Gamal Abdel Nasser voltooit de revolutie na Naguibs val Officieren zoeken onwennig een politieke ideologie r Nederland komt na 5 Mei-feest in zijn „wittebroodsdagen" Verfrissende eenvoud in particulier leven fpfiy/b a/'e/oest met STOPHOEST Met dank aan Zweden Actie van 12.500 bakkers voor Rode Kruis en Stichting '40-'45 Presentje aan de Boreling buteAwték DONDERDAG 24 MAART 1955 Onweerstaanbare drang J'erzet geprikkeld fn de val Heilige eenheid Eerste gewone vrouwelijke rechter geïnstalleerd Examens Gevangenen haalden hammen uit de mast Consumentenbond contra te dure grammofoonplaten Koeznetsov werkte in de Fordfabriek te Detroit Soldaten-„spelletje" berecht (Van onze reisredacteur) CAÏRO, Maart 1955 WAAR IN TOTALITAIR GEREGEERDE LANDEN de leiders van het regiem zich plegen te omringen met kostbare poesnas ter meerdere glorie van eigen persoon, is het een opwekkende ervaring dat de jonge militaire bestuurders van Egypte in hun particuliere levensstaat een verfrissende eenvoud handhaven. Deze jonge officieren dragen nog steeds hun simpele khaki-uniformen, leven van een bescheiden salaris en zij olijven wonen in hun sobere flats in of buiten Cairo. Premier Gamal Abdel Nasser zelf huist nog in de kazerne-woning van zijn oude regiment. Nu mag achter deze eenvoud een zekere politieke tact schuil gaan, wanneer een majoor-minister op spijtige toon tegen een vriend zegt. dat hij eigenlijk geen hoge gasten via zijn vrij morsige trap kan ontvangen en hij zich de huur van vierhonderd gulden voor een behoorlijke flat niet kan veroorloven. Daar zit dan toch een sierende, zij het wat naieve onbaatzuchtig heid is. Die soberheid, oprechtheid en naieveteit zijn de sympathieke eigenschap pen van Egypte's huidige regeerders. Wie zyn zy? Wel, deze „blckbachis" (lui tenant-kolonels) en „saghs" (majoors) van leger en luchtmacht, door de bank nog geen veertig jaar oud, zyn afkomstig uit de klei ne middenstand. Afkomst en militaire scho ling bepalen in hoge mate hun levenshou ding: puriteins, begrensd, denkend in een voudige termen, snel en rechtlijnig hande lend, vol haat tegen de r\jke, ontwikkelde ,.pacha"-klasse, die het land onder Faroek in verderf en corruptie had getrokken, autoritair, maar tegelijkertijd doortrokken van het gehoorzaamheidsbesef van militair en kleine burger. De revolutie moet hen veel innerlijke strijd gekost hebben. Het plan van de „Djoebhat el Ahrar", het front der „vrjje officieren" heeft in acht jaar lan ge verbittering moeten rijpen eer het tot uitbarsting kwam. De uitvoering van de staatsgreep op 23 Juli 1952 tekent hun mentaliteit. Zij kozen een generaal-majoor, Mohammed Naguib, ouder en wijzer en vooral hoger in rang, tot boegbeeld van hun opstand, ter dekking van burgerlijk en militair geweten. Zij zochten geen persoonlijke macht, probeer den daarentegen nadat zij Faroek met koel, maar correct militair eerbetoon had den heengezonden, een burger-regering zij het dan onder tijdelijke militaire con- tróle te handhaven en een gesaneerd de mocratisch regiem voor te bereiden. Nochtans, de revolutie is een onverbid delijk wapen, ook voor hem die het han teert. Handhaving van hun doelstellingen dwong hen tot handhaving en voortdurend terugslaan tegen oude politieke en religi euze leiders, die wilden meevaren op de nieuwe koers om haar weer om te buigen, en zelfs tegen arbeiders die van vandaag op morgen het paradijs wilden afdwingen. En zo bevonden zij die gedacht hadden dat de revolutie slechts een purgeer-middel zou zijn, dat duurzamer behandeling van het zieke Egypte nodig was en dat zij niet rustig naar hun regimenten konden terug keren, maar onweerstaanbaar verder wer den gedrongen op de vreemde en onbeken de weg, waarop zij de eerste stap hadden gezet. Eén man was er, die zich als een vis in het water voelde in dit nieuwe element: de enige niet rasechte revolutionnair, de oude re, wijzere „lewa" (generaal-majoor) Mo hammed Naguib. Hij sloeg onmiddellijk aan bij het volk. Zijn vaderlijke fotogenieke ge zicht glimlachte van alle voorpagina's. Hij kuste kindertjes met vervaarlijke charme. En hij werd nota bene de verpersoonlijking van de revolutie. De jongeren, die al het werk hadden gedaan, berustten daarin, tot dat zijn overheersende rol in de Revolution- naire Raad, die het land in feite regeerde, hen begon te prikkelen. Naguib had rechten gestudeerd, bezat een economische graad, liet èl te duidelijk merken dat hij ouder en wijzer was, maan de tot bedachtzaamheid, hield af van on bezonnen daden. Hij, de intellectueel, half- ADVERTENTIE nair, dat hy taktiek geleerd had. Hy accep teerde welwillend een terugkeer, omarmde de blij verraste Naguib. Wilde Naguib een nationale verzoening, herstel van de par lementaire democratie, verkiezingen? Wel, hij zou ze hebben. Met de grootste spoed. Niemand liberaler dan Nasser: het nieuwe regiem zou in Juni zijn macht aan een snel te verkiezen grondwetgevende vergadering overdragen, de censuur op de pers werd afgeschaft. De verheugde Naguib liep met open ogen in de val. Want al te scherp formuleerde de vrije pers haar bezwaren tegen de mili taire leiding, al te gretig stonden de oude politici van de Wafd, Egypte's machtigste politieke partij, gereed. Nasser mobiliseer- de zijn hulptroepen. Hij waarschuwde de „vrije officieren" tegen Naguibs oogmer- ken en de vakbonden tegen de kapitalisten. Hij toetste de politie en bevond haar trouw. Naguibs macht zou slechts enkele weken duren. De vrye officieren, het „geweten van de revolutie" bestookten de Revolutionnai- re Raad met resoluties. De oude. wijze „le wa" begreep dat hij geslagen was. Zelfs de liefde van het volk kon hem niet red den. Hy droeg het premierschap over aan Gamal Abdel Nasser op 18 April 1954. Zelfs het presidentschap zou hem niet conservatief, half-revolutionnair, zocht overleg met andersdenkende groepen. Met de Mohammedaanse Broederschap en zelfs iang" gegund zijn!" Op October 'schoot de oude politieke- partijen om tot nieuwe rpn lid van dp Mohammedaansc Broeder- nationale eenheid te komen. Toen hij daar- sch fanatiek orthodox, zijn pistool leeg gegroeid, die wilde dis cussies in de Revolu- tionnaire Raad door gaans met een paar rustige woorden weer in ordelijke banen leidt. Wilde discussies: de wildste werden gevoerd door majoor Salah Sa lem, minister van Pro paganda en Soedanese Zaken. Het is een pu-. bliek geheim dat Nasser bijzonder ontevreden is over de „dansende ma joor", die enige indruk wekkende échecs op zijn naam heeft en enige ma len dicht bij een ge dwongen aftreden is ge weest. Maar sinds de af- faire-Naguib kan het nieuwe regiem zich niet nogmaals een breuk veroorloven en dus wordt de heilige eenheid althans naar buiten ge handhaafd. Voorlopig heeft Nasser zijn negen getrouwen, die het dient gezegd zich van 's ochtends tot 's avonds in vaak onmenselijk tempo afbeulen, nog vast in de hand. Het motto van de nieuwe Egyptische staat luidt niet voor niets: „een heid, discipline en ar beid". Premier Gamal Abdel Nasser. bij verzet ontmoette in de Revolutionnaire Raad eiste hij een presidentieel veto Geïrriteerd door zijn „onverdiende" maar geweldige populariteit bij het volk, ge schokt door zijn „verraad aan de revolu tie", weigerden Nasser en de zijnen. Naguib ging heen. Het was Februari 1954. Op dat ogenblik is Egypte dicht bij een bloedig conflict geweest. Het volk roerde zich. Een groep cavalerie-officieren onder majoor Mohieddine, broeder van de minis ter van Binnenlandse Zaken, eiste vrijwel gewapenderhand herstel van Naguih in zjjn functies van president en premier. Op dat moment toonde Gamul Abdel Nasser, voor heen vice-president en heftig revolution- langs Nassers oren. Naguib werd gecom promitteerd bevonden en op 14 November van zijn nog slechts nominale president schap ontheven. Nu zit het boegbeeld van de revolutie stilletjes opgeborgen in een villa met Veel prikkeldraad er omheen te wachten tot de fortuin hem weer gunstig zal zijn. Niet veroordeeld, maar wel voor lopig uitgerangeerd. Gamal Abdel Nassers revolutionnairen hebben thans het rijk alleen en zij zijn vastbesloten hun revolutie te voltooien. „Bickbachi" Nasser vult Naguibs stoel. Hij is in korte tijd tot een kalme „sterke man" Jong Egypte: het nieuwe regiem hoopt voor de jeugd een betere toekomst op te bouwen. Een zware taak: er komen per jaar 35.000 nieuwe Egyptenaartjes bij. Njet alleen de bevrijding van het Hitier- regime zal in de Meimaand van dit jaar nationaal herdacht worden, maar ook de bevrijding van de honger, waaraan het Westelijk deel van ons land ten onder dreigde te gaan. Zowel de komst van de Zweedse schepen, die in die barre nood met kostbare bloem de haven van Delfzijl binnenvielen, als de onvergetelijke voed- seldroppings boven de grote steden van 29 April af zullen herleven dank zij een ini tiatief van het Nationaal Bakkerscomité, dat alle bakkers in ons land en dat zijn er ongeveer 12.500 achter zich heeft. Het comité beoogt op de Nationale Be vrijdingsdag op 5 Mei een paar „witte broodsdagen" te doen volgen, waarop aan den volke brood zal worden verkocht, voor zien van een Zweeds vlaggetje, waarop te vens de emblemen van het Rode Kruis en de „Stichting 1940'45" voorkomen. Dat vlaggetje gaat een kwartje kosten en de opbrengst ervan er worden er twee mil- lioen vervaardigd gaat in haar geheel naar het Rode Kruis en de Stichting 1940 '45. Er behoeft in het geheel geen kosten- aftrek te geschieden omdat de distributie van de vlaggetjes geheel door een grote grondstoffenfabriek voor het bakkersbe drijf verzorgd wordt en de kosten van aan maak volledig voor rekening komen van het Import Bloem-bureau. De opbrengst zal gelijkelijk over de beide instellingen worden verdeeld. Deze „Zweeds witte broodactie" is tevens bedoeld als een dank betuiging aan het Zweedse volk, dat als eerste de nood in deze gewesten kwam le nigen. Als blijk van die dank beoogt het Bakker-Comité tijdens het statiebezoek van het Zweeds Koninklijk Paar aan Ne derland in April aan de Koning van Zwe den een geschenk aan te bieden, voor de vervaardiging waarvan reeds opdracht is verleend aan een bekend Nederlands kun stenaar. Niet alleen de Zweedse hulp maar ook de geallieerde voedseldroppings zullen herdacht worden, en deze reeds op 5 Mei tusen 2 en 4 uur, wanneer boven elf plaat sen in ons land, waarvan de namen uiter aard geheim worden gehouden, parachutes met drie wittebroden eraan uitgeworpen worden. Aan de parachutes, waarvan er boven elk van de elf plaatsen één zal neer dalen, worden zijden vlaggetjes bevestigd, eveneens met de Zweedse kleuren en met de emblemen van het Rode Kruis en de Stichting 1940'45. De vinders van de pa rachutes krijgen een buitenlandse reis aangeboden. De Nederlandse Radio Unie en de omroepverenigingen zullen er in haar programma's aandacht aan besteden en met de Nederlandse Televisie Stichting zijn nog besprekingen voor een uitzending gaande. Voor de Stichting 1940'45 is dit een on derdeel van haar activiteit om in 1955 de vijf millioen „vol" te krijgen, die zij nodig heeft om aan al haar verplichtingen jegens de nagelaten betrekkingen der gevallenen te kunnen voldoen. ADVERTENTIE u« Ui - t" MilTDif L=fc @5- @5 @1 Woensdagochtend heeft de president van de rechtbank te Amsterdam, mr. C. Briët, de eerste gewone vrouwelijke rechter mej. J. H. Kroesen uit Den Haag, in haar ambt van rechter bij de arrondissementsrecht bank te Amsterdam geïnstalleerd, nadat de officier van justitie, mr. W. P. Bakhoven haar installatie had gerequireerd. De pre sident zeide er van overtuigd te zijn dat de ervaring van mej. Kroesen in het ambtelijk en maatschappelijk leven, deze drukke rechtbank tot voordeel zal strekken. Tal rijke leden van de rechtbank, van het par ket en van de balie waren getuigen van de korte plechtigheid. Amsterdam. (Gem. Universiteit). Bevor derd tot arts mevrouw S. E. Sibinga Mulder Veenhuizen, mevrouw A. StrackeeMul der en de heren B. C. Schulte, J. W. L. Klee- vens, M. M. J. E. Hussel (Amsterdam) en H. F. G. van Balen (Bussum). Geslaagd voor het artsexamen 1ste gedeelte mejuffrouw D. N. Ong, mejuffrouw M. M. Sluis, mevrouw H. BorsjeBakker, en de heren A. L. Bouma, A. F. Koome (Amsterdam), L. A. G. M. Cremers (Broek-Sittard) en F. J. P. A. J. Spuls (Overvcen). Leiden. Geslaagd voor het candidaats- examen I wis- en natuurkunde de heer A. W. Staff al aar te 's Gravanhage. Toen er bij ons aan de over kant nog geen huizen stonden, konden wij de seizoenen voor bij zien trekken in hun lang zame, statige gang. Er was een weiland, waarboven 's morgens en 's avonds nevelen hingen, en dat omzoomd was door laag, donker kreupelhout. Ook was er een akker, waarop vroeger op nette, rechtversneden bed den groenten werden ge kweekt. De laatste jaren was de akker echter in het voor jaar overdekt met een weelde van bloemenkleuren niet zozeer om de kleuren dan wel om de bollen. Als we uit onze ramen ke ken, de straat en de vaart over, zagen we in de verre wijdheid de vage contouren der duinen, bekranst met het brons van naaldhout in grillige slingers over geel zand. We konden een meeuw, die uit de vaart was opgestegen, volgen tot hij bo ven de zee in een ijle blauwte oploste en wij hoorden zijn schreeuw nog, als hij reeds ge lijk een streepje sneeuw bijna versmolten was tussen de wol ken. Tussen de bloemen knielden mannen, die wiedden en sne den, en kinderen die in hun vrolijke jurkjes zelf op bloe men leken. De geuren wissel den met de seizoenen in het prille voorjaar woei het aroma van het bruine voedsel voor de droge grond onze kamers binnen, waarop de ramen met spoed moesten worden geslo ten, doch later werden wij weer schadeloos gesteld door het parfum van hyacinten, door de frisse geuren van een natbedauwde wei en de scher pe reuk van water onder kil zonlicht. De zomer kwam dan een mat en lui land trilde voor onze ogen onder het gloeiende schijnsel van een hete middag, en ontwaakte tegen de avond in de koelte van de nevels. De herfst bracht de grauwe sterf te van het groen, doch in de verte kleurden de bossen en de duinen zich in warme tinten en het land ging dampen in de schemering. En de winter, die blauwe nachten van staal en witte weken onder strakke gele luchten en gordijnen van lage wolken bracht, was als tafereel van de optocht der jaargetijden de moeite van het bekijken waard. Dat alles zagen wij, toen er nog niet gebouwd was. Wij beseften niet, dat onze ver bondenheid met de seizoenen ïn de grond slechts bij de gra tie van het uitzicht bestond en wij hebben nooit dat plaatje aan een paal, waarop bouw grond te koop werd geboden, met achterdocht bezien. Doch nu blokken van steen, uit vier verdiepingen bestaan de, ons van de natuur en de optocht hebben afgesneden, kunnen wij nog slechts op de kalender zien wat het buiten doet. Het is een gordijn van steen en staal tussen de wereld en ons, wij zijn plotseling in een stad komen te wonen zonder verhuisd te zijn. De stad heeft ons omarmd en opgesloten, de meeuwen en de duinen moeten ergens nog wel zijn, maar onze ramen weerspiegelen hun beeld niet meer. Wij zien nu jonge echtparen op balconnetjes zit ten in de laagte en in de hoog te, naargelang van hun verdie ping, en de geluiden buiten zijn geheel en al veranderd. Een kinderstem, die vroeger uit waaide over het land, klinkt nu schril en scherp naar ons Dp en een blaffende hond heeft ?een verre echo meer, doch een iirecte, vinnige naklank tus sen stenen wallen. Jonge mensen met jonge kinderen gaan in en uit, trap op en trap af, er knippen lich ten aan en uit in het grote mo- zaiek van ramen. Vier verdie pingen zijn heel wat. Wij kun nen in de avonduren de opeen gestapelde gezinnen onder hun vier lampekappen zien zitten, met dunne vloeren ertussen. Soms zitten alle vier de huis vaders in een rechte verticale lijn onder elkaar, als op een tentoonstelling in afwachting van de rondwandelende jury. Zij vouwen op ongeveer het zelfde tijdstip hun kranten open en het zijn meestal nog dezelfde kranten ook. Het is een raadsel, hoever de fantasie der mensen ten aanzien van vitrage-gordijnen gaan kan. Ik tel drieëntwintig ramen met gordijntjes recht- toe-rechtaan, de vierentachtig andere ramen zijn alle met verschillende sierlijke uitvin dingen op gordijnengebied ge tooid. Strookjes en kantjes, plooien en bochten, strikjes en andere frontonseltjes maken het gezamelijke beeld van die honderdzeven ramen, die in ons gezichtveld zijn gekomen, tot een feest van verbeeldings kracht. Doch zij hangen alle stil en gaan niet voorbij, zoals de sei zoenen. Op de derde verdieping heeft een jong paar tot zijn onuitsprekelijk geluk een lief flatje gekregen, na jarenlang gearmd langs bureaux te heb ben gelopen. Wat zij nooit ge droomd hebben, is werkelijk heid geworden ten koste van ons uitzicht: zij hebben een schte, tastbare woonkamer, een realistisch keukentje en een slaapkamer, waar zelfs bijna een lits-jumeaux had kunnen staan. De badcel is een luxe, waar zij drie nachten niet van hebben kunnen slapen doch thans wonen zij er alsof zij nooit anders gedaan hebben. Hun lampekap is 's avonds de bovenste in de verticale lijn der gele en rose lichten, hun gordijnen zijn gemaakt volgens de bekende geplooide-stroken- opneem-procedure. Zij komen in hun flatje elkander voort durend tegen, waar zij ook gaan, doch dan glimlachen zij veelbetekenend alsof zii zeg gen willen: hier wonen wij nu, en hoe vind je dat. Zij hebben ons het uitzicht op het wentelende leven ont nomen, en is jammer. Doch wij kunnen thans de voortgang der mensenlevens bekijken, wat ook interessant zou moe ten zijn. Het is enkel te betreu ren, dat mensen dag in dag uit hetzelfde doen, en dat alle mensen dat doen. Zij staan stil, hoe hard zij ook werken, zij zijn geen zomers of winters, zij zijn altijd mensen die op het zelfde uur thuiskomen en uit gaan, wier lamp altijd in het midden der kamer hangt en wier gordijnen een starre sier lijkheid hebben, die wrevelig maakt. Doch op een dag is op die derde verdieping daarboven plotse ling een seizoen des levens verstreken en een nieuw stra lend binnengetreden: er is een kind geboren. Wij kunnen niet in de wieg kijken, doch het moet wel het mooiste kind ter wereld zijn. Ook tussen deze muren van steen en staal staat het leven dus niet stil. Dat is een troost rijke gedachte, nu wij de vel den niet meer kunnen zien. Omdat zij onze overburen zijn, hebben wij een visite ge maakt en zijn samen in be wondering boven de wieg be hoedzaam blijven kijken, tot de rose vuistjes in de oogjes werden gewrongen en een bibberend tongetje als een nerveus slangetje naar buiten kwam, tegelijk met het ge schreeuw. Op zulk een moment trekt de visite zich terug en richt de moeder zich bleek op in bed. Wij brachten de etenstijd van de kleine door op het achterbalcon, om straks het kleine wereldwonder nog even buiten zijn étuitje te kunnen zien. Op het balconnetje hadden we eigenlijk wel wat langer willen blijven. Want: Wij zagen daar een meeuw, cirkelend over de voorjaars velden, zijn weg door de avondnevels zoeken naar de donkergekroonde duinen in de verte. Wij zagen alles terug, wat wij verloren hadden. Toen wij afscheid namen, hebben wij ons uitzicht in stilte doch met plezier voor altijd aan het jonge mensje in de wieg cadeau gedaan. J.L. Dat velen in den lande luisteren naar de uitzending mastklimmen onder leiding van Johan Bodegraven voor de Nederlandse Christelijke Radio Vereniging is bekend; hij weet dat uit vele brieven, maar Maan dagavond heeft hij dat ook moeten ervaren, toen in de Haarlemse gevangenis tijdens een ontspanningsavond de bezoekers het „Wie klimt er mee" zongen, alvorens aan een wedstrijd werd begonnen, waaraan gedetineerden konden deelnemen. De wijze, waarop dit geschiedde moet Johan Bode graven overtuigd hebben van het feit, dat de toehoorders gaarne naar zijn uitzending luisteren. De NCRV had de bijzondere bij eenkomst aangeboden, waardoor de ge vangenen, voor wie er geen kans bestaat een bezoek aan de studio te brengen, als er een steravond is, konden zien hoe het er op een dergelijke bijeenkomst toe gaat. Bij het podium was een mast opgesteld, die door een aantal toehoorders was gemaakt. Johan Bodegraven keek er met grote be wondering naar en merkte op: „ue mast ziet'er stevig uit, maar dat kan niet anders, omdat in dit gebouw alles stevig en solide moet zijn." Aan het topje van de mast hin gen vijf hammen en vier er van zijn om laag gehaald. De vijfde groep moest zich met sigaretten tevreden stellen. Johan Bodegraven heeft, na ingeleid te zijn door de directeur van de gevangenis, de heer R. S. Wierda, een en ander verteld over zijn ervaringen, waarna aan vijf ploe gen van drie personen vragen werden ge steld over de boerderij, zeevaart, sport, huis, tuin en keuken en algemene ontwik keling. Johan Bodegraven kwam tot de ontdekking, dat zijn toehoorders over vele onderwerpen goed op de hoogte waren. Aan het slagen van de avond hebben ook meegewerkt de bas-bariton Gerard Ilo, die enkele Nederlandse liederen en negro-spi- rituals zong en Henk Eggerman, die Gerard Ilo begeleidde en ook enige liedjes ten ge hore bracht. De Nederlandse Consumentenbond heeft de minister van Economische Zaken ver zocht voor de verkoop van grammofoon platen dezelfde maatregelen te nemen als hy gedaan heeft voor de verkoop van radio toestellen. De bond zegt, dat de Nederland se koper goedkoper uit is als hij zijn platen in het buitenland koopt, zelfs met inbegrip van de daaraan verbonden kosten, dan wanneer hij ze via de Nederlandse klein handel betrekt. Dit voordeel beloopt soms tussen de 15 en 30 percent. Dit geldt zelfs voor platen van Nederlands fabrikaat. De oorzaak hiervan is, aldus de consumenten bond, dat de Nederlandse kleinhandel be langrijk meer winst meent te moeten ma ken dan die in het buitenland. Deze toe stand kan slechts worden gehandhaafd door over de hele linie gemaakte prijsaf spraken, aldus de bond. DETROIT. (Reuter). Vassily v. Koeznet sov, de nieuwe Russische eerste plaats vervangende minister van Buitenlandse Zaken, heeft vroeger in een fabriek in Detroit gewerkt. Enkele arbeiders van de Fordfabrieken herinneren zich nog dat Koeznetsov in de dertiger jaren bij de staalovens werkte. Koeznetsov kwam bij Ford als gevolg van een uitwisselingsover eenkomst tussen de Russische en Ameri kaanse regeringen. Hij werkte ongeveer een jaar in de Verenigde Staten. In 1945 bezocht hij de Verenigde Staten nogmaals op uitnodiging van de vroegere voorzitter van het vakverbond CIO, Philip Murray. Hij was toen voorzitter van de Russische centrale raad van vakvereni gingen en lid van de Sovjet-delegatie naar de oprichtingsconferentie van de UNO in San Francisco. ADVERTENTIE Vrij te bezichtigen *an 14-14 en 19-21 uur Zondags gesloten WONINGINRICHTING B E V E R W Ij K 250 MODELKAMERS TEL. K 2510-3641 Twee militairen te Gorinchem verveel den zich op een middag in Januari van dit jaar en bedachten een „spelletje". Zij gin gen ieder achter het stuur van een vracht wagen bestemd voor het vervoer van mi trailleurs, zitten, reden de auto's voorzich tig tegen elkaar en gaven toen vol gas. Zij wilden eens zien welke auto het sterkst was. Het ging één keer goed. Maar een volgende maal stonden de wagens niet recht tegenover elkaar. De ene wagen schoot over de bumper van de andere wa gen en drukte de radiator in. Woensdagmorgen stonden de twee mili tairen terecht voor de krijgsraad te velde- West te 's-Oravenhage. De auditeur-mili tair was er helemaal niet over te spreien. Hij requireerde tegen de jongemannen, de 21-jarige A. K. J. W. uit Utrecht en de 20- jarige L. J. R. uit Vlaardingen, dat zij ieder tot twee maanden gevangenisstraf met af trek van voorarrest en 3 maanden plaat sing in een strafklasse zouden worden ver oordeeld. De krijgsraad besloot de zaak tegen de beide baldadige soldaten te ver wijzen naar hun commanderend officier ter krjjgstuchtelijke afdoening. r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 5