Er spuit soms gas uit de zon
Nazidom is in West-Duitsland
nog niet uitgestorven
Zie Boven
Hoofd der Siciliaanse „Mafid
- don Calogero - overleden
.Clowntje Rick
Een verraderlijk
complot
Grijze eminentie der onwettelijkheid
was een schilderachtige figuur
Steeds omringd door een
lijfwacht en vrienden
8
Mysterie van Amerikaans gangsterdom onopgelost
hen nieuwe
wereld
gaat voor l
Hongaarse kinderen in ons
land
Procureur-generaal in
beroep in zaak tegen
specialist
Opvarende van logger
overboord geslagen
Geïllustreerd weekblad zet lezers
wel en wee van nazi-vrouwen voor
Voor de kinderen
Vijfenhalfmillioen voor
Amsterdamse bussengarage
Detachementscommandant
uit Korea teruggekeerd
FEUILLETON
door Richard Keverne
DONDERDAG 29 JULI 1954
11
(Van onze correspondent in Rome
De wereld van hen, die in Zuid-Italië en in de Verenigde Staten min of meer
het heft der „Malativa" in handen hebben, is in beweging. Hun leider, de stok
oude don Calogero Vizzini is in een Rode Kruisauto, die hem uit een kliniek te
Palermo terugbracht naar zijn geboorteplaats, het stadje Villalba, overleden.
Zeven en zeventig jaar is don Calogero geworden een man wiens leven zich
op een volkomen onwezenlijk plan heeft bewogen. Hij was het algemeen erkende
hoofd van „de geëerde maatschappij", de Siciliaanse „Mafia", die, al schrikt
zij voor gewelddaden niet terug, stellig niet zonder meer een bond van mis
dadigers mag worden genoemd.
De „Mafia" is in oorsprong een coöperatie
van burgers, die zich, waar politie en rech
ters schromelijk te kort schoten, gezamen
lijk verdedigden tegen misdadige elemen
ten. In het oude koninkrijk Napels en Sici
lië had het centrale gezag geringe invloed
in de onherbergzame gebieden van het bin
nenland. Vee-roof, brandstichting en scha
ken van vrouwen bleven maar al te vaak
onbestraft. Dit leidde tot het vormen van
bondgenootschappen onder de burgers, die
een zeker bedrag stortten en voor gezamen
lijke rekening personen in hun dienst na
men, die de streek kenden en die hen be-
heveiligden tegen misdadigere, Het best
maakte men daarbij gebruik van weinig
scrupuleuze elementen, zelf veedieven en
misdadigers, die tegen betaling hun brood
heren beveiligden. De „maatschappijen",
er waren er meer dan een, geraakten met
elkaar in strijd, zodat dezelfde zware jon
gens die de ene grootgrondbezitter dienden,
zich gerechtigd achtten het vee van de an
dere te roven. De geschiedenis van die
„Mafia" is oud en zeer bewogen.
Vertakkingen
In onze tijd is een van haar voornaamste
bezigheden de controle op aanbestedingen
van openbare werken. Waar een weg of
waterleiding of iets dergelijks wordt aan
besteed, bepaalt de Mafia wie de aannemer
is en houdt men daar geen rekening mee,
dan wordt het werk eenvoudig verhinderd.
Zij heeft haar vertakkingen in de hoogste
kringen, vooral in Sicilië, maar feitelijk in
gans Italië, naar men zegt zelfs in rege
ringskringen en het is waarschijnlijk, hoe
wel nog steeds niet bewezen, dat de Ame
rikaanse gangster-benden, die volgens het
zelfde principe werken, niet anders zijn dan
een uit de kluiten gegroeide spruit van de
„Mafia". Het woord „Mafia" - een dialect
uitdrukking hangt samen met „Mafosio",
dat „mooi", „flink", aardig, aantrekkelijk
betekent. Een bijzonder knap meisje heet
op Sicilië „Mafiusa" en „mooie Karei" zou
er een „Mafioso" zijn geweest.
Don Calogero werd in 1867 te Villalba
j geboren uit een aanzienlijke familie, die
kort tevoren een kardinaal en een bisschop
aan de kerk van Rome had geleverd. Hij
was een grootgrondbezitter, eigenaar van
een zwavelmijn, van verscheidene huizen
en villa's en schatrijk. Hij was een groot
aannemer van openbare werken. Zijn na
latenschap bedraagt meer dan een milliard
lire. Als jongen van twintig jaar werd Don
Calogero verliefd op een knap meisje uit
zijn dorp, Concettina, die kort daarop naar
Amerika vertrok, waar haar familie woon-
ADVERTENT1E
op onze
250 Modelkamers
Vrij te bezichtigen
i-f ï'V 'V
De grootste en
modernste
woninginrichting
m m.
de. Don Calogero wilde zijn land niet ver
laten, maar bleef trouw aan Concettina en
leefde ongetrouwd tezamen met zijn twee
broers, waarvan de ene aartspriester van
Villalba was en de andere pastoor.
Separatisme
Begin 1922 nam hij contact op met Mus
solini, aan wie hij uit ruime beurs geld
verstrekte om de zwarthemdenbeweging
in Zuid-Italië op de been te helpen. Het
feit, dat zowel hij als de grote Mafia-be-
weging, waarvan hij de algemeen erkende
leider was, het fascisme enorme diensten
hadden bewezen,nam niet weg, dat enkele
jaren later de fascistische prefect Mori, die
naar Sicilië was gestuurd met de uitdruk
kelijke opdracht een einde te maken aan
de Mafia, hem liet verbannen. Hij mocht
niet meer te Villalba komen, werd een
korte tijd vastgehouden op een der kleine
eilandjes waar ook politiek verdachten hun
dagen sleten en leefde jaren lang te Paler
mo onder politie-toezicht. In 1943 werden
deze maatregelen door de Amerikanen op
geheven. Veel is er in die dagen te doen
geweest over het aandeel, dat de „Mafia"
en Don Calogero hadden in de separatis
tische beweging van Sicilië. Het ware daar
over is nog altijd niet bekend, hoewel het
schijnt, dat de Mafia in de eerste periode
achter de separatisten stond en later haar
politiek wijzigde.
Anti-communistisch
Zeker is dat Don Calogero een fel tegen
stander was van Giuliano, de bandiet die
als separatistenleider was begonnen,, in
dien laatste periode. Zeker is ook, dat
Giuliano in de eerste jaren van zijn optre
den bijstand genoot van de „geëerde maat
schappij". Vast staat, dat zowel Giuliano als
Don Calogero een felle strijd voerden tegen
de communisten. Een van de belangrijkste
episoden uit het leven van de oude „Mafi
oso"' hangt daarmee samen.
In 1944 zouden te Villalba communisten
en socialisten samenkomen. Dit was een
uitdaging aan de „Mafia" en aan Don
Calogero, die steeds had verzekerd, dat in
die plaats alleen „vrienden" zouden wor
den geduld.
Het kwam tot een grote schietpartij,
waarbij twintig personen, onder wie de
voornaamste spreker, de communist Giro-
lamo Li Causi, thans lid van de Italiaanse
senaat, werden gewond. Er volgde een pro
ces, dat tien jaren lang slepend werd ge
houden. Een typerend voorbeeld van de
nog steeds bestaande invloed der „Mafia"
ook op de rechtspraak. Tenslotte had een
rechter te Cantanzaro, op het vasteland, de
moed Don Galegero schuldig te verklaren
aan aanstichting tot moord. Het vonnis
werd niet ten uitvoer gelegd, daar Don
Calogero in hoger beroep ging en de uit
spraak van het Hof van Appel nog moet
komen. Zijn strafregister is verre van
schoon, maar zijn invloed was te groot dan
dat hij ooit gearresteerd kon worden.
T oespelingen
Bijzonderheden over het leven van deze
schilderachtige figuur kan men vinden in
de gegevens, bijeengebracht door de com
missie van de Amerikaanse „Senaat", die
onder voorzitterschap van senator Kefau-
ver in 1950 alle 48 staten van Ameriika
afreisde voor het uitbrengen van een rap
port over „gangsterdom en criminaliteit".
Telkens weer vindt men daar toespelingen
op een zeer machtige organisatie, waarvan
niet één der duizenden personen, die onder
vraagd werden, de naam wist of wilde
zeggen. Tevergeefs trachtten de leden der
Senaatscommissie te weten te komen, wie
het hoofd was van die organisaties, die
haar zetel had - dit wordt herhaaldelijk
gezegd - op het eiland Sicilië, in de pro
vincie Caltanisetta, waarin Villalba gelegen
is.
Don Calogero ging vaak naar Palermo
en woonde dan steeds in het hotel Sole,
nooit bezocht hij het andere luxe-hótel der
stad, waar Lucky Luciano, de uit Amerika
verbannen gangsterkoning vaak verblijf
houdt. Het bewijs van enig contact tussen
„Mafia" en „gangsterdom" is te Palermo,
waar de gangen der beide personages wer
den nagegaan, blijkbaar nooit geleverd.
Steeds begeleid door zijn lijfwacht, om
ringd door vrienden, onder wie zoons van
zijn enige zuster, was Don Calogero in ge
heel Sicilië een bekende figuur.
Telefonisch en telegrafisch werden hon
derden bloemenkransen besteld bij de bloe
misten te Palermo. Catania en Caltanis-
setta. De opdrachtgevers waren Sicilianen,
Italianen en in grote getale Amerikanen.
De uitvaartplechtigheid in de hoofdkerk
van Villalba, waarvan Don Salvatore Viz
zini, broer van de overledene, pastoor is,
werd een gebeurtenis in de geschiedenis
van het eiland.
Men vermoedt dat „het tribunaal der
mannen van eer" reeds in spoedvergade
ring is gekomen om de opvolger van Don
Calogero te kiezen. Men noemt de naam
van de 64-jarige Giuseppe Russo, uit
Mussomeli, een plaatsje in diezelfde pro
vincie Caltanisetta. Russo was een der
trouwste vrienden van Don Calogero.
Door bemiddeling van de stichting „Hulp
actie voor Hongarije" kan opnieuw een grote
groep kinderen van Hongaarse vluchtelingen
een vacantie doorbrengen in Nederland. De
kinderen zijn vanmorgen aangekomen. Velen
van hen hebben ook nog te lijden gehad van
de jongste waternoodramp in het Donauge-
bied. De kinderen worden ondergebracht bij
pleegouders in Eindhoven, Utrecht, Den
Bosch. Amsterdam en Deventer. Zij blijven
ongeveer drie maanden in ons land.
De procureur-generaal bij het hof te
's-Hertogenbosch heeft cassatie aange
tekend tegen het arrest van genoemd hof,
waarbij de Tilburgse specialist dr. H. Kuyt
werd ontslagen van rechtsvervolging. In
een proefproces tegen genoemde arts
specialist, werd deze beschuldigd van over
treding van de prijsopdrijving- en hamster-
wet 1939, wegens te hoog berekend hono
rarium voor een klinische behandeling van
een bij een ziekenfonds verzekerde patiënt.
Van de Scheveningse logger SCH 89, de
„Johanna Maria" van de N.V. Vishandel,
Rederij en Ijsfabriek N.V. Frank Vrolijk
is Vannacht bij het ruwe weer een opva
rende overboord geslagen. Men heeft nog
geruime tijd gezocht, maar heeft niets
kunnen vinden. De „Johanna Maria" is
thans thuisstomend en zou Vrijdagavond
tussen zes en zeven uur in Scheveningen
binnen zijn. De rederij kon ons nog geen
naam van de vermiste meedelen, daar de
familie nog niet was ingelicht.
ADVERTENTIE
Er spuit soms gas uit
de zon. Dat gas heeft
zijn bron in de zoge
naamde storingshaar
den; die gebieden op het
zonne-oppervlak dus,
waar wij in tijden van
grote zonne-activiteit
vlekken, opvlammingen
en soortgelijke verschijn
selen waarnemen.
Die stralen gas be
staan uit electrisch gela
den deeltjes, die met
snelheden tot 200 kilo
meter per seconde het
wereldruim invliegen.
Ook onze aardbol vangt
daar haar portie van op;
zij wordt namelijk er
door getroffen als zo'n
gasstraal juist op onze
planeet is gericht. (En
dat is dus het geval als
wij de betrokken sto-
ringshaard ongeveer op
het midden van de zon
neschijf zien).
Dit is dus een heel an
der soort straling, dan
de ultra-violette straling
die wij de vorige keer
bespraken; dat was licht,
dit is gas. Volgen wij
één zo'n gasdeeltje op
zijn weg van de zon
naar de aarde, dan zien
wij dat het die afstand
in een of twee dagen af
legt.
In de hoogste lagen
van onze dampkring
komt het in botsing met
deeltjes lucht en de
lucht wordt op die plaat
sen electrisch geleidend
gemaakt. Met dit ver
schijnsel hangen allerlei
andere dingen samen,
zoals de electriciteit van
de lucht, de graad van
bewolking en de regen
val. Die laatste factoren
oefenen weer invloed uit
op de vruchtbaarheid
van de aardbodem, de
opbrengst van de oogst
en dergelijke en zo
kan men tenslotte vast
stellen dat de zon nog
een woordje meespreekt
in de prijs van de bloem
kool en de komkommer
op onze tafel.
Er bestaan grafieken
waaruit men duidelijk
het verband afleest tus
sen het optreden van
storingen aan de zonne-
oppervlakte en de bloei
tijd van kersen hoe
groter de zonne-activi
teit, des te eerder bloei
en de kersenbomen. Of
samenhang tussen de
zonne-activiteit en de
waterstand in het Victo-
riameer (Afrika): jaren
met veel zonnevlekken
schijnen vooral in de
tropen meer regen op te
leveren dan minimum
jaren. Ook bestaat er een
sterke overeenkomst tus
sen de grafieken van
vlekken-activiteit op de
zon en die van genoteer
de afwijkingen van de
kompasnaald: de lijnen
lopen vrijwel parallel.
Tijdens het zonnevlek
ken-maximum van 1938
'39 zijn er bijzonder
sterke storingen in het
magnetische krachtveld
van de aarde opgetre
den. Menigeen zal zich
nog het prachtige Noor
derlicht herinneren,
waarvoor zelfs op zekere
Dinsdagavond onze bon
te radio haar programma
onderbrak om de luiste
raars attent te maken op
wat er buiten te zien
was.
Maar op het ogenblik
hoeven wij zoiets niet te
verwachten; wij leven
in 195% in een minimum
zonne-activiteit. G. v. W
Het zou onjuist zijn te beweren, dat liet nazidom in Duitsland uitgestorven is
en dat de Duitsers helemaal geen belangstelling aan de dag leggen voor figuren,
die onder Hitiers bloedig schrikbewind leidende functies in dit land hebben
bekleed. Dat bewijst de „Münchener Ulustrierte", een weekblad, dat honderd
duizenden Duitsers lezen. In het jongste nummer beantwoordt dit blad de vraag
wat er van enkele vrouwen terechtgekomen is, wier mannen in het derde rijk
de lakens hebben uitgedeeld en het publiceert er-enkele pas genomen foto's bij.
Frau von Ribbentrop - Geriefelijk
Het blad begint met Frau von Ribben
trop, de weduwe van Hitler's minister van
Buitenlandse Zaken, die het nazi-rijk vóór
de oorlog ook nog aan het Engelse hof te
Londen heeft vertegenwoordigd. Mevrouw
von Ribbentrop is er blijkbaar nog niet zo
heel slecht aan toe. Zij woont met drie van
haar kinderen, van wie de oudste twee al
volwassen beginnen te worden, in een ge
rieflijk ingerichte villa te Wuppertal in het
Roergebied, die zij in 1950 betrokken heeft.
Rudolf, haar oudste zoon, is in het cham
pagnevak werkzaam, haar dochter Ursula
wil correspondente worden.
Frau Speer - Hopend
Mevrouw Speer, wier man minister voor
Bewapening en Munitie is geweest, heeft
kort geleden haar villa in Heidelberg te
ruggekregen. Zij woont er met een paar
kinderen, maar een deel van de kamers is
aan vluchtelingen verhuurd. Zij hoopt
vurig dat haar man van wie verteld
wordt dat hij nog in 1945 een aanslag op
Hitler's leven had voorbereid nog vrij
zal komen voordat de lange twintig jaren
voorbij zijn, waartoe hij veroordeeld werd.
Telkens, wanneer zij voldoende geld bijeen
heeft, vliegt zij naar Berlijn om haar man
in de gevangenis van Spandau op te zoe
ken.
Frau Himmler - Hulpbehoevend
Onder heel wat minder gunstige en min
der weelderige omstandigheden leeft Mag-
da Himmler, de weduwe van de meedogen
loze en gewetenloze Gestapo-chef Hein-
rich Himmler, die in 1945, toen hij door de
Britten gevangen genomen was, een einde
aan zijn leven heeft gemaakt. Op de foto
in het blad ziet men haar in een wollen
jasje in haar kleine keuken tussen potten
en pannen en een fluitketel staan. Vaat
doeken hangen tegen de muur en een paar
kartonnen dozen staan boven op de keu
kenkast.
Toen zij een paar interneringskampen
achter de rug had en weer in vrijheid was
gesteld, werd zij in een protestantse in
richting voor hulpbetoon opgenomen. Zij
moet van 57 mark in de maand dat is
iets meer dan 50 gulden rond komen.
Haar stiefzoon zit nog altijd in Russische
krijgsgevangenschap. Haar dochter werkt
in München. De enige wens van frau
Himmler is wanneer wij het weekblad
mogen geloven geld voor een eigen wo
ning en voor kolen.
Frau Göring - Elegant
Emmy Göring, de weduwe van de dikke
Hermann met zijn fraaie uniformen, woont
in een elegante flat te München. Vóór haar
huwelijk is zij toneelspeelster geweest. Zij
beweert wel dat zij niet van publiciteit
houdt, maar zij schijnt er niets op tegen te
hebben zich af en toe, ook voor de pers, te
laten fotograferen. De kiek in het weekblad
geeft haar thans met haar dochter Edda,
die zich met een kruisje om de hals en met
een kerkboek in de hand, juist als lidmaat
van de kerk had laten bevestigen. De
woningdeur van Emmy Göring's flat is met
traliewerk versterkt. Emmy doet nooit zelf
de deur open. Niemand weet waarvan zij
leeft.
Frau Sauckel - Idyllisch
Elisabeth Sauckel, weduwe van het te
rechtgestelde vroegere hoofd van de „Ar-
beitseinsatz" in het derde rijk, woont in
een idyllisch gelegen huis in de bergen bij
Berchtesgaden, waarvan kamers worden
verhuurd. Zij gaat niet veel uit en zij
klaagt er nu al over, dat haar zes zoons
misschien vrij spoedig soldaat zullen moe
ten worden. „Mijn man hebben ze in 1946
te Neurenberg opgehangen, omdat hij voor
de staat had gevochten," zegt ze bitter.
Frau Hess - Teruggetrokken
Ilse Hess, echtgenote van de vroegere
„plaatsvervanger" van de „Führer", Rudolf
Hess, die tot levenslange gevangenisstraf
veroordeeld werd, heeft zich op het platte
land in de Allgau teruggetrokken. Ze heeft
de eerste verdieping van een huis gehuurd,
's Morgens om 8 uur verschijnt ze, met een
haarnet op het hoofd, op het houten bal-
con. Daarna laat ze haar takshond in de
tuin. Ze is juist bezig haar tweede boek
over haar leven met Rudolf Hess te schrij
ven. Zij zou graag zien, dat het grote pu
bliek in Duitsland wat meer voor de ge
vangenen in Spandau deed.
Frau Hofer - Vluchtelinge
Frau Friederike Hofer, de vrouw van de
al sedert een paar jaar verdwenen gewe
zen „gouwleider" van Tirol, huist met haar
kinderen in een vluchtelingenkamp te
München. Oostenrijk had uitlevering van
haar man gevraagd, maar in 1948 is hij uit
het interneringskamp bij Dachau ontsnapt.
Hij houdt zich tegenwoordig zo staat
zwart op wit in het geïllustreerde blad te
lezen in de buurt van München ver
borgen. Eén keer in de week ontmoeten
zijn vrouw en hij elkaar.
Frau Frank - Steuntrekkend
Brigitte Frank, weduwe van de terecht
gestelde vroegere gouverneur-generaal van
Polen, woont ook in München. Zij zegt,
blij te zijn nog te leven. Haar man heeft
kort voor zijn dood nog verklaard, dat hij
het Christendom erkende. Tot voor kort
geleden kreeg ze iedere maand 160 mark
van de staat. Nu wordt zij door de kerk
geholpen. Ze wil proberen toch weer so
ciale ondersteuning te krijgen. Haar oudste
zoon is naar Argentinië geëmigreerd, waar
hij een betrekking bij de mijnen heeft.
Frau Funk - Dorpelinge
Luise Funk, de tedere wederhelft van de
c
Toen het weer dag was, ontwaakte Bunkie.
,Mcb je lekker geslapen?", vroegen de Eskimo's.
„Ja, hoor, best!", zei Bunkie.
Hij kroop uit de hut en ging 'n eindje lopen, om het land eens wat beter te bekijken.
Brrreigenlijk was het hier maar erg eenzaam en kaal, want bomen zag hij
nergens en overal lag het witte ijs; op de grond en op de bergen in het rond.
„Ik vind het toch thuis wel beter!", zuchtte Bunkie. „Maar hoe kom ik daar weer
terug?"
Steeds verder van het Eskimo-dorpje wandelde hij voort. Het zag er overal eender
uit; veel was er niet te zien.
„Nou, ik ga maar weer terug", besloot Bunkie. „Veel moois zie je hier niet!"
Opeens hoorde hij achter zich een vreemd geluid Het leek wel iets op brommen,
zoals een wild dier doet. Wat kon dat zijn?!
Bunkie keerde zich om en plotseling gaf hij een gil!
vroegere minister voor Economische Zaken,
woont in een klein dorpslogement bij Bad
Töïz. Haar tot levenslang veroordeelde
man mag haar, net als de andere gevan
genen van Spandau, niet over zijn gezond
heidstoestand schrijven. Maar Luise wil
méér van haar man weten. Met iedere
brief, die zij van hem krijgt, stapt ze naar
een grafoloog, in de hoop wat meer te
horen te krijgen.
Frau Scholz-Klink - Onverbeterlijk
Gertrud Scholz-Klink, die zich in het
derde rijk „rijksvrouwenleidster" mocht
noemen en die thans, in een derde huwe
lijk, met de gewezen „Ober Gruppen-
führer" van de SS, Heissmeyer, getrouwd
is, heeft haar politieke opvattingen en haar
wereldbeschouwing ondanks het fiasco van
1945, niet gewijzigd. „Ik ben nog net zo'n
nationaal-socialiste als vroeger," verklaar
de zij trots. Zij en haar man werken op het
directiekantoor van een Coca-Colafabriek,
waarvan de bezitter indertijd ook bij de
SS is geweest. Na de oorlog was zij onder
een valse naam in twee kamers van een
villa te Bebenihausen getrokken. Daar
woont zij nu weer. „Niemand heeft het
recht," zo houdt zij vol, „mijn politieke
overtuiging te veroordelen".
B. en W. van Amsterdam hebben aan de
gemeenteraad van Amsterdam een voorstel
doen toekomen een crediet beschikbaar te
stellen van 5.525.000 voor de bouw, outil
lage en inrichting van een garage met een
centrale autobuswerkplaats voor het ge
meentevervoerbedrijf op een terrein in
Amsterdam-West. De nieuwe garage is be
rekend op de berging van 80 bussen van het
nieuwste type. Het zal mogelijk zijn deze
garage te zijner tijd uit te breiden voor het
stallen van nóg ongeveer 72 bussen. Nood
zakelijk is het de garage te combineren
met een werkplaats, geschikt voor het on
derhoud van het gehele autobuspark. De
grootte van de werkplaats is gebaseerd op
een buSsenpark van 200 stuks, dat door
een interne wijziging een werkplaats zal
kunnen worden voor 600 bussen.
Woensdagavond is per vliegtuig uit
Tokio in ons land gearriveerd de luitenant
kolonel C. Knuist, die gedurende twaalf
maanden het commando heeft gevoerd
over het Nederlandse detachement bij de
UNO in Korea en deze functie begin van
deze maand heeft overgedragen aan zijn
opvolger, de luitenant-kolonel J. Raayma-
kers.
De luitenant-kolonel H. Alberdingh, die
de oud-commandant verwelkomde namens
de chef-generale staf en namens de adju
dant-generaal, wenste luitenant-kolonel
Knuist op de luchthaven niet alleen geluk
met zijn behouden thuiskomst doch ook
met zijn huwelijk, dat precies een week
geleden op zijn 36ste verjaardag te Tokio
is voltrokken met de 26-jarige Amerikaan
se Anne Raick, die in Seoel werkzaam was
als „Public Information Officer". Luite
nant-kolonel Alberdingh dankte de voor
malige commandant voor het feit, dat hij
zijn beste krachten heeft geschonken voor
het détachement in een tijd dat „gelukkig
de wapens niet behoefden te worden ge
bruikt".
51
Zijn stem had een harde klank bij deze
laatste woorden. Jim vroeg op kalme toon:
„Tevreden gesteldhoe bedoelt u dat,
meneer Randal, in welk opzicht?"
„Ik heb in mijn hotel, voordat ik hier
heen kwam, een telefoongesprek met New-
haven gehad, waar een particulier detec
tive voor mij werkt. Hij was aanwezig,
toen de boot aankwam, en hij vertelde
me, dat Laura daar ook was en iemand,
op wie de beschrijving van Cass toepasse
lijk is, ontmoette. Wat haar betreft weet
ik thans dus genoeg, meneer Woodstone".
Er. kwam een trek van grote bitterheid
op zijn gezicht en er vonkte iets in zijn fel
blauwe ogen. Matt wilde méér weten en
Randal legde een en ander volkomen open
hartig uit. Hij verborg thans niets meer.
Zijn particuliere detective was een zekere
Edwards, een man die eertijds voor
Priingle had gewerkt, doch nu voor zich
zelf werkte. Randal had hem uit New York
met zich meegenomen. „Hoewel ik een
afschuwelijk idee vond", zei hij. „heb ik
hem gevraagd mevrouw Dean na te gaan.
Ze zou juffrouw Brent van het Victoria
Station gaan halen, en 't verhaal dat ze
ophangt is, dat ze 't niet langer kon uit
houden in plaats van op 't Victoria Station
te wachten, Monica direct bij aankomst
van de boot wilde begroeten. Dat heeft ze
tenminste door de telefoon aan mijn vriend
Jonathan Arden verteld. Maar ik weet nu
wel beter!"
Matt keek hem vragend aan. „Wat ge
looft u dat hier achter zit?" vroeg hij,
„Ik weet 't niet. Maar ik zou graag alles,
wat u van haar weet, van u horen. Doet
uw best' om vooral niets over te slaan".
Matt vertelde, wat hij vertellen kon: dat
hij haar in Martle had ontmoet, en dat
Cass haar 's avonds vanuit Newbury had
opgezocht. Zelfs herinnerde hü zich enkele
dingen, die zijn vader hem verteld had over
de dame, die in de villa „St. Mary" haar
intrek had genomen. „Maar 't is Monica,
die u 't best kan inlichten", eindigde hij.
„Dat hééft ze al gedaan", zei Randal
effen.
„Ik ben geneigd juffrouw Brent's me
ning te delen, dat we mevrouw Dean onder
druk moeten zetten", merkte Jim op. „Ge
looft u, dat u sterk genoeg bent om al toe
te slaan, meneer Randal?"
Deze antwoordde zonder aarzelen: „Néé:
Ik ben nog maar nét in deze richting aan
't werk. We hebben natuurlijk nog lang
niet genoeg bewijsmateriaal, dat wil zeg
gen, cm bij de rechter aan te komen. Maar
we zullen 't krijgen! Nu ik dit te weten
ben gekomen.ben ik niet van plan
haar te sparen! Maar ze mag thans nog
geen argwaan krijgen. Dat is heel belang
rijk. Als ze iets in de gaten krijgt, gaat ze
er vandoor, en dan ben ik nergens! Ze
heeft nog altijd mijn jongen in handen en
mijn kind komt op de allereerste plaats!
Als ze te weten zou koenen, hoe ik haar
in de val wil laten lopen, de hemel weet,
wat er dan met Bobby gedaan zou wor
den. Ik wil dat u beiden dat goed be
grijpt". Er was een klank van wanhoop in
zijn stern bij deze laatste woorden.
„We begrijpen dat heel goed, meneer
Randal", antwoordde Jim snel. „En juf
frouw Brent begrijpt 't ook. Ze zal van ons
hierover niets te horen krijgen en verder
weet niemand er iets van behalve die de
tective van u, die Edwards. En Sir Jona
than natuurlijk.
„Jonathan weet 't niet en hij zal 't ook
niet te weten komen", zei Randal en zijn
stem was opeens zacht en vol medeleven.
„Hij is door twee mensen beetgenomen,
Laura en Scott. 't Is voldoende als hij 't
naderhand hoort".
Matt keek hem verbaasd aan en Randal,
die scheen te voelen, dat hij zijn gevoe
lens wat al te duidelijk had getoond, ver
volgde op zakelijker toon: ,,'t -Is werkelijk
beter, als Arden dit niet weet. Hij zal 't
nooit van Laura geloven. Hij heeft zo'n
vertrouwen in haar! Stel, dat hij zijn mond
voorbij zou praten. Ik maak me zorgen
over Jonathan, Hij lijdt ontzettend onder
het gebeurde. Hij is volkomen over zijn
zenuwen door Bobby's ontvoering en hij
ziet daardoor de dingen niet zuiver en met
gezond verstand. „Hij schudde even zijn
hoofd. „Nee, ik geloof dat ik te veel van
Jonathan gevergd heb. We zullen hem deze
nieuwe wending in het drama besparen".
Matt voelde zich niet helemaal op zijn
gemak. Er zat iets tragisch in Randal's
verklaring. Hij had zijn vriend jaren lang
in al zijn zorgen laten delen, doch thans
schakelde hij hem uit als onvoldoende.
Matt voelde iets van medelijden met Ar
den in zich opkomen.
Randal vervolgde: „Ik zal me in 't ver
volg alléén tot u beiden kunnen wenden
om hulp, en ik hoop van ganser harte, dat
u me zult willen helpen! Ik kan niets per
soonlijks ondernemen, ik kan alleen wach
ten heel geduldig wachten op hun volgen
de zet".
„Maar Jim en ik behoeven niet te wach
ten", merkte Matt met nadruk Op. „Ik voor
mij heb wel eens 't gevoel, dat u te voor
zichtig bent. Het lijkt me belangrijker dat
we de plaats, waar ze uw zoontje verbor
gen houden, opsporen dan eeuwig te blij
ven afwachten. Als we hem te pakken
kunnen krijgen, wat kunnen ons dan ver
der mevrouw Dean en die andere sohur-
ken schelen. Bij Battersea Park gelukte dit
ons bijna!"
„Als u mijn jongen op 't spoor kunt ko
men, dan is dat natuurlijk van 't aller
grootste belang. Ik geef u graag de vrije
hand om te doen wat u goed lijkt. Maar
gelóóft u te zullen slagen?"
Matt antwoordde enigszins aarzelend:
„Dat kan ik u niet met zekerheid zeggen,
maar ik heb goede hoop. Door puur toeval
kreeg ik hedenmiddag een inlichting welke
van belang kan zijn. Ik wilde juist een en
ander vertellen, toen u binnenkwam. Ik
ben er achter gekomen, waarheen die auto,
die Roman, waarin uw jongen uit Martle
weggevoerd werd, heengereden is.
„Wat zegt u?" riep Randal opgewonden
uit.
Jim boog zich naar voren en vroeg
scherp: „Waarheen?"
„Naar Oringham", antwoordde Matt.
„Een plaatsje in Suffolk. De wagen is daar
Woensdagavond laat of Donderdagmorgen
vroeg geweest. Argent kon me dit meede
len". Hij legde uit wat Argent hem verteld
had.
Randal zei niets, maar zijn houding van
gelatenheid was verdwenen. Hij zat opeens
kaarsrecht en zijn felle ogen staarden
Matt aan.
Jim was overeind gesprongen en zocht
in een van de laden van zijn schrijftafel.
„Eén seconde.één seconde.mom
pelde hij. „Juist.... dat kloptHij
haalde enige slordige papieren te voor
schijn en bekeek één papiertje met grote
aandacht, ,,'t Is me pas opgevallen, toen
ik hier weer terug was", merkte hij op.
,,'t Is dat briefje dat Cass aan Monica liet
brengen in het restaurant in Rouaan. Be
kijk de achterkant eens"-
Matt nam het briefje aan. Het was eigen
lijk een afgescheurde snipper papier. Aan
de ene kant stond geschreven: „La Lido h
sept heures et demi" en aan de andere
kant stond in hetzelfde potloodschrift:
house" en er onder: ingham".
„Ik heb urenlang zitten puzzlen met de
kaart voor me", zei Jim.
Randal scheen een ander man geworden
te zijn. Hij was opeens vol energie en zijn
stem had een harde, hevelende klank.
„De kaart?" vroeg hij. „Wat bedoelt u?"
Jim haalde een kaart te voorschijn. „Ik
bedoel de route, die de bewuste auto gere
den heeft", antwoordde hij. „Ik heb er al
tijd over zitten piekeren, waar die wagen
heengereden kon zijn. Cass huurde hem en
heeft er een bepaald aantal kilometers mee
gereden. Ik kon er niet uitkomen met de
afstanden Martle-Newbury en tenslotte
Londen. Hij moest verder weg geweest zijn
en Oringham klopt prachtig. De vraag is
nu, wat deed hij in Oringham?" En onmid
dellijk zélf deze vraag beantwoordend, ver
volgde hij: „De concierge van de Battersea
flat vertelde me, dat Scott en de jongen
daar Woensdagavond laat aangekomen wa
ren. De verpleegster kwam Donderdagmor
gen vroeg. Cass is dus waarschijnlijk naar
Oringham geweest om die verpleegster te
halen! Dat is een mogelijkheid.... zou 't
verder mogelijk zijn, dat ze, toen ze de
jongen in het Battersea Park met de ver
pleegster oppikten, opnieuw naar Oring
ham zijn gereden?" J
(Wordt vervolgd