubber hak terwijl het boven werk van gevlochten raffia is. De bad- stola is natuurlijk ook verrukkelijk straks aan het strand. Het is een flinke lange lap van dubbele badstof, waar men zich met gemak na het baden vol slagen in kan wikkelen. Wat het ondergoed betreft gaan wij blijkbaar weer terug naar onze voor ouders. Wij dragen weer stijve wit katoenen onderjurken met broderie bovenstuk.de rok is afgewerkt met mooie kant van dezelfde stof. Helemaal precies hetzelfde als die van groot moeder is de stof niet. Het katoen van nu lijkt wel batist. Van dit wit batist kunnen wij desgewenst een onderjurk in twee delen nemen: een jupon en een taille. Onder een doorschijnend blousje staat zo'n taille van broderiekatoen keurig en de stijve jupon doet de dunne ruimklokkende zomerjurk wijd uit staan. Ook voor kinderen zijn er schat tige onderjurkjes van wit katoen. Als practische reiskleding is een deux-pièces van orlon aan te bevelen. Orion is poreuzer dan nylon en heeft overigens dezelfde practische voor delen: het wast gemakkelijk, droogt snel en behoeft niet te worden ge streken. Deze orlon deux-pièces heb ik evenwel alleen in deze éne modezaak gezien. Waarschijnlijk weet nog niet ieder een dat veel regenkleding gevoerd is met een stof die bij koud weer warm en bij warm weer koel houdt. Het wordt milium of alumium genoemd. In deze namen zit iets van het woord alu minium. Dat is ook juist, want deze changeant-voering is bespoten met aluminium. Al heeft de voering aan de zichtbare kant de kleur van de regen jas, de andere kant is altijd grijs, alu- minium-grijs. In Amerika heeft deze bijzondere stof grote opgang gemaakt en wordt zij voor verscheidene andere kledingstukken gebruikt. ANNEKE Zolang de lente nog op'*lich laat wachten, verlangen we naar stevige kost, die onze lichaamsbrandstof kan aanvullen. We raken in de kou n.l. veel warmte kwijt. En daar zetmeel een uit stekende brandstof is, doen we eens een extra schep aardappelen in de pan of binden de pap wat dikker met haver mout, grutten of gort. Naast al deze meelspijzen mag een flinke portie groente niet ontbreken, terwijl ook fruit geregeld op tafel be hoort te verschijnen ter vergroting van onze weerstand en voor een goede spijs vertering. MENU Tomatensoep - Varkenslapjes, aardappelen, witlof, jus - Appelcake. Aardappelenpuree, groene erwten met winterpeen - Pap van boekweitgrutten. Balkenbrij of zure zult, aardap pelen, rode kool, jus - Griesmeelpudding. Gebakken lever, aardappelen, schor seneren - Yoghurt met beschuit. Gestoofde makreel, aardappelen, sla van veldsla, rode kool en appel - Havermoutpap met stroop. Gebakken ei, rijst, gebakken uien, mosterdsaus - Fruitsla. Stamppot van aardappelen en kool raap, rookworst - Rijst in bessensapsaus. 1. Varkenslapjes zijn in ongeveer 20 minuten gaar. Zij kunnen het best eerst vlug aan weerszijden bruin gebakken worden en daarna zacht nagestoofd. Witlof smaakt minder bitter, wanneer uit het ondereinde van de stronkjes het pitje wordt geboord. Wordt het lof klein gesneden gekookt, dan kan het gehele pitje worden verwijderd, nadat de stronkjes in de lengte zijn doorgesneden. Van lofkooknat, met water en een scheut melk verdund, kan een lekkere soep worden gemaakt. 2. Wie aan een heelblijvende erwten soort de voorkeur geeft, kan b.v. wor- telerw'en kiezen. 3. Baikenbrij wordt in dikke plakken gesneo en, door bloem gewenteld en vlug bruin gebakken, zult wordt eveneens in dikke plakken, koud opgedaan, des gewenst met slasaus en een garnering van peterselie of sla. Houd een stuk kool achter voor een slaatje. 4. Bak plakken lever slechts kort, on geveer 10 minuten. Het verkleuren van schorseneren kan voorkomen worden door de stengels bij stukjes tegelijk te schrappen en deze onmiddelijk in ruim water met een scheutje melk te leggen. 5. Makreel, een vette vissoort, wint aan smaak wanneer aan het stoofnat een weinig citroensap, azijn of toma tenpuree wordt toegevoegd. Voor de sla worden de kool en appel fijngesneden, de veldsla alleen goed ge wassen en uitgeslagen. 6. Kook wat meer rijst dan nodig is voor de warme maaltijd en houd een deel ervan achter voor de toespijs van de volgende dag. Reken per kopje rijst circa 2 kopjes water. ADVERTENTIE In her jaar waarin de wereld het vertrek herdenkt van Florence Nightingale naar het strijdtoneel op de Krira, in October een eeuw geleden, brengt Libelle het ware verhaal van een andere heldhaftige vrouw, de „Heldin der Amerikaanse slagvelden": Een onbekende weduwe redde duizenden soldaten het leven door als een moeder voor hen te zorgen. De beroemde generaal Ulysses Grant zei van haar: „Zij staat in rang boven mij!" Het dankbare Amerikaanse volk richtte een standbeeld voor haar op. In Libelle van 8 Mei begint dit ontroerende levensverhaal, een late hulde aan een ten onrechte vergeten, grootse vrouwenfiguur. EXTRA We kelt] kt het aardige kinderblad TOMBOLA óf maandelijks een C0MPLE1 ROMAS BIJ LAGE. Honderdvijftig jaren Koninklijke Schouw burg in Den Haag anderhalve eeuw Ne derlandse toneelkunst van voorname al lure. Ter gelegenheid van dit uitzonder lijke jubileum werd een boekje uitgegeven, waarin dr. H. E. van Gelder de belevenis sen van de mooiste schouwburg van Ne derland heeft beschreven. Bladerend door en lezende in dit met grote zorg uitgevoerde geschrift, krijgt men een brok prachtig Nederlands toneel leven voor zich, dat voldoende is om te overtuigen, dat dit schouwburgjubileum niet alleen een Haagse aangelegenheid is. Het is een Nederlands jubileum, want, bin nen de muren van dit oorspronkelijk als paleis ontworpen, tot paardenstal verneder de en tot schouwburg herboren gebouw is in honderdvijftig jaren Nederlandse to neelgeschiedenis gemaakt en een grote tra ditie gevestigd. De groten van ons vaderlandse toneel hebben in deze Haagse schouwburg waarvoor, gelet op de uitnemende staat van dienst, het praedicaat Koninklijke meer is dan een welwillend ornament hun triomfen gevierd en er hun faam be vestigd. En in de Haagse Comedie als vaste bespeelster van de Konink'ijke Schouwburg hebben deze groten opvotgers gevonden, hun faam en de traditie van het Haagse toneelleven waardig. Geen wonder, dat dit jubileum met bij zondere luister is gevierd aan de vooravond van de dag waarop het honderdvijftig jaar geleden is, dat de schouwburg met een opvoering van „Semiramis" van Voltaire door het „Amsterdamsch Tooneelgezel- schap" zijn poorten opende. De viering met een spectacle coupé tijdens een gala avond heeft van deze honderdenvijftig jaar er dertig doen herleven. Dertig jaar Haags toneel, welke het bewijs welk een ongemeen gevarieerd en boeiend répertoire er in deze periode over het voetlicht is ge bracht. En tegelijk heeft men in het ge- bodene een beeld gekregen van de ont wikkeling, welke zich in die dertig jaren heeft voltrokken. Deze constatering alleen reeds was voldoende om de aandacht ge durende vijf uren, die de voorstelling duurde, gevangen te houden. En hoe heeft men Cor van der Lugt Mel- ADVERTENTIE Vraagt geïllustr. catalogus P. F. L DE RIDDER HARTENSTRAAT 21, A'DAM C. De Oecumenische raad van kerken in Nederland heeft zich tot de Staten-Gene- raal gewend met een brief, waarin de raad zijn standpunt over de plaats van de ker kelijke uitzendingen in het ontwerp-om- roepwet en de televisienota uiteenzet. Wat het ontwerp-omroepwet betreft, blijkt de Oecumenische raad erkentelijk te zijn voor de bijzondere regeling, waardoor aan de kerken zendtijd wordt verleend. Toch is de Raad verontrust over het feit, dat de kerken straks slechts kerkdiensten zouden kunnen uitzenden, terwijl thans het I.K.O.R. kerkelijke uitzendingen verzorgt. Onder deze uitzendingen vallen ook: cate chisatie, bijbelvertellingen voor jongeren, ziekenuren, reportages van kerkelijke ge beurtenissen. Zou het ontwerp wet worden, dan zouden deze uitzendingen, die binnen het kader van de normale pastorale en apos- tolaire werkzaamheden van de kerken lig gen, onmogelijk worden. De Oecumenische raad pleit er voor, dat de kerken zendtijd krijgen niet alleen voor kerkdiensten, maar voor „kerkelijke uit zendingen". Ten aanzien van de televisie nota merkt de Oecumenische raad op, dat ook hier aan de kerken zendtijd voor kerk diensten toegewezen zou worden, maar dat het hier nog meer klemt kerken niet alleen aan deze vorm van verkondiging te binden. De wijze, waarop de kerken het evangelie kunnen verkondigen door de beeldomroep, staat immers nog allerminst vast. Wordt aan de kerken de mogelijkheid gegeven het evangelie in beeld te brengen, dan zal het aan de kerken moeten worden overge laten, te beoordelen, op welke wijze zij dit doen zullen. De Oecumenische raad dringt er dan ook op aan, in het televisie- besluit te bepalen, dat aan de kerken zendtijd worden gegeven voor „kerkelijke uitzendingen". sert, Annie van Ees (in „De man die de klappen krijgt" en „Boefje" en Jacques Reule (in „Het Politieraadsel") toege juicht. Men waande zich weer terug in de tijd, dat zij hun grote triomfen vierden. Herinnert u zich nog Arsenicum en oude kant, Pygmalion, Toontje heeft een paard getekend, of die kostelijke thriller De nacht van de 16e Januari? Scènes daaruit werden thans voor het voetlicht gebracht. Er werd kostelijk gespeeld, ook gister avond: die Truffeldino van Jan Retèl uit „De knecht van twee meesters" of dat heerlijk dolle kwartet uit „Waarom jok je, Chérie bijvoorbeeld. Zo hebben de feestvierende Haagse to neelminnaars onder geleide van de direc teur van de Koninklijke Schouwburg, de gewezen aoteur Bob van Leersum, een wandeling gemaakt door een stukje Haagse toneelgeschiedenis. En velen zullen hebben gedacht: dat moesten ze nu nog eens helemaal spelen. Wij even zo snel en wij vergeten zo snel, maar op deze avond hebben wij weer eens gezien en gehoord hoeveel waardevols, boeiends en schoons ons vaderlandse toneel bij alle moeilijk heden en bij alle ontsporingen ook in ar tistiek opzicht heeft gebracht. En wanneer dat waardevolle weer eens in de herinnering wordt teruggebracht, dan kan men alleen maar verheugd zijn, dat de Koninklijke Schouwburg het ander halve eeuw heeft mogen volhouden. Want van wat er in dit Haagse gebouw de intiemste best geoutilleerde schouwburg van Nederland wordt gepresteerd, straalt ook het een en ander uit naar die velen in den lande, die onze vaderlandse toneelkunst een warm hart toedragen. Op Koninginnedag is op de Coolsingel te Rotterdam een militaire parade gehou den, die voor het stadhuis werd afgeno men door de minister van Oorlog en van Marine, ir. C. Staf, vice-admiraal H. C. W. Moorman, staatssecretaris van marine, mr. F. J. Kranenburg, staatssecretaris van Oorlog, generaal B. R. P. F. Hasselman, chef van de Generale staf, luitenant-ge- neraal-waarnemer A. Baretta, chef Lucht machtstaf, en commandeur L. Brouwer, namens de chef Marinestaf. Zesduizend militairen deden aan deze wapenschouw mee, van wie 4000 man bij de troepen te voet behoorden. De overigen maakten deel uit van de gemechaniseerde en gemotoriseerde troepen, waartoe de 46 zware Centuriontanks behoorden. De gehele colonne had een lengte van zeven kilometer en het voorbijtrekken duurde ongeveer een uur. Toen de laatste man van de troepen te voet gepasseerd was, kwam het vliegend materieel. Eerst 24 vliegtuigen Van de Marine-luchtvaartdienst, vier Neptunes, acht Avengers, zes Harpoons en zes Sea- furies. Daarna verschenen Gloster Meteor en Thunderjet-straaljagers van de Ko ninklijke Luchtmacht. De vliegtuigschouw werd besloten met het overvliegen van zestien „Piper Cubs". ADVERTENTIE Verkooplokaal NOTARISHUIS Dir. W N WOLTERINK Bilderdijkstraat bij de Zijlweg Haarlem - Tel fK 2500» 11928 Inzendingen van huisraad worden dagelijks aangenomen Eigen afhaaldienst In 1952 hebben Den Haag en Rijswijk plannen ontworpen voor een exploitatie van het vliegveld Ypenburg door beide ge meenten. De naamloze vennootschap werd de meest geschikte vorm van samenwerking tussen gemeenten en particulieren geacht. Als partners bij de oprichting zouden de gemeenten 's-Gravenhage en Rijswijk op treden. Echter zou de mogelijkheid wor den opengelaten voor deelneming van andere belanghebbenden. De N.V. zou voor de financiering van de vaste middelen een kapitaalbehoefte hebben van ten minste rond ƒ5.250.000. De op te richten N.V. zou van de N.V. vliegveld „Ypenburg" het huidige vlieg veld overnemen. In principe was overeen stemming bereikt over een overnameprijs van ƒ3.100.000. Over het militaire medegebruik, dat van het vliegveld zou worden gemaakt, was met het ministerie van Oorlog principiële overeenstemming bereikt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 9