Breskees» vier eiaaedee laeg
dé Nederlaedse harieghavee
De zwarte
spin
Zie Boven
Mimicry van manen
„Rijdende preekstoel" als
novum in zendingsarbeid
Clowntje Rick
80.000 kisten in Januari
Meer dan zestig kotters op de
haring-spativisserij in het Kanaal
Gediplomeerde
Auto- Motor- en Scooterrijschool
AREND REYM
'n Tip van Brasser!
zaterdag 5 februari 1955
4
Voor de kinderen
Nieuwe „Nestor"
voor Katwijk
Fietsen bij het voetbalveld
„Emanuel" wijdt auto vanmiddag in
FEUILLETON
door Mark Cross
IN HET EERSTE VAGE MORGENLICHT van de tweede
Februari slipte een gans vlootje van een veertigtal Breskense
en Arnemuidense kottertjes het haventje van Breskens uit. In
een wegvagende mist trokken de scheepjes de zeegaten van
de Wester Schelde in om op zoek te gaan naar een dagvis
serijtje, wat garnaal en een mandje sprot. Aan de havenkant
was het nog stil. Twee kotters bleven er over aan de kille.
natte steiger. Daar werd bedrijvig gewerkt. De motor van
de Br. 22 de „Magdalena" van Van der Broecke wilde niet
meewerken en daar bleef een collega bij assisteren. In de
walm en bij het oranje-gele licht van een brander bewerkten
een aantal mannen de motor, die het steeds weer na enig
hakkelen begaf. Tegen het licht van de magnesiumlampen
aan de grote weg van de pontsteiger tekende zich in flauwe
contouren het scheepswerfje met de op de helling staande
„Cap Lizard" af. Lief en stil was het daar in de ochtend
aan Breskens haven. Ook bij de vishal, waar alles nog ver
laten lag en de meeuwen opwiekten en schreeuwden. De
trailers en vrachtwagens van Boon uit IJmuiden, van Du
Bois uit Breskens stonden er klaar voor de nieuwe vrachten
haring, die straks aangevoerd zouden worden. Haring, die
nu nog in de ruimen van tal van kotters lag gepakt. Op de
TX. 24. de 32, de SCH. 18, de 65, de UK 76 en 28, die door
de Wielingen na een tweedaagse reis in het Kanaal naar
Breskens stampten om de vangst aan wal te brengen, zou de
bedrijvigheid van de wintermaanden in de Breskense haven
in de loop vap de ochtend terugkeren. Duizenden manden
haring, duizenden kilo's zouden weer worden aangevoerd;
dag na dag, duizenden tonnen Breskens haring, die gemid
deld voor twintig tot twee en twintig cent van de hand gaan.
De „Magdalena" van Breskens en de
behulpzame zuster BR 17 „Helena Johan
na" lagen tegen 9 uur onverwacht toch te
dampen. Dus de motor deed het weer. Een
voor een kwamen de mannen uit de motor
kamer gekropen en in een bleek en duister
havenbeeld stoomden de scheepjes op de
havenuitgang aan. De aankomst van de
veerboot van Vlissingen verscheurde de
rijke stilte aan de haven. Tientallen auto's
rolden uit het schip België en Zeeuws
Vlaanderen tegemoet. Enige trailers par
keerden achter de visafslag om op een
vracht van vijftien, ton haring te wachten.
De chauffeurs gingen het Oranje'-hótel
binnen.
Of aten wat frites aan een grijs-geel
tentje. v
Pas tegen half negen kwam er wat be
weging bij de afslae. Enige mannen kwa
men aanfietsen en spraken in een groepje
met elkaar. Over het weer, over de vang
sten van de kotters van vannacht en over
de aanvoer, die vandaag kon worden ver
wacht. Ze tuurden in een steeds groter
wordende groep van lossers en halknechten
en handelaars naar he^ westelijke piertje
van de haveninsane. Wanneer er een Ur-
ker, een Texelaar of een Scheveninger met
haring mocht komen, dan was het aan zijn
mastjes boven de pier uit te zien. En dan
kon men vast klarigheid maken voor de
lossing. Mijnmeester Jacobs een gezette
donkere man in een jekker gooide teeen
negenen de haldeur ooen. Fr moest dan
om negen uur maar geen afslag ziin. be
sliste hij. Trouwens, er was nog niets af
te slaan. De spanvissers moeten nog bin
nenkomen en over de visserijpo'f had Kof-
feman van de UK 184 het duidelijk pezegd:
het wordt over negen°n. Hij zou drieën
twintig ton brengen. Tegen elven 'ouden
dan nog enige spannetjes volgen. Er was
die nacht niet veel gevangen, de haring
zat te hoog of te laag voor atoomnetie*
een soort zwevende trawl, die door twee
kotters wordt voortgesleept.
Aan de kant babbeldpn de mannen ver
der. Er stonden er al zo'n tachtig en overal
was de vraag te belu'steren: „Wat zou er
komen vandaag?", „Krijgen we nog werk
vandaag?".
Ze praatten er ook graag over de vang
sten. Over de SCH 18 en de SCH 6fl bii-
voorbeeld, het spannetje, dat in twee nach
ten zestig ton haring boven water haalde
en er in Breskens een pracht besomming
voor mocht noteren. Er is daar in Bres
kens de laatste maanden heel wat haring
gelost. Vorige week niet minder dan 10.000
kisten en dat is heel wat voor zo'n kleine
afslag. Elk uur wordt er afslag gehouden,
wanneer er haring is. Van 's morgens 9 tot
's avonds 7 uur. Tweehonderd tot tweehon
derdvijftig ton is er soms op een dag, wat
rap kan worden gelost, doordat de haring
uit het ruim van de kotter onmiddellij-k in
de auto's wordt overgeladen.
UIT DE HAVENMOND doemde tegen
half tien toen de eerste kotter on: aldra
gevolgd door de spangenoot. De UK 18*
en de UK 162 liepen binnen en de vangst
ADVERTENTIE
Geheel gratis geven wij aan iedereen
ook voor niet leerlingen van onze Rijschool
Avondlessen in
VERKEERSTHEORIE en AUTOTECHNIEK
Vraagt inlichtingen
HAGELINGERWEG 134 - SANTPOORT
Tel. K 2560 - 8930
Bijkantoor: Dennenstraat 12 - IJmuiden
Tel. 6200
zou dus om 10 uur afgeslagen worden,
want de mijnmeester had gezegd: „Nee. 10
uur, dan zalle we het maar doen". En ieder
bleef er gemoedelijk en kalm bij. Met wat
geplof van de motor lagen de diepliggende
UK 162 en de UK 184 vlot naast elkaar
afgemeerd. Drieëntwintig ton was de
vangst en uit de hoeveelheid haring ging
een mand met een monster naar de hal,
waar elke dag een controleur van het Be
drijfschap voor Visserijproducten is aan
te treffen. Soms is het de heer Hoek van
Vlaardingen, dan weer Van der Zwan uit
IJmuiden of Aalderse van Vlaardingen. Nu
liep Visser van Scheveningen er contro
lerend rond.
Op het tweetal kotters, dat voor de af
slag lag te wachten, kwam niets tot rust.
-De sleper „Jozina" kwam met olie langszij
en een scheepje uit de tankersvloot van
Klaas de Boer van Urk kwam nog wat
brandstof overpompen. Koffeman ging nog
even de wal op en achterop werden de
netjes geboet om straks weer klaar te zijn
voor de volgende nacht.
De gelukkige vangers TX 24 en TX 32
liepen daarna binnen. Zij voerden drieën
twintig ton aan en de hele ploeg lossers
moest er toch vooral getuige van zijn, hoe
dit tweetal afmeerde en wat het van.getje
was. Een in het zwart geklede man stapte
aan boord. „Da's d'r een, die met christe
lijke lectuur vent", zie een Breskenaar ter
verduidelijking tot me.
Met de vangst van SCH 18 en 65 zes
tien ton er bij, kon om 10 uur de eerste
afslag in de propere, maar kille hal be
ginnen.
Mijnmeester Jacobs kwam uit zijn kan
toortje gestapt en ging geleund achter de
lessenaar staan om tot de microfoon té
spreken:
„We beginnen met vierentwintig gulden".
De wijzer draaide al.
„Drieëntwintig gulden".
„Tweeëntwintig gulden".
De bemanningen van de kotters stonden
er gespannen bij. „Ze wordt niet duur
vandaag", meende er een.
Toen flitste een cijfertje op.
„Eenentwintig gulden en zevenenveertig
cent".
Even meer dan eenentwintig cent per
kg. De volgende partij kwam aan bod. De
haring werd steeds goedkoper.
En dan de rest, zes tot zeven ton.
Die deed 19.92. Jaczon uit Schevenin
gen kocht de partij. Jaczon koopt trouwens
meer dan de helft van alle aangevoerde
haring in Breskens.
Na elven rondden nog meer kotters de
kop van het haventje. De UK 57 en 202
schoven binnen, de UK 76 en 28 voerden
wat haring aan; de UK 125 was er met 3"
ton: de UK 61 en 34 met 24 ton. De auto's
van Du Bois en Cambier reden voor bij
de kotters, waarvan de haring was ver
kocht. Twintig ton voor Cuxhaven, twaalf
voor IJmuiden, vijftien naar België voor
Oostende.
Het eerste Urker span, dat die ochtend
binnen draaide, lieD in het middaguur al
weer naar buiten. Voor de tweede reis in
deze week en soms gebeurt het ook wel
dat er nog een derde reisrin een week volgt.
Vroeeer was het vier of vijf uur stomen
en vlak na de oorlog voor de Breskenaren
slechts een half uurtje, want dan was de
haring vlak voor de haven voor het op
scheppen. Nu stomen de kotters van Urk
en Texel soms meer dan tien tot twaalf
uur in de richting van Dieppe en Dijck
vuurschip.
JAAR NA JAAR is de aanvoer van Bres
kens haring na de oorlog in het plaatsje
bestegen. In 1951 werd 459.210 kg haring
tegen een waarde van 114.678 aangevoerd
en in 1952 was dat al 999.000 kg haring
tegen een waarde van 284.392. Een aan
zienlijk bedrag al voor de kleine afslag,
die voorheen alleen zijn vissers uit eigen
omgeving aan de afslag zag met sprot en
garnaal. In 1953 steeg de aanvoer flink.
Liefst 6.955.901 kg werd aan land gebracht,
waarvoor 1.023.955 werd neergeteld. Een
groot deel van deze aanvoer 4.194.651 kg
bestond uit haringpuf, zodat aan Breskens-
haring dat jaar 2.761.250 kg werd aange
voerd.
En om de cijfers van thans er even bij
te halen. In Januari van dit jaar werd
even meer dan 4.000.000 kg Breskens ha
ring in Breskens op de wal gezet. In Janua
ri 1954 was dit 2.214.000 kg en in 1953
2.690.000 kg. Wel een teken, dat de vang
sten in het Kanaal dit jaar groot zijn en
elk jaar meer spannen aan deze nieuwe
visserij gaan deelnemen.
Waarom zou je het ook niet doen, zeg
gen de schippers er van. De besommingen
zijn vooral in Januari en Februari goed
en in Januari ging zelfs geen enkele haring
de pufschuit in. De minimumprijs van
8.50 werd nimmer bereikt. Er was vol
doende vraag uit het binnenland van de
conservenfabrieken, uit Duitsland, uit Bel
gië. Elke dag zat de prijs boven de twintig
cent per kg; in den beginne zelfs tussen
de 28 en 30 cent.
IN FEITE VERDIENT Breskens zelf
niet veel aan de haring. Want de dertig
scheepjes met het merk BR, de Breskens
3, 4, 17, 23, 25 van Van der Heuvel, van
Broeke en van Verschoor: de „Onder Ons",
de „Anna", de „Twee Gebroeders" en de
„Sara Magdalena" varen niet meer op de
haring, die in het Kanaal voor de Urkers
en Texelaars, voor de IJmuidenaren en
Scheveningers een goudmijn vormt. De
mannen van Breskens en Arnemuiden
kunnen de haring niet meer bereiken, daar
hun scheepjes te klein zijn en er zéker
tien uur gestoomd moet worden. Vlak na
de oorlog ging dat goed op de Schelde,
toen de haringscholen bijna de haven bin
nenstroomden. Van jaar tot jaar is die
haring weer verder zee ingetrokken en de
Fransen en Belgen trokken er in span ach
teraan. De bij de ramp met de Urker kot
ter omgekomen schipper v. d. Berg kwam
voor het eerst eens in het Zuiden kijken
en het ging hem daar goed na enige tijd.
Thans vissen er ruim dertig spannen en
het is in de aanvoer van tong en schol in
IJmuiden-wel te merken, dat zestig kotters
niet meer aan de afslag verschijnen.
De Breskenaar vist nu nog alleen op
garnaal, sprot en een platvisje. 's Morgens
om half zeven stoomt hij het haventje op
stroom uit en tegen de avond valt hij er
weer binnen om zijn thuis op te zoeken en
de vangst af te slaan. Ze kijken eens naar
de flinke kotters van Urk en IJmuiden,
naar een UK 125 of een UK 184. Of naar
de UK 27 van Clots, die ook hier regel
matig binnenkomt. Ook de oude Breskena
ren kunnen daar uren lang naar kijken bij
de lossing. In hun zwarte pak, het zwaVte
hoedje en op de witte klompen. Ze trek
ken aan het pijpje, lachen eens tot elkaar,
en stommelen verder langs de kant. Van
de UK 125 naar de UK 61, waar ze ook
weer een uur blijven staan. En ze vertel
len elkaar van de Urker, die vijftig ton in
een nacht scheep haalde, het niet in het
ruim kon stouwen en toen 's middags met
een dek vol binnenkwam om 12.000 voor
één nacht te besommen.
DE URKERS nemen bij de spanvisserij
een heel grote plaats in met zeker we!
veertig van de zestig kotters. In het week
einde laten zij het schip in Breskens ach
ter en reizen in de Vrijdagmiddag met vier
of vijf bussen uit Heino het Noorden in
om de Zondag op hun geboortegrond door
te brengen en ter kerke te gaan. In de
Zondagnacht om een minuut over twaalf
schieten zy weer in het werkpak en reizen
terug naar het schip in Breskens. Om
Maandagmiddag tussen 2 en 3 uur zee te
kiezen wanneer het goed weer is.
Zo doen de mannen van Texel het ook.
Schipper-eigenaar G. Vlaming van de TX
32 „Ora et Labora" is deze Maandag thuis
gebleven omdat hij ziek lag in Oosterend
en daarom voer de oudste, Van Dijck,- mee
als schipper. Drijver uit IJmuiden heeft
er ons van verteld.
De spanvisserij is een echt nachtvisse-
rijtje, wanneer de haring zo'n zes tot zeven
vaam boven de grond zwemt. De atoom
netjes zijn dan ook eigenlijk als zwevende
trawlnetten te beschouwen, want door ver
zwaring kan een grotere diepte worden be
reikt.
Gemiddeld heeft de TX 32 twintig tot
dertig ton per keer in Breskens aange
voerd, maar vorige week verscheen het
scheepje met de spangenoot TX 24 van
schipper Van der Vis zelfs drie keer in
een week aan de afslag. In totaal werd
toen 100 ton haring aangevoerd, waarvoor
20.000 werd besomd. Dat is 10.000 in
vijf dagen per kotter. Doe het maar eens
na met de tong- of scholvisserij onder de
kust.
Eerst heeft de TX 32 mgt de TX 24 dit
seizoen bij de Sandettiebank gevist, maar
nu gaat het al verder op naar het Dijck
vuurschip. Voor het vertrek- uit de haven
wordt overleg gepleegd door de twee schip
pers waar gevist zal worden. Een van hen
heeft bij de manoeuvres het commando.
De bemanning van de 24 en de 32
met „de Rus" in de voorhoede is enthou
siast over deze visserij. Vorige week werd
een trek van drie minuten gedaan voor
negentien pakken haring of zeventienen-
eenhalve ton. Daarna trokken ze een volle
dag om in die tijd nog eens negentien pak
ken scheeD te halen. Vorige week hebben
ze er zelfs nog een Franse trawler zien
vissen.
SLECHTS ENIGE UREN verblijven de
mannen in Breskens, wanneer gemarkt
wordt. Breskens biedt overigens niet veei
vertier. Het is een na de oorlog opnieuw
gebouwde stad, want de oorlog ging hier
hevig te keer. Breskens heeft wat de vis
serij betreft thans nog zijn problemen.
Daar is bijvoorbeeld het vervoer van de
haring in deze drukke maanden. De zware
trailers en vrachtwagens moeten met de
boot over naar Vlissingen en uiteraard zijn
die lekkende en onwelriekende „vrachten
niet erg welkom op moderne scnepen ais
de „Koningin Juliana". Maar het gaat goed,
De les was begonnen en de kinderen zaten netjes op hun plaats in de banken.
Ze hadden geschiedenis; en meneer vertelde. Allen zaten stil en met al hun aan
dacht bij het boeiende verhaal van meester. En toen
Pietje, die in de bank naast die van Rick en Bunkie zat, was 'n beetje verkouden en
hij kreeg op 'n ogenblik erge kriebel in zijn neus. Dus trok hij, onder het luisteren
door, zyn zakdoek uit zijn broekzak.
Maar ongelukkig trok hij, gelijk met de zakdoek, het zakje knikkers mee, dat ook
in die zak geborgen zat. Het zakje ging open en... ritterettitteretittittitdaar
sprongen en kletterden tientallen knikkers over de vloer'.
Alle hoofden keerden zich uaar de plaats, waar Pietje zat met 'n rood hoofd. Meneer
hield midden in zijn verhaal op en keek naar de boosdoener.
„Wat doe je Piet?", vroeg hij verstoord.
„Niks, meneer", zei Pietje schuldbewust. „Ik wou m'n zakdoek uit m'n zak halen, en
toen vielen de knikkers eruit!"
„Raap ze dan maar gauw op.'", zei meneer, die gelukkig niet erg boos was.
Bunkie hielp. Samen met Pietje kroop hij over de grond en zo zochten ze de rust
verstoorders bij- elkaar
Wie een kijker heeft
of er een kan lenen moet
Zondagavond laat eens
naar de vier heldere ma
nen van Jupiter gaan
zoeken. Dit viertal is al
met een kleine kijker,
een binocle b.v. te zien
in tegenstelling tot de
acht zwakkere satellieten
van de reuzenplaneet, die
zich allpen vertoAen in
sterke telescopen.
Tegen middernacht zijn
twee van die vier manen
weg. Hoe men ook tuurt,
men zal er maar twee
vinden. Ganymedes en
Callisto (zo heten ze)
houden zich links van de
planeet op de builen-
ste is Callisto maar
Io en Europa, zoalsde
twee andere heten, spe
len verstoppertje.
Onze eigen maan doet
dat ook wel eens; w'.j
spreken dan van een
maansverduistering. Zij
komt dan terecht in de
schaduwkegel van de
aarde en vangt daardoor
geen zonlicht meer op.
Iets dergelijks kan zich
ook bij Jupiter afspelen
(een maan belandt in de
schaduwkegel van de
planeet en wordt dus
plotseling onzichtbaar)
maar er is ook een ande
re mogelijkheid: zij ver
toeft helemaal niet in de
schaduw maar staat van
ons af gezien precies
achter Jupiter, zodat zij
misschien wel door de
zon wordt beschenen
maar wij dat licht niet
zien, doordat Jupiter zelf
het precies onderschept.
(Het hoeft namelijk
lang niet altijd het geval
te zijn dat de schaduw
kegel van Jupiter pre
cies in het verlengde van
onze gezichtslijn ligt).
Io en Europa maken
ditmaal gebruik van nog
een derde ontsnappings
mogelijkheid en wel die
welke men in de dieren
wereld aariduidt met
„mimicry" Zij maken
zich onzichtbaar door
precies vóór Jupiter te
gaan staan. Daar steken
ze niet af, evenmin als
een vel wil papier af
steekt als het op de be-
sneeuwe grond ligt.
Wie alle vier de manen
van Jupiter tegelijk wil
zien, krijgt overigens de
ze maand nog kansen
genoeg. Reeds de volgen
de avond staan Io en
Europa heel ergens an
ders. Vooral Io beweegt
zich bijzonder snel voor
onze begrippen: in 42V»
uur volbrengt zij haar
omloop om de moeder
planeet. Europa is num
mer twee in snelheid:
een keer rond in ruim
drie en een halve dag.
Ganymedes, de derde
maan, heeft iets meer
dan zeven etmalen nodig
om een keer rond Jupiter
te komen en Gallisto
doet er zestien dagen en
18 uur over. Dat is altijd
nog maar ongeveer de
helft van de tijd die onze
eigen maan nodig heeft
voor een omloop om de
aarde. G. v. W.
zolang de schepen in de vaart zijn. Vorige
week ging het even wel fout, toen een
schip in het dok lag en de ander een defect
had. Toen was er juist 250 ton haring uk
Breskens vandaan te vervoeren en moes
ten de auto's via België Nederland en
Duitsland in. Het kleine veer bij Perkpol-
der kan deze auto's namelijk niet torsen.
's AVONDS, toen alle kottertjes van
Breskens binnen lagen en de spanvissers
het Kanaal afzogen tussen de Sandettie en
de Ruytingenbank en de chauffeurs hun
twintig ton haring over de wegen voort
trokken, waren in de hotels en cafés van
Breskens de handelaren van IJmuiden en
Scheveningen te vinden. Ze biljartten wat
met de chauffeurs van wagens, die er al
weer voor de volgende marktdag waren.
Ze namen een pintje, spraken wat over de
haring, over de buurman en over die
mooie aanvoer van die IJmuidenaar.
„Ik kocht vandaag nog om 7 uur twintig
ton (en dan is het ook werkelijk 20 ton
of 500 kisten) voor tweeëntwintighalve
cent de kilo", zegt er een tot Nout, de
hotelhouder. „Gek, dat Jongejan uit IJmui
den er vandaag niet was, die komt Dins
dags altijd al", wierp Nout terug.
Buiten stommelden wat Breskenaren op
ae klompen langs. Het regende en het was
triest aan het haventje, waar de kottertjes
lagen te dommelen en op een marine
scheepje de wachtsman van stuur- naar
bakboord stapte. W. N.
Op de scheepswerf „De Vooruitgang"
van D. en Joh. Boot te Alphen is de motor
trawler „Nestor" (KW 101) voor de rederij
C. den Duik te Katwijk aan Zee te water
gelaten. Het schip is 36.9 meter lang, 7.02
meter breed en 3.8 meter hol en er komt
een 525 pk. Industrie-diesel in.
Voorkom inbeslagneming
Spaar de bosjes
De Velsense politie verzoekt ons het
volgende mee te delen.
De laatste tijd komen er herhaaldelijk
klachten binnen over de vele rijwielen, die
in de bosjes langs de VerLoren van The-
maatlaan zwerven tijdens de voetbalwed
strijden op „Schoonenberg". Onder meer
heeft de Plantsoendienst ernstige bezwa
ren tegen dit gebruik van de beplanting,
terwijl ook het aantal diefstallen van aldus
„gestalde" fietsen hand over hand toe
neemt.
Alvorens de politie overgaat tot het in
beslag nemen van fietsen, wil zij langs
deze weg de bezoekers van „Schoonenberg"
waarschuwen hun rijwielen in de stalling
te plaatsen.
ADVERTENTIE
De Vrije Evangelisatie „Emanuël" in
Velsen-Noord kan bogen op een noviteit.
„Emanuël" is namelijk een „rijdende
preekstoel" rijk, waarvan de auto is ver
kregen door een schenking. De inventaris
is in Velsen bijeengespaard en bestaat uit
een harmonium en geluidsinstallatie, die
het gesproken woord van de in de wagen
aangebrachte kansel over flinke afstand
kan uitdragen.
Teneinde het evangelisatiewerk met
deze „rijdende preekstoel" tevens voor de
jeugd aantrekkelijk te maken kan een
flanellograaf worden opgesteld.
De auto is voor haar taak geschikt ge
maakt door scharnierende deuren en een
luifel aan de zijkant.
De geopende luifel stelt de spreker in
staat om onafhankelijk van de weersom
standigheden zich tot de luisteraars te
richten. De beide deuren links en rechts
van deze luifel, die respéctievelijk de
teksten dragen „God heeft U lief" en
„Jezus is overwinnaar", gunnen geopend,
een blik in de wagenruimte.
In de „rijdende preekstoel" is een royale
verlichting aangebracht. Er is voorts een
aansluiting „naar buiten", waarvoor men
beschikt over een lichtmast op een drie
voet, welke van 2.25 meter hoogte als
lichtbron kan fungeren bij avond-open
luchtbijeenkomsten.
Hedenmiddag (Zaterdag) om ongeveer
vier uur zal de „rijdende preekstoel" van
„Emanuël" aan het Stratingplantsoen na
bij de Wijkerstraatweg voor de eerste maal
in gebruik worden genomen. De leider
van „Emanuël", de heer C. J. Mijnsbergen,
zal deze bijeenkomst inleiden.
ADVERTENTIE
Vóór de grote drukte nu Uw meubelen
opnieuw bekleden. Vraagt vrijblijvend
prijsopgave.
Koningsplein 8 - Telefoon 4540 - IJmuiden
In ons bericht over de nieuwe kotter
„Mercator" IJm. 19 voor de heer H. Zwart
en J. Klinkenberg te IJmuiden, is gisteren
gemeld, dat de laatste als schipper met
dit vaartuig naar zee zal gaaan. Dit blijkt
op een onjuistheid te berusten. Schipper
J. Klinkenberg is voornemens binnenkort
weer met de trawler naar zee te gaan en
op de kotter wordt een ander als schipper
benoemd.
(vertaald uit het Enge>s)
9)
„Hebt u aan de bewuste man die met
u onderhandelde, iets opgemerkt, dat u
zou kunnen helpen om hem te herken
nen?" was Daphne's volgende vraag.
„Hij droeg zéér goede kleren, een eerste
klas kleermaker was daaraan te pas ge
komen", antwoordde sir John. „Zijn pak
was donkergrijs van kleur met een fijn
wit st'-eepje, zijn hemd was lichtgrijs en
zijn schoenen waren bruin en eveneens
van prima kwaliteit. Alles aan zijn uiter
lijk wees op de man-met-geld. Hij droeg
grijze wildieren hamdscnoenen en aan zijn
linkerhand was de omtrek van een zegel
ring door de handschoen heen te onder
scheiden. O, er was nog iets, dat me op
viel: de man had kleine, goed gevormde
oren welke d'cht tegen zijn hoofd aanston
den".
Ze keek hem goedkeurend aan.
„Uitstekend, sir John! U hebt uw ogen
goed de kost gegeven. Dergelijke détails
kunnen van veel belang ziin. Mae ik er op
rekenen, dat u mii onmiddellijk op de
hoogte zult stellen zodra uw dochter bij
u terug is?"
„Daar kunt u van op aan, jutirouw
Wrayoe".
„Misschien is het nog beter, diat u haar
vraagt, zelf bij mij in Conduit Street te
komen. Ik zou graag met haar willen pra
ten". t
„Ik zal haar sturen".
„Dank u zeer! En nu komt dus de rest
aan de orde: uit hetgeen u me verteld
hebt, trek ik de conclusie, dat u uw doch
ter werkelijk ongedeerd terug zult krijgen.
U zult mij in de toekomst echter zéér be
hulpzaam kunnen zijn, cm deze bende te
pakken te krijgen. En ik wil u vragen, of
u bereid bent mij uw hulp te geven
Hij keek haar verwonderd aan.
„IkU kunnen helpenjuffrouw
Wrayne! Wat zou ik in hemelsnaam moe
ten doen? U veronderstelt toch niet. dat
ze Pat nog eens zullen ontvoeren?"
Daphne maakte even een gebaar van
ongeduld.
„Natuurlijk niet! Maar u weet toch, dat
dit het tweede geval van een dergelijke
ontvoering is, terwijl het heel goed mo
gelijk is, dat er al veel méér soortgelijke
gevallen zijn geweest. Waar deze zaak zo
gemakkelijk en succesvol werkt, zullen er
toch stellig nog wel enige ontvoeringen
volgen
„Ja, dat is natuurlijk mogelijk", begon
sir John aarzelend, als was dit een geheel
nieuw denkbeeld voor hem.
Ze onderbrak hem met enige heftigheid.
„Luistert u goed, sir John! De ervaring
heeft ons geleerd, dat een misdadige geest
heel vaak één bepaalde lijn volgt. Blijkt
deze succes op te leveren, dan wordt de
misdadiger langzamerhand overmoedig. Hij
gaat door met zijn methode, totdat hij uit
eindelijk gepakt wordt. Zó zal 't naar alle
waarschijnlijkheid ook hier gaan. Is 't nog
niet bij u opgekomen, dat u Waarschijn
lijk in een volgend geval als referentie
adres zult v/orden opgegeven?"
„Alle mensen juffrouw Wrayne!" riep
de oudere man uit. „Dat gaat te ver! Ge
looft u werkelijk
„Ik geloof 't niet alleen, maar ik weet
't wel zeker", antwoordde Daphne rustig.
„Bij een volgende ontvoering zal men het
slachtoffer naar verwijzen om te verkla
ren, dat de bende haar woord heeft ge
houden en dat u, na betaling van het los
geld, uw dochter ongeschonden terug hebt
gekregen, terwijl haar behandeling zeer
behoorlijk was geweest, 't Is heel natuur
lijk vooropgesteld, dat uw dochter wer
kelijk ongedeerd terugkonmt dat u dat
maar al te graag zult verklaren. En op
nieuw zal een gefortuneerde vader tot
zichzelf zeggen, dat zijn dierbare zoon of
dochter hem het gevraagde bedrag stei-
lig waard is, en opnieuw zal de politie er
buiten gehouden wordenEn zo zal de
ketting steeds langer worden
Sir John knikte mat. „Ja, ik begrijp
nu, hoe u 't ziet. Maar wat kan ik doen?"
„U moet mij opbellen, zodra men zich
tot u wendt om referenties", antwoordde
Daphne ernstig. „Een volgende ontvoe
ring voorkomen is helaas niet mogelijk.
Deze zal eerst moeten plaats vinden, maar
met uw hulp zal 't mij dan misschien ge
lukken iets meer over deze lieden en hun
methoden te weten te komen".
Sir John fronste het voorhoofd. „Stel
dat degene, die mij opbelt om inlichtingen,
mij om geheimhouding verzoekt, mij er
een eed op laat doen, dat ik zijn naam aan
niemand noem?"
Daphne haalde even haar schouders op
en sprak dan op zachte overredende toon,
als tegen een schooljongen, „Sir John, laat
ik het anders stellen: als u weet, dat er
een misdaad gepleegd is, .welke een serie
volgende misdaden kan ontketenen, voelt
u het dan niet als uw plicht van eerbaar
mens, om in een dergelijke zaak al uw
medewerking te verlenen om de misdadi
gers te ontmaskeren?"
„Ja, natuurlijk, juffrouw Wrayne", ant
woordde hij langzaam. „Maar als je iets
beloofd hebt
Ze onderbrak hem snel. „Goed, ik zal
het nóg anders stellen; wentelt u de ge
hele verantwoordelijkheid op mij af. U
geeft mij dan alleen de naam op van de
man, die zich tot u wendde om inlich
tingen, en verder noemt u geen details.
Méér vraag ik niet. Zodra een volgend ge
val zich dus voordoet, belt u mij op en
zegt: James Robinson, 24 Park Lane, Lon
den of hoe de persoon in kwestie dan
ook heten mag en verder deelt u mij
niets mede. Ik zal er dan wel voor zor
gen, dat ik de bewuste man te spreke/i
krijg om zijn verhaal te horen, zónder uw
naam te noemen. Wilt u mij op deze voor
waarde behulpzaam zijn?"
Er kwam een glimlach op zijn gezicht,
de eerste sinds zij met hem in gesprek
was. „U zult dus niet naar de politie
gaan?", vroeg hij nog voorzichtig.
„Ik za'l aan niemand iets loslaten be
halve aan, mijn vier naaste medewerkers,
vóórdat u mij daartoe verlof hebt ge
geven".
Hij knikte en ze wist, dat ze het pleit
gewonnen had.
„Dan beloof ik u een teken te geven,
juffrouw Wrayne, zodra zich iets zou voor
doen".
Ze stond op uit haar stoel en stak hem
de hand toe.
„Dank u zeer, sir John", zei ze slechts.
„Gelooft u werkelijk, dat u in staat zult
zijn deze bende te pakken te krijgen?",
vroeg hij met een dringende klank in zijn
stem, terwijl hij haar naar haar auto be
geleidde.
Er vonkte iets in haar ogen, toen ze hem
antwoordde.
„Als u het Scotland Yard zoudt vragen,
Sir John, dan zouden ze u daar vertellen,
dat Daphne Wrayne er tot dusverre altijd
in geslaagd is haar doel te bereiken, hoé
lang het soms ook mag duren".
HOOFDSTUK 2
Twee dagen later liep Daphne Wrayne
's morgens om tien uur haar kantoor bin
nen, waar Carlton haar onmiddellijk tege
moet kwam. „Goedenmorgen, juffrouw
Wrayne, een zekere juffrouw Patricia Lar-
raby heeft zo juist opgebeld om te zeggen,
dat ze om elf uur langs komt. Ze hoopte,
dat u haar zoudt kunnen ontvangen".
Het gebeurde niet vaak, dat de getrouwe
Carlton Daphne kon verrassen. Maar dit
maal was het hem gelukt, dat zag hij
duidelijk. Ze bleef doodstil staan en keek
hem vol verbazing aan.
„Zeg dat nóg eens, Carlton", zei ze
langzaam.
Hij herhaalde zijn woorden. Ze scheen
zich thans hersteld te hebben van haar
verwondering en ze lachte een vreemd
kort lachje.
„Laat juffrouw Larraby onmiddellijk bij
mij binnen, zodra ze zich aanmeldt", zei ze.
In het uur, dat volgde, zat ze in haar
stoel achter de grote schrijftafel de ene
sigaret na de andere te roken, terwijl ze
nadacht over de wonderlijke gebeurtenis
sen van de laatste 24 uur. Toch was Pat
Larraby's terugkeer bij haar vader het
allerverwonderlijkste feit. Diep in haar
hart was Daphne ervan overtuigd geweest,
dat dit niet zó zonder meer zou gebeuren
en een gevoel van grote opwinding maak
te zich van haar meester. Maar naast op
winding kwam er ook iets van spanning
en vrees over haar. Dit was een geheel
nieuwe methode van misdaad, waarmee
ze thans te maken had gekregen. Ze moest
toegeven, dat de opzet briljant was, maar
dit was het tegelijkertijd ook wat haai
verontrustte.
(Wordt vervolgd)
4