Geschiedschrijving van een zich handhavend vissersschip SPIJKERBROEKEN Gerard van Praag Belangrijke wedstrijden voor De Kennemers, DEM en Schoten De eerste logger zvas een „lougre „Met zo'n kraak ga ik niet in zee" zei de eerste aangewezen schipper in 1866 „Minister Lely" werd „Minister Leelijk".... Weer een houtboot aangekomen P. v. d. A. boekte ledenwinst Gemeente Haarlem is EDO ter wille VOETBAL IN KENNEMERLAND Opstelling van Terrasvogels IJmond I heren spelen laatste wedstrijd Manufacturenzaak verhuist Pand aan Schulpweg sneeft voor verkeer Politie Sportvereniging vierde feest VRIJDAG 2 0 MEI 1955 99 DE SCHEPEN, waarmee de visserman honderd jaar geleden het zeegat koos, stonden te boek als buizen, hoekers en bommen. De buizen: echt-Nederlandse scheepstypen kielschepen met hoog opgebouw de boegen en achterstevens en niet zozeer op snel zeilen, als wel op laadvermo gen gebouwd. De lengte van een buis, over de stevens gemeten, was zo'n 22 a 23 meter, de breedte was ongeveer 5 meter en de diepte in het ruim 2x/i a 3. Die buizen hadden doorgaans drie masten: 1 grote mast, ongeveer in de mid scheeps en twee kleinere boven het grote razeil aan de grote mast, waarvan hij harde wind stukken werden afgenomen, voerde het schip nog een topzeil. Die oorspronkelijke buizen waren al voorzien van strijkende masten. Andere schepen, die na de buizen historie schreven waren de kwee, vrijwel van dezelfde constructie als de buis, doch missend het statiewerk achterop; de hoe kerbuis, veel lijkend op de buis, maar zwaarder van houw en voorzien van bun nen voor de versvaart-beugvisserij gedurende de winter en dan was er nog de hoeker, wat lichter gebouwd, maar voor de rest gelijk aan de hoekerbuis. In 1855 telde Neêrlands visserijvloot 79 buizen en hoekers en 136 bommen. Nadat Maandagmorgen de eerste hout boot van het nieuwe seizoen voor de pa pierfabriek Van Gelder Zonen ter lossing lag, die inmiddels al weer ledig is vertrok ken, kwam Woensdagmorgen voor dit be drijf de tweede zeeboot met hout binnen. Het Duitse s.s. „Lore Ottens" arriveerde van de Finse haven Mantyluoto met een lading van 542 vadem papierhout. De bommen of bomschuiten zijn opval lende verschijningen geweest. Behoorden de buizen en hoekers voornamelijk thuis in de Maassteden, de bommen waren de schepen waar de bewoners van de strand dorpen mee ter visserij togen: die van Scheveningen, Katwijk, Noord-wijk en ook Zandvoort en Egmond. Het was het „Schip der Zijde", zoals men vroeger de duinkust met haar dorpen noemde. In den beginne had zo'n bom een bun, omdat sommige vis soorten, zoals tarbot, schelvis en kabeljauw levend moesten worden gehouden. Op de haringdrijfnetvisserij kon de bom zich pas intensief toeleggen nadat de kust visserij bij de wet van 1857 vrijheid tot haringkaken had gekregen, hetgeen tot toen een monopolie van de buizen was. Bo vengenoemde plaatsen beschikten niet over een haven en zodoende was men genood zaakt de bomschuiten geregeld op het strand te trekken, vandaar dat ze een platte bodem hadden. Het grootste aantal bommen werd bereikt in 1897 met 325 stuks. In 1912 was dit aantal tot 123 te ruggelopen. In 1914 waren er nog maar enkele in de vaart, die tijdens de eerste wereldoorlog helemaal verdwenen. De logger kwam, zag en wor! DAT DE BUIZEN en de bommen gelei delijk zijn verdwenen is te danken aan de invoering van het loggertype, waarnaar in hoofdzaak alle schepen, die nu ter haring drijfnetvisserij gaan, gebouwd zijn. Een Scheveninger was het, die dit type invoerde maar dat is niet alleen van hoge betekenis geweest voor Scheveningen maar voor alle visserijplaatsen te lande. Hij, die het initiatief daartoe nam was A. E. Maas, zoals gezegd een ingezetene van Scheve ningen, die ook in andere opzichten zich op visserijgebied een onsterfelijke naam heeft verworven. Het verschijnen van de logger Is van evenveel betekenis geworden als de uitvin ding van het haringkaken. Maas voelde zich door de te Schevenin gen bestaande visserij aangetrokken, maar zoals deze in die dagen te Scheveningen en in de andere kustdorpen werd uitge oefend kon hem dat niet bevallen. Hij zon daarom op middelen om de visserij meer te ontwikkelen en tot bloei te brengen. Het viswant diende veranderd, het katoen moest de hennep als grondstof vervangen, maar het schip zélf deugde ook niet; de bom was immefc een te slechte zeiler en hij zou het bewijs trachten te leveren, dat daarvoor een beter type te vinden was. Dat nieuwe zou zelfs de hoekers van Vlaardingen en Maassluis ver achter zich laten en dat bewijs hééft Maas gele verd. Gedurende een periode van bijna 90 ja ren heeft de benaming logger als scheeps- type voor de beoefening van de haring drijfnetvisserij zich weten te handhaven. "We kunnen gerust zeggen, dat geen enkel scheepstype deze eer te beurt gevallen is. Bij de koopvaardij kennen we thans geen scheepstypen meer als barken en schoe ners. De benaming logger is daarentegen nog steeds in gebruik al zou A. E. Maas zeer verwonderd opkijken wanneer hij kon zien wat er van zijn scheepstype is gewor den. Niets is er meer van overgebleven en dat de benaming logger in gebrujk geble ven is ligt in feite meer aan het vistuig. De eerste: een Fransmt.n A. E. MAAS richtte in 1866 te Scheve ningen op de „Maatschappij tot Exploita tie van Zeevisscherijen De Toekomst". Hij werd directeur en liet te Boulogne sur Mer de eerste logger bouwen naar het Frans model, dat daar lougre heette. Afme tingen van het vaartuig waren: een lengte van steven-op-steven 17 meter, breedte 5.55 meter, diepte 2.40 meter; inhoud 45 h 50 ton. Het casco met rondhout kostte 10.000 francs. Het schip kwam begin Juni 1866 naar Vlaardingen, in Scheveningen was natuur lijk voor een kielschip geen plaats, tenzij er een haven kwam. En op die haven had Maas bij zijn hervormingen op visserijge bied gerekendals zovelen na hem. Het ging moeilijk voor de logger een schipper en bemanning te krijgen. De vis sers hadden geen vertrouwen in het schipDe oudste schipper van „De Toe komst", die in de eerste plaats in aanmer king kwam voor de bevelvoering op het nieuwe schip bedankte er feestelijk voor om met zo'n nieuwe „kraak" in zee te gaan. Eindelijk bood de jongste schipper Leen- dert Spaans zich aan om het er op te wa gen. Hij zeilde 30 Juni 1866 uit en alle som bere voorspellingen over mislukking en zo meer ten spijt, was het resultaat boven verwachting. In 6 reizen waren bouw- en uitrustingskosten goedgemaakt en werd er zelfs een winst van 37 percent gemaakt en dat nog wel ondanks het feit, dat de „Scheveningen", want zo heette het schip, drie weken later met de visserij begon en daarom niet kon delen in de winsten die in de jaagtijd gemaakt werden door de an dere. Uit erkentelijkheid voor zijn aanpak ken en welslagen ontving de schipper van Tijdens de Woensdagavond In ,,'t Cen trum" gehouden ledenvergadering van de afdeling Beverwijk van de Party van de Arbeid deelde de voorzitter de heer S. Coe- lingh mede dat sedert 1 Januari 19 nieuwe leden zyn ingeschreven. Door slechts enke le huisbezoekers werd dit resultaat ge boekt, zodat indien hier meer aandacht aan wordt besteed nog meer zal kunnen worden bereikt. Het aantal leden bedraagt thans ruim 300. In zijn openingswoord wijdde de voorzitter nog enkele woorden aan de ka binetscrisis, waardoor de mogelykheid van nieuwe verkiezingen niet is uitgesloten. De heren Coelingh en Kaebisch brachten op deze avond verslag uit van het door hen bygewoonde congres van de party in Lei den, dat in Februari plaats vindt. Voorts werden nog enkele huishoudelyke zaken besproken, waarby onder meer ter sprake kwam de mogelykheid om door het attrac tiever maken van de vergaderingen het be zoek hieraan te activeren. ADVERTENTIE De originele voor jongens en meisjes met zeemleer met ritssluiting met 2 achterzakken met cowboy-afbeelding in 12 opeenvolgende maten en 20 'li goedkoper Kennemerlaan 100 Motorlogger „Aajke Jacoba" (Kw. 41), ge bouwd in 1949 bij de N.V. Scheepsbouw- werf De Dageraad te Woubrugge. de rederij een gouden horloge met inscrip tie: „De Reederij De Toekomst aan Leen- dert Spaans, schipper van het eerste visch- loggerschip in Nederland". Aangemoedigd door het succes liet de rederij in de winter van dat jaar weer twee loggers bouwen, doch nu in ons eigen land en wel op de aloude werf ,,'s Lands Welvaren"' te Vlaardingen. Het waren de „Hollander" en de „Ar- nolde Marie". Deze loggers hadden, als andere Franse loggers, drie masten. Dit beviel bij de uit oefening van het bedrijf niet in alle op zichten, zodat, toen weer door „De Toe komst" een logger werd besteld, deze van twee masten werd voorzien, n.l. één grote mast en de z.g. druilmast. De eerste drie loggers werden later ook verbouwd en met twee masten onder tuig gebracht. Boycott! Toch werd het nieuwe scheepstype niet met gejuich ontvangen. Men ontzag zich zelfs niet om het „De Toekomst" en de be manning harer loggers lastig te maken. Dit had tot gevolg, dat de rederij naar Maas sluis werd verplaatst, waar haar een feestelijke ontvangst werd bereid. Toen echter de resultaten der loggers zo goed bleven, moesten de reders wel hun voor oordeel laten varen en. wilden zij met hun tijd meegaan, voor het nieuwe scheeps model kiezen, wat zij dan ook in toene mende mate deden. De bom begon door de logger terrein te verliezen, ook al omdat het strand des winters geen veilige ligplaats meer bood, waardoor ze in andere havens moesten overwinteren. Een en ander heeft veel in vloed gehad op de bespoediging van het aanleggen der „Bommenhaven", waardoor wijlen Minister Lely zich bijzonder ver dienstelijk heeft gemaakt. Ofschoon dus die bommenhaven bestemd was om de bom in ere te houden, had bij het in gebruik nemen daarvan de bom haar recht van bestaan al verloren. Ver geefs heeft men nog getracht haar naam te redden met de z.g. loggerbom. Volgens de heer I. S. Figeè, scheepsbouw meester te Vlaardingen, vastgelegd in een artikel in „De Visserij" is loggerbom de onzinnigste naam, die men kan uitdenken. Die z.g. loggerbom dan bezat geen vlakke De van zeillogger tot motorlogger ver bouwde „Jacob" (Sch. 189). bodem meer, waaraan de bom haar naam te danken had, doch een gewone kiel, ter wijl het tuig geheel afweek van dat van een werkelijke logger. Het was dus bom noch logger, de zuiverste naam ware, vol gens Figee, geweest „kielschuit". In zijn artikel schrijft hii nog dat minister Lely de bijzondere eer te beurt gevallen is om in dit gedrocht vernoemd te worden en heeft de proef tocht van Scheveningen naar Vlaar dingen nog mee gemaakt. In Vlaar dingen aangekomen, in het voorjaar van 1900, werd dit eerste voortbreng sel der 20ste eeuw, naar publiek recht, al gauw herdoopt in „Minister Leelijk". Met de handspil Aan boord van de eerste loggers ge schiedde het uitzetten en halen van het vis tuig met het handspil. Ook dat veranderde na verloop van enige jaren. In 1876 werd de logger voor het eerst van een stoamspil voorzien van Frans fabrikaat. Ketel en ma chine, beide zwaar en grof, bevonden zich onder dek, terwijl door middel van een verticale as en rondsels het spil in bewe ging werd gebracht. In 1880 waren 14 schepen met zo'n installatie uitgerust om daarna weef successievelijk te worden uit gebroken en in 1887 geheel te verdwijnen. Toch kwam in 1895 het stoomspil weer opduiken, maar nu uit Engeland, beter dan zijn Franse voorganger en bovendien veel doelmatiger, zodat in 1901 reeds alle log gers met een stoomspil, kortweg donkey genaamd, waren voorzien. De belangrijke veranderingen op het gebied van de vis serijschepen bestaat evenwel in de over gang van hout op ijzer als hoofdmateriaal en in de overgang naar de mechanische voortstuwing. IJzeren nymph Het eerste ijzeren visserijschip ver scheen in Vlaardingen in het jaar 1882. Dit vaartuig heette „Zeenymph" en een jaar later kwam de „triton" gereed. Deze sche pen, van staal gebouwd, voorzien van bun en 'hulpstoommachine, waarmede ook het spil kon worden bewogen, en bestemd voor de haring- en beugvisserij, waren in vele opzichten pioniers. Toch was het succes gering. Met deze schepen bleek men zijn tijd te veel vooruit te zijn, terwijl de beman ning nog niet rijp voor z'ulk een combina tie was. Deze scheepjes van 22x5.90x2.90 meter waren te bekrompen voor de ma chine-installatie en daarvan bleek het ver mogen weer te licht want ze konden slechts een snelheid van ruim 3 mijl halen, terwijl de bun niet geschikt was om de vis in goe de condidtie te bewaren. Na vier jaar wer den machine-installatie, mechanische spil en bun er weer uitgenomen en is er een gewoon handgangspil op geplaatst. De haringfiets Van de eerste stoomboot voor de ha ringvisserij kan eerst gesproken worden in 1897 en dat schip werd in de vaart ge bracht door de Doggermaatschappij te Vlaardingen. Dit schip en de vele die daar na kwamen kreeg de benaming van stoomlogger, waar het tuig als voortstu wing geheel vervallen was. Dit schip deed ongeveer gelijk zijn intrede met het popu lair worden van de motorfiets, destijds al gemeen stoomfiets genoemd. De zeelieden brachten die naam op het visserij-stoom schip over en daaraan is het te danken dat de stoomlogger ook wel stoomfiets of kortweg fiets genoemd wordt. Die fietsen dan hadden oorspronkelijk allen een bun ten dienste van de beugvisserij, doch latere werden er weer gebouwd zonder bun en daardoor ontstonden de benaming van droge- en natte fiets. Het was Vlaardingen, waar de bouw van stoomloggers met kracht werd aange pakt. Het scheepstype is de laatste tijd in betekenis achteruit gegaan en dat is geko men doordat de motorloggers steeds ster kere motoren kregen. Er zijn dan ook ver schillende stoomloggers, die tot motor schepen zijn verbouwd. Motor talmde Het invoeren van de motor in het ha ringvisserijbedrijf is niet direct gegaan. De geschiedenis vermeldt dat in 1901 door de heer A. Dorsman te Vlaardingen het eerste haringvisscherijsehip is uitgerust met een petroleummotor. In datzelfde jaar telde onze visserijvloot, behalve die eene motor- logger 7 stoomloggers, 347 zeilloggers en sloepen en nog 279 bommen. Dat het met de invoering van de motor langzaam is ge gaan wordt bewezen door de cijfers van het aantal in die jaren. In 1902 2 motor- loggers, dit bleef zo tot in 1907 toen het aantal steeg tot 4 om daarna na verloop van enige jaren op te lopen tot 8. In 1913 waren het er 12, in 1916 31 en dat ging door tot 47 in het jaar 1926. De grootste toename is echter daarna gekomen. Het einde van de twintiger jaren is de tijd ge weest waarin vrijwel elke logger een motor kreeg. Vrijwel alle motorloggers zijn oor spronkelijk zeilvaartuigen geweest en van de zeilen deed men ook weer niet meteen afstand, want de capaciteit van de motor bedroeg 40 a 60, hoog op 80 p.k., zodat we niet anders dan van hulpvermogen kunnen spreken. De motor, hoe gering de capaciteit ver geleken bij tegenwoordig ook mocht zijn, maakte het mogelijk dat meer schepen ge durende de wintermaanden gingen traw- len. Deze trawloggers begaven zich naar de visgronden waar sedert tientallen jaren het kleine type stoomtrawler, de z.g. kust boot viste. De loggers, die nog niet voor in bouw van een motor in aanmerking waren gekomen, kregen daarna een andere be stemming, althans sommige dezer schepen. Katwijkse schippers kochten deze sche pen aan met familiekapitaal, plaatsten een motor en zij waren het die met de logger het gehele jaar gingen trawlen. Er ont stond een speciaal bedrijf, dat van de Katwijkse schippers-eigenaren, die gelei delijk hun schepen geheel dienstbaar maakten voor de trawlvisserij met zwaar dere motoren. Met de haringloggers, die in de winter trawlden hebben zij het type kustboot van de stoomtrawler overbodig gemaakt en zijn zij het geweest die er ook toe hebben bijgedragen, dat de kotter, zo als wij die thans kennen, tot ontwikkeling is gekomen. De grote verlenging Maar ook de specifieke haringloggers zijn niet achtergebleven. In tegenstelling met de trawllogger, die kortere reizen maakt ter verse visvangst, moet de haringlogger beschikken over een ruim werkdek en daar de haring door het kaak- en zoutproces langer houdbaar is over een zo groot mo gelijke laadcapaciteit om de reizen zo pro ductief mogelijk te maken. Om daarin te voorzien ging men niet op grote schaal nieuwe loggers bouwen. Nee, de bestaande loggers werden op de helling gehaald en enige meters verlengd, zodat de meeste loggers niets meer van oude zeilvaartuigen over hielden. De ha ringvloot onderging in de loop van enige jaren een radicale verandering en daar bleef het niet bij want het vergroten van de ruimte in het schip maakte het mogelijk er een zwaardere motor in te plaatsen en wat gebeurde er toen: de schepen moesten des winters ook emplooi hebben en door de zwaardere motoren konden zij met suc ces aan de trawlvisserij deelnemen. Deze ontwikkeling heeft tijdens de twee de wereldoorlog stilgestaan. Vrijwel de hele loggervloot kwam in handen van de bezetter en die heeft de schepen niet in de oorspronkelijke staat gehouden. Na de oor log moesten de teruggekeerde schepen een grote en grondige reparatie en verbouwing ondergaan. De kleine stuurhutten als enige opbouw aan dek hadden afgedaan. De meeste schepen kregen een modern dekhuis met brug en op het voorschip werd een bak geplaatst. De techniek ont wikkelde sneller en sneller. Stuk voor stuk kwamen de loggers er moderner uit te zien en uitgerust met de moderne navigatiemid delen gaan de loggers nu ook gedurende enige maanden per jaar ter haringtrawl- visserij. Waren de zeilloggers maar net 100 ton groot, de verlengde motorloggers maten 150 tot 180 ton en toen het na de bevrij ding mogelijk was tot nieuwbouw over te gaan is een nieuw type ontstaan. Flinke moderne en sterke motorschepen, die een bruto inhoud hebben variërend tussen de 230 tot 270 bruto registerton. Nederlands fabrikaat Een bijzonderheid vafi de logger is dat deze schepen in ons land op één na door Nederlandse weiven zijn gebouwd. De werven, die vroeger de zeilloggers bouw den, belasten zich nu weer met de bouw van de moderne motorschepen. Het zijn de N.V. Scheepsbouwwerf De Dageraad, v.h. Wed. J. Boot te Woubrugge; de N.V. D. Joh. Boot te Alphen aan de Rijn; de veningen; de 'N.V. Scheepsbouwwerf De Hoop, v.h. Gebr. Boot te Leiden; de Scheepswerf en Machinefabriek A. de Jong in Vlaardingen en de Scheepswerf Figee, de vroegere werf 's Lands Welva ren eveneens te Vlaardingen. Trots dat dit scheepstype zichzelf heeft overtroffen blijven we het nog steeds 1 o g- g e r noemen, een benaming die eigenlijk al sedert 1867 onjuist is omdat het schip toen al het kottertuig kreeg en gezien de enorme ontwikkeling is de moderne mo torlogger van thans niet meer van een trawler te onderscheiden. AR IE VAN Dpi VEER De gemeenteraad van Haarlem heeft met 23 tegen 11 stemmen besloten, dat de ge meente zich voor de tijd van drie jaar garant zal stellen voor 10.000 gulden. EDO zal nu betaald voetbal kunnen blijven spelen, omdat het voldoet aan de eisen van de KNVB. De raad nam dit besluit, on danks een afwijzend advies dat de Haar lemse Sportraad dezer dagen aan Burge meester en Wethouders had gegeven. De voetballiefhebbers, die geïnteresseerd zijn bij de clubs ten Noorden van het Noordzeekanaal hebben Zondag bijzonder veel keus: zij kunnen, om te beginnen, hun schreden richten naar het Beverwijkse Sportpark, waar De Kennemers de op het kampioenschap beluste Amsterdamse Spartanen ontvangt. De D.EJVl.-supporters trekken natuurlijk in grote getale mee naar Alkmaar, om daar hun favorieten aan te moedigen tegen Alcmaria Vixtrix. Zij zouden echter ook naar Haarlem-Noord kun nen reizen, want daar bindt D.E.M.'s grootste concurrent, Schoten, de strijd aan met Wijk aan Zee. Veel belangstelling zal natuurlijk uit gaan naar De KennemersDe Spartaan. Deze hoofdstedelijke tweede klasser toch voert al enige maanden een vinnige strijd met 't Gooi om de bezetting van de bo venste plaats. De Hilversummers hebben een kleine voorsprong en hebben dus hun lot in eigen hand. De Spartanen zullen maar moeten afwachten, of 't Gooi zo vriendelijk zal zijn één of meer steken zal laten vallen. Zelf echter dienen zij er voor tezorgen geen puntje meer te verspelen en, dit houdt in, dat De Kennemers het zwaar te verantwoorden zal krijgen. In 't Gooi-kringen hoopt men er natuur lijk op, dat de roodzwarten, evenals deze dat 't Gooi hebben gedaan, ook De Spar taan de voet dwars zullen zetten. Zal zulks echter het geval zijn, dan staat op voorhand vast, dat de Beverwijkers heel wat beter zullen moeten spelen dan Zon dag j.l. tegen Zeeburgia. DEM trekt naar Alcmaria Victrix. De Beverwijkse adspirant-kampioenen deden Zondag goed werk door met drienul van CSV te winnen en dat was maar goed ook, want Schoten won eveneens. Door een en ander bleef de voorsprong van twee pun ten behouden. Meeste kans Op eigen terrein heeft DEM destijds op afdoende wijze met de Alkmaarders afge rekend: met een vijféén nederlaag kon den laatstgenoemden naar de kaasstad te rugkeren. Ook ditmaal geven we de Be verwijkers de meeste kans op de overwin ning, al zal het dan ook geen vijféén worden, immers op eigen terrein hebben de Alkmaarders zich tot nu toe steeds vol waardige tegenstanders getoond, die er zelfs in slaagde ADO, Velsen en Alkmaar- se Boys met sprekende nederlagen huis waarts te sturen. Zeer belangrijk voor DEM is natuurlijk ook het resultaat van de ontmoeting SchotenWijk aan Zee. Wij verklappen zeker geen geheim, als wij vertellen, dat men in DEM-kringen vurig hoopt, dat Wijk aan Zee er in zou slagen evenals destijds op eigen terrein, toen met twee één werd gewonnen Schoten wederom op de knieën te krijgen. Zover zullen de voetballers uit de badplaats het echter niet brengen, maar een gelijk spel zit er toch wel in. Inspannen Bij Terrasvogels komt kampioen Zaan dijk op bezoek. De Zaankanters hebben nu weliswaar de punten niet meer zo no dig, maar toch zullen zij naar onze me ning zich voldoende inspannen, teneinde ADVERTENTIE De opstelling van Terrasvogels tegen Zaandijk luidt: Akkerman Sr; Akkerman Jr, Van Gelder; Van Vuuren, Disselköter, Bouwer; Rijke, Pellemans, Timmer, Schip per, Goedhart. In het handbalprogramma voor Zondag is de wedstrijd tussen IJmond I heren en Catchers uit Amsterdam voor de Velsense elf de laatste in deze competitie Dit bete kent dat het eerste IJmond-team Zondag morgen op „Watervliet" er alles op zal zetten om een goed besluit aan de com petitie te breien en de gasten een warme ontvangst te bereiden. Voor de dames van IJmond I is de thuiswedstrijd tegen AVA uit Alkmaar vastgesteld. Het moet voor de IJmondsen in deze wedstrijd mogelijk zijn de punten op „Watervliet" te houden, zoals dit tevens geldt voor het tweede IJmond-heren- elftal, dat Concordia 3 uit Haarlem ont vangt. De opstellingen zijn: IJmond I dames: M. Klesser; B. Schoon en L. Mossel; K. Beers, J. Woudsma en E. v. Asselt; A. Eckhardt, R. v. Buuren, D. Marckelbach, H. Venus en T. Jak. IJmond I heren: J. Böhm, drie plaatsen in te nemen door oud-Beverwijk-leden on der N.N.; J. Wolters, J. v. Buuren, J. Mo lenaar, N.N. B. Hofman, N.N., L. Hage naar. als overwinnaar huiswaarts te keren. En in dit voornemen zullen zij wel slagen ook: wonnen zij destijds niet met zevenéén van de Vogels? WB speelt wederom thuis en wel te gen GVO. Als wij bedenken, dat Terras vogels Zondag tegen deze club gelijk wist te spelen, dan komt het ons voor, dat het voorspellen van een WB-overwinning niet te veel risico inhoudt. In Zaandam speelt Vitesse tegen ZW. Een goede gelegenheid voor de Castri- cummers om hun puntenaantal te vergro ten. ADO gaat in Krommenie tegen KW vast geen gemakkelijke wedstrijd tege moet. Voor Kinheim is de uitwedstrijd tegen WFC ingelast. Dat zal wel op een Vel sense nederlaag uitlopen. Gemeente koopt het oude pand Voor de gemeente Velsen is het noodza kelijk, dat zij het pand op de hoek van de Wijkerstraatweg en de Smidt van Gelder straat koopt. In dit pand is gevestigd de Velser Manufacturenhandel. De eigenaar heeft zich bereid verklaard, dit aan de ge meente te verkopen voor een koopsom van 35.000, verhoogd met een bedrag van 40.750 als vergoeding van de kosten, wel ke in verband staan met de verplaatsing van zijn bedrijf naar een perceel aan de Wijkerstraatweg op de hoek van het Stra- tingplantsoen. Dit laatste perceel wenst hij van de gemeente aan te kopen tegen de daarvoor vastgestelde prijs van 22.50 per m2. Met de gevraagde koopsom en vergoe ding kunnen B. en W. instemmen. Kantoor voor schoolkostbaarheden Voor het opbergen van de door de leer lingen van de O.L Willem de Zwijgerschool vervaardigde werkstukken is in deze school geen behoorlijke bergruimte beschikbaar. Hierin kan worden voorzien door het aanbrengen van een kast, waarvan de kos ten worden geraamd op 475. B. en W. stellen de raad voor het hier voor benodigde crediet te verlenen. De eigenaresse van het perceel (van 179 m2), Schulpweg nr. 127a te Velsen-Noord, wil dit aan de gemeente verkopen voor een som van ƒ4.200 in totaal. De aankoop van dit perceel is voor de gemeente van belang, omdat de grond krachtens het uitbreidingsplan voor dit gebied is bestemd voor verkeersdoeleinden. Reeds thans moet daaraan, in verband met de omlegging van het verkeer over de slui zen, ter ontlasting van de ponten, een ge deelte worden onttrokken ter verbreding van de Schulpweg. De overeengekomen prijs achten B. en W. billijk; de verhuur van de woning kan van de datum van de eigendomsoverdracht af voorshands worden voortgezet tegen de thans geldende huurprijs. De jaarlijkse feestelijke bijeenkomst van de Politie Sportvereniging werd ditmaal in het gebouw van de Nederlands Her vormde Gemeente aan de Rerbrandtlaan gehouden. De voorzitter van de vereniging, hoofd inspecteur G. J. Timmermans, heette in zijn openingswoord de talrijke aanwezigen van harte welkom. Het verheugde hem, dat de Amsterdamse Politie - toneel vereni - ging zich bereid verklaard had aan deze avond haar medewerking te verlenen. Dank bracht de heer Timmermans voorts aan de directie van de Hoogovens voor het afstaan van de film over dit gigantische bedrijf. Deze film, die afgedraaid werd nadat eerst enige humoristische filmpjes waren voorafgegaan, toonde op duidelijke wijze, welk een machtig bedrijf de Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken eigenlijk wel is. Na afloop klonk dan ook een dankbaar applaus. De Amsterdamse politiële toneelvereni ging voerde „De Model-echtgenoot" op en de hoofdstedelingen hebben hiermede een zeer groot succes geoogst. Zonder aan het spel van de andere dames en heren afbreuk te doen, geloven wij toch, dat het grote succes voor een zeer belangrijk deel op rekening moet worden geschreven van de vertolker vain de titelrol, de heer Jan Braakensiek. Na afloop werden de Amsterdamse gas ten van de Politie Sportvereniging eerst langdurig door de zaal toegejuicht, alvorens hoofdinspecteur G. J. Timmermans hen hartelijk dank zegde voor de prettige avond, welke zij de aanwezigen bezorgd hadden. Als blijk van waardering overhan digde hii alle medesDelenden een echt IJmuidertse surprise

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 17