Er spuit soms gas uit de zon Nazidom is in West-Duitsland nog niet uitgestorven Zie Boven Hoofd der Siciliaanse „Mafid - don Calogero - overleden .Clowntje Rick Een verraderlijk complot Grijze eminentie der onwettelijkheid was een schilderachtige figuur Steeds omringd door een lijfwacht en vrienden 8 Mysterie van Amerikaans gangsterdom onopgelost hen nieuwe wereld gaat voor l Hongaarse kinderen in ons land Procureur-generaal in beroep in zaak tegen specialist Opvarende van logger overboord geslagen Geïllustreerd weekblad zet lezers wel en wee van nazi-vrouwen voor Voor de kinderen Vijfenhalfmillioen voor Amsterdamse bussengarage Detachementscommandant uit Korea teruggekeerd FEUILLETON door Richard Keverne DONDERDAG 29 JULI 1954 11 (Van onze correspondent in Rome De wereld van hen, die in Zuid-Italië en in de Verenigde Staten min of meer het heft der „Malativa" in handen hebben, is in beweging. Hun leider, de stok oude don Calogero Vizzini is in een Rode Kruisauto, die hem uit een kliniek te Palermo terugbracht naar zijn geboorteplaats, het stadje Villalba, overleden. Zeven en zeventig jaar is don Calogero geworden een man wiens leven zich op een volkomen onwezenlijk plan heeft bewogen. Hij was het algemeen erkende hoofd van „de geëerde maatschappij", de Siciliaanse „Mafia", die, al schrikt zij voor gewelddaden niet terug, stellig niet zonder meer een bond van mis dadigers mag worden genoemd. De „Mafia" is in oorsprong een coöperatie van burgers, die zich, waar politie en rech ters schromelijk te kort schoten, gezamen lijk verdedigden tegen misdadige elemen ten. In het oude koninkrijk Napels en Sici lië had het centrale gezag geringe invloed in de onherbergzame gebieden van het bin nenland. Vee-roof, brandstichting en scha ken van vrouwen bleven maar al te vaak onbestraft. Dit leidde tot het vormen van bondgenootschappen onder de burgers, die een zeker bedrag stortten en voor gezamen lijke rekening personen in hun dienst na men, die de streek kenden en die hen be- heveiligden tegen misdadigere, Het best maakte men daarbij gebruik van weinig scrupuleuze elementen, zelf veedieven en misdadigers, die tegen betaling hun brood heren beveiligden. De „maatschappijen", er waren er meer dan een, geraakten met elkaar in strijd, zodat dezelfde zware jon gens die de ene grootgrondbezitter dienden, zich gerechtigd achtten het vee van de an dere te roven. De geschiedenis van die „Mafia" is oud en zeer bewogen. Vertakkingen In onze tijd is een van haar voornaamste bezigheden de controle op aanbestedingen van openbare werken. Waar een weg of waterleiding of iets dergelijks wordt aan besteed, bepaalt de Mafia wie de aannemer is en houdt men daar geen rekening mee, dan wordt het werk eenvoudig verhinderd. Zij heeft haar vertakkingen in de hoogste kringen, vooral in Sicilië, maar feitelijk in gans Italië, naar men zegt zelfs in rege ringskringen en het is waarschijnlijk, hoe wel nog steeds niet bewezen, dat de Ame rikaanse gangster-benden, die volgens het zelfde principe werken, niet anders zijn dan een uit de kluiten gegroeide spruit van de „Mafia". Het woord „Mafia" - een dialect uitdrukking hangt samen met „Mafosio", dat „mooi", „flink", aardig, aantrekkelijk betekent. Een bijzonder knap meisje heet op Sicilië „Mafiusa" en „mooie Karei" zou er een „Mafioso" zijn geweest. Don Calogero werd in 1867 te Villalba j geboren uit een aanzienlijke familie, die kort tevoren een kardinaal en een bisschop aan de kerk van Rome had geleverd. Hij was een grootgrondbezitter, eigenaar van een zwavelmijn, van verscheidene huizen en villa's en schatrijk. Hij was een groot aannemer van openbare werken. Zijn na latenschap bedraagt meer dan een milliard lire. Als jongen van twintig jaar werd Don Calogero verliefd op een knap meisje uit zijn dorp, Concettina, die kort daarop naar Amerika vertrok, waar haar familie woon- ADVERTENT1E op onze 250 Modelkamers Vrij te bezichtigen i-f ï'V 'V De grootste en modernste woninginrichting m m. de. Don Calogero wilde zijn land niet ver laten, maar bleef trouw aan Concettina en leefde ongetrouwd tezamen met zijn twee broers, waarvan de ene aartspriester van Villalba was en de andere pastoor. Separatisme Begin 1922 nam hij contact op met Mus solini, aan wie hij uit ruime beurs geld verstrekte om de zwarthemdenbeweging in Zuid-Italië op de been te helpen. Het feit, dat zowel hij als de grote Mafia-be- weging, waarvan hij de algemeen erkende leider was, het fascisme enorme diensten hadden bewezen,nam niet weg, dat enkele jaren later de fascistische prefect Mori, die naar Sicilië was gestuurd met de uitdruk kelijke opdracht een einde te maken aan de Mafia, hem liet verbannen. Hij mocht niet meer te Villalba komen, werd een korte tijd vastgehouden op een der kleine eilandjes waar ook politiek verdachten hun dagen sleten en leefde jaren lang te Paler mo onder politie-toezicht. In 1943 werden deze maatregelen door de Amerikanen op geheven. Veel is er in die dagen te doen geweest over het aandeel, dat de „Mafia" en Don Calogero hadden in de separatis tische beweging van Sicilië. Het ware daar over is nog altijd niet bekend, hoewel het schijnt, dat de Mafia in de eerste periode achter de separatisten stond en later haar politiek wijzigde. Anti-communistisch Zeker is dat Don Calogero een fel tegen stander was van Giuliano, de bandiet die als separatistenleider was begonnen,, in dien laatste periode. Zeker is ook, dat Giuliano in de eerste jaren van zijn optre den bijstand genoot van de „geëerde maat schappij". Vast staat, dat zowel Giuliano als Don Calogero een felle strijd voerden tegen de communisten. Een van de belangrijkste episoden uit het leven van de oude „Mafi oso"' hangt daarmee samen. In 1944 zouden te Villalba communisten en socialisten samenkomen. Dit was een uitdaging aan de „Mafia" en aan Don Calogero, die steeds had verzekerd, dat in die plaats alleen „vrienden" zouden wor den geduld. Het kwam tot een grote schietpartij, waarbij twintig personen, onder wie de voornaamste spreker, de communist Giro- lamo Li Causi, thans lid van de Italiaanse senaat, werden gewond. Er volgde een pro ces, dat tien jaren lang slepend werd ge houden. Een typerend voorbeeld van de nog steeds bestaande invloed der „Mafia" ook op de rechtspraak. Tenslotte had een rechter te Cantanzaro, op het vasteland, de moed Don Galegero schuldig te verklaren aan aanstichting tot moord. Het vonnis werd niet ten uitvoer gelegd, daar Don Calogero in hoger beroep ging en de uit spraak van het Hof van Appel nog moet komen. Zijn strafregister is verre van schoon, maar zijn invloed was te groot dan dat hij ooit gearresteerd kon worden. T oespelingen Bijzonderheden over het leven van deze schilderachtige figuur kan men vinden in de gegevens, bijeengebracht door de com missie van de Amerikaanse „Senaat", die onder voorzitterschap van senator Kefau- ver in 1950 alle 48 staten van Ameriika afreisde voor het uitbrengen van een rap port over „gangsterdom en criminaliteit". Telkens weer vindt men daar toespelingen op een zeer machtige organisatie, waarvan niet één der duizenden personen, die onder vraagd werden, de naam wist of wilde zeggen. Tevergeefs trachtten de leden der Senaatscommissie te weten te komen, wie het hoofd was van die organisaties, die haar zetel had - dit wordt herhaaldelijk gezegd - op het eiland Sicilië, in de pro vincie Caltanisetta, waarin Villalba gelegen is. Don Calogero ging vaak naar Palermo en woonde dan steeds in het hotel Sole, nooit bezocht hij het andere luxe-hótel der stad, waar Lucky Luciano, de uit Amerika verbannen gangsterkoning vaak verblijf houdt. Het bewijs van enig contact tussen „Mafia" en „gangsterdom" is te Palermo, waar de gangen der beide personages wer den nagegaan, blijkbaar nooit geleverd. Steeds begeleid door zijn lijfwacht, om ringd door vrienden, onder wie zoons van zijn enige zuster, was Don Calogero in ge heel Sicilië een bekende figuur. Telefonisch en telegrafisch werden hon derden bloemenkransen besteld bij de bloe misten te Palermo. Catania en Caltanis- setta. De opdrachtgevers waren Sicilianen, Italianen en in grote getale Amerikanen. De uitvaartplechtigheid in de hoofdkerk van Villalba, waarvan Don Salvatore Viz zini, broer van de overledene, pastoor is, werd een gebeurtenis in de geschiedenis van het eiland. Men vermoedt dat „het tribunaal der mannen van eer" reeds in spoedvergade ring is gekomen om de opvolger van Don Calogero te kiezen. Men noemt de naam van de 64-jarige Giuseppe Russo, uit Mussomeli, een plaatsje in diezelfde pro vincie Caltanisetta. Russo was een der trouwste vrienden van Don Calogero. Door bemiddeling van de stichting „Hulp actie voor Hongarije" kan opnieuw een grote groep kinderen van Hongaarse vluchtelingen een vacantie doorbrengen in Nederland. De kinderen zijn vanmorgen aangekomen. Velen van hen hebben ook nog te lijden gehad van de jongste waternoodramp in het Donauge- bied. De kinderen worden ondergebracht bij pleegouders in Eindhoven, Utrecht, Den Bosch. Amsterdam en Deventer. Zij blijven ongeveer drie maanden in ons land. De procureur-generaal bij het hof te 's-Hertogenbosch heeft cassatie aange tekend tegen het arrest van genoemd hof, waarbij de Tilburgse specialist dr. H. Kuyt werd ontslagen van rechtsvervolging. In een proefproces tegen genoemde arts specialist, werd deze beschuldigd van over treding van de prijsopdrijving- en hamster- wet 1939, wegens te hoog berekend hono rarium voor een klinische behandeling van een bij een ziekenfonds verzekerde patiënt. Van de Scheveningse logger SCH 89, de „Johanna Maria" van de N.V. Vishandel, Rederij en Ijsfabriek N.V. Frank Vrolijk is Vannacht bij het ruwe weer een opva rende overboord geslagen. Men heeft nog geruime tijd gezocht, maar heeft niets kunnen vinden. De „Johanna Maria" is thans thuisstomend en zou Vrijdagavond tussen zes en zeven uur in Scheveningen binnen zijn. De rederij kon ons nog geen naam van de vermiste meedelen, daar de familie nog niet was ingelicht. ADVERTENTIE Er spuit soms gas uit de zon. Dat gas heeft zijn bron in de zoge naamde storingshaar den; die gebieden op het zonne-oppervlak dus, waar wij in tijden van grote zonne-activiteit vlekken, opvlammingen en soortgelijke verschijn selen waarnemen. Die stralen gas be staan uit electrisch gela den deeltjes, die met snelheden tot 200 kilo meter per seconde het wereldruim invliegen. Ook onze aardbol vangt daar haar portie van op; zij wordt namelijk er door getroffen als zo'n gasstraal juist op onze planeet is gericht. (En dat is dus het geval als wij de betrokken sto- ringshaard ongeveer op het midden van de zon neschijf zien). Dit is dus een heel an der soort straling, dan de ultra-violette straling die wij de vorige keer bespraken; dat was licht, dit is gas. Volgen wij één zo'n gasdeeltje op zijn weg van de zon naar de aarde, dan zien wij dat het die afstand in een of twee dagen af legt. In de hoogste lagen van onze dampkring komt het in botsing met deeltjes lucht en de lucht wordt op die plaat sen electrisch geleidend gemaakt. Met dit ver schijnsel hangen allerlei andere dingen samen, zoals de electriciteit van de lucht, de graad van bewolking en de regen val. Die laatste factoren oefenen weer invloed uit op de vruchtbaarheid van de aardbodem, de opbrengst van de oogst en dergelijke en zo kan men tenslotte vast stellen dat de zon nog een woordje meespreekt in de prijs van de bloem kool en de komkommer op onze tafel. Er bestaan grafieken waaruit men duidelijk het verband afleest tus sen het optreden van storingen aan de zonne- oppervlakte en de bloei tijd van kersen hoe groter de zonne-activi teit, des te eerder bloei en de kersenbomen. Of samenhang tussen de zonne-activiteit en de waterstand in het Victo- riameer (Afrika): jaren met veel zonnevlekken schijnen vooral in de tropen meer regen op te leveren dan minimum jaren. Ook bestaat er een sterke overeenkomst tus sen de grafieken van vlekken-activiteit op de zon en die van genoteer de afwijkingen van de kompasnaald: de lijnen lopen vrijwel parallel. Tijdens het zonnevlek ken-maximum van 1938 '39 zijn er bijzonder sterke storingen in het magnetische krachtveld van de aarde opgetre den. Menigeen zal zich nog het prachtige Noor derlicht herinneren, waarvoor zelfs op zekere Dinsdagavond onze bon te radio haar programma onderbrak om de luiste raars attent te maken op wat er buiten te zien was. Maar op het ogenblik hoeven wij zoiets niet te verwachten; wij leven in 195% in een minimum zonne-activiteit. G. v. W Het zou onjuist zijn te beweren, dat liet nazidom in Duitsland uitgestorven is en dat de Duitsers helemaal geen belangstelling aan de dag leggen voor figuren, die onder Hitiers bloedig schrikbewind leidende functies in dit land hebben bekleed. Dat bewijst de „Münchener Ulustrierte", een weekblad, dat honderd duizenden Duitsers lezen. In het jongste nummer beantwoordt dit blad de vraag wat er van enkele vrouwen terechtgekomen is, wier mannen in het derde rijk de lakens hebben uitgedeeld en het publiceert er-enkele pas genomen foto's bij. Frau von Ribbentrop - Geriefelijk Het blad begint met Frau von Ribben trop, de weduwe van Hitler's minister van Buitenlandse Zaken, die het nazi-rijk vóór de oorlog ook nog aan het Engelse hof te Londen heeft vertegenwoordigd. Mevrouw von Ribbentrop is er blijkbaar nog niet zo heel slecht aan toe. Zij woont met drie van haar kinderen, van wie de oudste twee al volwassen beginnen te worden, in een ge rieflijk ingerichte villa te Wuppertal in het Roergebied, die zij in 1950 betrokken heeft. Rudolf, haar oudste zoon, is in het cham pagnevak werkzaam, haar dochter Ursula wil correspondente worden. Frau Speer - Hopend Mevrouw Speer, wier man minister voor Bewapening en Munitie is geweest, heeft kort geleden haar villa in Heidelberg te ruggekregen. Zij woont er met een paar kinderen, maar een deel van de kamers is aan vluchtelingen verhuurd. Zij hoopt vurig dat haar man van wie verteld wordt dat hij nog in 1945 een aanslag op Hitler's leven had voorbereid nog vrij zal komen voordat de lange twintig jaren voorbij zijn, waartoe hij veroordeeld werd. Telkens, wanneer zij voldoende geld bijeen heeft, vliegt zij naar Berlijn om haar man in de gevangenis van Spandau op te zoe ken. Frau Himmler - Hulpbehoevend Onder heel wat minder gunstige en min der weelderige omstandigheden leeft Mag- da Himmler, de weduwe van de meedogen loze en gewetenloze Gestapo-chef Hein- rich Himmler, die in 1945, toen hij door de Britten gevangen genomen was, een einde aan zijn leven heeft gemaakt. Op de foto in het blad ziet men haar in een wollen jasje in haar kleine keuken tussen potten en pannen en een fluitketel staan. Vaat doeken hangen tegen de muur en een paar kartonnen dozen staan boven op de keu kenkast. Toen zij een paar interneringskampen achter de rug had en weer in vrijheid was gesteld, werd zij in een protestantse in richting voor hulpbetoon opgenomen. Zij moet van 57 mark in de maand dat is iets meer dan 50 gulden rond komen. Haar stiefzoon zit nog altijd in Russische krijgsgevangenschap. Haar dochter werkt in München. De enige wens van frau Himmler is wanneer wij het weekblad mogen geloven geld voor een eigen wo ning en voor kolen. Frau Göring - Elegant Emmy Göring, de weduwe van de dikke Hermann met zijn fraaie uniformen, woont in een elegante flat te München. Vóór haar huwelijk is zij toneelspeelster geweest. Zij beweert wel dat zij niet van publiciteit houdt, maar zij schijnt er niets op tegen te hebben zich af en toe, ook voor de pers, te laten fotograferen. De kiek in het weekblad geeft haar thans met haar dochter Edda, die zich met een kruisje om de hals en met een kerkboek in de hand, juist als lidmaat van de kerk had laten bevestigen. De woningdeur van Emmy Göring's flat is met traliewerk versterkt. Emmy doet nooit zelf de deur open. Niemand weet waarvan zij leeft. Frau Sauckel - Idyllisch Elisabeth Sauckel, weduwe van het te rechtgestelde vroegere hoofd van de „Ar- beitseinsatz" in het derde rijk, woont in een idyllisch gelegen huis in de bergen bij Berchtesgaden, waarvan kamers worden verhuurd. Zij gaat niet veel uit en zij klaagt er nu al over, dat haar zes zoons misschien vrij spoedig soldaat zullen moe ten worden. „Mijn man hebben ze in 1946 te Neurenberg opgehangen, omdat hij voor de staat had gevochten," zegt ze bitter. Frau Hess - Teruggetrokken Ilse Hess, echtgenote van de vroegere „plaatsvervanger" van de „Führer", Rudolf Hess, die tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld werd, heeft zich op het platte land in de Allgau teruggetrokken. Ze heeft de eerste verdieping van een huis gehuurd, 's Morgens om 8 uur verschijnt ze, met een haarnet op het hoofd, op het houten bal- con. Daarna laat ze haar takshond in de tuin. Ze is juist bezig haar tweede boek over haar leven met Rudolf Hess te schrij ven. Zij zou graag zien, dat het grote pu bliek in Duitsland wat meer voor de ge vangenen in Spandau deed. Frau Hofer - Vluchtelinge Frau Friederike Hofer, de vrouw van de al sedert een paar jaar verdwenen gewe zen „gouwleider" van Tirol, huist met haar kinderen in een vluchtelingenkamp te München. Oostenrijk had uitlevering van haar man gevraagd, maar in 1948 is hij uit het interneringskamp bij Dachau ontsnapt. Hij houdt zich tegenwoordig zo staat zwart op wit in het geïllustreerde blad te lezen in de buurt van München ver borgen. Eén keer in de week ontmoeten zijn vrouw en hij elkaar. Frau Frank - Steuntrekkend Brigitte Frank, weduwe van de terecht gestelde vroegere gouverneur-generaal van Polen, woont ook in München. Zij zegt, blij te zijn nog te leven. Haar man heeft kort voor zijn dood nog verklaard, dat hij het Christendom erkende. Tot voor kort geleden kreeg ze iedere maand 160 mark van de staat. Nu wordt zij door de kerk geholpen. Ze wil proberen toch weer so ciale ondersteuning te krijgen. Haar oudste zoon is naar Argentinië geëmigreerd, waar hij een betrekking bij de mijnen heeft. Frau Funk - Dorpelinge Luise Funk, de tedere wederhelft van de c Toen het weer dag was, ontwaakte Bunkie. ,Mcb je lekker geslapen?", vroegen de Eskimo's. „Ja, hoor, best!", zei Bunkie. Hij kroop uit de hut en ging 'n eindje lopen, om het land eens wat beter te bekijken. Brrreigenlijk was het hier maar erg eenzaam en kaal, want bomen zag hij nergens en overal lag het witte ijs; op de grond en op de bergen in het rond. „Ik vind het toch thuis wel beter!", zuchtte Bunkie. „Maar hoe kom ik daar weer terug?" Steeds verder van het Eskimo-dorpje wandelde hij voort. Het zag er overal eender uit; veel was er niet te zien. „Nou, ik ga maar weer terug", besloot Bunkie. „Veel moois zie je hier niet!" Opeens hoorde hij achter zich een vreemd geluid Het leek wel iets op brommen, zoals een wild dier doet. Wat kon dat zijn?! Bunkie keerde zich om en plotseling gaf hij een gil! vroegere minister voor Economische Zaken, woont in een klein dorpslogement bij Bad Töïz. Haar tot levenslang veroordeelde man mag haar, net als de andere gevan genen van Spandau, niet over zijn gezond heidstoestand schrijven. Maar Luise wil méér van haar man weten. Met iedere brief, die zij van hem krijgt, stapt ze naar een grafoloog, in de hoop wat meer te horen te krijgen. Frau Scholz-Klink - Onverbeterlijk Gertrud Scholz-Klink, die zich in het derde rijk „rijksvrouwenleidster" mocht noemen en die thans, in een derde huwe lijk, met de gewezen „Ober Gruppen- führer" van de SS, Heissmeyer, getrouwd is, heeft haar politieke opvattingen en haar wereldbeschouwing ondanks het fiasco van 1945, niet gewijzigd. „Ik ben nog net zo'n nationaal-socialiste als vroeger," verklaar de zij trots. Zij en haar man werken op het directiekantoor van een Coca-Colafabriek, waarvan de bezitter indertijd ook bij de SS is geweest. Na de oorlog was zij onder een valse naam in twee kamers van een villa te Bebenihausen getrokken. Daar woont zij nu weer. „Niemand heeft het recht," zo houdt zij vol, „mijn politieke overtuiging te veroordelen". B. en W. van Amsterdam hebben aan de gemeenteraad van Amsterdam een voorstel doen toekomen een crediet beschikbaar te stellen van 5.525.000 voor de bouw, outil lage en inrichting van een garage met een centrale autobuswerkplaats voor het ge meentevervoerbedrijf op een terrein in Amsterdam-West. De nieuwe garage is be rekend op de berging van 80 bussen van het nieuwste type. Het zal mogelijk zijn deze garage te zijner tijd uit te breiden voor het stallen van nóg ongeveer 72 bussen. Nood zakelijk is het de garage te combineren met een werkplaats, geschikt voor het on derhoud van het gehele autobuspark. De grootte van de werkplaats is gebaseerd op een buSsenpark van 200 stuks, dat door een interne wijziging een werkplaats zal kunnen worden voor 600 bussen. Woensdagavond is per vliegtuig uit Tokio in ons land gearriveerd de luitenant kolonel C. Knuist, die gedurende twaalf maanden het commando heeft gevoerd over het Nederlandse detachement bij de UNO in Korea en deze functie begin van deze maand heeft overgedragen aan zijn opvolger, de luitenant-kolonel J. Raayma- kers. De luitenant-kolonel H. Alberdingh, die de oud-commandant verwelkomde namens de chef-generale staf en namens de adju dant-generaal, wenste luitenant-kolonel Knuist op de luchthaven niet alleen geluk met zijn behouden thuiskomst doch ook met zijn huwelijk, dat precies een week geleden op zijn 36ste verjaardag te Tokio is voltrokken met de 26-jarige Amerikaan se Anne Raick, die in Seoel werkzaam was als „Public Information Officer". Luite nant-kolonel Alberdingh dankte de voor malige commandant voor het feit, dat hij zijn beste krachten heeft geschonken voor het détachement in een tijd dat „gelukkig de wapens niet behoefden te worden ge bruikt". 51 Zijn stem had een harde klank bij deze laatste woorden. Jim vroeg op kalme toon: „Tevreden gesteldhoe bedoelt u dat, meneer Randal, in welk opzicht?" „Ik heb in mijn hotel, voordat ik hier heen kwam, een telefoongesprek met New- haven gehad, waar een particulier detec tive voor mij werkt. Hij was aanwezig, toen de boot aankwam, en hij vertelde me, dat Laura daar ook was en iemand, op wie de beschrijving van Cass toepasse lijk is, ontmoette. Wat haar betreft weet ik thans dus genoeg, meneer Woodstone". Er. kwam een trek van grote bitterheid op zijn gezicht en er vonkte iets in zijn fel blauwe ogen. Matt wilde méér weten en Randal legde een en ander volkomen open hartig uit. Hij verborg thans niets meer. Zijn particuliere detective was een zekere Edwards, een man die eertijds voor Priingle had gewerkt, doch nu voor zich zelf werkte. Randal had hem uit New York met zich meegenomen. „Hoewel ik een afschuwelijk idee vond", zei hij. „heb ik hem gevraagd mevrouw Dean na te gaan. Ze zou juffrouw Brent van het Victoria Station gaan halen, en 't verhaal dat ze ophangt is, dat ze 't niet langer kon uit houden in plaats van op 't Victoria Station te wachten, Monica direct bij aankomst van de boot wilde begroeten. Dat heeft ze tenminste door de telefoon aan mijn vriend Jonathan Arden verteld. Maar ik weet nu wel beter!" Matt keek hem vragend aan. „Wat ge looft u dat hier achter zit?" vroeg hij, „Ik weet 't niet. Maar ik zou graag alles, wat u van haar weet, van u horen. Doet uw best' om vooral niets over te slaan". Matt vertelde, wat hij vertellen kon: dat hij haar in Martle had ontmoet, en dat Cass haar 's avonds vanuit Newbury had opgezocht. Zelfs herinnerde hü zich enkele dingen, die zijn vader hem verteld had over de dame, die in de villa „St. Mary" haar intrek had genomen. „Maar 't is Monica, die u 't best kan inlichten", eindigde hij. „Dat hééft ze al gedaan", zei Randal effen. „Ik ben geneigd juffrouw Brent's me ning te delen, dat we mevrouw Dean onder druk moeten zetten", merkte Jim op. „Ge looft u, dat u sterk genoeg bent om al toe te slaan, meneer Randal?" Deze antwoordde zonder aarzelen: „Néé: Ik ben nog maar nét in deze richting aan 't werk. We hebben natuurlijk nog lang niet genoeg bewijsmateriaal, dat wil zeg gen, cm bij de rechter aan te komen. Maar we zullen 't krijgen! Nu ik dit te weten ben gekomen.ben ik niet van plan haar te sparen! Maar ze mag thans nog geen argwaan krijgen. Dat is heel belang rijk. Als ze iets in de gaten krijgt, gaat ze er vandoor, en dan ben ik nergens! Ze heeft nog altijd mijn jongen in handen en mijn kind komt op de allereerste plaats! Als ze te weten zou koenen, hoe ik haar in de val wil laten lopen, de hemel weet, wat er dan met Bobby gedaan zou wor den. Ik wil dat u beiden dat goed be grijpt". Er was een klank van wanhoop in zijn stern bij deze laatste woorden. „We begrijpen dat heel goed, meneer Randal", antwoordde Jim snel. „En juf frouw Brent begrijpt 't ook. Ze zal van ons hierover niets te horen krijgen en verder weet niemand er iets van behalve die de tective van u, die Edwards. En Sir Jona than natuurlijk. „Jonathan weet 't niet en hij zal 't ook niet te weten komen", zei Randal en zijn stem was opeens zacht en vol medeleven. „Hij is door twee mensen beetgenomen, Laura en Scott. 't Is voldoende als hij 't naderhand hoort". Matt keek hem verbaasd aan en Randal, die scheen te voelen, dat hij zijn gevoe lens wat al te duidelijk had getoond, ver volgde op zakelijker toon: ,,'t -Is werkelijk beter, als Arden dit niet weet. Hij zal 't nooit van Laura geloven. Hij heeft zo'n vertrouwen in haar! Stel, dat hij zijn mond voorbij zou praten. Ik maak me zorgen over Jonathan, Hij lijdt ontzettend onder het gebeurde. Hij is volkomen over zijn zenuwen door Bobby's ontvoering en hij ziet daardoor de dingen niet zuiver en met gezond verstand. „Hij schudde even zijn hoofd. „Nee, ik geloof dat ik te veel van Jonathan gevergd heb. We zullen hem deze nieuwe wending in het drama besparen". Matt voelde zich niet helemaal op zijn gemak. Er zat iets tragisch in Randal's verklaring. Hij had zijn vriend jaren lang in al zijn zorgen laten delen, doch thans schakelde hij hem uit als onvoldoende. Matt voelde iets van medelijden met Ar den in zich opkomen. Randal vervolgde: „Ik zal me in 't ver volg alléén tot u beiden kunnen wenden om hulp, en ik hoop van ganser harte, dat u me zult willen helpen! Ik kan niets per soonlijks ondernemen, ik kan alleen wach ten heel geduldig wachten op hun volgen de zet". „Maar Jim en ik behoeven niet te wach ten", merkte Matt met nadruk Op. „Ik voor mij heb wel eens 't gevoel, dat u te voor zichtig bent. Het lijkt me belangrijker dat we de plaats, waar ze uw zoontje verbor gen houden, opsporen dan eeuwig te blij ven afwachten. Als we hem te pakken kunnen krijgen, wat kunnen ons dan ver der mevrouw Dean en die andere sohur- ken schelen. Bij Battersea Park gelukte dit ons bijna!" „Als u mijn jongen op 't spoor kunt ko men, dan is dat natuurlijk van 't aller grootste belang. Ik geef u graag de vrije hand om te doen wat u goed lijkt. Maar gelóóft u te zullen slagen?" Matt antwoordde enigszins aarzelend: „Dat kan ik u niet met zekerheid zeggen, maar ik heb goede hoop. Door puur toeval kreeg ik hedenmiddag een inlichting welke van belang kan zijn. Ik wilde juist een en ander vertellen, toen u binnenkwam. Ik ben er achter gekomen, waarheen die auto, die Roman, waarin uw jongen uit Martle weggevoerd werd, heengereden is. „Wat zegt u?" riep Randal opgewonden uit. Jim boog zich naar voren en vroeg scherp: „Waarheen?" „Naar Oringham", antwoordde Matt. „Een plaatsje in Suffolk. De wagen is daar Woensdagavond laat of Donderdagmorgen vroeg geweest. Argent kon me dit meede len". Hij legde uit wat Argent hem verteld had. Randal zei niets, maar zijn houding van gelatenheid was verdwenen. Hij zat opeens kaarsrecht en zijn felle ogen staarden Matt aan. Jim was overeind gesprongen en zocht in een van de laden van zijn schrijftafel. „Eén seconde.één seconde.mom pelde hij. „Juist.... dat kloptHij haalde enige slordige papieren te voor schijn en bekeek één papiertje met grote aandacht, ,,'t Is me pas opgevallen, toen ik hier weer terug was", merkte hij op. ,,'t Is dat briefje dat Cass aan Monica liet brengen in het restaurant in Rouaan. Be kijk de achterkant eens"- Matt nam het briefje aan. Het was eigen lijk een afgescheurde snipper papier. Aan de ene kant stond geschreven: „La Lido h sept heures et demi" en aan de andere kant stond in hetzelfde potloodschrift: house" en er onder: ingham". „Ik heb urenlang zitten puzzlen met de kaart voor me", zei Jim. Randal scheen een ander man geworden te zijn. Hij was opeens vol energie en zijn stem had een harde, hevelende klank. „De kaart?" vroeg hij. „Wat bedoelt u?" Jim haalde een kaart te voorschijn. „Ik bedoel de route, die de bewuste auto gere den heeft", antwoordde hij. „Ik heb er al tijd over zitten piekeren, waar die wagen heengereden kon zijn. Cass huurde hem en heeft er een bepaald aantal kilometers mee gereden. Ik kon er niet uitkomen met de afstanden Martle-Newbury en tenslotte Londen. Hij moest verder weg geweest zijn en Oringham klopt prachtig. De vraag is nu, wat deed hij in Oringham?" En onmid dellijk zélf deze vraag beantwoordend, ver volgde hij: „De concierge van de Battersea flat vertelde me, dat Scott en de jongen daar Woensdagavond laat aangekomen wa ren. De verpleegster kwam Donderdagmor gen vroeg. Cass is dus waarschijnlijk naar Oringham geweest om die verpleegster te halen! Dat is een mogelijkheid.... zou 't verder mogelijk zijn, dat ze, toen ze de jongen in het Battersea Park met de ver pleegster oppikten, opnieuw naar Oring ham zijn gereden?" J (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 8