Kinderen schikten bloemen aan
de voet van Velsens monument
Stille tocht door
rouwende gemeente
Kort en bondig
„Er is in de oorlog ook niet
gevraagd naar zin van het offer
Zaak tegen Bloemendaalse agent
in hoger beroep voor het Hof
Aan de vooravond van de vijfde Mei
Sobere plechtigheden
bij de bedrijven
Velsens urnentuin het doel
van nog geen duizend
Weer vier maanden
geëist
WOENSDAG 5 MEI 1954
7
Op drie plaatsen zün
kransen gelegd
Dodenherdenking Beverwijk
Uren vol wijding in Mid-Kennemerland
Wijk aan Zee
eerde de doden
Stille tocht in Heemskerk
Castricum naar Limmen
Lagere accijns begunstigde
de sigarenindustrie
W illem de Zvvijgerfonds
stelt tweede prijs voor
Amerikaanse pers in
President: „Ik zon 's avonds
niet graag in Bloemendaal wandelen
Honderden schoolkinderen, die de wreed
heden van de oorlog niet hebben kunnen
beseffen maar niettemin iets moesten
voelen van hetgeen de volwassenen in
de avond van de vierde Mei bezig houdt,
hebben gisteren aan de voet van Velsens
verzetsmonument op het Plein 1945 een
krans van bloemen gevlochten eenvou
dige gaven zowel als precieuse schiksels
ter ere van alle Velsense oorlogsdoden.
Honderden handen stapelden daar de
kleuren van het voorjaar opeen tegen de
groene helling van het gedenkteken,
waar de nationale en de gemeentevlag-
gen halfstok naast woeien en de drie ver
tegenwoordigers van het strijdende Ne
derland stil hun wake hielden.
De heer C. Spoor heeft daar herinnerd
aan de uitspraak, die hij bij de onthulling
van dit monument in 1948 deed: de uit
spraak, die een hoop inhield. „Moge de
Velsense jeugd elke bevrijdingsdag weer
beginnen met een korte herdenking op deze
plaats'' zei de heer Spoor toen, die nu deze
plek als een baken zag voor de toekomst.
Hij wees zijn gehoor op de bezinning van
dit moment, uitgaande naar het grote voor
recht van de bevrijding en de hereniging
met Oranje.
De herdenking van hen, die in de laatste
oorlog hun leven hebben gelaten, is aan de
bedrijven in Velsen-Noord wel uiterst
sober geschied.
Bij de papierfabriek Van Gelder Zonen
N.V. waren 's middags om half vijf zeer
veel personeelsleden samengekomen bij de
bronzen gedenkplaat met de achttien na
men, waar de plechtigheid werd ingezet
met het slotkoor uit Bach's „Matthaus-
Passion"..
Nadat de sirene een minuut stilte had
aangekondigd werd een drietal kransen in
de fabriekskleuren gelegd aan de voet van
de plaat, die was geflankeerd door twee
rouwende vlaggen. Daarna legden familie
leden van de omgekomenen hun b'oemen.
Onder muziek van em aria uit de „Eurian-
tbe", opera van C. M. von Weber defileer
den ten slotte de aanwezigen langs het
monument.
Bij de PlaatweHerii ziin de doden 's mor
gens even na half tien herdacht. Ook hier
waren bijna alle personeelsleden en familie
van de oorlogsslachtoffers aanwezig bij de
bronzen gedenkplaat.
In x-e R.K. St. Joseph-kerk werd ..gister
avond om half acht een speciale herden
kingsdienst voor de gevallenen gehouden,
tevens bidistond voor de overledenen.
Gezongen werden de Psalm Miserere en
De Profundis (Uit de diepte heb ik Heer
tot U g er oenen Voor deze dienst was een
zeer grote belangstelling.
Bij de Hoogovens
Dinsdagmiddag heeft bii het Hoogoven
monument aan de Wenckebachstraat de
jaarlijkse herdenking plaats gehad van de
medewerkers van Hoogovens, die tijdens
de oorlog het leven lieten.
De familieleden van de slachtoffers, dne
hiertoe waren uitgenodigd', kwamen teza
men in het Statenhu's, waarna zij met
bussen naar de plaats der herdenking wer
den vervoert.
Hier bracht, terwijl de vlaggen ha'fstok
hingen, de Hoogoven-harmonie enkele ko
ralen van Bach ten gehore.
Ten overstaan van de genodigden
familieleden en W'eEa's werden ver
volgens door de directie en de voorzitters
der beide kernen kransen geleed. Onder de
tonen van het Wilhelmus werd daarna de
vlag voongehesen, waarna alle aanwezigen
lanes het Monument defileerden.
De heer C. de Jong bracht in zijn toe
spraak allereerst dank aan de B.O.I.W., die
hem in de gelegenheid had gesteld op deze
plaats te herinneren aan de blijdschap van
de bevrijding, een vreugde, die weinigen
der hier aanwezige jongeren zich concreet
zullen herinneren. Maar niettemin zijn
over die negen jaar vrijheid heen nog vele
concentratiekampen gevuld met Displaced
Persons.
„Het hart van de gemeente werd door
de bezetter uit Velsen gesloopt, duizenden
lieten het leven in leger en verzet en wij
mogen hier niet en nooit vergeten, wat zij
hebben gedaan" zei de heer De Jong, die
voorts herinnerde aan de marteldood van
vele Joden, alleen omdat zij van ander ras
waren.
Hij bond vervolgens de jeugd op het hart,
niet te vergeten, dat het feest der bevrij
ding voorafgegaan wordt door de ure van
de rouw. Ook de vijfde Mei is voor velen
een dag van droefenis en in dit verband
is het voor velen moeilijk een houding te
bepalen tegenover de toeristeninvasies uit
Oostelijke richting of de vrijlating van
oorlogsmisdad igers.
Of: jegens het gesol met de Bevrijdings
dag. In dit verband vond de heer De Jong
het verheugend, dat het gemeentebestuur
van Velsen de viering daarvan ondanks
alles mogelijk maakt.
Inmiddels mag het hart niet bitter blij
ven, meende hij: dank zij hen, aan wier
nagedachtenis deze bloemenhulde wordt
gewijd, dank zij hun niet vergeefse offers
leven wij weer in een rechtstaat, onder het
huis van Oranje.
Met de bede, dat God d'e genade mag
geven, de mensheid nimmer oog in oog met
een nieuwe verschrikking te plaatsen en
na een herinnering aan de trotse Amster
damse wapenspreuk „Heldhaftig - vast
beraden - barmhartig" kwam de heer De
Jong aan het eind van zijn toespraak.
De eerste kinderen hebben daarna hun
kleine gave gelegd: takjes forsythia, een
bouquetje hyacinten, een enkele narcis.
Vijf uur: de wacht wordt afgelost.
De bloemenhulde duurde voort, twee
nonnetjes leidden haar pupillen naar het
monument, de onderwijzers vap de open
bare en bijzondere scholen voerden de
hunne mee.
Het Wilhelmus besloot de korte plechtig
heid.
BINNENLAND
Prof. mr. R. Kranenburg, oud-voorzitter
van de Eerste Kamer, die op verzoek van
Arubaanse zijde naar de Nederlandse Antil
len is vertrokken om advies uit te brengen
over de juridische zijde van de wensen van
Aruba ten aanzien van de status van Aruba,
is Maandag te Willemstad aangekomen.
De leden van de Boerenbond in het dorp
Heijde (gemeente Venray) hebben besloten
tot afbraak van de coöperatieve windmolen
aldaar. Volgens een begroting zou met het
herstel van de molen f7500 zijn gemoeid en
ofschoon hiervan wellicht de helft door het
rijk bijgedragen zou worden achtte men het
resterende bedrag te groot voor de kleine
boerengemeenschap in dit dorp. Pogingen
om de molen een andere bestemming te
geven zijn mislukt. Met 45 tegen 3 stemmen
besloot men binnenkort de molen te slopen.
Noord-Limburg, dat in de oorlog verschei
dene molens door verwoetsing verloren zag
gaan. zal hiermee opnieuw een monument uit
zijn landschap zien verdwijnen.
Nog geen duizend Velsenaren zijn gisteren in de eerste avondkilte samengekomen
aan het eindpunt van hun jaarlijkse „stille tocht": de urnentuin van het crematorium.
Daar zijn in twee minuten stilte niet zó afgepast, dat de klokken van de naburige
kerken mede zwegen de slachtoffers van de tweede wereldoorlog herdacht en
daar hebben al die honderden in een eerbiedige rij gedefileerd voor het monument,
dat op het gazon aan de vijver de gedachtenis eert aan allen, die vielen voor de
vrede en de vrijheid.
Het waren er niet veel, maar ze zijn ge
komen uit alle hoeken der gemeente: korte
zwijgende stoeten uit Santpoort en Velsen-
Noord, IJmuiden en Oud-Veisen. Op de
Rijksweg en de weg naar Amsterdam ging
99
Ook Beverwijk en omliggendê plaatsen hebben in de vooravond van de vierde Mei
hun doden herdacht in de stad gebeurde dat gister-namiddag met een herdenkings
bijeenkomst in ,,'t Centrum" die een uitermate stemmingsvol karakter droeg. De voor
zitter van de plaatselijke B.O.I.W., D. Koger, herdacht in enkele zinnen de gevallenen
en spoorde zijn gehoor aan de in oorlogstijd zo normale „houding van gelijkheid" te
hervinden. De heer J. van Os van de Abeelen uit Velsen gaf een korte beschouwing
over de verschillende standpunten, die nu ingenomen worden: een deel vindt het oor
logsgeweld reeds zo lang geleden, dat het bijna onwerkelijk wordt; een ander part
van de mensheid realiseert zich echter telkens weer, hoe kort het leed van de oorlog
achter ons ligt. Te acht ure waren ook in en om Beverwijk velen verzameld op de
ereplaatsen na de stille tochten.
Bittere gedachten dienen op zij gezet te
worden zei de heer Van Os verder: de
slachtoffers vroegen ook niet of het „zin"
had, zij offerden hun leven voor het wel
zijn van hun vaderland. Ieder op zijn plaats
moet nu zijn uiterste best doen te tonen,
dat men de verworven vrijheid waard is.
Een der meest gekwetste waarden was wel
die van de strikt menselijke waardigheid
en alleen het terugwinnen hiervan was
reeds de hulde van het nageslacht aan de
gevallenen waard, zo zei hij.
„Het lied der gevalllenen" van Gabriël
Smit werd op gevoelige wijze door Jan
Ponsioen voorgedragen. Het koor van de
R.K. Kerk van O. L. Vrouw van Goeden
Raad zong enige liederen, die door h n
schoonheid ontroerden en met het zingen
van twee coupletten van het Wilhelmus is
ook deze bijeenkomst besloten, waarna de
aanwezigen zich met de buiten wachtenden
vereenigden voor de „stille tocht" naar
Duinrust en langs het Bevrijdingsmonu
ment.
In de Beverwijkse Grote Kerk vond na
afloop van de stille tocht een herdenkings
dienst plaats waar ds. F. C. Willekes sprak
Op vele plaatsen in het land begonnen Dinsdagmorgen reeds de herdenkingen van
de gevallenen. In Den Helder begon de plechtigheid om 10.15 uur bij het monument
Voor hen die vielen". De herdenking werd o.a. bijgewoond door de adjudant-generaal
en Chef van het Militair Huis van H.M. de Koninginvice-admiraal
N. A. Rost van Tonningen.
naar aanleiding van Hebreen 11:16.
„Het is de taal- der doden die vanuit de
Bijbel tot ons komt; zij die gevallen zijn
spreken vanavond", zo begon ds. Willekes.
Zij vielen eertijds voor bun geliefd vader
land, dit is zeker niet onbijbels maar de
Bijbel spreekt ook over een beter vader
land. Men moet bedenken dat wij hier op
aarde slechts gasten zijri. De aardse vaders
hebben hun kinderen in de donkere jaren
niet kunnen beschermen, bij de hemelse
vader zijn zij voor altijd veilig. Voor ve'.en
die stierven was het grote geheim van
hun leven te weten dat de dood niet het
laatste is. De predikant citeerde hierna het
„Oorlof, mijn arme schapen" waarna hij
eindigde met de woorden: „Zij stierven
voor onze vrijheid en de gerechtigheid, la
ten wij in ons leven tonen dit waard te zijn,
opdat wij de gevallenen niet beschamen".
Deze dienst, die ds. Willekes had ingeleid
met de woorden van Paulus: „Ik heb de
goede strijd gestreden", werd besloten met
het eerste en zesde couplet van het volks
lied.
Ook in de badplaats zijn Dinsdagavond
de doden herdacht en onder klokgelui be
gaf men zich van „de driesprong" naar het
Protestantse kerkhof, waar bloemen wer
den gelegd op het graf van een onbekende
geallieerde piloot.
Hierna ging men naar het monument aan
de Zwaanstraat, waar eveneens een bloe
menhulde plaats vond.
Na deze plechtigheid werd twee minuten
stilte in acht genomen en om acht uur
ging de driekleur weer omhoog.
Vele Heemskerkers hebben Dinsdag
avond een stille hulde gebracht aan hen
die in de oorlogsjaren voor de vrijheid zijn
gevallen.
Na afloop van de dienst in de R.K. kerk
verzamelde de menigte zich voor het ge
meentehuis om zich vooraf gegaan door
omfloerste trommels allereerst te begeven
naar de R.K. begraafplaats waar enige
leden van de Katholieke meisjesvereniging
een krans legden bij het graf van een on
bekende Franse soldaat.
Hierna ging het naar het algemene kerk
hof en hier werden kransen neergelegd
bij de graven van de Engelse piloten die
hier een rustplaats vonden.
De inwoners van Castricum en Limmen
hebben in grote getale deelgenomen aan de
Stille Tocht naar het Voorlopig Monument
te Limmen. Er waren alleen al uit Castri
cum 1000 deelnemers en aan de oproep
van Limmens burgemeester tot de inwoners
van zijn gemeente, de tocht mede te maken,
hadden ruim 500 personen gevolg gegeven.
Zij allen kwamen bij het Monument, dat
staat op het kruispunt LimmenCastri
cumUitgeest, even voor achten bijeen, na
gedurende de Stille Tocht ook werkelijk
een doodse stilte in acht te hebben ge
nomen.
Na een défilé langs de graven van de
geallieerde gesneuvelden op de Algemene
Begraafplaats aan de Schoolstraat, die voor
deze gelegenheid baadde in het licht van
schijnwerpers, werd de stoet ontbonden.
het verkeer door één lichtblauwe perso
nenauto komend uit Amsterdam hield in
en stopte.
Fietsen op de Lange Nieuwstraat reden
door, de rouwende vlaggen ten spijt.
Maar op de plek, waar acht jaar geleden
de as van vele gevallenen is verstrooid in
het gras van hun eigen land, aan de rand
van een roerloze vijver, was de stilte des
harten er wel. De stilte, die gedragen werd
door vele donkere gedachten aan de voet
van dit monument.
Bach's koralen uit de Matthaus Passion
hadden tevoren het luiden dei- klokken be
geleid, het „Wilt heden nu treden" was er
na plechtig verklonken terwijl de vlag vol
van stok rees.
En langs het toegangspad naar de ur
nentuin stonden de beide stille wach
ten bij de graven der Engelse piloten
naast de Union Jack, niet ziend de ve
len, diie in een schuifelende rij aan hen
voorbijtogen, niet reagerend op de
paar ver gee tachtigen, die met gedekten
hoofde aan deze gewijde aarde voorbij
gingen.
Rond de vijver hebben twee coupletten van
het Wilhelmus weerklonken, gevolgd door
het aarzelend défilé der paar honderd. De
avond is vergevensgezind gevallen over de
terugtocht. De vierde Mei was voor Velsen
ten einde; de vlaggen in de straten rouw
den de verdere avond uit.
David Schine, een der medewerkers van McCarthy getuigt in de zaak tussen de
senator en het leger. McCarthy wordt ervan beschuldigd met alle middelen te hebben
getracht Schine de rang van reserve-officier in het leger te bezorgen. Tijdens het
onderzoek werd een foto ter tafel gebracht, waarin Schine was afgebeeld met de
minister van het leger Stevens. De foto was afkomstig van McCarthy. Op het origineel
stond nog een derde persoon afgebeeld, die men later had „weggewerkt". Deze foto
bracht heel wat sensatie te weeg. Men ziet soldaat Schine met het gewraakte document
terwijl minister Stevens (rechts) aandachtig toehoort.
De Nederlandse sigarenindustrie is uit
de thuiswerkerij gegroeid tot een bedrijfs
tak met moderne ondernemingen, maar
men kan nog steeds grote, middelgrote en
kleine bedrijven onderscheiden.
Van de Nederlandse productie aan si
garen komt uit het Zuiden 70 percent, de
overige 30 percent van de sigarenproductie
ligt verspreid over West-, midden- en
Oost-Nederland.
Deze bijzonderheden werden meegedeeld
tijdens een persconferentie van de Agio-
sigarenfabrieken (firma A. Wintermans en
Zonen in Duizel) die op 8 Mei haar gou
den bestaansfeest zal vieren.
Van 1860 tot 1954 steeg het aantal werk
nemers van ruim 3000 tot ruim 14.500.
De accijnsverlaging heeft een gunstig
effect gehad zowel op de consumptie als
op de werkgelegenheid. In 1951 bedroeg
het verbruik van sigaren en senoritas per
hoofd van de bevolking ten opzichte van
het overeenkomstig verbruik in 1939
slechts 38 percent respectievelijk 31 per
cent. In 1953 na de accijnsverlaging, wer
den deze percentages 45 respectievelijk 37.
Het aantal werknemers steeg dank zij de
accijnsverlaging met 25 percent.
Toch is men bij de sigarenindustrie van
mening aldus werd medegedeeld, dat de
vraag naar sigaren en senoritas ten ge
volge van de accijnsverlaging nog maar
voor een gering deel bevredigd is, door
dat de sigaar nog te duur is.
Tot ridder in de orde van de Neder
landse Leeuw is benoemd mr. Tj. S. Wie-
ringa. griffier der provinciale staten van
Drente.
Het Willem de Zwijgerfonds heeft een
nieuwe onderscheiding ingesteld. Het fonds
kent ieder jaar een prijs van 2500 dollar
toe aan de Amerikaanse journalist, die het
beste artikel in dagblad of periodiek over
Nederland heeft geschreven. Daarnaast is
nu een internationale prijs ingesteld, die
jaarlijks zal worden toegekend aan het
Amerikaanse persorgaan, dat „de belang
rijkste bijdrage leverde tot onderling begrip
onder de volkeren door zijn lezers de zui
verste interpretatie te geven van het inter
nationale gebeuren". Deze prijs bestaat uit
een oorkonde op perkament, die in Neder
land wordt geealligrafeerd.
De nieuwe prijs zal voor het eerst wor
den uitgereikt tijdens het vierde jaarlijkse
diner van het Willem de Zwijgerfonds, dat
Donderdag in het Waldorf-Astoria Hotel
te New York wordt gehouden. De voor
naamste spreker is dr. L. G. Kortenhorst,
de voorzitter van de Tweede Kamer.
De nieuwe prijs van het Willem de Zwij
gerfonds is ingesteld om in de Verenigde
Staten blijvend de aandacht te vestigen op
het historische feit, dat Nederland het eer
ste land was dat zijn grondwet wijzigde om
in bepaalde omstandigheden aan supra
nationale wetgeving voorrang te kunnen
geven boven de wetten des lands.
Men overweegt het volgend jaar een
derde prijs in te stellen. Deze zal er mede
toe bijdragen aan- te tonen dat kleinere
landen, als Nederland, ook in onze dagen
een belangrijke stem. blijven houden in het
internationale bestel.
In October van het afgelopen jaar ver
oordeelde de Haarlemse rechtbank de
Bloemendaalse agent van politie T. W. tot
een gevangenisstraf van vier maanden,
wegens mishandeling en verduistering. Hij
was van dit vonnis in hoger beroep gegaan
en Dinsdag stond hij voor het gerechts
hof te Amsterdam terécht.
De zaak was in de avond van 5
Juni 1952 begonnen toen een student
uit Santpoort op de Bloemendaalseweg te
Overveen door de agent W. aangehouden
werd wegens een eenvoudige verkeers
overtreding. De student was in gezelschap
van een analyste eveneens uit Santpoort.
De agent vroeg de student naam en adres
en of hij zich kon legitimeren. De student
kon zich niet legitimeren en werd verzocht
mee te gaan naar het politiebureau.
Hoe het verder is gegaan is niet precies
te zeggen want de lezingen van de agent
en van het tweetal lopen uiteen. De agent
deelde mee, dat hij de student heeft vast
gepakt, toen deze een dreigende houding
aannam; de student rukte zich los en ver
volgens gaf de agent enkele klappen met
zijn gummistok.
De student verklaarde, dat de agent on
verwacht zijn gummistok tevoorschijn
haalde en een klap gaf; hij stak zijn
hand omhoog om zich tegen verdere klap
pen te verdedigen, hetgeen niet baatte. De
student ging vervolgens mee naar het
bureau en onderweg vroeg hij aan toe
schouwers of zij als getuigen wilden op
treden. Een Haarlemse agent, die een fiets
tochtje met zijn vrouw in Bloemendaal
maakte, verklaarde zich daartoe bereid. De
Bloemendaalse politie heeft de volgende
dag de hoofdcommissaris van politie te
Haarlem op de hoogte gesteld van het op
treden van de Haarlemse agent en deze
is daarop disciplinair gestraft, van welke
beslissing de agent in beroep ging. Bij de
behandeling van de zaak van de Haarlemse
agent voor het Centraal Beroep van het
Ambtenarengerecht heeft de Bloemendaal
se agent verklaringen afgelegd. Zijn ver
klaringen gaven aanleiding een vervolging
wegens meineed in te stellen tegen de Bloe
mendaalse agent.
Van de zijde van de procureur-generaal
waren als getuigen gedagvaard de analyste
en de Haarlemse agent. Zij gaven een uit
eenzetting van de wijze waarop de ver
dachte op de bewuste avond was opgetre
den. De verdediger mr. J. H. van Gelder,
had vier getuigen a décharge opgeroepen.
Een van hen, een verpleger uit Heemstede,
deelde mee gezien te hebben, dat de stu
dent zich losgerukt had en dat de agent
enkele klappen had gegeven. De echtge
note van deze getuige verklaarde gehoord
te hebben, dat verdachte gezegd heeft: „Ik
neem je mee naar het bureau". Hij pakte
de student bij de jas, waarna hij sloeg. De
aangevallene liep achteruit en raakte los.
Bij het horen van de korpschef van Bloe
mendaal, de heer J. Voerman, informeerde
de president van het Hof, waarom er geen
proces-verbaal was opgemaakt wegens
wederspannigheid. Hierop antwoordde ge
tuige, dat de verdachte hem des avonds
toen hij op het politiebureau kwam ver
teld had hetgeen er gebeurd was. Hij vond
het geval niet belangrijk genoeg om pro
ces-verbaal wegens wederspannigheid op
te laten maken. Wel heeft hij hem gevraagd
een uitvoerig rapport samen te stellen.
President: „Vindt u het goed, dat een
politieman zijn gummistok gebruikt tegen
een fatsoenlijk burger, die zich geïrriteerd
toont? Als een lastige dronken kerel verzet
pleegt, worden dan terstond de vuurwapens
getrokken?"
Getuige: „Ongetwijfeld niet."
President: „Het blijkt wel, dat men wan
neer er een overtreding geconstateerd
wordt en men zich in zo'n geval losrukt,
men getracteerd wordt op een pak slaag. Ik
zal daarom des avonds liever niet in Bloe
mendaal wandelen."
Getuige: „Uit een gesprek met verdachte
is mij gebleken, dat de student op onpret
tige wijze is opgetreden. Hij had de agent
bedrogen en had dus kunnen begrijpen dat
de gummistok zou worden gebruikt."
President: „Als iemand zich niet kan
legitimeren, moet hij dan direct mee naar
het bureau?"
Getuige: „Als de overtreding in de om
geving van het bureau is begaan, moet de
verdachte mee."
De procureur-generaal deelde mee, dat
hij van de rijksrecherche het bericht heeft
ontvangen, waarin wordt medegedeeld, dat
men van betrouwbare zijde had vernomen,
dat als T. W. veroordeeld mocht worden,
er voor hem, indien hij niet gehandhaafd
zou kunnen worden er een goede gemeen
tebetrekking klaar zou liggen. De heer
Voerman zei hiervan niets te weten en niet
te begrijpen, dat aan de verdachte iets be
loofd zou kunnen zijn.
Een van de raadsheren vroeg de heer
Voerman, waarom hij die avond niet on
middellijk een onderzoek had ingesteld.
Getuige deelde mede, dat de agent hem het
voorval in de avond had meegedeeld, en
dat hjj het beter achtte rustig de volgende
ochtend af te wachten. De student had ge
vraagd om een onderhoud, maar hem werd
aangeraden de volgende morgen terug te
komen.
Bevestiging van vonnis geëist
Tenslotte werd de verdachte gehoord. Hij
hield vol wat hjj ioi een uitvoerig proces
verbaal had verklaard en voor de Haar
lemse rechtbank had gezegd.
Tijdens het verhoor van de verdachte
gaf hij een uiteenzetting van de gang van
zaken op de avond van 5 Juni 1952. Des
■r^vvvv-irirv-ir*vv-»-^iriryv-»-irr>ririnr mywf
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk op Woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op Donder
dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE.
nachts heeft hij een uitvoerig proces-ver
baal opgemaakt en voor de inhoud er van
stond hij in. Ook deelde hij mee te blijven
bij zijn verklaringen voor de Haarlemse
rechtbank afgelegd. Een proces-verbaal
tegen de student wegens wederspannigheid
heeft hij van de corpschef niet behoeven
op te maken, omdat deze het geval daar
voor niet ernstig genoeg achtte.
De president: „De chef was door u inge
licht. U zelf vond het wel ernstig genoeg,
anders had u de gummistok niet gebruikt".
Verdachte: „Het slaan met de stok was
een middel om de student tot andere ge
dachten te brengen. Ik wilde hem theorie
bijbrengen, maar dat heeft niet geholpen".
President: „Daarna is de praktijk toege
past".
De verdachte verklaarde nog, dat zijn
proces-verbaal op waarheid berust en dat
de getuigen geen juist beeld hebben gege
ven van het voorgevallene.
De procureur-generaal zeide, dat de ver
dachte ernstige feiten ten laste zijn gelegd;
daarbij komt, dat het hier gaat over een
politieman. Spreker was van mening, dat
de mishandeling bewezen is: de meineed is
er een uitvloeisel van en die achtte de pro
cureur-generaal eveneens bewezen. Ver
dachte kan op de bewuste avond geprik
keld geweest zijn, maar dat mag tog geen
reden voor hem geweest zijn de student te
slaan. Het optreden is verkeerd geweest.
Spreker eiste een gevangenisstraf van vier
maanden.
Pleidooi
De verdediger mr. Van Gelder ging het
verloop van het voorval op de bewuste
avond na, waarbij hij de verklaringen van
de getuigen de revue liet passeren. Daar
bij deelde hij mee, dat verdachte bij zijn
superieuren gunstig bekend staat; nooit is
er een klacht over zijn optreden binnen
gekomen. Te begrijpen is het, dat toen zijn
chef op de avond van de 5e Juni 1952 de
mededelingen over het voorval vernam,
de heer Voerman aannam, dat W. goed was
opgetreden. De chef was er bij voorbaat
van overtuigd, dat verdachte in het gelijk
stond. Pleiter achtte het proces-verbaal,
dat verdachte kort na het voorval had op
gemaakt van grote waarde. Aan de getui
gen zijn later verklaringen gevraagd en
toen waren er al enkele maanden verlopen.
Uitvoerig ging mr. Van Gelder het optre
den van een agent in het algemeen na; hij
mag van wapens gebruik maken en ver
dachte was gerechtigd de student mee naar
het bureau van politie te nemen. Volgens
pleiter heeft verdachte geen onredelijke
handeling gepleegd of een onrechtmatig
bevel gegeven. Dat de student „afgetuigd"
is kon mr. Van Gelder niet aannemen. Hij
las een verklaring van de dokter voor,
waarin deze schrijft de student onderzocht
te hebben; er zijn enkele lichte verschijn
selen, die er op zouden kunnen wijzen, dat
er geslagen is. Spreker zei, dat er geen
harde klappen gegeven zijn, anders waren
die waar te nemen geweest. De meineed
achtte de pleiter evenmin bewezen. Men
moet de tekst niet te letterlijk opnemen.
Mocht het hof door de verklaring van de
getuigen de tenlaste gelegde feiten bewezen
achten, dan meende pleiter, dat geen ver
oordeling kan volgen. De opzet is immers
niet bewezen. Tenslotte deelde hij nog mee,
dat W. correct is opgetreden en dat hem
geen verwijt gemaakt kan worden. De ver
dachte was in zijn rechtmatige uitoefening
van zijn functie. Mr. Van Gelder vroeg
vrijspraak, supbsidiair ontslag van rechts
vervolging.
Het hof zal op 18 Mei uitspraak doen.