29.» .Clowntje Rick Chaos in Berlijn Met VELPON zie ie er geen barst van Federatief Festival te Velsen-Noord Zomerjaponnetjes Twee Kamer-opera's Mr. Luns tot studenten over buitenlandse dienst Bedrag van f 108.000 voor het Rampenfonds (voor harmoniekorpsen) ABR. MEYER Metselaar deed zich voor als „grote bouwer" Republiek was nog niet bekend Kapitein twee weken geschorst Mozart en Pergolesi Kerkelijk Nieuws Voor de kinderen Rijwielvervoer per spoor wordt duurder FEUILLETON Kunstenaars helpen Klein rovershol bij Bergen aan Zee Protest tegen verdelging van vossen V R IJ D A G 2 8 MEI 1954 Het door de afdeling Noordholland van de Nederlandse Federatie van Harmonie- en Fanfarekorpsen georganiseerde festival, dat Donderdag gehouden werd in de mu- ziektuin van Concordia, op het terrein der Papierfabriek te Velsen-Noord, gaf een idéé van de ernst en de toewijding waarmee deze belangrijke tak van volksmuziek be oefend wordt onder impuls van een goed geordend wedstrijdwezen. Zonder iets te kort te doen aan de drie overige federaties, die in ons land deze activiteit ontplooien, mag gezegd worden dat de genoemde Ne derlandse Federatie inzake het geordend concours haar sporen verdiend heeft. Op vallend echter is het, dat er in Noordhól land minder aangesloten korpsen zijn dan in de overige provincies. Het was duidelijk, dat het Velser Festival een propagandisti sch strekking had, ten einde de nog zo tal rijke korpsen, die nergens bij aangesloten zijn, te bewegen contact op te nemen. De heer E. J. van Omme, algemeen secretaris, in een toespraak de betekenis van deze om- was er uit Brummen voor overgekomen om vangrijke organisatie toe te lichten en er op te wijzen hoe in de laatste jaren de waarde van het musiceren der korpsen ge stegen is, dank zij de tucht en de animo die het federatief concours in al zijn strengheid meebrengt. Ook de regering heeft het be sef gekregen, dat deze volkscultuur haar steun waardig is blijkens het verlenen van dertigduizend gulden subsidie voor de vier federaties gezamenlijk. Vijf korpsen vervulden hun beurt in de muziektent. Zaandijks Fanfare, dirigent Van Arcel, spelende in de Vaandelafdeling, liet vertolkingen horen van belangrijk werk van Gust de Roeck en Paul Gilson. Het samenspel was nog wel niet geheel uit de verf en de stemming vrij wankel, maar een gcede belofte kon men toch niet ontkennen. Onderlinge Oefening uit Uitgeest, dirigent de heer Elferink, kon in een lagere afdeling wel voldoen met zijn beide gespeelde wer ken. Kunst na Arbeid uit Amsterdam-Wa- tergraafsmeer, dirigent de heer Van der Meulen, speelde vrij zuiver en deed rhyth- misch aardige dingen in het tweede stuk. De Eendracht, het korps van de Papier fabriek, onder leiding van zijn nieuwe diri gent B. Joosen, liet met werk van Saint- Saëns en Rossini merken, dat dit harmonie orkest de traditie van zijn lenige symphoni- sche klank weet hoog te houden. Aan het slot van de middag hoorde men fanfare muziek in de meest geacheveerde vorm en in een ideaal klankidioom. Dit genot ver schafte ons Onderling Genoegen uit Krom menie, onder leiding van de immer jeug dige (de jaren schijnen bij hem niet mee te tellen), steeds correcte, door en door mu zikale Gerrit Schaar. De rustige beheersing waarmee met vlotte speeltechniek de Schotse Schetsen van Gust de Roeck feil loos vertolkt werden, doet dit musiceren boven het gewone amateurisme uitstijgen: men kan gerust zeggen dat het door een vakorkest niet overtroefd kan worden. Aan het einde van de middag kon men conclu deren dat Velsen en Krommenie de demon stratie op hoog peil hadden gebracht. Avondconcert Zaandijks Fanfare en de Harmonie „De Eendracht" besloten de dag met een con cert. Uiteraard kon dit weinig verrassingen rreer opleveren, daar men de capaciteiten van beide korpsen in de beste stukken van hun répertoire reeds had kunnen toetsen. Bovendien verviel men nogal in herhaling van reeds gespeelde nummers. Des te meer viel het op hoe Zaandijks Fanfarekorps zijn stemming en zijn rhythme zal hebben te verbeteren om zijn positie in de hoogste afdeling met ere te kunnen handhaven. Wel was men met de matrozendans uit „De Zee" van Paul Gilson aanzienlijk gelukkiger dan 's middags, maar het vereiste klank- evenwicht werd nog niet bereikt. De „Na- bucco"-ouverture van Verdi wordt tech nisch wel beheerst, maar mist tempo en karakteristiek. „De Eendracht" speelde met de „Alceste"- ouverture van Gluck (in uitstekende be werking van Wim Steyn) zijn beste troef uit, speculerend op beheerste klank en smaakvolle voordracht. Het laat zich aan zien dat de jeugdige dirigent B. Joosen de muziekkapel der Papierfabriek in de banen zal houden die de gezonde geest der mu ziek voorschrijft. De gastvrijheid die het korps aan zijn medeleden van de Nederlandse Federatie vermocht te verlenen, dank zij de mede werking van de directie der Papierfabriek, zal door de organisatie wel zeer op prijs zijn gesteld. JOS. DE KLERK De afdeling Nooröihoiland der Neder landse Federatie van Harmonie en Fan- faregezelschappen heeft op Hemelvaarts dag in de muziektuin van „Concordia" te ADVERTENTIE Leuke vlotte in diverse dessins en kleuren vanaf GROTE HOUTSTR. 16 HAARLEM Woensdagmiddag zijn'de drie R.T.C.-delegaties door Koningin Juliana in het Paleis Soestdijk ontvangen. Folo: Koningin Juliana in gesprek met mr. dr. M. F. Da Costa Gomez, de voorzitter van de delegatie der Nederlandse Antillen, en mr. dr. R. H. Pos, voorzitter van de Surinaamse delegatie. Velsen-Noord een groot federatief festival gehouden. Het werd georganiseerd in sa menwerking met de Harmoniekapel De Eendracht, die Woensdagavond ter inlei ding een openingsconcert onder welhaast ideale weersomstadigheden gaf. Een woord van welkom tot de aanwezi gen werd gesproken door voorzitter Joh. Hommes, die in ziin toespraak wees op de noodzaak van belangstelling voor de cul turele arbeid van plaatselijke corporaties, die juist voor een grote gemeente als Vel sen van bijzondere betekenis is. De heer Hommes toonde zich dankbaar voor de medewerking op de festivaldag en was ook zeer erkentelijk voor het optreden van het mannenkoor De Endracht en het jeugdkoor De Zangvogels op dit openingsconcert. Onder leiding van de dirigent B. Joosen begon de harmoniekapei de avond met een zeer beheerste, ja voorzichtige uitvoering van de mars „Lynwood". Voorzichtigheid betrachtte de dirigent ook voor de vertol king van de ouverture „Titus" van W. A. MozaTt, met als resultaat nauwkeurige détailverzorging, maar onderdrukte mu zikale overtuigingskracht. Hetzelfde kan gezegd worden van de uitvoering van „Al- ceste" van Von Gluck en ten dele ook van het Adagio en Allegro uit de Eerste Sym- phonie van Saint-Saëns, waarvan de be werking tot harmoniestuk toch merkbaar achter staat bij de originele bedoeling. Maar ondertussen hadden de leden van de kapel gelegenheid gekregen cm hun in strumentale techniek te tonen en rJls een bijzonder compliment mag hier wel het be houd van de zuiverheid en de toonstabili- teit genoemd worden. Voor de uitvoering van de ouverture „De barbier van Sevilla" van Rossini liet de dirigent de teugels meer vieren en di-. reet was dit merkbaar aan de grotere mu zikale geladenheid, die deze uitvoering tot een hoogtepunt van het concert deed zijn. Voor „King Orry" van Haydn Wood kon de dirigent weer rekenen op de vaardigheid van zijn korpsleden, als de bespelers van hobo, fluit, klarinet en trompet, die met de anderen zorgden voor goed samenspel. Met de mars „Jubelklanken" kwam het einde van dit concert, waarop ik verder met veel genoegen heb geluisterd naar de frisse, goed verstaanbare zang van het kinder koor en ook waardering heb kunnen krij gen voor het mannenkoor, dat met het Soldal enkoor uit „Faust" en met „Rozen uit het Zuiden" van Joh. Strauss zijn hoogste vocale troeven uitspeelde. Beide koren werden geleid door de heer H Slings en zeer verdienstelijk begeleid door een niet-genoemde pianist. P. ZWAANSWIJK Tweeëneenhalf jaar gevangenisstraf eiste de officier van justitie bij de Amsterdamse rechtbank wegens oplichting tegen de 43- jarige metselaar J. F. E. uit Amsterdam, die bekende van diverse personen som men geld te leen te hebben gekregen, na dat hij verteld had, dat hij de bouwer was van het nieuwe postkantoor in de St. An- thoniebreestraat te Amsterdam. Een der gedupeerden was een 70-jarige gepensionneerde metaalbewerker. Deze heeft het bedrog ontdekt, toen hij eens een kijkje op het bouwwerk ging nemen en merkte, dat de verdachte part noch deel aan de bouw had. De metaalbewerker was 700 lichter geworden door deze affaire. Een dame had een polis beleend om de verdachte aan 800.te helpen. Tegen haar had de verdachte ook verteld, dat hij eigen bouwer was en pas acht huizen had voltooid te Amsterdam. De officier van justitie vond het enige lichtpunt in deze zaak dat de verdachte alles ruiterlijk heeft toegegeven. DJAKARTA (Aneta). In de kampong Sempatung in het onderdistrict Serimbu Air Besar van het regentschap Pontianak is een Nederlandse vlag in beslag geno men, die daar op een feestje was gehesen. Twee Dajakkersdie het feest hadden georganiseerd, werden voor onderzoek naar Pontianak overgebracht. Zij werden spoedg weer op vrije voeten gesteld, zo verneemt Aneta). Men was namelijk van mening, dat dit voorval van alle achter gronden was ontbloot en dat het hier lou ter een kwestie betrof van gebrek aan be grip en onvoldoende voorlichting over de huidige constellatie. De Raad voor de Scheepvaart heeft be sloten het diploma van de kapitein van het m.s. „Hunzeborg", de 25-jarige E. B. S., in te houden voor de tijd van twee we ken. De scheepvaartinspectie had tegen de kapitein een klacht ingediend omdat hij verzuimd heeft, nadat zijn schip op 11 Maart in de Ierse Zee vast had gezeten, in de eerstvolgende haven zich in verbinding te stellen met -een expert. De kapitein is met het schip, dat niet geheel zeewaardig meer was aan de kimkiel en de bodem platen was vrij ernstige schade toege- biacht naar zee vertrokken. Daar het meer voorkomt, dat kapiteins op de kleine vaart nalaten dergelijke on gevallen aan de scheepvaartinspectie te melden, wilde de raad een waarschuwend voorbeeld stellen. Woensdagavond hebben wij te Bever wijk de première van Pergolesi's beroemde opera-buffa „La serva padrona (De meid als bazin) door zangleerlingen in vakop leiding met medewerking van „Die Haer- lemse Musyckcamer" als orkest, het ge heel onder leiding van André Kaart, bij gewoond. Volgens het programma was voor de regie verantwoordelijk dr. Walter Poll, regisseur van de Nederlandse Opera maar eerlijk gezegd: wij hebben in heel de vertoning (ook Mozarts „Bastien en Bastienne" werd gegeven) geen ogenblik de regelende hand van een ervaren toneel man kunnen waarnemen. Wat houding en actie betreft was het onbeholpen dilettant tisme wat we te zien kregen. Alleen de huisknecht Vespone in het werkje van Pergolesi, vertolkt door Gerard Louman, was vrij aannemelijk. Deze maakte ten minste wat van zijn stomme rol. Maar wat Leny Ridderhof (Serpina) en Hans Wil brink (Uberto) presteerden, was nog erg primitief. Wel had hun zingen enige ver diensten, vooral dat van de bariton. Men liet het werkje in Nederlandse ver taling horen gelukkig, want het recita tief werd vervangen door parlando. Alleen het begeleide recitatief in II werd gezon gen, maar André Kaart kon er niet in slagen hierbij een aanvaardbaar geheel te bereiken. Aangezien het een première be trof, willen wij graag heel wat door de vingers zien, maar hoger dan fatsoenlijk amateurisme konden wij de opvoering in geen geval taxeren. In Mozarts „Bastien en Bastienne" kon men met genoegen luisteren naar de frisse stemmen van Anke Dannys', Arjan Blan ken en Gerard Louman, maar zich tevens ergeren aan de onbeholpenheden van de scènische en muzikale interpretatie. Men heeft hier te doen met een apert geval van vocale, instrumentale en scènische moge lijkheden, die ondanks alle goede bedoelin gen niet tot gelding kunnen komen bij ge brek aan ervaren leiding en die bijgevolg blijven steken in een perspectiefloos ama teurisme, hetgeen waarschijnlijk toch niet de bedoeling is. Als inleiding tot deze avond speelde Die Haerlemsche Musyckcamer de Symphonie in D van Frederik de Grote. Dirigent André Kaart bereikte hiermee een zeer verdienstelijk resultaat. Opvallend was in het tweede deel dat mooi beheerste spel van de twee fluitisten. JOS. DE KLERK. Ned. Herv. kerk Aangenomen de benoeming tot vicaris te Wieringermeer W. A. Bos, vicaris te Ge- mert. Beroepen te Amersfoort (vac. C. G. H. Blok) P. J. de Geeter te Deventer. Geref. kerken onderh. art. 31 K.O. Tweetal te Utrecht (vac. prof. H. J. Schilder) G. Janssen te Leeuwarden en W. G. Visser te Scheveningen. In de Staatscourant is gepubliceerd de Diamantbeschikking 1954, die in de plaats treedt van de Diamantbeschikking 1948. Volgens deze nieuwe beschikking wordt ge slepen diamant niet langer als distributie- goed beschouwd. Als zodanig worden nog wel aangemerkt ruwe en halfbewerkte sljjpdiamant, diamantpoeder en diamant houdend poeder en onbewerkte industrie diamant. Toen ze een tijd in het stro hadden gezeten, kwamen ze opeens tot de ontdekking, dat de wind was gaan liggen. „Ik hoor bijna niks meer", stelde Bunkie vast. „Zou de storm over zijn?" „Ik zal eens buiten kijken", zei Rick. Hij deed de strodeken opzij en opende de deur. Toen hij naar buiten keek, bleek het werkelijk niet meer te sneeuwen. „Het is stil, jongens!", zei hij. „Wat zullen we doen?" ,J,aten we maar gauw weggaan dan", vonden de anderen. „Nou zullen we de weg wel kunnen vinden". Ze gooiden het stro van zich af en haalden de capes van de muur; die waren in die tijd al 'n heel stuk gedroogd. Ja, ze moesten het er nu maar op wagen, meenden ze. Nu die sneeuw niet langer stoof en hun ogen verblindde, zou het wel gaan. „Klaar?", zei Rick. Dan gaan we maar gauw, hè?" Ze hadden alle drie hun capes aan en konden vertrekken. Ze stapten naar buiten en Bunkie sloot de deur. „Tot de zomer, zullen we maar zeggen!", lachte hij. En toen verlieten ze de plek, waar hun trouwe hut eenzaam stond. Die had toch maar fijn redding gebracht! Ze stapten voort door de hoge sneeuwlaag; dat viel nog niet eens mee.... De minister zonder portefeuille mr. J. M. A. H. Luns, heeft te Amsterdam voor de Illustrissimus Senatus Studiosorum Am- stelodamensium een rede uitgesproken over de buitenlandse dienst. Het was ter gelegenheid van de 103de verjaardag van het Amsterdams Studenten Corps. Nederland heeft gedurende meer dan een eeuw geen actieve buitenlandse poli tiek gevoerd, eensdeels als gevolg van een doelbewuste en overigens juist geziene neutraliteitspolitiek, en anderdeels als uit vloeisel van het feit, dat geen ernstige be dreigingen der nationale belangen zich voordeden. Toen derhalve aan het einde der Twee de Wederloorlog ons land zich plotseling zag gesteld voor zware internationale pro blemen en daarmee samenhangende uiterst belangrijke beslissingen, is het begrijpelijk, dat de vergissing werd gemaakt aan te nemen, dat de overige met Nederland in beschaving en cultuur vergelijkbare mo gendheden dezelfde objectieve beginselen huldigden en nastreefden. Met enthousiasme en werkelijk idealis me heeft Nederland in de" UNO het instru ment begroet, dat objectief en boven de partijen staand, de belangen van de ver schillende landen tegen elkaar zou afwegen en bij conflicten de zedelijk en juridisch juiste oplossing zou nastreven. „Ik doe niet af aan het nut en de noodzakelijkheid van de Verenigde Naties," zo zeide de minister, „wanneer ik constateer, dat de wereldorga nisatie nog niet is geworden tot die verhe ven aeropaag, waar slechts recht en billijk heid als leidraad worden genomen. De minister merkte op, hoe de interde pendentie der problemen, de veelheid der internationale organisaties en de gecom pliceerdheid der economische verhoudin gen het voor de Nederlandse jonge man of jonge vrouw veel meer dan nog geen twin tig jaar geleden aantrekkelijk en interes sant maken in de buitenlandse dienst te treden. Er is bepaald geen plaats meer voor de misvatting, dat het diplomatieke spel eigenlijk het monopolie is van enkele grote mogendheden en dat de diplomatie in ons land nog steeds het privé-terrein is van een klein aantal aanzienlijken. En voorts dat de exameneisen voor vele jongeren een vrijwel onoverkoombare barrière zou den vormen. Op het zuiver politieke vlak, zowel als op het gebied van onze handels betrekkingen ligt voor onze buitenlandse posten een dankbare zij het dikwijls zware taak. De veelheid van contracten, die de diplomaat van de twintigste eeuw moet onderhouden zou zijn collega uit Metter- nich's tijd afschrikken. Hij kan er niet meer mede volstaan zijn wetenschap op te doen in salons, waar nog in de vorige eeuw het politieke lot van het land bediscussieerd werd. Hij dient, om enkele voorbeelden te noemen, behalve met de ambtelijke appa ratuur, contact te hebben met de politieke wereld, de pers, de intelligensia en het be drijfsleven van het land zijner vestiging. De minister wilde door dit alles te zeg gen, trachten bij de élite van onze acade mische jeugd de belangstelling voor deze dienst te verhogen. Uitgangspunt is dat de buitenlandse dienst open staat voor een ieder, die daarvoor geschikt is, ongeacht rang en stand en ongeacht zijn financiële middelen. De minister vestigde de aandacht op de zeer grote uitbreiding van de werkzaam heden van de buitenlandse dienst. Bestond ons buitenlandse ambtenarencorps in 1940 nog uit 110 personen, thans zijn het er meer dan 300. Voor de jongeman, die de diplomatieke carrière kiest, ook indien hij een gezin heeft, zijn de financiële perspec tieven bepaald gunstig, vooral vergeleken bij hetgeen een ambtenaar in Nederland van gelijke leeftijd en ervaring zou verdie nen. De tarieven voor het vervoer van rijwie len als bagage per trein zijn, afgezien van een technische herziening in 1951, die geen wezenlijke verhoging betekende, nog steeds gelijk aan die van 1945. De kosten van dit vervoer, zo delen de Nederlandse Spoor wegen mee, zijn evenwel aanzienlijk ge stegen in overeenstemming met de alge mene ontwikkeling van het prijs- en loon peil in Nederland na de oorlog. Daarom hebben de Nederlandse Spoorwegen zich genoodzaakt gezien de minister van Ver keer en Waterstaat toestemming te verzoe ken tot een verhoging van het tarief voor het vervoer van rijwielen als bagage. In antwoord hierop heeft de minister thans zijn goedkeuring gehecht aan de vol gende tariewijzigingen, die op 1 Juni zul len worden ingevoerd. De prijs voor het vervoer van gewone rijwielen over een afstand tot en met 40 km., die thans 0.70 bedraagt, zal op 1. worden gebracht, voor afstanden van 41 km tot en met 150 km zal de prijs 1.50 worden (thans 1.en voor afstanden boven de 150 km 2.(thans 1.50). De tarieven voor het vervoer van rijwielen met hulpmotor tot een gewicht van 40 kg zullen met 0.30 worden verhoogd, terwijl de abonnementsprijs voor rijwielenvervoer eveneens een verhoging zal ondergaan. ADVERTENTIE door Jean Bommart vertaald uit het Frans) 40) „Ja! Een Russische! zei Sauvin. Daar heb je 't, we zitten gevangen1" Gehypnotiseerd keken zij naar een enorme tank, die zich met veei geratel een weg baande door het puin, dat her en der in de straat lag. Op dat ogenblik zagen zij hoe achter een brok van het lage muurtje, waarop het tuinhek stond, iets bewoog, dat op een kachelpijp leek. „Een pantservuist! Hij gaat schieten..!" Een geweldige yl^m schoot te voorschijn uit de bus, die door een Duitse soldaat gericht werd. Een halve seconde daarna explodeerde de Russische tank met een oorverdovend lawaai. „Kom!" riep Sauvin. „Kom dan!" Hij rende naar de gang en deed de vesti buledeur open. De soldaat, die geschoten had, wa3 dood. Uit de tank stegen enorme vlammen van brandende benzine op, die overgingen in een dikke zwarte rook. „Speer!" riep hij. „Kom, we kunnen er vandoor gaan!" Geen antwoord. Hij aarzelde een ogen blik, keerde toen terug naar de eetkamer. Speer stond aan de telefoon, met de hoorn tegen zijn ene oor gedrukt en met een hand op zijn andere oor. Hij had een zo ontdaan gezicht, dat Sauvin op de drempel bleef staan. Eindelijk sprak Speer twee woorden, die door het kabaal van een nieuwe explosie onverstaanbaar waren, en legde toen de hoorn neer. Sauvin greep hem bij de arm. „Kom!" riep hij. „We hebben nu een kans! De rook vult de hele straat! Maar we mogen geen minuut verliezen!" „Hij is doodzei Speer. Al sinds twee dagen probeerde Sauvin inlichtingen te krijgen over de Russische posities rond de stad. Maar die verander den van uur tot uur. De vorige dag kon men nog ontsnappen in het Westen, en de Wannsee bereiken via Pichelsdorf, dat heroïsch verdedigd werd door een duizend tal leden van de Hitlerjugend van 14 tot 18 jaar oud. Vandaag wist niemand of dit garnizoen omsingeld of vernietigd was, of dat het nog steeds stand hield. Over dit bruggehoofd zou het leger vain Wenck moeten arriveren. Anderen gaven er de voorkeur aan naar het Noorden van Ber lijn te gaan door de tunnels van de onder grondse, waarin men nog niet vocht, over een houten noodbrug de Spree te passeren om het Stettiner Bahnhof te bereiken. De omsingelende beweging van de Russen was zo ruim, dat hun linies in het Noorden, ..vpv. www W*.». - --"OO ADV ERTEN'l IE het scheen het minst ffesloten waren, nebomen overdekt eilandie. Zit gingen van kerdheid terug, die herr VRAAG 0E JUISTE SOORT De voorzitter van de coördinatiecommis sie „Kunstenaars Helpen", de kunstschil der J. J. Voskuil, heeft aan de voorzitter van het Nationale Rampenfonds, generaal P. Alons, een cheque van f 108.000 over handigd. Dit bedrag is de voorlopige op brengst van de verloting van 1300 schil der- en beeldhouwwerken, die sinds Fe bruari 1953 is gehouden. Te Bergen (N.H.) zyn twee veertienja rige jongens aangehouden, die ruim een week geleden waren ontvlucht uit een ob servatiehuis te Amsterdam. In de beboste duinen rondom Bergen aan Zee hadden zij een hol uitgegraven en ingericht voor een verblijf van langere duur. Het mid dengedeelte van het hol werd gebruikt als slaapkamer. De politie heeft daar diverse wollen dekens aangetroffen, die van in braak afkomstig bleken te zijn. Het hol was verder voorzien van een provisieka mer en een keukeninrichting, compleet met een fles butagas en komfoor. Pannen en een koksmes, een drietal portemon- naies, zaklantaarns en een fototoestel be vonden zich bij de inboedel. Aanleiding tot de arerstatie was een nachtelijke in braak in een bakkerij te Bergen-Binnen, waar onder meer voorraden amandelspijs, twintig pond boterdeeg en pakjes room boter waren ontvreemd. Bij een inbraak die de jongens te Bergen aan Zee uit voerden, veranderden een bromfiets, een portemonnaie en zaklantaarns van eige naar. De rijkspolitie kwam op het juiste spoor dank zij signalementen door een twaalfjarige jongen, Jan Boorsma uit Ber gen, die de jongens bij de bakkerij had gezien, met grote nauwkeurigheid ver strekt. Het tweetal zal op transport naar hun inrichting worden gesteld. Het bestuur van de Koninklijke Neder landse Natuurhistorische Vereniging heeft bij de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen geprotesteerd tegen de voorgenomen verdelging van vossen om hondsdolheid tegen te gaan. Deminister heeft namelijk een brief gericht tot de hoofden van politie, met het verzoek de vossenverdelging ter hand te nemen. Voor elke gedode volwassen vos wordt f 10.en voor elke jonge vos f 5. betaald door de regering. De minister overweegt daar, waar aan deze maatregel geen gevolg wordt gegeven, zelf de verdel ging te organiseren. Het bestuur van de K.N.N.V. zegt be grip te hebben voor de noodzaak honds dolheid te weren, maar merkt op, dat het gevaar niet alleen en niet in de eerste plaats dreigt van de zijde van de vossen, maar ook van de zijde van de veel talrij kere reeën, eekhoorns en andere in het wild levende zoogdieren. Daar de minister geen maatregelen voorschrijft ten aanzien van deze dieren, kan het dagelijks bestuur van de K.N.N.V. zich niet onttrekken aan de indruk, dat dit eenzijdige optreden tegen de vossen mede door andere motieven wordt be paald, waarbij het met name denkt aan de belangen van de jacht. Het bestuur protesteert met klem tegen deze maatregel. Het verzoekt de minister dringend deze in te trekken en geen nieuwe maatregelen te treffen die onze zoogdierfauna aantasten, vóór door een ernstig onderzoek is komen vast te staan, dat dit middel onvermijdelijk is. naar het scheen, het minst gesloten waren. Maar om het Stettiner Bahnhof vanuit de Bismarckstrasse te bereiken moest men de gehele, in vlammen staande, stad door kruisen. Sauvin gaf er de voorkeur aan de Westelijke weg te proberen. Her geluk was met hem. De Russische tank maakte deel uit van een patrouille die te ver was opgerukt en die nu weer rechtsomkeert maakte. Sauvin sleepte de uitgeputte minister van Bewapening met zich mee en kwam zo tegen middernacht in Pichelsdorf aan. Daar werd een wanhopige strijd gestreden. De jongens vain 14 jaar lieten zich fanatiek als zij waren tot de laatste toe afmaken. Het dorp explo deerde letterlijk onder het vuur van ver scheidene Russische batterijen raketgrana ten. Speer was aan het eind van zijn krachten. Hem half dragend stak Sauvin de autoweg van de Kaiserdamm over om te schuilen onder het viaduct, dat hoog over het uiteinde van de Wannsee liep. Daar vond hij gelukkig wat hij zocht: een kano. Er waren er duizenden opgeslagen in de loodsen: men verhuurde die 's zomers aan Berlijners die met hun familie aan de oever van dit geweldige meer in de vrije natuur kwamen genieten. Sauvin liet er een te water en beval Speer achterin te gaan liggen. Hij nam de pagaai en verwij derde zich van de oever, in Zuidelijke richting varend en de lengte-as van het meer volgend. Bij het aanbreken van de dag bereikten zij aan het andere eind een klein, met den- oebomen overdekt eilandje. Zij gingen van boord en trokken de kano op de kant. Deze laatste inspanning was te veel voor Speer; hij zakte bewusteloos in elkaar. De Chinese Vis bracht hem achter een ligus terbosje, sloeg hem, wreef hemen bracht hem weer bij. Hij dwong hem hun laatste blikje pastei op te eten. Daarna sliepen zij beiden achter de struiken in. Zij moesten wachten tot het nacht was voor zij hun tocht konden voortzetten. Men hoorde schoten; zij zagen zelfs tweemaal Russische patrouilles langs de oevers van het meer voorbijgaan. Speer was intussen hersteld van zijn zwakte. Hij vertelde wat Beerdts, zijn vertrouweling in de schuilkelder van de Führer, hem door de telefoon had verteld. Hitler had met een revolverschot een eind aan zijn leven ge maakt. Eva Braun had vergif ingenomen. Men had dadelijk hun lichamen in de tuin van de Kanselarij verbrand, na ze met pe troleum overgoten te hebben. Fegelein was de dag daarvoor gefusilleerd. „Ik had moeite om het te verstaan", zei hij. „Omdat men .terwijl Beerdts praatte, in de schuilkelder muziek maakte". „Muziek?" „Ja. Men danste! Beerdts zelf heeft me gezegd: „Dat is beter! Men voelt zich op gelucht, bevrijd! Men kon niec meer!" HOOFDSTUK XIX Speer had besloten zich onmiddellijk naar de Amerikanen te begeven. Toen zij op de ochtend van de 2e Mei veiliger Duits gebied bereikten, vond hij zijn zelfverze kerdheid terug, die hem in staat stelde auto's te vorderen, die naar het Westen gingen. Sauvin, in colbertcostuum, ging door voor zijn secretaris. 's Avonds bevonden zij zich vlak bij de Elbe, waarover de Amerikanen, naar het scheen al een brug aan het bouwen waren. De frontlijn was onzeker en bestond op sommige punten aan de Duitse kant zelfs niet meer. Van de ene auto in de andere, waren de vluchtelingen ten slotte beland in een oude, kortademige Volkswagen, waar van de bestuurder beweerde, dat hij drie zakken meel ging halen, achtergebleven op een boerderij, die voorbij de laatste Duitse achterhoedetroepen lag. Hij stopte inder daad bij een eenzaam gebouw op de weg. „Uitstappen!" zei hij ruw. „Verderop zijn de Yankee's! Ga die maar opzoeken als u daar zin in hebt, maar dan te voet! Ik heb hier werk te doen en Sauvin onderbrak hem met een vuistslag midden in zijn gezicht. De ander wankelde en greep naar zijn revolver. Toen gaf Sau vin hem een klap op zijn hoofd met een bandenlichter. De man rolde, bewusteloos in een greppel. Sauvin ging op zijn plaats achter het stuur zitten en reed verder. „Stop!" zei Speer. „U hebt die Duitse soldaat misschien gedood! U bent gek!" „Wat wilt u?" antwoordde Sauvin, „het is oorlog". „Maar geen oorlog tussen Duitsers!" kermde Speer. „Wat je zegt!" bromde de Chinese Vis tussen zijn tanden Speer drong trouwens op dit ogenblik niet verder aan. Zij passeerden in volle vaart een dorp, twee dorpen. Op de top van een heuvel zagen zij de Elbe. Een leger genie-troepen was temidden van een drom gummiboten een brug aan het bou wen. „Stop", alstublieft, Hikcbmamn!" zei Speer met een angstige stem. Sauvin stopte en slaakte een diepe zucht. Daar waren de Amerikanen en er was geen enkele Duitse soldaat te zien! Op deze plek scheen de oorlog voorbij te zijn Een warme zon scheen over de teer groene roggevelden, waaruit leeuweriken opstegen. Verderop begon het donkerker groen van uitgestrekte weiden, die, door sneden door hagen, tot aan de rivier liepen. Dit landschap was volkomen vredig. Hij wendde zich vrolijk tot Speer. „Welnu", zei hij. „We zijn bijna aan ons doel, mijnheer Speer!" De ex-minister van Bewapening had een sombere en gespannen uitdrukking op zijn gezicht. Hij wierp een blik van twijfel en wantrouwen op zijn metgezel: „Luister, Hickmann! U hebt mij het le ven gered, gisteren op de Wannsee waar schijnlijk zelfs vele malen. Zonder u zou ik dood of een gevangene van de Russen zijn. Maar...." Hij hield op. „Maar wat, mijnheer Speer?" (Slot volgt)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 7