29.»
.Clowntje Rick
Chaos in Berlijn
Met VELPON zie ie er geen barst van
Federatief Festival
te Velsen-Noord
Zomerjaponnetjes
Twee Kamer-opera's
Mr. Luns tot studenten
over buitenlandse dienst
Bedrag van f 108.000
voor het Rampenfonds
(voor harmoniekorpsen)
ABR. MEYER
Metselaar deed zich
voor als „grote bouwer"
Republiek was nog
niet bekend
Kapitein twee weken
geschorst
Mozart en Pergolesi
Kerkelijk Nieuws
Voor de kinderen
Rijwielvervoer per spoor
wordt duurder
FEUILLETON
Kunstenaars helpen
Klein rovershol bij
Bergen aan Zee
Protest tegen verdelging
van vossen
V R IJ D A G 2 8 MEI 1954
Het door de afdeling Noordholland van
de Nederlandse Federatie van Harmonie-
en Fanfarekorpsen georganiseerde festival,
dat Donderdag gehouden werd in de mu-
ziektuin van Concordia, op het terrein der
Papierfabriek te Velsen-Noord, gaf een idéé
van de ernst en de toewijding waarmee
deze belangrijke tak van volksmuziek be
oefend wordt onder impuls van een goed
geordend wedstrijdwezen. Zonder iets te
kort te doen aan de drie overige federaties,
die in ons land deze activiteit ontplooien,
mag gezegd worden dat de genoemde Ne
derlandse Federatie inzake het geordend
concours haar sporen verdiend heeft. Op
vallend echter is het, dat er in Noordhól
land minder aangesloten korpsen zijn dan
in de overige provincies. Het was duidelijk,
dat het Velser Festival een propagandisti
sch strekking had, ten einde de nog zo tal
rijke korpsen, die nergens bij aangesloten
zijn, te bewegen contact op te nemen. De
heer E. J. van Omme, algemeen secretaris,
in een toespraak de betekenis van deze om-
was er uit Brummen voor overgekomen om
vangrijke organisatie toe te lichten en er
op te wijzen hoe in de laatste jaren de
waarde van het musiceren der korpsen ge
stegen is, dank zij de tucht en de animo die
het federatief concours in al zijn strengheid
meebrengt. Ook de regering heeft het be
sef gekregen, dat deze volkscultuur haar
steun waardig is blijkens het verlenen van
dertigduizend gulden subsidie voor de vier
federaties gezamenlijk.
Vijf korpsen vervulden hun beurt in de
muziektent. Zaandijks Fanfare, dirigent
Van Arcel, spelende in de Vaandelafdeling,
liet vertolkingen horen van belangrijk werk
van Gust de Roeck en Paul Gilson. Het
samenspel was nog wel niet geheel uit de
verf en de stemming vrij wankel, maar een
gcede belofte kon men toch niet ontkennen.
Onderlinge Oefening uit Uitgeest, dirigent
de heer Elferink, kon in een lagere afdeling
wel voldoen met zijn beide gespeelde wer
ken. Kunst na Arbeid uit Amsterdam-Wa-
tergraafsmeer, dirigent de heer Van der
Meulen, speelde vrij zuiver en deed rhyth-
misch aardige dingen in het tweede stuk.
De Eendracht, het korps van de Papier
fabriek, onder leiding van zijn nieuwe diri
gent B. Joosen, liet met werk van Saint-
Saëns en Rossini merken, dat dit harmonie
orkest de traditie van zijn lenige symphoni-
sche klank weet hoog te houden. Aan het
slot van de middag hoorde men fanfare
muziek in de meest geacheveerde vorm en
in een ideaal klankidioom. Dit genot ver
schafte ons Onderling Genoegen uit Krom
menie, onder leiding van de immer jeug
dige (de jaren schijnen bij hem niet mee te
tellen), steeds correcte, door en door mu
zikale Gerrit Schaar. De rustige beheersing
waarmee met vlotte speeltechniek de
Schotse Schetsen van Gust de Roeck feil
loos vertolkt werden, doet dit musiceren
boven het gewone amateurisme uitstijgen:
men kan gerust zeggen dat het door een
vakorkest niet overtroefd kan worden. Aan
het einde van de middag kon men conclu
deren dat Velsen en Krommenie de demon
stratie op hoog peil hadden gebracht.
Avondconcert
Zaandijks Fanfare en de Harmonie „De
Eendracht" besloten de dag met een con
cert. Uiteraard kon dit weinig verrassingen
rreer opleveren, daar men de capaciteiten
van beide korpsen in de beste stukken van
hun répertoire reeds had kunnen toetsen.
Bovendien verviel men nogal in herhaling
van reeds gespeelde nummers. Des te meer
viel het op hoe Zaandijks Fanfarekorps zijn
stemming en zijn rhythme zal hebben te
verbeteren om zijn positie in de hoogste
afdeling met ere te kunnen handhaven.
Wel was men met de matrozendans uit „De
Zee" van Paul Gilson aanzienlijk gelukkiger
dan 's middags, maar het vereiste klank-
evenwicht werd nog niet bereikt. De „Na-
bucco"-ouverture van Verdi wordt tech
nisch wel beheerst, maar mist tempo en
karakteristiek.
„De Eendracht" speelde met de „Alceste"-
ouverture van Gluck (in uitstekende be
werking van Wim Steyn) zijn beste troef
uit, speculerend op beheerste klank en
smaakvolle voordracht. Het laat zich aan
zien dat de jeugdige dirigent B. Joosen de
muziekkapel der Papierfabriek in de banen
zal houden die de gezonde geest der mu
ziek voorschrijft.
De gastvrijheid die het korps aan zijn
medeleden van de Nederlandse Federatie
vermocht te verlenen, dank zij de mede
werking van de directie der Papierfabriek,
zal door de organisatie wel zeer op prijs
zijn gesteld. JOS. DE KLERK
De afdeling Nooröihoiland der Neder
landse Federatie van Harmonie en Fan-
faregezelschappen heeft op Hemelvaarts
dag in de muziektuin van „Concordia" te
ADVERTENTIE
Leuke vlotte
in diverse dessins en
kleuren vanaf
GROTE HOUTSTR. 16 HAARLEM
Woensdagmiddag zijn'de drie R.T.C.-delegaties door Koningin Juliana in het Paleis
Soestdijk ontvangen. Folo: Koningin Juliana in gesprek met mr. dr. M. F. Da Costa
Gomez, de voorzitter van de delegatie der Nederlandse Antillen, en mr. dr. R. H.
Pos, voorzitter van de Surinaamse delegatie.
Velsen-Noord een groot federatief festival
gehouden. Het werd georganiseerd in sa
menwerking met de Harmoniekapel De
Eendracht, die Woensdagavond ter inlei
ding een openingsconcert onder welhaast
ideale weersomstadigheden gaf.
Een woord van welkom tot de aanwezi
gen werd gesproken door voorzitter Joh.
Hommes, die in ziin toespraak wees op de
noodzaak van belangstelling voor de cul
turele arbeid van plaatselijke corporaties,
die juist voor een grote gemeente als Vel
sen van bijzondere betekenis is. De heer
Hommes toonde zich dankbaar voor de
medewerking op de festivaldag en was ook
zeer erkentelijk voor het optreden van het
mannenkoor De Endracht en het jeugdkoor
De Zangvogels op dit openingsconcert.
Onder leiding van de dirigent B. Joosen
begon de harmoniekapei de avond met een
zeer beheerste, ja voorzichtige uitvoering
van de mars „Lynwood". Voorzichtigheid
betrachtte de dirigent ook voor de vertol
king van de ouverture „Titus" van W. A.
MozaTt, met als resultaat nauwkeurige
détailverzorging, maar onderdrukte mu
zikale overtuigingskracht. Hetzelfde kan
gezegd worden van de uitvoering van „Al-
ceste" van Von Gluck en ten dele ook van
het Adagio en Allegro uit de Eerste Sym-
phonie van Saint-Saëns, waarvan de be
werking tot harmoniestuk toch merkbaar
achter staat bij de originele bedoeling.
Maar ondertussen hadden de leden van de
kapel gelegenheid gekregen cm hun in
strumentale techniek te tonen en rJls een
bijzonder compliment mag hier wel het be
houd van de zuiverheid en de toonstabili-
teit genoemd worden.
Voor de uitvoering van de ouverture
„De barbier van Sevilla" van Rossini liet
de dirigent de teugels meer vieren en di-.
reet was dit merkbaar aan de grotere mu
zikale geladenheid, die deze uitvoering tot
een hoogtepunt van het concert deed zijn.
Voor „King Orry" van Haydn Wood kon de
dirigent weer rekenen op de vaardigheid
van zijn korpsleden, als de bespelers van
hobo, fluit, klarinet en trompet, die met de
anderen zorgden voor goed samenspel. Met
de mars „Jubelklanken" kwam het einde
van dit concert, waarop ik verder met veel
genoegen heb geluisterd naar de frisse,
goed verstaanbare zang van het kinder
koor en ook waardering heb kunnen krij
gen voor het mannenkoor, dat met het
Soldal enkoor uit „Faust" en met „Rozen
uit het Zuiden" van Joh. Strauss zijn
hoogste vocale troeven uitspeelde. Beide
koren werden geleid door de heer H Slings
en zeer verdienstelijk begeleid door een
niet-genoemde pianist.
P. ZWAANSWIJK
Tweeëneenhalf jaar gevangenisstraf eiste
de officier van justitie bij de Amsterdamse
rechtbank wegens oplichting tegen de 43-
jarige metselaar J. F. E. uit Amsterdam,
die bekende van diverse personen som
men geld te leen te hebben gekregen, na
dat hij verteld had, dat hij de bouwer was
van het nieuwe postkantoor in de St. An-
thoniebreestraat te Amsterdam.
Een der gedupeerden was een 70-jarige
gepensionneerde metaalbewerker. Deze
heeft het bedrog ontdekt, toen hij eens een
kijkje op het bouwwerk ging nemen en
merkte, dat de verdachte part noch deel
aan de bouw had. De metaalbewerker was
700 lichter geworden door deze affaire.
Een dame had een polis beleend om de
verdachte aan 800.te helpen. Tegen
haar had de verdachte ook verteld, dat hij
eigen bouwer was en pas acht huizen had
voltooid te Amsterdam.
De officier van justitie vond het enige
lichtpunt in deze zaak dat de verdachte
alles ruiterlijk heeft toegegeven.
DJAKARTA (Aneta). In de kampong
Sempatung in het onderdistrict Serimbu
Air Besar van het regentschap Pontianak
is een Nederlandse vlag in beslag geno
men, die daar op een feestje was gehesen.
Twee Dajakkersdie het feest hadden
georganiseerd, werden voor onderzoek
naar Pontianak overgebracht. Zij werden
spoedg weer op vrije voeten gesteld, zo
verneemt Aneta). Men was namelijk van
mening, dat dit voorval van alle achter
gronden was ontbloot en dat het hier lou
ter een kwestie betrof van gebrek aan be
grip en onvoldoende voorlichting over de
huidige constellatie.
De Raad voor de Scheepvaart heeft be
sloten het diploma van de kapitein van
het m.s. „Hunzeborg", de 25-jarige E. B.
S., in te houden voor de tijd van twee we
ken.
De scheepvaartinspectie had tegen de
kapitein een klacht ingediend omdat hij
verzuimd heeft, nadat zijn schip op 11
Maart in de Ierse Zee vast had gezeten, in
de eerstvolgende haven zich in verbinding
te stellen met -een expert. De kapitein is
met het schip, dat niet geheel zeewaardig
meer was aan de kimkiel en de bodem
platen was vrij ernstige schade toege-
biacht naar zee vertrokken.
Daar het meer voorkomt, dat kapiteins
op de kleine vaart nalaten dergelijke on
gevallen aan de scheepvaartinspectie te
melden, wilde de raad een waarschuwend
voorbeeld stellen.
Woensdagavond hebben wij te Bever
wijk de première van Pergolesi's beroemde
opera-buffa „La serva padrona (De meid
als bazin) door zangleerlingen in vakop
leiding met medewerking van „Die Haer-
lemse Musyckcamer" als orkest, het ge
heel onder leiding van André Kaart, bij
gewoond. Volgens het programma was
voor de regie verantwoordelijk dr. Walter
Poll, regisseur van de Nederlandse Opera
maar eerlijk gezegd: wij hebben in heel
de vertoning (ook Mozarts „Bastien en
Bastienne" werd gegeven) geen ogenblik
de regelende hand van een ervaren toneel
man kunnen waarnemen. Wat houding en
actie betreft was het onbeholpen dilettant
tisme wat we te zien kregen. Alleen de
huisknecht Vespone in het werkje van
Pergolesi, vertolkt door Gerard Louman,
was vrij aannemelijk. Deze maakte ten
minste wat van zijn stomme rol. Maar wat
Leny Ridderhof (Serpina) en Hans Wil
brink (Uberto) presteerden, was nog erg
primitief. Wel had hun zingen enige ver
diensten, vooral dat van de bariton.
Men liet het werkje in Nederlandse ver
taling horen gelukkig, want het recita
tief werd vervangen door parlando. Alleen
het begeleide recitatief in II werd gezon
gen, maar André Kaart kon er niet in
slagen hierbij een aanvaardbaar geheel te
bereiken. Aangezien het een première be
trof, willen wij graag heel wat door de
vingers zien, maar hoger dan fatsoenlijk
amateurisme konden wij de opvoering in
geen geval taxeren.
In Mozarts „Bastien en Bastienne" kon
men met genoegen luisteren naar de frisse
stemmen van Anke Dannys', Arjan Blan
ken en Gerard Louman, maar zich tevens
ergeren aan de onbeholpenheden van de
scènische en muzikale interpretatie. Men
heeft hier te doen met een apert geval van
vocale, instrumentale en scènische moge
lijkheden, die ondanks alle goede bedoelin
gen niet tot gelding kunnen komen bij ge
brek aan ervaren leiding en die bijgevolg
blijven steken in een perspectiefloos ama
teurisme, hetgeen waarschijnlijk toch niet
de bedoeling is.
Als inleiding tot deze avond speelde Die
Haerlemsche Musyckcamer de Symphonie
in D van Frederik de Grote. Dirigent
André Kaart bereikte hiermee een zeer
verdienstelijk resultaat. Opvallend was in
het tweede deel dat mooi beheerste spel
van de twee fluitisten.
JOS. DE KLERK.
Ned. Herv. kerk
Aangenomen de benoeming tot vicaris te
Wieringermeer W. A. Bos, vicaris te Ge-
mert.
Beroepen te Amersfoort (vac. C. G. H.
Blok) P. J. de Geeter te Deventer.
Geref. kerken onderh. art. 31 K.O.
Tweetal te Utrecht (vac. prof. H. J.
Schilder) G. Janssen te Leeuwarden en
W. G. Visser te Scheveningen.
In de Staatscourant is gepubliceerd de
Diamantbeschikking 1954, die in de plaats
treedt van de Diamantbeschikking 1948.
Volgens deze nieuwe beschikking wordt ge
slepen diamant niet langer als distributie-
goed beschouwd. Als zodanig worden nog
wel aangemerkt ruwe en halfbewerkte
sljjpdiamant, diamantpoeder en diamant
houdend poeder en onbewerkte industrie
diamant.
Toen ze een tijd in het stro hadden gezeten, kwamen ze opeens tot de ontdekking,
dat de wind was gaan liggen.
„Ik hoor bijna niks meer", stelde Bunkie vast. „Zou de storm over zijn?"
„Ik zal eens buiten kijken", zei Rick.
Hij deed de strodeken opzij en opende de deur. Toen hij naar buiten keek, bleek
het werkelijk niet meer te sneeuwen.
„Het is stil, jongens!", zei hij. „Wat zullen we doen?"
,J,aten we maar gauw weggaan dan", vonden de anderen. „Nou zullen we de weg
wel kunnen vinden".
Ze gooiden het stro van zich af en haalden de capes van de muur; die waren in die
tijd al 'n heel stuk gedroogd. Ja, ze moesten het er nu maar op wagen, meenden ze.
Nu die sneeuw niet langer stoof en hun ogen verblindde, zou het wel gaan.
„Klaar?", zei Rick. Dan gaan we maar gauw, hè?"
Ze hadden alle drie hun capes aan en konden vertrekken. Ze stapten naar buiten
en Bunkie sloot de deur.
„Tot de zomer, zullen we maar zeggen!", lachte hij.
En toen verlieten ze de plek, waar hun trouwe hut eenzaam stond. Die had toch
maar fijn redding gebracht!
Ze stapten voort door de hoge sneeuwlaag; dat viel nog niet eens mee....
De minister zonder portefeuille mr. J. M.
A. H. Luns, heeft te Amsterdam voor de
Illustrissimus Senatus Studiosorum Am-
stelodamensium een rede uitgesproken
over de buitenlandse dienst. Het was ter
gelegenheid van de 103de verjaardag van
het Amsterdams Studenten Corps.
Nederland heeft gedurende meer dan
een eeuw geen actieve buitenlandse poli
tiek gevoerd, eensdeels als gevolg van een
doelbewuste en overigens juist geziene
neutraliteitspolitiek, en anderdeels als uit
vloeisel van het feit, dat geen ernstige be
dreigingen der nationale belangen zich
voordeden.
Toen derhalve aan het einde der Twee
de Wederloorlog ons land zich plotseling
zag gesteld voor zware internationale pro
blemen en daarmee samenhangende uiterst
belangrijke beslissingen, is het begrijpelijk,
dat de vergissing werd gemaakt aan te
nemen, dat de overige met Nederland in
beschaving en cultuur vergelijkbare mo
gendheden dezelfde objectieve beginselen
huldigden en nastreefden.
Met enthousiasme en werkelijk idealis
me heeft Nederland in de" UNO het instru
ment begroet, dat objectief en boven de
partijen staand, de belangen van de ver
schillende landen tegen elkaar zou afwegen
en bij conflicten de zedelijk en juridisch
juiste oplossing zou nastreven. „Ik doe niet
af aan het nut en de noodzakelijkheid van
de Verenigde Naties," zo zeide de minister,
„wanneer ik constateer, dat de wereldorga
nisatie nog niet is geworden tot die verhe
ven aeropaag, waar slechts recht en billijk
heid als leidraad worden genomen.
De minister merkte op, hoe de interde
pendentie der problemen, de veelheid der
internationale organisaties en de gecom
pliceerdheid der economische verhoudin
gen het voor de Nederlandse jonge man of
jonge vrouw veel meer dan nog geen twin
tig jaar geleden aantrekkelijk en interes
sant maken in de buitenlandse dienst te
treden. Er is bepaald geen plaats meer voor
de misvatting, dat het diplomatieke spel
eigenlijk het monopolie is van enkele grote
mogendheden en dat de diplomatie in ons
land nog steeds het privé-terrein is van
een klein aantal aanzienlijken. En voorts
dat de exameneisen voor vele jongeren
een vrijwel onoverkoombare barrière zou
den vormen. Op het zuiver politieke vlak,
zowel als op het gebied van onze handels
betrekkingen ligt voor onze buitenlandse
posten een dankbare zij het dikwijls zware
taak. De veelheid van contracten, die de
diplomaat van de twintigste eeuw moet
onderhouden zou zijn collega uit Metter-
nich's tijd afschrikken. Hij kan er niet
meer mede volstaan zijn wetenschap op te
doen in salons, waar nog in de vorige eeuw
het politieke lot van het land bediscussieerd
werd. Hij dient, om enkele voorbeelden te
noemen, behalve met de ambtelijke appa
ratuur, contact te hebben met de politieke
wereld, de pers, de intelligensia en het be
drijfsleven van het land zijner vestiging.
De minister wilde door dit alles te zeg
gen, trachten bij de élite van onze acade
mische jeugd de belangstelling voor deze
dienst te verhogen. Uitgangspunt is dat de
buitenlandse dienst open staat voor een
ieder, die daarvoor geschikt is, ongeacht
rang en stand en ongeacht zijn financiële
middelen.
De minister vestigde de aandacht op de
zeer grote uitbreiding van de werkzaam
heden van de buitenlandse dienst. Bestond
ons buitenlandse ambtenarencorps in 1940
nog uit 110 personen, thans zijn het er
meer dan 300. Voor de jongeman, die de
diplomatieke carrière kiest, ook indien hij
een gezin heeft, zijn de financiële perspec
tieven bepaald gunstig, vooral vergeleken
bij hetgeen een ambtenaar in Nederland
van gelijke leeftijd en ervaring zou verdie
nen.
De tarieven voor het vervoer van rijwie
len als bagage per trein zijn, afgezien van
een technische herziening in 1951, die geen
wezenlijke verhoging betekende, nog steeds
gelijk aan die van 1945. De kosten van dit
vervoer, zo delen de Nederlandse Spoor
wegen mee, zijn evenwel aanzienlijk ge
stegen in overeenstemming met de alge
mene ontwikkeling van het prijs- en loon
peil in Nederland na de oorlog. Daarom
hebben de Nederlandse Spoorwegen zich
genoodzaakt gezien de minister van Ver
keer en Waterstaat toestemming te verzoe
ken tot een verhoging van het tarief voor
het vervoer van rijwielen als bagage.
In antwoord hierop heeft de minister
thans zijn goedkeuring gehecht aan de vol
gende tariewijzigingen, die op 1 Juni zul
len worden ingevoerd.
De prijs voor het vervoer van gewone
rijwielen over een afstand tot en met 40
km., die thans 0.70 bedraagt, zal op 1.
worden gebracht, voor afstanden van 41
km tot en met 150 km zal de prijs 1.50
worden (thans 1.en voor afstanden
boven de 150 km 2.(thans 1.50). De
tarieven voor het vervoer van rijwielen
met hulpmotor tot een gewicht van 40 kg
zullen met 0.30 worden verhoogd, terwijl
de abonnementsprijs voor rijwielenvervoer
eveneens een verhoging zal ondergaan.
ADVERTENTIE
door Jean Bommart
vertaald uit het Frans)
40)
„Ja! Een Russische! zei Sauvin. Daar
heb je 't, we zitten gevangen1"
Gehypnotiseerd keken zij naar een
enorme tank, die zich met veei geratel een
weg baande door het puin, dat her en der
in de straat lag. Op dat ogenblik zagen zij
hoe achter een brok van het lage muurtje,
waarop het tuinhek stond, iets bewoog, dat
op een kachelpijp leek.
„Een pantservuist! Hij gaat schieten..!"
Een geweldige yl^m schoot te voorschijn
uit de bus, die door een Duitse soldaat
gericht werd. Een halve seconde daarna
explodeerde de Russische tank met een
oorverdovend lawaai.
„Kom!" riep Sauvin. „Kom dan!"
Hij rende naar de gang en deed de vesti
buledeur open. De soldaat, die geschoten
had, wa3 dood. Uit de tank stegen enorme
vlammen van brandende benzine op, die
overgingen in een dikke zwarte rook.
„Speer!" riep hij. „Kom, we kunnen er
vandoor gaan!"
Geen antwoord. Hij aarzelde een ogen
blik, keerde toen terug naar de eetkamer.
Speer stond aan de telefoon, met de hoorn
tegen zijn ene oor gedrukt en met een
hand op zijn andere oor. Hij had een zo
ontdaan gezicht, dat Sauvin op de drempel
bleef staan. Eindelijk sprak Speer twee
woorden, die door het kabaal van een
nieuwe explosie onverstaanbaar waren, en
legde toen de hoorn neer. Sauvin greep
hem bij de arm.
„Kom!" riep hij. „We hebben nu een
kans! De rook vult de hele straat! Maar
we mogen geen minuut verliezen!"
„Hij is doodzei Speer.
Al sinds twee dagen probeerde Sauvin
inlichtingen te krijgen over de Russische
posities rond de stad. Maar die verander
den van uur tot uur. De vorige dag kon
men nog ontsnappen in het Westen, en de
Wannsee bereiken via Pichelsdorf, dat
heroïsch verdedigd werd door een duizend
tal leden van de Hitlerjugend van 14 tot
18 jaar oud. Vandaag wist niemand of dit
garnizoen omsingeld of vernietigd was, of
dat het nog steeds stand hield. Over dit
bruggehoofd zou het leger vain Wenck
moeten arriveren. Anderen gaven er de
voorkeur aan naar het Noorden van Ber
lijn te gaan door de tunnels van de onder
grondse, waarin men nog niet vocht, over
een houten noodbrug de Spree te passeren
om het Stettiner Bahnhof te bereiken. De
omsingelende beweging van de Russen was
zo ruim, dat hun linies in het Noorden,
..vpv. www W*.». - --"OO
ADV ERTEN'l IE
het scheen het minst ffesloten waren, nebomen overdekt eilandie. Zit gingen van kerdheid terug, die herr
VRAAG
0E JUISTE
SOORT
De voorzitter van de coördinatiecommis
sie „Kunstenaars Helpen", de kunstschil
der J. J. Voskuil, heeft aan de voorzitter
van het Nationale Rampenfonds, generaal
P. Alons, een cheque van f 108.000 over
handigd. Dit bedrag is de voorlopige op
brengst van de verloting van 1300 schil
der- en beeldhouwwerken, die sinds Fe
bruari 1953 is gehouden.
Te Bergen (N.H.) zyn twee veertienja
rige jongens aangehouden, die ruim een
week geleden waren ontvlucht uit een ob
servatiehuis te Amsterdam. In de beboste
duinen rondom Bergen aan Zee hadden
zij een hol uitgegraven en ingericht voor
een verblijf van langere duur. Het mid
dengedeelte van het hol werd gebruikt als
slaapkamer. De politie heeft daar diverse
wollen dekens aangetroffen, die van in
braak afkomstig bleken te zijn. Het hol
was verder voorzien van een provisieka
mer en een keukeninrichting, compleet
met een fles butagas en komfoor. Pannen
en een koksmes, een drietal portemon-
naies, zaklantaarns en een fototoestel be
vonden zich bij de inboedel. Aanleiding
tot de arerstatie was een nachtelijke in
braak in een bakkerij te Bergen-Binnen,
waar onder meer voorraden amandelspijs,
twintig pond boterdeeg en pakjes room
boter waren ontvreemd. Bij een inbraak
die de jongens te Bergen aan Zee uit
voerden, veranderden een bromfiets, een
portemonnaie en zaklantaarns van eige
naar. De rijkspolitie kwam op het juiste
spoor dank zij signalementen door een
twaalfjarige jongen, Jan Boorsma uit Ber
gen, die de jongens bij de bakkerij had
gezien, met grote nauwkeurigheid ver
strekt. Het tweetal zal op transport naar
hun inrichting worden gesteld.
Het bestuur van de Koninklijke Neder
landse Natuurhistorische Vereniging heeft
bij de minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen geprotesteerd tegen de
voorgenomen verdelging van vossen om
hondsdolheid tegen te gaan.
Deminister heeft namelijk een brief
gericht tot de hoofden van politie, met het
verzoek de vossenverdelging ter hand te
nemen. Voor elke gedode volwassen vos
wordt f 10.en voor elke jonge vos f 5.
betaald door de regering. De minister
overweegt daar, waar aan deze maatregel
geen gevolg wordt gegeven, zelf de verdel
ging te organiseren.
Het bestuur van de K.N.N.V. zegt be
grip te hebben voor de noodzaak honds
dolheid te weren, maar merkt op, dat het
gevaar niet alleen en niet in de eerste
plaats dreigt van de zijde van de vossen,
maar ook van de zijde van de veel talrij
kere reeën, eekhoorns en andere in het
wild levende zoogdieren.
Daar de minister geen maatregelen
voorschrijft ten aanzien van deze dieren,
kan het dagelijks bestuur van de K.N.N.V.
zich niet onttrekken aan de indruk, dat
dit eenzijdige optreden tegen de vossen
mede door andere motieven wordt be
paald, waarbij het met name denkt aan de
belangen van de jacht.
Het bestuur protesteert met klem tegen
deze maatregel. Het verzoekt de minister
dringend deze in te trekken en geen
nieuwe maatregelen te treffen die onze
zoogdierfauna aantasten, vóór door een
ernstig onderzoek is komen vast te staan,
dat dit middel onvermijdelijk is.
naar het scheen, het minst gesloten waren.
Maar om het Stettiner Bahnhof vanuit
de Bismarckstrasse te bereiken moest men
de gehele, in vlammen staande, stad door
kruisen. Sauvin gaf er de voorkeur aan
de Westelijke weg te proberen.
Her geluk was met hem. De Russische
tank maakte deel uit van een patrouille
die te ver was opgerukt en die nu weer
rechtsomkeert maakte. Sauvin sleepte de
uitgeputte minister van Bewapening met
zich mee en kwam zo tegen middernacht in
Pichelsdorf aan. Daar werd een wanhopige
strijd gestreden. De jongens vain 14 jaar
lieten zich fanatiek als zij waren tot
de laatste toe afmaken. Het dorp explo
deerde letterlijk onder het vuur van ver
scheidene Russische batterijen raketgrana
ten. Speer was aan het eind van zijn
krachten. Hem half dragend stak Sauvin
de autoweg van de Kaiserdamm over om
te schuilen onder het viaduct, dat hoog
over het uiteinde van de Wannsee liep.
Daar vond hij gelukkig wat hij zocht: een
kano. Er waren er duizenden opgeslagen in
de loodsen: men verhuurde die 's zomers
aan Berlijners die met hun familie aan de
oever van dit geweldige meer in de vrije
natuur kwamen genieten. Sauvin liet er
een te water en beval Speer achterin te
gaan liggen. Hij nam de pagaai en verwij
derde zich van de oever, in Zuidelijke
richting varend en de lengte-as van het
meer volgend.
Bij het aanbreken van de dag bereikten
zij aan het andere eind een klein, met den-
oebomen overdekt eilandje. Zij gingen van
boord en trokken de kano op de kant.
Deze laatste inspanning was te veel voor
Speer; hij zakte bewusteloos in elkaar. De
Chinese Vis bracht hem achter een ligus
terbosje, sloeg hem, wreef hemen bracht
hem weer bij. Hij dwong hem hun laatste
blikje pastei op te eten. Daarna sliepen zij
beiden achter de struiken in.
Zij moesten wachten tot het nacht was
voor zij hun tocht konden voortzetten. Men
hoorde schoten; zij zagen zelfs tweemaal
Russische patrouilles langs de oevers van
het meer voorbijgaan. Speer was intussen
hersteld van zijn zwakte. Hij vertelde
wat Beerdts, zijn vertrouweling in de
schuilkelder van de Führer, hem door de
telefoon had verteld. Hitler had met een
revolverschot een eind aan zijn leven ge
maakt. Eva Braun had vergif ingenomen.
Men had dadelijk hun lichamen in de tuin
van de Kanselarij verbrand, na ze met pe
troleum overgoten te hebben. Fegelein was
de dag daarvoor gefusilleerd.
„Ik had moeite om het te verstaan", zei
hij. „Omdat men .terwijl Beerdts praatte,
in de schuilkelder muziek maakte".
„Muziek?"
„Ja. Men danste! Beerdts zelf heeft me
gezegd: „Dat is beter! Men voelt zich op
gelucht, bevrijd! Men kon niec meer!"
HOOFDSTUK XIX
Speer had besloten zich onmiddellijk
naar de Amerikanen te begeven. Toen zij
op de ochtend van de 2e Mei veiliger Duits
gebied bereikten, vond hij zijn zelfverze
kerdheid terug, die hem in staat stelde
auto's te vorderen, die naar het Westen
gingen. Sauvin, in colbertcostuum, ging
door voor zijn secretaris.
's Avonds bevonden zij zich vlak bij de
Elbe, waarover de Amerikanen, naar het
scheen al een brug aan het bouwen waren.
De frontlijn was onzeker en bestond op
sommige punten aan de Duitse kant zelfs
niet meer. Van de ene auto in de andere,
waren de vluchtelingen ten slotte beland in
een oude, kortademige Volkswagen, waar
van de bestuurder beweerde, dat hij drie
zakken meel ging halen, achtergebleven op
een boerderij, die voorbij de laatste Duitse
achterhoedetroepen lag. Hij stopte inder
daad bij een eenzaam gebouw op de weg.
„Uitstappen!" zei hij ruw. „Verderop
zijn de Yankee's! Ga die maar opzoeken als
u daar zin in hebt, maar dan te voet! Ik
heb hier werk te doen en
Sauvin onderbrak hem met een vuistslag
midden in zijn gezicht. De ander wankelde
en greep naar zijn revolver. Toen gaf Sau
vin hem een klap op zijn hoofd met een
bandenlichter. De man rolde, bewusteloos
in een greppel. Sauvin ging op zijn plaats
achter het stuur zitten en reed verder.
„Stop!" zei Speer. „U hebt die Duitse
soldaat misschien gedood! U bent gek!"
„Wat wilt u?" antwoordde Sauvin, „het
is oorlog".
„Maar geen oorlog tussen Duitsers!"
kermde Speer.
„Wat je zegt!" bromde de Chinese Vis
tussen zijn tanden
Speer drong trouwens op dit ogenblik
niet verder aan. Zij passeerden in volle
vaart een dorp, twee dorpen. Op de top
van een heuvel zagen zij de Elbe. Een
leger genie-troepen was temidden van een
drom gummiboten een brug aan het bou
wen.
„Stop", alstublieft, Hikcbmamn!" zei
Speer met een angstige stem.
Sauvin stopte en slaakte een diepe zucht.
Daar waren de Amerikanen en er was
geen enkele Duitse soldaat te zien! Op
deze plek scheen de oorlog voorbij te
zijn
Een warme zon scheen over de teer
groene roggevelden, waaruit leeuweriken
opstegen. Verderop begon het donkerker
groen van uitgestrekte weiden, die, door
sneden door hagen, tot aan de rivier liepen.
Dit landschap was volkomen vredig. Hij
wendde zich vrolijk tot Speer.
„Welnu", zei hij. „We zijn bijna aan ons
doel, mijnheer Speer!"
De ex-minister van Bewapening had een
sombere en gespannen uitdrukking op zijn
gezicht. Hij wierp een blik van twijfel en
wantrouwen op zijn metgezel:
„Luister, Hickmann! U hebt mij het le
ven gered, gisteren op de Wannsee waar
schijnlijk zelfs vele malen. Zonder u zou ik
dood of een gevangene van de Russen zijn.
Maar...."
Hij hield op.
„Maar wat, mijnheer Speer?"
(Slot volgt)