Windsterkte en trekintensiteit
hangen nauw samen
VANMORGEN IN DE VISHAL
EN OP ZEE1
n
Vogels en mensen
Visserij - varia
Trawler voor Pronk gelijk aan Sch. 54
Minister Suurhoff ontving
een delegatie van artsen
Balans van een maand vogeltrek
Keizer Haile Selassie
uit Arnhem naar
Bonn vertrokken
De heer P. J. van Geelen
veertig jaar bij V.G.Z.
Haarlemse melkfabriek
vrijgesproken
Ziekenfonds-loongrens
DINSDAG 9 NOVEMBER 195 4
8
Vink
Maximale vinkentrek
Zelfde trek golf
Sterke zwaluwentrek
Film over Blijdorp
NIEUWE IJMUIDENAAR
Loonsverhoging in cultuur
technische werken
Economische rechter
„Geen allen omvattende,
verplichte verzekering"
4". Ooc
9.00c
J.eoo
Z.c
toe
MEER DAN EEN MAAND LANG hebben wij dan de vogels gadegeslagen,
terwijl zij op weg waren naar hun winterverblijven. Teneinde uit de massa's
aantekeningen en cijfers een inzicht te kunnen krijgen van het verloop van de
vogeltrek over deze vijf weken, hebben wij voor de voornaamste soorten de aan
tallen in grafieken uitgezet, terwijl we bij de beschouwing daarvan tevens de
weersomstandigheden betrokken hebben. Het weer heeft immers, zoals bekend,
een sterke invloed op de trek. Voor de spreeuw en de vink zijn op nevenstaande
afbeelding voor elke dag de aantallen geregistreerde doortrekkers grafisch voor
gesteld, terwijl daaronder in een diagram de snelheid van de wind in beeld is
gebracht. Voor elke dag is de windsnelheid in meters per seconde aangegeven.
Hieruit is duidelijk te zien, dat er verband bestaat tussen de sterkte van de wind
en de intensiteit van de vogeltrek. De trekintensiteit is tegenovergesteld aan de
windkracht. Zo is bijvoorbeeld op 7 October de harde wind van 17 meter per
seconde oorzaak, dat er die dag geen trek was. Daarentegen blijkt, dat, toen de
wind op 8 en 9 October verminderd was tot de geringe waarde van 2 meter per
seconde de vogels op weg waren gegaan. Bij windstil weer zou men dan een
zeer sterke trek verwachten, maar dat gaat echter niet op. Windstilte gaat name
lijk dikwijls met nevel en draaiing van de zeer zwakke wind gepaard, twee fac-
torene die de trek ongunstig beïnvloeden.
Het weer in deze Octobermaand werd
gekenmerkt door elkaar snel opvolgende
depressies met krachtige Z.W.-wind. De
belangrijkste trek vond plaats tijdens de
opklaringen tussen deze depressies. Be
halve 3 October met Z.O.-wind is er geen
dag met uitgesproken gunstig trekweer ge
weest; geen weer, waarbij deze landvogels
de tocht over zee durfden ondernemen.
Aanduiding van zeetrek hebben we slechts
op enkele dagen in geringe mate kunnen
constateren.
Beschouwen we nu eens de grafieken
van de vinkentrek, dan zien we voor het
eerst op 3 petober een vrij sterke trek,
welke samenhangt met een plotseling op
tredend hogedrukgebied. Op de volgende
dagen bij steeds toenemende wind was er
geen trek. Toen op 8 tot 10 October de
wind was afgenomen, zien we een toe
nemende trek optreden. Op deze drie da
gen zijn de aangegeven getallen weliswaar
niet zo hoog als de weersomstandigheden
zouden doen verwachten, maar de vogels
bleven toen gedurende de gehele ochtend
doorvliegen. Een andere opleving gaf de
15de October te zien, een dag, die op twee
donkere dagen volgde. Niet alleen hier
aan de Noordkust, maar ook van andere
plaatsen kwamen er van die dag berichten
over flinke vinkentrek binnen.
Toen trok de vink langs de Oostkust van
het IJselmeer in enorme aantallen. Er
werden daar op de post Horst bij Putten
gedurende die ochtend niet minder dan
62.000 vinken geteld.
De 22ste October is de dag van de maxi
male vinkentrek geweest. De vogels had
den toen gedurende de drie voorafgaande
dagen met slecht weer niet getrokken,
waardoor de trekdrift was toegenomen.
Op het onderste diagram geeft de stip
pellijn de windsnelheid van 7 meter per
seconde aan. Deze windkracht blijkt de
grens te vormen, waarbij nog trek voor
komt. Waar de curve van de windsnelheid
boven deze stippellijn uitkomt, is er geen
of heel weinig vinkentrek. Dit gaat echter
slechts tot de 24ste October op. Na die da
tum is zo'n absolute grens niet meer aan
te geven. Dit zou erop kunnen wijzen, dal
bij het vorderen van het seizoen de trek-
drang toeneemt en de windkracht een ge
ringere rol gaat spelen. Wel zien we na
24 October het relatieve verband tussen
de windkracht en de trek van de vink
voortduren. Bij een neergaan van de curve
voor windsnelheid is er een stijging van
het aantal gepasseerde vinken, en omge
keerd.
Ook bij de spreeuw vormt de windsnel
heid van 7 meter per seconde de bovenste
grens van de trek tot 25 October. Na die
datum gaat dit ook bij de spreeuw niet
meer op, terwijl hier zelfs ook het rela
tieve verband verbroken wordt. De 25ste
October is in dit opzicht dus een merk
waardige dag.
Over het binnenduin vond een welis
waar meer gevarieerde, doch in aantal
veel geringere trek plaats. Deze bleek niet
minder gevoelig voor de windkracht te
zijn.
Het totale aantal vinken, dat in deze
maand de post aan het eind van de Zee
weg gepasseerd is, wordt voor de eerste
twee ochtenduren geschat op 25.000 a
30.000, een totaal, waarop we ook de vo
rige herfst kwamen. Dat dit aantal niet
groter was zal voor 1953 zijn toe te schrij
ven aan zeetrek in breed front, terwijl in
de herfst van dit jaar de vinken zich in
hoge mate hebben laten stuwen door het
IJselmeer, waardoor deze trekstroom pas
veel Zuidelijker aan de Noordzeekust
kwam. Vandaar dan ook de reeds genoem
de sterke trek bij Putten op 15 October.
Volgens dr. v. Westernhagen, de leider
van het waarnemersnet in Denemarken en
Noord-Duitsland, behoort dit enorme aan
tal vinken tot dezelfde trekgolf, die zij
daar signaleerden, toen ze op 9 October op
Fehmarn in de Kieler bocht 20.000 vinken
zagen passeren. Die golf was een dag daar
na waarneembaar in het gebied van de
Beneden Elbe, 150 km vesder. Over de af
stand Fehmarn-Putten, ongeveer 450 km,
hebben deze vogels dus zes dagen nodig
gehad. Men mag hieruit niet concluderen,
dat hun reissnelheid elke dag 75 km is ge
weest. De eerste 150 km legden ze immers
bij gunstig weer in één dag af. Daartegen
over staan dagen, waarop de verplaatsing
gering was.
De sterke zwaluwentrek, die wij op 3
October meemaakten, was uitzonderlijk.
In Denemarken en Noord-Duitsland trok
ken de boeren-zwaluwen nog tot eind Oc
tober door. Deze verlate trek schrijft men
toe aan de slechte zomer, waardoor de
zwaluwen laat waren met het grootbren
gen van hun jongen. Even opmerkelijk
was het grote aantal kool- en pimpel
mezen, dat op 3 October doortrok. Later
in deze maand namen we regelmatig sijs
jes waar. Evenals het vorig jaar zijn er
nog maar zeer weinig kraaien. Roeken en
kauwen begonnen pas eind October door
te trekken.
De berichten, die men uit Noord-Duits
land over de notenkrakerinvasie ontvangt,
geven het volgende beeld: Eerste waar
nemingen eind September aan de Oostzee
kusten in troepen. Begin, midden en eind
Langer dan een maand hebben de
geestdriftige waarnemers van de Vogel
werkgroep Haarlem op post gestaan
vaak in guur weer om het boeiende
jaarlijkse natuurverschijnsel van de i
vogeltrek gade te slaan. De resultaten
van hun oplettendheid heeft men gere- j
geld in onze kolommen kunnen aan- j
treffen en het is ons gebleken dat zeer i
vele natuurliefhebbers in deze omge- j
ving dit op prijs hebben gesteld.
Vandaag besluiten wij deze bijzondere
soort berichtgeving, welke te midden i
van al het nieuws over de noden en j
behoeften dezer vergankelijke wereld j
voortvloeide uit de schoonheid van
de schepping zelf.
October een verder doordringen naar het
Z.W. het binnenland in, waarbij de troe
pen snel uiteenvallen en er overwegend
individuele vogels gezien worden. De
waarnemingen, waarvan men in ons land
bericht, betreffen inderdaad steeds slechts
één tot drie vogels. De eerste notenkrakers
werden gezien eind September en begin
October, terwijl men tot op heden nog
steeds hun aanwezigheid vaststelt.
*1iiiiiiiir-*T
Windsnelheid.
J
Oct.
7 3
D
iS *9 3// 3
Afov.
Aantallen spreeuwen en vinken, waargenomen van 1 October tot 3 November 1954
elke dag gedurende het eerste uur van trekken, op de post aan het eind van de
Zeeweg. Tevens is aangegeven de windsnelheid, zoals die door het K.N.M.I. is
opgegeven voor Schiphol. Dit ter illustratie van de samenhang van de trek en de
windsterkte, uitgewerkt door Th. Belterman.
Het verschijnsel van de vogeltrek doet
sommige mensen plezier en anderen laat
het koud. De een vindt het een boeiend
schouwspel en offert blijmoedig een deel
van zijn nachtrust op om in vroege herfst
en voorjaarsmorgens de wetenschap der
ornithologie te dienen. De ander slaapt
vredig door het vleugelgeklap van de trek
kende vogels heen. Weer een ander windt
zich op over de drukte die de waarnemers
over één vogel maken. En de Engelsen er
geren zich weer aan het lawaai dat die
duizenden spreeuwen in hun steden ma
ken. Als men John Allan May van het dag
blad „The Christian Science Monitor", dat
te Boston in de Verenigde Staten verschijnt
geloven mag, hebben ze de modernste mid
delen te baat genomen om de luidruchtige
vogels te verdrijven, maar tot dusver zon
der resultaat. Het nieuwste snufje is een
toestel dat de waarschuwingskreet van de
spreeuw, door een geluidsinstallatie tot
het duizendvoudige versterkt, ten gehore
brengt. Bij dat geluid houdt niemand het
uit, de vogels inbegrepen. De spreeuwen
vliegen weg en zouden weg moeten blij
ven, de mensen in zalige rust achterlatend.
Het middel blijkt echter niet afdoende. De
spreeuwen komen terug, zodra het geluid
verstorven is, maar de mensen blijven weg.
Waarschijnlijk is dat de vergelding voor
de luchtpiraterie, omdat het schriksignaal
een Amerikaanse uitvinding is, waarop
patent is aangevraagd. Het is de kunst
niet de een of andere willekeurige spreeuw
de schrik van zijn leven te bezorgen, maar
het komt aan op enkele fijne kneepjes.
Men moet niet alleen de Amerikaanse ken
nis bezitten om met het toestel te kunnen
omgaan, maar ook een vergunning.
Reeds in 1952 is in de Engelse industrie
stad Birmingham al het mogelijke gedaan
om vattwintigduizend spreeuwen af te
komen, zonder succes. Het is geprobeerd
met opgezette uilen, met vuurwerk, met
schrikdraad. Burgemeester en wethouders
hebben zelfs papier verscheurend en mee
lijwekkend. snikkend rondgelopen, maar
niets hielp.
Na zijn bezoek aan Birmingham maakte
May kennis met dr. Herbert Frings en
Joseph Jumber van de zoölogische en ento
mologische afdeling van de universiteit van
Pennsylvania, die er juist in waren ge
slaagd hun afschrikmethode te ontwikke
len. Op 5 September 1953 was er in Mill-
heim in Pennsylvania geen spreeuw meer
te bekenen. Dat was ongewoon. Op 31
Augustus nog had de bevolking van Mill-
heim bestaan uit 1.500 mensen en 11.000
spreeuwen. Tussen beide data in had het
Frings-Jumber-toestel zijn werk gedaan.
Na 5 September kwamen er geen spreeu
wen meer in de buurt van Millheim en de
voormalige spreeuwen uit Millheim zetten
verkeersagenten uit om nieuwelingen, die
het district binnen kwamen te vertellen,
dat ze door moesten vliegen.
Intussen was een duivenverschrikker
uitgevonden, die in April van dit jaar ge
bruikt werd om de duiven weg te jagen
uit de openbare school nummer 82 in de
stad New York, waar ze beslist niets leer
den. Nu heeft de Mohawk Kantoormachi-
nemaatschappij te Brooklyn, de Mohawk
Bird-E-Vict ontworpen en vervaardigd
door gebruik te maken van de Frings-
Jumber-methode, waarvoor patent is aan
gevraagd. Dit toestel is verkrijgbaar in
twee modellen. Het ene wordt blijvend
opgesteld, het andere een rechthoekig
kastje dat veel van een radiotoestel weg
heeft kan vervoerd worden. De maat
schappij heeft geschoold personeel in
dienst, dat de kneepjes van de afschrik
methode kent.
Nu is het nog de vraag wat er met de
vogels gebeuren moet, die weggejaagd
zijn. Het is best mogelijk dat ze een andere
stad opzoeken en een „spreeuwen-oorlog"
tussen twee steden zou niet alleen onwel
kom, maar ook anti-sociaal zijn. In ieder
geval verdient dit probleem de aandacht.
Voor leden van de Tuinbouw-studieclub
Velsen wordt Woensdagavond in de koffie
kamer van Westerveld een film vertoond
over de Rotterdamse diergaarde „Blijdorp."
Waarmee de bezoekers een bijzondere kijk
zullen krijgen op de kleurenpracht van de
tropische plantengroei in de serres en op
de levende have van de dierentuin.
Keizer Haile Selassie van Ethiopië die
met de Hertog van Harar en Prinses
Saraih het afgelopen weekeinde na zijn
staatsiebezoek aan ons land onofficieel
heeft doorgebracht in het St. Hubertusslot
op de Hoge Veluwe is met zijn gevolg, dat
gelogeerd heeft in hotel ,,'s-Koonings
Jaght" in de omgeving van het Nationale
Park, Maandag tegen de middag per trein
vertrokken naar de West Duitse hoofdstad
Bonn.
Prijzen van Maandag. Heilbot 2,402,10;
gr. tong 3,502,75; grm. tong 2,702,38; kim.
tong 2,20—2,06; kl. tong I 2,122,02; kl. tong
II 1,94—1,72; tarbot I 2,30—1,40, per kg. Tar
bot II 90—72; tarbot III 62—45; tarbot IV
6032; tongschar 8079; schartong 4842;
gr. schol 5643; grm. schol 6043; kim.
schol 64—27; kl. schol I 60—32; kl. schol II
3516; schar 2615; v. haring 1410; ma
kreel 2214; gr. schelvis 4329; grm. schel
vis 3627; kim. schelvis 3116; kl. schelvis 1
24—10; kl. schelvis II 209; wijting 148;
gr. gul 4338; midd. gul 3321; kl. gul
228; kl. haai 2219; ham 12492; poontjes
1812; kl. koolvis zw. 20—8,50; kl. koolvis
wis 3228, per 50 kg. Gr. kabelpjauw 100
75; gr. koolvis zw. 4538; gr. koolvis wit
8272; gr. leng 9669, per 125 kg.
Besommingen van Maandag. IJM 183
Viking Bank f17.300; IJM 1 Tzonne f23600;
IJM 10 v. Hattem f18.300; RO 15 Antje f7870;
IJM «204 f3800; IJM 53 f2990; HD 79 f3190;
KW 52 f3160; KW 125 f4900; KW 155 f3850;
KW 114 f4050; KW 59 f2870; KW 166 f3120;
KW 10 f3970; KW 65 f2130; KW 84 f3670;
KW 107 f2860; KW 17 f3040; KW 169 f3830;
KW 64 f3690; AM 18 f 1000; AM 17 f3120:
AM 16 f3120; IJM 3 f990; IJM 52 f2870; IJM
5 f3750: BU 33 f3270: KW 53 f1190; KW 36
f4070; KW 98 f3490; KW 210 f3740; KW 12
f2900; KW 94 f2690; KW 34 f3270; TX 14
f 900; WR 33 f 130; WR 7 f 680; WR 67 f 870;
SCH 140 f5480; KW 45 f2430; KW 9 f5080;
KW 40 f 11.300; KW 168 f3310; KW 123
f 10.500; KW 74 f 10.700.
Aanvoer op TJrk. Zaterdag werd aan de
visafslag te Urk door 22 vaartuigen aange
voerd: 494 pond lijnpaling f 1,11f 1,15 p. p.;
*872 pond snoekbaars f 0,70f 0,75 p. p.; 389
pond rode baars f 0,59f 0,62 p. p.; 1400 pond
blei f0,09f 0,10 p. p.; 633 pond voorn
f 0,09f 0,10 p. p.
Over het nieuwe schip voor de rederij
N.V. J. C. Pronk te IJmuiden die met de
„Martha", „Gorredijk", „Martenshoek" en
In de reeks van jubilarissen bij Van
Gelder Zonen N.V. Kon. Papierfabrieken
zal morgen, 10 November, de heer P. J. van
Geelen zijn veertigjarig jubileum vieren.
De heer Van Geelen, die tot November
1941 aan het bedrijf in Velsen verbleef en
tot voor ongeveer tien jaar ook Velsenaar
was, begon zijn loopbaan aan de Velsense
fabriek in 1914 om het gehele volgende
jaar te fungeren als assistent van de af
deling export in de fabriek te Wormer. In
1916 in Velsen teruggekeerd, kwam hij aan
de afdeling loon- en kostprijsadministratie,
waarvan hij tot chef werd benoemd in 1932
en zijn vader, wijlen de heer M. van Gee
len, opvolgde. Een jaar later breidde deze
functie zich uit tot die van chef personeel-
zaken voor de gezamenlijke fabrieken van
Van Gelder Zonen, met standplaats te
Velsen.
In November volgde in gelijke functie
zijn overplaatsing naar het hoofdkantoor
te Amsterdam, waar hij bovendien het
secretariaat van de pensioenfondsen voor
arbeiders en beambten ging uitoefenen.
De heer Van Geelen is thans sedert drie
jaar medelid van de hoofdredactie van
Van Gelder's bedrijfscourant „De Een-
dragt".
In het Kanaal
De eerste berichten over flinke vangsten
in het Kanaal zijn er eindelijk: de Scheve-
ningse SCH 54 „Oceaan 9" meldde Maan
dagmorgen een trek van 270 manden haring.
Zaterdag deed de „Herman" al twee trekken
voor 400 manden. De SCH 54 had een dag
vangst van 510 manden.
Later op de Maandag deed de „Oceaan 9"
trekken van 80 manden haring; de „Elie"
een trek van een paar manden en een trek
van twee pak haring; de „Abraham" een
trek van 7.0 manden haring; de SCH 61
„Janny" (terug uit Oostende) twee trekken
van 30 manden; de „Gelria" een trek van 12
manden haring.
Vele schippers van de trawlervloot klaag
den over schade aan het vistuig. Er liggen
in dit gebied vele wrakken en de bodem is
oneffen. Schipper C. Aland van de „Elie"
meldde gistermorgen te zijn vastgelopen. De
bemanning wist de zaak nog aardig te kla
ren. Ook de „Vios I" had van twee trekken
het net kapot. En dus niet scheep. De schip
pers van de „Herman" en „Abraham"
merkten op, dat zij „tegen een berg opge
tornd waren". Wisselvallig is de visserij nog
wel hier. „Als je gelukkig bent heb je zo een
schuit vol haring", zei de schipper van de
„Elie". „Flamingo's" schipper, die uitsto-
mend was, hoopte daar dan maar op en voeg
de er aan toe: ,,'t Wordt er blank gegooid
van de vleetharing in de hal". Dat was ook
de mening van schipper Ouwehand van de
„Postboy": „De handel loopt ons partijtje
voorbij en neemt die van de loggers. Als de
Engelse wal is afgelopen wordt het voor de
trawlers weer wat beter in de markt". De
Engelse walvisserij kan evenwel nog een
paar weken aanhouden. Woensdag is het
weer volle maan.
Er zit echter in het Kanaal genoeg haring.
De vloot, die er vist, bestond volgens schipper
R. Groen van de „Thorina" gisteren uit 50
spanvissers en 116 trawlers van Frankrijk,
Duitsland. België en Nederland. De haring
zit evenwel net even boven de grond; een
plek onbereikbaar voor de trawlnetten.
Paardenstal
De vloot In het Kanaal heeft gisteren
versterking gekregen van de trawlers „Fla
mingo", „Allanwater" en ook weer van de
„Postboy". Schipper H. Ouwehand van de
„Allanwater" gevraagd naar de bestem
ming merkte op: „We gaan ook naar de
paardenstal, wat dacht je dan. Nu hebben we
1000 kisten vis in de had gehad en voor die
prachtvis kregen we f 17.000. Van een reis
van 14 dagen. Nou, dat kan in het Kanaal
beter. En daar is het: anker en lichtje op,
dat zeg je om acht uur". In het Kanaal wordt
's nachts namelijk niet gevist en omstreeks
acht uur liggen de schepen 's avonds in een
enorme vloot voor anker zij de Ruytingen-
boei.
Goed begin
De nieuwe kotter KW 36 „Stern" was
Maandag met 800 kilo tong, 40 kisten schol
en wat bijvis aan de markt en besomde voor
de eerste reis f 4000. Het schip heeft uit
stekend voldaan, zei de schipper ons.
Garnalen
Maandag zijn een vijftal kotters om gar
nalen geweest. De vangsten waren tussen de
150 en 300 kilo. De gekookte garnaal bracht
f 0.65 per kilo op.
„Nieks"
In die enorme vloot van trawlers uit
Frankrijk. België, Duitsland en Nederland,
die in het Kanaal in de buurt van de San-
dettiebank op de haring jagen, is het con
tact tussen al de schippers in vele geval
len buitengewoon goed.
De „Dirkje" heeft nu ook een makker
gevonden. Een van de opvarenden van de
Rotterdamse trawler spreekt een aardig
mondje Frans en zodoende is ook het con
tact tussen de Nederlandse en Franse
trawlervloot weer gelegd. Wat heb je ge
vangen is de telkens weerkerende vraag.
„Nieks", zei de Franse schipper, die dit
woord al zo veel maal door Hollandse
schippers had horen zeggen, dat het onge
twijfeld goed was. „Bien compris", zei
„Dirkje". En Robert van de Belgische
trawler „Prince de Liège" zei tot schipper
P. Korbee van de Vios; „It binne altemaal
lege kuile als je ze binnendraait". „Vios"
schipper meldde trekken van 1 tarbot, 100,
70 en 5 manden haring.
In het verband van de Stichting voor de
Landbouw is thans met de Nederlandse
Heideimij. en de N.V. Grontmii. overeen
stemming bereikt over de toepassing van
de vergunning tot loonsverhoging voor de
arbeiders op cultuurtechnische werken.
Besloten is de tijdlonen voor de volwas
sen vakarbeiders in het grote loongebied te
verhogen met 5 cent per uur. In de overige
loongebieden zullen de lonen een even
redige verhoging ondergaan. Voor de vast
stelling der jeugdlonen wordt de voor de
landbouw gebruikelijke schaal toegepast.
De tarieven worden aan de nieuwe tijdlo
nen aangepast. De nieuwe lonen gelden
met terugwerkende kracht tot 4 October
jongstleden.
De bereikte overeenstemming zal wor
den nen-- -*• —b-j-'.-
overeenk. 0 .u
voorgelegd.
BBC-Home Service
Nadat de Vlaamse radio-omroep Woens
dagavond van acht tot negen uur een
hoorspel heeft uitgezonden over de visserij
van de Belgen onder de IJslandse kust
omstreeks 1890, komt de BBC-Home Ser
vice op 23 November van 7.30 tot 8 uur
met het hoorspel „Arctic Trawler". Het
is een herhaling van een al eerder uitge
zonden programma. Mocht u het Belgische
hoorspel niet hebben gehoord, dan hebt ge
weinig gemist.
„Fairtry" reizen
De Engelse fabriekstrawler „Fairtry"
heeft thans twee geslaagde reizen bij de
kust van Groenland en New Foundland
gemaakt. Van de eerste reis van 65 vis
dagen werd 460 ton vis aangevoerd; van
de tweede reis, die 57 visdagen duurde,
werd 540 ton vis aan land gebracht. De
eigenaars Chf. Salvesen and Co. te Leith
overwegen thans een tweede schip te la
ten bouwen.
Dit is de Convair XFY I, bijgenaamd de
„Pogo Stick", gefotografeerd in San Diego
(Californië). Op de foto stijgt het toestel
verticaal op tijdens de eerste publieke
demonstratie, waarbij een compleet vlieg-
programma werd afgewerkt. Het toestel
kan zonder moeite verticaal opstijgen
en dalen.
„Shamrock" vaart, zijn thans meer bijzon
derheden bekend.
In aanvulling op ons bericht van 23 Oc
tober kunnen we melden, dat deze trawler
de gelijke wordt van de met zoveel succes
vissende SCH 54 „Oceaan 9" van Arie van
der Zwan en Zonen. Deze „Oceaan 9"
maakte voor de laatste reis 20.000. De
nieuwe trawler voor Pronk wordt ge
bouwd bij de Sleephelling Maatschappij te
Scheveningen, krijgt een lengte van 42.75
meter, een breedte van 7.20 meter en een
diepte van 4.00 meter. De trawler wordt
over bakboord dichtgebouwd en zal alleen
over stuurboordzij kunnen vissen. Er komt
een 600 pk Industrie in de motorkamer te
staan.
De SCH 54 „Oceaan 9", die niet over
bakboord is dichtgebouwd werd ook bij
Sleephelling Maatschappij gebouwd. Op 3
November is bij deze maatschappij de kiel
gelegd voor een nieuwe trawler met de
zelfde maten als de SCH 54 voor rederij
Jac. den Duik en Zn. te Scheveningen. Be
gin van het volgend jaar wordt de kiel ge
legd voor een logger voor de Verre Visserij
Maatschappij te Scheveningen (40.12 me
ter lang) en dan is de nieuwe IJmuidense
trawler voor Pronk aan de beurt.
Voor de Haarlemse economische politie
rechter, mr. J. A. Bletz, stond Maandag
morgen de directeur van een Haarlemse
melkfabriek terecht, welk bedrijf, volgens
de ten laste legging, op een bepaald tijdstip
een melkslijter niet op de gebruikelijke
wijze van melk had voorzien.
De gedupeerde melkhandelaar, wiens
klanten verspreid wonen in Haarlemmer-
liede, Spaarnwoude en Haarlem, had reeds
enige jaren nadeel ondervonden van de
vacantieregeling voor melkhandelaren. Het
was gebleken, dat tijdens zijn afwezigheid
grote groepen van zijn klanten niet door
een melkhandelaar bezocht werden, zodat
zij gedwongen waren, zelf op melk uit te
gaan, hetgeen vaak door de grote afstand
naar de dichtstbijzijnde melkhandelaar
grote moeilijkheden opleverde. Hij had dit
jaar besloten, niet met vacantie te gaan
en dus normaal zijn bestellingen bij de
melkfabriek te blijven opnemen.
De eerste dagen van zijn vacantie ging
alles goed: hij bleef normaal aan het werk,
deed zijn bestellingen en kreeg deze. Vol
gens zijn mening heeft de Haarlemse melk
handel tegen zijn optreden bezwaar ge
maakt, reden waarom de directeur van de
melkfabriek bij hem thuis was gekomen
om te zeggen, dat hij minder melk zou
krijgen. Er werd toen een bijeenkomst be
legd tussen de directeur van de fabriek,
de betrokken melkventer en twee ver
tegenwoordigers van twee melkorganisa-
ties. De melkhandelaar verklaarde toen,
dat hij door de vacantieregeling van vlak
na .de oorlog tot op het huidige ogenblik
ongeveer zevenhonderd gulden schade ge
leden had. Men kwam overeen, dat hij tij
dens zijn vacantie alleen die klanten zou
bedienen, die zeer ver van een melkstand-
plaats verwijderd waren. Ook de schade
vergoeding zou nader geregeld worden.
Vooral vertrouwende op dit laatste punt,
ging de slijter met de afspraak accoord en
deed inderdaad gedurende de volgende da
gen veel kleinere bestellingen. Kort voor
het einde van de vacantie werd hem even
wel medegedeeld, dat de schadevergoeding
niet door zou gaan.
Deze gang van zaken, zoals die uit de
verschillende getuigenverklaringen bleek,
was dus nadelig voor de melkhandelaar.
De officier van Justitie, mr. Wiarda, was
van mening, dat het ten laste gelegde be
wezen was, aangezien de betrokken melk
slijter niet iedere dag de gebruikelijke hoe
veelheden had ontvangen. Zelfs al had hij
een schadevergoeding ontvangen, dan nog
zou er van een strafbaar feit sprake zijn.
Het voorgevallene was volgens zijn mening
geen ernstig feit, maar men dient nu een
maal te handelen in overeenstemming met
de wensen van het publiek. Hij eiste daar
om een boete van een gulden.
De raadsman van de directeur, mr. Smit-
hujasen, bracht naar voren, dat de fabriek
niet geweigerd heeft, melk te leveren. Zij
gaf precies, wat de melkslijter nodig had.
Van een strafbaar feit is dus geen sprake
en volgens zijn mening waren er geen ter
men aanwezig om tot veroordeling over te
gaan. De officier merkte hierna op, dat de
melkslijter kleine bestellingen had gedaan,
in de overtuiging, dat hij een schadever
goeding zou ontvangen.
Mr. Bletz was evenwel met de raadsman
van mening, dat de fabriek haar cliënt op
de gebruikelijke wijze van melk had voor
zien: hij heeft ontvangen, waar hij om
vroeg. Daarom besloot hij tot vrijspraak,
waarna de officier tenslotte verklaarde, dat
hij de handelwijze van de fabriek niet kon
waarderen.
De minister van Sociale Zaken en Volks
gezondheid heeft, naar men thans van de
zijde van het ministerie mededeelt, Vrijdag
een delegatie uit het hoofdbestuur van de
Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot
bevordering der Geneeskunst op haar ver
zoek in audiëntie ontvangen ontvangen ter
bespreking van de moeilijkheden, ver
band houdende met de voorgenomen ver
hoging van de loongrens voor de verplichte
ziekenfondsverzekering tot 6000,
Desgevraagd heeft de minister verklaard,
dat het niet in de bedoeling ligt door voort
durende verhoging van de loongrens te
komen tot een allen omvattende verplichte
Ziekenfondsverzekering. De sedert de laat
ste wijziging plaats gehad hebbende stij
ging van lonen en kosten van levensonder
houd rechtvaardigt opnieuw een niet on
belangrijke optrekking van de loongrens.
Door deze thans op 6000 te stellen wordt
een grens bereikt, waarmede tevens de
nodige coördinatie in het geheel der sociale
verzekering wordt verkregen. Een herhaal
de wijziging van de loongrens wordt hier
door. behoudens in gevallen van aanzien-
'b'kc w in het loonpeil, onnodig,
.,a.i hei I ook volgens de opvattingen van de Stich-
I ting van de Arbeid.
De minister zeide voorts een open oog
te hebben voor de wens, de medische pro
blemen, welke betrekking hebben op het
ziekenfondswezen, ter voorbereiding van
de behandeling in de Ziekenfondsraad, te
doen bestuderen door een daarvoor be
stemd college, samengesteld uit deskun
digen op dit gebied, opdat de medische be
langen duidelijk tot uitdrukking kunnen
worden gebracht. De minister verklaarde
voorts, dat het vraagstuk van de specialis
tische hulp, te verlenen in open en gesloten
ziekenhuizen, zijn volle belangstelling heeft
en dat dit vraagstuk zonder twijfel binnen
kort in de Commissie voor Ziekenhuis
vraagstukken zal worden behandeld, zon
der daardoor behandeling door andere
organen uit te sluiten.
Verscheidene punten, die in het verleden
misverstand hebben doen rijzen, zijn in het
verloop van de bespreking behandeld,
waarbij nadrukkelijk kwam vast te staan,
dat ook naar het oordeel van de minister
de belangen van medewerkers en verzeker
den veilig moeten worden gesteld, doch dat
anderzijds beider medewerking voor het
verkrijgen van een goed functionnerend
ziekenfondsbestel onontbeerlijk is. Tenslotte
waren zowel de minister als het hoofdbe
stuur volkomen eenstemmig in hun opvat
ting, dat al het mogelijke moet worden ge
daan teneinde conflict-situaties te voor
komen, aldus de mededeling van het minis
terie van Sociale Zaken en Volksgezond
heid.