VOLENIDAM IN MINIATUUR
Anecdotes met pen
en tekenstift
Filmfestival te Cannes
Een rok
ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN
Ficus purnila
7?
Verrassingen en
incidenten
Plan voor grotere
handel met Brazilië
Vermeulen uit New
York vertrokken
VRIJDAG 6 MEI 1955
DIT MAKEN WE ZELF
BRIEVEN VAN EEN PARIJSE HUISVROUW
dl
Manlief is
uit zijn slof geschoten -
Dat leuke vlotte kapsel
MOLENDIJK
ccr
rouw
LOOP JE HET TOERISTENCENTRUM in Volendam
voorbij en ga je steeds verder het Noordeinde op met aan
je rechterhand het wijde IJsselmeer en links van de dijk
de popperig kleine huisjes, dan wordt het als maar stiller
op de weg. Daar waar het land helemaal voor jezelf
wordt, staat het laatste huis, waarin een vroegere onder
wijzeres van Volendam haar jeugd en meisjesjaren heeft
gesleten.
Dat is op zichzelf niets bijzonders, zult ge zeggen. Toch
wel. Die onderwijzeres is nu al jaren getrouwd
jaren getrouwd en zo n
half jaar geleden is ze na een langdurig verblijf in Amster
dam-Noord teruggekomen. Ze is niet alleen teruggekomen,
zoals een trouwe kloek naar de ren, ze heeft samen met
haar man iets meegebracht: een groots opgezette poppen-
industrie. De producten ervan bestaan uit miniatuur Vo-
lendamsen en Volendammertjes.
De nieuwe fabriek staat op de fundamenten van het kip
penhok, waar zij als kleine kleuter omheen heeft gedren
teld en in die ruimte werken nu de dochters van de moe
ders, waarvan zij vroeger de juffrouw was.
Gezeten tussen eindeloze rijen grote
en kleine poppetjes vertelde mevrouw
Bakhuys hoe dit allemaal begonnen is.
Daarvoor moeten we teruggaan naar
de onderduiktijd van haar man, want
in die periode was het, dat hij en
enkelen van zijn lotgenoten de tijd
doodden door het vervaardigen van
simpele vulpoppetjes van alle mogelijke
materiaal, dat zij konden bemachtigen.
Na de bevrijding begonnen zij een
kleine poppenfabriek in Amsterdam-
Noord, hoofdzakelijk met thuiswerk
sters en -werkers. Langzamerhand
gingen zij zich specialiseren op de Ne
derlandse klederdrachten. Die speciali
satie is thans in zoverre doorgezet, dat
men bijna uitsluitend poppen in Volcn-
damse kleding maakt, plus wat Marker
en Zeeuwse drachten. Andere kleding
wordt nog slechts op speciale bestelling
geleverd.
Voor mevrouw Bakhuys is het aan
kleden van poppen niets nieuws. Ze
leerde het vroeger op school haar leer
lingen ai. Toen was het haar ook reeds
opgevallen hoe aardig die jonge Volen
dammertjes dat konden en hoe goed ze
ook tekenden. De Volendammer bezit
van nature een sterk artistiek gevoel;
het was daarom goed gezien de fabriek
te verplaatsen naar het ouderlijk erf,
waardoor zij automatisch de beschik
king kreeg over werkkrachten, wie deze
kunst in de vingers zit.
OF DE POPPEN NU groot of klein
zijn, zij probeert de originele dracht zo
dicht mogelijk te benaderen. Met grote
poppen is dat natuurlijk het gemakke
lijkst, maar cok in die van bescheidener
formaat konden wij geen foutje ont
dekken. De stoffen, die hiervoor wor
den verwerkt zij liggen in grote
balen in de voorraadkamer zijn alle
maal echt: jakken- en bontjesgoed,
blempiesbaai, pij en siamois. De vrouw
tjespoppen dragen ook het snoertje
bloedkoralen en de kleurige* kraallap,
waarop hun maaksters zelf zo trots
zijn. Zij hebben dezelfde handgeplooide
mutsen op van hardgesteven kant, dat
met een mesje wordt geplooid en zij
zijn getooid met de traditionele ge
streepte schort. De mannetjes dragen
Wet korte jasje het blempie het
beffie met de knopen en de wijde pij
broek met de zilveren daalders.
Omdat vreemdelingen nu eenmaal
dol zijn op het Volendamse costuum,
wordt dit ook in normale kindermaten
en desgewenst gróter vervaardigd. Het
mutsje is dan echter niet van echt
Brusselse kant en er komt ook niet zo
veel handborduurwerk aan te pas, dat
zou te duur worden. In grote lijnen
komt het echter met het origineel over
een.
Aan de fabriek is een apart schilders
atelier verbonden. Daar worden de ge
zichtjes van de poppen aangekocht
in Nederland, Italië, Duitsland en Ja
pan bijgewerkt en daar worden ook
hele regimenten presidenten en Walt
Disney figuurtjes, afkomstig uit Ameri
ka, beschilderd. In Amerika is hand
werk zo kostbaar, dat deze methode
toch nog goedkoper is, al komen er dan
ook allerlei kosten, onder anderen
vracht, bij. Zo kan het gebeuren, dat
men in Volendam een kist ontvangt
met het opschrift: „Ike with hands up"
en de inhoud ervan bestaat dan uit
honderden ongeverfde Eisenhowertjes.
IN EEN LICHTE KAMER achter de
dijk zie ik ze dan zitten, de meisjes in
Volendams costuum, die met precieuze
gebaartjes de honderden poppetjes be
schilderen. „Ik heb er een leuk systeem
voor bedacht", zegt mevrouw Bakhuys.
„Het is natuurlijk vervelend steeds
bezig te zijn met Roosevelt of Lincoln
en daarom beslist elke dag het lot wie
het zal zijn."
De poppengarderobe wordt in een
hoek van de naaiafdeling machinaal in
elkaar gestikt. Honderden jakjes en
broekjes liggen er al klaar. Een rij
Zeeuwse mutsen „er is toevallig een
vrij grote bestelling in die kleder
dracht", zegt mijn gastvrouw vallen
een beetje uit de
toon tussen al dat
Volendamse gedoe.
Dat er nog heel wat
handiwerk aan de
costuuims te pas komt,
zie ik in een andere
boek, waar de pop
pen worden aange
kleed. Ik volg met be
langstelling het hele
proces, tot het hui
letje met de hand is
geplooid en de klomp
jes aan de voeten
zijn geschoven.
Er wordt ook nog
flink wat thuiswerk
verricht. De collega's
uit de onderduiktijd
werken namelijk nog
steeds mee en hele
families in Volendam
kleden thuis poppen
aan. Hetzelfde geldt
voor Zeeland waar
een echte Zeeuwse
voor de zaak aan hef
werk is.
Veel poppen ook
heel kleine, die als
corsage worden ge
dragen gaan de
wijde wereld in,
vooral naar Canada,
Curagao, Venezuela,
de Verenigde Staten
en Zuid-Afrika. Heel
wat komen ook te
recht in Nederlandse
souvenirwinkels,
waar ze gretig wor
den gekocht door
toeristen, die daar
door een handje meehelpen aan
Ditmaal een rok voor de jongedoch-
ter. Echt een rok om elke dag weer met
evenveel plezier te dragen. Er is niet
veel stof voor nodig en toch is hij wijd.
We kunnen er een ochtend-, middag-
of avondrok van maken, al naar gelang
van het materiaal dat we er voor ge
bruiken. B.v. effen met tirolerband, een
ruitje met effen gekleurd band, een
streep in de lengte waarbij we de ban
den van de zelfkanten afknippen, zodat
daar de steep in de breedte loopt, en
tot slot kunnen we hem van tafzijde
maken en met fluweelband garneren.
Kies maar uit!
We kopen 2 meter stof van 90 cm
breed en eventueel 3.20 band. Hiervan
knippen we de rok volgens de tekening.
(Als we streepstof gebruiken, knippen
we eerst de twee repen voor de garne
ring lang de zelfkant, elk 4 cm breed).
De bovenste strook wordt 1V4 stof-
breedte en 17 cm lang, de halve stof-
breedte, die we overhouden, gebruiken
we voor de tailleband. De middelste
strook wordt 2 stofbreedtes en 27 cm
lang en de laatste 3 stofbreedtes en 30
cm lang.
We stikken de stroken met de zij
kanten aan elkaar; in de bovenste laten
we een naad open voor de ritssluiting.
De bovenkant rimpelen en de stroken
aan elkaar stikken. De tailleband op
4r
?o
het
wijd verbreide geloof, dat heel Neder
land op klompen loopt
TINEKE RAAT
u
'io
Houdt u óók zo van mémoires? Van
die aantekeningevi en herinneringen in
de kantlijn van de grote en de echte
geschiedenis die men hier in Frankrijk
als de „petite histoire", de kleine histo
rie aanduidt? Door zo'n boek vol anec
dotes over de vrouwen en de mannen
die samen eens de geschiedenis hebben
gemaakt leer je de mensen veel beter
kennen dan uit de daden die door an
deren geboekstaafd werden en waarmee
ze hun plaats in de historie veroverden.
Een goede memorieschrijver brengt de
kleur en het leven aan op de gezichten
van die grote en roemruchte figuren die,
trots hun glorie toch al vrij gauw het ri
sico lopen tot standbeelden te verstenen.
Zo'n begaafd auteur van de „kleine
geschiedenis" heeft de vermaarde teke
naar Don zich betoond die zojuist in zijn
boek „Rien que des Souvenirs", (Niets
dan Herinneringen), zijn doos van
Pandora boordevol anecdotes van een
vijfendertigjarig Parijs' boulevardier-
bestaan geopend heeft. Samen met Scem
heeft Don tientallen jaren tot de be
roemdste tekenaars van spotprenten en
caricaturen van Parijs behoord. Hij is
geen tekenaar aan de lopende band die
wekelijks de kranten van nieuwe ge-
illustreerde mopjes kan voorzien en
daarom werd hij bij het publiek de
laatste jaren door de jongere grootleve
ranciers in zijn beroep, misschien wat
in de vergeethoek gedrukt. Hij heeft
zijn kunst niet ver-industrialiseerd.
Een tekening blijft voor hem: een klein
kunstwerkje en de producten van zijn
scherpe pen treft men tegenwoordig nog
maar sporadisch aan in de enkele
maandbladen die ze nog in hun kolom
men exposeren. Maar in zijn boek be-
Ficus purnila kent men beter onder de
naam: Zweeds klimplantje; ze wordt na
melijk in Zweden veel als hangplantje
gekweekt. Ook in ons land komt dit aar
dige moderne wandplantje er best in. De
bloemist heeft ze wel in voorraad en als
het plantje eenmaal in de kamer gewend
is zal ze best groeien. De overgang kas-
kamer heeft ze echter een hekel aan en
voorlopig moet u er maar op rekenen dat
ze enkele van haar aardige kleine blaad
jes zal laten vallen. Is ze echter eenmaal
gewend heeft ze daar geen last meer van.
Een bezwaar is misschien: de bloemist
kweekt dit plantje in zeer kleine potjes
en misschien is het daarom wel beter haar
maar direct in een iets ru/mer potje te
plaatsen. Overigens kan men haar in een
klein potje ook uitstekend op kracht
houden door haar wekelijks een weinig
te bemesten; de bekende kamerplanten-
kunstmest kan men voor dit doel uit
stekend gebruiken. Groeit het plantje te
sterk kan men vroeg in het voorjaar;
dus ook wel in deze tijd, de te lang uitge
groeide takjes wel een eindje inkorten.
Een normaal verwarmde kamer is wel
gewenst; in een wat koelere omgeving
groeit ze echter ook nog voorspoedig en
volle zon is niet zo goed.
G. KROMDIJK
De Ficus repens of Ficus purnila.
wijst Don nu wel overtuigend dat hij
zijn modellen niet alleen met het teken-
stift wist te benaderen. In honderden
savoureuse anecdotes heeft hij ze óók
als schrijver met zijn vulpen tot leven
gebracht of zelfs tot dit leven terugge
roepen.
Don is van oorsprong Roemeen en
toen hij een jaar of twintig was werd hij
volgens de traditie van zijn land, door
zijn ouders naar Parijs gestuurd om hier
zijn opvoeding te vervolmaken. Hij zou
zelfs schilder moeten worden. Maar in
die dagen trok de vliegsport, ofschoon
nog in de windselen gelegen, hem veel
sterker aan dan het palet en de pense
len. Op een kwade dag maakt hij een
val en in 't ziekenhuis vreest men voor
zijn leven. Wie zullen we waarschuwen?
vraagt ongerust al een zuster. Don kent
vrijwel nog niemand in Parijs en geeft,
half buiten kennis, de naam op van de
wereldberoemde acteur de Max, van
origine Roemeen als hij. De Max stuurt
hem zijn lijfarts die er in slaagt Don's
leven te redden. Weer op de been wil de
jonge Roemeen zijn grote landgenoot
gaan bedanken. Hij komt aan bij een
huis als een paleis en voor de deur van
het appartement van De Max vindt hij
een boeketje viooltjes liggen. Hij raapt
't op en zo wordt hij mèt die bloemetjes
in de hand. in een kamer geleid waar
de grote toneelspeler nog in bed ligt. De
Max die al weken lang iedere ochtend
een bosje viooltjes voor zijn deur had
aangetroffen, meent dat Don daar de
milde gever van is geweest. Tot in het
diepste van zijn hart is hij door die blij
ken van dankbaarheid ontroerd en hij
wil Don nu op zijn beurt daar een tast
baar bewijs van geven. Eerst moet Don
een keuze doen uit de klerenkast ge
vuld met de kostbaarste en meest ex
travagante gewaden. En daarna gelast
hij hem een la van zijn bureau open te
trekken. De la is tot de rand gevuld
met gouden ducaten. Grijp zoveel je
nodig hebt! beveelt de acteur. Uitgedost
in de prachtigste kleren en de zakken
vol geld, verlaat Don 't huis van zijn
weldoener
De Max had een hart van goud, zo
als ook door een ander verhaaltje uit
Don's boek wordt geïllustreerd. Toen
de Max al een dagje ouder begon te
worden, maar dat zelf nog volstrekt niet
voelde, laat staan erkennen wilde,
hoorde hij dat zijn nog bejaardere
kunstzuster, de fameuze Sarah Bern-
hard, vanwege een dodelijke kwaal een
van haar benen had moeten laten am
puteren. De Max was er kapot van en
hij stelde een ziekenbezoek dagen uit
omdat hij bang was met zijn emotioneel
gemoed de grote Sarah toch weinig te
zullen kunnen opbeuren. Maar tenslotte
ging hij dan toch. Alweer beladen met
geschenken, komt hij bij haar aan. Maar
hij heeft de drempel van Sarah's kamer
nog niet overschreden of de aanblik
van de grote actrice in haar ziekbed
grijpt hem zo sterk aan dat hij, over
stelpt van verdriet, zijn gezicht in een
zakdoek moet verbergen. Snikkend en
schoorvoetend nadert hij haar bed.
Sarah richt zich op en met haar fraaiste
toneelstem spreekt ze hem dan toe:
Oh, mijn arme Maxje, mijn hondje,
wat zie jij er doodongelukkig uit. Ik
Joo
/J3
wijdte maken, aanstikken en overstik-
ken (naai er iets stevigs tussen), slui
ting eraan maken en de ritssluiting in
naaien. Het sierbanó er op stikken of
met de hand opnaaien, de zoom erin
maken en de naden afwerken.^
L. C. B.
schrik ervan te zien hoe vreselijk oud je
plotseling bent geworden.
Maar intussen besloot Don dan toch
eens ernst met de kunst te gaan maken.
Hij schrijft zich in op het atelier van de
grote beeldhouwer Bourdelle die ook
een meester in het tekenen was. Hem
wordt een plaatsje aangewezen naast
een allerliefst Italiaans meisje. Heel erg
verlegen en zó bescheiden en zó bang
om op te vallen dat ze zich in een
hoekje heeft weggedrongen en zich
nooit anders dan in een heel simpel
truitje en rokje kleedt. Een week later
gaat Don naar de renbanen van Auteuil,
want paarden hebben dan al zijn harts
tocht. Tot zijn onuitsprekelijke ver
wondering ontdekt hij in een grande
dame in schitterend gewaad, behangen
met juwelenhet Italiaanse tekena-
resje uit het atelier van Bourdelle. Hij
gaat naar zijn kameraadje toe dat triest
gestemd is. Laat dat paard van Aga
Khan waarop ik gewed heb, nu net
met een hoofdlengte verliezen, zo snikt
ze hem toe. Om iets terug te zeggen,
vraagt Don waarom ze dan ook zo nodig
juist op dat paard van Aga Khan moest
wedden.
Dat paard is nog niets, roept het
meisje uit, maar zijn baas. Daar ben ik
mee getrouwd.
Zo, met zulke korte, scherpe en ver
rassende trekjes tekent Don een hele
galerei van beroemdheden uit de laatste
dertig, veertig jaren. De Due van West
minster, de nog altijd vermaarde actrice
Madeleine Renaud die in haar jeugd
door iedereen „Bout de Bibi" werd ge
noemd, Maurice Chevalier die zo veel
van zijn geld hield dat hij weende als
hij een weddenschap verloor, Kees van
Dongen die tot op zijn oude dag een der
gevaarlijkste Don Juans van Parijs en
Deauville is gebleven, en wie al niet
meer. Bijna een halve eeuw met mooie
vrouwen, rijke mannen, politici, kunste
naars, staatslieden, keizers en koningen
doet Don in zijn boek herleven in hun
gewone doen en in hun gewone mense
lijkheid. Zodat wanneer je zijn boek
eindelijk dichtslaat het gevoel krijgt
ze nu zo goed te kennen dat je in het
vervolg in hun kring van intieme
vrienden opgenomen bent.
ève
CANNES. Anders dan elders op internationale filmfestivals meestal geschiedt
begint men te Cannes vrijwel steeds reeds op de eerste avond met een grote film.
Dit jaar maakte men daarop geen uitzondering: het festival werd geopend met een
nieuwe film van de grote Italiaanse regisseur-acteur Vittorio de Sica: l'Oro di Napoli
(Het Goud van Napels). In deze film, gemaakt naar een gelijknamig boek, worden
vijf volkomen verschillende verhalen verteld, die elk aspecten tonen van Napolitaan-
se karaktertrekken.
De Napolitanen zijn licht-ontvlambare mensen, die men in Italië zo'n beetje be
schouwt als men het de Marseillanen in Frankrijk doet. V/ie iets van die Napolitanen
weet, zal l'Oro di Napoli vrijwel van de eerste tot de laatste meter waarderen;
anderen zullen althans de vorm van de film kunnen bewonderen, maar de inhoud
wellicht wat overdreven vinden. Zo kan men het verklaren, dat direct na de ver
toning en nog de gehele volgende dag het vuur der discussies hoog oplaaide.
Die volgende dag was er te gereder aan
leiding toe, na te praten over De Sica's
werk, omdat de films van die tweede dag
weinig verschil van mening toelieten: zo
wel een Japanse film „Chikamatsu Mono-
gatari" (De verhalen van Chikamatsu),
als een Amerikaanse cinemascopefilm
„Bad Day at Black Rock" ('n Zwarte dag
te Black Rock), bleven beneden het peil
dat men van grote filmproducerende lan
den op een internationaal festival mag
verwachten. Enkele dagen later maakten
de Amerikanen alles goed door de verto
ning van „Marty", een film zonder pre
tenties maar met des te meer menselijk
heid, gemaakt onder regie van Delbert
Mann.
Verrassingen van „out-siders"
De verrassingen kwamen de eerste week
vooral van de „out-siders". Er zijn soms
van die voorstellingen, waarbij de critici
denken: ik ga er een half uurtje kijken
en dan weet ik het wel. De lezer verwacht
immers geen overzicht van alle films op
het festival en als de zon dan lokt en er
een film komt die weinig belooft, dan zijn
we wel eens zo en dan loopt langzamer
hand de zaal leeg. Zowel „Heuvel 24 ant
woordt niet", van Israël, als „De helden
van Chipka", van Bulgarije, films dus
van landen, welker cinamatografie nog pas
in de kinderschoenen staat, bleken zo
boeiend en zo voortreffelijk gemaakt, dat
er geen sprake van kon zijn, ook maar één
minuut voor het einde weg te gaan.
De Bulgaarse film, overigens gemaakt
in samenwerking met de Russen, graaft in
de historie van het Bulgaarse volk his
torische onderwerpen zijn geliefd in Oost-
Europa en verhaalt van de strijd tegen
de Turken in de tweede helft van de vo
rige eeuw. Wanneer men het blijkbaar
onvermijdelijke propaganda-element erin
ADVERTENTIE
of niet waar soms' - als je alleen op
een nieuw japonnetje bebt gerekend
en je krijgt ook nog een dot van een
hoedje. Dat je twee wensen tegelijk in
vervulling ziet gaan dat is zeldzaam,
op wélk gebied ook Daarom zijn zo
talloos vele buisvrouwen enthousiast
over OMO. want OMO geeft altijd
dubbel wat haar hartje begeert. Ten
eerste de was wordt wit. wit oog
witter dan een pas-gewit plafond En
ten tweede alle vlekken zijn tegelijk
met de stille trom vertrokken.
De ondervinding leert, dat een ander
wasmiddel meestal óf het ene óf het
andere geeft Vandaar dat men zegt:
èn zuiver wit én vlekkeloos, dat is
O.MO-schoon.
Alléén het moderne OMO bezit het
geheim vun de z.g. dubbele waskracht,
't H'ast én wit èn vlekkeloos - OMO
geeft U de schoonste was van Uw leven.
o ?<-8 o
LONDEN (Un. Press) Vandaag zul
len in Den Haag driemogendhedenbespre-
kingen beginnen tussen Engeland, West-
Duitsland en Nederland over een plan om
hun handel met Brazilië op te voeren via
een gezamenlijk betalingssysteem.
Het plan werd het eerst tegenover de
Brazilianen geopperd toen L. F. Crick, een
hoge functionaris van de Bank of England,
in het begin van dit jaar Rio de Janeiro
bezocht. De Britse mening was al enige
tijd dat Brazilië, samen met de meeste an
dere Latijns-Amerikaanse landen, het be
talingsprobleem voor een groot deel zou
kunnen oplossen, als men zi-h kon los
maken van het tweezijdige systeem in de
handel en van de tendenz de buitenlandse
wissels alleen te gebruiken voor betaling
van goederen in de oorspronkelijke valuta.
Het verluidt dat Crick de Brazilianen
heeft voorgesteld dat als een eerste stap
de overdracht van valuta zou worden uit
gestrekt tot Brazilië's twee andere grote
handelspartners buiten het dollargebied:
West-Duitsland en Nederland.
Verwacht wordt dat de besprekingen in
Den Haag slechts twee of drie dagen zul
len duren. Ze zullen op officieel niveau
worden gehouden.
Volgens Braziliaanse kringen zou zulk
een project niet betekenen dat aankopen
uit Duitsland of Nederland via Engeland
zouden worden geleid. Wel zou de handel
tussen alle vier landen aanzienlijk kun
nen worden opgevoerd.
Het verluidt dat als overeenstemming is
bereikt en het project in de praktijk blijkt
te werken, het later misschien zal worden
uitgebreid tot alle landen van de Europese
betalingsunie.
voorbijziet, moet men bewondering heb
ben voor de compositie van de beelden,
de prachtige kleuren en de verbluffende
staaltjes van massaregie. Het tempo is naar
onze smaak wat traag; daarbij dient men
evenwel te bedenken, dat films als deze be
doeld zijn voor een publiek, dat zeker niet
gewend is, geregeld bioscopen te bezoeken
en waarvoor een filmtaal dus nog gehei
men bevat.
De Israëlische film, handelend over de
strijd van het Joodse volk voor het ver
krijgen van een eigen staat, is gemaakt
door een Brits regisseur, Thorold Dickin
son, die met een vrijwel geheel Israëlische
staf, met een minimum aan materiaal on
der ongelofelijk moeilijke omstandigheden
heeft gewerkt. Hoewel het verhaal han
delt over de strijd tegen de Arabische we
reld, blijft het zeer menselijk en objectief.
De Egyptenaren, die ook aan het festival
deelnemen, hebben er dan ook niet tegen
geprotesteerd.
Protesten zijn er overigens wel geweest
en ook dat lijkt te Cannes traditie te wor
den. De Joegoslaven wilden een film to
nen, „De Bloedige Weg", die zij samen
met de Noren hebben gemaakt, en die een
beeld geeft van de Duitse onderdrukking
in de jaren van de bezetting. Dat beeld zal
stellig wel gruwelijk geweest zijn de
werkelijkheid was het immers ook maar
we zullen het slechts onofficieel te zien
krijgen, want het festivalcomité is ge
zwicht voor een protest van de Duitse am
bassadeur tegen de vertoning van deze
film in het festival. De Joegoslaven en de
Noren hebben weer tegen dat zwichten ge
protesteerd en willen de film hier nu bui
ten het festival om vertonen.
Nog meer kwesties
Een kwestie is ook de voorgenomen ver
toning van de Amerikaanse film „Car
men Jones" geworden, een zeer vrije ver
filming van Carmen, welke de Amerika
nen, samen met maar liefst vier andere
grote speelfilms op het festival in ver
toning wilden brengen. De Franse uitge
ver echter, houder van de rechten van
tekst en muziek van Bizets opera, acht de
Amerikaanse film een aantasting van het
oorspronkelijke kunstwerk en belet de
vertoning. Waarschijnlijk echter krijgen
we „Carmen Jones" toch, en dan dus
eveneens onofficieel, te zien. Voorts is er
nog een kwestie over een Japanse film
„De Prinses Sen". De producent daarvan
heeft namelijk een artikel geschreven, in
Japan, dat voor Frankrijk in hoge mate
beledigend moet worden geacht. Pas en
kele dagen voor de vertoning kreeg het
festivalcomité daarvan kennis, via de
Franse ambassade in Tokio, en het gevolg
is, dat „Prinses Sen" ijlings van het reper
toire werd geschrapt.
Nederland heeft zijn reputatie op het ge
bied van de documentaire film, die juist
in Frankrijk bijzonder groot is (zo groot,
dat men nu Herman van der Horst in de
jury heeft gekozen en enkele jaren gele
den Bert Haanstra!) een stevige klap toe
gebracht. In vorige jaren heeft het te
Cannes enkele malen de belangrijkste prij
zen voor de documentaires gewonnen. Nu
bracht het om onbegrijpelijke redenen
„Op de Spitsen" in vertoning, een ballet
film van Rudi Hornecker, die naar het al
gemeen oordeel noch de danskunst noch de
filmkunst een dienst bewijst. Ik hoorde
„Op de Spitsen" „de vervelendste en
slechtste documentaire van het festival"
noemen, maar dat is overdreven: een Roe
meense zang- en dansfilm, in lelijke kleu
ren, was nog heel wat erger. Wij houden
het voor Nederland nu maar op Joop Gee-
sinks „De Geschiedenis van het Licht",
die gisteren in vertoning kwam.
JAN KOOMEN
De heer A. Vermeulen, die uit Venezuela
is uitgewezen wegens een toespraak, die
hij op de conferentie van de petroleum-
commissie van de Internationale Arbeids
organisatie te Caracas gehouden heeft, is
Dinsdag per vliegtuig uit New York naar
Nederland vertrokken, vanwaar hij naar
Genève zal reizen. Aan verslaggevers ver
telde de heer Vermeulen, dat hij een vol
ledig verslag zou maken over het inci
dent, dat hij aan het hoofdkwartier van de
ILO te Genève zou voorleggen. Hij zeide
ook van plan te zijn nog meer beschul
digingen tegen Venezuela in te brengen.
Hij kon hierover geen bijzonderheden ge
ven totdat zijn rapport in Genève was aan
geboden.
De heer Vermeulen zeide voorts: „In de
acht jaar, dat ik lid ben van de Interna
tionale Arbeidsorganisatie heb ik veel re
devoeringen op vele bijeenkomsten ge
hoord en in vergelijking met deze was de
mijne te Caracas vleiend. Het was mijn
plicht en verantwoordelijkheid om op deze
bijeenkomst het standpunt van de arbei
ders te vertegenwoordigen.. Ik heb gedu
rende de vijf afgelopen jaren op alle moge
lijke manieren geprobeerd met de Vene
zolaanse regering in deze kwestie tot
overeenstemming te komen, maar zonder
succes".
De heer Vermeulen deelde mede, dat hij
na zijn rede te Caracas door de geheime
politie naar een vliegveld was gebracht,
die hem op het vliegtuig zette om het land
te verlaten.
ADVERTENTIE
maakt
Santpoorterplein 1 - Haarlem -
Buslijnen 3 en 4
voor UI
Tel. 19706
De heer H. Hagenaar, consul-generaal
der Nederlanden te Antwerpen, die benoemd
is tot waarnemend Hoge Commissaris te Dja
karta, zal aan het eind van deze zomer zijn
nieuwe functie aanvaarden. Zijn voorganger
te Djakarta, mr. G. E. baron van Ittersum,
vertrekt dan met groot verlol naar Europa,
waarna hij voor een andere bestemming in
aanmerking komt. Consul-generaal te Ant
werpen wordt de heer M. J. van Schreven,
ambassaderaad te Ottawa. Hij wordt opge
volgd door mr. C. J. van Schelle.