Historisch tapijt vertoont bonte van Tunesië schakering Grui$M]e Velerlei zwenkingen in de Amerikaanse politiek Twee rechts, twee averechts der democratie ontbreekt Agenda voor Haarlem Terugdringen der Sovjet-macht is tot dusverre niet gelukt Verouderde hoest Wirwar van Oosterse en Westerse motieven eman's Veranderingen in Washington „Losweken" de leus Scheveningen-Radio in het goud 3 Ja-knikken mWVT-ANTHr^C1ET Enormiteiten Onhoudbaar Speciale uitzending van de Wereldomroep WOENSDAG 15 DECEMBER 1954 (Van onze reisredacteur) TUNIS, 8 December Hij die in kort bestek een beeld wil geven van de poli tieke ontwikkeling in Tunesië, stelt zich voor een vrijwel hopeloze taak. Hij vindt een tapijt voor zich waarin Westerse en Oosterse motieven kris-kras door elkaar lopen; waarin juridische, economische, politieke en emotionele draden op de meest onlogische wijze aan elkaar geknoopt zijn. En hij zet zich zuchtend aan de taak althans de voornaamste lijnen in het patroon te vinden, teneinde duidelijk te kunnen maken waarom en op welke punten een restauratie van dit tapijt gevraagd werd. Om nog even de vergelijking voort te zetten, bij de eerste beschouwing vallen hem drie hoofdmotieven op: het kleurige en bloemrijke pa troon van de absolute monarchie van de Bey, de prozaïsche draden van een Westelijk bestuursapparaat die dit patroon geheel omspinnen en de fel-gekleurde vlakken van een sterk nationalisme, die dank zij ijverig voortknopen het geheel steeds meer gaan overheersen. Eén motief ontbreekt nog: het vertrouwde twee rechts, twee averechts van onze beminde democratie. Genoeg van deze Oosterse beeldspraak, laat ik beginnen de juridische basis van deze warwinkel op te graven. Deze ligt verankerd in twee verdragen. Het eerste is het protectoraatsverdrag van Bardo, dat Frankrijk in 1881 met de toenmalige Bey van Tunesië sloot om een einde te maken aan het gevaar dat een door corruptie on dermijnde, achterlijke staat, niet ongevoe lig voor Italiaanse avances, voor de Franse kolonie Algerije vormde. Het plaatste Tu nesië onder Frans protectoraat, had mede als oogmerk het land te moderniseren, nam de diplomatieke en militaire taken van de regering van de Bey over, maar garandeerde tevens haar binnenlandse zelfstandigheid. Het tweede verdrag was de conventie van La Marsa, in 1883 geslo ten, die als aanvulling op het protecto raatsverdrag gold en waarbij de Bey zich verbond bepaalde administratieve, juridi sche en financiële hervormingen in te voeren, die de Franse regering noodzake lijk achtte voor het welslagen van haar protectoraat. In deze twee verdragen ligt de oorsprong van het huidige conflict besloten. De Fran sen hebben in de loop der tijden van die hervormingsclausule gebruik gemaakt om een „administration directe" in te voeren, die van de resident-generaal en zijn Fran se directeuren de werkelijke bestuurders van het land maakte. In lagere regionen werd dat bewind voortgezet door „burger lijke controleurs". Formeel had het Fran se bestuursapparaat slechts een contro lerende taak op zijn Tunesische evenknie, de Bey met zijn ministers, en op locaal ni veau de Caids en sjeiks, maar in feite re geerde het bij decreet aan de Tune sische functionarissen slechts de rol van ja-knikken overlatende. Gezegd moet worden dat dit Franse be stuur Tunesië van een achterlijk staatje tot een zeer geëvolueerd Arabisch land heeft gemaakt, maar zelfs de grootste be wonderaar van Westelijke expansie zal niet willen volhouden dat het alléén op philantropie berustte. Deze Franse „bu reaucratie" heeft inderdaad haar eigen ambtenaren alsmede de Franse „colons" in een bevoorrechte positie geplaatst en zij is een enorme macht in zichzelf gewor den, die een buitengewone macht in Parijs verwierf. Tegen dit alles trekken de Tunesische nationalisten te velde. Zij achten de „di recte administratie" in strijd met het verdrag van Bardo en zij verzetten zich nog heftiger tegen het begrip van „mede- souvereiniteit", waar de Fransen hier zich op beroepen omdat zij menen dat deze is gegrondvest door de feitelijke gang van zaken en door het aandeel, dat zij in de ontwikkeling van Tunesië hebben gehad. Dit begrip heet hier „status quo" en het werkt op de Tunesiërs als een rode lap op een stier. ADVERTENTIE Het verzet van de Tunesiërs dateert ove rigens niet van gisteren, Reeds voor de eerste wereldoorlog kwamen de „jonge Tunesiërs" hiertegen op. Na de eerste we reldoorlog werd de „Destour-parij" ge sticht (Destour betekent „grondwet") die de interne zelfstandigheid wilde herstel len. Haar actie beperkte zich overigens tot de intellectuelen en toen in 1930 de wereldcrisis ook Tunesië zwaar trof, deed de drang naar sterke en breder actie zich gelden. In die jaren verscheen een nieuwe man op het toneel, een jong advo caat: Habib Bourguiba, die de „Neo Destour partij" oprichtte, welke zich tot het hele Tunesische volk richtte en weer klank vond. Zij heeft tot op heden zonder ophouden geageerd en zij heeft zelfs in de kleinste dorpen haar cellen. Haar tactiek is tweezijdig. De grondregel is: ageren met alle middelen inclusief daadwerkelijk verzet, maar ook onderhandelen zo gauw er bij een Franse regering daartoe neiging bestaat. Bij de organisatie van haar verzet heeft zij met geschroomd bij totalitaire partijen in de leer te gaan. Bij haar on derhandelingen heeft zij een grote soepel heid en een zelfs na de strengste Fran se represailles opvallend gebrek aan wrok getoond. Dat zij de overgrote meer derheid van het Tunesische volk achter zich heeft lijdt geen twijfel. Tot zovere de grondgegevens van het probleem. Ik zal niet ingaan op de histo rie van het conflict vóór de jongste we reldoorlog, toen het Westen zich van geen koloniale problemen bewust was. De anti- koloniale kettingreactie echter die zich tijdens en na deze oorlog afspeelde, heeft ook de vonk in het Tunesische kruitvat doen slaan. En de recente historie in Tune sië die begon met het afzetten van Mou- cef Bey, is een tragische geworden. Haar voornaamste kenmerken waren gebrek aan begrip, onmacht en bloedvergieten. Gebrek aan begrip in Parijs vooral voor de acuutheid van de situatie. Er zijn wel iswaar goedbedoelde pogingen gedaan, bij voorbeeld door Mitterrand en Schuman. maar Mitterand viel al voordat hij zijn hervormingsplannen had kunnen indienen. En Schuman die in 1951 een grote stap scheen te willen doen, had het te druk met Europa en bezat onvoldoende kracht om zijn plan staande te houden tegen de hevige oppositie van de Fransen in Tune sië en hun bondgenoten in Parijs. Het ex periment met het kabinet-Chenik, waarin ook de neo-Destour vertegenwoordigd was, en dat over een nieuwe status zou onderhandelen, werd getorpedeerd. De ministers (in functie) werden verbannen naar het Zuiden. Ironischer nog was dat Schuman, aan wiens eerlijke bedoelingen niemand kan twijfelen, met zijn plannen een reactie uit lokte, welke leidde tot het regime van de resident-generaal De Haute-Cloque, die er wel eens even het mes in zou zetten. Het werd de periode van de bloedige „schoonmaak" van Kaap Bon", van staat van beleg, van censuur, van verbannin gen, van concentratiekampen, van intimi datie van de Bey. blée. Het was echter te laat. De Neo- Destour had al eerder een homogene Tune sische regering en een homogeen volledig bevoegd Tunesisch parlement geëist. De publicatie van bet plan leidde tot onlusten. Het kabinet M'Zali trad af en weigerde zelfs de löpende zaken te be handelen. Het mandaat van de Grote Raad, een soort consultatief FransTune sisch lichaam, was al eerder afgelopen. Iedere Tunesische deelneming In het be stuur had opgehouden te bestaan. Er be stond nog slechts gewapend verzet. In deze volmaakt onmogelijke situatie maak te een nieuwe Franse premier op 31 Juli van dit jaar zijn opwachting bij de Bey: Mèndes-France, na zijn bliksem-reis neergestreken op het vliegveld El Alouina. Hij bracht een nieuw en energiek programma mee: interne autonomie en tegelijkertijd krachtig optreden tegen iedere orde-verstoring, programma dat werd verpersoonlijkt in een nieu- de resident-generaal, generaal Boyer de la Tour, tevens bevelhebber der Franse troepen in Tunesië. Hij kreeg het vertrouwen der Tunesiërs. Het kabinet-Tahar Ben Ammar, dat vier Neo Destour-ministers bevat en thans onderhandelt over de uitvoering van Mèndes-France's belofte, heeft zijn goede trouw bewezen door het Fella- gha-leger uit de bergen te laten ko men. Er wordt niet meer geschoten, maar op een gezonde basis gepraat. Er gloort nieuwe hoop. ADVERTENTIE echte GfLDERS* ADVERTENTIE Ook in luxe dozen van 50 en 100 stuks KING'S CROSS IS AL JARENLANG DE SIGARET MET HET GROOTSTE AANTAL VASTE ROKERS VAN BRtWW Co. TEL. 10»" WOENSDAG 15 DECEMBER Wilhelminakerk, Gedempte Oude Gracht: Interkerkelijke Adventssamenkomst, 8 uur. Cultura: Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming, lezing, 8 uur. Cultura: Ned. Ver. van Spir. „Harmonia", 8 uur. Luxor: „Captain Kidd and the slave girl", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De onver- schrokkenen", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Lucky me", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Roxy: „Achter gesloten gordijnen", 18 jaar, 8 uur. Rembrandt: „Intermezzo", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Onderwereld van Montmartre", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. DONDERDAG 1G DECEMBER Lange Veerstraat 16: Genezingsdienst van de tempel, 7.45 uur. Luxor: „Captain Kidd and the slave girl", 18 jaar, 2, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Het balboekje", 18 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: „Lucky me", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Achter gesloten gordijnen", 18 jaar, 2.30 en 8 uur. Rembrandt: „Intermezzo", 14 jaar, 2, 4.15, 7 uur. „Ronde de nuit", Haarlemse Kunst Gemeenschap, 9.15 uur. Lido: „Onderwereld van Mont martre", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. In Parijs was er niemand die de enor miteiten van deze resident-generaal kon stopzetten. Het was de periode van de Pinays, de Bidaults, van de halve maat regelen, van halve hervormingen, die de represailles afwisselden, maar die nim mer of slechts ten dele werden uitge voerd. De periode van de onmacht waarin het Franse parlement op één dag achter elkaar vijf verschillende moties over Tu nesië verwierp en toen maar overging tot de orde van de dag. Het was de periode waarin men het probeerde met een ma rionet als Baccouche, die met veel moei te een Tunesisch kabinet van stromannen bij elkaar trommelde, dat geen enkel ver trouwen bij het volk genoot. De Tujjesische nationalisten hadden in middels niet stil gezeten. Bourguiba begon zijn grote campagne in het buitenland. De later door „de rode hand", contra-terreur organisatie van Franse 'extremisten, ver moordde vakbondsleider, Ferhat Hached, bracht zijn arbeiders in de strijd. Sidi Lamine Bey, die zich meer en meer met de nationalisten vereenzelvigde, riep een officiële „staten-generaal" bijeen om een Tunesisch hervormingsplan op te stellen en tegelijk blijk te geven van zijn bereid heid tot een constitutionele monarchie. De Tunesiërs legden hun zaak aan de UNO voor. Maar ook begon het gewapend ver zet, de Fellagha's sloegen terug, overvielen Franse boerderijen. Het werd moord en doodslag, terreur en contra-terreur. De toestand werd onhoudbaar. Het ka- binet-Laniel verving de Haute-Cloque door Voizard, die in Maart 1954 met de gematigde nationalist M'Zali als premier in zee ging en een nieuw hervormingsplan opstelde volgens hetwelk het Tunesische kabinet voortaan uit acht Tunesische mi nisters en vier Franse directeuren zou be staan en dat ook voorzag in de verkiezing van een raadgevende Tunesische assem- (Van onze correspondent in Washington) President Eisenhower acht het kennelijk gevaarlijk om de indruk te wekken, dat de wereld een periode van vrede heeft bereikt. Er is, volgens hem, een wapenstil stand ingetreden, de vrees voor het uitbreken van oorlog is verminderd, doch Ame rika moet helaas nog enorme sommen uitgeven aan bewapening. Zulk een toestand kan men geen ware vrede noemen. Toch is er allerlei nieuws onder de zon: diverse belangrijke veranderingen zijn in de laatste maanden duidelijk geworden. Wanneer men de situatie van eind 1954 vergelijkt met die van het begin van 1953, toen Eisenhower zijn werk als president begon, dan constateert men een aanzienlijke zwen king in de Amerikaanse politiek ten aanzien van het buitenland. Toen de republikeinen aan het bewind kwamen, was ten aanzien van d'e Sovjet- Unie „terugdringen" hum leus. Zij ver klaarden zich voorstanders van een actie ver politiek dan die der democraten en spraken zelfs van een „bevrijding" der satellietlanden. Die bevrijding werd door de meesten niet zuiver militair bedoeld, maar men wilde toch, door het aanwakke ren van ontevredenheid in de door Rus land bezette staten, afvalligheid bevorde ren in het communistische deel van de wereld. De radio-propaganda naar de lan den achter het iizeren gordijn werd inten siever en in het Verre Oosten stond men aan Tsjang Kai Tsjefc toe, om, voor zo ver hij daartoe in staat was, het vasteland van Azië aan te valjen. Tsjang werd, zoals het heette, „losgelaten" van de leiband. Thans zijn we twee jaar verder. In de letterlijke zin van het woord is er van een terugdringen der Sovjet-macht niets te recht gekomen. Integendeel, nog in 1954 zagen de communisten kans om in het Noorden van Indochina belangrijk gebied erbij te veroveren. De Amerikaanse poli tiek, die begin 1953 zeer gematigd aiggressief scheen te worden, is tihans een politiek van verdedigen en voorkomen, een politiek van „houd-wat-je-hebt"- Tsjang Kai Tsjek ligt weer aan de leiband; Dulles zowel als Eisenhower hebben on omwonden verklaard, dat zij geen blok kade wensen van de kust van communis tisch China, zelfs niet, nu dit Chiina Ame rikaanse krijgsgevangenen tegen de af spraken in niet wil vrijlaten. Kennelijk wil men de zaken niet op de spits drijven in een periode, waarin men te Washington tweeërlei hoop op een verbetering der in ternationale situatie koestert. Enerzijds hoopt men namelijk, dat de Russen, die de laatste tijd opvallend minzamer doen, in derdaad tot daadwerkelijke coöperatie be reid zullen blijken, anderzijds hoopt men, dat het mogelijk zal zijn, om niet-Russi- sohe landen van het communistische bloc, losser te maken van Moskou al blijver, de regeringen aldaar officieel communis tisch toch met die landen tot afspraken te komen, waar het Kremlin niet in ge kend behoeft te worden. In hoeverre deze tweevoudige hoop gerechtsvaardigd is, laat ik in het midden, hoop is nog iets an ders dan verwachting. Maar het alternatief van steeds toenemende internationale spanning die eindigen kan in oorlog' met waterstof-bommen, is zo verschrikkelijk, dat men elke mogelijkheid wil beproeven om de wapenstilstand over te doen gaan in een toestand, die althans enigszins op vrede lijkt. De satelliet-landen worden dus op het ogenblik ietwat anders benaderd dan twee jaar geleden. Te Washington heeft men een paar handige termen bedacht om dat verschil in handeling aan te geven. Eerst, zo zegt men wel, sneed men de zaak aan in horizontale richting. Dat wil zeggen, men probeerde de bevolking in de satelliet- landen opstandig te maken tegen hun over heersers (of dat nu de Russen waren of handlangers van de Russen). Thans even wel overweegt men in verticale richting te gaan snijden, met andere woorden de sa telliet-landen los te snijden en met deze communistische, doch niet van nationaal gevoel gespeende landen tot overleg te ko men. Gaat men in deze richting consequent door, dan zou het er op moeten uitlopen, dat Amerika het communistisch China ging erkennen. Zo ver is het echter voor eerst nog niet. Men kan deze dingen niet al te zeer in zwart-wit weergeven. Het is natuurlijk niet zo, dat men op een goede dag de hori zontale methode vaarwel zegt en verticaal gaat opereren. De overgang van de ene manier van entameren naar de andere is geleidelijk en het een sluit het ander niet uit. Maar er is een zwenking. Koude oorlog economisch Al dit snijden, in welke richting ook, kan men ten aanzien van het Sovjet-'oloc als geheel, ietwat aggressief noemen. De nadruk valt echter op dit moment meer op wat men behouden kan in de strijd te gen het opdringende communisme, dan op wat men aan de centrale macht van het Kremlin kan onttrekken. De Amerikaanse buitenlandse politiek tegenover het com munisme is thans vóór alles defensief en preventief. De koude oorlog, zo zei Dulles enkele dagen geleden, krijgt meer erf meer economisch aspect. Dit geldt vooral ten aanzien van het Verre Oosten. Kort na elkaar hebben twee premiers op de persclub te Washington gesproken. Het waren Josji'da uit Japan en Kotelawala uit Ceylon. Beiden legden er de nadruk op, dat de economische voor uitgang in communistisch China grote in druk maakt in Azië. Het niet-communisti- sche deel van Azië kan alleen voor de vrije wereld behouden worden, indien de econo mische vooruitgang aldaar niet onderdoet voor die in communistisch gebied. Hoop op beter De Amerikaanse ambassadeur Bohlen, die ter consultatie te Washington is ge weest, is weer naar zijn post te Moskou teruggekeerd. Hij hoopt en de Ameri kaanse regering met hem dat hij thans vaker gelegenheid zal krijgen tot informeel overleg met de leiders van de Sovjet-Unie. Zulk contact is onlangs begonnen en alleen op die manier zou er een betere verstand houding te bereiken zijn. De Amerikaanse regering denkt er niet aan, zoals senator Knowland wil, de diplomatieke betrekkin gen met de Sovjet-Unie Ce verbreken. Ook heeft zij zoals gezegd Knowlands suggestie om de Chinese kust te blokke ren, van de hand gewezen. Betekent dit een breuk met de leider van de republi keinse fractie in de Senaat? Dat behoeft niet. Knowland zelf wenst die breuk in elk geval riiet te farceren. Enkele dagen gele den had ik een gesprek met hem en daar uit bleek zonneklaar, dat hij zich enige matiging in zijn uitspraken oplegde en de tegenstellingen tussen zichzelf en de presi dent niet op de spits wilde drijven. Hij zeide mij onomwonden, dat hij de leidet der reDublikeinen in de Senaat blijven zou. Een aindere senator, die ook overhoop is geraakt met het Witte Huis, doet juist wel alles om het conflict te accentueren. Ik bedoel natuurlijk McCarthy. Dat hij door het dolle heen aldus handelt, is eigenlijk maar gelukkig. Gelijk men weet heeft de Senaat zijn af keuring uitgesproken over McCarthy's ge drag. Hij kreeg alle democraten tegen zich, doch zijn eigen partij was verdeeld: 24 re publikeinen stemden tegen McCarthy, 22 wilden hem niet veroordelen, dat zag er ietwat bedenkelijk uit. Dreigde er een splitsing in de partij, waar de helft bij betrokken was? Nu echter McCarthy in felle taal de president heeft durven aan vallen, is zijn aanzien onder de repu blikeinen aanzienlijk gedaald. Mocht McCarthy ertoe komen om zich af te scheiden, dan zal hij slechts heel weinig senatoren met zich mee kunnen tronen, op zijn hoogst een paar schreeüw-lelijken zoals Jenner en Welker. Zonder deze poli tici van bedenkelijk allooi zou de repu blikeinse partij toch nog wel een kans kun nen maken in 1956, doch een splitsing waarbij Knowland, Styles, Bridges en an deren af zouden vallen, zou fataal zijn. ADVERTENTIE IMaal< een eind aan dat gekuch. Zuiver Uw luchtwegen van gevaarlijke ziektekiemen met de r I x. i I d—% m «—I A Op een van de hellingen van de werf van de Nederlandse Dok- en Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam wordt op het ogenblik hard gewerkt aan een nieuwe tanker, welke wordt gebouwd in opdracht van de N.V. Petroleum Maatschappij „La Corona" in Den Haag. De „Vasum", zoals het schip zal worden gedoopt, heeft een draagvermogen van 31.000 ton en zal op 15 Januari aanstaande door Prinses Beatrix worden te water gelaten. De Wereldomroep heeft Dinsdagmiddag een extra uitzending gegeven van het po pulaire programma „Het schip van de week". Dit programma was gewijd aan het 50-jarig bestaan van het rijkskust- wachtstation PCH, beter bekend als Sche veningen-Radio. In aanwezigheid van verscheidene autoriteiten zijn gelukwensen en geschen ken aangeboden door de directeur van Radio-Holland, ir. W. D. P. Stenfert, waarvoor de heer C. van Geel, directeur van het jubilerende station, dat zoveel voor het contact van de zeevarenden met het vasteland betekent, hartelijke dank woorden uitte. De heer L. H. de Fauw van de Haagse kern van PCH offreerde aan de heer R. C. A. Kroes, oud-hoofdinspecteur van Radio-Holland en de eerste telegra fist die met PCH destijds contact maakte, 100 exemplaren van het jubileumgedenlf- schrift voor de 100 oudste telegrafisten ter zee. Ook waren er familiegroeten van da employé's van Radio-Holland op de in specties Tandjong-Priok en Willemstad. Deze uitzending werd feestelijk omlijst door muziek van een scheepsorkest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 5