VOLENIDAM IN MINIATUUR Anecdotes met pen en tekenstift Filmfestival te Cannes Een rok ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN Ficus purnila 7? Verrassingen en incidenten Plan voor grotere handel met Brazilië Vermeulen uit New York vertrokken VRIJDAG 6 MEI 1955 DIT MAKEN WE ZELF BRIEVEN VAN EEN PARIJSE HUISVROUW dl Manlief is uit zijn slof geschoten - Dat leuke vlotte kapsel MOLENDIJK ccr rouw LOOP JE HET TOERISTENCENTRUM in Volendam voorbij en ga je steeds verder het Noordeinde op met aan je rechterhand het wijde IJsselmeer en links van de dijk de popperig kleine huisjes, dan wordt het als maar stiller op de weg. Daar waar het land helemaal voor jezelf wordt, staat het laatste huis, waarin een vroegere onder wijzeres van Volendam haar jeugd en meisjesjaren heeft gesleten. Dat is op zichzelf niets bijzonders, zult ge zeggen. Toch wel. Die onderwijzeres is nu al jaren getrouwd jaren getrouwd en zo n half jaar geleden is ze na een langdurig verblijf in Amster dam-Noord teruggekomen. Ze is niet alleen teruggekomen, zoals een trouwe kloek naar de ren, ze heeft samen met haar man iets meegebracht: een groots opgezette poppen- industrie. De producten ervan bestaan uit miniatuur Vo- lendamsen en Volendammertjes. De nieuwe fabriek staat op de fundamenten van het kip penhok, waar zij als kleine kleuter omheen heeft gedren teld en in die ruimte werken nu de dochters van de moe ders, waarvan zij vroeger de juffrouw was. Gezeten tussen eindeloze rijen grote en kleine poppetjes vertelde mevrouw Bakhuys hoe dit allemaal begonnen is. Daarvoor moeten we teruggaan naar de onderduiktijd van haar man, want in die periode was het, dat hij en enkelen van zijn lotgenoten de tijd doodden door het vervaardigen van simpele vulpoppetjes van alle mogelijke materiaal, dat zij konden bemachtigen. Na de bevrijding begonnen zij een kleine poppenfabriek in Amsterdam- Noord, hoofdzakelijk met thuiswerk sters en -werkers. Langzamerhand gingen zij zich specialiseren op de Ne derlandse klederdrachten. Die speciali satie is thans in zoverre doorgezet, dat men bijna uitsluitend poppen in Volcn- damse kleding maakt, plus wat Marker en Zeeuwse drachten. Andere kleding wordt nog slechts op speciale bestelling geleverd. Voor mevrouw Bakhuys is het aan kleden van poppen niets nieuws. Ze leerde het vroeger op school haar leer lingen ai. Toen was het haar ook reeds opgevallen hoe aardig die jonge Volen dammertjes dat konden en hoe goed ze ook tekenden. De Volendammer bezit van nature een sterk artistiek gevoel; het was daarom goed gezien de fabriek te verplaatsen naar het ouderlijk erf, waardoor zij automatisch de beschik king kreeg over werkkrachten, wie deze kunst in de vingers zit. OF DE POPPEN NU groot of klein zijn, zij probeert de originele dracht zo dicht mogelijk te benaderen. Met grote poppen is dat natuurlijk het gemakke lijkst, maar cok in die van bescheidener formaat konden wij geen foutje ont dekken. De stoffen, die hiervoor wor den verwerkt zij liggen in grote balen in de voorraadkamer zijn alle maal echt: jakken- en bontjesgoed, blempiesbaai, pij en siamois. De vrouw tjespoppen dragen ook het snoertje bloedkoralen en de kleurige* kraallap, waarop hun maaksters zelf zo trots zijn. Zij hebben dezelfde handgeplooide mutsen op van hardgesteven kant, dat met een mesje wordt geplooid en zij zijn getooid met de traditionele ge streepte schort. De mannetjes dragen Wet korte jasje het blempie het beffie met de knopen en de wijde pij broek met de zilveren daalders. Omdat vreemdelingen nu eenmaal dol zijn op het Volendamse costuum, wordt dit ook in normale kindermaten en desgewenst gróter vervaardigd. Het mutsje is dan echter niet van echt Brusselse kant en er komt ook niet zo veel handborduurwerk aan te pas, dat zou te duur worden. In grote lijnen komt het echter met het origineel over een. Aan de fabriek is een apart schilders atelier verbonden. Daar worden de ge zichtjes van de poppen aangekocht in Nederland, Italië, Duitsland en Ja pan bijgewerkt en daar worden ook hele regimenten presidenten en Walt Disney figuurtjes, afkomstig uit Ameri ka, beschilderd. In Amerika is hand werk zo kostbaar, dat deze methode toch nog goedkoper is, al komen er dan ook allerlei kosten, onder anderen vracht, bij. Zo kan het gebeuren, dat men in Volendam een kist ontvangt met het opschrift: „Ike with hands up" en de inhoud ervan bestaat dan uit honderden ongeverfde Eisenhowertjes. IN EEN LICHTE KAMER achter de dijk zie ik ze dan zitten, de meisjes in Volendams costuum, die met precieuze gebaartjes de honderden poppetjes be schilderen. „Ik heb er een leuk systeem voor bedacht", zegt mevrouw Bakhuys. „Het is natuurlijk vervelend steeds bezig te zijn met Roosevelt of Lincoln en daarom beslist elke dag het lot wie het zal zijn." De poppengarderobe wordt in een hoek van de naaiafdeling machinaal in elkaar gestikt. Honderden jakjes en broekjes liggen er al klaar. Een rij Zeeuwse mutsen „er is toevallig een vrij grote bestelling in die kleder dracht", zegt mijn gastvrouw vallen een beetje uit de toon tussen al dat Volendamse gedoe. Dat er nog heel wat handiwerk aan de costuuims te pas komt, zie ik in een andere boek, waar de pop pen worden aange kleed. Ik volg met be langstelling het hele proces, tot het hui letje met de hand is geplooid en de klomp jes aan de voeten zijn geschoven. Er wordt ook nog flink wat thuiswerk verricht. De collega's uit de onderduiktijd werken namelijk nog steeds mee en hele families in Volendam kleden thuis poppen aan. Hetzelfde geldt voor Zeeland waar een echte Zeeuwse voor de zaak aan hef werk is. Veel poppen ook heel kleine, die als corsage worden ge dragen gaan de wijde wereld in, vooral naar Canada, Curagao, Venezuela, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika. Heel wat komen ook te recht in Nederlandse souvenirwinkels, waar ze gretig wor den gekocht door toeristen, die daar door een handje meehelpen aan Ditmaal een rok voor de jongedoch- ter. Echt een rok om elke dag weer met evenveel plezier te dragen. Er is niet veel stof voor nodig en toch is hij wijd. We kunnen er een ochtend-, middag- of avondrok van maken, al naar gelang van het materiaal dat we er voor ge bruiken. B.v. effen met tirolerband, een ruitje met effen gekleurd band, een streep in de lengte waarbij we de ban den van de zelfkanten afknippen, zodat daar de steep in de breedte loopt, en tot slot kunnen we hem van tafzijde maken en met fluweelband garneren. Kies maar uit! We kopen 2 meter stof van 90 cm breed en eventueel 3.20 band. Hiervan knippen we de rok volgens de tekening. (Als we streepstof gebruiken, knippen we eerst de twee repen voor de garne ring lang de zelfkant, elk 4 cm breed). De bovenste strook wordt 1V4 stof- breedte en 17 cm lang, de halve stof- breedte, die we overhouden, gebruiken we voor de tailleband. De middelste strook wordt 2 stofbreedtes en 27 cm lang en de laatste 3 stofbreedtes en 30 cm lang. We stikken de stroken met de zij kanten aan elkaar; in de bovenste laten we een naad open voor de ritssluiting. De bovenkant rimpelen en de stroken aan elkaar stikken. De tailleband op 4r ?o het wijd verbreide geloof, dat heel Neder land op klompen loopt TINEKE RAAT u 'io Houdt u óók zo van mémoires? Van die aantekeningevi en herinneringen in de kantlijn van de grote en de echte geschiedenis die men hier in Frankrijk als de „petite histoire", de kleine histo rie aanduidt? Door zo'n boek vol anec dotes over de vrouwen en de mannen die samen eens de geschiedenis hebben gemaakt leer je de mensen veel beter kennen dan uit de daden die door an deren geboekstaafd werden en waarmee ze hun plaats in de historie veroverden. Een goede memorieschrijver brengt de kleur en het leven aan op de gezichten van die grote en roemruchte figuren die, trots hun glorie toch al vrij gauw het ri sico lopen tot standbeelden te verstenen. Zo'n begaafd auteur van de „kleine geschiedenis" heeft de vermaarde teke naar Don zich betoond die zojuist in zijn boek „Rien que des Souvenirs", (Niets dan Herinneringen), zijn doos van Pandora boordevol anecdotes van een vijfendertigjarig Parijs' boulevardier- bestaan geopend heeft. Samen met Scem heeft Don tientallen jaren tot de be roemdste tekenaars van spotprenten en caricaturen van Parijs behoord. Hij is geen tekenaar aan de lopende band die wekelijks de kranten van nieuwe ge- illustreerde mopjes kan voorzien en daarom werd hij bij het publiek de laatste jaren door de jongere grootleve ranciers in zijn beroep, misschien wat in de vergeethoek gedrukt. Hij heeft zijn kunst niet ver-industrialiseerd. Een tekening blijft voor hem: een klein kunstwerkje en de producten van zijn scherpe pen treft men tegenwoordig nog maar sporadisch aan in de enkele maandbladen die ze nog in hun kolom men exposeren. Maar in zijn boek be- Ficus purnila kent men beter onder de naam: Zweeds klimplantje; ze wordt na melijk in Zweden veel als hangplantje gekweekt. Ook in ons land komt dit aar dige moderne wandplantje er best in. De bloemist heeft ze wel in voorraad en als het plantje eenmaal in de kamer gewend is zal ze best groeien. De overgang kas- kamer heeft ze echter een hekel aan en voorlopig moet u er maar op rekenen dat ze enkele van haar aardige kleine blaad jes zal laten vallen. Is ze echter eenmaal gewend heeft ze daar geen last meer van. Een bezwaar is misschien: de bloemist kweekt dit plantje in zeer kleine potjes en misschien is het daarom wel beter haar maar direct in een iets ru/mer potje te plaatsen. Overigens kan men haar in een klein potje ook uitstekend op kracht houden door haar wekelijks een weinig te bemesten; de bekende kamerplanten- kunstmest kan men voor dit doel uit stekend gebruiken. Groeit het plantje te sterk kan men vroeg in het voorjaar; dus ook wel in deze tijd, de te lang uitge groeide takjes wel een eindje inkorten. Een normaal verwarmde kamer is wel gewenst; in een wat koelere omgeving groeit ze echter ook nog voorspoedig en volle zon is niet zo goed. G. KROMDIJK De Ficus repens of Ficus purnila. wijst Don nu wel overtuigend dat hij zijn modellen niet alleen met het teken- stift wist te benaderen. In honderden savoureuse anecdotes heeft hij ze óók als schrijver met zijn vulpen tot leven gebracht of zelfs tot dit leven terugge roepen. Don is van oorsprong Roemeen en toen hij een jaar of twintig was werd hij volgens de traditie van zijn land, door zijn ouders naar Parijs gestuurd om hier zijn opvoeding te vervolmaken. Hij zou zelfs schilder moeten worden. Maar in die dagen trok de vliegsport, ofschoon nog in de windselen gelegen, hem veel sterker aan dan het palet en de pense len. Op een kwade dag maakt hij een val en in 't ziekenhuis vreest men voor zijn leven. Wie zullen we waarschuwen? vraagt ongerust al een zuster. Don kent vrijwel nog niemand in Parijs en geeft, half buiten kennis, de naam op van de wereldberoemde acteur de Max, van origine Roemeen als hij. De Max stuurt hem zijn lijfarts die er in slaagt Don's leven te redden. Weer op de been wil de jonge Roemeen zijn grote landgenoot gaan bedanken. Hij komt aan bij een huis als een paleis en voor de deur van het appartement van De Max vindt hij een boeketje viooltjes liggen. Hij raapt 't op en zo wordt hij mèt die bloemetjes in de hand. in een kamer geleid waar de grote toneelspeler nog in bed ligt. De Max die al weken lang iedere ochtend een bosje viooltjes voor zijn deur had aangetroffen, meent dat Don daar de milde gever van is geweest. Tot in het diepste van zijn hart is hij door die blij ken van dankbaarheid ontroerd en hij wil Don nu op zijn beurt daar een tast baar bewijs van geven. Eerst moet Don een keuze doen uit de klerenkast ge vuld met de kostbaarste en meest ex travagante gewaden. En daarna gelast hij hem een la van zijn bureau open te trekken. De la is tot de rand gevuld met gouden ducaten. Grijp zoveel je nodig hebt! beveelt de acteur. Uitgedost in de prachtigste kleren en de zakken vol geld, verlaat Don 't huis van zijn weldoener De Max had een hart van goud, zo als ook door een ander verhaaltje uit Don's boek wordt geïllustreerd. Toen de Max al een dagje ouder begon te worden, maar dat zelf nog volstrekt niet voelde, laat staan erkennen wilde, hoorde hij dat zijn nog bejaardere kunstzuster, de fameuze Sarah Bern- hard, vanwege een dodelijke kwaal een van haar benen had moeten laten am puteren. De Max was er kapot van en hij stelde een ziekenbezoek dagen uit omdat hij bang was met zijn emotioneel gemoed de grote Sarah toch weinig te zullen kunnen opbeuren. Maar tenslotte ging hij dan toch. Alweer beladen met geschenken, komt hij bij haar aan. Maar hij heeft de drempel van Sarah's kamer nog niet overschreden of de aanblik van de grote actrice in haar ziekbed grijpt hem zo sterk aan dat hij, over stelpt van verdriet, zijn gezicht in een zakdoek moet verbergen. Snikkend en schoorvoetend nadert hij haar bed. Sarah richt zich op en met haar fraaiste toneelstem spreekt ze hem dan toe: Oh, mijn arme Maxje, mijn hondje, wat zie jij er doodongelukkig uit. Ik Joo /J3 wijdte maken, aanstikken en overstik- ken (naai er iets stevigs tussen), slui ting eraan maken en de ritssluiting in naaien. Het sierbanó er op stikken of met de hand opnaaien, de zoom erin maken en de naden afwerken.^ L. C. B. schrik ervan te zien hoe vreselijk oud je plotseling bent geworden. Maar intussen besloot Don dan toch eens ernst met de kunst te gaan maken. Hij schrijft zich in op het atelier van de grote beeldhouwer Bourdelle die ook een meester in het tekenen was. Hem wordt een plaatsje aangewezen naast een allerliefst Italiaans meisje. Heel erg verlegen en zó bescheiden en zó bang om op te vallen dat ze zich in een hoekje heeft weggedrongen en zich nooit anders dan in een heel simpel truitje en rokje kleedt. Een week later gaat Don naar de renbanen van Auteuil, want paarden hebben dan al zijn harts tocht. Tot zijn onuitsprekelijke ver wondering ontdekt hij in een grande dame in schitterend gewaad, behangen met juwelenhet Italiaanse tekena- resje uit het atelier van Bourdelle. Hij gaat naar zijn kameraadje toe dat triest gestemd is. Laat dat paard van Aga Khan waarop ik gewed heb, nu net met een hoofdlengte verliezen, zo snikt ze hem toe. Om iets terug te zeggen, vraagt Don waarom ze dan ook zo nodig juist op dat paard van Aga Khan moest wedden. Dat paard is nog niets, roept het meisje uit, maar zijn baas. Daar ben ik mee getrouwd. Zo, met zulke korte, scherpe en ver rassende trekjes tekent Don een hele galerei van beroemdheden uit de laatste dertig, veertig jaren. De Due van West minster, de nog altijd vermaarde actrice Madeleine Renaud die in haar jeugd door iedereen „Bout de Bibi" werd ge noemd, Maurice Chevalier die zo veel van zijn geld hield dat hij weende als hij een weddenschap verloor, Kees van Dongen die tot op zijn oude dag een der gevaarlijkste Don Juans van Parijs en Deauville is gebleven, en wie al niet meer. Bijna een halve eeuw met mooie vrouwen, rijke mannen, politici, kunste naars, staatslieden, keizers en koningen doet Don in zijn boek herleven in hun gewone doen en in hun gewone mense lijkheid. Zodat wanneer je zijn boek eindelijk dichtslaat het gevoel krijgt ze nu zo goed te kennen dat je in het vervolg in hun kring van intieme vrienden opgenomen bent. ève CANNES. Anders dan elders op internationale filmfestivals meestal geschiedt begint men te Cannes vrijwel steeds reeds op de eerste avond met een grote film. Dit jaar maakte men daarop geen uitzondering: het festival werd geopend met een nieuwe film van de grote Italiaanse regisseur-acteur Vittorio de Sica: l'Oro di Napoli (Het Goud van Napels). In deze film, gemaakt naar een gelijknamig boek, worden vijf volkomen verschillende verhalen verteld, die elk aspecten tonen van Napolitaan- se karaktertrekken. De Napolitanen zijn licht-ontvlambare mensen, die men in Italië zo'n beetje be schouwt als men het de Marseillanen in Frankrijk doet. V/ie iets van die Napolitanen weet, zal l'Oro di Napoli vrijwel van de eerste tot de laatste meter waarderen; anderen zullen althans de vorm van de film kunnen bewonderen, maar de inhoud wellicht wat overdreven vinden. Zo kan men het verklaren, dat direct na de ver toning en nog de gehele volgende dag het vuur der discussies hoog oplaaide. Die volgende dag was er te gereder aan leiding toe, na te praten over De Sica's werk, omdat de films van die tweede dag weinig verschil van mening toelieten: zo wel een Japanse film „Chikamatsu Mono- gatari" (De verhalen van Chikamatsu), als een Amerikaanse cinemascopefilm „Bad Day at Black Rock" ('n Zwarte dag te Black Rock), bleven beneden het peil dat men van grote filmproducerende lan den op een internationaal festival mag verwachten. Enkele dagen later maakten de Amerikanen alles goed door de verto ning van „Marty", een film zonder pre tenties maar met des te meer menselijk heid, gemaakt onder regie van Delbert Mann. Verrassingen van „out-siders" De verrassingen kwamen de eerste week vooral van de „out-siders". Er zijn soms van die voorstellingen, waarbij de critici denken: ik ga er een half uurtje kijken en dan weet ik het wel. De lezer verwacht immers geen overzicht van alle films op het festival en als de zon dan lokt en er een film komt die weinig belooft, dan zijn we wel eens zo en dan loopt langzamer hand de zaal leeg. Zowel „Heuvel 24 ant woordt niet", van Israël, als „De helden van Chipka", van Bulgarije, films dus van landen, welker cinamatografie nog pas in de kinderschoenen staat, bleken zo boeiend en zo voortreffelijk gemaakt, dat er geen sprake van kon zijn, ook maar één minuut voor het einde weg te gaan. De Bulgaarse film, overigens gemaakt in samenwerking met de Russen, graaft in de historie van het Bulgaarse volk his torische onderwerpen zijn geliefd in Oost- Europa en verhaalt van de strijd tegen de Turken in de tweede helft van de vo rige eeuw. Wanneer men het blijkbaar onvermijdelijke propaganda-element erin ADVERTENTIE of niet waar soms' - als je alleen op een nieuw japonnetje bebt gerekend en je krijgt ook nog een dot van een hoedje. Dat je twee wensen tegelijk in vervulling ziet gaan dat is zeldzaam, op wélk gebied ook Daarom zijn zo talloos vele buisvrouwen enthousiast over OMO. want OMO geeft altijd dubbel wat haar hartje begeert. Ten eerste de was wordt wit. wit oog witter dan een pas-gewit plafond En ten tweede alle vlekken zijn tegelijk met de stille trom vertrokken. De ondervinding leert, dat een ander wasmiddel meestal óf het ene óf het andere geeft Vandaar dat men zegt: èn zuiver wit én vlekkeloos, dat is O.MO-schoon. Alléén het moderne OMO bezit het geheim vun de z.g. dubbele waskracht, 't H'ast én wit èn vlekkeloos - OMO geeft U de schoonste was van Uw leven. o ?<-8 o LONDEN (Un. Press) Vandaag zul len in Den Haag driemogendhedenbespre- kingen beginnen tussen Engeland, West- Duitsland en Nederland over een plan om hun handel met Brazilië op te voeren via een gezamenlijk betalingssysteem. Het plan werd het eerst tegenover de Brazilianen geopperd toen L. F. Crick, een hoge functionaris van de Bank of England, in het begin van dit jaar Rio de Janeiro bezocht. De Britse mening was al enige tijd dat Brazilië, samen met de meeste an dere Latijns-Amerikaanse landen, het be talingsprobleem voor een groot deel zou kunnen oplossen, als men zi-h kon los maken van het tweezijdige systeem in de handel en van de tendenz de buitenlandse wissels alleen te gebruiken voor betaling van goederen in de oorspronkelijke valuta. Het verluidt dat Crick de Brazilianen heeft voorgesteld dat als een eerste stap de overdracht van valuta zou worden uit gestrekt tot Brazilië's twee andere grote handelspartners buiten het dollargebied: West-Duitsland en Nederland. Verwacht wordt dat de besprekingen in Den Haag slechts twee of drie dagen zul len duren. Ze zullen op officieel niveau worden gehouden. Volgens Braziliaanse kringen zou zulk een project niet betekenen dat aankopen uit Duitsland of Nederland via Engeland zouden worden geleid. Wel zou de handel tussen alle vier landen aanzienlijk kun nen worden opgevoerd. Het verluidt dat als overeenstemming is bereikt en het project in de praktijk blijkt te werken, het later misschien zal worden uitgebreid tot alle landen van de Europese betalingsunie. voorbijziet, moet men bewondering heb ben voor de compositie van de beelden, de prachtige kleuren en de verbluffende staaltjes van massaregie. Het tempo is naar onze smaak wat traag; daarbij dient men evenwel te bedenken, dat films als deze be doeld zijn voor een publiek, dat zeker niet gewend is, geregeld bioscopen te bezoeken en waarvoor een filmtaal dus nog gehei men bevat. De Israëlische film, handelend over de strijd van het Joodse volk voor het ver krijgen van een eigen staat, is gemaakt door een Brits regisseur, Thorold Dickin son, die met een vrijwel geheel Israëlische staf, met een minimum aan materiaal on der ongelofelijk moeilijke omstandigheden heeft gewerkt. Hoewel het verhaal han delt over de strijd tegen de Arabische we reld, blijft het zeer menselijk en objectief. De Egyptenaren, die ook aan het festival deelnemen, hebben er dan ook niet tegen geprotesteerd. Protesten zijn er overigens wel geweest en ook dat lijkt te Cannes traditie te wor den. De Joegoslaven wilden een film to nen, „De Bloedige Weg", die zij samen met de Noren hebben gemaakt, en die een beeld geeft van de Duitse onderdrukking in de jaren van de bezetting. Dat beeld zal stellig wel gruwelijk geweest zijn de werkelijkheid was het immers ook maar we zullen het slechts onofficieel te zien krijgen, want het festivalcomité is ge zwicht voor een protest van de Duitse am bassadeur tegen de vertoning van deze film in het festival. De Joegoslaven en de Noren hebben weer tegen dat zwichten ge protesteerd en willen de film hier nu bui ten het festival om vertonen. Nog meer kwesties Een kwestie is ook de voorgenomen ver toning van de Amerikaanse film „Car men Jones" geworden, een zeer vrije ver filming van Carmen, welke de Amerika nen, samen met maar liefst vier andere grote speelfilms op het festival in ver toning wilden brengen. De Franse uitge ver echter, houder van de rechten van tekst en muziek van Bizets opera, acht de Amerikaanse film een aantasting van het oorspronkelijke kunstwerk en belet de vertoning. Waarschijnlijk echter krijgen we „Carmen Jones" toch, en dan dus eveneens onofficieel, te zien. Voorts is er nog een kwestie over een Japanse film „De Prinses Sen". De producent daarvan heeft namelijk een artikel geschreven, in Japan, dat voor Frankrijk in hoge mate beledigend moet worden geacht. Pas en kele dagen voor de vertoning kreeg het festivalcomité daarvan kennis, via de Franse ambassade in Tokio, en het gevolg is, dat „Prinses Sen" ijlings van het reper toire werd geschrapt. Nederland heeft zijn reputatie op het ge bied van de documentaire film, die juist in Frankrijk bijzonder groot is (zo groot, dat men nu Herman van der Horst in de jury heeft gekozen en enkele jaren gele den Bert Haanstra!) een stevige klap toe gebracht. In vorige jaren heeft het te Cannes enkele malen de belangrijkste prij zen voor de documentaires gewonnen. Nu bracht het om onbegrijpelijke redenen „Op de Spitsen" in vertoning, een ballet film van Rudi Hornecker, die naar het al gemeen oordeel noch de danskunst noch de filmkunst een dienst bewijst. Ik hoorde „Op de Spitsen" „de vervelendste en slechtste documentaire van het festival" noemen, maar dat is overdreven: een Roe meense zang- en dansfilm, in lelijke kleu ren, was nog heel wat erger. Wij houden het voor Nederland nu maar op Joop Gee- sinks „De Geschiedenis van het Licht", die gisteren in vertoning kwam. JAN KOOMEN De heer A. Vermeulen, die uit Venezuela is uitgewezen wegens een toespraak, die hij op de conferentie van de petroleum- commissie van de Internationale Arbeids organisatie te Caracas gehouden heeft, is Dinsdag per vliegtuig uit New York naar Nederland vertrokken, vanwaar hij naar Genève zal reizen. Aan verslaggevers ver telde de heer Vermeulen, dat hij een vol ledig verslag zou maken over het inci dent, dat hij aan het hoofdkwartier van de ILO te Genève zou voorleggen. Hij zeide ook van plan te zijn nog meer beschul digingen tegen Venezuela in te brengen. Hij kon hierover geen bijzonderheden ge ven totdat zijn rapport in Genève was aan geboden. De heer Vermeulen zeide voorts: „In de acht jaar, dat ik lid ben van de Interna tionale Arbeidsorganisatie heb ik veel re devoeringen op vele bijeenkomsten ge hoord en in vergelijking met deze was de mijne te Caracas vleiend. Het was mijn plicht en verantwoordelijkheid om op deze bijeenkomst het standpunt van de arbei ders te vertegenwoordigen.. Ik heb gedu rende de vijf afgelopen jaren op alle moge lijke manieren geprobeerd met de Vene zolaanse regering in deze kwestie tot overeenstemming te komen, maar zonder succes". De heer Vermeulen deelde mede, dat hij na zijn rede te Caracas door de geheime politie naar een vliegveld was gebracht, die hem op het vliegtuig zette om het land te verlaten. ADVERTENTIE maakt Santpoorterplein 1 - Haarlem - Buslijnen 3 en 4 voor UI Tel. 19706 De heer H. Hagenaar, consul-generaal der Nederlanden te Antwerpen, die benoemd is tot waarnemend Hoge Commissaris te Dja karta, zal aan het eind van deze zomer zijn nieuwe functie aanvaarden. Zijn voorganger te Djakarta, mr. G. E. baron van Ittersum, vertrekt dan met groot verlol naar Europa, waarna hij voor een andere bestemming in aanmerking komt. Consul-generaal te Ant werpen wordt de heer M. J. van Schreven, ambassaderaad te Ottawa. Hij wordt opge volgd door mr. C. J. van Schelle.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 9