Duiven wiekten boven de 25-jarige MEKOG Velsens „Pieter Vermeulen Museum" kan de bezoekers ontvangen schatkamer Velsens huisvrouwen doken in de „encyclopaedie voor vrouwen" In zaal vijf Ci//ft/ree/ gebouw Kwart eeuw kunstmest met grandioos feest gevierd Bloemetjes buiten Oud-wethouder F. P. Vermeulen verrichtte officiële opening WOENSDAG 15 SEPTEMBER 1954 Ontwikkelingsgebieden in bisdom Haarlem Theo Baylé had aanrijding „Geboorteacte" van IJmuiden, wonderlijke schelpjes en een heksenbezem VLAGGEN LANGS DE BRUG naar het Hoogoven-hoofd kantoor en op alle daken en grote erepoorten met span doeken „25 jaar kunstmest", verlevendigen de aanblik van de terreinen van het industriecomplex te IJmuiden en tonen duidelijk, dat het feest is; feest omdat vijfentwintig jaar ge leden de N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Kooksoven- gassen M.E.K.O.G. de eerste kunstmest produceerde, en gedurende die kwart eeuw is uitgegroeid tot een bedrijf van wereldnaam en tot grote steun voor de Nederlandse land bouw en economie. Voor het hoofdkantoor van MEKOG waren gisteren podia opgesteld en in de ochtenduren, terwijl de werkers van het feestende bedrijf zich reeds voor het gebouw verzamelden, bracht de Lloogovenharmonie een aubade. Langzaam verzamelden zich de gasten allen werkers van het bedrijf, die gemist konden worden en ver tegenwoordigers van de andere fabrieken op de vakken met plaatsen, en, hoewel iedereen bezorgd naar de lucht keek, straalde de zon juist op het ogenblik dat de bazuinen op de transen van de erepoort en de krachtige muziek van de Hoogovenharmonie de aankomst van de directie van Hoogovens, tevens „management" van MEKOG, aankon digden en zij heeft zich sindsdien niet meer laten verjagen. Opgewekt knoopten de aanwezigen de regenjassen weer open, en de vlaggen straalden nog eens zo feestelijk tegen de strakke blauwe lucht, toen hoofdingenieur W. Bakker, bedrijfsleider van de MEKOG, zijn feestrede begon. Na de onthulling: De zaaiende boer wordt door de genodigden bewonderd. De heer Bakker sprak een gelukwens van MEKOG aan de directie uit; onder haar Jeiding is het bedrijf gegroeid, heeft het zijn goede reputatie opgebouwd. Terugblik kend op de geschiedenis van het bedrijf vinden we dio gedenkwaardige datum: 11 September 1029, nu vijf en twintig jaar geleden, toen een klein groepje mensen in de zoutloods het dunne stroompje kunst mest zag vloeien: het eerste product van de nieuwe fabriek. Slechts zij, die erbij aan wezig wa^en merkten dit moment op; in brede kring trok het de aandacht niet, maar het was het begin van een grote ont wikkeling. De geschiedenis van MEKOG gaat eigenlijk nog verder terug, namelijx tot de gedachtenwisseling tussen de toen malige directeur van de B.P.M., ir. J. B. Aug. Kessler (broer van ir. A. G. Kessler, destijds directeur van Hoogovens) en ir. A. H. Ingen Housz, thans president-direc teur van het bedrijven-complex. Zo werd, in samenwerking tussen B.P.M. en Hoog ovens op 11 December 1928 de MEKOG. opgericht, cn na hard werken en stevig doorzetten was het reeds op 14 September 1929 mogelijk, dat die kleine groep mensen de eerste kunstmest Uit de fabriek zag ko men. De latere jaren hebben zowel voor als tegenspoed gebracht. Nauwelijks was de fabriek, en goed, gestart of de crisis van de dertiger jaren gooide zoveel roet in het eten, dat het er even op ging lijken of het hele bedrijf zou moeten worden stopgezet. En wederom was het de heer Kessler, die het initiatief nam tot regeling van de des tijds chaotische toestand op de stikstof- markt. Het tot stand komen van deze regé- ling redde MEKOG het leven. Niettemin moest er een uiterste zuinig heid worden betracht en pas tegen 1935 was men weer zover, dat men aan nieuwe plannen kon gaan denken. Geen hamer meer Een vergroting van de bedivjven was het plan, maar wéér was er oen invloed van buiten, die stoorde: de oorlog brak uit. De heer Bakker wilde niet te veel woorden aan die ernstige tijd wijden op een feestdag ais deze, maar hij vertelde hoe bij de bevrij ding bleek, dat het bedrijf vrijwel een ruïne was, geen hamer was er bij wijze van spre ken meer te vinden. Zo duurde het tot Februari 1946 voor het bedrijf weer kon draaien, maar sindsdien ging het ook snel opwaarts: op 3 Mei 1950 werden de nieuwe fabrieken door de minis ter van Landbouw geopend en MEKOG kon antwoorden op de sterk gestegen vraag naar stikstofmeststoffen over de ge hele wereld. Onder leiding van ir. P. van Delden werd de nieuwe fabriek gebouwd, zijn de grote plannen verwezenlijkt. Hoe juist zij waren blijkt wel uit het feit, dat de nieuwe fabriek steeds op volle capaci teit heeft kunnen werken. Sprekend zijn in dit verband de cijfers: 150 ton dagproductie in 1930 tegen 1000 ton momenteel. I)e totale productie van de ze vyf en twintig jaren bedraagt 2.700.000 ton meststoffen, hetgeen betekent 9.500.000 ton graan, of te wel het totale Nederlandse verbruik gedurende 7 jaren! Geschiedenis van mensen De geschiedenis van MEKOG is niet al leen een geschiedenis van techniek en cij fers, maar vooral ook van mensen. Betere arbeidsvoorwaarden hebben de groei van de fabriek op de voet gevolgd: betere ver lofregelingen, betere pensioenen, betere ziekteverzekeringen. Meer en meer komt men tot inzicht van de noodzaak om tot goedemenselijke verhoudingen in de fa briek te komen en dit streven naar goede harmonie vraagt ieders medewerking. In dit streven is een goede voortgang ge maakt, maar ook hierin ligt een taak voor de toekomst. De heer Bakker herdacht ook de doden, zij die meewerkten, ca deze dag niet meer mee kunnen maken: de heer ir. A. D. Kess ler in de eerste plaats omdat hij zo'n grote rol breit gespeeld in de oprichting van het bedrijf en in wiens nagedachtenis er als blijvende herinnering een driedelig glas- in-lood-raam zal worden aangeboden aoor zijn broer. Ook herdenken wij, zo ver volgde de heer Bakker, hen, die tijdens de- oorlog werden gefusilleerd of die overle den gedurende die afgelopen jaren. Hun taak is afgelopen, maar hun werk blijft. Na een dankwoord tot de gepension- neerden besloot de heer Bakker zijn rede met een optoep tot hechte samenwerking ook in de toekomst. „Het is de MEKOG wel gelukt, vóór vijf en twintig jaar..." dit zijn de eerste woor den van het jubileumlied woorden en melodie van de heer G. Beekman van MEKOG dat subliem door het MEKOG- mannenkoor, voortreffelijk begeleid door de Hoogoven-harmonie onder leiding van diri gent H. Slings, ten gehore werd gebracht. Namens het personeel van MEKOG sprak vervolgens de heer G. Dekker, lid van de kern, die de oprichting van MEKOG in de jaren van '29 een verheugend ver schijnsel noemde. Men had toen kunstmest nodig voor het land en werkgelegenheid voor de arbeiders, en het bedrijf bood bei de. Spreker wierp eveneens een terugblik op de ontwikkeling van het bedrijf, welke hij besloot met een wens voor liet slagen van de toekomstplannen van MEKOG, het geen goed voor het land èn voor de arbei ders zou zijn. De arbeidsverhoudingen zijn bevredigend, en, hoewel er nog wensen overblijven, de gunstige ontwikkeling uit liet verleden gaat nog immer voort. Alle werkers van de MEKOG wensen de raad van bestuur geluk, en als bljjvend be wijs van erkentelijkheid bood hij, namens het personeel, een beeld aan, voorstellende een zaaiende boer, vervaardigd door de kunstenaar Ben Guntenaar. De voorzitter van de raad van bestuur, Ir. A. H. Ingen Housz, verrichtte vervolgens de onthulling. Na liet vallen van het doek schoten zeshonderd duiven uit hun korven, die op een verdekte plaats waren opge steld, over de feestgangers heen om hun hokken in Konnemerland weer op te zoe ken. Vervolgens sprak ir. Ingen Housz een dankwoord op deze dag, die hij een dag vol poëzie noemde, een poëzie, welke door liet beeld wordt verstoffelijkt. Een zaaiende boer is immers bet symbool van een eeuwi ge gedachte gekoppeld aan een eeuwige ar beid. Zaaien is een daad, die positief is en vruchtdragend en daarom is er geen scho ner symbool voor een dag als deze. In zijn rede dankte de heer Ingen Housz allen, die aan deze dag gedacht hebben: de B.P.M. door het zenden van vertegenwooi digers en door het sturen van een bloem stuk, maar ook de heer Holtrop, thans di recteur van do Nederlandsche Bank, die zijn carrière bij het bedrijf is begonnen In eerbied herdenken wij Dolf Kessler, de geestelijke vader van het bedrijf, hij, die „de grote zaaier is geweest in de wereld van het bedrijfsleven". Dank ook aan de heren Bakker en Van Delden, maar vooral aan de onnoembaar velen, die door hun sa menwerking aan de ontwikkeling van het grote geheel hebben bijgedragen. Wij zul len voortbouwen op de goede grondslagen, welke hier in 25 jaar tot leven zijn geko- Het slotwoord werd gesproken door ir. P. van Delden, die zo'n belangrijk aandeel heeft gehad in de ontwikkeling van MEKOG. Hij richtte zich hartelijk tot de „MEKOG-bemanning" en sprak van de ver antwoordelijkheid, die de leiding over een dergeliik bedrijf waarvan uiteindelijk tien duizenden afhangen, met zich brengt en riep daarom op tot het handhaven van het bedrijf, aat „wordt gedragen door toegewij de mensen, die er trots op zijn en die in de toekomst zien. Moge dit nog lang zo zijn!" Met deze opwekkende woorden werd het officiële gedeelte besloten, doch de gehele dag is hc-t feest geweest op MEKOG, en hebben alle afdelingen op hun wijze, en voor zover het bedrijf dit toeliet „25 jaar kunstmest" gevierd met enthousiasme en spontane vreugde! DCOOCOOOCOOOOOOOOCOOCOOCOOOOOOOOCXXXXDOOOCXDOOOOOOCOOOOOCO Het gezamenlijke Hoogoven-personeel, al dan niet bij de zilveren Mekog-festi- viteiten betrokken, heeft kunnen genie- ten van een unieke versiering, die op de j grens van het Mekog-hoofdgebouw en t de Hoofdweg, die dwars door het Hoog oven-terrein heen loopt, was opgetrok- ken. Een met bloemen gesierde poort in de vorm van een kasteelmuur, com pleet met kantelen, van geheel wit lin- nen, gaf de toegang tot het feestterrein I aan, waarop een groot aantal zitplaat- i sen was geplaatst. In de doorgang naar s de fabriekshallen was een podium op- gesteld, dat een zeer rustieke indruk gaf en met het door slingers en bloe men versierde gebouw een werkelijk j groots geheel vormde. Na afloop van de dienst ontving ieder- een een pakket, inhoudende een fijn krentenbrood, wat bonbons, een pakje sigaretten en een paar sigaren, doch het meest werd wel op prijs gesteld het cadeau, dat elke werknemer in de loop J van de dag werd ter hand gesteld in i de vorm van een cellophaan zakje met een nieuw briefje van 25, hetgeen ge heel belasting vrij werd uitgekeerd. Er is in de afdelingen feest gevierd, dat de vonken er af vlogen met muziek, sport en dans: „Mekog" heeft voor een i pracht van een verjaardag gezorgd. 6e<X)OOOOOOÖOOOOOOOOOC»OOCOOCOCOO^ Commissie samengesteld De bisschop van Haarlem der R.K. kerk, mgr. J. P. Huibers, heeft richtlijnen voor de geestelijke ontwikkelingsgebieden in zijn bisdom uitgegeven. Hij zet daarin uiteen, dat de krachtige invloed, die er in de mo derne wereld uitgaat van de voortgaande technische en economische ontwikkeling op het geestelijk leven van het Katholieke be volking om een positief gericht beleid vraagt. Wij weten uit ervaring, zo zegt de bisschop onder andere, dat in het verleden het geloofsleven van grote groepen Katho lieken door de industrialisatie en verstede lijking en de voortgaande technische ont wikkeling grote schade heeft ondervonden. Voor een drietal gebieden, te weten het IJmondgebied, West-Friesland en het ge bied van Rotterdam-Zuid en de Nieuwe Waterweg worden opbouwcommissies op gericht of voorbereid. In de adviescommissie voor de geeste lijke ontwikkelingsgebieden in het bisdom Haarlem zijn benoemd: mgr. H. J. J. van Hussen, voorzitter; prof. G. H. L. Zeegers, secretaris; rector W. A. E. Bokeloh, prof. ir. J. H. Froger, joh. Korting, mgr. mr. F. J. C. M. Op de Coul en mr. G. J. Vermeulen. Opgericht is de „Stichting opbouw Ka tholiek Kennemerland", gevestigd te Be verwijk. Blijkens de statuten tracht zij haar doel te bereiken door haar bemoeienis uit te strekken tot sociaal-economische activi teiten, sociaal-charitatieve activiteiten, on derwijs en opvoeding, vorming buiten schooiverband, vrijetijdsbesteding, volks huisvesting en stedebouw, geestelijke en lichamelijke volksgezondheid en overige terreinen, die door de bisschop van het R.K. bisdom Haarlem dienstig worden geacht. De deken van Beverwijk is bisschoppelijk commissaris. Tot leden van het bestuur der stichting zijn benoemd de heer H. Nielen, Heemskerk, voorzitter; R. Graafsma, Vel- sen, penningmeester; mr. J. F. M. Homulle, Beverwijk, secretaris; C. F. A. Geraets, Be verwijk; C. P. Bossers, Beverwijk; dr. K. Groensmit, Hilversum; G. Hofman, Zaan dam; kapelaan H. Jansen, Beverwijk; J. de Lange, Alkmaar; J. H. M. Rolink, Velsen- Noord; C. J. de Ruyter, Heemskerk; F. J. A. Strijbosch, IJmuiden-Oost; mevrouw E. H. M. Heurkens—-Van Grootel, Velsen-Zuid; De Velsense huisvrouwen hebben voor de komende winter ongetwijfeld nog veel goeds in het vat. De eerste bijeen komst in dit seizoen is er al een voor proefje van geweest en dit proefje smaakt naar meer. De naam Marijke van Ra.ephorst waarborgt een gezellige bijeenkomst, want deze schrijfster ver staat de kunst een schijnbaar dood onderwerp levend te maken. Wie dan ook gistermiddag met de ge dachte naar het Patronaat is gegaan dat de uiteenzetting over een encyclopaedie toch wel te taai zou zijn om aan te horen, heeft deze mening grondig moeten herzien. De dames hebben er, dank zij mevrouw Van Raephorst, de overtuiging opgedaan, dat een encyclopaedie voor vrouwen een zeer waardevol bezit is, waardoor het leven vergemakkelijkt en veraangenaamd kan worden. Want, zo vertelde de spreekster, dit boek biedt de vrouw de helpende hand voor het oplossen van de problemen rond haar. Het meisje en de vrouw met geringe ontwikkeling vindt er even zo goed een leidraad in voor haar handelingen, als de mevrouw WilgenburgKrane, Beverwijk en de heer P. Zijm, Amsterdam. Voorts is opgericht „het bedrijfsaposto laat in het bisdom Haarlem," gevestigd te Haarlem. Blijkens het reglement heeft het bedrijfsapostolaat tot doel de kerstening van het bedrijfsleven en van de bedrijfs- genoten afzonderlijk. Het richt zich tot alle bedrijfsgenoten. Katholieken zowel als niet- Katholieken. Een hoofdaalmoezenier is be last met de algemene leiding van het be drijfsapostolaat, dat wordt uitgeoefend door bedrijfsaalmoezeniers. De hoofdaalmoeze nier zal zich, wat betreft het financiële be heer van het bedrijfsapostolaat in zijn ge heel doen bijstaan door een beheersraad, bestaande uit leken. De bisschop van Haarlem heeft benoemd tot hoofdaalmoezenier C. F. A. Geraets, Be verwijk; tot aalmoezeniers in het district Beverwijk: J. Boekei en C. F. A. Geraets. DE GIDS VAN NEDERLANDSE MUSEA is op de bladzijde, waar Velsen ter sprake komt, sinds Dinsdagmiddag vijf uur verouderd. „Voorlopig opge slagen" heet het daar in dit interessante boekwerk, wanneer over het Velsense „Pieter Vermeulenmuseum" wordt geschreven. Thans bestaat dit streekmuseum. In de namiddag van Dinsdag is het door de heer F. P. Vermeulen, oud- wethouder van Velsen in een van de zalen van het Cultureel Gebouw geopend in het bijzijn van vele autoriteiten, vooral op het gebied van het onderwijs. De omvangrijke collectie natuurhistorische objecten, scheepsmodellen en curiosa, die de heer F. P. Vermeulen, in 1951 aan de gemeente Velsen schonk, teneinde hiermee een schoolmuseum in te richten, is voor een deel met andere beziens waardigheden ondergebracht in tal van vitrines en enige kasten in zaal vijf van het Cultureel Gebouw. Het is nog een bescheiden museum, maar het vormt een gezond en fleurig begin van wat eens een algemeen streekmuseum moet worden in een nieuw te bouwen vleugel van het gebouw. Die ene zaal, waarin thans het museum is ondergebracht, vormt een uitermate bekoorlijk geheel, een resultaat, dat een ieder ongetwijfeld tot hoge verwachtingen bij toekomstige uitbreidingen zal stemmen. Velsens burgemeester, mr. M. M. Kwint, heeft in de Van Rijswijkzaal allereerst in de hoedanigheid van voorzitter van de Pieter Vermeulen Stichting het gemeente bestuur en vele autoriteiten kunnen wel kom heten. Hij bracht dank aan de ge meente, die de stichting ruim van geld voorzag. Het was een hamerstuk, herin nerde hij zich. Zich tot de heer F. P. Ver meulen richtende, zei de heer Kwint: „U, heer Vermeulen, ereburger van Velsen en gewezen nestor van de raad, gans Velsen is u erkentelijk voor de schone geste, die u deed. Van jongs af aan hebt u verzameld wat de zee gaf. Er is een omvangrijke col lectie uit gegroeid. Toen u de jaren der sterken overschreed, is bij u het plan ge rezen de verzameling ais geheel te behou den." De heer Vermeulen heeft toen twee voorwaarden gesteld. Het museum moest in de gemeente Velsen ten dienste komen van de jeugd en men moest het de naam van zijn vader, Pieter Vermeulen geven. Zo is geschied. En wie dient men dan nog te vertellen wie de man Pieter Vermeulen voor IJmuiden is geweest? Toen het Noord zeekanaal werd gegraven was daar een jonge schoolmeester in dit woeste en lege gebied. Hij werd voor het groeiend IJmui den de grondvester op het gebied van de cultuur, van de godsdienst, en van het on derwijs. Zijn naam was Pieter Ver meulen en in zijn voetsporen ging zijn zoon, F. P. Vermeulen voort. Het verheug de de heer Kwint ten zeerste thans de heer Vermeulen in hoge ouderdom nog aanwe zig te zien. Daarna richtte de heer Kwint zich tot de conservator van het Velsense school museum, d r. H. W. D o o r n i n k, leraar in de biologie aan het stedelijk gymna sium. De heer Vermeulen heeft verzameld in al die jaren, maar aan het wetenschap pelijk rangschikken van al zijn bezittin gen was hij nimmer toegekomen. De heer Doornink heeft die taak op zich genomen, terzijde gestaan door enige specialisten en zijn vrouw. De heer Kwint overhandigde mevrouw Doornink een bouquet bloemen. Belangstelling voor het schone Het was vervolgens de taak van de heer Doornink om het honderdtal genodigden een populair wetenschappelijke uiteenzet ting over het streekmuseum te geven. De opzet was een begin voor een algemeen Velsens streekmuseum met door de aard van de schenking van de heer Ver meulen een marien biologische inslag. Op het aesthetisch element heeft de heer Doornink de nadruk willen leggen. Een museum gewijde plaats der Muzen dat de naam museum verdient, voedt op tot het genieten van het gebodene en het doel van een interessant museum is nu eenmaal om belangstelling te wekken voor het schone. Vermeerdering van kennis komt bij het museumtype van Velsen op de tweede plaats. Gespecialiseerde musea van hoger plan kennen naast het wekken van die belangstelling onmiddellijk de vermeerdering van kennis. „Een museum is goed, als men zich er voelt als in een gezellig thuis", heeft de heer Doornink gezegd, „als men zich er ontspant." In het Velsense streekmuseum kan men zich van rustpunt tot rustpunt be wegen en daarmee hoopt de heer Doornink de bezoeker het bereiken van het ware museumgenot te hebben vergemakkelijkt. „Met fijne teugjes en critische smaak moet u het proeven", zei hij. Daarna schetste hij de richtlijnen bij het ontwerpen, het in richten en het opstellen van het meubilair in de zaal. l)e aanleiding Kern van deze samenkomst was de toe spraak van de heer F. P. Vermeulen. „U zult van mij wel willen aannemen", aldus de heer Vermeulen, „dat ik me een zeer bevoorrecht mens gevoel hier in het volle genot van een goede gezondheid deelge noot te zijn van de ingebruikname van het schoolmuseum. Een museum, waarvan ver wacht moge worden dat het breed zal uit groeien ten dienste van Velsens jeugd en die uit andere plaatsen." Uiteraard was dit moment voor de heer Vermeulen een mooie gelegenheid om in te gaan op het ontstaan van het museum. „Ik heb het voorrecht gehad te zijn de zoon van mijn vader," begon hij. „Alle cul turele arbeid kwam in de beginjaren van IJmuiden van mijn vader. Met hem trok ik vaak het duin in om te botaniseren. De eerste flora was een genot en meteen aan leiding om te gaan verzamelen. Er ont stonden verschillende verzamelingen, waaronder een van eieren. In de loop der jaren is er echter ve^l van in de war en tenslotte weg geraakt". Achtenveertig jaar geleden kreeg de heer F. P. Vermeulen de leiding van een expe ditie met een IJmuidense trawler naar de Westkust van Afrika. Toen gebeurden er dingen, die hem deden besluiten zich weer met het verzamelen te bemoeien. De direc teur van het Zoölogisch museum te Am- sterdag kreeg lucht van de reis en de heer Vermeulen kreeg al gauw iets te horen: „In het museum hebben we heel weinig uit dat gebied. Leg een verzameling aan en neem die mee naar Holland." De heer Vermeulen is er op ingegaan. Er kwamen kisten en flessen aan boord afkomstig van een vorige expeditie om de vondsten in een zodanige vorm te bewaren, dat in Neder land met onderzoekingen kon worden be gonnen. Zijn vader verzocht hem toen ook voor de school verschillende vondsten mee te nemen en tenslotte stond het bij F. P. Vermeulen ook vast: voor zich zelf zou hij ook weer aan het verzamelen slaan. Enige tijd daarna is hij terug gekomen van de Westkust van Afrika. Met honderdvijfentwintig soorten vissen, waarvan er zeven niet wetenschappelijk bekend stonden. Een van die zeven heet thans „De tong van Vermeulen". Tenslotte heeft de heer Vermeulen al zijn vondsten afgestaan aan het Zoölogisch museum. Dertig jaar na die reis naar Afrika's Westkust was alles nog niet gedetermi neerd. Dank aan vissets Zo is de heer Vermeulen in aanraking gekomen met het Zoölogisch Museum en het Aquarium van Artis. Toen hij tot se cretaris van de IJmuidense redersvereni- gihg werd benoemd, werd hij op verzoek tussenpersoon voor alle bijzondere vond sten van de IJmuidense vissers op de Noordzee. In dit verband bracht de heer Vermeulen thans dank aan de vissers: zij waren het, die de rariteiten uit de Noord zee bovenhaalden en meebrachten. Die vissers leerden daarmee dingen, waar ze anders geen oog voor hadden en zij hebben er blijdschap van genoten. De dubbele exemplaren, die bij het Zoölogisch museum vrouw aan wie de hoogste eisen van alge mene ontwikkeling worden gesteld. In een uitgebreid compendium worden de meest ingewikkeld lijkende zaken duidelijk uit eengezet. Op het gebied van kookkunst is er heel wat nieuws uit op te diepen. Proef ondervindelijk is bijvoorbeeld bewezen dat een schotel heilbot met ananas een delica tesse is, zo beweerde spreekster. Men kan door het bestuderen van het juiste gegeven inzicht krijgen in omgangs vormen, die de laatste tijd in de practijk zo vaak aan hoffelijkheid hebben ingeboet. Een relaas over vrije-tijdsbesteding voor grotere kinderen is ook in dit boek te vin den. Menige man, zei spreekster, zal zeggen dat de hedendaagse vrouw zo geëmanci peerd is en zo in alles gelijk is aan de man, dat het overbodig wordt geacht haar een dergelijk boek in de hand te geven. Mevrouw Van Raephorst deelt deze mening niet. De vrouw is wel gelijkwaar dig, maar niet gelijk aan de man. Verschil in aanleg en vermogen is oorzaak dat de vrouw als het ware een dubbel leven leidt. Zij moet evengoed de vriend en compagnon van haar man zijn als zijn echtgenote. En het belangrijke van deze encyclopaedie acht zij de ideële achtergrond, waardoor de eigenwaarde van de vrouw wordt verhoogd en een harmonische samenwerking met de man wordt bevorderd. Het is, zo zei zij, van enorm belang onder welke invloed een kind opgroeit. Bijna van even groot belang is de invloed van be paalde boeken op de mens en zeker waar het een gebruiksboek betreft zoals deze en cyclopaedie, die bijdraagt aan de vorming van de vrouw. Na de pauze heeft spreekster aan de hand van eigen geschreven verhalen verteld over de sfeer van een weeshuis en de pro blemen die met een dergelijke opvoeding samenhangen. Het Amsterdamse politierapport ver meldt een aanrijding die Maandag is geschied op die Geldersekade tussen een tramtrein van lijn 11 en een personenauto, bestuurd door de opera-zanger Baylé. Deze, alsmede zijn echtgenote en twee andere inzittenden, de regisseur dr. Walter Poll en de Duitse chirurg Klinger, liepen lichte verwondingen op. Zij zijn door de Genees kundige Dienst via het Binnengasthuis naar hun woning gebracht. De heer Baylé kreeg een lichte shock. De auto werd zwaar beschadigd. terecht kwamen, gingen retour IJmuiden en zodoende begon de verzameling van de heer Vermeulen weer te groeien. Steeds meer mensen kwamen naar hem toe met mooie dingen, want zij wisten: „Hij be waart het en als het even kan komt er een museum van". Nu is dat museum er. Het natuurhistorisch deel is er tenminste het begin van. „Daar moet het echter niet bij blijven", ging de heer Vermeulen verder. „Er moet meer komen. We moeten de jeugd niet al leen de natuur leren, maar ook al die din gen, waarin we leven. Het bedrijf moet er in, zoals de Hoogovens en de visserij. De jeugd moet de omgeving zien, waarin zij werk heeft gevonden of zal vinden en waarin zij leeft". „Ik hoop", zei de heer Vermeulen tot besluit, „dat het voor velen zal zijn een blik in de natuur en een blik naar Hem, die het heeft geschapen en on derhouden. Er zou slechts één spreuk bo ven de deur van het museum passen: „Heer, hoe groot zijn Uw werken, Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt." Hiermee verklaar de hij het „Pieter Vermeulenmuseum" voor geopend. AL IS DE RUIMTE DAN BEPERKT, toch kunt ge heerlijk dwalen in die ene zaal van het Cultureel Gebouw, waarin dan thans het „Pieter Vermeulenmuseum" is ondergebracht. Het is een schatkamer vol mooie en soms heel bijzondere dingen geworden, met liefde verzameld door de heer Vermeulen en met veel zorg weten schappelijk gerangschikt door de conservator van het Velsense school- en in de toekomst streekmuseum, dr. H. W. Doornink, leraar aan het gymnasium „Felisenum". Na vele omzwervingen vond het museum hier zijn tehuis en het stugge en harde werken van dr. Doornink heeft er een gezellig tehuis van gemaakt. Het is ook een museum voor iedereen geworden. De toelichting bij elk voorwerp is populair ge houden, maar voor de bezoeker, die er nu eens meer van wil weten, ligt er een uitvoeriger behandeling naast. Met schijnbare achteloosheid heeft alles in dit ene lokaal een plaats gekregen. Elk onderdeel is er echter met opzet neergezet en zo geprojecteerd, dat men bij binnenkomst of rondgang niet wordt overvallen. Direct bij binnenkomst heeft dr. Doornink al voor aardige blikvangers gezorgd, een aan trekkelijke kleur, een interessant voorwerp of dat aardige hoekje met het schip. Toch bleef de eenheid in kasten en vitrines bewaard. Men zal er aangenaam kunnen verwijlen in dit „Pieter Vermeulen-museum". Acht vitrines, twee kasten en enige tafels dra gen de speciaal met TL-buizen verlichte verzamelingen. Langs de wanden vonden tal van platen een plaatsje en op de kast wiekt een enorme albatros u tegemoet. De conservator heeft er tegen gewaakt, dat het een rariteitenkabinet zou worden. Het zou de eerbied en bewondering slechts hebben verkleind en een averechtse uit werking hebben gehad. Men kan er nu genieten van heel veel schoons, want het is een belangwekkend museum geworden. Wat komt ge er nu allemaal tegen. Welnu, ge dwaalt met dr. Doornink mee, van de ene naar de andere vitrine. En ge hoort hem vertellen en ge leest. De groot ste vitrine bevat een verzameling schelpen met de groepen mossels en oesters, slak ken, inktvissen en keverslakken. Foto, voorbeelden en teksten verduidelijken het tentoongestelde. Tegen de wand zijn de zeven wereldwonderen geprikt; „waar ze lagen en hoe men zich die voorstelde" staat er bij geschreven. Twee kasten in het mid den geven u bijzonderheden op biologisch en niet biologisch terrein te zien. De kas ten hebben een gevarieerde inhoud gekre gen. Er is een neolitische vuistbijl van de Hilversumse heide te zien, er ligt een wes pennest gevonden in een pas verbouwd huis te Driehuis er is een reproductie van een etsje van Rembrandt, waarop een schelp staat afgebeeld. Het origineel van die schelp ligt er bij om precies te zijn de Conus Marmoreus. Er zijn ook tal van schenkingen, onder andere van de familie Schols en de arts Mac Daniel te Driehuis. Ontstaan van IJmuiden De gemeente Velsen heeft enige kaar ten u hei imi-euni in bruikleen afge staan en daarbij ook de „geboorteacte" van IJmuiden met de handtekening van Koning Willem III er op. Een van de vi trines heeft daarbij ook een plaatselijk cachet. Er wordt een overzicht in gege ven van wat op het IJmuidense strand te vinden is: het nonnetje naast de kokkel, de wervel van een bruinvis en brokjes zeeschuim. Schelpjes, waarmee vroeger in Afrika de slavenhandel werd bedreven en die thans nog bruikbaar zijn als betaalmiddel op N;euw Guinea zijn er in alle rust te bewonderen. Een vitrine vol schaaldieren toont onder andere de eendenmossel en een bijbehorend plaatje, waarop getekend is hoe die eendenmossel aan de boom groeide en hoe men dacht, dat er jonge eenden uit ontstonden. Elke vitrine heeft een ander karakter gekregen en zodoende is een blik in de levensgeschiedenis van de oester opnieuw een verkwikking. En wanneer ge even opkijkt kunt ge aan de muur het leven van Livingstone uitgebeeld zien, de kle derdracht in Sardinië en tal van reproduc ties van Griekse vazen. Aan de andere wand hebben reproducties van beroemde schilderijen een plaatsje gekregen en zijn daarboven als decoratie een walvisrib en de huid van een krokodil opgehangen. We zouden kunnen doorgaan. Over de vitrine „De schoonheid van de natuur" met zijn wonderlijke kleurenpracht, over de heksenbezem gevonden in Driehuis en over al die andere tafereeltjes, die telkens verrassend aandoen. Ge moet het eens gaan zien op een middag. Binnenkort hoopt het bestuur van de „Pieter Vermeu- lenstichting" mee te delen wanneer het museum geopend is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 9