Windsterkte en trekintensiteit hangen nauw samen VANMORGEN IN DE VISHAL EN OP ZEE1 n Vogels en mensen Visserij - varia Trawler voor Pronk gelijk aan Sch. 54 Minister Suurhoff ontving een delegatie van artsen Balans van een maand vogeltrek Keizer Haile Selassie uit Arnhem naar Bonn vertrokken De heer P. J. van Geelen veertig jaar bij V.G.Z. Haarlemse melkfabriek vrijgesproken Ziekenfonds-loongrens DINSDAG 9 NOVEMBER 195 4 8 Vink Maximale vinkentrek Zelfde trek golf Sterke zwaluwentrek Film over Blijdorp NIEUWE IJMUIDENAAR Loonsverhoging in cultuur technische werken Economische rechter „Geen allen omvattende, verplichte verzekering" 4". Ooc 9.00c J.eoo Z.c toe MEER DAN EEN MAAND LANG hebben wij dan de vogels gadegeslagen, terwijl zij op weg waren naar hun winterverblijven. Teneinde uit de massa's aantekeningen en cijfers een inzicht te kunnen krijgen van het verloop van de vogeltrek over deze vijf weken, hebben wij voor de voornaamste soorten de aan tallen in grafieken uitgezet, terwijl we bij de beschouwing daarvan tevens de weersomstandigheden betrokken hebben. Het weer heeft immers, zoals bekend, een sterke invloed op de trek. Voor de spreeuw en de vink zijn op nevenstaande afbeelding voor elke dag de aantallen geregistreerde doortrekkers grafisch voor gesteld, terwijl daaronder in een diagram de snelheid van de wind in beeld is gebracht. Voor elke dag is de windsnelheid in meters per seconde aangegeven. Hieruit is duidelijk te zien, dat er verband bestaat tussen de sterkte van de wind en de intensiteit van de vogeltrek. De trekintensiteit is tegenovergesteld aan de windkracht. Zo is bijvoorbeeld op 7 October de harde wind van 17 meter per seconde oorzaak, dat er die dag geen trek was. Daarentegen blijkt, dat, toen de wind op 8 en 9 October verminderd was tot de geringe waarde van 2 meter per seconde de vogels op weg waren gegaan. Bij windstil weer zou men dan een zeer sterke trek verwachten, maar dat gaat echter niet op. Windstilte gaat name lijk dikwijls met nevel en draaiing van de zeer zwakke wind gepaard, twee fac- torene die de trek ongunstig beïnvloeden. Het weer in deze Octobermaand werd gekenmerkt door elkaar snel opvolgende depressies met krachtige Z.W.-wind. De belangrijkste trek vond plaats tijdens de opklaringen tussen deze depressies. Be halve 3 October met Z.O.-wind is er geen dag met uitgesproken gunstig trekweer ge weest; geen weer, waarbij deze landvogels de tocht over zee durfden ondernemen. Aanduiding van zeetrek hebben we slechts op enkele dagen in geringe mate kunnen constateren. Beschouwen we nu eens de grafieken van de vinkentrek, dan zien we voor het eerst op 3 petober een vrij sterke trek, welke samenhangt met een plotseling op tredend hogedrukgebied. Op de volgende dagen bij steeds toenemende wind was er geen trek. Toen op 8 tot 10 October de wind was afgenomen, zien we een toe nemende trek optreden. Op deze drie da gen zijn de aangegeven getallen weliswaar niet zo hoog als de weersomstandigheden zouden doen verwachten, maar de vogels bleven toen gedurende de gehele ochtend doorvliegen. Een andere opleving gaf de 15de October te zien, een dag, die op twee donkere dagen volgde. Niet alleen hier aan de Noordkust, maar ook van andere plaatsen kwamen er van die dag berichten over flinke vinkentrek binnen. Toen trok de vink langs de Oostkust van het IJselmeer in enorme aantallen. Er werden daar op de post Horst bij Putten gedurende die ochtend niet minder dan 62.000 vinken geteld. De 22ste October is de dag van de maxi male vinkentrek geweest. De vogels had den toen gedurende de drie voorafgaande dagen met slecht weer niet getrokken, waardoor de trekdrift was toegenomen. Op het onderste diagram geeft de stip pellijn de windsnelheid van 7 meter per seconde aan. Deze windkracht blijkt de grens te vormen, waarbij nog trek voor komt. Waar de curve van de windsnelheid boven deze stippellijn uitkomt, is er geen of heel weinig vinkentrek. Dit gaat echter slechts tot de 24ste October op. Na die da tum is zo'n absolute grens niet meer aan te geven. Dit zou erop kunnen wijzen, dal bij het vorderen van het seizoen de trek- drang toeneemt en de windkracht een ge ringere rol gaat spelen. Wel zien we na 24 October het relatieve verband tussen de windkracht en de trek van de vink voortduren. Bij een neergaan van de curve voor windsnelheid is er een stijging van het aantal gepasseerde vinken, en omge keerd. Ook bij de spreeuw vormt de windsnel heid van 7 meter per seconde de bovenste grens van de trek tot 25 October. Na die datum gaat dit ook bij de spreeuw niet meer op, terwijl hier zelfs ook het rela tieve verband verbroken wordt. De 25ste October is in dit opzicht dus een merk waardige dag. Over het binnenduin vond een welis waar meer gevarieerde, doch in aantal veel geringere trek plaats. Deze bleek niet minder gevoelig voor de windkracht te zijn. Het totale aantal vinken, dat in deze maand de post aan het eind van de Zee weg gepasseerd is, wordt voor de eerste twee ochtenduren geschat op 25.000 a 30.000, een totaal, waarop we ook de vo rige herfst kwamen. Dat dit aantal niet groter was zal voor 1953 zijn toe te schrij ven aan zeetrek in breed front, terwijl in de herfst van dit jaar de vinken zich in hoge mate hebben laten stuwen door het IJselmeer, waardoor deze trekstroom pas veel Zuidelijker aan de Noordzeekust kwam. Vandaar dan ook de reeds genoem de sterke trek bij Putten op 15 October. Volgens dr. v. Westernhagen, de leider van het waarnemersnet in Denemarken en Noord-Duitsland, behoort dit enorme aan tal vinken tot dezelfde trekgolf, die zij daar signaleerden, toen ze op 9 October op Fehmarn in de Kieler bocht 20.000 vinken zagen passeren. Die golf was een dag daar na waarneembaar in het gebied van de Beneden Elbe, 150 km vesder. Over de af stand Fehmarn-Putten, ongeveer 450 km, hebben deze vogels dus zes dagen nodig gehad. Men mag hieruit niet concluderen, dat hun reissnelheid elke dag 75 km is ge weest. De eerste 150 km legden ze immers bij gunstig weer in één dag af. Daartegen over staan dagen, waarop de verplaatsing gering was. De sterke zwaluwentrek, die wij op 3 October meemaakten, was uitzonderlijk. In Denemarken en Noord-Duitsland trok ken de boeren-zwaluwen nog tot eind Oc tober door. Deze verlate trek schrijft men toe aan de slechte zomer, waardoor de zwaluwen laat waren met het grootbren gen van hun jongen. Even opmerkelijk was het grote aantal kool- en pimpel mezen, dat op 3 October doortrok. Later in deze maand namen we regelmatig sijs jes waar. Evenals het vorig jaar zijn er nog maar zeer weinig kraaien. Roeken en kauwen begonnen pas eind October door te trekken. De berichten, die men uit Noord-Duits land over de notenkrakerinvasie ontvangt, geven het volgende beeld: Eerste waar nemingen eind September aan de Oostzee kusten in troepen. Begin, midden en eind Langer dan een maand hebben de geestdriftige waarnemers van de Vogel werkgroep Haarlem op post gestaan vaak in guur weer om het boeiende jaarlijkse natuurverschijnsel van de i vogeltrek gade te slaan. De resultaten van hun oplettendheid heeft men gere- j geld in onze kolommen kunnen aan- j treffen en het is ons gebleken dat zeer i vele natuurliefhebbers in deze omge- j ving dit op prijs hebben gesteld. Vandaag besluiten wij deze bijzondere soort berichtgeving, welke te midden i van al het nieuws over de noden en j behoeften dezer vergankelijke wereld j voortvloeide uit de schoonheid van de schepping zelf. October een verder doordringen naar het Z.W. het binnenland in, waarbij de troe pen snel uiteenvallen en er overwegend individuele vogels gezien worden. De waarnemingen, waarvan men in ons land bericht, betreffen inderdaad steeds slechts één tot drie vogels. De eerste notenkrakers werden gezien eind September en begin October, terwijl men tot op heden nog steeds hun aanwezigheid vaststelt. *1iiiiiiiir-*T Windsnelheid. J Oct. 7 3 D iS *9 3// 3 Afov. Aantallen spreeuwen en vinken, waargenomen van 1 October tot 3 November 1954 elke dag gedurende het eerste uur van trekken, op de post aan het eind van de Zeeweg. Tevens is aangegeven de windsnelheid, zoals die door het K.N.M.I. is opgegeven voor Schiphol. Dit ter illustratie van de samenhang van de trek en de windsterkte, uitgewerkt door Th. Belterman. Het verschijnsel van de vogeltrek doet sommige mensen plezier en anderen laat het koud. De een vindt het een boeiend schouwspel en offert blijmoedig een deel van zijn nachtrust op om in vroege herfst en voorjaarsmorgens de wetenschap der ornithologie te dienen. De ander slaapt vredig door het vleugelgeklap van de trek kende vogels heen. Weer een ander windt zich op over de drukte die de waarnemers over één vogel maken. En de Engelsen er geren zich weer aan het lawaai dat die duizenden spreeuwen in hun steden ma ken. Als men John Allan May van het dag blad „The Christian Science Monitor", dat te Boston in de Verenigde Staten verschijnt geloven mag, hebben ze de modernste mid delen te baat genomen om de luidruchtige vogels te verdrijven, maar tot dusver zon der resultaat. Het nieuwste snufje is een toestel dat de waarschuwingskreet van de spreeuw, door een geluidsinstallatie tot het duizendvoudige versterkt, ten gehore brengt. Bij dat geluid houdt niemand het uit, de vogels inbegrepen. De spreeuwen vliegen weg en zouden weg moeten blij ven, de mensen in zalige rust achterlatend. Het middel blijkt echter niet afdoende. De spreeuwen komen terug, zodra het geluid verstorven is, maar de mensen blijven weg. Waarschijnlijk is dat de vergelding voor de luchtpiraterie, omdat het schriksignaal een Amerikaanse uitvinding is, waarop patent is aangevraagd. Het is de kunst niet de een of andere willekeurige spreeuw de schrik van zijn leven te bezorgen, maar het komt aan op enkele fijne kneepjes. Men moet niet alleen de Amerikaanse ken nis bezitten om met het toestel te kunnen omgaan, maar ook een vergunning. Reeds in 1952 is in de Engelse industrie stad Birmingham al het mogelijke gedaan om vattwintigduizend spreeuwen af te komen, zonder succes. Het is geprobeerd met opgezette uilen, met vuurwerk, met schrikdraad. Burgemeester en wethouders hebben zelfs papier verscheurend en mee lijwekkend. snikkend rondgelopen, maar niets hielp. Na zijn bezoek aan Birmingham maakte May kennis met dr. Herbert Frings en Joseph Jumber van de zoölogische en ento mologische afdeling van de universiteit van Pennsylvania, die er juist in waren ge slaagd hun afschrikmethode te ontwikke len. Op 5 September 1953 was er in Mill- heim in Pennsylvania geen spreeuw meer te bekenen. Dat was ongewoon. Op 31 Augustus nog had de bevolking van Mill- heim bestaan uit 1.500 mensen en 11.000 spreeuwen. Tussen beide data in had het Frings-Jumber-toestel zijn werk gedaan. Na 5 September kwamen er geen spreeu wen meer in de buurt van Millheim en de voormalige spreeuwen uit Millheim zetten verkeersagenten uit om nieuwelingen, die het district binnen kwamen te vertellen, dat ze door moesten vliegen. Intussen was een duivenverschrikker uitgevonden, die in April van dit jaar ge bruikt werd om de duiven weg te jagen uit de openbare school nummer 82 in de stad New York, waar ze beslist niets leer den. Nu heeft de Mohawk Kantoormachi- nemaatschappij te Brooklyn, de Mohawk Bird-E-Vict ontworpen en vervaardigd door gebruik te maken van de Frings- Jumber-methode, waarvoor patent is aan gevraagd. Dit toestel is verkrijgbaar in twee modellen. Het ene wordt blijvend opgesteld, het andere een rechthoekig kastje dat veel van een radiotoestel weg heeft kan vervoerd worden. De maat schappij heeft geschoold personeel in dienst, dat de kneepjes van de afschrik methode kent. Nu is het nog de vraag wat er met de vogels gebeuren moet, die weggejaagd zijn. Het is best mogelijk dat ze een andere stad opzoeken en een „spreeuwen-oorlog" tussen twee steden zou niet alleen onwel kom, maar ook anti-sociaal zijn. In ieder geval verdient dit probleem de aandacht. Voor leden van de Tuinbouw-studieclub Velsen wordt Woensdagavond in de koffie kamer van Westerveld een film vertoond over de Rotterdamse diergaarde „Blijdorp." Waarmee de bezoekers een bijzondere kijk zullen krijgen op de kleurenpracht van de tropische plantengroei in de serres en op de levende have van de dierentuin. Keizer Haile Selassie van Ethiopië die met de Hertog van Harar en Prinses Saraih het afgelopen weekeinde na zijn staatsiebezoek aan ons land onofficieel heeft doorgebracht in het St. Hubertusslot op de Hoge Veluwe is met zijn gevolg, dat gelogeerd heeft in hotel ,,'s-Koonings Jaght" in de omgeving van het Nationale Park, Maandag tegen de middag per trein vertrokken naar de West Duitse hoofdstad Bonn. Prijzen van Maandag. Heilbot 2,402,10; gr. tong 3,502,75; grm. tong 2,702,38; kim. tong 2,20—2,06; kl. tong I 2,122,02; kl. tong II 1,94—1,72; tarbot I 2,30—1,40, per kg. Tar bot II 90—72; tarbot III 62—45; tarbot IV 6032; tongschar 8079; schartong 4842; gr. schol 5643; grm. schol 6043; kim. schol 64—27; kl. schol I 60—32; kl. schol II 3516; schar 2615; v. haring 1410; ma kreel 2214; gr. schelvis 4329; grm. schel vis 3627; kim. schelvis 3116; kl. schelvis 1 24—10; kl. schelvis II 209; wijting 148; gr. gul 4338; midd. gul 3321; kl. gul 228; kl. haai 2219; ham 12492; poontjes 1812; kl. koolvis zw. 20—8,50; kl. koolvis wis 3228, per 50 kg. Gr. kabelpjauw 100 75; gr. koolvis zw. 4538; gr. koolvis wit 8272; gr. leng 9669, per 125 kg. Besommingen van Maandag. IJM 183 Viking Bank f17.300; IJM 1 Tzonne f23600; IJM 10 v. Hattem f18.300; RO 15 Antje f7870; IJM «204 f3800; IJM 53 f2990; HD 79 f3190; KW 52 f3160; KW 125 f4900; KW 155 f3850; KW 114 f4050; KW 59 f2870; KW 166 f3120; KW 10 f3970; KW 65 f2130; KW 84 f3670; KW 107 f2860; KW 17 f3040; KW 169 f3830; KW 64 f3690; AM 18 f 1000; AM 17 f3120: AM 16 f3120; IJM 3 f990; IJM 52 f2870; IJM 5 f3750: BU 33 f3270: KW 53 f1190; KW 36 f4070; KW 98 f3490; KW 210 f3740; KW 12 f2900; KW 94 f2690; KW 34 f3270; TX 14 f 900; WR 33 f 130; WR 7 f 680; WR 67 f 870; SCH 140 f5480; KW 45 f2430; KW 9 f5080; KW 40 f 11.300; KW 168 f3310; KW 123 f 10.500; KW 74 f 10.700. Aanvoer op TJrk. Zaterdag werd aan de visafslag te Urk door 22 vaartuigen aange voerd: 494 pond lijnpaling f 1,11f 1,15 p. p.; *872 pond snoekbaars f 0,70f 0,75 p. p.; 389 pond rode baars f 0,59f 0,62 p. p.; 1400 pond blei f0,09f 0,10 p. p.; 633 pond voorn f 0,09f 0,10 p. p. Over het nieuwe schip voor de rederij N.V. J. C. Pronk te IJmuiden die met de „Martha", „Gorredijk", „Martenshoek" en In de reeks van jubilarissen bij Van Gelder Zonen N.V. Kon. Papierfabrieken zal morgen, 10 November, de heer P. J. van Geelen zijn veertigjarig jubileum vieren. De heer Van Geelen, die tot November 1941 aan het bedrijf in Velsen verbleef en tot voor ongeveer tien jaar ook Velsenaar was, begon zijn loopbaan aan de Velsense fabriek in 1914 om het gehele volgende jaar te fungeren als assistent van de af deling export in de fabriek te Wormer. In 1916 in Velsen teruggekeerd, kwam hij aan de afdeling loon- en kostprijsadministratie, waarvan hij tot chef werd benoemd in 1932 en zijn vader, wijlen de heer M. van Gee len, opvolgde. Een jaar later breidde deze functie zich uit tot die van chef personeel- zaken voor de gezamenlijke fabrieken van Van Gelder Zonen, met standplaats te Velsen. In November volgde in gelijke functie zijn overplaatsing naar het hoofdkantoor te Amsterdam, waar hij bovendien het secretariaat van de pensioenfondsen voor arbeiders en beambten ging uitoefenen. De heer Van Geelen is thans sedert drie jaar medelid van de hoofdredactie van Van Gelder's bedrijfscourant „De Een- dragt". In het Kanaal De eerste berichten over flinke vangsten in het Kanaal zijn er eindelijk: de Scheve- ningse SCH 54 „Oceaan 9" meldde Maan dagmorgen een trek van 270 manden haring. Zaterdag deed de „Herman" al twee trekken voor 400 manden. De SCH 54 had een dag vangst van 510 manden. Later op de Maandag deed de „Oceaan 9" trekken van 80 manden haring; de „Elie" een trek van een paar manden en een trek van twee pak haring; de „Abraham" een trek van 7.0 manden haring; de SCH 61 „Janny" (terug uit Oostende) twee trekken van 30 manden; de „Gelria" een trek van 12 manden haring. Vele schippers van de trawlervloot klaag den over schade aan het vistuig. Er liggen in dit gebied vele wrakken en de bodem is oneffen. Schipper C. Aland van de „Elie" meldde gistermorgen te zijn vastgelopen. De bemanning wist de zaak nog aardig te kla ren. Ook de „Vios I" had van twee trekken het net kapot. En dus niet scheep. De schip pers van de „Herman" en „Abraham" merkten op, dat zij „tegen een berg opge tornd waren". Wisselvallig is de visserij nog wel hier. „Als je gelukkig bent heb je zo een schuit vol haring", zei de schipper van de „Elie". „Flamingo's" schipper, die uitsto- mend was, hoopte daar dan maar op en voeg de er aan toe: ,,'t Wordt er blank gegooid van de vleetharing in de hal". Dat was ook de mening van schipper Ouwehand van de „Postboy": „De handel loopt ons partijtje voorbij en neemt die van de loggers. Als de Engelse wal is afgelopen wordt het voor de trawlers weer wat beter in de markt". De Engelse walvisserij kan evenwel nog een paar weken aanhouden. Woensdag is het weer volle maan. Er zit echter in het Kanaal genoeg haring. De vloot, die er vist, bestond volgens schipper R. Groen van de „Thorina" gisteren uit 50 spanvissers en 116 trawlers van Frankrijk, Duitsland. België en Nederland. De haring zit evenwel net even boven de grond; een plek onbereikbaar voor de trawlnetten. Paardenstal De vloot In het Kanaal heeft gisteren versterking gekregen van de trawlers „Fla mingo", „Allanwater" en ook weer van de „Postboy". Schipper H. Ouwehand van de „Allanwater" gevraagd naar de bestem ming merkte op: „We gaan ook naar de paardenstal, wat dacht je dan. Nu hebben we 1000 kisten vis in de had gehad en voor die prachtvis kregen we f 17.000. Van een reis van 14 dagen. Nou, dat kan in het Kanaal beter. En daar is het: anker en lichtje op, dat zeg je om acht uur". In het Kanaal wordt 's nachts namelijk niet gevist en omstreeks acht uur liggen de schepen 's avonds in een enorme vloot voor anker zij de Ruytingen- boei. Goed begin De nieuwe kotter KW 36 „Stern" was Maandag met 800 kilo tong, 40 kisten schol en wat bijvis aan de markt en besomde voor de eerste reis f 4000. Het schip heeft uit stekend voldaan, zei de schipper ons. Garnalen Maandag zijn een vijftal kotters om gar nalen geweest. De vangsten waren tussen de 150 en 300 kilo. De gekookte garnaal bracht f 0.65 per kilo op. „Nieks" In die enorme vloot van trawlers uit Frankrijk. België, Duitsland en Nederland, die in het Kanaal in de buurt van de San- dettiebank op de haring jagen, is het con tact tussen al de schippers in vele geval len buitengewoon goed. De „Dirkje" heeft nu ook een makker gevonden. Een van de opvarenden van de Rotterdamse trawler spreekt een aardig mondje Frans en zodoende is ook het con tact tussen de Nederlandse en Franse trawlervloot weer gelegd. Wat heb je ge vangen is de telkens weerkerende vraag. „Nieks", zei de Franse schipper, die dit woord al zo veel maal door Hollandse schippers had horen zeggen, dat het onge twijfeld goed was. „Bien compris", zei „Dirkje". En Robert van de Belgische trawler „Prince de Liège" zei tot schipper P. Korbee van de Vios; „It binne altemaal lege kuile als je ze binnendraait". „Vios" schipper meldde trekken van 1 tarbot, 100, 70 en 5 manden haring. In het verband van de Stichting voor de Landbouw is thans met de Nederlandse Heideimij. en de N.V. Grontmii. overeen stemming bereikt over de toepassing van de vergunning tot loonsverhoging voor de arbeiders op cultuurtechnische werken. Besloten is de tijdlonen voor de volwas sen vakarbeiders in het grote loongebied te verhogen met 5 cent per uur. In de overige loongebieden zullen de lonen een even redige verhoging ondergaan. Voor de vast stelling der jeugdlonen wordt de voor de landbouw gebruikelijke schaal toegepast. De tarieven worden aan de nieuwe tijdlo nen aangepast. De nieuwe lonen gelden met terugwerkende kracht tot 4 October jongstleden. De bereikte overeenstemming zal wor den nen-- -*• —b-j-'.- overeenk. 0 .u voorgelegd. BBC-Home Service Nadat de Vlaamse radio-omroep Woens dagavond van acht tot negen uur een hoorspel heeft uitgezonden over de visserij van de Belgen onder de IJslandse kust omstreeks 1890, komt de BBC-Home Ser vice op 23 November van 7.30 tot 8 uur met het hoorspel „Arctic Trawler". Het is een herhaling van een al eerder uitge zonden programma. Mocht u het Belgische hoorspel niet hebben gehoord, dan hebt ge weinig gemist. „Fairtry" reizen De Engelse fabriekstrawler „Fairtry" heeft thans twee geslaagde reizen bij de kust van Groenland en New Foundland gemaakt. Van de eerste reis van 65 vis dagen werd 460 ton vis aangevoerd; van de tweede reis, die 57 visdagen duurde, werd 540 ton vis aan land gebracht. De eigenaars Chf. Salvesen and Co. te Leith overwegen thans een tweede schip te la ten bouwen. Dit is de Convair XFY I, bijgenaamd de „Pogo Stick", gefotografeerd in San Diego (Californië). Op de foto stijgt het toestel verticaal op tijdens de eerste publieke demonstratie, waarbij een compleet vlieg- programma werd afgewerkt. Het toestel kan zonder moeite verticaal opstijgen en dalen. „Shamrock" vaart, zijn thans meer bijzon derheden bekend. In aanvulling op ons bericht van 23 Oc tober kunnen we melden, dat deze trawler de gelijke wordt van de met zoveel succes vissende SCH 54 „Oceaan 9" van Arie van der Zwan en Zonen. Deze „Oceaan 9" maakte voor de laatste reis 20.000. De nieuwe trawler voor Pronk wordt ge bouwd bij de Sleephelling Maatschappij te Scheveningen, krijgt een lengte van 42.75 meter, een breedte van 7.20 meter en een diepte van 4.00 meter. De trawler wordt over bakboord dichtgebouwd en zal alleen over stuurboordzij kunnen vissen. Er komt een 600 pk Industrie in de motorkamer te staan. De SCH 54 „Oceaan 9", die niet over bakboord is dichtgebouwd werd ook bij Sleephelling Maatschappij gebouwd. Op 3 November is bij deze maatschappij de kiel gelegd voor een nieuwe trawler met de zelfde maten als de SCH 54 voor rederij Jac. den Duik en Zn. te Scheveningen. Be gin van het volgend jaar wordt de kiel ge legd voor een logger voor de Verre Visserij Maatschappij te Scheveningen (40.12 me ter lang) en dan is de nieuwe IJmuidense trawler voor Pronk aan de beurt. Voor de Haarlemse economische politie rechter, mr. J. A. Bletz, stond Maandag morgen de directeur van een Haarlemse melkfabriek terecht, welk bedrijf, volgens de ten laste legging, op een bepaald tijdstip een melkslijter niet op de gebruikelijke wijze van melk had voorzien. De gedupeerde melkhandelaar, wiens klanten verspreid wonen in Haarlemmer- liede, Spaarnwoude en Haarlem, had reeds enige jaren nadeel ondervonden van de vacantieregeling voor melkhandelaren. Het was gebleken, dat tijdens zijn afwezigheid grote groepen van zijn klanten niet door een melkhandelaar bezocht werden, zodat zij gedwongen waren, zelf op melk uit te gaan, hetgeen vaak door de grote afstand naar de dichtstbijzijnde melkhandelaar grote moeilijkheden opleverde. Hij had dit jaar besloten, niet met vacantie te gaan en dus normaal zijn bestellingen bij de melkfabriek te blijven opnemen. De eerste dagen van zijn vacantie ging alles goed: hij bleef normaal aan het werk, deed zijn bestellingen en kreeg deze. Vol gens zijn mening heeft de Haarlemse melk handel tegen zijn optreden bezwaar ge maakt, reden waarom de directeur van de melkfabriek bij hem thuis was gekomen om te zeggen, dat hij minder melk zou krijgen. Er werd toen een bijeenkomst be legd tussen de directeur van de fabriek, de betrokken melkventer en twee ver tegenwoordigers van twee melkorganisa- ties. De melkhandelaar verklaarde toen, dat hij door de vacantieregeling van vlak na .de oorlog tot op het huidige ogenblik ongeveer zevenhonderd gulden schade ge leden had. Men kwam overeen, dat hij tij dens zijn vacantie alleen die klanten zou bedienen, die zeer ver van een melkstand- plaats verwijderd waren. Ook de schade vergoeding zou nader geregeld worden. Vooral vertrouwende op dit laatste punt, ging de slijter met de afspraak accoord en deed inderdaad gedurende de volgende da gen veel kleinere bestellingen. Kort voor het einde van de vacantie werd hem even wel medegedeeld, dat de schadevergoeding niet door zou gaan. Deze gang van zaken, zoals die uit de verschillende getuigenverklaringen bleek, was dus nadelig voor de melkhandelaar. De officier van Justitie, mr. Wiarda, was van mening, dat het ten laste gelegde be wezen was, aangezien de betrokken melk slijter niet iedere dag de gebruikelijke hoe veelheden had ontvangen. Zelfs al had hij een schadevergoeding ontvangen, dan nog zou er van een strafbaar feit sprake zijn. Het voorgevallene was volgens zijn mening geen ernstig feit, maar men dient nu een maal te handelen in overeenstemming met de wensen van het publiek. Hij eiste daar om een boete van een gulden. De raadsman van de directeur, mr. Smit- hujasen, bracht naar voren, dat de fabriek niet geweigerd heeft, melk te leveren. Zij gaf precies, wat de melkslijter nodig had. Van een strafbaar feit is dus geen sprake en volgens zijn mening waren er geen ter men aanwezig om tot veroordeling over te gaan. De officier merkte hierna op, dat de melkslijter kleine bestellingen had gedaan, in de overtuiging, dat hij een schadever goeding zou ontvangen. Mr. Bletz was evenwel met de raadsman van mening, dat de fabriek haar cliënt op de gebruikelijke wijze van melk had voor zien: hij heeft ontvangen, waar hij om vroeg. Daarom besloot hij tot vrijspraak, waarna de officier tenslotte verklaarde, dat hij de handelwijze van de fabriek niet kon waarderen. De minister van Sociale Zaken en Volks gezondheid heeft, naar men thans van de zijde van het ministerie mededeelt, Vrijdag een delegatie uit het hoofdbestuur van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst op haar ver zoek in audiëntie ontvangen ontvangen ter bespreking van de moeilijkheden, ver band houdende met de voorgenomen ver hoging van de loongrens voor de verplichte ziekenfondsverzekering tot 6000, Desgevraagd heeft de minister verklaard, dat het niet in de bedoeling ligt door voort durende verhoging van de loongrens te komen tot een allen omvattende verplichte Ziekenfondsverzekering. De sedert de laat ste wijziging plaats gehad hebbende stij ging van lonen en kosten van levensonder houd rechtvaardigt opnieuw een niet on belangrijke optrekking van de loongrens. Door deze thans op 6000 te stellen wordt een grens bereikt, waarmede tevens de nodige coördinatie in het geheel der sociale verzekering wordt verkregen. Een herhaal de wijziging van de loongrens wordt hier door. behoudens in gevallen van aanzien- 'b'kc w in het loonpeil, onnodig, .,a.i hei I ook volgens de opvattingen van de Stich- I ting van de Arbeid. De minister zeide voorts een open oog te hebben voor de wens, de medische pro blemen, welke betrekking hebben op het ziekenfondswezen, ter voorbereiding van de behandeling in de Ziekenfondsraad, te doen bestuderen door een daarvoor be stemd college, samengesteld uit deskun digen op dit gebied, opdat de medische be langen duidelijk tot uitdrukking kunnen worden gebracht. De minister verklaarde voorts, dat het vraagstuk van de specialis tische hulp, te verlenen in open en gesloten ziekenhuizen, zijn volle belangstelling heeft en dat dit vraagstuk zonder twijfel binnen kort in de Commissie voor Ziekenhuis vraagstukken zal worden behandeld, zon der daardoor behandeling door andere organen uit te sluiten. Verscheidene punten, die in het verleden misverstand hebben doen rijzen, zijn in het verloop van de bespreking behandeld, waarbij nadrukkelijk kwam vast te staan, dat ook naar het oordeel van de minister de belangen van medewerkers en verzeker den veilig moeten worden gesteld, doch dat anderzijds beider medewerking voor het verkrijgen van een goed functionnerend ziekenfondsbestel onontbeerlijk is. Tenslotte waren zowel de minister als het hoofdbe stuur volkomen eenstemmig in hun opvat ting, dat al het mogelijke moet worden ge daan teneinde conflict-situaties te voor komen, aldus de mededeling van het minis terie van Sociale Zaken en Volksgezond heid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 10