EEN HEEL GROOT BOEK
£le (ianifntjed en de Ootid
£o~ptvi tiaa/i
over drie paardjes
Verloren
Oproep tot sluiting
van de gelederen
Wandelen en vasten
voor de gezondheid
Sjostakowitsj zegt
meer te dirigeren
dart hem lief is
ZONDER EEN HAP TE ETEN
We maken een
schilderijtje van vilt
Nog een spelletje
Een kleurplaat
KERKELIJK LEVEN
„Karei de Grote"-prijs
8
Beelden uif
de herfst
Jullie weten natuurlijk allemaal dat
Sint Nieolaas druk bezig is met het pak
ken van zijn koffers voor zijn jaarlijkse
grote reis naar Nederland.
Zijn jullie al bezg met het leren van
welkomstversjes en hebben jullie je ver
langlijstje al klaar En wat staat er al
zo op: een pop, een treintje, een bouw
doos, kleurtjes, een zakmes? Denken
jullie er wel eens aan om een boek te
vragen
Als je nu van jezelf durft te zeggen
dat je nogal lief geweest bent het afge
lopen jaar, dan durf je misschien wel
iets groots te vragen. En anders kun je
het wellicht samen met broertjes en zus
jes vragen, als je die tenminste hebt.
Ik bedoel: het prachtige boek van
Piet Worms, dat „De drie paardjes"'
heet. Je moet maar eens opletten in de
étalages van de boekwinkels, dan zul je
het zeker zien liggen, 't Is een hoog rood
boek, bijna een halve meter hoog, met
een wit, een zwart en een bruin paardje
op het omslag een boek als een koek-
plank!
Maar wat je niet kunt zien zijn de
alleraardigste tekeningen, die het leuke
verhaal illustreren en natuurlijk kun je
ook het verhaal niet lezen van de drie
Heintje heeft zijn tong verloren
en geen mens weet hoe.
Heintje, laat je toch eens horen,
toe nou Heintje, toe!
Iedereen is al aan 't zoeken
't hele huis in 't rond,
onder kasten en in hoeken,
Heintje houdt zijn mond.
Maar zo'n tong heeft toch geen voetjes,
hij moet ergens zijn.
Nee, ik zou maar niet meer zoeken,
schudt het hoofd van Hein.
Daar komt Leo, Heintjes buurtje
met een zakje aan:
„Heintje wil je ook een zuurtje?"
Iedereen blijft staan.
Want opeens wie kon dat dromen,
misschien uit z'n maag
is zijn tong teruggekomen
en roept Heintje: „graag!"
MIES BOUHUYS.
Wedloop met hindernissen
Als hindernissen kunnen dienen:
a. een schortje met zeer lange banden,
dat eerst aangedaan moet worden;
b. een muts die opgezet moet worden;
c. een stoel waaronder door moet wor
den gekropen
d. een glas of beker, vol met water ge
schonken.
Telkens twee kinderen tegelijk: wie hel
eerst aankomt, is winnaar.
Ben je goed in aardrijkskunde? Dan
kun je uit deze snippers gemakkelijk
de namen van zeven plaatsen in
Nederland, maken.
paardjes, die verkleed werden als prin
sesjes en zo hun opwachting kwamen
maken in de grote stad. Heb je de
paardjes eenmaal gezien dan zul je ze
ker van hun avonturen willen weten. En
de platen zul je steeds weer willen be
kijken, zoveel is daar aan te zien.
Kennen jullie het verhaal van het oli
fantje Babar ook? Zo'n soort boek
schreef Piet Worm over Witje, Zwartje
en Bruintje. Hij schreef het voor kleu
ters, maar als je broertje of zusje het
krijgt, dan zullen jullie, die misschien
al in de derde of vierde klas zitten er
nog volop van meegenieten.
De kinderen in Amerika en Canada
kunnen van de winter de drie paardjes
tegenkomen- in een Engelse uitgave.
Zijn jullie al nieuwsgierig? Dan zou ik
maar ens beginnen met nog eens extra
gehoorzaam te zijn. Wie weet wordt je
schoen dan wel zó groot, dat er drie
paardjes in kunnen! A. B.-K.
Piet Worm: De drie paardjes (Van Holke-
ma en Warendorf, Amsterdam).
Dit stukje maak je op dik vilt. Knip
de stukjes gekleurde vilt in de vorm en
van de kleur, zoals is aangegeven en
naai deze met een fijn steekje op het
dikke vilt.
De kleuren zijn: 1 is rood, 2 is wit,
3 i3 geel, 4 is blauw, 5 is bruin en 6 is
groen.
Twee konijntjes schuilen samen
In een hokje in de schuur.
Knusjes warm in 't strooien nestje,
Buiten is het nog wat guur.
Kiiibbelknabb'lend op een strootje
Zitten ze daar voor het gaas,
Vol verlangen uit te kijken
Naar de thuiskomst van de baas.
Want dan komt. er weer wat lekkers,
Strakjes is hun ruifje vol
Wortelloof en paardestekken
Daarop zijn konijntjes dol!
Als het strakjes heerlijk weer is
Mogen zij een uurtje vrij
Om te spelen in het tuintje.
Wat zijn die konijntjes blij!
d' Een gaat daad'lijk gaten graven,
d' Ander holt maar wat in 't rond
En maakt vaak de dolste sprongen.
Ergert daarmee onze hond.
lie dan. zenuwachtig jankend,
Voor het raam te kijken staat,
Of dat spel nu haast voorbij is
Én ik hém. weer buiten laat.
Moeten ze dan weer naar binnen,
Dan wordt het een hele toer
Ze te vangen: meestal lukt dit
Met wat extra lekker voer.
Nu zijn ze weer in hun hokje
Met een wortel in de mond,
En de hond mag weer naar buiten,
Loopt daar, hevig blaffend, rond.
„Waar zij ze nou toch gebleven?
'k Zag ze pas nog. in galop!
'k Had zo graag méé willen spelen,
Maar je sloot me binnen op!"
,ï)e konijntjes zouden schrikken
Van je hard en schel geblaf!
Dan was 't buiten zijn geen pretje,
Maar in plaats daarvan een straf.
Daarom moet jij binnen blijven,
Dan pas vinden zij het fijn
En genieten van het uurtje
Dat ze samen buiten zijn.
Verder zitten z' in hun hokje.
En jij loopt in vrijheid rond!
Zeg. wat zou je liever wezen,
Een konijntje of een hond?"
Heerlijk slapen de konijntjes
In hun hokje moe van 't spel.
En de hond? Die ziet een poesje
En begint een nieuwe rel.
J. E. H.-d. R.
De Presbyterian and Reformed Alliance
(de Wereldbond van Hervormde Kerken),
die in 42 landen kerken omvat met meer
dan veertig millioen leden, verblijdt zich
in de verbondenheid die God ons in Zijn
genade heeft geschonken, ondanks de
scheidsmuren vanwege ras, klasse en volk,
die Gods huisgezin dreigen te scheiden en
te verdelen.
Deze woorden ziin ontleend aan een
boodlsohap die van deze Wereldbond is
uitgegaan „aan de leden van Hervormde
Kerken over de gehele wereld". En vooral
omdat hetgeen hierin gezegd wordt ook
voor anderen van groot belang is, willen
we deze week deze stem aan het woord
laten.
De Wereldbond ziet met blijdschap naar
de grotere verbondenheid van de Wereld
raad van Kerken, welke een steeds duide
lijker bewijs wordt genoemd van de een
heid van allen, die in Christus geloven.
Velen in alle landen zijn in onze tijd ver
vuld met vrees vrees voor hun econo
mische zekerheid, de stabiliteit van hun
instellingen, de toekomst van de volken,
vrees voor een oorlog, die de grondslag van
onze beschaving zal vernietigen, vrees soms
voor het leven zelf, of voor de dood, alsof
deze het laatste kwaad is.
Voor velen van onze tijdgenoten sehij'nt
Christus geen hoop te bieden. Wij belijden,
dat het licht in onze kerken op z'n best
zo'n zwakke weerschijn is van Hem, diie
het Licht der wereld is en dat het het leven
in onze kerken zozeer ontbreekt aan de
kracht van Zijn bewarend zout, dat tal
lozen elders gaan zoeken naar een verstaan
van het leven van hun taak en van hun
zekerheid. Onder deze omstandigheden is
het voor ons, die geloven in dq gekruisig
de, verrezen en overwinnende Christus, de
grootste aansporing om dit geloof te 'on
derwijzen en eruit te leven en er zó van te
getuigen, dat niemand door onze nalatig
heid van de Christelijke hoop zal worden
afgehouden. Want iedere hoop dan die in
Hem is, zal tenslotte bezwijken voor de
beperktheid en de moeiten van het leven,
of breken op de rots van Gods eeuwig
recht. Wi.i smeken u daarom het levende
woord van God te bewaren, zegt de bood
schap. Eist de wereld voor Christus op,
probeert de verdeelde Christelijke gelede
ren te sluiten.
Hebt lief
Hebt alle mensen lief, zelfs uw vijanden.
Streeft ernaar de rassenscheiding te over
winnen. het begrip tussen klassen en vol
ken te bevorderen, aan ieder mens de ge
legenheid te verschaffen om d'eel te krij
gen aan Gods overvloed en zich een be
staan te verwerven voor zich en zijn gezin.
Werkt samen met hen, die proberen vrede
en gerechtigheid onder de volken te be
vorderen. al weten wij, dat er altijd on
vrede zal blijven, dat er geen bescherming
bestaat tegen onherstelbaar onheil voordiat
de nieuwe krachten die ons ter beschikking
staan door wetenschappelijke ontdekkin
gen dienstbaar zijn gemaakt aan het wel
zijn, inplaats van aan de vernietiging der
mensheid.
Weest getrouw aan de regering van het
land, waarin gij leeft, steeds bedenkende
dat in een conflict van plichten Christenen
Gode meer moeten gehoorzamen dan de
mens. Geeft van uzelf en van uw goed voor
Gods Koninklijk en Zijn gerechtigheid en
houdt niet vast aan uw bezit alsof een
zekerheid daarin gelegen is, of alsof uw
ware vreugde afhangt van datgene wat
door rijkdom verkregen kan worden.
Bidt zonder ophouden. Wat u ook over
komt, bedenkt het oude woord: „Heb Ik u
niet geboden: wees sterk en moedig? Vrees
niet en word niet verschrikt, want de Heer
uw God is met u, overal waar gii gaat."
x xXXXXXXXXXXXXXXXOCXXXXXXXXXXXXXXXJOOlXJiXXXX xXXxJOCXXXXXXXXXXXXXXXX» rx^xxryXXXXDOOOOOOOCXXXXXXXXXXXXDOOCXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXJOCXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXx OX
B. en W. van Nijmegen achten het ge
wenst over te gaan tot het instellen van
een gemeentelijke prijs, welke jaarlijks
zou kunnen worden toegekend aan een
kunstenaar, die zich op zijn gebied heeft
onderscheiden. Voor de toekenning van
deze cultuurprijs wordt een onderscheiding
naar diverse takken van kunst voorge
staan: beeldhouw- en toegepaste kunst,
litteratuur, schilderkunst, toonkunst eD
architectuur. De deelneming wordt be
perkt tot in Nijmegen gevestigde kunste
naars, dan wel tot in Nederland woon
achtige kunstenaars, die een werk hebben
tot stand gebracht, dat de stad Nijmegen
tot onderwerp heeft of door haar geïnspi
reerd is. De prijs voor architectuur wordt
alleen toegekend voor in Nijmegen opge
richte gebouwen.
Elke tak van kunst komt slechts eens in
de vijf jaar voor een prijs van f 1000 in
aanmerking. B. en W. willen deze „Karei
de Grote"-prijs noemen.
6 NOVEMBER 19 5 4
ELF ENTHOUSIASTE ZWEEDSE VEGETARIËRS zijn van de havenstad
Gothenburg naar de hoofdstad Stockholm de afstand van Amsterdam naar
Parijs gelopen. Tien van hen legden de 540 kilometer af in tien dagen. Zij
liepen dus gemiddeld 54 kilometer per dag. Zij deden dat bovendien zonder
een hap eten, want hun voedsel bestond slechts uit enige liters water. Dit experi
ment werd door de tandarts Lennert Edren geleid, die hiermede het bewijs
wilde leveren, dat vasten zeer nuttig voor het lichaam is.
Tijdens deze „tiendaagse" was het on
mogelijk om tot een objectief oordeel te
komen. Pro en contra waren zeer sterk
verdeeld en de meeste dagbladen behan
delden de prestatie als een sensatie. Het
was zelfs zo erg, dat een kleine kranten
oorlog ontstond. De bladen van het Kreu-
ger-concern (Stockholms-Tidningen en
Aftonbladet) hadden zich van tevoren van
enkele primeurs verzekerd, hetgeen voor
de bladen van het huis Bonnier (zoals
Dagens Nyheter en Expressen) aanleiding
was om het geheel enigszins belachelijk te
maken.
Toen de tien echter goed en wel in
Stockholm waren aangekomen, moest
iedereen toegeven, dat de stemming onder
deze troep vrolijk en opgewekt was. „Wij
hebben marathonlopers gezien, die nau
welijks de eindstreep konden vinden, wij
hebben zes-daagse-racers zien neerstorten
en wij hebben meegemaakt hoe lange-af-
stands-skiërs uitgeput waren, ondanks vol
doende eten. Dit hier was iets geheel
nieuws, iets geheel anders...." aldus
schreef „Svenska Dagbladet". En zelfs
„Dagens Nyheter" het blad dat een mis-
lukking had voorspeld was sportief ge
noeg om tenslotte toe te geven, dat de in
tocht van de niet-eters een triomftocht ge
lijk is geweest. Slechts één heeft wegens
een blessure het lopen, maar niet het vas
ten, moeten opgeven. Er waren twee deel
nemers, die enkele dagen een stukje met
de bus hebben afgelegd.
Voor de buitenstaander is deze prestatie
nauwelijks te verklaren. De mannen had
den namelijk met nog heel wat moeilijk
heden te kampen, zoals bijvoorbeeld het
feit dat hun nachtrust nogal eens werd ge
stoord. Zij sliepen allemaal in een bus en
er was nauwelijks plaats om zich te be
wegen. Dat zou al een kalm mens hebben
geïrriteerd, laat staan een groep, die een
doel wil bereiken. Dan waren er de op
gelopen blaren, de nieuwsgierige menigte
en vooral gedurende de negende dag de
verschrikkelijke regen, die de wegen soms
in een modderpoel veranderde.
DE LEIDER, de heer Edren, vertelde
ons het volgende over deze tocht. Aller
eerst, zo zeide hij, moet men een verschil
maken tussen vasten en honger lijden.
Honger is een toestand waarin iemand ge
raakt, die met alle macht naar voedsel
zoekt als er geen voedsel te krijgen is.
Voor de mens is dit een verschrikkelijke
tijd. Vasten daarentegen is geheel vrij
willig. Ook dieren vasten. En eigenaardig
genoeg doen zij dat juist wanneer zij ziek
zijn. Dan lusten zij niets. Indien vasten
dus verkeerd was, zouden de dieren tegen
hun instinct in handelen. Enkele artsen,
zoals prof. U. von Euler, verklaarden dat
de onderneming van de tien vastende
wandelaars gekheid is geweest, spel met
de gezondheid. Maar de wandelaars zeg
gen dat het een kuur was tegen de ziek
ten der civilisatie. En vreemd genoeg voel
Namen van
gewicht
gewicht
gewicht
gewicht
gewicht
deelnemers
bij start
11/8
1/9
1 10
of
B. Amundin
70.0
60.0
64.4
66.0
4.0
L. Edren
71.8
63.5
75.0
77.5
5.7
G. Hagelin
59.4
50.3
59.5
61.0
1.6
A. Knuppel
75.0
65.4
74.0
80.0
5.0
B. Larsson
62.0
53.3
59.4
60.5
1.5
R. Leander
74.5
62.0
46.5
65.3
9.2
K. Lindberg
71.8
63.4
71.0
70.5
1.3
E. Svensson
69.8
61.9
72.5
74.5
4.7
A. Wingqvist
68.8
59.8
67.6
71.0
2.2
G. Winlund
68.8
59.9
65.8
70.4
1.6
G. Akerberg
63.2
49.8
68.0
68.1
4.9
den zij zich ook van dag tot dag beter.
Het grootste verlies na tien dagen vas
ten en een mars van 540 kilometer is
blijkens bijgaande statistiek - dus slechts
negen kilo geweest. De meesten zijn zelfs
in gewicht toegenomen, want tot degenen
die lichter werden behoren er twee, Amu-
din en Leander, die van tijd tot tijd toch
al vastten. Wat de leeftijd der deelnemers
betreft zij vermeld, dat de jongste, die het
na 350 kilometer moest opgeven, 26 jaar
was. De oudste telde 44 jaar.
En wat zeggen de wandelaars zelf over
hun merkwaardige prestatietocht? Wij la
ten er enkelen aan het woord.
B. Amudin: „Het was stimulerend. Ik
merkte mijn moeheid pas, als ik een lan
gere tijd niets had gedronken. Twee tot
drie glazen water heb ik wel per uur no
dig. In het vervolg zal ik langere tijd vas
ten, maar niet onder een dergelijke in
spanning. Van kind af lijd ik aan consti
patie. Deze moeilijkheden zijn nu geheel
voorbij. Vroeger voelde ik me vaak moe
en was ik dikwijls verkouden. Dat ik thans
in betere conditie ben, schrijf ik toe aan
mijn vegetarische levenswijze en het vas
ten.
L. Edren: „Mijn ontbijt bestaat als regel
uit water, soms een vrucht. Als lunch ge
bruik ik noten, rozijnen en vruchten,
's Avonds bestaat de maaltijd uit groenten
en gekookte aardappelen. Later op de
avond brood en melk. Gedurende de eer
ste twee dagen van deze mars waarop
dus alleen water beschikbaar was had
ik last van gal.
A. Knuppel: „Ik heb vooral geleerd, dat
de mens minder afhankelijk van eten is
dan wij veronderstellen. Vasten is voor
mij een soort aangename ontspanning en
ik zal het zeker twee keer per jaar blij
ven doen".
B. Larsson: „Van de derde tot de zesde
dag voelde ik me iets moe. Ik had ook
pijn in mijn hals en tandpijn. De negende
dag was het ergst. Ik bleef niettemin na
aankomst in Stockholm enkele dagen vas
ten en kreeg op de veertiende dag een
brom-gevoel in de oren. Een tocht als wij
hebben gemaakt, is goed voor het karak
ter. Men krijgt er een veel prettiger in
stelling tot zijn medemensen door".
R. Leander: „De eerste dag kreeg ik bla
ren en ook de tweede en derde dag had
ik daarmee te kampen. Voorts spierpijn,
benen als lood. De zesde, zevende en acht
ste dag gingen uitstekend. Prima conditie
en goede stemming. Ik was trouwens al
twee dagen eerder begonneh te vasten. De
mars verbeterde mijn gezondheid, sterkte
mijn wil en leerde mij geduld oefenen".
K. Lindberg: „Het begin was moeilijk.
Ik had een galsmaak in de mond en soms
moeilijkheden om de spieren mijn wil te
laten volgen. Maar van de vierde dag af
ging alles uitstekend, gemakkelijk en pret
tig. Mijn krachten leken onuitputtelijk. En
bovendien voelde ik een geestelijk contact
met alles om mij heen".
E. Svensson: „Het viel mij vooral op, dat
het vermogen om waar te nemen veel in
tensiever en veel krachtiger wordt. Ik
hoorde het ruisen van het koren en ik
hoorde de koeien op de wei hun maaltijd
verorberen. Ik rook
de lucht van de mie
ren en van de bloe
men op het veld. En
ook van de mensen
Ik had een gevoel als
of al het mooie door
mijn lichaam werd
opgezogen en mij
naar voren trok. De
mars was een onge
lofelijke belevenis.
Het waren dagen
waarop het lichaam
zichzelf reinigde, dia-
Twee herfstbeel-
den - twee décors
vanhetzelfde tries
te spel, waarin de
natuur sterft en
de stilte van de
winter wordt aan
gekondigd door de
stormen van het
najaar. Doch ook
de herfst heeft
momenten van
stilte, wanneer de
wind zwijgt en de
zon tussen de kale
bomen een gouden
netwerk vlecht.
Zee en land
herfst en herfst.
Facetten van één
natuur, die dui
zenden gezichten
heeft.
gen van overdenking. De vreugde te
bestaan, te leven zoals ik die
anders maar enkele ogenblikken heb
gekend omgaf mij. Een heerlijk, sterk
leven, dat voor geen geld te koop is en
dat mij niet kan worden ontnomen. Ik zai
zeker weer gaan vasten, vooral als ik voor
inspannend, geestelijk werk sta".
A. Winqvist: „Het lichaam voelde lichter
aan. Dat komt zeker, omdat de organen
niet bezig werden gehouden met het ver
werken van zwaar voedsel. De zintuigen
waren ook veel scherper. Ik leerde, dat
rust en slaap onder bepaalde omstandig
heden belangrijker zijn dan voedsel".
G. Winlund: „Ik voelde me de hele tijd
uitstekend. De mars leerde mij hoe vlug
v/ij egoïstisch gaan denken en hoeveel
verdraagzaamheid en grootmoedigheid wij
nog moeten leren oefenen".
DE TOCHT heeft op verscheidene ge
bieden iets geleerd. Zo kregen de militairen
het advies: „Sterke voeten zijn beter dan
sterk schoeisel". En de Canadese lucht
vaartmaatschappij overweegt de aanbe
veling het personeel in te prenten vooral
niet bang te worden, als men in de wilder
nis een noodlanding zou moeten maken.
Want wie bang is voor honger, krijgt
honger. en kan niet vasten.
Een grote vraag is ook geweest of het
lichaam door gebrek aan voedsel eerder
vatbaar is voor ziekten. De wandelaars
zeggen van niet. Gedurende de negende
dag heeft het geregend. Toch bleven zij
doorlopen. En het was des nachts koud en
tochtig in de bus, maar niet één is ver
kouden geworden. Waarom? Ons lichaam,
zo zeggen zij, heeft geen krachten moeten
opbrengen om het eten te verwerken en
was dus sterk genoeg om zich tegen de ba
cillen te weren. Natuurlijk is niet iedereen
het hiermede eens.
LONDEN (Un. Press) De Russische
componist Dmitri Sjostakowitsj heeft voor
Radio Moskou een rede afgestoken, waarin
hij zeide, dat de berichten welke in de
Verenigde Staten circuleren, als zou ïraen
in Rusland hebben verboden zijn werken
ten gehore te brengen, klaarblijkelijk leu
gens zijn. „Ik leg er de nadruk op", aldus
Sjostakowitsj, „dat sindis ik (begon te com
poneren, nu dertig jaar geleden, men nim
mer één van mijn werken onder censuur
heeft gesteld." Wijselijk iging hij n.iet in op
de critieken van de Russische pers van
enige tijd geleden, dat zijn muziek duide
lijk sprak van „de decadentie van de bour
geoisie".
Sjostakowitsj voegde aan zijn redevoe
ring 'toe, dat Russische muziek meer en
meer in de Westerse landen wordt, gespeeld,
dat men dit natuurlijk met lede ogen gade
slaat (in het Westen) en daarom een aan
tal leugenpraatjes over zijn persoon ver
spreidt, waarbij in de eerste plaats moet
worden gedacht aan „Westerse oorlogs
propaganda".
Hij besloot zijn toespraaK met ae woor
den: „Ik word meer gevraagd mijn muziek
te spelen en te dirigeren dan mij lief is"
Het aantal aangegeven radio-ontvang
toestellen in Nederland bedroeg op 1 No
vember 1.942.105 tegen 1.931.683 op 1 Octo
ber. Op 1 October waren er 499.927 aange
slotenen op het draadomroepnet tegen 498.826
op 1 September.
(Van onze correspondent te Stockholm)