Op bezoek in een
leeszaal voor kinderen
Staart en stola
z/et méér m
Koninklijke Schouwburg viert
feest met spectacle coupé
De laatste loodjes
wegen zwaar
Moeder Bickerdyke
ZATERDAG 1 MEI 1954
Blouses uit de
Franse ateliers
WANDELING LANGS DE WINKELRAMEN
Audrey Hepburn
Een vijfde van anderhalve eeuw
Kerken maken aanspraak
op meer dan radio
kerkdiensten
Rotterdammers zagen
grote militaire parade
INBOEDELVEILING 11/12 MEI 1954
Den Haag en Rijswijk
gaan Ypenburg niet
exploiteren
oor
de^O
rouw
Dp Franse mode-ontwerpers zijn
niet achtergebleven met het creë
ren van de nieuwste modellen
blouses. Het fotomodel hierboven
toont u een blouse, uit het atelier
van Hubert de Givenchy, van wit
te organdie eindigend in een boog
aan de voorzijde. De foto hier
naast een blouse, die ook gedragen
kan worden aan een ..dinner-par
ty", ontworpen door Vivian Laure.
De sieraden zijn uit de ateliers
van Van Cleef en Arpels.
In het gebouw Generaal van Merlen
hoek Schouwtjeslaan te Haarlem zijn
de droge knallen van pistoolschoten
verstomd. Al sinds lange jaren trou
wens. Nu zitten er blonde en donkere
kinderkopjes vol aandacht over hun
boeken gebogen. In deze dépendance
van de Stadsbibliotheek kun je ze elke
Woensdag- en Zaterdagmiddag treffen.
„Vroeger was deze ruimte de socië
teit van de Bond van Oud-Onderoffjcie-
ren en het voormalige schietlokaal is
thans de uitleen", zegt het hoofd van dit
culturele bedrijfje. Helaas is het ons
nog niet pelukt een gebouw in het cen
trum van de stad te vinden. Daarom
zitten we nog steeds tijdelijk in dit
filiaal".
Ik kijk eens rond en vind, dat het er
best is uit te houden, al zal de afstand
voor veel kinderen wel wat bezwaarlijk
zijn. Het is er zonnig en gezellig, met
lichte gordijnen en fleurige plantjes op
de vensterbank. Blank eiken tafeltjes
met dito stoeltjes staan in groepjes bij
elkaar. Enkele aardige kindertekeningen
sieren de wanden. Deze gaan overigens
schuil achter kasten met boeken. Daar
boven zijn verschillende opschriften
aangebracht, zoals: Ontwikkeling, ont
spanning, in gebruik. Mijn blik volgend
zegt de leidster: „Ieder kind heeft zijn
eigen bladwijzer met zijn naam en adres
er op. Zo blijft het boek voor hem be
waard tot het uit is."
„Zijn er nog bepaalde leeftijdsgren
zen?"
„In principe wel. De kinderen moeten
kunnen lezen, dus in de regel krijgen
we ze hier niet beneden zes jaar. Soms
maken we wel eens een uitzondering:
ons jongste klantje is een hummel van
twee, die prentenboeken komt kijken.
Tot achttien jaar kunnen ze terecht; er
is voor elk wat wils, waarmee ik niet
wil zeggen, dat we nu wel voldoende
boeken bezitten. Er kunnen er nooit ge
noeg zijn."
Vooral grotere kinderen, die de mid
delbare scholen bezoeken en wel eens
een spreekbeurt over een opgegeven
onderwerp moeten vervullen, zitten er
nogal eens in naslagwerken te snuffelen.
De jeugdencyclopaedie heeft bijvoor
beeld grote aftrek. Ook de atlassen en
woordenboeken zijn dikwijls in gebruik
bij het maken van huiswerk.
„Op de vrije middagen zitten de kin
deren het liefst te lezen," "vervolgt
mejuffrouw Eisen. „Het huiswerk wordt
het meest op Dinsdagavond, de enige
avond waarop de leeszaal van zeven tot
negen uur open is, gemaakt."
Het vreemde bezoek heeft de aan
dacht van de lezende kinderen slechts
een ogenblik afgeleid. Nu bestaat er nog
alleen maar het boek, dat voor hen ligt.
Ik kijk over de hoofdjes heen en sta in
gedachten te tellen.
„Het is nu een beetje stil," glimlacht
de leidster, „maar we hebben er wel
eens vijftig tegelijk gehad, met regen
weer bijvoorbeeld. Dan is er eigenlijk
een beetje te weinig plaats."-
„U zult dan uw handen wel vol heb
ben, veronderstel ik."
„Er is altijd genoeg te doen, maar
het maakt ons niet uit of er tien of
vijftig zitten te lezen. Een kind, dat ge
boeid is, is niet lastig."
Drie jaar geleden werd op initiatief
van de directeur van de Stadsbibliotheek
de kinderleeszaal opgericht. In welke
behoefte deze voorziet, bli/kt al uit een
nuchter cijfer: met de „uitleenkinderen"
er bij bedraagt het aantal leden drieën
twintighonderd. Het doel is het ver
spreiden van goede lectuur onder jon
geren.
„Bij de uitleen wordt dit doel zoveel
mogelijk gepropageerd, maar beter
gaat dit nog in de leeszaal waar im
mers het persoonlijk contact inniger
is. Af en toe praten we eens met
deze of gene over het boek, dat ze
onder handen hebben en daaruit
kunnen we opmaken hoe ze het
lezen en of ze alles hebben begrepen
of gedeelten er van hebben ver
waarloosd. Zo proberen we de kin
deren bij te brengen minder opper
vlakkig te lezen. Bovendien leren
ze zich op een boek concentreren.
In een groot gezin, dat klein be
huisd is, terwijl er vaak nog een
radio staat te gillen, is dat niet zo
eenvoudig."
De kleintjes tot zes jaar, die nog niet
kunnen lezen, krijgen bij de uitleen
prentenboeken mee naar huis. Voor deze
kleuters is er elke Woensdagmiddag van
twee uur af een verteluurtje/ De groten
kunnen twee boeken per week lenen
een lees- en een ontwikkelend boek. En
dit alles kost maar een schijntje: dertig
cent voor een knipkaart, waarop tien
boeken kunnen worden verkregen. Het
bezoek aan de leeszaal is gratis.
Ik loop wat tussen de tafeltjes door.
Groot en klein zitten er naast elkaar.
Een krullebol, die nauwelijks boven het
tafelblad uitsteekt, is verdiept in de ge
heimen van aap-noot-mies. Een jog uit
•de vierde klas zit tot over zijn oren in
Pinokkio en vindt het maar half prettig,
als ik hem wat vraag. Maar een oudere
jongen laat me enthousiast de omslag
van zijn boek zien: Tijl Uilenspiegel.
„Wat lees je het liefst?", vraag ik hem.
„Spannende boeken," antwoordt hij,
„waarin een heleboel gebeurt." Op het
wat kattige gezicht van een donker
meisje komt een enigszins spottende uit-
Zoet en stil stond achter een winkel
raam een meisje dromerig voor zich uit
te staren. Alleen haar kopje was zichi-
baar, de rest moest er bij gedacht
worden. Om haar raffiahals droeg zij
glinsterende kralen, in haar raffia-
oren hingen lange oorbeLlen, op haar
schoudertje had zij een zijden pochette
gespeld en aan haar achterhoofd bun
gelde een gele raffia-paardenstaart. Nu
doen al die lelijke paardenstaarten aan
al die lieve meisjeshoofdjes mij toch
altijd denken aan de verdrietige blik
van het paard van de melkboer, dat in
de natte regen berustend op zijn baas
staat te wachten, maar deze lelijke
raffia-paardenstaart maakte zelfs het
vooraanzicht van het meisjeskopje tot
een misplaatst grapje.
Iets anders van raffia was wel aan
trekkelijk en practisch bovendien. Dat
zag ik toen ik een week of wat geleden
in Enschedé winkelde. In nagenoeg
ieder huishouden
is tegenwoordig
een blikje Nes
café te vinden.
Deze koffie-ex-
tract in poeder-
vorm is dan ook
zeer gemakkelijk:
bij onverwacht
bezoek, voor het
kopje koffie na
de maaltijd, voor
iedereen die op
de dag buitens
huis werkt en voof iedereen die tegen
koffiezetten opziet.
Speciaal voor de Nescaféliefheb
bers stond er achter een winkelraam
een alleraardigst raffia-hoesje dat pre
cies om het Nescafé-blikje past. Een
mandje is het eigenlijk, met een raffia-
deksel plus raffiaknop. Wie handig is
zou het best zelf kunnen maken, van
raffia, van plasticdraad of desnoods
van kunstzijde.
Overigens heb ik dit keer eens rond
gesnuffeld in een modemagazijn. Het
eerste wat opviel was een plastic tasje.
In het tasje bleek een ventiel te zitten.
Als men hierdoor een hoeveelheid lucht
heeft geblazen doet het tasje dienst als
luchtkussen. Het is misschien iets voor
mensen met pijnlijke ruggen, die niet
meer zonder hun kussentje-in-de-rug
uit gaan. Opgevouwen heeft het lucht
kussen dezelfde omvang als de bekende
gummi-tasjes: ngeveer 15 bij 7 centi
meter. Het is verkrijgbaar in rood,
blauw of groen en in twee maten.
Er zijn weekeindkoffertjes geheel
van linnen. Ze wegen nagenoeg niets.
Het slappe deksel sluit met een rits
langs drie zijden. Het voordeel van dit
slappe deksel is dat er altijd nóg iets in
de koffer kan worden gepropt.
Er zijn Italiaanse rieten tassen in
overvloed, boodschappentassen, hand-
Audrey Hepburn, wier ster opging
met „Roman Holiday", is een enthou
siast beoefenaarster van zeilen. We
zien haar hier voor de mast in een
ogenschijnlijk ongedwongen pose.
drukking, maar als ze zelf aan het woord
is, vertelt ze geestdriftig van Abeltje uit
het boek van Annie Schmidt, waar ze
zo verrukt van is.
„Jongens hebben over het algemeen
het meest belangstelling voor avontu
renboeken met veel handeling, zoals die
van A. D. Hildebrandt en Dick Laan. De
ontwikkeling van de techniek en de
vliegwereld interesseert ze ook bijzon
der," vei'telt mejuffrouw Eisen. „Een
enkel meisje leest ook wel eens een
jongensboek, maar zij wippen al gauw
op de bakvisboeken over."
Ja, denk ik en vlak ook de moeders
niet uit, die bijna uitsluitend lectuur
voor teenagers lezen. Uit een oogpunt
van cultuurverbreiding beschouwd is dit
nu niet bepaald een verheugend ver
schijnsel.
Opmerkelijk is het verband tussen het
boek enerzijds en film en radio ander
zijds. Toen de film „Heidi" werd ge
draaid, werd de uitleen bestormd met
vragen om het boek. Hetzelfde was het
geval gedurende de uitzendingen van de
kinderstrip „Monus".
Mag ik dan tot slot nog bekennen
zelf buitengewoon gecharmeerd te zijn
geweest van de collectie Franse pren
tenboeken? Ze zijn verlucht met prach
tige artistieke prenten. In ons land met
zijn kleine taalgebied kunnen dergelijke
boeken helaas niet worden gedrukt.
Zelfs een volwassene raakt er niet op
uitgekeken en dat pleit toch wel voor
de kunstzinnige uitvoering.
TINEKE RAAT.
tassen en tasjes in alle maten en prij
zen. De zwarte tas die het midden hield
tussen een handtas en een boodschap
pentas lokte mij het meeste aan. De tas
is gemaakt van een fijn soort riet, een
gestyleerd zusje van de raffia, terwijl
voor het borduurwerk raffia werd ge
bruikt. De tas is gevoerd, loopt naar
boven wat nauwer toe en sluit met een
klep. Eigenlijk heeft de sluiting meer
weg van een vierkant deksel met een
rand en een raffia knoop in het midden.
In datzelfde modehuis zijn verder
schattige badschoentjes te krijgen van
riet met een platte rieten zool en een
inlegzooltje van badstof, of strand
schoentjes met rubberzooi en door
lopende rubber hak terwijl het boven
werk van gevlochten raffia is. De bad-
stola is natuurlijk ook verrukkelijk
straks aan het strand. Het is een flinke
lange lap van dubbele badstof, waar
men zich met gemak na het baden vol
slagen in kan wikkelen.
Wat het ondergoed betreft gaan wij
blijkbaar weer terug naar onze voor
ouders. Wij dragen weer stijve wit
katoenen onderjurken met broderie
bovenstuk.de rok is afgewerkt met
mooie kant van dezelfde stof. Helemaal
precies hetzelfde als die van groot
moeder is de stof niet. Het katoen van
nu lijkt wel batist. Van dit wit batist
kunnen wij desgewenst een onderjurk
in twee delen nemen: een jupon en een
taille. Onder een doorschijnend blousje
staat zo'n taille van broderiekatoen
keurig en de stijve jupon doet de dunne
ruimklokkende zomerjurk wijd uit
staan. Ook voor kinderen zijn er schat
tige onderjurkjes van wit katoen.
Als practische reiskleding is een
deux-pièces van orlon aan te bevelen.
Orion is poreuzer dan nylon en heeft
overigens dezelfde practische voor
delen: het wast gemakkelijk, droogt
snel en behoeft niet te worden ge
streken. Deze orlon deux-pièces heb ik
evenwel alleen in deze éne modezaak
gezien.
Waarschijnlijk weet nog niet ieder
een dat veel regenkleding gevoerd is
met een stof die bij koud weer warm
en bij warm weer koel houdt. Het
wordt milium of alumium genoemd. In
deze namen zit iets van het woord alu
minium. Dat is ook juist, want deze
changeant-voering is bespoten met
aluminium. Al heeft de voering aan de
zichtbare kant de kleur van de regen
jas, de andere kant is altijd grijs, alu-
minium-grijs. In Amerika heeft deze
bijzondere stof grote opgang gemaakt
en wordt zij voor verscheidene andere
kledingstukken gebruikt.
ANNEKE
Zolang de lente nog op'*lich laat
wachten, verlangen we naar stevige
kost, die onze lichaamsbrandstof kan
aanvullen. We raken in de kou n.l. veel
warmte kwijt. En daar zetmeel een uit
stekende brandstof is, doen we eens
een extra schep aardappelen in de pan
of binden de pap wat dikker met haver
mout, grutten of gort.
Naast al deze meelspijzen mag een
flinke portie groente niet ontbreken,
terwijl ook fruit geregeld op tafel be
hoort te verschijnen ter vergroting van
onze weerstand en voor een goede spijs
vertering.
MENU
Tomatensoep -
Varkenslapjes, aardappelen, witlof,
jus -
Appelcake.
Aardappelenpuree, groene erwten
met winterpeen -
Pap van boekweitgrutten.
Balkenbrij of zure zult, aardap
pelen, rode kool, jus -
Griesmeelpudding.
Gebakken lever, aardappelen, schor
seneren -
Yoghurt met beschuit.
Gestoofde makreel, aardappelen,
sla van veldsla, rode kool en
appel -
Havermoutpap met stroop.
Gebakken ei, rijst, gebakken uien,
mosterdsaus -
Fruitsla.
Stamppot van aardappelen en kool
raap, rookworst -
Rijst in bessensapsaus.
1. Varkenslapjes zijn in ongeveer 20
minuten gaar. Zij kunnen het best eerst
vlug aan weerszijden bruin gebakken
worden en daarna zacht nagestoofd.
Witlof smaakt minder bitter, wanneer
uit het ondereinde van de stronkjes het
pitje wordt geboord. Wordt het lof klein
gesneden gekookt, dan kan het gehele
pitje worden verwijderd, nadat de
stronkjes in de lengte zijn doorgesneden.
Van lofkooknat, met water en een
scheut melk verdund, kan een lekkere
soep worden gemaakt.
2. Wie aan een heelblijvende erwten
soort de voorkeur geeft, kan b.v. wor-
telerw'en kiezen.
3. Baikenbrij wordt in dikke plakken
gesneo en, door bloem gewenteld en vlug
bruin gebakken, zult wordt eveneens
in dikke plakken, koud opgedaan, des
gewenst met slasaus en een garnering
van peterselie of sla.
Houd een stuk kool achter voor een
slaatje.
4. Bak plakken lever slechts kort, on
geveer 10 minuten.
Het verkleuren van schorseneren kan
voorkomen worden door de stengels bij
stukjes tegelijk te schrappen en deze
onmiddelijk in ruim water met een
scheutje melk te leggen.
5. Makreel, een vette vissoort, wint
aan smaak wanneer aan het stoofnat
een weinig citroensap, azijn of toma
tenpuree wordt toegevoegd.
Voor de sla worden de kool en appel
fijngesneden, de veldsla alleen goed ge
wassen en uitgeslagen.
6. Kook wat meer rijst dan nodig is
voor de warme maaltijd en houd een
deel ervan achter voor de toespijs van
de volgende dag. Reken per kopje rijst
circa 2 kopjes water.
ADVERTENTIE
In her jaar waarin de wereld het vertrek
herdenkt van Florence Nightingale naar
het strijdtoneel op de Krira, in October
een eeuw geleden, brengt Libelle het ware
verhaal van een andere heldhaftige vrouw,
de „Heldin der Amerikaanse slagvelden":
Een onbekende weduwe redde duizenden soldaten het leven door
als een moeder voor hen te zorgen. De beroemde generaal
Ulysses Grant zei van haar: „Zij staat in rang boven mij!" Het
dankbare Amerikaanse volk richtte een standbeeld voor haar op.
In Libelle van 8 Mei begint dit ontroerende levensverhaal, een
late hulde aan een ten onrechte vergeten, grootse vrouwenfiguur.
EXTRA We kelt] kt het aardige kinderblad
TOMBOLA óf maandelijks een C0MPLE1
ROMAS BIJ LAGE.
Honderdvijftig jaren Koninklijke Schouw
burg in Den Haag anderhalve eeuw Ne
derlandse toneelkunst van voorname al
lure. Ter gelegenheid van dit uitzonder
lijke jubileum werd een boekje uitgegeven,
waarin dr. H. E. van Gelder de belevenis
sen van de mooiste schouwburg van Ne
derland heeft beschreven.
Bladerend door en lezende in dit met
grote zorg uitgevoerde geschrift, krijgt
men een brok prachtig Nederlands toneel
leven voor zich, dat voldoende is om te
overtuigen, dat dit schouwburgjubileum
niet alleen een Haagse aangelegenheid is.
Het is een Nederlands jubileum, want, bin
nen de muren van dit oorspronkelijk als
paleis ontworpen, tot paardenstal verneder
de en tot schouwburg herboren gebouw
is in honderdvijftig jaren Nederlandse to
neelgeschiedenis gemaakt en een grote tra
ditie gevestigd.
De groten van ons vaderlandse toneel
hebben in deze Haagse schouwburg
waarvoor, gelet op de uitnemende staat
van dienst, het praedicaat Koninklijke
meer is dan een welwillend ornament
hun triomfen gevierd en er hun faam be
vestigd. En in de Haagse Comedie als
vaste bespeelster van de Konink'ijke
Schouwburg hebben deze groten opvotgers
gevonden, hun faam en de traditie van het
Haagse toneelleven waardig.
Geen wonder, dat dit jubileum met bij
zondere luister is gevierd aan de vooravond
van de dag waarop het honderdvijftig jaar
geleden is, dat de schouwburg met een
opvoering van „Semiramis" van Voltaire
door het „Amsterdamsch Tooneelgezel-
schap" zijn poorten opende. De viering
met een spectacle coupé tijdens een gala
avond heeft van deze honderdenvijftig
jaar er dertig doen herleven. Dertig jaar
Haags toneel, welke het bewijs welk een
ongemeen gevarieerd en boeiend répertoire
er in deze periode over het voetlicht is ge
bracht. En tegelijk heeft men in het ge-
bodene een beeld gekregen van de ont
wikkeling, welke zich in die dertig jaren
heeft voltrokken. Deze constatering alleen
reeds was voldoende om de aandacht ge
durende vijf uren, die de voorstelling
duurde, gevangen te houden.
En hoe heeft men Cor van der Lugt Mel-
ADVERTENTIE
Vraagt geïllustr. catalogus
P. F. L DE RIDDER
HARTENSTRAAT 21, A'DAM C.
De Oecumenische raad van kerken in
Nederland heeft zich tot de Staten-Gene-
raal gewend met een brief, waarin de raad
zijn standpunt over de plaats van de ker
kelijke uitzendingen in het ontwerp-om-
roepwet en de televisienota uiteenzet.
Wat het ontwerp-omroepwet betreft,
blijkt de Oecumenische raad erkentelijk te
zijn voor de bijzondere regeling, waardoor
aan de kerken zendtijd wordt verleend.
Toch is de Raad verontrust over het feit,
dat de kerken straks slechts kerkdiensten
zouden kunnen uitzenden, terwijl thans het
I.K.O.R. kerkelijke uitzendingen verzorgt.
Onder deze uitzendingen vallen ook: cate
chisatie, bijbelvertellingen voor jongeren,
ziekenuren, reportages van kerkelijke ge
beurtenissen.
Zou het ontwerp wet worden, dan
zouden deze uitzendingen, die binnen het
kader van de normale pastorale en apos-
tolaire werkzaamheden van de kerken lig
gen, onmogelijk worden.
De Oecumenische raad pleit er voor, dat
de kerken zendtijd krijgen niet alleen voor
kerkdiensten, maar voor „kerkelijke uit
zendingen". Ten aanzien van de televisie
nota merkt de Oecumenische raad op, dat
ook hier aan de kerken zendtijd voor kerk
diensten toegewezen zou worden, maar dat
het hier nog meer klemt kerken niet alleen
aan deze vorm van verkondiging te binden.
De wijze, waarop de kerken het evangelie
kunnen verkondigen door de beeldomroep,
staat immers nog allerminst vast. Wordt
aan de kerken de mogelijkheid gegeven
het evangelie in beeld te brengen, dan zal
het aan de kerken moeten worden overge
laten, te beoordelen, op welke wijze zij
dit doen zullen. De Oecumenische raad
dringt er dan ook op aan, in het televisie-
besluit te bepalen, dat aan de kerken
zendtijd worden gegeven voor „kerkelijke
uitzendingen".
sert, Annie van Ees (in „De man die de
klappen krijgt" en „Boefje" en Jacques
Reule (in „Het Politieraadsel") toege
juicht. Men waande zich weer terug in de
tijd, dat zij hun grote triomfen vierden.
Herinnert u zich nog Arsenicum en oude
kant, Pygmalion, Toontje heeft een paard
getekend, of die kostelijke thriller De
nacht van de 16e Januari? Scènes daaruit
werden thans voor het voetlicht gebracht.
Er werd kostelijk gespeeld, ook gister
avond: die Truffeldino van Jan Retèl uit
„De knecht van twee meesters" of dat
heerlijk dolle kwartet uit „Waarom jok je,
Chérie bijvoorbeeld.
Zo hebben de feestvierende Haagse to
neelminnaars onder geleide van de direc
teur van de Koninklijke Schouwburg, de
gewezen aoteur Bob van Leersum, een
wandeling gemaakt door een stukje
Haagse toneelgeschiedenis. En velen zullen
hebben gedacht: dat moesten ze nu nog
eens helemaal spelen. Wij even zo snel en
wij vergeten zo snel, maar op deze avond
hebben wij weer eens gezien en gehoord
hoeveel waardevols, boeiends en schoons
ons vaderlandse toneel bij alle moeilijk
heden en bij alle ontsporingen ook in ar
tistiek opzicht heeft gebracht.
En wanneer dat waardevolle weer eens
in de herinnering wordt teruggebracht,
dan kan men alleen maar verheugd zijn,
dat de Koninklijke Schouwburg het ander
halve eeuw heeft mogen volhouden. Want
van wat er in dit Haagse gebouw de
intiemste best geoutilleerde schouwburg
van Nederland wordt gepresteerd,
straalt ook het een en ander uit naar die
velen in den lande, die onze vaderlandse
toneelkunst een warm hart toedragen.
Op Koninginnedag is op de Coolsingel
te Rotterdam een militaire parade gehou
den, die voor het stadhuis werd afgeno
men door de minister van Oorlog en van
Marine, ir. C. Staf, vice-admiraal H. C.
W. Moorman, staatssecretaris van marine,
mr. F. J. Kranenburg, staatssecretaris van
Oorlog, generaal B. R. P. F. Hasselman,
chef van de Generale staf, luitenant-ge-
neraal-waarnemer A. Baretta, chef Lucht
machtstaf, en commandeur L. Brouwer,
namens de chef Marinestaf.
Zesduizend militairen deden aan deze
wapenschouw mee, van wie 4000 man bij
de troepen te voet behoorden. De overigen
maakten deel uit van de gemechaniseerde
en gemotoriseerde troepen, waartoe de
46 zware Centuriontanks behoorden.
De gehele colonne had een lengte van
zeven kilometer en het voorbijtrekken
duurde ongeveer een uur.
Toen de laatste man van de troepen te
voet gepasseerd was, kwam het vliegend
materieel. Eerst 24 vliegtuigen Van de
Marine-luchtvaartdienst, vier Neptunes,
acht Avengers, zes Harpoons en zes Sea-
furies. Daarna verschenen Gloster Meteor
en Thunderjet-straaljagers van de Ko
ninklijke Luchtmacht. De vliegtuigschouw
werd besloten met het overvliegen van
zestien „Piper Cubs".
ADVERTENTIE
Verkooplokaal NOTARISHUIS
Dir. W N WOLTERINK
Bilderdijkstraat bij de Zijlweg
Haarlem - Tel fK 2500» 11928
Inzendingen van huisraad worden dagelijks
aangenomen Eigen afhaaldienst
In 1952 hebben Den Haag en Rijswijk
plannen ontworpen voor een exploitatie
van het vliegveld Ypenburg door beide ge
meenten.
De naamloze vennootschap werd de
meest geschikte vorm van samenwerking
tussen gemeenten en particulieren geacht.
Als partners bij de oprichting zouden de
gemeenten 's-Gravenhage en Rijswijk op
treden. Echter zou de mogelijkheid wor
den opengelaten voor deelneming van
andere belanghebbenden. De N.V. zou voor
de financiering van de vaste middelen een
kapitaalbehoefte hebben van ten minste
rond ƒ5.250.000.
De op te richten N.V. zou van de N.V.
vliegveld „Ypenburg" het huidige vlieg
veld overnemen. In principe was overeen
stemming bereikt over een overnameprijs
van ƒ3.100.000.
Over het militaire medegebruik, dat van
het vliegveld zou worden gemaakt, was
met het ministerie van Oorlog principiële
overeenstemming bereikt.