In het zonnerijk van de Inca's
bloeiden bomen van zuiver goud
I
In het zonnerijk der Inca's
IERSE GASTVRIJHEID
ONZE PUZZLE
kent geen grenzen
De vreemde historie van een Middel
eeuwse „communistenstaat", die aan
zijn rijkdom ten gronde ging
Magnetisch geheugen voor
electronische hersenen
Zie vervolg pag. 5
Vervolg van pag. 4
IN HET CENTRAAL MUSEUM in Utrecht is dezer dagen een tentoonstelling
eopend van oud-Peruaanse kunst, die wij gaarne in ieders belangstelling aan-
evelen. Men ziet er onder meer de fantastische voortbrengselen prachtige
pottenbakkerskunst, zeldzame weefsels en gouden sieraden van een der
vreemdste beschavingen die de wereld ooit gekend heeft: de Inca-cultuur. Ieder
een heeft wel eens iets gehoord of gelezen over de onafzienbare rijkdommen
aan edele metalen en juwelen, waarmee het imperium der Inca's als het ware
behangen was en allen kennen wij ook het dramatische relaas van zijn onder
gang, bewerkstelligd door een handvol Spaanse gelukzoekers onder leiding van
e conquistador don Francisco Pizarro. Maar minder algemeen bekend is, dat
het middeleeuwse „Zonnerijk" der Inca's, omringd door barbaarse Indianen
stammen die zelfs hun eigen kinderen opaten, een trap van zedelijke ontwikke
ling bereikt had, die op sommige punten zelfs de Helleense en Romeinse be
schavingen in de schaduw stelt. Alle Spaanse bronnen van enige waarde ver
klaren bijvoorbeeld eenstemmig, dat de staatsinrichting der Inca's aan alle naties
van Europa ten voorbeeld had kunnen strekken.
Links: Poort van een der mysterieuze
bouwwerken in Peru, door sommigen
toegeschreven aan Inca-architecten,
doch waarschijnlijk uit veel oudere,
wellicht prae-historische tijden stam
mend. Duidelijk is te zien, hoe perfect
de steenblokken samengevoegd en glad
gepolijst zijn, in tegenstelling tot het
ruwe metselwerk boven de poort, dat
van latere datum is. Rechts: straatje in
Cuzco met fundamenten van het paleis
van de Inca Manca Capac. De boven
bouw is Spaans. (Foto's uit mr. W. J. v.
Balen's „Het leven der oude Inca's).
ZIJ REPPEN van „een samenleving vol
idealen en edele beginselen, met straffe
hand geleid door een vorstengeslacht dat
ver boven het gewone volk verheven was,
maar dat met wijs beleid regeerde." Han
del kende men niet in de Inca-maatschap
pij, grondbezit evenmin en persoonlijk
eigendom bestond eigenlijk alleen in de
hogere kasten. Het individu was er van
weinig betekenis; elke burger kreeg pre
cies zijn plaats en zijn dagtaak aangewe
zen en veranderde zijn leven lang noch
van beroep noch van woonplaats, tenzij de
Inca zelf tot immigratie of koloni
satie besloot en dan soms gehele vol
keren overplantte naar streken waar hij
hen beter op hun plaats achtte.
Volgens onze moderne democratische
denkbeelden heerste er dus een volledig
despotisme, maar in het Incarijk werden
deze strenge stelregels op verstandige
wijze toegepast, met het resultaat dat er
recht was voor allen en dat zelfs de arm-
sten nimmer gebrek leden. Niemand zou
er trouwens aan gedacht hebben, tegen
deze maatschappelijke ordening in opstand
te komen, want de Inca gold, als directe
afstammeling van de Zon, voor een onaan
tastbare godheid en reeds de gedachte aan
verzet zou de vreselijkste straffen des he
mels ontketend hebben.
Hoe gering de persoonlijke vrijheid van
^.ijn onderdanen was, bewijzen bijvoorbeeld
ook de huwelijksgebruiken. Eens per jaar
liet de koning alle huwbare meisjes en
jongemannen uit zijn familie in ds hoofd
stad Cuczo („navel der wereld") bijeen
komen. De meisjes waren tussen de acht
tien en twintig jaar, de jongemannen min
stens 24, want voordien mochten zij niet
huwen. De Inca ging in het midden van de
kring staan en koos er dan telkens twee
uit die hij bij de hand nam en bij elkaar
bracht. Voor elk paar was door Indianen
uit de provincie bij voorbaat een huis ge
bouwd; de inboedel werd door de weder
zijdse ouders geschonken. Afgezien van de
bruiloftsfeesten, die vaak een week of lan
ger duurden, was dit de enige huwelijks
ceremonie.
In de provincie waren het de gouver
neurs of de dorpsraden die op gelijke wijze
de huwelijken der aanzienlijken en die
van het gewone volk voltrokken. Ieder
trouwde in zijn eigen dorp, en zelfs binnen
zijn eigen familie, opdat de geslachten niet
„door elkaar zouden raken". De grootste
onvrijheid bestond echter voor de Inca
zelf, die reeds als kroonprins zijn oudste
zuster moest trouwen, opdat „het bloed
van de Zon" zuiver en van aardse smetten
vrij zou blijven. Wanneer er uit dit huwe-
gevolg, dat de ouders de grootste zorg be
steedden aan de opvoeding van hun kroost
en daaraan was het ook te danken al
dus meenden de Spaanse missionarissen
„dat deze Indianen zich zonder uitzonde
ring zo bizonder wellevend gedragen."
Een ander typisch aspect van de Inca
rechtspraak was, dat er nooit geldboeten
of verbeurdverklaring van goederen opge
legd werden, omdat men daar geen heil in
zag. Was bijvoorbeeld een „honderdman"
of een andere bestuursambtenaar wegens
schending van de koninklijke wetten ter
dood gebracht dan gingen al zijn bezittin
gen en zijn ambtelijke waardigheden
automatisch op zijn oudste zoon over. Met
dit verstandige regiem verzekerde de Inca
lijk geen kinderen voortkwamen, dan
huwde de troonopvolger met de tweede,
de derde en alle eventuele verdere zusters,
net zolang tot er een zoon geboren was.
HET REGERINGSSTELSEL der Inca's
berustte op een indeling van de inwoners
van alle dorpen en steden in tientallen, die
elk geleid werden door een „tienman". Vijf
van deze tientallen stonden onder gezag
van een „vijftigman", twee vijftigtallen
onder een „honderdman" en tien honderd
mannen weer onder een generaal, die dus
heerser was over duizend burgers of
krijgslieden. Groter dan duizend man
maakte men de commando's niet, omdat
men dit aantal welletjes vond voor de be-
stuurscapaciteiten van één man. Grondge
dachte van dit systeem was, dat iedereen
voortdurend onder toezicht moest staan en
dat leeglopers en luiaards direct tot de or
de gebracht konden worden. De recht
spraak was efficiënt en rechtvaardig, maar
ook streng: op vele vergrijpen stonden ver
banning, lijfstraffen en zelfs de dood.
Ook kinderen werden gestraft, zelfs als
hun vergrijp als kattekwaad bestempeld
kon worden. Veelal werd dan meteeen de
vader gestraft omdat hij zijn kinderen ken
nelijk niet goed had opgevoed. Dit had tot
zich niet slechts de onvoorwaardelijke
trouw van zijn eigen regentenkaste, maar
ook die van de onderworpen volken, welke
hij, nadat hun gebied veroverd of vreed
zaam gepenetreerd was, grootmoediglijk
genade schonk en tensvolle liet medelen in
genade schonk en tenvolle liet medelen in
volk. Zo werden de vijanden van weleer
vaak de trouwste volgelingen van de Zon-
ne-koningen en zo kon het gebeuren
dat het Inca-rijk zich gestaag uitbreidde
tot het tenslotte een gebied besloeg dat,
geprojecteerd op Europa, van de Noord
kaap tot aan de Rots van Gibraltar gereikt
zou hebben een geweldig imperium
waarin eeuwenlang overal rust en wel
vaart heersten.
HET WONDERLIJKE is, dat heel dit
machtige rijk nooit enig letterschrift ge
kend heeft; de kennis van alle wetten, van
poëzie en proza en hun wijsgeren maak
ten prachtige gedichten! van heel het
ingewikkelde staatsbestel ook, berustten
uitsluitend op mondelinge overlevering.
Het is bijna niet te geloven, dat een zo
hoog ontwikkeld volk geen enkel middel
had om zijn gedachten vast te leggen, maar
toch is het zo. Men kende alleen de „quipu"
een colectie samengebonden touwtjes
Een net van dunne draden en kleine kra
len van een nieuw magnetisch materiaal,
dat duizend gegevens kan onthouden, is
thans te zien op de radio-tentoonstelling te
Londen. Dit apparaat, dat „magnetisch
matrijsmagazijn" wordt genoemd, wordt
gebruikt als geheugen voor de reusachtige
rekenmachines, die met verbazingwek
kende snelheden enorme berekeningen
kunnen uitvoeren. Het is mogelijk om een
bepaald grond,gegeven aan het „geheugen"
in enkele millioensten van een seconde
mede te delen of het er met dezelfde snel
heid uit te halen. Door een aantal van
deze magnetische magazijnen te gebrui
ken kan men vele duizenden „gegevens-
eenheden" in een kleine ruimte bewaren.
Dit geheugensysteem is mogelijk gewor
den door de bijzondere eigenschappen van
een nieuw soort magnetisch materiaal,
„ferroxcube DL". Kleine kraaltjes ferrox-
cube DL worden aan een net van draden
geregen. Electrische stroomstoten, die door
de draden gaan, kunnen een kraal op twee
manieren magnetiseren. De ene manier
betekent, dat het antwoord op een vraag
„ja" is, de andere „neen". Gegevens als
een nummer of een woord kunnen tot een
serie van dergelijke antwoorden worden
ontleed.
met knopen, waarin iedere knoop een be
paald getal of cijfer voorstelde. Met behulp
van zo'n knopenboekhouding lieten de
Inca's zich op de hoogte, houden omtrent
de stand der gewassen, de omvang van de
veestapel en verrichtten zij zelfs complete
volkstellingen in hun ganse rijk. Maar op
de simpele gedachte om aan die knopen
ook de betekenis van letters en woorden
te geven schijnt, vreemd genoeg, nooit
iemand gekomen te zijn.
Alle bevelen en maatregelen van de
Inca moesten dus mondeling overgebracht
worden en daartoe was er een koeriers
dienst geschapen, die tot in de verste uit
hoeken van het rijk zijn stations had en
voortreffelijk functionneerde. Langs alle
grote wegen waren, op onderlinge afstan
den van een kwartier gaans, hutten ge
bouwd die vier tot zes jonge, snelvoetige
Indianen herbergden. Deze hielden naar
beide kanten uitkijk en wanneer zij een
koerier zagen naderen, hielden zij zich
reeds klaar om geen tijd te verliezen bij
het overnemen van diens bericht, dat steeds
slechts uit enkele eenvoudige woorden be
stond opdat de ijlboden niet in de war zou
den raken. De naderende boodschapper
schreeuwde, wanneer hij binnen gehoors-
afstand was gekomen, zijn bericht luide
uit en herhaalde dat nog enkele malen,
zodat degenen die het over moest nemen,
hem goed kon verstaan. Zo reisde het
nieuws door het land en op dezelfde wijze
bezorgde men de Inca ook in zijn 7000
meter hoge hoofdstad in het Andesgebergte,
verse zeevis per estafettedienst.
DE AFWEZIGHEID van enig letter
schrift is ook de oorzaak, dat omtrent de
voorgeschiedenis van het rijk der Inca's
maar weinig betrouwbaars bekend is. Wel
weet men uit de overblijfselen van reus
achtige en kunstige bouwwerken bij Cuczo
en aan het Titicacameer dat daar lang
voor hen, misschien wel in praehistorische
tijden, een volk geleefd heeft dat op een
nog veel hoger ontwikkelingspeil kon bo
gen. De steenblokken van deze gebouwen
zijn namelijk zo onberispelijk afgewerkt en
in elkaar gezet, dat men geen spel tussen
de voegen kan steken hoewel er geen
specie of ander voegmiddel gebruikt is.
Van deze mysterieuze bouwmeesters ver
telt men daarom, dat zij het geheim kenden
om met een bepaalde vloeistof de stenen
zacht en kneedbaar te maken. Maar hoe
dit ook zijn mag, in dit opzicht zijn zij
stellig de Inca's de baas geweest. Deze
laatsten maakten hun huizen namelijk
vrijwel geheel uit adobe in de zon ge
droogde klei en gewelven zoals die in
de vreemde ruïnes bij het Titicacameer
gevonden werden, konden zij in het geheel
niet bouwen.
Daar staat tegenover, dat de tempels,
de openbare gebouwen en de paleizen in
het Inca-rijk bijna schuil gingen onder een
weelde aan gouden en zilveren versierin
gen, die hun steden al van veraf deden
fonkelen in het zonlicht. Vooral de ko
ninklijke hoofdstad Cuzco moet in dat op
zicht een verbijsterende aanblik geboden
hebben.
Daarvan getuigt onder meer de authen
tieke beschrijving die Garcilaso de la Vega,
zoon van een Spaanse edelman en een In
ca-prinses, begin 1600 van deze wonder
baarlijke stad gegeven heeft. Daarin zegt
hij onder meer: „De Inca-vorsten verrijk
ten Cuzco naar hun beste vermogen met
kostbare gebouwen en paleizen, waarvan
het meest bevoorrechte wel de Tempel van
de zon was. Alle buiten- en binnenmuren
van dit bouwwerk waren van onder tot
boven behangen met platen van goud.
Voor in de grote hal bevond zich het reus
achtige beeld van de zon, een rond gezicht
met stralen en vlammen, alles uit een stuk
De sloof of de slaaf
goud vervaardigd en zo groot dat het de
hele muur besloeg.
Die beeltenis nu viel bij de verovering
van de stad door de Spanjaarden bij loting
ten deel aan een edelman, Mancio Serra.
die ik zelf nog gekénd heb. Hij was een
verwoed dobbelaar en zo heeft hij die zon
op één avond verspeeld. En wanneer nu
zulk een reusachtig stuk het aandeel van
één Spanjaard was, dan kan men wel na
gaan welk een buit de veroveraars in de
stad en de tempel gevonden hebben".
De la Vega vervolgt dan: „Aan weers
kanten van het Zonnebeeld waren de ge
balsemde lichamen der dode koningen op
gebaard, zittend op gouden tronen die zelf
weer op massieve blokken goud stonden.
Daarnaast was eenzelfde zaal met een zil
veren maan, geflankeerd door de overle
den koninginnen op tronen van zuiver zil
ver. Zo waren er nog vier vertrekken vol
kostbaarheden. In de buitenmuren van
deze vertrekken, die op een binnenplaats
uitzagen, waren aan elke kant vier mans
hoge nissen uitgespaard, die evenals de
muren geheel met goud bedekt waren. De
randen waren rondom afgezet met gesle
pen smaragden en turkooizen. Bij de Zon
nefeesten nam de Inca beurtelings in elk
dezer nissen plaats.
De binnenplaats was, precies als die in
de koninklijke paleizen, een tuin vol bo
men, bloemen en planten, slakken, hagedis
sen, vlinders en vogels, alle naar het leven
vervaardigd van zuiver goud en zilver,
met dito figuren van mannen, vrouwen en
kinderen, veelal levensgroot en alles ter
ere van het Huis van de Zonnegod. Want
ieder jaar brachten de bedevaartgangers
zoveel offeranden aan goud en zilver mee,
dat men elke keer nieuwe sieraden moest
verzinnen. Voor dit doel was er een hele
staf van goudsmeden aan de Tempel ver
bonden die alle mogelijke voorwerpen van
het edele metaal maakten, tot zelfs spaden
en harken toe. Men kon er letterlijk niets
aanraken of het was van goud of zilver".
OP SOORTGELIJKE wijze waren ook
de koninklijke verblijven en de andere be
langrijke gebouwen in de provincie inge
richt en het is dan ook geen wonder,
dat Pizarro en zijn 160 gezellen al hun goe
de voornemens vergaten en volkomen het
hoofd kwijt raakten, toen ze op hun
heilige katholieke missie naar Peru, in
1531 deze enorme schatten aanschouwden.
Atahualpa, de laatste Inca-koning ontving
het groepje Spanjaarden uit nieuwsgierig
heid, verborgen onder hooghartigheid, in
Cajamarca halfweg tussen Quito en
Cuzco waar hij zelf toevallig op inspec
tiereis was Pizarro en de zijnen gaven de
op deze wijze met de manlijke leden van
de Inca-stam had afgerekend, begon hij
een opruiming onder hun vrouwen en kin
deren, waarbij hij er een bizonder vermaak
in schiep, hen langzaam en op de meest
perverse wijze dood te martelen.
Men weet hoe het noodlot zich aan Ata
hualpa voltrok toen hij eindelijk, trots en
hooghartig, een tegenbezoek bracht aan het
Spaanse kamp bij Cajamarca. Bij die ge
legenheid besloot Pizarro tot de brutaalste
schurkenstreek uit de geschiedenis van de
conquistas: volkomen onverwacht liet hij
zijn volgelingen tegelijkertijd alle musket
ten en kanonnen afschieten en in de wilde
verwarring die hierop volgde, deed hij de
Inca, voor de ogen van diens zwaar-bewa-
pende eigen krijgsvolk, van zijn troon sleu
ren. De list gelukte volkomen, want toen
de onderdanen van de Inca hun onaantast
bare godheid-en-vorst machteloos in han
den der overweldigers zagen, geloofden zij
ogenblikkelijk dat de Spanjaarden nog
machtiger goden waren, zodat verzet zin
loos zou zijn.
Toen het Atahualpa duidelijk werd dat
het zijn overweldigers om goud te doen
was, bood hij aan, zijn gehele kerker met
dit edele metaal te vullen in ruil voor zijn
vrijheid en Pizarro, die toen nog maar een
flauw denkbeeld had van de rijkdommen
der Inca's, stemde toe. Al spoedig stroom
de uit alle delen des lands het goud bin
nen en op dat moment begonnen de Span
jaarden in te zien, dat de bedongen losprijs
veel te laag was. Zij beseften dat hier niet
een kamer, maar een heel land vol goud
leeg te halen was en dus moest de trans
actie met de Inca ongedaan gemaakt wor
den. Zij beschuldigden Atahualpa van ver
raad en veroordeelden hem zonder vorm
van proces tot de brandstapel. Bij wijze
van speciale gunst zou hij echter geworgd
worden als hij zich nog snel even tot het
katholieke geloof bekeren wilde, hetgeen
Atahualpa wellicht de kortstondigste
christen die ooit geleefd heeft deed. Op
29 Aug. 1533 werd hij volgens alle regelen
der kerk met groot ceremonieel gedoopt en
geworgd, waarna de Spanjolen welgemoed
begonnen met het leegplunderen van zijn
tempels en paleizen, van welke zij vrijwel
geen steen op de andere gelaten hebben.
De rijkdommen van Perü, waarvan men
thans op een tentoonstelling in Utrecht nog
een flauwe afspiegeling kan zien, brachten
echter ook de conquistadores weinig geluk,
want natuurlijk kregen zij onder elkaar
ruzie over de verdeling van de buit. Pi
zarro zelf werd vermoord door zijn luite
nants, zijn compognon Almagro wegens re
bellie terechtgesteld, de anderen moordden
elkaar uit. En dat was nog slechts het begin
van een lange reeks successie-bloedbaden
tussen de broers van Pizarro en andere pre
tendenten. Pas na vele jaren kon Pedro de
la Gasco rust en orde scheppen in het verre
wingewest, maar toen hadden de Indios
volop gelegenheid gehad om het resteren
de goud en zilver dat zich tot het ge
roofde verhield „als een veld graan tot
een maiskorrel" voor hun overweldigers
te verbergen. En als men de oude legen
den geloven mag, dan liggen die schatten
der Inca's nog steeds begraven op de bo
dem van het Titicacameer, op de hoog
vlakte van Cuzco en onder de eeuwige
sneeuw op de toppen van het Andes-ge-
bergte. H. C
Ter afwisseling geven wij deze keer eens
geen kruiswoordprobleem, doch vragen wij
onze puzzelaars een vraagstuk op te lossen,
dat ontstond tijdens een gezellig verjaar
dagsfeestje.
Een der feestelingen kwam met een aar
dig gezelschapsspelletje, dat zich als volgt
toedroeg: Alle aanwezigen moesten een
bestaand spreekwoord bedenken en op
schrijven op een langwerpig strookje pa
pier', dat aan allen was uitgereikt. Nadat
allen hun spreekwoord hadden opgeschre
ven, moesten de strookjes papier worden
verknipt, zodat men losse woorden kreeg.
Deze losse stukjes werden in een hoed ge
worpen en door elkaar geschud, waarna
deze hoed midden op tafel werd gezet. De
aanwezigen schaarden zich om de tafel en
mochten ieder op hun beurt een greep in
de hoed doen om een papiertje te bemach
tigen. De opdracht luidde nu, uit de frag
menten van zinnen, die op de papiertjes
stonden, een volzin samen te stellen. Wie
het eerst een aanvaardbare zin van ten
minste zes woorden had gevormd, was
winnaar. De anderen gingen daarna door,
DE IEREN HEBBEN HUN TRADITIE
van hartelijkheid en vriendelijkheid altijd
hooggehouden en deze eigenschap kwam
treffend tot uiting bij een voorval dat ik
beleefde tijdens een uitstapje van Cork
naar Killarney. Hoewel de afstand tussen
dat iedereen wel een paar vrienden heeft
die hij graag zou willen opzoeken tot de
reis morgenochtend op een redelijk tijdstip
wordt voortgezet. Hoewel de bus voor
meer dan de helft bezet was, stapten de
reizigers gewillig uit, wensten O'Leary en
beide plaatsen niet meer dan 75 kilometer de chauffeur geluk eri goeden dag en gin-
Een ^„rocemen oi~. .üu-
Peruaanse pottenbakkerskunst, die men
op de tentoonstelling in Utrecht kan zien:
een zogenaamde „portretvaas", die ook in
een modern intérieur stellig op haar
plaats zou zijn.
vorst enkele demonstraties met hun paar
den die in het Incarijk onbekend waren
en met hun „donderbussen", maar de
Inca bleef koud als een steen. Enkele van
zijn volgelingen die even met de ogen ge
knipperd hadden toen een der Spanjaarden
zijn paard liet steigeren werden als
straf voor hun angst terstond door Ata
hualpa terechtgesteld.
Hieruit blijkt reeds, dat deze laatste Inca
lang niet zo'n nobele figuur was als vele
anti-Spaanse geschiedschrijvers ons willen
doen geloven. Kort voor de komst der
Spanjaarden had hij bijvoorbeeld de ware
troonopvolger, zijn broer Huascar Inca,
geliquideerd en daarna liet hij alle hoog
waardigheidsbekleders van de Inca-clan
onder een vals voorwendsel naar Cuzco
c komen, waar zij zonder één uitzondering
wreedaardig vermoord werden. Nadat hij
bedraagt, doet de bus er drie volle uren
over. Het vervoermiddel vestigt dit opmer
kelijke langzaam-
aan-record dank zij
de vindingrijkheid
van de chauffeur en
de conducteur, die
tussen de bedrijven
door brieven bestel
len, praatjes maken
onder het genot van
een glas stout bij de
halten (onvermijde
lijk voor een „pub"-
herberg), stilgeval
len auto's opduwen
of vaart verminde
ren om een overste
kende egel uit te
foeteren.
gen haastig op weg
Toen ik aarzelend
DE NEW YORK HERALD TRIBUNE
heeft eind Augustus voor de lezers van
haar Europese editie, die in Parijs ver
schijnt gedurende veertien dagen een
vacantie-verhalen wedstrijd uitgeschre
ven. Wendy Okell uit Parijs was een
van de prijswinnaars (200 francs met
de eer van publicatie) met dit verhaal.
De schrijver dingt tevens mee naar de
beide hoofdprijzen. De eerste is een
rondvlucht met de Pan American Air
ways, bijvoorbeeld van Parijs naar
Rome, de tweede een aantal reisverha
len ter waarde van 4000 francs, aange
boden door een Parijse boekhandelaar.
Onze tocht was
rijkelijk voorzien van dit dagelijks ge
beuren, totdat we halverwege waren
gekomen. Na de gebruikelijke bierpauze
van een kwartier kwam de chauffeur
terug met de mededeling dat de doch
ter van zijn boste vriend Patrick O'Leary
die avond ging trouwen en dat hij welwil
lend was uitgenodigd van de partij te zijn.
volgende morgen op
naar hun kennissen
uitstapte en verbijs
terd om mij heen
keek in het vreem
de dorp, kwam de
conducteur op mij
af: „Wel", zo zei hij,
„u bent zeker een
toerist, die geen on
derdak weet te vin
den". Toen ik hem
vertelde dat hij het
bij het rechte eind
had nam hij me re
gelrecht mee naar
het huis van zijn
vrienden, waar ik
hartelijk werd ont
vangen. Ik bracht
er een gezellige
avond door en de
het redelijke tijdstip
zodat tenslotte een aantal zinnen ter tafel
lagen die gramaticaal enigszins verant
woord leken, doch in hun betekenis vol
strekt onzinnig waren. Wij laten de ver
kregen zinnen hieronder volgen, en vra
gen de puzzelaars de oorspronkelijk ge
bruikte spreekwoorden eruit terug te vin
den. Wie het juiste aantal ontdekt en zd
nog weet te noemen ook, dingt mee naaf
de geldprijzen. Hieronder volgen de ver
kregen zinnen:
De appel valt in de man, hij, de wijn,
valt niet.
Men eet hoge bomen, men spreekt veel
verhalen.
Bezint, eer gij morgen zijn neus schendt.
Pas op, het ganse land kan men door.
Wie valle, zie toe dat stuurlui dan niet
ver van de boom kersen eten.
De vos preekt veel wind, als de lange
messen staan.
Wie het langst duurt, schendt zijn aan
gezicht eerlijk.
Met hoge heren, wiens woord slecht is,
staat de beste wijsheid aan wal.
Als vet brood diens smet is, begint gij
heden.
Het zijn de kippen die de passie zongen.
Wie het onderste uit de kuil laat vallen,
tikt je er tien in de lucht.
Zoals morgenrood in de sloot valt, graaft
de zon achter een ander deksel.
Koks dragen de wolken voor op de neus.
De beste vogel komt in de hand; de hand
tikt wel eens nergens een steek.
Met de hoed in de kan wil de breister
het klokje thuis hebben.
Wie ik in verre reizen kan vangen, komt
zelf in een zonneschijn.
Beter een boer na regen, schijnt het de
jongen.
Doet zoals alle ouden; het is niet piepen.
Dit zijn ze dan. Leestekens mogen wor
den verwaarloosd. Veel succes!
Om mee te dingen naar de drie geldprij
zen ad 7.50, 5.— en 2.50 moeten op
lossingen onder de aanduiding „Oplossing
Puzzle" uiterlijk Dinsdag 17 uur ontvangen
zijn aan een onzer kantoren in Haarlem:
Grote Houtstraat 93 en Soendaplein of
IJmuiden: Kennemerlaan 186.
van half tien vervolgden we onze reis.
Dit voorval verschafte mij het genoegen
van een bezoek aan een Ierse woning
een ervaring die ik anders tijdens mijn kor
te verblijf zeker zou hebben gemist dat
bij mij een onvergetelijke indruk heeft ach-
„En", zo zei hij, „ik ben er van overtuigd tergelaten van de Ierse gastvrijheid.
De oplossing van de puzzle van 28 Augus
tus luidt:
Horizontaal: 1. Larissa, 7. si, 8. la, 10.
ijk, 12. Oka, 14. nu, 15. mol, 17. oom, 18.
omber, 19. gom, 21. end, 23. es, 24 alk,
26. mi, 27. o.r., 28. al, 30. Opeinde
Verticaal: 2. as, 3. rio, 4. sla, 5. sa, 6. Nij
megen, 9. Numidië, 11. Ko, 13. kabel, 14.
no, 16. lom, 17. ore, 20. os, 22. N.M., 24.
are. 25. kan, 27. op, 29. Ld.
Na loting werden de prijzen deze week
toegekend aan mejuffrouw E. Visser, Vel-
serduinweg 16, IJmuiden O. 7.50, C. H.
Nieuwenhuizen, Sterrebosstraat 48, Haar
lem 5.en J. G. J. Geerling, Stuyv-sant-
plein 19 zw„ Haarlem 2.50.