Een middeleeuws
de gesproken krant
gebruik:
in de kerk
ZWITSAL
i
„KERKESPRAAK"
Gezonde 8aö/es
Romance
in cijfers
Glimlachjes
Tot in de 19e eeuw
bleef het in zwang
Concert met toelichting
van het N.Ph.O.
DONDERDAG 20 JANUARI 1955
\toui0Huee*
Het Nederlands Ballet
heeft een bestuur
UNO-atoomconferentie zal
in Genève samenkomen
Vlielands bevolking acht
natuurschoon in gevaar
Burgemeester van Vledder
keert de aanval om van de
Maatschappij van
Weldadigheid
Van oudsher is de kerkdienst niet louter
en alleen gebruikt voor de prediking en de
verkondiging van het evangelie. In de oud
ste bronnen als het Oorkondenboek van
Holland, en Zeeland en de Saksenspiegel
(plm. 1200) kan men reeds aanwijzingen
vinden dat na de godsdienstoefening in de
kerk voorlezing werd gedaan van een aan
tal zakelijke mededelingen die voor de ge
meente van belang waren. Niet slechts
werden voorgenomen huwelijken afgekon
digd of attestaties van lidmaatschap, neen,
het gebruik strekte zich uit tot ailerlei we
reldlijke aangelegenheden: mededelingen
van de overheid, notariële publicaties be
treffende verkopingen, berichten over het
landbouwleven, ja over een rondtrekkende
wonderdokter, over de kermisviering en
nog in de 19e eeuw over het in de vaart
brengen van een nieuwe trekschuit, de
koepokinenting en de verkiezingen.
Dat dit Middeleeuwse gebruik, waaraan
men de naam „Kerkespraak" gaf, zich zo
lang heeft kunnen handhaven, is eigenlijk
heel begrijpelijk. De Zondagse mededelin
gen in de kerk vormden voor het platteland
„het nieuws" tot de tijd dat de dagbladen
hun weg vonden naar de verspreide behui
zingen van onze Nederlandse dorpen. Toen
dat geschiedde, verdween de Kerkespraak;
voordien was ze onmisbaar. Bij geen andere
gelegenheid dan bij de kerkgang verzamel
den zich de dorpelingen in zo groten getale
cn in een zo bij uitstek geschikt gebouw,
ingericht immers tot het aanhoren van de
woorden des predikers. Vandaar dan ook
dat in de dorpen van grote oppervlakte,
dikwijls bestaande uit een aantal gehuch
ten en in het land verspreide boerderijen,
zoals men die in het Noorden en Oosten
van het land nog veelvuldig aantreft, de
Kerkespraak het diepst was ingeburgerd
en de bezwaren tegen opheffing het krach
tigst tot uiting kwamen. Intussende
Kerkespraak is verdwenen en zou vergeten
zijn als de ijverige socioloog dr. H. J. Prak-
ke zijn echt-Drentse neus niet in deze ma
terie had gestoken en er een boekje van
had opengedaan onder de titel Kerkgang
om Nieuws. Dr. Prakke vertelt daarin
merkwaardige dingen en in het bijzonder
wordt zijn betoog boeiend als hij beschrijft
hoe in 1841 de Synode der Hervormde Kerk
tegen het „euvel der Kerkespraak" te velde
trok. Reeds eerder, in 1817, had de Synode
zioh met deze materie beziggehouden. „Be
droefd over de grote verdorvenheid van ze
den en vele ontheiliging van den openbaren
godsdienst", had zij zich toen gewend tot
Zijne Excellentie de Commissaris-Generaal
belast met de Zaken der Hervormde Kerk
om te verzoeken de afkondiging van we
reldse zaken in de kerkgebouwen, „een ge
bruik, zoo niet volstrekt onbetamelijk, ten
mindste hoogst wanstaltig", te verbieden.
Merkwaardig is wat een der leden van de
Synode over de Kerkespraak mededeelt.
Men laat, zegt hij, door de predikant van
de preekstoel zelfs het verkopen van var
kens „en nog veel onreiner voorwerpen"
afkondigen. Hij acht dit „onvoegzaam en
aanstotelijk". Daar voor deze afkondigin
gen iets betaald wordt gewoonlijk was
de prijs van een afkondiging drie stuivers
zijn vele predikanten die in principe vóór
afschaffing zijn, daarvan huiverig, omdat
zij hun opvolgers zouden benadelen. Elders
blijkt dat de opbrengst der mededelingen
het schamele predikantssalaris welkom
aanvulde en dat velen dit extraatje werke
lijk 'niet missen konden. Men vond toen een
tussenvorm: de kerkespraak zou plaats
vinden na het uitspreken van de Zegen, niet
van de preekstoel en niet door de predikant
zelve, maar door de koster of voorlezer.
Koster ten plattelande was in vroeger tijd
veelal de schoolmeester die tevens voorzan
ger, doodgraver en klokluider was. De pre
dikant en hij deelden de inkomsten broeder
lijk.
Wat de aandacht verdient is dat in 1817
tegen het gebruik als zodanig geen stelling
werd genomen. Men kon er toen eenvoudig
niet buiten. Alle andere communicatiemid
delen misten nu juist wat de Kerkespraak
ADVERTFNTIE
moderne
binnenhuiskunst
verantwoorde
vormen en kleuren
voor het huis
van heden
decoratieve
stoffen in
grote verscheidenheid
meubelen 0
pas-toe 0
moderne huiskamer-
stoel reeds voor fl. 17.SO
lampen
sierkunst
*ONWGiN*iCHnNG KVtt
2S0 MODELKAMERS
De Vereniging Vrienden van het Noord
hollands Fhilharmonlsch Orkest heeft het
initiatief genomen belangrijke concerten in
de Dinsdag- en Vrijdagavondserie te doen
voorafgaan door een deskundige bespre
king. Voor het eerst gebeurt dit door de
heer Paul Chr. van Wetering.
Deze geeft op 25 Januari om kwart over
zeven in de bovenzaal van het Concertge
bouw een toelichting op het Vioolconcert
van Tsjaikowsky en de Symphonie in d. kl.
van César Frank, welke werken later op
de avond door het N.Ph.O. worden uitge
voerd
wel bezat: velen, binnenshuis, op een plaats
waar rust en orde heerste, mededeling doen
van wat voor velen van belang was. Ja,
men kende de omroeper; men kon door
klokluiden de gemeentenaren samenroepen,
zoals dat in tijden van oorlog of waters
nood geschiedde en nog geschiedt; er was
de „boerebricf" of stok die in vastgestelde
volgorde van boerderij tot boerderij ge
bracht werd, maar ook wel eens bleef ste
ken. Tegen de Kerkespraak konden al deze
middelen om nieuws te verspreiden het te
zamen echter niet opnemen en derhalve
bleef zij gehandhaafd. Op welke gelijkwaar
dige wijze kon men de boeren anders op
merkzaam maken op de datum waarop de
Loting plaats vond, op de beoordeling en
goedkeuring van de remplaganten (degenen
die voor anderen in dienst traden), op het
„schouwen" van wegen, paden en vaarwa
ters, op de marktdagen en op talloze an
dere zaken?
In 1841 vond een merkwaardige gebeur
tenis plaats in Delfzijl. Daar weigerde de
predikant „ingenomen met den waren
Godsdienstijver" de in functie treding van
dc nieuwe burgemeester af te kondigen,
gelijk hij de koster reeds verhinderd had
in de kerk een mededeling inzake opgave
van gedekte merries te doen, door de orga
nist te gelasten na het uitspreken van de
zegen, onmiddellijk het orgel te bespelen.
Opnieuw richtte zich nu de Synode tot de
Minister en deze wendde zich tot de „Gou
verneurs van Gelderland, Utrecht, Vries
land, Overijssel, Groningen en Drenthe"
met het verzoek „voortaan alle aankondi
gingen die van de godsdienst vreemd zijn,
niet in, maar buiten de kerk te doen ge
schieden".
Dr. Prakke heeft in de Rijksarchieven in
verscheidene provincies gespeurd naar de
reacties van het platteland op deze maat
regel. Hij vond curieuze dingen. In sommi
ge plaatsen schikte men zich. In andere
poogde men tot een vergelijk te komen. In
een aantal zei men kortweg: 't Kan niet
anders, al zei men het hofflijk, zoals in
Achtkarspelen dat betoogde „dat het niet
wel. mogelijk is die wijze van publiciteit
geheel af te schaffen", of in Tietjerkstera-
deel dat schreef: „Alzoo deze bekendma
kingen geene aanstootelijkheid geven, ach
ten w\j het vooralsnog ook niet noodig
maatregelen daar te stellen". De burge
meester van Beilen schreef: „Het Gemeen
te Bestuur noch het Collegie van Kerkvoog
den en Kerkeraad een middel wetende om
aan UwH.Ed.Gestr. besluit te kunnen vol
doen, steld derhalve voor, de bedoelde af
kondigingen te doen plaats hebben gelijk
voor dezen". In Ruinen weigerde de predi
kant van de opbrengst der afkondigingen
afstand te doen: in Smilde vroeg men „na
dere inlichtingen, daar een en ander berust
op stellige verbintenissen".
Een belangwekkende vraag die dr. Prak
ke in zijn „Kerkgang om Nieuws" heeft
willen beantwoorden is deze: moet men in
het verzet tegen de afschaffing van de
Kerkespraak in het kerkgebouw, dat zich
met name in de drie Noordelijke provin
ciën uitte, alleen maar zien gehechtheid
aan de traditie, conservatisme van het
platteland of stonden er werkelijke belan
gen op het spel? Hij maakt duidelijk dat
het laatste inderdaad het geval was. Wie
leest hoe men zich in allerlei dorpen het
hoofd brak over een andere plaats voor de
afkondiging schoollokaal, gemeentehuis,
dorpsherberg wie hoort van klachten
„dat vele ingezetenen zonder kwaad opzet
m het vervullen hunner pligten nalatig blij
ven, ja dat de belastingen met veel meer
moeite geïnd werden, moet wel tot de slot
som komen dat men de Kerkespraak als
communicatie-middel in „prae-journalische
trjden" waarlijk nodig had. Pas toen de dag
bladen met hun advertentie-rubrieken in
alle of de meeste boerderijen waren door
gedrongen, ging de aloude instelling te
gronde. Maar verminderde kerkgang was
er een onvoorzien gevolg van. En het
duurde geruime tijd voor de omzetting van
nieuwshoren en nieuwslezen zich had vol
trokken. Nog lange jaren namen de dorpe
lingen slechts enkele abonnementen op de
krant uit de stad en lieten zich op de Brink
het nieuws voorlezen. Aan luisterbijeen
komsten vor nieuwsontvangst bleef men
gewend en gehecht. En is het met het
nieuws door de radio anders?
Toen dr. Prakke mij enthousiast over zijn
boekje Kerkgang om Nieuws vertelde,
maakte ik een vergelijking met het toneel.
De parallel is zeer duidelijk: in de Middel
eeuwen verduidelijkte de geestelijkheid in
de kerk door „vertoningen?" hoogtepunten
in het godsdienstige leven: Kerstmis, Pasen
enz. Daarna versterkten leken hun groep
en kregen de spelen een ietwat wereldlgker
karakter. Toen werden zij buiten de kerk,
aanvankelijk op het kerkhof, opgevoerd
om tenslotte op de markt te belanden. De
band met de Kerk is dan verbroken. Zo is
het ook met de nieuwsvoorziening gegaan:
van de predikant naar de koster, van de
Kerk naar de Brink.
Op een sociologisch-belangrijke periode
uit de „prae-journalische" nieuwsversprei-
ding op zo boeiende wijze de aandacht te
hebben gevestigd, is een verdienste van dr.
Prakke die ook de „krantenmensen" zeker
hogelijk zullen waarderen.
P. IZ. SCHRöDER
ADVERTENTIE
Het bestuur van de stichting Het Neder
lands Ballet is gisteravond door mr. H. J.
Reinink, secretaris-generaal van het minis
terie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, in een der zalen van het minis
terie geïnstalleerd.
Het bestuur is als volgt samengesteld: mr.
Evert Cornelis, voorzitter; B. van Leersum,
secretaris; mejuffrouw Paula Balma, secre
taresse; A. Delbrück, penningmeester; prof.
Hendrik Andriessen, J. van der Kieft, drs.
G. R. Kruissink, J. M. Monningh, B. Ver
hoeven en A. van Velsen, leden.
De installatie geschiedde in het bijzijn
van de leidster van het Nederlands Ballet,
mevrouw Sonia Gaskell, van vertegenwoor
digers van het ministerie en de gemeente
's-Gravenhage.
Ook in luxe dozen
van 50 en 100 stuks
KING'S CROSS
AL JARENLANG DE SIGARET
MET HET GROOTSTE AANTAL VASTE ROKERS
ADVERTENTIE
POEDER ZALF ZEEP OLIE LOTION
Uitsluitend bij Apothekers en Drogisten
Nederlandse invitatie afgewezen
NEW YORK (Reuter) Een UNO-com-
missie, die belast is met het organiseren van
een internationale wetenschappelijke con
ferentie over het gebruik van atoomenergie,
heeft eenstemmig besloten, dat de confe
rentie in het UNO-gebouw te Genève zal
worden gehouden. De commissie besloot
echter nog nader te beraadslagen over de
datum waarop de conferentie zal worden
gehouden. De Algemene Vergadering heeft
voorgesteld de conferentie in Augustus te
houden.
Nederland had een uitnodiging gezonden
om de conferentie in dat land te beleggen,
doch de commissie besloot gebruik te
maken van de faciliteiten van het Europese
UNO-hoofdkwartier in Genève. De secre
taris-generaal van de UNO, Dag Hammars-
kjoeld, werd eenstemmig gevraagd het
voorzitterschap over de bijeenkomsten van
de commissie te aanvaarden. Hammars-
kjoeld verklaarde op de bijeenkomst dat
meer dan 80 landen zouden worden uitge
nodigd de conferentie bij te wonen. De
Algemene Vergadering had bepaald dat
alle landen die lid zijn van de UNO de con
ferentie zouden kunnen bijwonen.
Tegen het voornemen van de gemeente
Vlieland, om een duinstrook ten Noorden
van het dorp Oost-Vlieland van het staats
bosbeheer aan te kopen met het doel de
grond na aankoop uit te geven voor de
bouw van een kamphotel met honderd bed
den, enige vacantiehuizen voor leerlingen
van lagere- en middelbare scholen en nog
enkele andere projecten, bestaat groot be
zwaar van de zijde der bevolking. Men be
schouwt het als een ernstige schending van
het natuurschoon in de onmiddellijke na
bijheid van het dorp, en een grote handi
cap voor de in het dorp vertoevende gas
ten, die hiervan niet meer kunnen profite
ren en aan wie de gelegenheid wordt ont
nomen om door dit gebied naar de bossen
en de zeeduinen te trekken, daar die duin
strook zeker omheind zal worden. Voorts
wordt gevreesd, dat de omringende natuur
ernstige schade wordt berokkend door het
grote aantal personen, dat in de vacantie-
gelegenheden in deze betrekkelijk kleine
strook een onderdak zal vinden. De ge
volgen hiervan zullen mogelijk zijn, dat de
omringende duinen en bossen voor het pu
bliek afgesloten worden. Dit zou aldus
die Vlielanders de doodsteek betekenen
voor Vlieland als badplaats, waarvan een
der grootste attracties is, de vrijheid om te
gaan waar men wil.
Deze eerste maand des
jaars is, in weerwil van de
romantische bochten waarin
de natuur zich wringt om onze
aandacht te trekken, de maand
der nuchtere cijfers. Terwijl
een gouden zon op de sneeuw
sprookjesbeelden tekent, wor
den balansen, jaarverslagen,
rekeningen-courants en an
dere getallenconstructies op
gebouwd en voltooid door
mannen en vrouwen die over
papieren gebogen zitten zon
der door het raam naar buiten
te zien. Noch de naakte, zwar
te bomen in hun winterslaap,
noch de witte mutsen der hui
zen en hekken, noch de als
uit marmer gehouwen wolken
boven het witte landschap
kunnen ons er van afbrengen,
in deze maand cijfers op el
kander te stapelen en bereke
ningen te maken over verlies,
winst, saldo en dividend.
Het zal wel nodig zijn, dat
men zich daar zo druk over
maakt. Doch wie menen mocht
dat cijfers en romantiek el
kanders absolute tegenstel
lingen van nature zijn, moge
zich verdiepen in de bewogen
menselijke avonturen, die door
koude cijfers en getallen kun
nen worden uitgedrukt. Ter
wijl onze evennaasten cijferen
en rekenen, zullen wij achter
de enen en de tweeën en de
drieën eens zoeken naar het
kloppende Leven, dat zich
daar verschuilt in een van zijn
duizenderlei vormen.
Een boekhouder die vrij
gezel is een man die als
het ware de tweede macht van
alle nuchterheid vormt is
aan een nieuw jaar van cijfer -
gegoochel begonnen. Hij heeft
nieuwe, maagdelijke boek-
houdboeken aangeschaft om
ook dit zakelijke jaar weer
keurig en consciëntieus in cij
fers vast te leggen voor het
nageslacht. Hij zit op zijn
stoel zonder zich te storen aan
het vreemdsoortige leven
daarbuiten, dat zonder regel
maat in golven en diepten
langs hem stroomt, en zich
niet aan nette kolommen en
rechte liniëring houdt, doch in
een wilde dans loopt en valt
zoals het uitkomt.
In een van die prachtige,
nette boeken is ook het salaris
van de boekhouder zelf ge
noteerd. Hij is een gewaar
deerde kracht sinds jaren, en
dat is aan zijn beloning te
zien.
Iedere maand schrijft deze
man zijn eigen salaris met
zorgvuldige hand in sierlijke
cijfers op een nieuwe regel
en hij staart er vijf minuten
lang met veel aandacht en ge
noegen naar, voordat hij ver
der gaat. Ge kunt veronder
stellen dat hij een afgestompte
materialist is, die droomt van
wat hij voor dit aanzienlijke
bedrag kan kopen en zich ver
meit in hetgeen hij door nuch
terheid en onkreukbaarheid
heeft bereikt. De cijfers van
zijn loon, in fier blauw op wit
papier geschreven, doen hem
plezierig aan. Ge kunt ervan
denken wat ge wilt doch
bedenk dan dat hij een boek
houder is, een geboren zaken
man, die geen tijd noch aan
leg voor de meeslepende vu
righeid van sommige harts
tochten heeft.
Maar er is iets met die
kleine doch indrukwekkende
reeks cijfers van zijn maand
loon, dat als de sluier der
mysterie de ware zin ervan
verhult. Want toen in een der
dagen dezer maand de direc
teur met een genoegelijke, in
nemende glimlach de boek-
houder een vorstelijke salaris
verhoging offreerde, verviel
de onkreukbare in een zicht
bare verwarring, waardoor hij
steeds meer op een gewoon
mens ging lijken. Hij werd
zeer rood van gezicht, hief
zijn handen halverwege zijn
borst en stiet onsamenhangen
de klanken uit.
Dat had ik niet verwacht,
stamelde hij tenslotte met
grote inspanning.
Zozo, des te beter, des te
mooier, galmde het van
achter het bureau. Dan is
het een dubbele verrassing,
zou ik menen.
Jaja, een verrassing.
Maar ik.... eh.... ik kan
het onmogelijk aannemen.
De boekhouder keek smekend
en ongelukkig.
Het was natuurlijk even
stil. Zelfs een directeur komt
wel eens voor verrassingen te
staan, en moet dan zoals
ieder mens even zoeken
naar wat hij zeggen kan.
Niet aannemen? Maar...
dat... Man! Geen valse be
scheidenheid, verzoek ik je!
Neen, de boekhouder ver
zekerde met grote nadruk dat
het geen valse bescheidenheid
mocht heten. Maar hij kon de
verhoging niet aannemen. Hij
was er natuurlijk zeer vereerd
mee, en er dankbaar voor,
maar toch. het ging onmoge
lijk. Hij wilde liever zijn oude
salaris houden. Hij was er zo
aan gehecht, om zo te zeggen.
Het was hem zo vertrouwd
geworden. Hij wilde er liever
geen afstand van doen. Dus,
als de directeur zo goed wilde
zijn.
Wel alle donders! Zo
goed zijn! Wat is dat voor
dwaasheid. Ik denk er niet
aan! brulde de directeur,
die alleen maar goed wilde
zijn als hij er zelf plezier in
had. Hij had het geld van die
maandelijkse verhoging al af
geschreven, hij had het op
geofferd en hij wilde genoegen
aan de opoffering beleven. En
nu kwam deze idioot dat ge
noegen bederven. Hij was aan
het oude bedrag gehecht. Wie
had ooit iets van dat kaliber
horen verkondigen?
Luister, man, zei de
directeur met ingehouden
toorn. Ik houd niet van die
rare dingen. Je salaris gaat
omhoog of ik zoek een andere
boekhouder, verstaan? Nog
nimmer had hij zoveel moeite
moeten doen om zijn geld
kwijt te raken en die gedachte
maakte hem nog bozer.
De boekhouder knikte ge
laten.
Als het niet anders kan,
zei hij deemoedig. Hij wei
felde even en dacht diep na.
Zijn blik zwierf even weg,
alsof hij in het verleden ver
toefde.
Kijk eens» zei hij moe
dig. De kwestie is deze.
Het gaat om een meisje. Een
meisje met kastanjebruin haar
en zwarte ogen. Het is veer
tig jaar geleden. Zij mocht
me even. Later niet meer. Ik
mocht alléén haar, mijn leven
lang, en daarom ben ik vrij
gezel gebleven. Ik heb haar
proberen te vergeten maar
het lukte niet erg. ik kon niets
vergeten wat met haar te ma
ken had. Mijn oude salaris
was precies het getal van
haar telefoonnummer. Ik
schreef het iedere maand in
en het was een maandelijkse
herdenking, om zo te zeggen.
Maar als u erop stóét.
De directeur liet zijn mond
open hangen en staarde naar
zijn boekhouder. De man van
cijfers en boekhoudboeken.
Wie had dat kunnen denken.
Bel je oude salaris op en
vraag of er nog hoop is,
zei hij tenslotte. Doch de
boekhouder schudde droef het
hoofd.
De nummers zijn ver
anderd en zij is getrouwd bo
vendien, zei hij nevelig.
Maar ik bedenk daar.,..
Hij hield op en keek angstig.
Ik bedenk daar dat we met
een vierdubbele verhoging
zouden komen tot het auto
nummer van haar vader. Wat
denkt u
De romantische nevelen
trokken als bij bliksemslag
weg voor de gedachten van de
directeur, die plotseling weer
zeer helder en zakelijk was.
Wat ik denk? Dat ik er
niet over dénk! schreeuw
de hij woest. Ik wil niets
meer over deze nonsens ho
ren!
De boekhouder maakte zich
klein en manoeuvreerde naar
de deur. Hij voorzag jaren van
lege, nietszeggende cijferreek
sen zonder inhoud en zonder
romantiek.
Het zij zo, dacht hij.
Dan keerde hij zich om, met
de deurknop in de hand.
Er zit misschien ook nog
iets in een veelvoud van haar
huisnummer, zei hij wei
felend. Ik weet het niet,
maar ik zou het even kunnen
uitrekenen.
Toen verhief de directeur
zich achter zijn schrijftafel en
wees met uitgestrekte hand
naar de gang, terwijl hij op
zeer luide toon verkondigde:
Nog één woord over deze
sentimentaliteit, en ik zal je
laten zakken tot op haar
schoenenmaat!
Dat deed de deur dicht, fi
guurlijk en in praktijk. Want
het meisje had een zeer klein
voetje in die tijd en de %Tij-
gezel zou tot behoeftige om
standigheden zijn vervallen.
Doch wie weet? Misschien
zou hij er toch nog gelukkiger
mee zijn geweest.
Twee kleine berichten, die los van elkaar
in de grote stroom nieuws van elke dag
opgenomen waren, gaven ieder iets weer
van een geleidelijk gebeuren in onze
wereld.
Het eerste zei dat de Deense minister
van Handel, mevrouw Lis Goes, zojuist aan
haar tiende kind, een zoon, het leven ge
schonken had.
Uit het tweede bericht bleek dat te Am
sterdam sedert enige dagen zeven vrouwe
lijke politie-agenten in actieve dienst zijn
getreden.
Waarlijk, twee treffende bewijzen van
een ontwikkeling die zich stilaan in onze
maatschappij voltrekt. Dat in Denemarken
een huisvrouw minister van Handel ge
worden is, spreekt boekdelen. Wij juichen
het van harte toe. Evenzo de komst van
vrouwelijke agenten in Amsterdam. Wie
meent dat door deze emancipatie een
zekere bekoring van het schone geslacht
verloren gaat, vergist zich. De minister
huisvrouw in Denemarken is pas opnieuw
moeder geworden en wat de dames-agen
ten betreftcharmante verschijningen!
Daarvan kunnen de vele belangstellen
den, die het doen en laten van de dienares
sen van Hermandad met kennelijk genoe
gen gadeslaan, getuigen. De voornaamste
taak dezer agenten is, om tijdens het sur
veilleren door Amsterdams drukke stra
ten, weifelmoedige mensen behulpzaam te
zijn bij het oversteken en een wakend oog
te houden op de rondhuppelende jeugd.
Gewis, een goede en nuttige taak.
Bovendien zijn zij geoefend in jiu-jiutsu
en wordt haar geleerd hoe het verkeer, uit
diverse richtingen aanstormend, op de
juiste wyze geleid kan worden. Dit laatste
hebben wij zelf Woensdagmiddag mogen
aanschouwen en u kunt ons geloven, nooit
zagen wij zoveel glimlachende autobe
stuurders in Amsterdam als daar op die
hoek van de Dam.
In deze tijd, nu verbeteringen en uit
vindingen op wetenschappelijk en tech
nisch gebied elkaar in een snelle en voort
durende hordenloop steeds weer inhalen,
is de schone kunst, een glimlach te toveren
op een anders gezicht, wat in vergetelheid
geraakt. Wij weten niet of het departement
van Handel in Denemarken nu beter be
heerd wordt dan vroeger Ook niet of de
vrouwelijke agenten eerder een verkeers-
knoop kunnen ontwarren dan haar man
nelijke collega's. Maar wij weten zeker,
dat zij allen, naast de vereiste bekwaam
heid. een ingeschapen gave bezitten, fleu
righeid en charme te brengen in haar
werk en glimlachjes te voorschijn te tove
ren uit de grauwe dagelijkse sleur. En dat
is héél veel. H. S.
^'6^' I
J.L. J
In de Dinsdagmiddag gehouden open
bare raadsvergadering heeft de burge
meester van Vledder, ihr. R. O. van Holthe
tot Echten, zich verdedigd tegen de aan
vallen, die de Maatschappij van Weldadig
heid heeft gericht tegen de burgemeester
en het gemeentebestuur van Vledder, door
de mededeling dat de maatschappij door
de gemeente zodanig werd tegengewerkt
dat zij ernstig overwoog de gemeente te
verlaten. Uitvoerig ging de burgemeester
op een aantal beschuldigingen in. Hij ver
klaarde zich niet te willen bemoeien met
de interne aangelegenheden van de maat
schappij en sprak als zijn mening uit dat
het wellicht overweging verdient de mid
delen van de maatschappij weer liquide te
maken, om daardoor de inkomsten te ver
groten. Tenslotte sprak hij de hoop uit op
een betere samenwerking in de toekomst.
Door enkele raadsleden werden vragen
gesteld over en critiek uitgeoefend op het
beleid van de maatschappij. Tot slot sprak
de raad zijn vertrouwen uit in het beleid
van Burgemeester en Wethouders.