Op de Giekelse heide begon tien jaar ieleden de slaö om Arnhem Regering wijst toepassing van behoefte-element af „Notariswetje" met verrassend grote meerderheid aanvaard Relaas van de heldenstrijd met zware verliezen van de Eerste Britse Luchtlandingsdivisie en Hulde aan de Red Barets Ultimatum aan Carré Eerste Kamer Soepelheid bij de credietverlening DONDERDAG 16 SEPTEMBER 1954 3 Sssssftf Uiterlijk eind September CAO-accoord geëist De radiomusicus M. Kistemaker verongelukt Middenstands nota geen toverboek Zondag 17 September 1944 was een zomerse dag. Wijd koe- pelde een diepblauwe hemel zich over het land. Terwijl de mensen in het bezette Nederland uit de kerk kwamen, klonk het gedreun van vliegtuigmotoren. Het geluid werd sterker en sterker, het zwol aan tot het gedaver van honderden en honderden machines, die in een onafgebroken stroom Oost waarts vlogen: bommenwerpers en jagers, transporttoestellen en zweefvliegtuigen. En bij Arnhem openden zich duizenden parachutes en kwamen de mannen van de Eerste Britse Luchtlandingsdivisie neer, een divisie die onder commando stond van Engelands jongste generaal, Robert E. Urquhart. Op de Ginkelse heide bij Ede en op de velden en akkers rondom Wolfheze en Heelsum streken de zweefvliegtuigen met wapens en munitie neer. De slag om Arnhem was begonnen. Na de landing in Normandië waren de geallieerde invasielegers naar het Noorden opgerukt. Op 25 Augustus bevrijdden zij Parijs, tien dagen daarna was de vijand uit de Belgische hoofdstad verdreven. Op 4 September viel Antwerpen in Engelse handen. De opmars naar deze stad ging zo snel dat de Duitsers geen gelegenheid meer hadden de havenwerken te ver nielen. Maar daarna kwamen Eisenhowers troe pen voor hindernissen, die niet alleen de opmars belemmerden, maar ook dui zenden mensenlevens zouden kosten bij het forceren van een doorbraak. Langs de grens van Frankrijk en België met Duits land strekte zich een dubbele rij vestings gordels uit, de Siegfried- en de Maginot- linie. De Duitse bezetting hiervan was hoewel niet zo goed uitgerust in om vang vrijwel gelijk aan de gealliëerde legers. Toen ontwierp maarschalk Montgomery het plan de beide Duitse linies rechts te te laten liggen en op te rukken over de grote rivieren. Luchtlandingstroepen zou den te voren strategische punten moeten bezetten. De gealliëerde legers konden dan van Nederland uit Duitsland binnen- rukk op een plaats, waar geen Siegfried- linie was. Als men slaagde lag de weg door de Duitse laagvlakte open en Hitiers grote wapensmidse en industriecentrum, het Ruhrgebied, binnen het bereik. Het was een gedurfd plan, maar zeker niet onverantwoord. Feitelijk berustte het op dezelfde principes als de Duitse op mars in Mei 1940, toen de legers achter de Maginotlinie om door Nederland en België Frankrijk binnenvielen, nadat val schermjagers vooraf strategisch belang rijke punten hadden bezet. Was het plan van Montgomery gelukt, dan zou de tweede wereldoorlog vermoe delijk aanzienlijk minder mensenlevens hebben gekost. Voor ons land zou de be vrijding in September of October 1944 ge komen zijn, zodat de vreselijke honger winter ons bespaard zou zijn gebleven. De plannen werden verder uitgewerkt. De geallieerden zouden in drie richtingen Nederland binnenrukken: aan de kust van de Noordzee in de richting van Zeeland, waarbij tegelijkertijd de toevoerwegen naar de haven van Antwerpen van vijan delijke troepen konden worden gezuiverd; de Oostelijke legergroep zou een aanval op Limburg uitvoeren. Het hoofddoel ech ter was een bliksemsnelle frontale aanval van België uit, voorafgegaan door een landing van Amerikaanse parachutisten bij Eindhoven en Nijmegen en Engelsen en Polen bij Arnhem. De voornaamste op dracht van deze luchtlandingstroepen was de bruggen over de rivieren en andere be langrijke verkeerspunten te bezetten en voor vernieling te vrijwaren. Als datum voor deze actie werd 17 September vast gesteld. „Met sneltreinvaart door Nederland" Kort na de luchtlanding reed een oor logscorrespondent in zijn jeep van het front in Nederland naar de studio van de Belgische omroep in Brussel. Alle uit zendingen werden onderbroken om het woord te geven aan Frank Gillard, ver slaggever van de B.B.C., met een extra rapport uit Nederland. „Luisteraars, het gaat goed in Nederland. Het Tweede Leger heeft snel contact gemaakt met de bij Eindhoven gelande parachutisten, die overal de bruggen en de wegkruisingen bezet hadden. De hoofdmacht ging om de stad heen en trekt nu met sneltrein vaart verder door" Holland. In vijf uur rukten we dertig mijl op. We staan nu aan de Waal op drie mijl van Nijmegen en zijn nog slechts zeven mijl van Duits land". Inderdaad, het ging goed in Nederland. Eén dag later rukten generaal Dempsey's troepen Nijmegen binnen. Velen waren in deze stad reeds op de hoogte van de plan nen omdat een Nederlandse officier, inge deeld bij de Amerikanen, even het tele foonnummer van een kennis had gedraaid om hem voor te bereiden. De brug over de Waal bleef gespaard. Weldra ratelden de rupsbanden van zware Engelse tanks door de Betuwe in de rich ting van Arnhem. Diezelfde Zondagmiddag waren andere vliegtuigen doorgevlogen naar de om geving van Arnhem. Voor de aanval op deze stad waren 10.000 man bestemd, allen behorend tot de Eerste Britse Luchtlan dingsdivisie. Zondag zouden 5000 man neerkomen, de anderen Maandag. Later in de week zouden nog versterkingen van de Poolse paratroopers worden neergelaten. Men had berekend dat het Tweede Leger ongeveer 48 uur nodig zou hebben om Arnhem te bereiken en de parachutisten te ontzetten. Toch was rekening gehouden met de mogelijkheid van vertraging. Daar om waren generaal Urquhart's troepen zó uitgerust, dat zij vier dagen zonder hulp van de grondtroepen in het bezette gebied konden blijven. De eerste landing verliep even vlot als een oefening ergens in Engeland. Slechts een enkel schot werd gelost. Van de 2000 man bij Heelsum vonden er twee bij de landing de dood: één brak zijn nek toen hij de grond raakte, de ander kwam om door het vroegtijdig ontploffen van een kist munitie. De Duitsers waren volkomen verrast. Veldmaarschalk Model, die zijn hoofdkwartier had in hotel „De Tafel berg" in Oosterbeek, en zijn staf in hötel „Hartenstein" lieten hun kwartieren hals over kop in de steek. Daar het concentreren van de op ver uiteenliggende plaatsen neergekomen man schappen enkele uren kostte, besloot gene raal Urquhart met de hoofdmacht de nacht in Oosterbeek door te brengen. Slechts een bataljon van 350 man onder leiding van luitenant-kolonel Frost wist bij verrassing door Oosterbeek-Laag Arn hem binnen te dringen en de brug over de Rijn te bereiken. Pogingen om deze brug te bezetten mislukten. De kolonel besloot daarom de huizen in de omgeving van de oprit bezet te houden tot de vol gende dag, wanneer de troepen uit Ooster beek en de versterkingen, die 's Maandags zouden landen, in Arnhem arriveerden. Enkelen tegen velen... Maar de volgende dag kwamen de te genslagen al. Generaal Urquhart kreeg een radiobericht, dat de tweede groep van 5000 man tengevolge van zware mist bo ven Engeland die Maandagmorgen niet kon vertrekken. Pas in de late namiddag kwamen zij aan. De Duitsers hadden ech ter bij de papieren van een gesneuvelde Engelse officier een schema van deze lan ding gevonden. De landingsterreinen wa ren dan ook omsingeld door de Duitse troe pen en vele transportvliegtuigen, zweef toestellen en parachutisten werden reeds in de lucht slachtoffer van het vijandelijk geschut. Toch waagden generaal Urquhart en zijn man nen een poging naar de Rijnbrug op te rukken. Zij slaagden erin door te dringen tot aan de rand van Arnhem. Deze tocht werd generaal Urquhart bijna noodlottig: in de omgeving van het Elisabeths Gasthuis was hij plotseling om singeld door Duitse soldaten. Door zich in een kelder te verbergen wist hij te ontkomen. Twee etmalen moest hij zich schuilhouden tot een zeventigjarige Arnhemse dame hem door de achtertuintjes hielp ontsnappen. Dwars door de Duitse linies kwam hij terug op zijn hoofd kwartier in hotel „Hartenstein". Ook het weer sloeg om. Mist verhinderde de vliegtuigen in Engeland op te stijgen. Ook werden door de regenval de smalle landwegen van de Betuwe onbegaanbaar voor de Britse tanks, die van Nijmegen naar Arnhem oprukten. De Duitsers hadden zich na de eerste verrassing snel hersteld. In allerijl werden versterkingen aangevoerd. De 9de Hohen- staufen-tankdivisie en de 10de Frunds- berg-tankdivisie beide uit Frankrijk teruggekeerd en bestaande uit jonge, fa natieke SS'ers werden naar Gelderland gedirigeerd. De eerste werd gelegerd in de Betuwe tussen Arnhem en Eist om het Tweede Leger te keren, de andere betrok stellingen bij de „Kema" tussen Arnhem en Oosterbeek. Tegenover deze SS-troepen, versterkt door twee infanteriedivisies, drie artille rieregimenten, twee mortierbataljons, alle uitgerust met zware wapenen, vlammen werpers en „Tijger"-tanks, stond het handjevol mannen van de luchtlandings troepen. Zij hadden vrijwel geen zware wapenen, hun voedselvoorraad vermin derde snel, dagenlang hadden zij geen mi- 4p Parachute-Brigade ||§||.LuchHan- ^'dingen leLuchHandingsbr. °°2LRB^lUt Brig leLuchlt AR\HE »J(nWdSSSSf-' rDnefgfe. R\\P luchU. trop- - -erden Poolse oarschul. penwen rprui iggevoend Poolse parachutisten Luchtlandingen iS Duitse aanvallen nuut geslapen en steeds werden zij terug gedrongen. Na enkele dagen waren de Britten sa mengeperst op een terrein van negen bij vijf mijl, dat van alle zijden zonder on derbreking werd bestookt door de Duitse artillerie. Zij vochten op het kerkhof van Oosterbeek, zij vochten in de huizen, die vaak aan vriend en vijand tegelijk onder dak boden. Slechts een zesde deel van het normale voedselrantsoen was per dag be schikbaar. Hun afweer tegen de tanks bestond tenslotte uit pistolen, waarmee zij door de kijkgaten trachtten te schieten. Zo werden de valschermtroepen terugge drongen, straat na straat, huis na huis, boom na boom. Hun aantal werd steeds kleiner. Toen werd er weer een telegram uit het hoofdkwartier van generaal Urquhart naar Londen geseind. Het bevatte slechts enkele korte zinnen: „Sedert 24 uur niets vernomen van onze troepen in Arnhem. Overschot van onze divisie op zeer klein gebied samengedrongen. Staan onder zwaar vuur van mortieren en machine geweren. Verliezen zijn groot. Voedselrant soen tot uiterste minimum beperkt. Binnen 24 uur hulp dringend noodzakelijk". Toen dit bericht in Londen werd ont vangen, waren van de 350 mannen van het commando-Frost in de huizen bij de Rijnbrug nog 70 soldaten over. Zij hielden stand en wachtten op versterking. De manschappen van de vrije Poolse luchtlandingstroepen, de „First Polish Independent Para Brigade", waren uit alle delen van de wereld naar Engeland ge komen om van daar uit hun bijdrage te leveren aan de bevrijding van hun land. Toen deze Poolse paratroopers onder commando van generaal Sosabowski op stegen en Oostwaarts koersten, was het einddoel echter niet Warschau. Op 21 Sep tember, 's middags om 5 uur, openden hun valschermen zich boven de boorri- gaarden van de Betuwe bij Driel en 1800 soldaten, 40 officieren en drie legeraal- aalmoezeniers verzamelden zich achter de hoge Rijndijk. Achter hen steeg de rook van de branden in Arnhem en Nijmegen naar de grauwe regenlucht. Rechts van hen dreunde het geschut bij Oosterbeek en Doorwerth. De Duitse commandant nam onmiddel lijk maatregelen. Sluipschutters van de SS werden in de bomen aan de rivieroever verborgen. Artillerie-officieren onder het struikgewas van de hoge Veluwezoom gaven hetgeen zij door hun kijkers bij Driel waarnamen, telefonisch door aan de bij Heelsum opgestelde kanonnen, die dit dorpje onder vuur namen. Het bleek dat het zware materiaal van de Polen achter de Duitse linies was neer gekomen door het slechte zicht. Bovendien hadden de Duitsers de plannen voor een nieuwe Poolse landing onderschept. Zij 000c000000cx3000000c000c>c0000<^300000c0000000000000000c00 e l De BCC, de Engelse radio-omroep, heeft gisteravond hulde gebracht aan de 8 Britse First Airborne Division, de man- nen met de rode baret, die onder com- g I mando van generaal Urquhart op Zon- 8 dag 17 September 1944 bij Arnhem wer- den neergelaten. Het radio-programma g - was samengesteld uit opnamen die tien 8 jaar geleden ook waren uitgezonden. 6 Men hoorde weer de reportages over de g tocht van de Dakota's en de zweefvlieg- 8 tuigen uit Engeland naar Nederland, en over de landingen bij Arnhem. Men 8 hoorde uit de stemmen der Red Barets g de diepe teleurstelling wanneer bleek jij dat voorraden juist binnen het bereik 8 van de Duitsers waren neergekomen, g men kon luisteren naar het relaas van inwoners uit plaatsen in de omgeving van Arnhem en tenslotte naar het on- opgesmukte ooggetuige-verslag van een der parachutisten die met vele anderen, 8 nadat het bevel tot de terugtocht was gegeven, in een stikdonkere avond in g stromende regen erin slaagde de Rijn te 8 bereiken. De beeldhouwer John Edward Svenson uit Ontario legt de laatste hand aan dit enor me beeld van de „Ranchero" Het beeld zal in Los Angelos worden onthuld. Het is gemaakt uit een blok hout van niet min der dan 35.000 pond, afkomstig van een 3000 jaar oude redwood-boom. De kunste naar werkte er negen maanden aan. De algemene bedrijfsbond van kunste naars en werknemers in de film-, theater- en amusementsbedrijven, aangesloten bij het N.V.V., heeft aan de directie van de N.V. Carré in Amsterdam een ultimatum gesteld. De bond wenst de totstandkoming van een collectieve arbeidsovereenkomst voor het bij Carré werkende personeel. De directie leek aanvankelijk niet ongenegen, hieraan mee te werken, doch wees tenslotte het verzoek van de bond af. De algemene bedrijfsbond eist nu dat er uiterlijk eind September overeenstemming over een CAO is. Doordat hij met zijn scooter slipte is de 52-jarige raddomusicus M. Kistemaker Woensdag te Hilversum door een met ste nen beladen vrachtauto overreden. Enkele uren later is hij irn een ziekenhuis over leden. De heer Kistemaker was oud-violist van het Metropole-orkest. Sinds de reorgani satie in 1951 had hij als hoofdbestuurder en bondsvoorzitter de leiding van de Ne derlandse Toonkunstenaars-bond. Zijn plot seling heengaan wekte ontsteltenis in de studio's, waar Woensdag-avond de orkest repetities onmiddellijk werden beëindigd iv. Bovenstaande foto laat zien hoe het nieuwe Rode-Kruisziekenhuis in Den Haag er uit gaat zien. Het nieuwe ziekenhui- zal in de plaats komen van het in 1943 op last van de bezetters afgebroken Rode-Kruisziekenhuis aan de Segbroeklaan. Voorde financiering van de bouw en de eerste' inrichting zal ongeveer een bedrag van f 10.230.000 nodig zijn. Men denkt het kapitaal, dat men uit eigen middelen niet requireren kan, can te trekken met hulp van de gemeente Den Haag. C<XXXX)OOCOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOCOOOOCOC>OOOCOO markeerden een landingsterrein binnen hun gebied volgens de in Engeland ge geven instructies. Alle manschappen en al het materiaal vielen in hun handen. In de avond van dezelfde dag trachtten de bij Driel gelande Polen de rivier over te steken. Onophoudelijk dreunden de explosies der Duitse granaten tussen de vaartuigen die onder vuur werden ge nomen door de Duitse mitrailleurschutters. Boot na boot verdween in de donkere golven van de Rijn. Slechts 350 Polen slaagden erin de overkant te bereiken. Evenzoo. verging het de twee regimenten van het Tweede Leger, die met zware verliezen wisten door te stoten tot de Rijn, enkele kilometers ten Westen van Arnhem. Aftocht der enkelingen „Met slechts steun uit de lucht zullen uw mannen gedurende vier dagen in vij andelijk gebied kunnen blijven", aldus luide de legerorder, die de luchtlandings troepen hadden ontvangen vóór het begin van de strijd. Zonder noemenswaardige steun uit de lucht en met een veel ster kere tegenstand dan werd verwacht, hiel den generaal Urquhart en zijn mannen het negen dagen en -negen nachten uit. Op 25 September werd wat er restte van de Eerste Britse Luchtlandings divisie en de Eerste Poolse Parachu- tistenbrigade verzameld in de Neder lands Hervormde kerk van Ooster beek-Laag. Zwijgend lazen de man schappen de legerorder op de deur van de consistoriekamer: „Hier kunnen jullie twee uur rust nemen. Probeer in die tijd te eten van wat je over hebt. Was je en houdt je gereed om een nieuwe positie in te nemen. In die stelling zullen we moeten staan of vallen en vechten tot de laat ste man". Enkele uren daarna kwam het bevel om terug te trekken op de Zuidelijke oever van de Rijn. Op 5 km ten Westen van Arn hem vond de overtocht plaats. De troepen konden geen weerstand meer bieden en een Duitse aanva' zou hen zeker ver nietigen. Om tien uur waren de mannen uit hun loopgraven geklommen onder een hels bombardement. De gealliëerde artillerie schoot van de Betuwe uit om de aftocht te dekken. Hun schoenen waren omwik keld met dekens om gerucht tegen te gaan. De regen viel in stromen neer. Ieder hield de jas van zijn voorman vast zonder hem te zien. Soms ratelde een mitrailleur of barstte een mortiergranaat in de nabij heid. Dan viel een man uit de achter el kaar lopende soldaten. Geruisloos werd hij terzijde geschoven. Een ander nam zwijgend zijn plaats in. Bij iedere bocht in de vluchtroute stond de piloot van een zweefvliegtuig, die hun stil de weg wees en daarna weer in het duister terugtrad. Zo bereikten ze de rivier. In het helle licht van het mondingsvuur der kanonnen, ontploffende granaten en vlammenwerpers zagen ze de kleine bootjes, waarmee Ca nadezen van het Tweede Leger af- en aan voeren. Urenlang lagen ze aan de oever, plat in de modder, tot het hun beurt was om over te steken. Dan waadden ze tot hun middel in het water naar de boten. Tegen de morgenschemering verdwaalde een bataljon en viel in handen der Duit sers. Deze doorzagen de gealliëerde plan nen en onmiddellijk werd het vuur ver legd naar de weerloze mannen op het bruggehoofd aan de Rijnoever en de on bewapende bootjes op de rivier. De mannen die de andere oever wisten te bereiken, klommen op de dijk en lieten zich door de modder omlaag glijden. Aan de voet van de dijk stond een cantine- wagen met hete thee. Daarna gingen zij verder, naar Nijmegen, dat in gealliëerde handen kon blijven omdat generaal Urqu hart's troepen bij Arnhem de Duitsers hadden vastgehouden en zo de uiterst kwestbare speerpunt BelgiëEindhoven Nijmegen voor tegenaanvallen hadden ge vrijwaard. In Nijmegen werden de verlieslijsten opgemaakt. Generaal Urquhart was met 10.000 man naar Nederland gekomen; 2.200 keerden er terug. De lichamen van 2000 parachutisten werden geborgen. Bijna 6000 mannen werden vermist: gewond, gevan gen genomen of verdronken in het water van de Rijn. Van de 1850 Polen keerden er op iedere vijf soldaten één niet terug; op elke vier officieren sneuvelde er één. Nu zijn de doden bijeengebracht. In de streek, waar zij eens de strijd streden, die ons een snelle bevrijding had kunnen brengen, werden zij ter aarde besteld: in de bossen bij Oosterbeek riiisen hoge ber ken zacht hun klaagzang over de honder den zerken. De graftekens banen zich aan een, rij na rij, blok na blok, vak na vak, als het zwijgende appèl van hen die vielen. Er zijn zerken met Engelse namen en met Poolse. In enkele stenen is een Ne derlandse naam gebeiteld. Daar rust een landgencot, die tien jaar geleden met de Britse valschermtroepen meekwam om zijn land te bevrijden. Ook staan er vele zerken met één regeltje: Unknown but known to God, Onbekend, maar bekend bij God. FREEK VAN DER MEER (Van onze parlementaire redacteur) Allerminst met de hakken over de sloot, triomfeerde minister Donker, toen gisteren het wetsontwerp inzake de notariële leef tijdsgrens en het pensioenfonds aange nomen werd met 23 tegen 7 stemmen. Deze grote overwinning was een verras sing. Blijkbaar waren tal van senatoren, die aanvankelijk tot tegenstemmen geneigd schenen, door de sterke argumenten van de bewindsman bekeerd. Zo valt het te ver klaren, dat van de Anti-Revolutionnairen slechts één lid (prof. mr. Hellema), van de KVP-fractie alleen de heren Kropman en Ruys de Beerenbrouck tegen, de anderen allemaal voor stemden. De VVD bleef in de oppositie en met haar, als enige C.H.- senator, de heer Reyers. Ofschoon zijn fractieleider mr .Kolff hem tartte, uiteen te zetten waarom hij na 's ministers betoog nog niet overtuigd was, bewaarde hij een volstrekt stilzwijgen. De rede van de minister van Justitie maakte een uitstekende indruk. Hij voerde allereerst tegenover prof. Die penhorst (A.R.) aan, dat invoering van de leeftijdsgrens geenszins de verplichting medebrengt voor schadeloosstelling van Rijkswege aan de 70-jarigen en anderen, die er nu uitgaan. Overigens is de kans ge ring, dat het te houden referendum onder het notariaat een negatief resultaat zou op leveren, zodat er geen schadeloosstelling zou komen. Aan de pntworpen regeling ligt ook ten aanzien van de premie de solidari- teitsgedachte ten grondslag: de beroepsge noten zullen het er over eens dienen te zijn, dat de sterken wat meer betalen dan de zwakken. De praktijk heeft geleerd, dat deze wet de enige kans is om hiertoe te komen. Immers, geheel vrijwillig was dit met bereikbaar, omdat hiervoor het solida riteitsgevoel in de Broederschap helaas niet sterk genoeg scheen te zijn. De koppeling van de pensioenregeling aan de leeftijds grens heeft ongetwijfeld haar bezwaren, doch daarzonder komt men er niet. Dat staat zo vast als een huis. Zeker, er bestaat in dezen noch een juridisch noch een zede lijk, alleen een feitelijk-historisch verbond. Gedurende een dag of 14, nadat men in November 1952 binnen het Notariaat niet tot een conclusie was gekomen, was 's mi nisters eerste opwelling zelf geweest: dan alleen maar een leeftijdsgrens zonder pen- sioeneringsbepaling. Tenslotte had hij ech ter gemeend, met dit ontwerp de notarissen aan een pensioeneringsvoorziening te moe ten helpen. Zelf bleken zij niet bij machte die tot stand te doen komen! Prof. Molenaar kreeg ten aanzien van zijn kritiek op de leeftijdsgrens zijn partij genoot prof. Oud uitgespeeld. De VVD- woordvoerder had onder meer betoogd, dat meer activiteit gewenst was van de Kamers van Toezicht om met behulp van artikel 52 der Notariswet Koninklijk ontslag te be vorderen ten .aanzien van ongeschikt ge bleken notarissen. De minister van Justitie kan echter die onafhankelijke Kamers van Toezicht geen bevelen geven. Geen noodzaak tot gewetensbezwaar Nu het hoofdbezwaar van prof. Molenaar, te weten het referendum, waarbij tal van leden van het notariaat zich voor moeilijk heden geplaatst zien, aangezien ze met sommige onderdelen der regeling wel, met andere niet accoord kunnen gaan. Dit is een algemeen verschijnsel, ook in het parle ment. Bijna alle zaken hebben zowel voor als nadelen en dan is het een kwesite van afwegen. De straks ontslagen wordende 70- jarigen en ouderen zullen pensioen krijgen, ofschoon zij geen premie betaald hebben, hetgeen in het bijzonder lasten voor de jongere notarissen met zich meebrengt. Dit zou dan volgens prof. Molenaar voor som mige der belanghebbenden een gewetens conflict opleveren. Neen, zegt de minister: zulk een oude notaris stemt uitsluitend over de vraag of er een pensioenfonds zal komen, los van zijn eigen belangen, want men behoeft niet een pensioen aan te vragen. Pas als het ogenblik voor een der gelijke aanvrage aanbreekt dus nadat het referendum tot oprichting van het Pen sioenfonds heeft geleid zou het gewe tensconflict kunnen ontstaan. Dit kan de betrokkene dan oplossen door geen brief in te zenden met het verzoek om pensioen; immers, in gevolge de gemaakte regeling krijgt men het pensioen alleen op verzoek. De minister meende derhalve, de vol strekte onhoudbaarheid te hebben aange toond van prof. Molenaar's bewering, dat de regering „vervloekt handig gemanoeu vreerd" had met het bepaalde omtrent het referendum. Levenslange benoeming geeft geen recht tot de dood in functie te blijven. Zij sluit bijvoorbeeld wel degelijk de mogelijkheid van vroeger ontslag wegens ongeschiktheid in. Nu gaat de wet aanwezigheid van ongeschiktheid op 70-jarige leeftijd aan nemen. Hier is dus geen sprake van „on rechtmatige onteigening zonder staatsscha- deloosstelling" jegens de destijds levens lang benoemden, zo kreeg het ene, tegen zijnde, C.H.-lid te horen. Naar aanleiding van prof. Hellema's cri- tiek, dat de fiscale rechtspraak geen aftrek van de pensioen-premie als beroepskosten zou toelaten, wees de minister er op, dat genoemde senator zich in dezen vergiste. De wet legt de pensioenregeling op. Daar door houdt de premiebetaling direct ver band met de uitoefening van het beroep en dus gaat het hier om' beroepskosten. De ouderdomsvoorziening is immers in de be roepssfeer betrokken. Hier is dus geen sprake van een belas ting-privilege, evenmin van een regeling buiten de (belasting-) wet om. Omtrent een ander fiscaal punt durfde de minister met prof.-Hellema „wedden", dat in geval van een rechterlijke beslissing het ministeriële standpunt als juist erkend zou worden. Aan het slot van zijn met grote belang stelling aangehoorde rede wees de minister er nog eens op, dat aan de verplichte deel neming in het notarieel pensioenfonds, evenals dat bij een bedrijfspensioenfonds het geval is, het solidariteitsbeginsel ten grondslag ligt. Het was alleen maar jam mer, dat bij sommigen van de notarissen nog steeds te veel aan het solidariteitsge voel was blijven ontbreken. Na korte replieken ging het wetsontwerp met vlag en wimpel over de streep. „De middenstandsnota is geen to verboek met pasklare oplossingen voor de middenstandsproblemen, maar de beschouwingen die er in en buiten het parlement aan zijn gewijd, hebben ons op weg geholpen naar een verdere oplossing van de middenstandskwes ties. Tal van vraagstukken zijn reeds in behandeling als gevolg van de nota, die meer dan ooit de midden stand in de algemene belangstelling heeft geplaatst". Dit zei gistermiddag de staatssecretaris voor middenstands zaken, dr. Veldkamp, in de Tweede Kamer. De toepassing van het behoefte-element ter gezondmaking van de middenstand, waarvoor de heren Peschar (P.v.d.A.) en Haken (C.P.N.) hadden gepleit, wees ,de staatssecretaris volstrekt af. Wanneer het aantal middenstandsbedrijven wordt be perkt zou dat theoretisch wel tot hogere inkomsten leiden van de bevoorrechte middenstanders, maar dat weegt niet op tegen de grote bezwaren. Kleine bedrij ven moeten de gelegenheid krijgen uit te groeien tot bedrijven en daarom moet de middenstand open blijven staan voor men sen, die voldoen aan eisen van vakbe kwaamheid. Toepassing van het behoefte element zou leiden tot verstarring op een laag peil. Uitvoerig zette de staatssecre taris ook uiteen dat met het behoefte element de rechtvaardigheid dikwijls in het gedrang zou komen en dat op de over heid een niet te dragen verantwoorde lijkheid zou komen te rusten. Tot zijn genoegen had dr. Veldkamp geconstateerd dat het credietbeleid alge mene instemming had genoten. In het bui tenland is de credietverlening aan de mid denstand zeer beperkt. De klachten over te weinig soepelheid bij de credietver lening verminderen. Er is een grote mate van soepelheid aan het groeien bij de middens tandsbank. De staatssecretaris verklaarde, dat voor gegarandeerde credieten geen afsluitpro- visie wordt berekend en dat de rente niet 6 maar 5 percent bedraagt. Het berekenen van een lagere rente dan de normale zou niet juist zijn, want dat zou neerkomen op het verlenen van subsidie. Tegen zes uur brak dr. Veldkamp zijn rede af. Vandaag zal hij nog mededelingen doen over de aanstelling van de middenstands consulenten, waarna de staatssecretaris van Financiën, dr. Van den Berge, diverse belastingkwesties zal behandelen. De com munisten dienden een motie in waarin wordt aangedrongen op een instelling van een ministerie voor de middenstand en op een speciale belastingpolitiek voor de middenstand.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 5