Cyprus is een speelbal in de internationale politiek evenwicht Vijftig jaar geleden Veilin; Wereldbevolking nam in 35 jaar met 800 millioen toe maat. SUL. *nthrACIET Partijen polsen elkaar over politiek compromis Practijk dzvingt tot geduld met het principe van zelfbeschikkingsrecht Mensen in cijfers ■Hoe is het ontstaan? J In Nederland thans 324 mensen per KM2 v.v.v 3 Ir. Hofman directeur Rijksdienst gasvoorziening V.. KoevoetTurkije Lokaas: constitutie Dit woord: LARIE De zaak-Anneke Beekman De middengrote onderneming Op het komt het aan Een pak voor het leven Uit Haarlems Dagblad van 1 Maart 1905 DINSDAG 1 MAART 1955 Op zijn verzoek is per 1 Maart eervol ontslag verleend aan ir. J. J. Derkson, di recteur van de rijksdienst gasvoorziening, die per die datum een functie in het be drijfsleven heeft aanvaard. Tot opvolger van ir. Derksen als directeur van de rijks dienst gasvoorziening zal worden benoemd ir. Ch. A. Hofman, thans plaatsvervangend directeur van deze dienst. (Van onze reisredacteur) Oud-Cyprus: deze oude boer heeft de Turken nog als meesters gekend. Nu zijn het de Britten. Hij heeft één wens: de hereniging met moeder Griekenland te beleven. dat de sterke com- op Cyprus daarvoor CAIRO, Februari TWEE AFGEVAARDIGDEN VAN DE WERELDRAAD VAN KERKEN, een Engelsman en een Amerikaan, hebben onlangs een bezoek aan Cyprus gebracht, om verslag uit te brengen over de Enosis-beweging. Zij gaven bij hun vertrek een communiqué uit, waarin zij tot grote vreugde van de Grieken onomwonden stelden dat de overgrote meerderheid der Cyprioten aansluiting bij Griekenland wenst en dat het volk van Cyprus het onvervreemdbaar recht heeft over eigen lot te beslissen. Een duidelijke uitspraak. De afgevaardigden voegden er echter tot verheugenis der Britten één klein regeltje aan toe. Zij zeiden dat het met het oog op de internationale politieke situatie mogelijk beter zou zijn de ver wezenlijking van dit zelfbeschikkingsrecht ncfg even te vertragen. Principe en practijk: zelfs de Wereldraad van Kerken blijkt.niet ongevoelig voor het verschil tussen internationaal recht en internationale politiek. En het speelballetje Cyprus zal inderdaad nog wel langer heen en weer moeten dobberen op stroom en tegenstroom eer een gunstig getij het tenslotte naar de zonnige kust van het Griekse moederland voert. Dit arme, vriende lijke eiland is al zo lang heen en weer geworpen. Achter eenvolgens is deze sleutelpositie in de Middellandse Zee in handen geweest van Phoeniciërs, Grie ken, Assyriërs, Ma- cedoniërs, Egyptena- ren, Perzen, Romei nen, Byzantijnen, Sa- racenen, Kruisrid ders, Venetiërs en Turken. Nu zijn de Britten er en zij heb- Den er hun hoofd kwartier voor het Midden-Oosten ge vestigd. Aan hun be- A'erlng dat het eiland zo'n verschrikkelijk belangrijke militaire basis in geval van oorlog met de Sov jet-Unie zou zijn, moet men overigens niet te zwaar tillen. NAVO-partner Grie kenland heeft im mers al verzekerd dat Groot-Brittannië bij overdracht aan Griekenland, net zo veel bases mag ves tigen als het wil. Het Britse argument munistische partij toch wel een geducht risico zou zijn, weegt evenmin zwaar, zo lang de Britten niets doen om het communisme op het eiland te bestrijden en integendeel leden van de communistische Akel-partij ge bruiken om zoals op 18 December 1954 demonstraties van de nationalisten in de war te schoppen. Neen, Groot-Brittannië heeft andere plannen met Cyprus. Het wil het eiland ontwikkelen tot een politieke en -commer ciële basis in het Midden Oosten waar nog zulke grote Britse belangen liggen. Men overweegt de bouw van een grote univer siteit als tegenhanger van het American College in Beiroet, men wil een of meer grote havens aanleggen om de Britse han del in dit gebied aan te moedigen en men wil met een troepenmacht ter plaatse een politieke vinger in de pap houden. En deze oogmerken zouden met inlijving van Cy prus bij Griekenland bepaaldelijk niet ge diend zijn. De Britten men moet het eerlijk toe geven hebben hun spel meesterlijk ge speeld. Waar zij niet alléén de kwade pier wilden zijn, hebben zij een aantal bond genoten gemobiliseerd, die er wezen mo gen. De Turken die zich jarenlang niet om Cyprus bekommerd hebben zijn plotseling bijzonder ongerust geworden over het lot van hun minderheid op het eiland en over de „dolk op de keel", die Cyprus wanneer het eenmaal in handen van het „onstabiele Griekenland" zou zijn voor hen zou bete kenen. Zo ongerust zelfs, dat zij gedreigd hebben op staande voet uit het Balkan pact (met Griekenland en Joegoslavië) te zullen marcheren wanneer Enosis werke lijkheid wordt. Hetgeen de hartelijke ver houdingen in dit pact wel typeert. Noch tans, aan de totstandkoming van dit pact heeft het Westen met eindeloos geduld ge timmerd. Voorts is Turkije de koevoet waarmee men de neutralistische Arabische Liga aan het openbreken is zie het pact met Irak teneinde de Arabische landen via een achterdeur in het Westelijk defen sie-systeem binnen te halen. En waar Tur kije ook nog achttien percent van de VAVO-strijdkrachten levert, zijn de Ver enigde Staten, die alleen nog aan het zelf beschikkingsrecht denken in de vrije tijd die strategische beslommeringen hen over laten. niet in het minst geneigd Turkije op zfjn tenen te trappen. De Griekse tenen behoeven minder te worden ontzien aan gezien Griekenland leeft op Amerikaanse dollartransfusies. Er is nóg een oveiAveging. In de oorlog tussen Israël en de Arabische staten te al gebleken dat Cyprus voor Israël een red- dingslijn is naar de rest van de wereld. Nu is Griekenland vanwege de grote Griekse minderheden in enige Arabische landen zoals Egypte wel gedwongen tot een uitgesproken pro-Arabische poli tiek, zodat Israël, ondanks zijn anti-kolo niale beginselen, voorlopig heel blij is de Britten op Cyprus te zien, want het weet al te goed, dat de revanche-gedachte te gen ,,'s werelds jongste kolonisatie" in de Arabische landen nog lang niet dood is. In deze situatie behoeft het geen ver wondering te wekken, dat het Griekse ver zoek aan de UNO om de kwestie-Cyprus in behandeling te nemen, bij voorbaat kansloos was, zoals het trouwens een vol gende keer wéér kansloos zal zijn. Bete kent dit nu, dat Cyprus gedoemd is onder de overheersing der geslepen Britten te blijven? ik geloof het niet. De Britten kennen de betrekkelijke waarde van diplomatieke •limmigheidjes beter dan wie ook en zoe ken gaarne naar duurzamer oplossingen, die zij zowel uit practische als morele overwegingen tenslotte doorgaans op „fair play", op eerlijk spel, grondvesten, al duurt dat vanwege het Britse geduld wel eens wat lang. Zij zien zeker in dat een duur zame oplossing met Griekenland bereikt moet worden. Maar hoe? Wel, Groot-Brittannië acht de kans en ik geloof dat het daarin gelijk heeft op een revolutie, die het zou dwingen Cyprus te verlaten, uiterst gering. Waar het tevens de diplomatieke troeven in handen heeft, kan het zich veroorloven vooralsnog een ander lokaas uit te han gen. Dat lokaas is een grondwet die Cyprus naar binnenlandse zelfstandigheid zal leiden. Tot nu toe hebben de Grieken zo'n constitutie om twee redenen gewei gerd: ten eerste waren de aanbiedingen niet van zeer liberale aard en ten tweede vreesden de Cyprioten dat zij zich daar mee voor goed vast zouden leggen voor het lidmaatschap van het Britse rijk. Wanneer echter straks een aantrekkelijke constitutie wordt geboden met de verze kering, dat deze niet een toekomstig ge sprek over de status van Cyprus automa tisch terzijde stelt, en wanneer de aanhan gers van Enosis ineens nog een paar maal met het hoofd tegen de muur zijn gelo pen, lijkt een oplossing in deze zin zeker niet onmogelijk. Er zijn trouwens aanwij zingen, dat men elkaar wederzijds over een zodanige politiek polst. Vorm van consti tutie en datum van gesprek zijn daarbij een kwes tie van loven en bieden. De Engelsen ho pen, dat een jaar of tien van zelf bestuur de Cyprio ten de smaak van de voordelen van het gemenebest zal hebben doen proe ven. Mochten zij dan echter nóg koppig Enosis blij ven wensen, dan zal de dag komen waarop een Britse gouverneur plech tig de Britse vlag zal strijken en stram de Griekse zal saluéren. Er zullen toespraken zijn over lord By ron en de eeuwige Brits-Griekse vriendschap en op een feestdag vól zon en wijn zullen de Cyprioten bloe men in plaats van stenen naar de Britse troepen werpen. Het zal 'n fijn dagje wor den. Ook voor de Wereldraad van Kerken. Teken van Turkse aanwezigheid: op de minaret waait de vlag met de halve maan van de Islam. .J In de laatste 35 jaar is de wereldbevolking toegenomen met bijna 800 millioen mensen, ofwel met bijna de helft van de wereldbevolking in 1920. Medio 1953 werd het aantal wereldbewoners geschat op 2547 millioen en de bevolkingsdichtheid op 19 inwoners per vierkante kilometer tegen een jaar tevoren 2469 millioen en 18 inwoners per vierkante kilometer. Ruim de helft van de wereldbevolking leeft in Azië, namelijk 1364 millioen, hetgeen een toeneming betekent van 57 millioen in één jaar. Hierbij is niet inbegrepen de bevolking van Aziatisch Rusland. De Europese bevolking met uitzondering van de Sovjet-Unie groeide van 399 millioen in woners in 1952 tot 402 millioen in 1953. Het is rokerig in het veilinglokaal. Alle stoelen zijn bezet en langs de kant hangen de adspirant-kopers tegen de raamkozijnen en verwarmingsradiatoren. Boven het mompelend publiek zit, hoog en met de blik van een veldheer in de ogen, de vei lingmeester. Met een monotone stem roept hij de goederen af en begint dan met een door de jaren geoefende dreun de getallen op te sommen: „Gulden, gulden, en een half, twee, drie, vier, en een half, vijf, vijf, vijf. Niemand meer dan vijf? Vijf gulden, niemand meer? Voor Van Dam. Nummer 263 komt voor. Een schoorsteenloper en een wringer. Gulden In de steeds blauwer wordende ruimte hekken de op koopjes belustigde mensen bijeen. Men schreeuwt een bod of er wordt even met het hoofd bewogen; men kijkt wat rond of men let scherp op de veiling meester, die onbewogen zijn werk doet. Achterin de zaal draven en sjouwen de knechten met linnenkasten, wastafels en defecte radiotoestellen. Eventjes worden de goederen aan de kijkers getoond. „Gulden, twee, drie, vier. Voor De Bruin. Nummer 345 komt voor." In een onafgebroken reeks verwisselen de goederen van eigenaar. De geroutineerde opkopers zitten breeduit in hun stoel, een grote sigaar in de mond, waarmee zij als in het geheim seintjes geven aan de vei lingmeester, die bij elk wipje van de grote askegel de vingerbeschuldigend op de bie der richt. „Voor Blokdijk negentien; wie maakt het rond?" De koopjesjagers kijken bewonderend op naar de grote mannen. Zij bieden schuchter, maar lachen toch harte lijk mee, wanneer er een stokoude stofzui ger of .een ventilator met slechts één vin wordt gedemonstreerd. Iedereen grinnikt, het is een vrolijk gezicht, maar niemand denkt er aan dat die stofzuiger, dat kin- der ledikantje en die staande lamp met franje eens behoord hebben aan een paar gelukkige jonge mensen, die samen trots naar hun nieuwe aanwinsten stonden te kijken. Men weet het niet of men wil het niet weten. De veiling is nu eenmaal de ver zamelplaats van al he.t overbodige, Al die herinneringen, die vroeger een deel van het mensenleven uitmaakten, staan nu in cijfers op de lange lijst. „Het volgend nummer komt voor." Ieder een rekt de hals om te zien wat er nu weer op de tafel zal verschijnen. Het is een vlag met ietwat verkleurde tinten weliswaar, maar wèl groot, want de ruimte laat zelfs niet toe, dat het dundoek in zijn geheel wordt uitgevouwen. Plotseling is het merkwaardig stil in het lckaal en de stem van de veilingmeester klinkt ongewoon luid. „Wie zet er eens in? Een gulden?" Vragend kijkt hij de kring rond. Niemand reageert; de vlag wiegt langzaam heen en weer. „Niemand een Larie is onbeduidend gepraat, gedoe zonder betekenis. Een larie is een dwaze vrouw, in de Achterhoek: een jong meisje dat zich kinderachtig gedraagt, in de Zaanstreek: een gemeen vrouws persoon. En het werkwoord lariën wil natuurlijk zeggen: babbelen, kletsen. In de zeventiende eeuw kende men ook samenstellingen met larie. Een laridant was een onbeduidend wicht, een lariekat een ijdele klapster. En dan was er ook nog het woord lariekoek dat: zoete koek betekende, koek voor vrou wen dus. Dat woord is naast larie in de taal blijven voortbestaan, evenals kletskoek naast klets. Onder invloed van al deze woorden is larie aan zijn tegenwoor dige betekenis gekomen. De bevolkingsdichtheid in Europa is met 82 inwoners per vierkante kilometer gro ter dan in enig ander werelddeel. In Azië is de bevolkingsdichtheid 51 inwoners per vierkante kilometer. Noord- en Zuid-Ame- rika herbergden medio 1953 ongeveer 351 millioen mensen met een bevolkingsdicht heid van 8 per vierkante kilometer. In Afrika is de bevolkingsdichtheid slechts 7 op een totale bevolking van 208 millioen ADVERTENTIE ,V.V r.VAV.ViV-v •I» Jong Cyprus: de stralende glimlach der Griekse gastvrijheid. (foto Reno Wisedon) zielen. Het geringst is de bevolkingsdicht heid in Oceanië (w.o. Australië en Nieuw- Zeeland), namelijk slechts 2 inwoners per vierkante kilometer op een totale bevol king van 14 millioen. Dat blijkt uit het zo juist verschenen Statistisch Jaarboek 1954 van de UNO. Nederland De bevolkingsdichtheid in Nederland is in het afgelopen jaar opnieuw toegenomen en wel van 320 tot 324 inwoners per vier kante kilometer. Nederland is daarmee een van de dichtst bevolkte landen ter wereld. Slechts het Saargebied heeft een nog gro tere bevolkingsdichtheid, namelijk 380 in woners per vierkante kilometer. In Enge land en Wales leven 292 mensen op elke vierkante kilometer, in België 288, in West-Duitsland 200 en bij onze derde Be nelux-partner, Luxemburg, 118, terwijl in Frankrijk slechts 78 inwoners per vier kante kilometer worden aangetroffen. Dit is echter altijd nog bijna vier maal zoveel als in de Verenigde Staten, waar per vier kante kilometer slechts 20 mensen leven. Op de Nederlandse Antillen is het gedrang heel wat groter: 188 mensen per vierkante kilometer, doch in Suriname en in Nieuw- Guinea heeft men met 2 inwoners per vier kante kilometer voorlopig nog de ruimte. En hoe vreemd het ook moge klinken: in Nieuw-Guinea en in Suriname is de be volkingsdichtheid toch nog twee maal zo groot als in de twee belangrijke immigra tielanden Canada en Australië, waar men slechts één inwoner per vierkante kilome ter tegenkomt. Kindersterfte De kindersterfte blijft in de meeste lan den ter wereld gestadig afnemen. In Ne- d e r 1 a n d kon door de vooruitgang van de medische wetenschap en door verbete ring van de nazorg na de geboorte de kin dersterfte in vergelijking met twintig jaar geleden zelfs worden gehalveerd, van 46,7 tot 22,1 per 1000 levend geborenen. Alleen in Zanzibar, Zweden, Hawaii en Nieuw- Zeeland (het laatste land alleen voor wat betreft de Europese bevolking) is de sterf te onder kinderen in het eerste levensjaar nog iets geringer. In België en Luxemburg is de kindersterfte nog ongeveer twee maal zo hoog als in Nederland en ook in Frankrijk en West-Duitsland is de kinder sterfte ruim twee maal hoger dan in ons land. Het land met de grootste kinder sterfte in Europa is Zuid-Slavië, waar 11,7 procent van het aantal levend geboren kin deren sterft vóór het einde van het eerste levensjaar. In verschillende gebieden bui ten Europa is de kindersterfte nog veel hoger: in Birma 230, in Aden 197, in Nyassaland 153 en op Barbados 145 op elke 1000 levend geborenen. Toch neemt ook in vele minder ontwikkelde gebieden de kindersterfte geleidelijk af. De minister van Justitie, mr. Donker, vindt het blijkens zijn Memorie van Ant woord aan de Eerste Kamer betreurens waardig, dat de maatregelen tot opspo ring van het aan het wettig over haar ge stelde gezag onttrokken Joodse pleegkind Anneke Beekman tot dusver nog steeds niet tot het beoogde resultaat hebben ge leid. De minister kan vooralsnog geen vrijheid vinden nadere mededelingen over deze zaak te doen. Mededelingen omtrent de genomen opsporingsmaatregelen zou den vrijwel zeker ter kennis komen van degenen, die het kind verborgen houden, zodat daardoor het verdere onderzoek in hoge mate zou worden bemoeilijkt. De minister heeft geen reden om aan te nemen, dat de Belgische autoriteiten on voldoende medewerking zouden verlenen bij de voortgezette opsporingspogingen. Hij geeft de verzekering, dat-zonder aanzien des persoons strafrechtelijk zal worden opgetreden tegen ieder, die ter beschikking van de Nederlandse Justitie is of zal ko men en van wie vermoed wordt, dat hij als dader of medeplichtige bij de ontvoe ring is betrokken. Inleidingen op jaarvergadering van Nijverheid en Handel Het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel heeft besloten op de jaarvergadering, die op 16 Juni in Enschede gehouden zal wor den, de plaats en de betekenis in ons land van de middengrote onderneming als on derwerp van behandeling te nemen. Het onderwerp zal door vier prae-adviseurs be handeld worden, namelijk de wordings geschiedenis en de huidige structuur van de middengrote onderneming, door prof. H. W. Lambers. hoogleraar aan de Nederland se Economische Hogeschool te Rotterdam; het fiscale aspect door de heer P. J. Spoo- renberg, directeur van Verwey Spooren- berg's fabrieken N.V. te Tiel en van de N.V. Stijfsel- en glucosefabriek Sas van Gent; het economische aspect (de econo mische betekenis van de middengrote on derneming) door dr. J. C. Hooykaas, direc teur van de N.V. Beckers' Sons te Brum- men en het organisatorisch-technologische aspect door prof. ir. D. Dresden, voorzitter van de Nijverheidsorganisatie T. N. O. te 's-Gravenhage. gulden? Twee kwartjes dan?" Stilte, 't Is een beetje benauwend. Dan zegt een jong meisje met een be nepen stem „Ja" en even later wordt het rood-wit-blauw als een vod bij de geveilde goederen gegooid. „Het volgend nummer komt voor." De kopers praten weer hardop. De stem ming is teruggekeerd. H. de G. ADVERTENTIE OOK VOOR SIGARETTEN Het gespannen koord en de parapluie maken nog geen equi libriste. Punt één is evenwicht. I nsgelijks maken Virginia tabak ken, zelfs 28 soorten, zonder meer nog geen Golden Fiction. Pas door evenwichtige samen stelling geven de beste tabakken hun beste hoedanigheden prijs. Méér prijs aan geur en smaak dan de Golden Fiction-bande- rolle aangeeft.... ooooooocoo PARIJS (Reuter). Vandaag zal in I Parijs een demonstratie worden gege- ven met stoffen, die zodanig „verduur- zaamd" zijn, dat een pak van deze stof 5 veertig jaar gedragen kan worden. De uitvinder van dit procédé is de Hon- gaarse vluchteling Joseph Hadju, die verklaart, dat behandeling van zijde, 3 wol of katoen bij het verven en in de 8 laatste stadia van de fabricage met be- - paalde siliciumpraeparaten bijna on- 3 verslijtbaar maakt. Zelf draagt hij een 8 pak dat naar zijn zeggen reeds tien jaar 8 oud is en hij wil het tot het einde zijner j; dagen gebruiken. Hij heeft machines opgesteld in het Ijspaleis van de Franse i| hoofdstad, die textiel zodanig „behande len", dat het er in enkele minuten tijds uitziet alsof het twintig tot dertig jaar normaal gebruik heeft ondergaan. Een textielfabrikant heeft een uitnodi ging om de demonstratie bij te wonen afgewezen met de opmerking: „Ik wei ger de begrafenis van de textielindus trie bij te wonen". Het Franse leger heeft reeds een bataljon in uniformen gestoken van door Hadju behandelde stof. De Franse posterijen hebben er 250.000 postzakken van besteld. MOOOOOOOOOOOOCXXXOOOOOOOOOOOCOCCODCOODCOGOOCOCCOOCCOOCÖ Te Amsterdam wordt wederom de groote tentoonstelling van automobielen, motorfietsen en rijwielen in het Paleis voor Volksvlijt gehouden. Bij de automo bielen is een streven naar nieuwe vor men op te merken. Wat den vorm be treft is een eigenaardige inzending de kolossale zeven persoons-wagen van de firma Eysink. met een motor van niet minder dan 24 paardekrachten. Men ziet ook een coupé, welke niet door benzine, doch door toom wordt voortbewogen. De snelheid is, blijkens in wedstrijden bereikte resultaten, zeer groot. Eigen aardig is ook de groote automobiel vrachtwagen te zien en te bedenken dat daarmede mettertijd varkens, koeien en zelfs paarden zullen worden vervoerd. Boven sommige automobielen heeft men zeer smakelooze regenkappen ge spannen van een onbeschrijfelijke kleur, grauw en bruin. Op dat onderdeel mag zich- de smaak nog wel eens oefenen. Tot welke capaciteit de fabrikanten van motorfietsen durven gaan bewijst Peugeot, die een 2-cylinder motorfiets heeft vervaardigd van niet minder dan 12 paardekrachten. Met zoo'n monster- machine vliegt men in een oogwenk een klein landje als het onze uit.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 5