Nog eens: blijspel van Congreve „Anna Christie" Zie Boven: Naaste buur-nevel nu zichtbaar Kerkdiensten Jlowiitje Rick TAXI NODIG? AUTORIJLESSEN? Betaling aan spelers Nederlands elftal Mgr. H. T. J. van Vlijmen teraardebesteld Old Clothes New ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1954 4 Ook Haarlem verhoogt de toegangsprijzen BEL 5000 Haarlem betaalt spelers volgens KNVB-voorstel DRY CLEANING ONLY Voor de kinderen AUTORI1 SCHOOL FRANS ROOTRING FEUILLETON EN door Gordon Folk By zijn bespreking van de voorstelling door het nieuwgevormde Rotterdams Toneel van William Congreve's spel „The way of the world" heeft David Koning, die met Bob de Lange de vertaling van dit stuk verzorgde, de lezer aangekondigd dat het by zijn beschouwing van de Rotterdamse première niet zou blijven, nademaal hij zich als vertaler te nauw betrokken voelde bij alles wat er met dit toneelgebeuren samen hing. In grote trekken gaf hij reeds zijn oordeel, het aan zijn collega overlatend dat te onderschrijven of, indien nodig, er van af te wijken. De collega is ondergetekende en de gelegenheid om al of niet met de visie van David Koning te verschillen deed zich deze week voor in de schouwburg te Amsterdam, waar het Rotterdams Toneel zich aan het publiek kwam voorstellen. Om met de deur in huis te vallen: in het alge meen ondersteun ik zijn oordeel. Sterker eigenlijk: ik ben het bijna helemaal met hem eens en zou slechts waar hij zyn op merkingen met voorzichtige mildheid plaat ste verder willen gaan en zeggen, dat ik deze eerste beurt van het vroegere gezel schap van Cor Ruys, thans onder directie van Anton Ruys aanzienlijk uitgebreid, geen beste beurt vind. De rolbezetting is daarvoor beslist te zwak. De speelstyl van een inderdaad brilliant geschreven, maar uiterst moeilijk realiseerbare comedie als „The way of the world" vertaald: „Zo zijn onze manieren" wel naarstig be proefd, maar niet gevonden. Dat is van één kant begrijpelijk, maar de vraag blijft, waarom men een stuk op zijn répertoire neemt, aan welks eisen men niet kan vol doen. Die eisen zyn allesbehalve gering. Congreve voert in zijn spel de decadente Engelse society van omstreekss 1700 ten tonele. Hij oordeelt noch veroordeelt: hij laat de mensen zien zoals ze zijn. Zoals ze zijn, zijn ze niet ingewikkeld, maar zoals ze zich voordoen wel. We moeten door een berg van spitsvondigheden, luim en opper vlakkig aandoende conversatie heen om hen te ontmaskeren. Daarby worden we beurtelings geholpen en bemoeilijkt door de onthullingen die zij zelf ten opzichte van elkaar plegen. Er zijn veel woorden voor nodig en al die woorden verbergen pointes, welke mem niet zomaar neemt: zij moeten worden uitgespeeld, ze moeten over het voetlicht komen. Een tweede eigenschap van Congreve's dramatis personae is, dat zy, hoe heterogeen ook, toch een bepaalde eenheid vormen: zij passen en sluiten in elkaar als elementen van een tydsbeeld. Stuk voor stuk zyn zij een uitgekookte uit beelding waard. Stuk voor stuk zijn zij piojinen in het spel, dat Congreve met hen speelt. Slechts van de hoofdfiguren, de door alle vrouwen aanbeden Mirabell en de vrouw, die hij bemint, Millamant, kan men zeggen dat zij door geest en brille uitsteken boven de anderen, al moet men die anderen niet onderschatten, zoals daar zijn de ge slepen Fainall, mevrouw Marwood en hun tegenhangers de manzieke Lady Wishfort en de boertige natuuriyke Sir Wilfull Wit- woud. Het is wel degelijk een karakterspel deze comedie. Het ergste wat men de auteur kan aandoen is haar te benaderen met typeringen. Het bezwaar dat ik tegen de voorstelling van het Rotterdams Toneel heb is dat ze er, voor wat de hoofdrollen betreft, precies tussen in zweefde, in haar verscheidenheid geen eenheid werd en de pointes niet haalde. De oorzaak? In de aanvang dezer recen sie heb ik haar al genoemd: het gebrek aan een capabele bezetting voor alle rollen en voorts het onontbeerlijk stijlgevoel, nauw daarmee samenhangend. Regisseur Bob de Lange kon dan ook de eer niet redden en het moet mij van het hart, dat het tekenend was voor de voorstelling, dat er ontzettend vlug werd gepraat alsof men daarmee de woordenstroom van Congreve, die waar achtig toch door wat meer gedreven werd dan het klein-en-groot mechanisme uit de spraakkunst, kon opvangen. De uitzonde ringen vormden Magda Janssens, door David Koning al geprezen, Johan Fiolet en Ton van Duinhoven. Ik kon bij de Amster damse voorstelling Caro van Eyck niet zo waarderen, waaraan het haar geboden tegenspel niet vreemd zal zyn. Dat ik in tegenstelling tot uw getrouwe beoordelaar van de prestaties van het beroepstoneel de décors van Wim Vesseur niet wist te rijmen met het stuk mag men beschouwen als veroorzaakt door de tegenstellingen van stuk en spel. Ze werden nu even flets als de voorstelling. ADVERTENTIE Ik geloof, dat de vertalers er naar ge streefd hebben om de tekst zo aanvaard baar mogelijk te doen klinken voor onze oren. Ze was heel welluidend en aanger- naam. Nochtans zullen ze zich teleurgesteld hebben gevoeld, dat zij niet overal tot haar recht is gekomen. Een beoordeling is daar om niet volledig. Heeft haar geschiktheid voor het eigentijdse publiek op de spelers' een averechtse uitwerking gehad? Het ant woord zal luiden, dat men daarvoor terecht moet bij de regie. Het is aan de regie door die tekst heen te zien naar de er achter verborgen karakters. Het is vervolgens aan de spelers de intenties van de regie waar te maken. „The way of the world" zal naar ik vrees geen succes worden, al zit er toneel in dat deugd doet. Het Amsterdamse publiek was karig opgekomen. Het schonk Magda Jans sens een open doekje bij haar entree een heuse geste tegenover deze talentvolle actrice. Het had voorts alle bewondering voor de al genoemde creaties waarbij ik ditmaal het dienstertje van Marianne van Waveren wil noemen, die een grote voor uitgang heeft gemaakt. Misschien dat het Haarlemse toneelpubliek het stuk met meer instemming ontvangt. Ik hoop het, maar ik zie het, eerlijk gezegd, niet. P. W. FRANSE De betalingscondities van de KNVB voor wedstrijden met het Nederlands elftal zijn als volgt vastgesteld: Honderd gulden voor een gewonnen wedstrijd; vijfenzeventig gulden voor een gelijk spel; vijftig gulden bij een nederlaag. Oefenwedstrijden van het Bondselftal zullen met veertig gulden worden gehono reerd. Voor de centrale training wordt per keer tien gulden betaald. Deze bedragen gelden alleen voor spelers van eersteklassers. Nu ook de meeste spelers van Haarlem voortaan een geldelijke beloning zullen ontvangen voor hun training en wedstrij den, heeft het bestuur besloten de toe gangsprijzen te verhogen. In vergelijking echter met andere eerste klasse vereni gingen in Nederland is deze verhoging zeer gering, namelijk elfenhalf percent. De prijzen van de jongenekaarten heeft het bestuur dezelfde gelaten, terwijl de normale staanplaatsen met een dubbeltje werden vernoogd. De prijzen van de on overdekte en overdekte zitplaatsen werden met vijftien cent verhoogd. „Nu de dood het oeuvre van O'Neill heeft afgesloten, is er alle aanleiding om te pro beren door heropvoeringen tot een waarde bepaling van de verschillende werken van een van de grootste toneelschrijvers van deze eeuw te geraken. Als aandeel van de Toneelvereniging bij deze waardebepaling lijkt een opvoering van Anna Christie aan gewezen". Aldus de aanhef van de toe lichting in het programma van de pre mière, die Donderdag onder regie van Frits van Dijk in de Haarlemse Schouw burg gegeven werd. De zeer bruikbare décors waren van Weynand Grijzen, voor de vertaling was Ferd. Sterneberg verant woordelijk. Denkt men aan het publiek waarvoor het vroegere Volkstoneel, waarvan de To neelvereniging de onder artistieke leiding van A. Defresne ondernomen voortzetting is, placht te spelen, dan kan men het met de bovengeciteerde motivering van deze keuze wel eens zijn, deze althans begrij pen. Overigens lijkt een dergelijke poging tot herwaardering allerminst noodzakelijk, want er zullen maar weinig mensen te vin den zijn die voor dit uit 1921 daterende spel van de latere Nobelprijswinnaar Eugene O'Neill een goed woord over heb ben, enkele chauvinistische Amerikanen uitgezonderd. Trouwens: regisseur en spe lers hebben de hele avond voor alles aan getoond, dat zij ook niet precies begrepen, waarvoor zij eigenlijk hun best stonden of zaten of liepen te doen. Dit kennelijk ge brek aan geloof was uiteraard niet bevor derlijk voor een goede verstandhouding in de zaal, waar zelfs welwillende toe schouwers tenslotte hun hilariteit niet on derdrukken konden. Het lijkt nauwelijks nodig nog een sa menvatting te geven van de inhoud van dit sentimentele levensdrama, dat hier vroeger met Magda Janssens in de titelrol is gespeeld, waarvan een filmversie met Greta Garbo in de bioscopen circuleerde en waarvan amateurs ook in deze omge ving reeds herhaaldelijk een kwalijke ver bastering vertoonden. Maar goed, voor mensen met een zwak geheugen zij eraan herinnerd, dat Anna Christie als kind door haar vader, een zeeman, op het land uitbesteed al vroeg aan lager wal ver zeild raakt en de zelfkant van het leven leert kennen. Haar gouden zieltje is ech ter door het bederf nog niet volledig aan getast en wordt na haar terugkeer op zee (aan boord van een kolenschip) gereinigd in de mist, die zij voor niets zou willen hebben gemist, zoals het poëtisch luidt in de Nederlandse tekst. Getransformeerd tot nieuwe maagdelijkheid, als men het zo mag uitdrukken, vat zij een zuivere liefde op voor stoker Mat Burke, die haar aanvan kelijk verontwaardigd en ontgoocheld in de steek laat, als zij hem haar verleden heeft bekend, doch het tenslotte toch met haar durft wagen. Noodzakelijk is het niet om de onecht heid van de in het geding komende gevoe lens aan te tonen. Deze treft bij het zien van de voorstelling nog sterker door het (ietwat romantisch opgesmukte) realisme van de entourage. Het was een zwakke vertoning, waarbij men nooit precies wist waarop nu eigenlijk aangestuurd werd, om in de termen te blijven. Andrea Domburg had het wel het moeilijkst, mede omdat Wim Hoddes weliswaar tegenspel leverde waarop niets aan te merken was, maar toch niet helemaal de robuuste krachtfiguur neerzette, die hier vereist werd. En wat betekent al het gepraat over „loutering" en „schoongewassen zijn" door de zee, als daar niets van blijkt? Het geforceerde, totaal onvoorbereid „happy ending" maakt de zaak nog erger, zelfs als men met O'Neill aanneemt, dat het niet meer betekent dan een komma, een rustpunt dus, in beider tot ongeluk voorbestemde levens. Maar goed, Andrea Domburg schonk in vele opzichten bevrediging, al was haar verbittering wat monotoon en haar hele verschijning wat mat, te weinig brillant. Treffende momenten waren er in de grote bekentenisscènes, zij het met ongevulde overgangen. Frits van Dijk maakte van de „duivelse" en voor de werkelijkheid be vreesde vader zo'n stereotiep oud manne tje, dat men met de beste wil van de we reld niet kon aannemen dat zo iemand nog voor de grote vaart als bootsman aange monsterd wordt. Een raak uitgewerkte typering zag men in het eerste bedrijf van Marie Hamel, op bijgaande foto afgebeeld tijdens haar kennismaking met de titel heldin. Zo is de Toneelvereniging het nieuwe seizoen bijzonder weinig overtuigend be gonnen. Het wachten is op de revanche, die zeker niet zal uitblijven. DAVID KONING ADVERTENTIE VERHUUR ZONDER CHAUFFEUR DE NIEUWE FORD ANGLIA Ook de spelers van Haarlem zullen zullen voortaan een geldelijke beloning krijgen voor hun spel en training. Nu de bedragen vrij zijn gelaten, heeft het be stuur van Haarlem gemeend de spelers die voor betaling in aanmerking wensen te komen hetgeen niet alle spelers zijn bedragen uit te keren volgens de richt lijnen van het oorspronkelijke voorstel van de K.N.V.B. Zoals men zich kan herinneren had het bestuur van de K.N.V.B. voorgesteld om maximaal twintig gulden vast te stellen voor het spelen van een wedstrijd en vijf gulden voor het bezoeken van een trai ningsavond. Aan reserves, tot ten hoogste vier per wedstrijd, mag, aldus dit voorstel, slechts maximaal de helft van bovenge noemde bedragen worden vergoed. Bij EDO staat nog niet vast wat de spe lers en reserves van het eerste elftal zullen ontvangen. Wel heeft men besloten dat dit geen vaste bedragen zullen zijn, maar aan delen in de gemaakte recette. Welk percen tage dit zal zijn zal nog worden bezien. In de Oud-Katholieke kerk aan de Kin derhuissingel te Haarlem is Vrijdag een dienst ter uitvaart gehouden voor mgr. H. T. J. van Vlijmen, rustend bisschop van Haarlem der Oud-Katholieke kerk. De dienst werd geleid door de bisschop van Haarlem mgr. J. van der Oord. Nadat de bisschop van Deventer, mgr. E. Lagerwey, als waarnemend aartsbisschop (de aartsbisschop vertoeft in Amerika) de beaarding had verricht, hield hij een korte toespraak. Hij herinnerde er aan, dat mgr. Van Vlijmen bijna zestig jaar geleden priester werd. De bescheiden jongeman van toen groeide op tot een gezien en bij zijn vele vrienden geliefd en gewaardeerd priester. De kerk liet hem de rangen van de hiërarchie doorlopen. Eerst was hij ka pelaan te Egrnond aan Zee; vervolgens pastoor aldaar, waarna hü gekozen werd tot bisschop van Haarlem. Mgr. Van Vlij men heeft de kerk naar zijn beste krachten gediend en was de vertegenwoordiger der kerk in kleine en grote kringen. Ook ver richtte hij het priesterschap zoals Petrus de taak van een priester omschreven heeft. Hij was geen priester om rijk te worden of als heerser op te treden. Hy was een voorbeeld voor de kudde. Toen mgr. Van Vlijmen na de bevrijding begreep, dat hij door zijn gezondheidstoestand niet meer de kraohten kon opbrengen zyn taak naar behoren te vervullen, vroeg hij om van zijn ambt ontheven te worden. Dat toonde het karakter van de thans overledene. De kerk is God dankbaar voor hetgeen Hij in de dienaar heeft gegeven. De dienst werd bijgewoond door de Com missaris der Koningin, dr. M. J. Prinsen. Om halféén is het stoffelijk overschot van mgr. Van Vlijmen op de algemene be graafplaats aan de Kleverlaan ter aarde besteld. Onder de aanwezigen was burge meester mr. P. O. F. M. Cremers. Nadat de kist in de groeve was neergelaten sprak pastoor H. J. Verhey uit Krommenie als oudste geestelijke van het bisdom. Pastoor C. F. Nieuwenhuyzen uit IJmuiden, deken van Haarlem, bad aan de groeve, waarna pastoor mr. J. W. Key namens de familie woorden van dank sprak. ADVERTENTIE Koningsplein 10 - Telefoon 4886 Laat in de September- avond vindt men, kij kend in Zuidelijke rich ting en dan het hoofd opwaarts wendend, de hier getekende figuur aan de hemel: de ster renbeelden Pegasus en Andromeda. Op enige afstand van een der zwakkere sterren van Andromeda onderscheidt het blote oog op heldere avonden een wazig vlek je; de omtrekken ervan zijn niet scherp te zien. Op grond daarvan heeft het de naam „Androme- da-nevel" gekregen. Wees u ervan bewust dat uw blik, vbanneer ge erin slaagt, dit vlekje te ontdekken, een afstand van anderhalf millioen lichtjaren overbrugt. Wat ge daar op het net vlies van uw oog krijgt, zijn lichtstralen die vijf tienduizend eeuwen ge leden werden uitgezon den door dit hemelob- ject; die lichtstralen zijn al die tijd onderweg ge weest met een snelheid van 300.000 km per sec. Alle sterren die we aan de hemel zien maken deel uit van één groot heelal-eiland, dat wij het Melkwegstelsel noemen. Ongeveer honderd mil liard sterren behoren hiertoe - en elke ster is een zon. Dit wazige vlek je daar in Andromeda hoort daar echter niet bij: het bevindt zich ver buiten ons Melkwegstel sel en men noemt het daarom „een extra-ga lactische nevel" (in wel ke term gymnasiasten het Griekse woord gala melk zullen herken nen; een buiten-Melk- wekstelselse nevel, heel lelijk maar letterlijk vertaald). De Franse astronoom Messier ontdekte dit vlekje omstreeks 1760 (dus kort voor de tijd dat Eise Eisinga in Fra- neker zijn houten plane tarium bouwde) min of meer per ongeluk: Mes sier was eigenlijk op jacht naar kometen. Sinds onze telescopen steeds groter en steeds scherper zijn geworden weten wij dat „M 31", zoals zij in oude catalogi te boek. staat - de M is die van Messier - een heelal-eïland is gelijk het onze; een verzame ling van tientallen mil- liarden sterren, gegroe peerd in een spiraalvor mige structuur. Deze spiraalnevel „in" Andromeda staat dus in werkelijkheid ver „ach ter" Andromeda. Dit sterrenbeeld behoort na melijk tot ons Melkweg stelsel - de verst ver wijderde ster ervan staat maar 400 lichtjaren van ons af - en het be- trokkennevelvlekje staat dus rond vierduizend keer zo ver weg. Toch is het ons naaste huurstelsel in dat enor me heelal. Tot ongeveer een jaar geleden heeft men gemeend dat het zich op 680.000 lichtjaren van ons af bevond; toen ontdekte de Amerikaan se astronoom dr. Walter Baade ineens dat elke afstand in het heelal- buiten-ons-Melkwegstel- sel met twee diende te worden vermenigvul digd; de aanleiding tot deze correctie is hier al eens uiteengezet. Voorlopig houden we het wat de Andromeda-ne- vel betreft, dus op rond anderhalf millioen licht jaren. Over het stelsel zelf weldra meer. G. v. W. Zondag 12 September IJMUIDEN: Ned. Herv. Kerk, Kanaalstraat, 10 uur: ds. D. C. van Wijngaarden, bed. H. Doop: 19 uur: ds. J. van den Berg. Gebouw Chr. Belangen, 10 uur: de heer M. v. Loo J ongerendienst Geref. Kerk, Ichthuskerk, 9 en 10.45 uur: ds. J. van Herksen van Ermelo; 15 en 17 uur: ds. J. A. Tiemens. Geref. Kerk (Art. 31 K.O.), 8.30 en 16.30 uur: ds. J. J. Arnold. Chr. Geref. Kerk, 10 en 16 uur: ds. J. W. v. d. Gronden, H.A. Gemeente Gods, 10 uur, Cultureel Ge bouw, bijeenkomst, de heer J. Jeninga. Doopsgezinde Gemeente, Helmstraat, 10.30 uur: ds. A. G. van Gilse van Here wegen. Oud-Katholieke Kerk, 8 uur: Vroegmis, 19 uur: Vespers; Woensdag 9.30 uur: Heilige Dienst; Vrijdag en Zaterdag Quatre Temper dagen) 9 uur, Heilige Dienst. Leger des Heils, 10 uur: Heiligings samenkomst; 16.30 uur: Jeugddienst; 19 uur: Openluchtsamenkomst; 20 uur: Vei- lossingssamenkomst. IJMUIDEN-OOST: Ned. Herv. Kerk, Goede Herderkerk, 10 uur: ds. G. Wassenaar; 19 uur: ds. Joh. H. W. Dickhout. Geref. Kerk, Bethelkerk, 10 en 17 uur. prof. dr. R. Schippers van Amsterdam. Ver. v. Vrijz. Herv., Abelenstraat 1, 10.30 uur: ds. J. Kruyt van Den Haag. Evangelisatievereniging „Elon", Kapel Vareniusstraat, 10 uur: Joh. H. v. Oost- Het was een spannend gevecht tussen de redder en de wilde golvenHij zwom door het schuimende water en nu en dan leek het, of hij het niet halen zou. Maar hij kwam bij de man, die al begon te zinkenHij kreeg hem te pakken en trok hem met zich mee, terwijl hij naar de boot terug zwom. Gelukkighij haalde het! Met de schipbreukeling werd hij vlug aan boord getrokken, en daarmee was dit onge lukje goed afgelopen. Nu ging het reddingswerk weer door. Nog enkele mannen moesten van het schip gehaald worden; de een na de ander werd langs de lijn getrokken, en er ging een gejuich op, toen eindelijk de laatste veilig en wel op de reddingboot was aangeland. Dat was dus goed afgelopen; alle schipbreukelingen waren gered en de boot kon naar de haven terugkeren. De lijn werd losgemaakt, die had zijn dienst gedaan. En de schipper van de reddingboot gooide het roer om; de boot voer van het gestrande schip af en zette koers naar de haven „Gelukkig!", zuchtte oom Tripje. Want hij was blij, dat die mensen nu gered waren! veen van Voorburg; 19.30 uur: J. Hoe kendijk van Amsterdam; Woensdag 19.45 uur: Openluchtsamenkomst Kennemer- laan, ds. Zijlstra van Groningen. Vergadering van Gelovigen, De Ruyter- straat 73, Zondag 10 uur en Donderdag 20 uur, bijeenkomst. DRIEHUIS: Evang. Luth. Gemeente, koffiekamer Westerveld, 9.15 uur: ds. J. A. Roskam van IJmuiden. VELSEN: Ned. Herv. Kerk, Engelmunduskerk, 10 uur: ds. L. Brink, opening winterwerk; 19 uur: ds. L. Brink, H. Avondmaal. VELSEN-NOORD: Ned. Herv. Kerk, 10 uur: ds. H. P. Huis man; 19 uur: ds. F. C. Willekes van Be verwijk. Geref. Kerk, 9.30 en 17 uur: dienst. Vrije Evang. „Emanuël", gem. ontsp.- lokaal, Van Diepenstraat, Zaterdag 19.30 uur: Openluchtsamenkomst Peltstraat; Zondag 10 uur: H. v. d. Brink van Bloe- mendaal; Donderdag 19.45 uur: W. Hoe- kendyk van Amsterdam. BEVERWIJK: Ned. Herv. Gemeente, Grote Kerk, 10 uur: ds. J. Wiersma, 19 uur: ds. J. O. Norel. Ned. Herv. Gemeente, Populierenlaan, 10 uur: ds. W. Oorthuys. Ned. Herv. Gemeente, Jeugdkapel Groe- nelaan, 10 uur: de heer E. W. Rosie. Geref. Kerk, Moensplein, 10 en 17 uur: ds. C. Meyer. Vrijzinnig Herv., Prinsesselaan, 10 uur: ds. C. van Wijk van Alkmaar; 11.30 uur: Zondagsschool. Maranatha, 10 uur: de heer Ed. W. Pera van Den Haag. Leger des Heils, Jan Alsweg 32, 10 uur: Heiligingssamenkomst; 12 uur: Zondags school; 17 uur: Kinderbijeenkomst; 19.15 uur: Openluchtsamenkomst in Hobbe- straat; 20 uur: Verlossingssamenkomst. WIJK AAN ZEE: Ned. Herv. Gemeente, Julianapléin, 10 uur: ds. J. O. Norel. CASTRICUM: Ned. Herv. Gem., 9.15 uur: ds. L. Can- negieter. Ger. Kerk, 10 uur (zaal Roozendaal): prof. dr. T. W. Grosheide, van Amster dam; 17 uur (kerk Beverwijkerstraat weg): ds. R. C. Harder, van Amsterdam. Ned. Herv. Evang. Ver., 10.30 uur: ds. J. Broers, van Amsterdam. SANTPOORT: Ned. Herv. Kerk, 10.30 uur: ds. P. M. Mentzel van Dordrecht; 19 uur: ds. D. ter Steege, H. Avondmaal. „De Toorts", 9 uur: prof. dr. G. C. van Nifterik. Geref. Kerk, 9.30 en 17 uur: ds. M. de Kluis. Chr. Geref. Kerk (Ned. Herv. Ver. Ge bouw), 15.30 uur: ds. J. C. Maris. ADVERTENTIE met Volkswagen Gedipl. instructeur IJSSELSTRAAT 49 TELEFOON 5050 Tevens verhuur zonder chauffeur 23) Was het een soort lokaas, uitgeworpen door Ferroni? „Dam kam ze er van lusten", besloot Bill grimmig ear zette de tocht naar de kade voort. Op de kade kreeg hy even later beter gelegenheid, zijn onverwachte bezoekster op te nemen. Onwillekeurig kwam hij onder de indruk van haar uitge sproken charme. Voor hü de kans kreeg, haar te vragen wat ze kwam doen, richtte zij een vraag tot hem. „Bemt u mynheer Macavoy?" „Zeker. En mag ik u vragen wie u bent?" „Maureen Malleson. Ik ben secretaresse van uw vader geweest". „Och kom", repliceerde Bill wantrou wend. „Kunt u dat bewijzen?" „Maar mijnheer Macavoy, waarom zou ik staan te liegen?" „Dat zeg ik niet. Maar ik heb goede re denen om voorzichtig te zijn en niet alles maar op slag te geloven". „Goed dan". Zij aarzelde een ogenblik, om dan voort te gaan: „Toen u krijgsge vangene was, tikte ik enikele brieven die uw vader u zond. en de laatste twee schreef i!k zelf, nadat uw vader overleden was. Ik kan u vertellen waar die brieven over gingen en als u my uit wilt haren over uw vroegere huis dan zal het u duide lijk warden dat ik dat heel goed gekend heb". „Best, in orde. Blij u te leren kennen, juffrouw Malleson. Vergeef me dat ik wat door de verrassing overvallen werd". „O, ik begrijp best, dat u min of meer schrok. Ik zou mijn komst natuurlijk heb ben moeten aankondigen maar het was zo'n mooie dag, dat ik het ineens in mijn hoofd kreeg eens over te steken". „Waar komt u dan vandaan?" „Uit St. Ives". „Wat, helemaal alleen?" „Ja, waarom niet. Ik had gunstige wind en in een sloep kan ik uitstekend zeilen". „Ja, heen gaat het wel, maar terug zal het niet zo gemakkelyk zyn. En dan hebt u straks nog met een gevaarlijke stroming te maken, met klippen en windstoten. Kort en goed, u hebt geen schyn van een kans om vandaag naar St. Ives terug te komen". „Och, dat is ook niet erg. Als u tenmin ste niets tegen mün gezelschap hebt, mijn heer Macavoy". „Helemaal niet. En bovendien, de enig mogelijke aftocht zou zijn, als ik u nu zon der aarzelen naar Portlevion zou brengen". „O, zo onaardig zult u toch niet zyn? U moet weten dat ik jaren en jaren er naar verlangd heb, Lobsterpot eens met eigen ogen te zien. En dan hebben we bovendien een heleboel te bespreken. Als u me laat blijven, dan beloof ik u van mijn kant dat ik u geen strobreed in de weg zal leggen". „Ik twijfel er niet aan. Het doet mij ge noegen, u hier te ontvangen. Maar het pro bleem is, dat je met dit eiland nooit weet wanneer je weg komt als je er een maal bent. In een uurtje kunnen de om standigheden zo veranderen, dat het we ken kan duren voor er weer een tocht naar de wal mogelijk is". „En denkt u, dat het weer veranderen gaat?" „Ik denk van niet, maar je kunt nooit weten". „Goed, als u bereid bent om het risico te nemen, mijnheer Macavoy, dan ben ik het ook". „Oké, maar onthoudt u, dat ik u gewaar schuwd heb". Zij hielpen elkaar met het stevig meren van de sloepen, waarbij Bill constateerde dat ze nogal wat bagage meegenomen had. „Ja", verklaarde zy, „voor het geval dat ik niet naar St. Ives terug kon en in Port levion moest overnachten". „Het is tijd voor thee geworden". „O, mijnheer Macavoy, slooft u zich niet uit voor mijn plezier". „Evenveel werk om thee voor twee als om thee voor één te maken. En u hebt het verdiend ook. Mag ik u de weg wijzen?" Pas op de treden in het pad. De stenen zijn erg glad". Pratend over alles en nog wat bereikten zij het plateau. „Zo, dat is mijn huis.. Er zit alleen maar een dak over de keuken, waar ik woon, slaap en kook. Maar dat dak is dan ook waterdicht, en dat is meer dan wat ik van de rest van de ruïne zeggen kan". In de deuropening staande riep zy ver rast uit, dat dit nu een ideaal verblijf leek op een eenzaam eiland, gezellig en intiem. „Ja, maar zou u zich niet gauw met u zelf vervelen?" „Dat denk ik niet. Ik geloof dat u van eenzaamheid houdt. Dat doe ik ook". Na de thee gezet te hebben toonde Bill haar de tuin met een nauw verholen trots Zij bood aan, thee te scheuken en een maaltijd klaar te maken. Nog nooit had de tafel in Bills ogen er- zo aantrekkelijk uitgezien als die avond. Een tafellaken, vlekkeloos om de eenvou dige reden dat hy het zelf nooit had ge bruikt, heldere schalen, die sinds zijn ver blijf in de kast hadden gestaan, omdat Bill altyd uit de pan at, en dergelijke zaken, die de kleine gezellige keuken plotseling tor, een echte huiskamer omtoverden. En het zag er niet alleen allemaal feestelyker uit, het smaakte ook beter, al was dat mis schien verbeelding. Terwijl zij aan het koken was had hij buiten in en bij de tuin, geen moeite ge had zijn positie tegenover zyn tweede on verwachte gast vast te stellen en zeker van zichzelf te zijn. Tegenover haar aan tafel viel dat tegen. Hij kan niet nalaten op te merken, dat hy zich bijzonder over haar komst verheugde. „Dank u. Het doet me genoegen, dat u dat zegt. Ik werd doodsbe nauwd toen ik uw gezicht zag op het ogen blik dat u mij van de sloep uit op de kade zag staan. Toen stond 't beslist op heel slecht weer". „Ik hoop dat ik het sindsdien weer goed gemaakt heb. Maar laten we het nu eens over u hebben". „Och, u weet toch al zo het een en an der over mij? Ik althans wel over u, door mijn werk voor uw vader". „Goed, dat is waar. Ik ben u uiterst dankbaar, vooral voor uw brieven na het overlijden van mijn vader. Maar vertelt, u me eens wat u nu doet. Waar komt u vandaan? Ja, uit St. Ives, dat weet ik, „Nee, ik ben er alleen met vacantie. De eerste vacantie sinds jaren. Ik schreef u indertijd geloof ik, dat ik dienst zou nemen bij de vrouwelijke hulpcorpsen eind 1940. En nu ben ik pas kort geleden gedemobili seerd. Meestentyds was ik ergens in het Noorden gelegerd, zodat ik nog geen kans kreeg een droom van jaren her te verwe zenlijken, een bezoek aan Lobsterpot. Pas toen ik eenmaal voor myn eerste werke lijke vacantie een adres in St. Ives gevon den had, hoorde ik dat u zich had geves tigd op 't eiland, en dat 't dus weer vrij gegeven moest zijn en bewoonbaar", „Las u dat in de krant?" „Ja. En daarbij las ik tot my'n genoe gen, dat u ook de porselein verzameling van uw vader weer gevonden hebt". „Dus u hebt dat verhaal ook geloofd?" Ze zette haar kop koffie neer en keek verwonderd op. „Hoezo, geloofd?" „De hele zaak was een voor de gek hou- derij. Er zaten wat stenen en gras in die kisten." „Wat? Waarom?" „Ja, u moet weten dat ik speciale rede nen had om de mensen te laten geloven dat het porselein niet meer op het eiland was. Daarom heb ik die hele vertoning ge- ensceneerd. Eigenlijk was dat allemaal nie: nodig geweest, als myn halfbroer Bruce O, die kent u wel, nietwaar'" „Eerlijk gezegd nee. Ik heb hem nooit ontmoet. Uw vader stuurde mij altijd weg, als hij kwam. Maar ik geloof wel dat ik weet, waarvoor hy meestal op bezoek kwam „Dan verraad ik geen familiegeheimen als ik u vertel, dat myn vader niet veel plezier aan hem heeft beleefd En ik even min. Ik heb reden om aan te nemen, dat Bruce een kranten vriend je van hem een verslaggever Booth, ingelicht heeft over wat ik verondersteld werd te doen op Lob sterpot. De „Daily Record" kwam met een sensationeel verhaal over mijn zogenaam de sohatgraverij op dit eiland en toen wa ren de poppen aan het dansen. Hebt u dat artikel indertijd gelezen?" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 6