In het zonnerijk van de Inca's bloeiden bomen van zuiver goud I In het zonnerijk der Inca's IERSE GASTVRIJHEID ONZE PUZZLE kent geen grenzen De vreemde historie van een Middel eeuwse „communistenstaat", die aan zijn rijkdom ten gronde ging Magnetisch geheugen voor electronische hersenen Zie vervolg pag. 5 Vervolg van pag. 4 IN HET CENTRAAL MUSEUM in Utrecht is dezer dagen een tentoonstelling eopend van oud-Peruaanse kunst, die wij gaarne in ieders belangstelling aan- evelen. Men ziet er onder meer de fantastische voortbrengselen prachtige pottenbakkerskunst, zeldzame weefsels en gouden sieraden van een der vreemdste beschavingen die de wereld ooit gekend heeft: de Inca-cultuur. Ieder een heeft wel eens iets gehoord of gelezen over de onafzienbare rijkdommen aan edele metalen en juwelen, waarmee het imperium der Inca's als het ware behangen was en allen kennen wij ook het dramatische relaas van zijn onder gang, bewerkstelligd door een handvol Spaanse gelukzoekers onder leiding van e conquistador don Francisco Pizarro. Maar minder algemeen bekend is, dat het middeleeuwse „Zonnerijk" der Inca's, omringd door barbaarse Indianen stammen die zelfs hun eigen kinderen opaten, een trap van zedelijke ontwikke ling bereikt had, die op sommige punten zelfs de Helleense en Romeinse be schavingen in de schaduw stelt. Alle Spaanse bronnen van enige waarde ver klaren bijvoorbeeld eenstemmig, dat de staatsinrichting der Inca's aan alle naties van Europa ten voorbeeld had kunnen strekken. Links: Poort van een der mysterieuze bouwwerken in Peru, door sommigen toegeschreven aan Inca-architecten, doch waarschijnlijk uit veel oudere, wellicht prae-historische tijden stam mend. Duidelijk is te zien, hoe perfect de steenblokken samengevoegd en glad gepolijst zijn, in tegenstelling tot het ruwe metselwerk boven de poort, dat van latere datum is. Rechts: straatje in Cuzco met fundamenten van het paleis van de Inca Manca Capac. De boven bouw is Spaans. (Foto's uit mr. W. J. v. Balen's „Het leven der oude Inca's). ZIJ REPPEN van „een samenleving vol idealen en edele beginselen, met straffe hand geleid door een vorstengeslacht dat ver boven het gewone volk verheven was, maar dat met wijs beleid regeerde." Han del kende men niet in de Inca-maatschap pij, grondbezit evenmin en persoonlijk eigendom bestond eigenlijk alleen in de hogere kasten. Het individu was er van weinig betekenis; elke burger kreeg pre cies zijn plaats en zijn dagtaak aangewe zen en veranderde zijn leven lang noch van beroep noch van woonplaats, tenzij de Inca zelf tot immigratie of koloni satie besloot en dan soms gehele vol keren overplantte naar streken waar hij hen beter op hun plaats achtte. Volgens onze moderne democratische denkbeelden heerste er dus een volledig despotisme, maar in het Incarijk werden deze strenge stelregels op verstandige wijze toegepast, met het resultaat dat er recht was voor allen en dat zelfs de arm- sten nimmer gebrek leden. Niemand zou er trouwens aan gedacht hebben, tegen deze maatschappelijke ordening in opstand te komen, want de Inca gold, als directe afstammeling van de Zon, voor een onaan tastbare godheid en reeds de gedachte aan verzet zou de vreselijkste straffen des he mels ontketend hebben. Hoe gering de persoonlijke vrijheid van ^.ijn onderdanen was, bewijzen bijvoorbeeld ook de huwelijksgebruiken. Eens per jaar liet de koning alle huwbare meisjes en jongemannen uit zijn familie in ds hoofd stad Cuczo („navel der wereld") bijeen komen. De meisjes waren tussen de acht tien en twintig jaar, de jongemannen min stens 24, want voordien mochten zij niet huwen. De Inca ging in het midden van de kring staan en koos er dan telkens twee uit die hij bij de hand nam en bij elkaar bracht. Voor elk paar was door Indianen uit de provincie bij voorbaat een huis ge bouwd; de inboedel werd door de weder zijdse ouders geschonken. Afgezien van de bruiloftsfeesten, die vaak een week of lan ger duurden, was dit de enige huwelijks ceremonie. In de provincie waren het de gouver neurs of de dorpsraden die op gelijke wijze de huwelijken der aanzienlijken en die van het gewone volk voltrokken. Ieder trouwde in zijn eigen dorp, en zelfs binnen zijn eigen familie, opdat de geslachten niet „door elkaar zouden raken". De grootste onvrijheid bestond echter voor de Inca zelf, die reeds als kroonprins zijn oudste zuster moest trouwen, opdat „het bloed van de Zon" zuiver en van aardse smetten vrij zou blijven. Wanneer er uit dit huwe- gevolg, dat de ouders de grootste zorg be steedden aan de opvoeding van hun kroost en daaraan was het ook te danken al dus meenden de Spaanse missionarissen „dat deze Indianen zich zonder uitzonde ring zo bizonder wellevend gedragen." Een ander typisch aspect van de Inca rechtspraak was, dat er nooit geldboeten of verbeurdverklaring van goederen opge legd werden, omdat men daar geen heil in zag. Was bijvoorbeeld een „honderdman" of een andere bestuursambtenaar wegens schending van de koninklijke wetten ter dood gebracht dan gingen al zijn bezittin gen en zijn ambtelijke waardigheden automatisch op zijn oudste zoon over. Met dit verstandige regiem verzekerde de Inca lijk geen kinderen voortkwamen, dan huwde de troonopvolger met de tweede, de derde en alle eventuele verdere zusters, net zolang tot er een zoon geboren was. HET REGERINGSSTELSEL der Inca's berustte op een indeling van de inwoners van alle dorpen en steden in tientallen, die elk geleid werden door een „tienman". Vijf van deze tientallen stonden onder gezag van een „vijftigman", twee vijftigtallen onder een „honderdman" en tien honderd mannen weer onder een generaal, die dus heerser was over duizend burgers of krijgslieden. Groter dan duizend man maakte men de commando's niet, omdat men dit aantal welletjes vond voor de be- stuurscapaciteiten van één man. Grondge dachte van dit systeem was, dat iedereen voortdurend onder toezicht moest staan en dat leeglopers en luiaards direct tot de or de gebracht konden worden. De recht spraak was efficiënt en rechtvaardig, maar ook streng: op vele vergrijpen stonden ver banning, lijfstraffen en zelfs de dood. Ook kinderen werden gestraft, zelfs als hun vergrijp als kattekwaad bestempeld kon worden. Veelal werd dan meteeen de vader gestraft omdat hij zijn kinderen ken nelijk niet goed had opgevoed. Dit had tot zich niet slechts de onvoorwaardelijke trouw van zijn eigen regentenkaste, maar ook die van de onderworpen volken, welke hij, nadat hun gebied veroverd of vreed zaam gepenetreerd was, grootmoediglijk genade schonk en tensvolle liet medelen in genade schonk en tenvolle liet medelen in volk. Zo werden de vijanden van weleer vaak de trouwste volgelingen van de Zon- ne-koningen en zo kon het gebeuren dat het Inca-rijk zich gestaag uitbreidde tot het tenslotte een gebied besloeg dat, geprojecteerd op Europa, van de Noord kaap tot aan de Rots van Gibraltar gereikt zou hebben een geweldig imperium waarin eeuwenlang overal rust en wel vaart heersten. HET WONDERLIJKE is, dat heel dit machtige rijk nooit enig letterschrift ge kend heeft; de kennis van alle wetten, van poëzie en proza en hun wijsgeren maak ten prachtige gedichten! van heel het ingewikkelde staatsbestel ook, berustten uitsluitend op mondelinge overlevering. Het is bijna niet te geloven, dat een zo hoog ontwikkeld volk geen enkel middel had om zijn gedachten vast te leggen, maar toch is het zo. Men kende alleen de „quipu" een colectie samengebonden touwtjes Een net van dunne draden en kleine kra len van een nieuw magnetisch materiaal, dat duizend gegevens kan onthouden, is thans te zien op de radio-tentoonstelling te Londen. Dit apparaat, dat „magnetisch matrijsmagazijn" wordt genoemd, wordt gebruikt als geheugen voor de reusachtige rekenmachines, die met verbazingwek kende snelheden enorme berekeningen kunnen uitvoeren. Het is mogelijk om een bepaald grond,gegeven aan het „geheugen" in enkele millioensten van een seconde mede te delen of het er met dezelfde snel heid uit te halen. Door een aantal van deze magnetische magazijnen te gebrui ken kan men vele duizenden „gegevens- eenheden" in een kleine ruimte bewaren. Dit geheugensysteem is mogelijk gewor den door de bijzondere eigenschappen van een nieuw soort magnetisch materiaal, „ferroxcube DL". Kleine kraaltjes ferrox- cube DL worden aan een net van draden geregen. Electrische stroomstoten, die door de draden gaan, kunnen een kraal op twee manieren magnetiseren. De ene manier betekent, dat het antwoord op een vraag „ja" is, de andere „neen". Gegevens als een nummer of een woord kunnen tot een serie van dergelijke antwoorden worden ontleed. met knopen, waarin iedere knoop een be paald getal of cijfer voorstelde. Met behulp van zo'n knopenboekhouding lieten de Inca's zich op de hoogte, houden omtrent de stand der gewassen, de omvang van de veestapel en verrichtten zij zelfs complete volkstellingen in hun ganse rijk. Maar op de simpele gedachte om aan die knopen ook de betekenis van letters en woorden te geven schijnt, vreemd genoeg, nooit iemand gekomen te zijn. Alle bevelen en maatregelen van de Inca moesten dus mondeling overgebracht worden en daartoe was er een koeriers dienst geschapen, die tot in de verste uit hoeken van het rijk zijn stations had en voortreffelijk functionneerde. Langs alle grote wegen waren, op onderlinge afstan den van een kwartier gaans, hutten ge bouwd die vier tot zes jonge, snelvoetige Indianen herbergden. Deze hielden naar beide kanten uitkijk en wanneer zij een koerier zagen naderen, hielden zij zich reeds klaar om geen tijd te verliezen bij het overnemen van diens bericht, dat steeds slechts uit enkele eenvoudige woorden be stond opdat de ijlboden niet in de war zou den raken. De naderende boodschapper schreeuwde, wanneer hij binnen gehoors- afstand was gekomen, zijn bericht luide uit en herhaalde dat nog enkele malen, zodat degenen die het over moest nemen, hem goed kon verstaan. Zo reisde het nieuws door het land en op dezelfde wijze bezorgde men de Inca ook in zijn 7000 meter hoge hoofdstad in het Andesgebergte, verse zeevis per estafettedienst. DE AFWEZIGHEID van enig letter schrift is ook de oorzaak, dat omtrent de voorgeschiedenis van het rijk der Inca's maar weinig betrouwbaars bekend is. Wel weet men uit de overblijfselen van reus achtige en kunstige bouwwerken bij Cuczo en aan het Titicacameer dat daar lang voor hen, misschien wel in praehistorische tijden, een volk geleefd heeft dat op een nog veel hoger ontwikkelingspeil kon bo gen. De steenblokken van deze gebouwen zijn namelijk zo onberispelijk afgewerkt en in elkaar gezet, dat men geen spel tussen de voegen kan steken hoewel er geen specie of ander voegmiddel gebruikt is. Van deze mysterieuze bouwmeesters ver telt men daarom, dat zij het geheim kenden om met een bepaalde vloeistof de stenen zacht en kneedbaar te maken. Maar hoe dit ook zijn mag, in dit opzicht zijn zij stellig de Inca's de baas geweest. Deze laatsten maakten hun huizen namelijk vrijwel geheel uit adobe in de zon ge droogde klei en gewelven zoals die in de vreemde ruïnes bij het Titicacameer gevonden werden, konden zij in het geheel niet bouwen. Daar staat tegenover, dat de tempels, de openbare gebouwen en de paleizen in het Inca-rijk bijna schuil gingen onder een weelde aan gouden en zilveren versierin gen, die hun steden al van veraf deden fonkelen in het zonlicht. Vooral de ko ninklijke hoofdstad Cuzco moet in dat op zicht een verbijsterende aanblik geboden hebben. Daarvan getuigt onder meer de authen tieke beschrijving die Garcilaso de la Vega, zoon van een Spaanse edelman en een In ca-prinses, begin 1600 van deze wonder baarlijke stad gegeven heeft. Daarin zegt hij onder meer: „De Inca-vorsten verrijk ten Cuzco naar hun beste vermogen met kostbare gebouwen en paleizen, waarvan het meest bevoorrechte wel de Tempel van de zon was. Alle buiten- en binnenmuren van dit bouwwerk waren van onder tot boven behangen met platen van goud. Voor in de grote hal bevond zich het reus achtige beeld van de zon, een rond gezicht met stralen en vlammen, alles uit een stuk De sloof of de slaaf goud vervaardigd en zo groot dat het de hele muur besloeg. Die beeltenis nu viel bij de verovering van de stad door de Spanjaarden bij loting ten deel aan een edelman, Mancio Serra. die ik zelf nog gekénd heb. Hij was een verwoed dobbelaar en zo heeft hij die zon op één avond verspeeld. En wanneer nu zulk een reusachtig stuk het aandeel van één Spanjaard was, dan kan men wel na gaan welk een buit de veroveraars in de stad en de tempel gevonden hebben". De la Vega vervolgt dan: „Aan weers kanten van het Zonnebeeld waren de ge balsemde lichamen der dode koningen op gebaard, zittend op gouden tronen die zelf weer op massieve blokken goud stonden. Daarnaast was eenzelfde zaal met een zil veren maan, geflankeerd door de overle den koninginnen op tronen van zuiver zil ver. Zo waren er nog vier vertrekken vol kostbaarheden. In de buitenmuren van deze vertrekken, die op een binnenplaats uitzagen, waren aan elke kant vier mans hoge nissen uitgespaard, die evenals de muren geheel met goud bedekt waren. De randen waren rondom afgezet met gesle pen smaragden en turkooizen. Bij de Zon nefeesten nam de Inca beurtelings in elk dezer nissen plaats. De binnenplaats was, precies als die in de koninklijke paleizen, een tuin vol bo men, bloemen en planten, slakken, hagedis sen, vlinders en vogels, alle naar het leven vervaardigd van zuiver goud en zilver, met dito figuren van mannen, vrouwen en kinderen, veelal levensgroot en alles ter ere van het Huis van de Zonnegod. Want ieder jaar brachten de bedevaartgangers zoveel offeranden aan goud en zilver mee, dat men elke keer nieuwe sieraden moest verzinnen. Voor dit doel was er een hele staf van goudsmeden aan de Tempel ver bonden die alle mogelijke voorwerpen van het edele metaal maakten, tot zelfs spaden en harken toe. Men kon er letterlijk niets aanraken of het was van goud of zilver". OP SOORTGELIJKE wijze waren ook de koninklijke verblijven en de andere be langrijke gebouwen in de provincie inge richt en het is dan ook geen wonder, dat Pizarro en zijn 160 gezellen al hun goe de voornemens vergaten en volkomen het hoofd kwijt raakten, toen ze op hun heilige katholieke missie naar Peru, in 1531 deze enorme schatten aanschouwden. Atahualpa, de laatste Inca-koning ontving het groepje Spanjaarden uit nieuwsgierig heid, verborgen onder hooghartigheid, in Cajamarca halfweg tussen Quito en Cuzco waar hij zelf toevallig op inspec tiereis was Pizarro en de zijnen gaven de op deze wijze met de manlijke leden van de Inca-stam had afgerekend, begon hij een opruiming onder hun vrouwen en kin deren, waarbij hij er een bizonder vermaak in schiep, hen langzaam en op de meest perverse wijze dood te martelen. Men weet hoe het noodlot zich aan Ata hualpa voltrok toen hij eindelijk, trots en hooghartig, een tegenbezoek bracht aan het Spaanse kamp bij Cajamarca. Bij die ge legenheid besloot Pizarro tot de brutaalste schurkenstreek uit de geschiedenis van de conquistas: volkomen onverwacht liet hij zijn volgelingen tegelijkertijd alle musket ten en kanonnen afschieten en in de wilde verwarring die hierop volgde, deed hij de Inca, voor de ogen van diens zwaar-bewa- pende eigen krijgsvolk, van zijn troon sleu ren. De list gelukte volkomen, want toen de onderdanen van de Inca hun onaantast bare godheid-en-vorst machteloos in han den der overweldigers zagen, geloofden zij ogenblikkelijk dat de Spanjaarden nog machtiger goden waren, zodat verzet zin loos zou zijn. Toen het Atahualpa duidelijk werd dat het zijn overweldigers om goud te doen was, bood hij aan, zijn gehele kerker met dit edele metaal te vullen in ruil voor zijn vrijheid en Pizarro, die toen nog maar een flauw denkbeeld had van de rijkdommen der Inca's, stemde toe. Al spoedig stroom de uit alle delen des lands het goud bin nen en op dat moment begonnen de Span jaarden in te zien, dat de bedongen losprijs veel te laag was. Zij beseften dat hier niet een kamer, maar een heel land vol goud leeg te halen was en dus moest de trans actie met de Inca ongedaan gemaakt wor den. Zij beschuldigden Atahualpa van ver raad en veroordeelden hem zonder vorm van proces tot de brandstapel. Bij wijze van speciale gunst zou hij echter geworgd worden als hij zich nog snel even tot het katholieke geloof bekeren wilde, hetgeen Atahualpa wellicht de kortstondigste christen die ooit geleefd heeft deed. Op 29 Aug. 1533 werd hij volgens alle regelen der kerk met groot ceremonieel gedoopt en geworgd, waarna de Spanjolen welgemoed begonnen met het leegplunderen van zijn tempels en paleizen, van welke zij vrijwel geen steen op de andere gelaten hebben. De rijkdommen van Perü, waarvan men thans op een tentoonstelling in Utrecht nog een flauwe afspiegeling kan zien, brachten echter ook de conquistadores weinig geluk, want natuurlijk kregen zij onder elkaar ruzie over de verdeling van de buit. Pi zarro zelf werd vermoord door zijn luite nants, zijn compognon Almagro wegens re bellie terechtgesteld, de anderen moordden elkaar uit. En dat was nog slechts het begin van een lange reeks successie-bloedbaden tussen de broers van Pizarro en andere pre tendenten. Pas na vele jaren kon Pedro de la Gasco rust en orde scheppen in het verre wingewest, maar toen hadden de Indios volop gelegenheid gehad om het resteren de goud en zilver dat zich tot het ge roofde verhield „als een veld graan tot een maiskorrel" voor hun overweldigers te verbergen. En als men de oude legen den geloven mag, dan liggen die schatten der Inca's nog steeds begraven op de bo dem van het Titicacameer, op de hoog vlakte van Cuzco en onder de eeuwige sneeuw op de toppen van het Andes-ge- bergte. H. C Ter afwisseling geven wij deze keer eens geen kruiswoordprobleem, doch vragen wij onze puzzelaars een vraagstuk op te lossen, dat ontstond tijdens een gezellig verjaar dagsfeestje. Een der feestelingen kwam met een aar dig gezelschapsspelletje, dat zich als volgt toedroeg: Alle aanwezigen moesten een bestaand spreekwoord bedenken en op schrijven op een langwerpig strookje pa pier', dat aan allen was uitgereikt. Nadat allen hun spreekwoord hadden opgeschre ven, moesten de strookjes papier worden verknipt, zodat men losse woorden kreeg. Deze losse stukjes werden in een hoed ge worpen en door elkaar geschud, waarna deze hoed midden op tafel werd gezet. De aanwezigen schaarden zich om de tafel en mochten ieder op hun beurt een greep in de hoed doen om een papiertje te bemach tigen. De opdracht luidde nu, uit de frag menten van zinnen, die op de papiertjes stonden, een volzin samen te stellen. Wie het eerst een aanvaardbare zin van ten minste zes woorden had gevormd, was winnaar. De anderen gingen daarna door, DE IEREN HEBBEN HUN TRADITIE van hartelijkheid en vriendelijkheid altijd hooggehouden en deze eigenschap kwam treffend tot uiting bij een voorval dat ik beleefde tijdens een uitstapje van Cork naar Killarney. Hoewel de afstand tussen dat iedereen wel een paar vrienden heeft die hij graag zou willen opzoeken tot de reis morgenochtend op een redelijk tijdstip wordt voortgezet. Hoewel de bus voor meer dan de helft bezet was, stapten de reizigers gewillig uit, wensten O'Leary en beide plaatsen niet meer dan 75 kilometer de chauffeur geluk eri goeden dag en gin- Een ^„rocemen oi~. .üu- Peruaanse pottenbakkerskunst, die men op de tentoonstelling in Utrecht kan zien: een zogenaamde „portretvaas", die ook in een modern intérieur stellig op haar plaats zou zijn. vorst enkele demonstraties met hun paar den die in het Incarijk onbekend waren en met hun „donderbussen", maar de Inca bleef koud als een steen. Enkele van zijn volgelingen die even met de ogen ge knipperd hadden toen een der Spanjaarden zijn paard liet steigeren werden als straf voor hun angst terstond door Ata hualpa terechtgesteld. Hieruit blijkt reeds, dat deze laatste Inca lang niet zo'n nobele figuur was als vele anti-Spaanse geschiedschrijvers ons willen doen geloven. Kort voor de komst der Spanjaarden had hij bijvoorbeeld de ware troonopvolger, zijn broer Huascar Inca, geliquideerd en daarna liet hij alle hoog waardigheidsbekleders van de Inca-clan onder een vals voorwendsel naar Cuzco c komen, waar zij zonder één uitzondering wreedaardig vermoord werden. Nadat hij bedraagt, doet de bus er drie volle uren over. Het vervoermiddel vestigt dit opmer kelijke langzaam- aan-record dank zij de vindingrijkheid van de chauffeur en de conducteur, die tussen de bedrijven door brieven bestel len, praatjes maken onder het genot van een glas stout bij de halten (onvermijde lijk voor een „pub"- herberg), stilgeval len auto's opduwen of vaart verminde ren om een overste kende egel uit te foeteren. gen haastig op weg Toen ik aarzelend DE NEW YORK HERALD TRIBUNE heeft eind Augustus voor de lezers van haar Europese editie, die in Parijs ver schijnt gedurende veertien dagen een vacantie-verhalen wedstrijd uitgeschre ven. Wendy Okell uit Parijs was een van de prijswinnaars (200 francs met de eer van publicatie) met dit verhaal. De schrijver dingt tevens mee naar de beide hoofdprijzen. De eerste is een rondvlucht met de Pan American Air ways, bijvoorbeeld van Parijs naar Rome, de tweede een aantal reisverha len ter waarde van 4000 francs, aange boden door een Parijse boekhandelaar. Onze tocht was rijkelijk voorzien van dit dagelijks ge beuren, totdat we halverwege waren gekomen. Na de gebruikelijke bierpauze van een kwartier kwam de chauffeur terug met de mededeling dat de doch ter van zijn boste vriend Patrick O'Leary die avond ging trouwen en dat hij welwil lend was uitgenodigd van de partij te zijn. volgende morgen op naar hun kennissen uitstapte en verbijs terd om mij heen keek in het vreem de dorp, kwam de conducteur op mij af: „Wel", zo zei hij, „u bent zeker een toerist, die geen on derdak weet te vin den". Toen ik hem vertelde dat hij het bij het rechte eind had nam hij me re gelrecht mee naar het huis van zijn vrienden, waar ik hartelijk werd ont vangen. Ik bracht er een gezellige avond door en de het redelijke tijdstip zodat tenslotte een aantal zinnen ter tafel lagen die gramaticaal enigszins verant woord leken, doch in hun betekenis vol strekt onzinnig waren. Wij laten de ver kregen zinnen hieronder volgen, en vra gen de puzzelaars de oorspronkelijk ge bruikte spreekwoorden eruit terug te vin den. Wie het juiste aantal ontdekt en zd nog weet te noemen ook, dingt mee naaf de geldprijzen. Hieronder volgen de ver kregen zinnen: De appel valt in de man, hij, de wijn, valt niet. Men eet hoge bomen, men spreekt veel verhalen. Bezint, eer gij morgen zijn neus schendt. Pas op, het ganse land kan men door. Wie valle, zie toe dat stuurlui dan niet ver van de boom kersen eten. De vos preekt veel wind, als de lange messen staan. Wie het langst duurt, schendt zijn aan gezicht eerlijk. Met hoge heren, wiens woord slecht is, staat de beste wijsheid aan wal. Als vet brood diens smet is, begint gij heden. Het zijn de kippen die de passie zongen. Wie het onderste uit de kuil laat vallen, tikt je er tien in de lucht. Zoals morgenrood in de sloot valt, graaft de zon achter een ander deksel. Koks dragen de wolken voor op de neus. De beste vogel komt in de hand; de hand tikt wel eens nergens een steek. Met de hoed in de kan wil de breister het klokje thuis hebben. Wie ik in verre reizen kan vangen, komt zelf in een zonneschijn. Beter een boer na regen, schijnt het de jongen. Doet zoals alle ouden; het is niet piepen. Dit zijn ze dan. Leestekens mogen wor den verwaarloosd. Veel succes! Om mee te dingen naar de drie geldprij zen ad 7.50, 5.— en 2.50 moeten op lossingen onder de aanduiding „Oplossing Puzzle" uiterlijk Dinsdag 17 uur ontvangen zijn aan een onzer kantoren in Haarlem: Grote Houtstraat 93 en Soendaplein of IJmuiden: Kennemerlaan 186. van half tien vervolgden we onze reis. Dit voorval verschafte mij het genoegen van een bezoek aan een Ierse woning een ervaring die ik anders tijdens mijn kor te verblijf zeker zou hebben gemist dat bij mij een onvergetelijke indruk heeft ach- „En", zo zei hij, „ik ben er van overtuigd tergelaten van de Ierse gastvrijheid. De oplossing van de puzzle van 28 Augus tus luidt: Horizontaal: 1. Larissa, 7. si, 8. la, 10. ijk, 12. Oka, 14. nu, 15. mol, 17. oom, 18. omber, 19. gom, 21. end, 23. es, 24 alk, 26. mi, 27. o.r., 28. al, 30. Opeinde Verticaal: 2. as, 3. rio, 4. sla, 5. sa, 6. Nij megen, 9. Numidië, 11. Ko, 13. kabel, 14. no, 16. lom, 17. ore, 20. os, 22. N.M., 24. are. 25. kan, 27. op, 29. Ld. Na loting werden de prijzen deze week toegekend aan mejuffrouw E. Visser, Vel- serduinweg 16, IJmuiden O. 7.50, C. H. Nieuwenhuizen, Sterrebosstraat 48, Haar lem 5.en J. G. J. Geerling, Stuyv-sant- plein 19 zw„ Haarlem 2.50.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 16