In Engeland verstuurde men dit jaar ruim 450 millioen Kerstkaarten 5ldó maob Père Noël gaat met zijn tijd mee REUKWERK VAN PROZA Dierbare Litteraire Kanttekeningen De Parijse magazijnen stelden psychotechnici aan ter voorlichting der ouders Een typisch product van de Victoriaanse tijd Haags Matrozenkoor op de „Karei Doorman" rienden Agenda 1955 van Museum Boymans (Van onze correspondent in Londen) EEN ENGELSE KERSTMIS is on denkbaar zonder kalkoenen, plumpud ding, mistletoe, knallende pistaches, pantomimes en.... Kerstkaarten. Deze laatste komen ook in ons land Steeds meer in zwang, maar in Enge land is het zo, dat iedereen aan iedereen ter gelegenheid van het Kerstfeest een kaart stuurt. De Britse posterijen krij gen in de laatste weken van December maar eventjes vierhonderdvijftig mil lioen Kerstkaarten te verwerken. DIT IS niet altijd zo geweest. Evenals de Kerstboom deed de Kerstkaart ruim een eeuw geleden in Engeland haar intrede. De Kerstkaart, een zuiver Engelse uitvin ding, al werden er in de vorige eeuw vele in Duitsland gedrukt, wegens de voor sprong van dat land op het gebied van de kleurendruk, is eigenlijk ontstaan als een gevolg van de vergeetachtigheid. Het denkbeeld is afkomstig van een zekere Henri Cole, stichter van het Vic toria en Albert Museum in Londen, een man die blaakte van initiatief en die het in de Decembermaand van het jaar 1843 zo druk had, dat hij te laat tot de ont dekking kwam, dat hij zijn talrijke vrien den Kerstwensen moest sturen. Hij deed dat altijd in een persoonlijke brief. Maar het werk liep hem over het hoofd en hij kon er geen tijd voor vinden. Geen nood: hij stelde zich in verbinding met een be kende kunstschilder, die hij opdracht gaf een Kerstkaart te .ontwerpen om te laten drukken, zodat hij tenslotte op het laatste nippertje zijn vrienden nog bereiken kon. Duizend exemplaren werden gedrukt en met de hand beschilderd. Zoveel vrienden had Cole echter niet. Nadat hij allen een kaart had toegezonden, étaleerde hij de pest in zijn kunsthandel in de deftige Old pond Street, waar ze ondanks de hoge prijs als warme worstjes wegvlogen. Dat was het begin van wat thans een enorme industrie is. De eerste kaart was een triptiek, met in het midden een feest vierend gezin en aan de kanten toepasse lijke Bijbelse charitatieve voorstellingen, het geheel omgeven door een guirlande van klimop. Doch het zou nog twintig jaar duren voordat de Kerstkaart werkelijk populair werd. Dat was namelijk pas mo gelijk door de invoering van het goed kope posttarief de pennypost door de beroemde postdirecteur Rowland Hill. De Kerstkaart was een typisch product van de laat-Victoriaanse en vroeg-Edwar- diaanse periode. Het is niet toevallig, dat de eerste Kerstkaart op hetzelfde tijdstip verscheen als Dickens' klassieke „Kerst lied in proza". Want de diepste sentimen ten van het Engelse volk, die in de ver drukking waren gekomen door de in dustriële omwenteling, toen de gore fa briekssteden hun somber stempel op het leven drukten, zochten een uitweg. Dic kens' boeken en de kleurige Kerstkaarten met hun idyllische onderwerpen vormden een verademing in de harde, materialis tische sfeer van die tijd. DE ENGELSE Kerstmis vertoont ver wantschap met ons Sinterklaasfeest: het Kerstmannetje, dat hier Santa Claus heet en uit het Hoge Noorden komt met een door zijn rendier Rudolf getrokken slede, is in wezen dezelfde figuur als onze goed heilig man. Op de avond van 24 December hossen de Londenaars in de straten met papieren mutsen op en Kerstmis zelf is voorname lijk een familiereünie, waarbij men zich tegoed doet aan spijs en drank. Voor het zover was, heeft men in Engeland in de afgelopen eeuw nog vele uit de tijd der puriteinen stammende vooroordelen tegen openlijk vreugdebetoon moeten overwin nen. De Kerstkaart was een onderdeel van de reactie op de algemene ingetogen heid van weleer, toen men zo weinig mo gelijk natuurlijke uitdrukking wilde geven aan zijn gevoelens. In de keuze van zijn kaart kon men deze de vrije loop laten, terwijl het daardoor tegelijk mogelijk was een zekere reserve in acht te nemen. Engeland kende trouwens al de traditie van de Valentijnskaarten, de minneprent jes. die personen van verschillend ge slacht elkaar op 14 Februari, St. Valen tijnsdag, plegen te zenden. De religieuze motieven op de Kerstkaarten waren altijd in de minderheid. Arcadische landschap pen, bloemen, afbeeldingen van diligences, waarnaar men vaak terug verlangde, ka stelen en landhuizen, roodborstjes op een Hierboven. De eerste Kerstkaart uit 1843. Op de afbeelding onderaan een voorbeeld uit 1872. besneeuwde tak en ook ondeugende cupi do's waren gezochte afbeeldingen. Beken de kunstenaars schijnen slechts zelden te zijn aangezocht om Kerstkaarten te ont werpen, hoewel William Morris, die erop uit was de smaak van het publiek te ver beteren, een zekere invloed heeft uitge oefend. Ook reproduceerde men werken van grote meesters in Kerstkaartformaat, die zodoende in miniatuur onder het oog van duizenden kwamen. Vrijwel elk aspect van het leven in de Victoriaanse periode werd op de Kerst kaarten weergegeven en zij vormen daar om een unieke afspiegeling van Engelands sociale historie uit die dagen. Ook nieuwe uitvindingen als de fiets en de automobiel, het luchtschip en afbeeldingen van beken de politieke figuren verschenen op de Kerstkaarten, die voorts de strijd voor de vrouwen-emancipatie illustreerden. Even als Dickens dat deed, vestigden de Kerst kaarten de aandacht op armoede en vooral op het miserabele lot van millioenen kin deren, die van jongsaf in fabrieken en mijnen zwoegden. De loopjongens, de straatvegertjes en de knapen, die in de avond uitgaanders met fakkels bijlichtten, kregen met Kerstmis een extra fooi. In de beide oorlogen dreigde de Kerst kaart te verdwijnen wegens de papier schaarste en om het postvervoer te ontzien. Maar het lukte niet, want juist in die be narde jaren toen zovele gezinnen uiteen gerukt waren, was er meer dan ooit be hoefte aan het stille, liefderijke gebaar, waarvan de Kerstkaart immers het sym bool was. Wijlen Koningin Mary gaf hier in tijdens de laatste oorlog het voorbeeld. Zij was een hartstochtelijk verzamelaar ster van Kerstkaarten, waarvan zij acht tien dikke albums bezat. MEN KAN SLECHTS betreuren, dat er tussen Kerstkaarten nog zoveel rommel is te vinden, maar over smaken valt nu een maal niet te twisten. De fabricage van Kerstkaarten is thans een van Engelands grote exportindustrieën. In het dure May- fair bezochten wij het rijk gemeubileerde herenhuis, waar de grootste Kerstkaarten- firma is gevestigd. Hier werkt een omvangrijke staf kun stenaars en tekstschrijvers. Hoe het pu bliek ook verwend is door dieptefilms en televisie, men blijft door de zeer simpele en vaak conventionele gekleurde Kerst kaarten gefascineerd. Het is een groot scheeps stuivertje wisselen van schoor steenmantel tot schoorsteenmantel. Want de Kerstkaarten op een rij behoren in deze tijd tot de traditionele versiering van de Engelse huiskamer, waar de grote afwis seling van voorstellingen voor een vrolijke combinatie zorgt, wanneer zij aan de wand worden geprikt of ook als ze, voor zover het dubbelgevouwen kaarten betreft, in het gelid naast en achter elkaar staan. De duurste kosten ongeveer een rijks daalder per stuk, maar men kan al voor drie stuivers terecht. Vaak zijn juist de kleine, eenvoudige kaarten het geestigst en het levendigst. Een enkele fabrikant drukt soms honderden onderwerpen en elk jaar komt hij met geheel nieuwe aan de markt. De fantasie is schier onuitputtelijk. De productie wordt twee jaar van tevoren reeds uitgedacht. Al in Februari beginnen de eerste verschepingen naar overzee. Meer dan een eeuw geleden begon een gewoonte waaraan thans niemand zich onttrekken kan it** .'n/A'-n ELK JAAR nemen ettelijken zich voor om geen kaarten meer te zenden omdat het zo'n dure grap is. Iemand met een nor male kring van vrien den en kennissen is vaak wel dertig of veertig gulden kwijt door deze gewoonte van het rondsturen. Maar toch kan nie mand zich eraan ont trekken. Want al heeft men nog geen vin verroerd, de eerste Kerstkaarten druppe len al spoedig binnen en men voelt zich beschaamd om een familielid of vriend in de steek te laten. Hoe het ook zij, de opstel ling van de adreslijst betekent een jaarlijk se inventarisatie van zijn vriendenkring. Kerstmis is in Enge land de tijd om de betrekkingen tot an deren nauwkeurig af te wegen. Wel een kaart of geen kaart is dan de kwestie! Eeri witte Kerstmis behoort, zeker in En geland, waar het kli maat doorgaans zach ter is dan op het vas teland, tot de uitzon deringen. Maar al zul len er dan waar schijnlijk geen vlok ken neerdalen, het land zal zeker zijn bedolven onder de papieren sneeuw van de Kerstkaarten! DE VERLHEID van voortreffelijke gierech- ten op het aether-Kerstmenu brengt ons ertoe een kleine handleiding samen te stellen voor vanavond en Eerste Kerst dag. De programma's van de Tweede Kerstdag hadden wij helaas nog niet ter beschikking; het is echter algemeen be kend, dat de uitzendingen op die dag in een heel wat lichter toon worden gehou den* dan op die 24ste en 25ste December. Liefhebbers van koormuziek, die zich bovendien niet laten afschrikken door het onbekende, dat immers onbemind maakt, dienen vanavond om half negen zeker op Hilversum II af te stemmen voor het frag ment „La nuit" uit ,,Le mystère de Jeanne d'Arc" een breed opgezet drama van de Franse dichter Charles Péguy, waarbij de VPRO-musicoloog dr. Antthon van der Horst een partituur schreef. De bewogenheid en onrust van de menselijke ziel worden hier gesteld tegenover de bal semende sereniteit van de nacht. De kwa liteiten van de uitvoerenden (Het Neder lands Kamerkoor onder leiding van Felix de Nobel, het strijkersensemble van het Kunstmaand-kiameroirkest en dé organist Albert de Klerk) waarborgen een half uur muziekgenot (dat eindigt met een Gloria van Monteverdi), dat moeilijk zijn gelijke zal vinden. Dezelfde luisteraars, die hiermee zullen instemmen, zullen op Eer ste Kerstdag wel hetzij 's morgens (Brus sel-Nederlands 11.10 uur), hetzij 's mü-, dags (Hilversum II, 14,20 uur) aan hun luidsprekers te vinden zijn voor de uit voering van de in „Erbij" reeds besproken Kerstcantate 1953 van Arthur Honegger. De bezitters van een televisietoestel zullen om 23.52 vanavond met vele dui zenden West-Europeanen geschaard zit ten om het scherm, waarop de Nachtmis in de Notre Dame van Parijs te zien zal zijn. Zij wordt gecelebreerd door kardi naal Feltin. De aan de Haarlemse liefheb bers van orgelmuziek welbekende Jean Langlais componeerde voor deze gelegen heid een Salve Regina. Degenen diie het voorshands nog bij de geluidsomroep hou den kunnen deze uitzending ook volgen via de zenders van het Franse nationale programma, waarvan Marseille (422 m.), Parijs I (347 m.), Bordeaux (249 m.) en Straatsburg II (235 m.) hier te lande het best te ontvangen zijn. Uiteraard heeft ook Nederland zijn nachtdiensten, zowel een Protestantse als een Rooms-Katholieke, maar velen zullen wellicht belangstel- ling hebban voor de traditionele Engelse „Dienst van negen teksten en liederen" in King's College Chapel, Cambridge V (Home Service 23.001 De Nederlandse sectie van de B.B.C. geeft er om 22.00 (224 m.) een toelichting op. Er is ook een Kerstuitzending, welke door de Abbé Pierre wordt geleid (Luxem burg I, 23.00). Morgen, Eerste Kerstdag, gaat de be langstelling allereerst uit naar de gebrui kelijke Kersttoespraak van Koningin Ju liana (alle zenders 13.00). Ook het Engel se staatshpofd pleegt zich op deze dag text al zijn onderdanen te richten. Koningin Elizabeth is om 16.00 over alle stations van de B.B.C. te beluisteren. Er zijn voor Eerste Kerstdag nogal wat luisterspelen en klank beelden geprojec teerd. Uit het smaakvolle programma van Hilversum II noemen wij „Noche Buena" van Jo van de Walle (15.25 uur), „Bn on der millioenen" van André Monguil (17.45 uur) en 's avonds (20.35 uur). „Een win teravondsprookje" van Shakespeare. De Nederlandise Kerstpmgramma's mh- ken de indruk wat minder eenzijdig op gezet te zijn dan een jaar geleden en ook de bij ons omroepbestel overigens onver mijdelijke doublures zijn, op een enkel samenvallen van kerkdiensten na, voor komen. Niet onvermeld mag blijven, dat de puitse omroepen, inzonderheid de Noord- West-Duitse omroep, deze Kerstmis 1954 ruimschoots gebruiken voor het oproepen van herinneringen aan „de goede, oude tijd" in d'e vorm van aan Silezië en Oost- Pruisen gewijde klankbeelden en cause rieën, hetgeen weinig in overeenstemming lijkt met de vrede, welke althans geduren de deze dagen op aarde kan heersen. J. H. B. Het Haagse Matrozenkoor, onder leiding van Theo van Elferen, is uitgenodigd in de Kerstnacht te komen zingen aan boord van de „Karei Doorman." Eén der hangars van het vliegdekschip is voor deze gelegenheid geheel als kapel ingericht. Voor <U microfoon INDIë IS VOOR Maria Dermoüt meer dan een woonplaats geweest. Meer zelfs dan een geboorteland. Het is deel van haar leven geworden, innerlijke ervaring. En als zodanig meer ook dan herinnering aan het voorbije. Indië, waar haar bet-overgroot vader in dienst van de Oost-Indische Compagnie heenvoer „ter kamer van Zee land, schip De Vreede en Vrijheid", zoals zij in een autobiografietje noteerde en waar haar overgrootvader als koopvaardijkapitein ter rede ging, haar grootvader woonde, haar vader geboren werd, is haar in het bloed gevaren. Iets, veel zelfs, van die hemelstreek, van dat landschap, van mensen en dieren en gewassen, van geluiden en geuren die atmosferisch vervloeien, van stilten waarin het wezen der dingen spreekt, is als essentie in haar nagebleven. Als een levend verleden. Zo kon het dan ook zijn, dat haar eerste is een herbeleven, een Indië-voor-goed. boek „Nog pas gisteren"*) geen weemoe- Hier, in dit boekje, in dit reukwerk van dige terugblik werd, geen „betreurd wel- proza, in de kostbare specerij van deze eer", maar een verbeelding van het on- verhalen, is Indië. Indië geheel, tikke- vreemdbaar gewordene, dat één is met tikke-plóng-è. C. J. E. DINAUX dat andere, verre: één van sfeer, van toon, van rhythme. Met haar onlangs ver schenen „Spel van tifa-gong's" is dat niet anders. Elke zin daarvan suggereert meer dan hij zegt. Men moet dit proza niet lezen maat horen. En ook horen alléén is nog niet ge noeg. Men moet het horend verbeelden met gebaar, muziek, ritueel en dans. En als dan in het verhaal niet alleen maar in de taal zélf, de tifa-gongs klinken, kan het weer zijn zoals het was: anno 1580. Drie Portugese galjoenen liggen weer in de buitenbaai bij het kasteel van Amboina en op het vlaggeschip het is nacht, In dische nacht staat de gevangen Ko ning van Ternate, in gesprek met de aarts engel Gabriël, die hem uit een oud don kerbruin houten beeld is verschenen. En het verlaten van zijn koninklijke voor gangers gaat zo dringend vermanend aan hem voorbij onder de doem van het lot, dat hij het, machtig, moedig en trots, waagt te trotseren. Daags daarop volgt hij dan ook niet de veertig jonge Hitoeëzen, die hem taf reel als op het fijnste sits gepenseeld met toestemming van de Portugese vlootvoogd de schatting van hun land komen brengen in twee ranke gilolo's en mét die schat van kruiderijen heimelijk de vrijheid. Zo sterft hij als ge vangene, Koning Baab Oelah van Ter nate en zo werd hij een legende, een ver beeld Indisch verleden. Zo óók, op het rhythmisch bonzen van tifa-gongs, keert Samarau huiswaarts met zijn oorlogsvloot van cora-cora's, om zijn heer, zijn koning de groet en de schatting te brengen van de eilanden die hem onder danig zijn: het witte bronwater van Ha- roekoe, de gouden sieraden van Saparoea, heilige klei van hier en welriekend hout van daar, kostbare en kostelijke gaven, maar van Boeroe niets dan een verhaal. Het verhaal van een oud Javaanse koop- öooooooo- ooorooc ^ocic<)ooo(X!oocoococioooaxiccooo(xio.Toooooooo<xxxioocxxToooooooc)ooooooooooc man die, nadat hij zijn rijstmaal met een takje had geroerd, slapen ging en als jongeling ontwaakte. Een twijg van „de boom des levens" had de vlootvoogd Sa marau niét weten te bemachtigen. En de koning beloonde hem voor de meege brachte geschenken met het stadhouder schap van dat wondere eiland Boeroe, waar de onvindbare „boom des levens" heette te groeien. En wie goed luistert, hóórt hem heengaan, op de driftige roffel van tifa's, die voor goed voor hem zijn verklonken. Veel is voor goed voorbij: de ongeschon den staat van het „schone kruidnagel eiland". Luister naar het hier herdichte Van onze correspondent in Parijs) Iedereen weet natuurlijk dat Père Noël, het Kerstmannetje, in Frankrijk de plaats inneemt van Sinterklaas in Holland en zo stonden wij, ouders of ouderen in Parijs deze laatste dagen dan ook voor de taak en het probleem „iets aardigs" te vinden voor eigen of anderer kinderen. En om dan maar direct met de hoofdvraag in huis te val len, die ons persoonlijk deze donkere dagen voor Kerstmis heeft gekneld: is die taak met het voortschrijden der weten schap en techniek er nu simpeler dan wel gecompliceerder op geworden? Wat waar is zij direct maar erkend: de grote Parijse magazijnen als Le Printemps, Les Quatre Quartiers, Bonne Marché, hebben gedaan wat ze konden om ons naar beste weten bij te staan. Naar beste weten. De keuze der geschenken is ieder jaar ruimer en breder en mag men wel zeggen dieper ge worden. En ook dit keer bleek men weer wat verder gevor derd op de weg, die van de kinderwereld eens een consequen te imitatie van onze grote-mensen-gemeenschap zal maken. Wat dat betreft lijkt de zaak nu op het eerste oog nogal eenvoudig. Men kan voor een kind namelijk precies het zelfde kopen als voor een volwassene, alleen met dat lichte verschil meestal dat de nuttigheidscoëfficient iets lager kan worden aangeslagen. Tot electrische scheerapparaten voor jongetjes van acht, negen jaar die echt zoemen maar alleen niet scheren, en cocktail-serviesjes voor kleine meisjes toe.... om dan nog maar te zwijgen van de „getelecom- mandeerde" autootjes en vliegtuigen met namaakbommetjes en parachutes, of het mechanische vademecum dat op vier enzestig kindervragen hardop antwoord geeft, de toestellen voor radio, televisie en film, alles voor de lieve jeugd, toe. Goed, de heren speelgoedfabrikanten, die zich wel met een complete „braintrust" van geleerden moeten hebben volkslied van Patinama de Dode: „Ver laten lag toen Sial. Het is lang gele den, maar toch is het gebeurd: dat dit Sial „in brand gestoken, uitgebrand en uitgeblust" stil lag en de „glansrijke Sulthan"" Patinama een legende moest worden, „helaas, helaas, Patinama, Patinama de dode". En zo staat er voor een Hollands offi cier-buiten-dienst, die zich ten afscheid op de maat van trommelslagen naar Ceram liet roeien, als een oud verhaal een kanon op een heuvel. Een verweerd kanon, dicht-overgroeid, een kanon zonder datum, zonder naam, vergeten in de „lood zware groenheid" van het oerbos. En nooit zal die officier het vergeten, dat kanon, want één ogenblik heeft hij er ge staan, één met „de zee, de zon, de- wind, de bomen", één met Indië, één met alles, én ook met de man van Ternate of de man van Ceram die hem tot gids diende en die hij herkende en niet herkende en ach terliet met de gelukswens van zijn hart, of ze nu vriend of vijand waren geweest, die twee. Indië er zijn herinneringen die de vergetelheid overleven. Ze hebben geen verleden. Ze zijn tegenwoordig. Eén mo ment behoeft maar door de altijd gespan nen snaren van dat „toen en ginds" een lichte wind van herdenken te gaan of het Besproken in de „Litteraire Kanttekenin gen" van 6 October 1951. Maria Dermoüt: „Spel van Ti fa Gon-'s" 3(N.V. Em. Querido's Uitgeversmaatschappij te Amsterdam Het wordt een gebeurtenis om naar uit te zien, het ver schijnen van de nieuwe Boymans' agenda. En ook dit maal heeft de directie van het Rotterdamse museum kans gezien onze verwachtingen niet te beschamen. De agenda is van wat groter formaat dan het vorig jaar en de wijze van inbinden is zo dat men op Oudejaarsavond 1955 de agendablaadjes ver wijderen kan en een ongeschonden kunstboek overhoudt. Dit maal werd in de vijfenvijftig reproducties omvattende bloem lezing uit eigen bezit als leidraad genomen: vier eeuwen dage lijks leven. Een zeer verfijnd geschenkje, ook voor uw buiten landse vrienden, want de agenda is tweetalig. Als proeve van illustratie een deel van de houtsnede, die Christoffel Jegher (15961652/'53) naar „De Liefdestuin" van Rubens maakte. omringd, stelden onder het devies dat de klant koning is alles in het werk, opdat wij onze eigen fantasie het zwij gen konden opleggen. Afgezien echter van de ook weer niet gehéél bijkomstige omstandigheid, dat al die kleinig heidjes wel wat prijzig zijn, bleef er ook nog net het lichte probleem bestaan of al deze vernuftige speelgoedjes nu wel paedagogisch verantwoord mochten heten JUIST, u heeft dus een zoontje en u kent een ander jongetje dat u met Kerstmis iets aardigs wilde geven. De keuze is, zoals opgemerkt werd, lang niet beperkt. Maar ge vraagd u tegenover uw eigen geweten af, of zo'n knaap je zich met zo'n ingewikkeld super-constellation-toestel- in-miniatuur-dat-met-electriciteit-gevoed-wordt op den duur nu echt gelukkig zal kunnen blijven voelen. Kinde ren zijn vaak zulke onberekenbare wezens en de prijs was echt wel wat begrotelijkEn wat doet u dan? U vraagt alleen maar naar de psychotechnische dienst, een bureau, waar niets dan behulpzame en vriendelijke dames en heren zitten; wier enige taak het is u met hug paedagogische adviezen ten dienste te staan. Ik ïieb zelf de proef eens genomen. Een bijzonder aardige juffrouw stond ons te woord. Zij liep over van verlangen mij mijn drukkende zorgen van de schouders te nemen. Zij vroeg me eerst natuurlijk wat het voor een soort kereltje was. Ik gaf een zo volledig en nauwkeurig mogelijke be schrijving en analyse en zei bij wijze van conclusie, dat het jongetje gerust bij de categorie der moeilijkere kin deren mocht worden ingedeeld. Daarop dacht mijn op voedkundige raadgeefster geruime tijd zichtbaar na, om me vervolgens te verwijzen naar afdeling 6, waar het zo geheten „paedagogische speelgoed" zou staan uitgestald. Eerlijk gezegd en als het helemaal onder ons mag blij ven, erg veel verschil heb ik daar met de andere af delingen niet menen te kunnen ontdekken. Dezelfde trap- autootjes en fietsjes, de electrische treinen, marsmanne tjes, schoolborden, folkloristische poppen, kabouters en feeën, indianenpakkenEn zelfs het wetenschappe lijke oorlogstuig als bommenwerpertjes, pantserwagentjes en ook de minder wetenschappelijke maar goed-ouder- wetse tinnen soldaatjes, waarmee we ons zelf indertijd ook best hebben vermaakt, zonder dat we daardoor later in oorlogszuchtig vaarwater zijn geraakt. Een tikkeltje teleurgesteld ben ik toen naar mijn beminnelijke psycho- technica teruggekeerd, die me met een wat verbaasde glimlach rond de elegant-aangezette rode lippen ontving. Wat nu? U heeft dus niet gevonden wat u zocht? Ik slikte, schraapte de keel, sprak mezelf moed in en tegen over haar omzichtige verwondering uit De glimlach plooide zich tiu tot iets breders en niet zonder een ruime dosis superioriteit werd me aan het verstand gebracht, dat ik van kinderpsychologie nog maar een bedroevend schijntje had begrepen. Het was nu juist zo nuttig, legde ze uit, dat kinderen, die daartoe de aan vechting vertoonden, vrijuit konden spelen met al die aardige dingetjes, die mij met enige vreze hadden ver vuld. Laat ze gerust maar vechten en veldslagen organi seren volgens de spelregels en met de middelen, zoals de laatste vorderingen van de wetenschap hebben opge leverd, vond ze. De psychologie leert immers juist, dat men nooit Iets mocht onderdrukken, wil men geen complexen en andere narigheden kweken. En als dat jongetje een spoor van militaire begaafdheid vertoonde, dan moest ik maar ge rust zo'n lief tankje voor hem kopen. Als het er in zat, dan kon dat er maar beter tijdig uitkomen. Tenzij men het risico wilde lopen dat zo'n jongetje later tot iets akeligs zou uitgroeien. IK HEB de psychotechniek toen maar psychotechniek ge laten en mijn eigen paedagogie, die stoelt op persoonlijke intuïtie, gevolgd door in een klein onogelijk winkeltje in mijn wijk een hoepel en een zak knikkers te kopen, waar mee het knaapje zich achteraf heel best ingenomen heeft betoond. Om met Multatuli te spreken: de vooruitgang is een schone zaak en biedt het mensdom veel vermaak. Maar al rent Père Noël dan ook zo spoorslags met zijn tijd mee, zonder onze eigen fantasie zullen we er toch nooit in slagen een leuk Kerstgeschenk voor onze zoontjes te vinden. Getuige die hoepel en de knikkers, waar die psychotechnica dan toch maar niét op was gekomen. Na tuurlijk moét men zich bedenken, dat ze door de directie van dat grote warenhuis was aangesteld en dat hoepels en knikke.» veel en veel goedkoper zijn dan overval- wagentjes, straaljagers en bommensmijter tjes Öooo(xxxxx)<xxxocxxxxoc)00(xooococoocxxxx>x>cxx)ooooooooooc»oooooooooooo«ooooooooooooooc)ó

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1954 | | pagina 15