Geschiedschrijving van een zich
handhavend vissersschip
SPIJKERBROEKEN
Gerard van Praag
Belangrijke wedstrijden voor De
Kennemers, DEM en Schoten
De eerste logger zvas een „lougre
„Met zo'n kraak ga ik niet in zee" zei
de eerste aangewezen schipper in 1866
„Minister Lely" werd
„Minister Leelijk"....
Weer een houtboot
aangekomen
P. v. d. A. boekte ledenwinst
Gemeente Haarlem is
EDO ter wille
VOETBAL IN KENNEMERLAND
Opstelling van
Terrasvogels
IJmond I heren spelen
laatste wedstrijd
Manufacturenzaak
verhuist
Pand aan Schulpweg
sneeft voor verkeer
Politie Sportvereniging
vierde feest
VRIJDAG 2 0 MEI 1955
99
DE SCHEPEN, waarmee de visserman honderd jaar geleden het zeegat koos,
stonden te boek als buizen, hoekers en bommen.
De buizen: echt-Nederlandse scheepstypen kielschepen met hoog opgebouw
de boegen en achterstevens en niet zozeer op snel zeilen, als wel op laadvermo
gen gebouwd. De lengte van een buis, over de stevens gemeten, was zo'n 22 a
23 meter, de breedte was ongeveer 5 meter en de diepte in het ruim 2x/i a 3.
Die buizen hadden doorgaans drie masten: 1 grote mast, ongeveer in de mid
scheeps en twee kleinere boven het grote razeil aan de grote mast, waarvan
hij harde wind stukken werden afgenomen, voerde het schip nog een topzeil.
Die oorspronkelijke buizen waren al voorzien van strijkende masten.
Andere schepen, die na de buizen historie schreven waren de kwee, vrijwel van
dezelfde constructie als de buis, doch missend het statiewerk achterop; de hoe
kerbuis, veel lijkend op de buis, maar zwaarder van houw en voorzien van bun
nen voor de versvaart-beugvisserij gedurende de winter en dan was er nog de
hoeker, wat lichter gebouwd, maar voor de rest gelijk aan de hoekerbuis.
In 1855 telde Neêrlands visserijvloot 79 buizen en hoekers en 136 bommen.
Nadat Maandagmorgen de eerste hout
boot van het nieuwe seizoen voor de pa
pierfabriek Van Gelder Zonen ter lossing
lag, die inmiddels al weer ledig is vertrok
ken, kwam Woensdagmorgen voor dit be
drijf de tweede zeeboot met hout binnen.
Het Duitse s.s. „Lore Ottens" arriveerde
van de Finse haven Mantyluoto met een
lading van 542 vadem papierhout.
De bommen of bomschuiten zijn opval
lende verschijningen geweest. Behoorden
de buizen en hoekers voornamelijk thuis
in de Maassteden, de bommen waren de
schepen waar de bewoners van de strand
dorpen mee ter visserij togen: die van
Scheveningen, Katwijk, Noord-wijk en ook
Zandvoort en Egmond. Het was het „Schip
der Zijde", zoals men vroeger de duinkust
met haar dorpen noemde. In den beginne
had zo'n bom een bun, omdat sommige vis
soorten, zoals tarbot, schelvis en kabeljauw
levend moesten worden gehouden.
Op de haringdrijfnetvisserij kon de bom
zich pas intensief toeleggen nadat de kust
visserij bij de wet van 1857 vrijheid tot
haringkaken had gekregen, hetgeen tot
toen een monopolie van de buizen was. Bo
vengenoemde plaatsen beschikten niet over
een haven en zodoende was men genood
zaakt de bomschuiten geregeld op het
strand te trekken, vandaar dat ze een
platte bodem hadden. Het grootste aantal
bommen werd bereikt in 1897 met 325
stuks. In 1912 was dit aantal tot 123 te
ruggelopen. In 1914 waren er nog maar
enkele in de vaart, die tijdens de eerste
wereldoorlog helemaal verdwenen.
De logger kwam, zag en wor!
DAT DE BUIZEN en de bommen gelei
delijk zijn verdwenen is te danken aan de
invoering van het loggertype, waarnaar in
hoofdzaak alle schepen, die nu ter haring
drijfnetvisserij gaan, gebouwd zijn.
Een Scheveninger was het, die dit type
invoerde maar dat is niet alleen van hoge
betekenis geweest voor Scheveningen maar
voor alle visserijplaatsen te lande. Hij, die
het initiatief daartoe nam was A. E. Maas,
zoals gezegd een ingezetene van Scheve
ningen, die ook in andere opzichten zich op
visserijgebied een onsterfelijke naam heeft
verworven.
Het verschijnen van de logger Is van
evenveel betekenis geworden als de uitvin
ding van het haringkaken.
Maas voelde zich door de te Schevenin
gen bestaande visserij aangetrokken, maar
zoals deze in die dagen te Scheveningen
en in de andere kustdorpen werd uitge
oefend kon hem dat niet bevallen. Hij zon
daarom op middelen om de visserij meer
te ontwikkelen en tot bloei te brengen.
Het viswant diende veranderd, het katoen
moest de hennep als grondstof vervangen,
maar het schip zélf deugde ook niet; de
bom was immefc een te slechte zeiler en
hij zou het bewijs trachten te leveren, dat
daarvoor een beter type te vinden was.
Dat nieuwe zou zelfs de hoekers van
Vlaardingen en Maassluis ver achter zich
laten en dat bewijs hééft Maas gele
verd.
Gedurende een periode van bijna 90 ja
ren heeft de benaming logger als scheeps-
type voor de beoefening van de haring
drijfnetvisserij zich weten te handhaven.
"We kunnen gerust zeggen, dat geen enkel
scheepstype deze eer te beurt gevallen is.
Bij de koopvaardij kennen we thans geen
scheepstypen meer als barken en schoe
ners. De benaming logger is daarentegen
nog steeds in gebruik al zou A. E. Maas
zeer verwonderd opkijken wanneer hij kon
zien wat er van zijn scheepstype is gewor
den. Niets is er meer van overgebleven en
dat de benaming logger in gebrujk geble
ven is ligt in feite meer aan het vistuig.
De eerste: een Fransmt.n
A. E. MAAS richtte in 1866 te Scheve
ningen op de „Maatschappij tot Exploita
tie van Zeevisscherijen De Toekomst". Hij
werd directeur en liet te Boulogne sur Mer
de eerste logger bouwen naar het
Frans model, dat daar lougre heette. Afme
tingen van het vaartuig waren: een lengte
van steven-op-steven 17 meter, breedte
5.55 meter, diepte 2.40 meter; inhoud 45 h
50 ton. Het casco met rondhout kostte
10.000 francs.
Het schip kwam begin Juni 1866 naar
Vlaardingen, in Scheveningen was natuur
lijk voor een kielschip geen plaats, tenzij
er een haven kwam. En op die haven had
Maas bij zijn hervormingen op visserijge
bied gerekendals zovelen na hem.
Het ging moeilijk voor de logger een
schipper en bemanning te krijgen. De vis
sers hadden geen vertrouwen in het
schipDe oudste schipper van „De Toe
komst", die in de eerste plaats in aanmer
king kwam voor de bevelvoering op het
nieuwe schip bedankte er feestelijk voor
om met zo'n nieuwe „kraak" in zee te
gaan.
Eindelijk bood de jongste schipper Leen-
dert Spaans zich aan om het er op te wa
gen.
Hij zeilde 30 Juni 1866 uit en alle som
bere voorspellingen over mislukking en zo
meer ten spijt, was het resultaat boven
verwachting. In 6 reizen waren bouw- en
uitrustingskosten goedgemaakt en werd er
zelfs een winst van 37 percent gemaakt en
dat nog wel ondanks het feit, dat de
„Scheveningen", want zo heette het schip,
drie weken later met de visserij begon en
daarom niet kon delen in de winsten die in
de jaagtijd gemaakt werden door de an
dere. Uit erkentelijkheid voor zijn aanpak
ken en welslagen ontving de schipper van
Tijdens de Woensdagavond In ,,'t Cen
trum" gehouden ledenvergadering van de
afdeling Beverwijk van de Party van de
Arbeid deelde de voorzitter de heer S. Coe-
lingh mede dat sedert 1 Januari 19 nieuwe
leden zyn ingeschreven. Door slechts enke
le huisbezoekers werd dit resultaat ge
boekt, zodat indien hier meer aandacht aan
wordt besteed nog meer zal kunnen worden
bereikt. Het aantal leden bedraagt thans
ruim 300. In zijn openingswoord wijdde de
voorzitter nog enkele woorden aan de ka
binetscrisis, waardoor de mogelykheid van
nieuwe verkiezingen niet is uitgesloten.
De heren Coelingh en Kaebisch brachten
op deze avond verslag uit van het door hen
bygewoonde congres van de party in Lei
den, dat in Februari plaats vindt. Voorts
werden nog enkele huishoudelyke zaken
besproken, waarby onder meer ter sprake
kwam de mogelykheid om door het attrac
tiever maken van de vergaderingen het be
zoek hieraan te activeren.
ADVERTENTIE
De originele
voor jongens en meisjes
met zeemleer
met ritssluiting
met 2 achterzakken
met cowboy-afbeelding
in 12 opeenvolgende maten
en 20 'li goedkoper
Kennemerlaan 100
Motorlogger „Aajke Jacoba" (Kw. 41), ge
bouwd in 1949 bij de N.V. Scheepsbouw-
werf De Dageraad te Woubrugge.
de rederij een gouden horloge met inscrip
tie: „De Reederij De Toekomst aan Leen-
dert Spaans, schipper van het eerste visch-
loggerschip in Nederland".
Aangemoedigd door het succes liet de
rederij in de winter van dat jaar weer
twee loggers bouwen, doch nu in ons
eigen land en wel op de aloude werf
,,'s Lands Welvaren"' te Vlaardingen.
Het waren de „Hollander" en de „Ar-
nolde Marie".
Deze loggers hadden, als andere Franse
loggers, drie masten. Dit beviel bij de uit
oefening van het bedrijf niet in alle op
zichten, zodat, toen weer door „De Toe
komst" een logger werd besteld, deze van
twee masten werd voorzien, n.l. één grote
mast en de z.g. druilmast. De eerste drie
loggers werden later ook verbouwd en met
twee masten onder tuig gebracht.
Boycott!
Toch werd het nieuwe scheepstype niet
met gejuich ontvangen. Men ontzag zich
zelfs niet om het „De Toekomst" en de be
manning harer loggers lastig te maken. Dit
had tot gevolg, dat de rederij naar Maas
sluis werd verplaatst, waar haar een
feestelijke ontvangst werd bereid. Toen
echter de resultaten der loggers zo goed
bleven, moesten de reders wel hun voor
oordeel laten varen en. wilden zij met hun
tijd meegaan, voor het nieuwe scheeps
model kiezen, wat zij dan ook in toene
mende mate deden.
De bom begon door de logger terrein
te verliezen, ook al omdat het strand des
winters geen veilige ligplaats meer bood,
waardoor ze in andere havens moesten
overwinteren. Een en ander heeft veel in
vloed gehad op de bespoediging van het
aanleggen der „Bommenhaven", waardoor
wijlen Minister Lely zich bijzonder ver
dienstelijk heeft gemaakt.
Ofschoon dus die bommenhaven bestemd
was om de bom in ere te houden, had bij
het in gebruik nemen daarvan de bom
haar recht van bestaan al verloren. Ver
geefs heeft men nog getracht haar naam
te redden met de z.g. loggerbom.
Volgens de heer I. S. Figeè, scheepsbouw
meester te Vlaardingen, vastgelegd in een
artikel in „De Visserij" is loggerbom de
onzinnigste naam, die men kan uitdenken.
Die z.g. loggerbom dan bezat geen vlakke
De van zeillogger tot motorlogger ver
bouwde „Jacob" (Sch. 189).
bodem meer, waaraan de bom haar naam
te danken had, doch een gewone kiel, ter
wijl het tuig geheel afweek van dat van
een werkelijke logger. Het was dus bom
noch logger, de zuiverste naam ware, vol
gens Figee, geweest „kielschuit".
In zijn artikel schrijft hii nog dat
minister Lely de bijzondere eer te
beurt gevallen is om in dit gedrocht
vernoemd te worden en heeft de proef
tocht van Scheveningen naar Vlaar
dingen nog mee gemaakt. In Vlaar
dingen aangekomen, in het voorjaar
van 1900, werd dit eerste voortbreng
sel der 20ste eeuw, naar publiek
recht, al gauw herdoopt in „Minister
Leelijk".
Met de handspil
Aan boord van de eerste loggers ge
schiedde het uitzetten en halen van het vis
tuig met het handspil. Ook dat veranderde
na verloop van enige jaren. In 1876 werd
de logger voor het eerst van een stoamspil
voorzien van Frans fabrikaat. Ketel en ma
chine, beide zwaar en grof, bevonden zich
onder dek, terwijl door middel van een
verticale as en rondsels het spil in bewe
ging werd gebracht. In 1880 waren 14
schepen met zo'n installatie uitgerust om
daarna weef successievelijk te worden uit
gebroken en in 1887 geheel te verdwijnen.
Toch kwam in 1895 het stoomspil weer
opduiken, maar nu uit Engeland, beter dan
zijn Franse voorganger en bovendien veel
doelmatiger, zodat in 1901 reeds alle log
gers met een stoomspil, kortweg donkey
genaamd, waren voorzien. De belangrijke
veranderingen op het gebied van de vis
serijschepen bestaat evenwel in de over
gang van hout op ijzer als hoofdmateriaal
en in de overgang naar de mechanische
voortstuwing.
IJzeren nymph
Het eerste ijzeren visserijschip ver
scheen in Vlaardingen in het jaar 1882. Dit
vaartuig heette „Zeenymph" en een jaar
later kwam de „triton" gereed. Deze sche
pen, van staal gebouwd, voorzien van bun
en 'hulpstoommachine, waarmede ook het
spil kon worden bewogen, en bestemd voor
de haring- en beugvisserij, waren in vele
opzichten pioniers.
Toch was het succes gering.
Met deze schepen bleek men zijn tijd te
veel vooruit te zijn, terwijl de beman
ning nog niet rijp voor z'ulk een combina
tie was. Deze scheepjes van 22x5.90x2.90
meter waren te bekrompen voor de ma
chine-installatie en daarvan bleek het ver
mogen weer te licht want ze konden slechts
een snelheid van ruim 3 mijl halen, terwijl
de bun niet geschikt was om de vis in goe
de condidtie te bewaren. Na vier jaar wer
den machine-installatie, mechanische spil
en bun er weer uitgenomen en is er een
gewoon handgangspil op geplaatst.
De haringfiets
Van de eerste stoomboot voor de ha
ringvisserij kan eerst gesproken worden
in 1897 en dat schip werd in de vaart ge
bracht door de Doggermaatschappij te
Vlaardingen. Dit schip en de vele die daar
na kwamen kreeg de benaming van
stoomlogger, waar het tuig als voortstu
wing geheel vervallen was. Dit schip deed
ongeveer gelijk zijn intrede met het popu
lair worden van de motorfiets, destijds al
gemeen stoomfiets genoemd. De zeelieden
brachten die naam op het visserij-stoom
schip over en daaraan is het te danken dat
de stoomlogger ook wel stoomfiets of
kortweg fiets genoemd wordt. Die fietsen
dan hadden oorspronkelijk allen een bun
ten dienste van de beugvisserij, doch latere
werden er weer gebouwd zonder bun en
daardoor ontstonden de benaming van
droge- en natte fiets.
Het was Vlaardingen, waar de bouw
van stoomloggers met kracht werd aange
pakt. Het scheepstype is de laatste tijd in
betekenis achteruit gegaan en dat is geko
men doordat de motorloggers steeds ster
kere motoren kregen. Er zijn dan ook ver
schillende stoomloggers, die tot motor
schepen zijn verbouwd.
Motor talmde
Het invoeren van de motor in het ha
ringvisserijbedrijf is niet direct gegaan. De
geschiedenis vermeldt dat in 1901 door de
heer A. Dorsman te Vlaardingen het eerste
haringvisscherijsehip is uitgerust met een
petroleummotor. In datzelfde jaar telde
onze visserijvloot, behalve die eene motor-
logger 7 stoomloggers, 347 zeilloggers en
sloepen en nog 279 bommen. Dat het met
de invoering van de motor langzaam is ge
gaan wordt bewezen door de cijfers van
het aantal in die jaren. In 1902 2 motor-
loggers, dit bleef zo tot in 1907 toen het
aantal steeg tot 4 om daarna na verloop
van enige jaren op te lopen tot 8. In 1913
waren het er 12, in 1916 31 en dat ging
door tot 47 in het jaar 1926. De grootste
toename is echter daarna gekomen. Het
einde van de twintiger jaren is de tijd ge
weest waarin vrijwel elke logger een motor
kreeg. Vrijwel alle motorloggers zijn oor
spronkelijk zeilvaartuigen geweest en van
de zeilen deed men ook weer niet meteen
afstand, want de capaciteit van de motor
bedroeg 40 a 60, hoog op 80 p.k., zodat we
niet anders dan van hulpvermogen kunnen
spreken.
De motor, hoe gering de capaciteit ver
geleken bij tegenwoordig ook mocht zijn,
maakte het mogelijk dat meer schepen ge
durende de wintermaanden gingen traw-
len. Deze trawloggers begaven zich naar
de visgronden waar sedert tientallen jaren
het kleine type stoomtrawler, de z.g. kust
boot viste. De loggers, die nog niet voor in
bouw van een motor in aanmerking waren
gekomen, kregen daarna een andere be
stemming, althans sommige dezer schepen.
Katwijkse schippers kochten deze sche
pen aan met familiekapitaal, plaatsten een
motor en zij waren het die met de logger
het gehele jaar gingen trawlen. Er ont
stond een speciaal bedrijf, dat van de
Katwijkse schippers-eigenaren, die gelei
delijk hun schepen geheel dienstbaar
maakten voor de trawlvisserij met zwaar
dere motoren. Met de haringloggers, die in
de winter trawlden hebben zij het type
kustboot van de stoomtrawler overbodig
gemaakt en zijn zij het geweest die er ook
toe hebben bijgedragen, dat de kotter, zo
als wij die thans kennen, tot ontwikkeling
is gekomen.
De grote verlenging
Maar ook de specifieke haringloggers zijn
niet achtergebleven. In tegenstelling met
de trawllogger, die kortere reizen maakt
ter verse visvangst, moet de haringlogger
beschikken over een ruim werkdek en daar
de haring door het kaak- en zoutproces
langer houdbaar is over een zo groot mo
gelijke laadcapaciteit om de reizen zo pro
ductief mogelijk te maken.
Om daarin te voorzien ging men niet
op grote schaal nieuwe loggers bouwen.
Nee, de bestaande loggers werden op de
helling gehaald en enige meters verlengd,
zodat de meeste loggers niets meer van
oude zeilvaartuigen over hielden. De ha
ringvloot onderging in de loop van enige
jaren een radicale verandering en daar
bleef het niet bij want het vergroten van
de ruimte in het schip maakte het mogelijk
er een zwaardere motor in te plaatsen en
wat gebeurde er toen: de schepen moesten
des winters ook emplooi hebben en door
de zwaardere motoren konden zij met suc
ces aan de trawlvisserij deelnemen.
Deze ontwikkeling heeft tijdens de twee
de wereldoorlog stilgestaan. Vrijwel de
hele loggervloot kwam in handen van de
bezetter en die heeft de schepen niet in de
oorspronkelijke staat gehouden. Na de oor
log moesten de teruggekeerde schepen een
grote en grondige reparatie en verbouwing
ondergaan. De kleine stuurhutten als enige
opbouw aan dek hadden afgedaan.
De meeste schepen kregen een modern
dekhuis met brug en op het voorschip
werd een bak geplaatst. De techniek ont
wikkelde sneller en sneller. Stuk voor stuk
kwamen de loggers er moderner uit te zien
en uitgerust met de moderne navigatiemid
delen gaan de loggers nu ook gedurende
enige maanden per jaar ter haringtrawl-
visserij.
Waren de zeilloggers maar net 100 ton
groot, de verlengde motorloggers maten
150 tot 180 ton en toen het na de bevrij
ding mogelijk was tot nieuwbouw over te
gaan is een nieuw type ontstaan. Flinke
moderne en sterke motorschepen, die een
bruto inhoud hebben variërend tussen de
230 tot 270 bruto registerton.
Nederlands fabrikaat
Een bijzonderheid vafi de logger is dat
deze schepen in ons land op één na door
Nederlandse weiven zijn gebouwd. De
werven, die vroeger de zeilloggers bouw
den, belasten zich nu weer met de bouw
van de moderne motorschepen. Het zijn
de N.V. Scheepsbouwwerf De Dageraad,
v.h. Wed. J. Boot te Woubrugge; de N.V.
D. Joh. Boot te Alphen aan de Rijn; de
veningen; de 'N.V. Scheepsbouwwerf De
Hoop, v.h. Gebr. Boot te Leiden; de
Scheepswerf en Machinefabriek A. de
Jong in Vlaardingen en de Scheepswerf
Figee, de vroegere werf 's Lands Welva
ren eveneens te Vlaardingen.
Trots dat dit scheepstype zichzelf heeft
overtroffen blijven we het nog steeds 1 o g-
g e r noemen, een benaming die eigenlijk
al sedert 1867 onjuist is omdat het schip
toen al het kottertuig kreeg en gezien de
enorme ontwikkeling is de moderne mo
torlogger van thans niet meer van een
trawler te onderscheiden.
AR IE VAN Dpi VEER
De gemeenteraad van Haarlem heeft met
23 tegen 11 stemmen besloten, dat de ge
meente zich voor de tijd van drie jaar
garant zal stellen voor 10.000 gulden. EDO
zal nu betaald voetbal kunnen blijven
spelen, omdat het voldoet aan de eisen van
de KNVB. De raad nam dit besluit, on
danks een afwijzend advies dat de Haar
lemse Sportraad dezer dagen aan Burge
meester en Wethouders had gegeven.
De voetballiefhebbers, die geïnteresseerd zijn bij de clubs ten Noorden van het
Noordzeekanaal hebben Zondag bijzonder veel keus: zij kunnen, om te beginnen,
hun schreden richten naar het Beverwijkse Sportpark, waar De Kennemers de op het
kampioenschap beluste Amsterdamse Spartanen ontvangt. De D.EJVl.-supporters
trekken natuurlijk in grote getale mee naar Alkmaar, om daar hun favorieten aan te
moedigen tegen Alcmaria Vixtrix. Zij zouden echter ook naar Haarlem-Noord kun
nen reizen, want daar bindt D.E.M.'s grootste concurrent, Schoten, de strijd aan met
Wijk aan Zee.
Veel belangstelling zal natuurlijk uit
gaan naar De KennemersDe Spartaan.
Deze hoofdstedelijke tweede klasser toch
voert al enige maanden een vinnige strijd
met 't Gooi om de bezetting van de bo
venste plaats. De Hilversummers hebben
een kleine voorsprong en hebben dus hun
lot in eigen hand. De Spartanen zullen
maar moeten afwachten, of 't Gooi zo
vriendelijk zal zijn één of meer steken zal
laten vallen. Zelf echter dienen zij er voor
tezorgen geen puntje meer te verspelen
en, dit houdt in, dat De Kennemers het
zwaar te verantwoorden zal krijgen.
In 't Gooi-kringen hoopt men er natuur
lijk op, dat de roodzwarten, evenals deze
dat 't Gooi hebben gedaan, ook De Spar
taan de voet dwars zullen zetten. Zal
zulks echter het geval zijn, dan staat op
voorhand vast, dat de Beverwijkers heel
wat beter zullen moeten spelen dan Zon
dag j.l. tegen Zeeburgia.
DEM trekt naar Alcmaria Victrix. De
Beverwijkse adspirant-kampioenen deden
Zondag goed werk door met drienul van
CSV te winnen en dat was maar goed ook,
want Schoten won eveneens. Door een en
ander bleef de voorsprong van twee pun
ten behouden.
Meeste kans
Op eigen terrein heeft DEM destijds op
afdoende wijze met de Alkmaarders afge
rekend: met een vijféén nederlaag kon
den laatstgenoemden naar de kaasstad te
rugkeren. Ook ditmaal geven we de Be
verwijkers de meeste kans op de overwin
ning, al zal het dan ook geen vijféén
worden, immers op eigen terrein hebben
de Alkmaarders zich tot nu toe steeds vol
waardige tegenstanders getoond, die er
zelfs in slaagde ADO, Velsen en Alkmaar-
se Boys met sprekende nederlagen huis
waarts te sturen.
Zeer belangrijk voor DEM is natuurlijk
ook het resultaat van de ontmoeting
SchotenWijk aan Zee. Wij verklappen
zeker geen geheim, als wij vertellen, dat
men in DEM-kringen vurig hoopt, dat
Wijk aan Zee er in zou slagen evenals
destijds op eigen terrein, toen met twee
één werd gewonnen Schoten wederom
op de knieën te krijgen. Zover zullen de
voetballers uit de badplaats het echter
niet brengen, maar een gelijk spel zit er
toch wel in.
Inspannen
Bij Terrasvogels komt kampioen Zaan
dijk op bezoek. De Zaankanters hebben
nu weliswaar de punten niet meer zo no
dig, maar toch zullen zij naar onze me
ning zich voldoende inspannen, teneinde
ADVERTENTIE
De opstelling van Terrasvogels tegen
Zaandijk luidt: Akkerman Sr; Akkerman
Jr, Van Gelder; Van Vuuren, Disselköter,
Bouwer; Rijke, Pellemans, Timmer, Schip
per, Goedhart.
In het handbalprogramma voor Zondag
is de wedstrijd tussen IJmond I heren en
Catchers uit Amsterdam voor de Velsense
elf de laatste in deze competitie Dit bete
kent dat het eerste IJmond-team Zondag
morgen op „Watervliet" er alles op zal
zetten om een goed besluit aan de com
petitie te breien en de gasten een warme
ontvangst te bereiden.
Voor de dames van IJmond I is de
thuiswedstrijd tegen AVA uit Alkmaar
vastgesteld. Het moet voor de IJmondsen
in deze wedstrijd mogelijk zijn de punten
op „Watervliet" te houden, zoals dit tevens
geldt voor het tweede IJmond-heren-
elftal, dat Concordia 3 uit Haarlem ont
vangt. De opstellingen zijn:
IJmond I dames: M. Klesser; B. Schoon
en L. Mossel; K. Beers, J. Woudsma en E.
v. Asselt; A. Eckhardt, R. v. Buuren, D.
Marckelbach, H. Venus en T. Jak.
IJmond I heren: J. Böhm, drie plaatsen
in te nemen door oud-Beverwijk-leden on
der N.N.; J. Wolters, J. v. Buuren, J. Mo
lenaar, N.N. B. Hofman, N.N., L. Hage
naar.
als overwinnaar huiswaarts te keren. En
in dit voornemen zullen zij wel slagen ook:
wonnen zij destijds niet met zevenéén
van de Vogels?
WB speelt wederom thuis en wel te
gen GVO. Als wij bedenken, dat Terras
vogels Zondag tegen deze club gelijk wist
te spelen, dan komt het ons voor, dat het
voorspellen van een WB-overwinning
niet te veel risico inhoudt.
In Zaandam speelt Vitesse tegen ZW.
Een goede gelegenheid voor de Castri-
cummers om hun puntenaantal te vergro
ten.
ADO gaat in Krommenie tegen KW
vast geen gemakkelijke wedstrijd tege
moet.
Voor Kinheim is de uitwedstrijd tegen
WFC ingelast. Dat zal wel op een Vel
sense nederlaag uitlopen.
Gemeente koopt het oude pand
Voor de gemeente Velsen is het noodza
kelijk, dat zij het pand op de hoek van de
Wijkerstraatweg en de Smidt van Gelder
straat koopt. In dit pand is gevestigd de
Velser Manufacturenhandel. De eigenaar
heeft zich bereid verklaard, dit aan de ge
meente te verkopen voor een koopsom van
35.000, verhoogd met een bedrag van
40.750 als vergoeding van de kosten, wel
ke in verband staan met de verplaatsing
van zijn bedrijf naar een perceel aan de
Wijkerstraatweg op de hoek van het Stra-
tingplantsoen. Dit laatste perceel wenst hij
van de gemeente aan te kopen tegen de
daarvoor vastgestelde prijs van 22.50 per
m2.
Met de gevraagde koopsom en vergoe
ding kunnen B. en W. instemmen.
Kantoor voor schoolkostbaarheden
Voor het opbergen van de door de leer
lingen van de O.L Willem de Zwijgerschool
vervaardigde werkstukken is in deze school
geen behoorlijke bergruimte beschikbaar.
Hierin kan worden voorzien door het
aanbrengen van een kast, waarvan de kos
ten worden geraamd op 475.
B. en W. stellen de raad voor het hier
voor benodigde crediet te verlenen.
De eigenaresse van het perceel (van 179
m2), Schulpweg nr. 127a te Velsen-Noord,
wil dit aan de gemeente verkopen voor een
som van ƒ4.200 in totaal.
De aankoop van dit perceel is voor de
gemeente van belang, omdat de grond
krachtens het uitbreidingsplan voor dit
gebied is bestemd voor verkeersdoeleinden.
Reeds thans moet daaraan, in verband met
de omlegging van het verkeer over de slui
zen, ter ontlasting van de ponten, een ge
deelte worden onttrokken ter verbreding
van de Schulpweg.
De overeengekomen prijs achten B. en
W. billijk; de verhuur van de woning kan
van de datum van de eigendomsoverdracht
af voorshands worden voortgezet tegen de
thans geldende huurprijs.
De jaarlijkse feestelijke bijeenkomst van
de Politie Sportvereniging werd ditmaal
in het gebouw van de Nederlands Her
vormde Gemeente aan de Rerbrandtlaan
gehouden.
De voorzitter van de vereniging, hoofd
inspecteur G. J. Timmermans, heette in
zijn openingswoord de talrijke aanwezigen
van harte welkom. Het verheugde hem,
dat de Amsterdamse Politie - toneel vereni -
ging zich bereid verklaard had aan deze
avond haar medewerking te verlenen.
Dank bracht de heer Timmermans voorts
aan de directie van de Hoogovens voor het
afstaan van de film over dit gigantische
bedrijf.
Deze film, die afgedraaid werd nadat
eerst enige humoristische filmpjes waren
voorafgegaan, toonde op duidelijke wijze,
welk een machtig bedrijf de Koninklijke
Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken
eigenlijk wel is. Na afloop klonk dan ook
een dankbaar applaus.
De Amsterdamse politiële toneelvereni
ging voerde „De Model-echtgenoot" op en
de hoofdstedelingen hebben hiermede een
zeer groot succes geoogst. Zonder aan het
spel van de andere dames en heren afbreuk
te doen, geloven wij toch, dat het grote
succes voor een zeer belangrijk deel op
rekening moet worden geschreven van de
vertolker vain de titelrol, de heer Jan
Braakensiek.
Na afloop werden de Amsterdamse gas
ten van de Politie Sportvereniging eerst
langdurig door de zaal toegejuicht, alvorens
hoofdinspecteur G. J. Timmermans hen
hartelijk dank zegde voor de prettige
avond, welke zij de aanwezigen bezorgd
hadden. Als blijk van waardering overhan
digde hii alle medesDelenden een echt
IJmuidertse surprise