L
B
1'
P
i
p
I
11
H
1
m
1
Raymond Bralez voltooide
zijn romancyclus
BLOEIENDE TOEKOMST
DUITSERS HERDACHTEN
HUN CAPITULATIE
De liefde tot zijn land is
- ieder aangeboren"
Ach en wee der filmsterren
Het mirakel der rozen
Litteraire
Kanttekeningen
Een Britse week
Dierbare vrienden
Jubileumgeschenk van
Wereldbibliotheek
ONZE PUZZLE
5
-
14
De eegen MuzcnJ
Heldenkermis ofwel
kermis der ijdelheid
MET „HET MIRAKEL DER ROZEN" heeft Raymond Brulez*) zijn vierdelige cyclus
„Mijn woningen" „geromanceerde mémoires" betitelde hijzelf deze brillante tetra
logie symbolisch besloten. En ik moet er aan toevoegen: spijtig genoeg. Zelfs de
verstoktste vijand van vervolgromans kan immers van een zo uniek-anecdotisch her-
inncringsspel, van deze dartele bezonnenheid, deze half-picareske schalksheid, van
al dit pikante, odorante, charmante, kwalijk al verzadigd zijn. Ik zou, zonder over
drijving gezegd, in onze moderne litteratuur geen werk weten te noemen, dat op een
enigszins vergelijkbare wijze boeit, stimuleert, vermaakt, verruimt, verrijkt en daar
enboven nog geschreven staat in een zo mousserend, lenig, spits en gracieus proza.
Geen werk, dat met een zó grote liefde voor het schrijven, voor de taal, met zoveel
ambachtelijk genot is opgezet, volgehouden en voltooid.
Dezer dagen heeft de Haagse Comedie onder regie van Cees Laseur de première
gegeven van „De Kinderrover" door Jules Supervielle in de Nederlandse ver
taling van Ton Kuijl (die men onlangs als acteur bij „De Toneelvereniging in
„Kroongetuige" van Agatha Christie heeft kunnen zien). De foto toont Paul
Steenbergen, die de hoofdrol vervult, met twee verleden jaar van de Toneel
school gekomen jonge krachten: Do van der Stek en Piet Lutz.
EEN DING heeft de Nederlander met
de Engelsman gemeen: zijn huis is zijn
kasteel. Daaraan hebben zelfs de beide
zeeoorlogen, waarvan niemand op school
ooit de jaartallen kon onthouden, niets
aan veranderd. Misschien is het dan ook
een geleidelijk ingeburgerd anglicisme, een
door de aanhoudende wind aangewaaide
gewoonte, dat bij ieder kasteel een park
hoort. Het bekende liedje „In Holland
staat een huis" moet als gevolg daarvan
dringend aangevuld worden. Want de man,
die daarin woont, kiest zich niet alleen
een vrouw en een kind, maar ook een
tuin. Elke man is in dezen een tuinman.
De tuin is het décor van zijn romantische
verlangens. Dat begint al vroeg. Ik her
inner mij nog uit mijn jeugdjaren, toen
het ontluiken der wijsbegeerte mijn ge
loof aan de ooievaar begon te ondermijnen,
dat ik een stronk van boerenkool als het
prenatale ledikant van mijn verwachte
broer of zus doorzocht naar een spoor van
het kiemende leven. Waarschijnlijk was ik
op deze dwaling gebracht doordat ik het
woord moestuin als moe's tuin had ver
staan.
Op deze hartstocht voor het tuinieren
doelde Vondel ongetwijfeld in zijn „Gijs-
breght van Aemstel" met de vermaarde
regel: „De liefde tot zijn land is ieder aan
geboren". Dit verklaart de jaarlijks op
nieuw opbloeiende populariteit van dit
taaie stuk. Buitenlanders komen hier im
mers ook alleen wanneer de tuin van Hol
land in bloei staat. Terecht worden de
nieuwe wijken van Amsterdam tuinsteden
genoemd, niet alleen omdat zij als padde
stoelen uit de opgespoten grond schieten,
maar vooral door het horticulturele gevoel
van de bewoners. Want zelfs al worden zij
drie of vier hoog onder de pannen ge
bracht, dan nog wanen zij zich in hun
knollentuin. En het valt iedere vreemde
ling onmiddellijk op, hoe fleurig de straten
in de Hollandse plaatsen eruit zien, als de
bevolking de bloemetjes buitenzet.
Ja, onze huizen zijn onze kastelen. Ouden
van dagen wonen hier vorstelijk in hofjes.
Kleine, kleine kleutertjes plegen het wel
iswaar vaak veel te grof te maken door
alle bloempjes af te plukken, op rijpere
leeftijd wóbden ook zij hoveniers. Van hoe
veel rooskleurige huwelijken is er niet
gedroomd bij de bloembedden van het
plantsoen, dat in geen enkel centrum ont
breekt? Sterker nog is deze agrarische
voorkeur te constateren aan een bij uitstek
nationaal gebruik: het planten van bomen
in de taplokalen, die met alcohol worden
begoten. Is het niet typerend dat men de
in de schaduw daarvan gevoerde discussies
vruchtbaar noemt? En is er wel een ergere
beschuldiging denkbaar, dan de gruwelijke
kwalificatie struikrover?
IEDERE Nederlander zijn eige» tuin,
ziedaar ons ideaal. Hieruit is onze cchot-
jesgeest gemakkelijk verklaarbaar. Geer.
tuin mag immers op de andere lijken. Onze
tuinen bloeien als onze persoonlijkheid.
De één houdt van mesembrianthemum in
hoogsucculente vormen, de ander van het
nederige altviooltje. Een derde legt een
rotstuin aan met artistieke flagstones, de
vierde laat eenvoudig de s daaruit weg om
adders onder het gras te laten schuilen.
Sommigen tuinieren zelf, anderen hebben
daarvoor roodgemutste kabouters in dienst,
die des nachts het onkruid wiedewieden
met hun wiedewiedewagentje van natuur
steen. Ach vrienden, mooier kan het niet.
Als u nog niet bent overtuigd, laat mij
u dan op het volgende feit mogen wijzen,
dat sterker spreekt dan alle argumenten.
Bij de uitgeversmaatschappij „Kosmos" te
Amsterdam (men lette in het voorbijgaan
op de naam) is dezer dagen een „beknopte
encyclopaedic voor liefhebbers" versche
nen. In "Amerika zou een dergelijk stan
daardwerk „Love and how to make it"
hebben geheten, in Duitsland ,,Die Be-
ziehungen zwisehen dem Ich und der An
der" of nog mooier, maar in Nederland
luidt de titel „Mijn tuin en planiën ABC".
Als u zich doctor Van Schelven nog her
innert en werkelijk iets wilt maken van
uw leven, dan zult u deze met talrijke
illustraties verluchte gids met duizenden
alfabetisch gerangschikte bijzonderheden
niet kunnen missen. Mevrouw A. C. Mul-
ler-Idzerda en de heer A. Jansen hebben
er zoveel kennis op kunstdrukpapier in
laten vastleggen, dat u zichmet behulp
hiervan een bloeiende toekomst kunt kwe
ken, een eigen teelt van geluk.
KO BRUGBIER
Deze kent men als onverbeterlijk indi
vidualist, een aartsverteller, een stylist van
de eerste orde en een ras-Vlaming, die zijn
aard, zijn Borgen en Claven, niet behoefde
te verloochenen om te zijn wat hij werd:
een man, een schrijver, die van het leven,
van de mensen, van de goede dingen houdt
met een verkwikkende levensliefde, op veel
twijfel en ontgoocheling veroverd. Noem
hem „libertijns", noem hem een „heiden",
een ontembare, een spotgeest, een scepticus.
Maar misken niet de levensernst, die zijn
„speelsheid" adelt tot bevrijdende ironie.
Acht het nobele niet gering en daarmee
pas ik een van zijn uitspraken op hemzèlf
toe „dat hij spontaan verrichtte, zonder
dat de materiële noodzaak hem daar toe
dwong, om op een soms subtiele, soms su
blieme wijze zijn bestaan op deze aarde te
rechtvaardigen: hetzij tegenover de Opper
ste Rechter, hetzij tegenover dit mysterie
der mysteriën dat de naam draagt: Gewe
ten."
Brulez heeft in dit slotdeel een figuur ge
ïntroduceerd, die de werken der barmhar
tigheid doet om der barmhartigheid wille,
ook al bleef haar het „mirakel der rozen"
onthouden, dat haar heilige zuster Elisa
beth zeven eeuwen geleden op de Wart-
burg ten deel viel. „Ziet ge, vriend", laat
Brulez haar zeggen, „ik ken maar één zon
de: de dorheid des harten."
Kan de wijsheid een milder, een mense
lijker, een waardiger pact met het leven
sluiten dan dit?
C. J. E. DINAUX.
Raymond Brulez: „Het mirakel der rozen"
(i. M. Meulenhoff. Amsterdam). Van de
zelfde auteur: „De laatste verzoeking van
Antonius" (Atlantis-reeks, A. A. M. Stols).
In zeven Nederlandse steden zal deze
maand een Britse dag worden gehouden.
De Britse Week, d'ie onder bescherm
heerschap staat van de Engelse ambassa
deur in ons land, Sir Paul Mason, wordt
Vrijdag 20 Mei in Alkmaar geopend. Ver
volgens zijn de steden Utrecht, Hilversum,
Arnhem, Enschedé en Groningen aan de
beurt, om tenslotte op de 27ste Mei in Til
burg te eindigen.
De Lord Mayor van Birmingham zal mei
groot gevolg de opening te Alkmaar bij
wonen. Er komen vele bezoekers uit Groot-
Brittanmië, waarvan de grootste groep ge
vormd wordt door het vijfentachtig man
sterke symphomie-orkest van genoemde
stad. De band van het Royal Scots Greys
Regiment zal door de straten marcheren.
Tot de culturele attracties van de Britse
Week behoren tentoonstellingen, die door
de British Council worden verzorgd. Een
collectie Engelse aquarellen uit het Victoria
and Albert Museum in Londen zal in het
Centraal Museum in Utrecht worden ten
toongesteld. In de universiteit van Gro
ningen zal een collectie van ongeveer twee
duizend Engelse boeken te bezichtigen zijn.
Op 20 Mei opent Sir Paul Mason in Alk
maar een tentoonstelling van affiches en
op 23 Mei in Hilversum een expositie van
foto's van Engelse tuinarchitectuur.
Het heert ergerlijk lang geduurd voor
Brulez de volle erkenning genoot. Zijn An-
dré Terval, Sheherazade, zijn beide toneel
werken, het onlangs na jaren herversche-
nen verhaal De laatste verzoeking van An
tonius**), de klassiek-gestyleerde roman
De verschijning te Kallista, al dat werk
van vroeger jaren scheen voorbestemd te
zijn om genoten te worden door een be
perkte lezerskring, die mét Brulez niet van
zins was om het eerstgeboorterecht van een
vrije geest tegen een schotel gemoraliseer
de linzen te verkwanzelen. Enfin, Voltaire
verbruide het in zijn tijd ook bij de lang-
gezichten en de waarheidschuwen, de fat
soenrakkers, de guichelaars en Brulez
had de tijd. De tijd om de zedelijke moed
te verzamelen in een nieuw werk zichzelf
te bevestigen, nóg eens te beginnen en mét
dat herbegin revanche te nemen op zijn
ontgoochelingen of, zoals hij het zelf uit
drukte: „zijn bestaan op deze aarde te
rechtvaardigen" een confidentie, waarin
Brulez zijn diepste aandrift tot schrijven,
het wezen van zijn schrijverschap, kern
achtiger karakteriseerde dan enig commen
taar zou kunnen doen.
Nu, hij hééft het geréchtvaardigd, dubbel
en dwars, voor zover zulks nog nodig was.
Want dit is liet mirakel van zijn rozen: dat
hij de werkelijkheid van zijn verleden, van
vijftig levensjaren, van zijn in het „trium
viraat" verbonden vrienden en alle gestal
ten die hen omringen, van zijn landschap
pen en steden, zijn „woningen" en zijn er
varingen, bestendigde tot een vertelkunst,
verduurzaamde tot een metamorphose-in-
romanvorm, die van een miraculeuze geu
righeid en fleurigheid is. Deel na deel
en in het laatste welhaast het meest heb
ik genoten van het koddig-onverwachte der
gebeurtenissen, van de verrassend-speelse
zinswendingen, de kruidige adjectieven, de
sierlijke arabesken, de oliike boutades,
toegespitst dit alles tot het foppend-ernstige
van een supérieure ironie, deze levenskunst
van het voorbehoud, dat de waarde van de
menselijke waarheden en de menselijke
relaties in hun betrekkelijkheid, en het no
belste van hel schone in zijn vergankelijk
heid herkent.
Brulez heeft iets van een in de tijd ver
dwaalde minstreel, een Shakespeariaanse
nar, een achttiende-eeuwse mémoiren-
schrijver. Van een Aristophanische spotter
en een Boccaccio, een Epicurus en een Di
derot, een Epictetus en een Choderlos de
Laelos, een Montaigne en een Voltaire.Veel
Hellenistische lichtgevleugeldheid, veel
Latijns bloed is er in hem gevaren. En veel
Franse „esprit" een begrip, waarvoor
wij in onze taalschat merkwaardig genoeg
geen gelijkwaardig woord bezitten. Zijn we
voor zoveel lichtheid te zwaar? Voor zo
veel wijsheid te ontwikkeld? Voor zoveel
gratie te degelijk?
MAAR GOED hier, in dit
Mirakel der Rozen is het tri
umviraat der Jeugdvrienden
gerijpt tot een pact'met het
leven-zelf. De wisselvalligheid
van het menselijk lot is, gis
tende in de tijd, gekristalli
seerd tot een korrel wijsheid,
die warm genoeg is om er een
leven rijk mee te maken. Niets
Is meer als het was. Oorlog is
vrede, vrede is oorlog gewor
den, -vaarvan de bevrijding
nog de vrijheid niet is. Wo
ningen (in dit slotdeel betrekt
Brulez de zevende en wel de
achtste étage van een flatge
bouw in de Brusselse Leo-
poldswijk) de toverkaste-
len van zijn herinnering, zijn
verlaten, een moeder en een
broer zijn heengegaan. Vrien
den veranderden van levens-
koers. de wereld der sociale
verhoudingen evoludeerde. En
inmiddels rijpte André Ter-
val tot Raymond Brulez.
NIET ALLEEN de omroepen van de
meeste landen in West-Eurepa hebben
jongstleden Zondag de capitulatie van
Duitsland tien jaar geleden herdacht,
herinnering gebracht om met de Westelijke
geallieerden tot een afzonderlijke capitu
latie te komen „om de aan het Oostfront
staande Duitsers de gelegenheid te geven
maar ook een paar Duitse zenders, zoals de jfich naar het Westen te begeven." Daarbij
Noord-West-Duitse en de Hessische om- werd niet nagelaten te suggereren, dat de
roep. Eerstgenoemde herdacht het bereiken geallieerde commandanten harde en onge-
van de vrede met een klankbeeld, getiteld
„Het uur nul". Daarmee werd het vacuum
bedoeld, dat op 8 Mei bij de onvoorwaar
delijke overgave van Duitsland intrad. In
dit klankbeeld ging het er nu om, dat deze
„onvoorwaardelijke overgave" ten on
rechte uitgebreid zou zijn van een capitu
latie van het leger
tot een van volk en
staat. Weliswaar was
Voor de
microfoon
voelige onderhandelaars zouden zijn ge
weest.
Het door Peter von Zahn geschreven
klankbeeld, dat door de Hessische omroep
werd uitgezonden was aanzienlijk posi
tiever, zowel in politiek als in artistiek op
zicht. Toch bleek ook hier de controverse
tussen Oostelijke en Westelijke geallieer
den een te verleidelijk chapiter voor de
samensteller. Beide uitzendingen hebben
het klankbeeld in de aangetoond, dat de programma's van de
vorm van een rechts- Duitse omroepen nauwlettend beluisterd
geding gegoten, waar- dienen te worden ten einde andermaal een
in de standpunten van legendevorming om de jongste geschiedenis
het al dan niet vol- te voorkomen. J. H. B.
kenrechtelijk toelaatbare van de „onvoor
waardelijke overgave" beide tot gelding
kwamen en was ook de auteur zo voor
zichtig geweest „de gesschiedenis" geen
uitspraak te laten doen, maar het was dui
delijk dat zijn sympathie naar die Duitsers
uitging, die beweren dat de geallieerden
hun macht misbruikten, toen zij op 23 Mei
1945 de rompregering-Dönitz arresteerden
en zelf het bewind gingen voeren. In een
slotcommentaar immers werd nog eens
Niet alle vogels vliegen
Bij wijze van „verademing" volgt in de
wekelijkse filmrubriek thans een bloem
lezing van schokkende gebeurtenissen,
welke wij doorgaans de lezers onthouden,
maar die ditmaal toch saillant genoeg wer-
breed uitgemeten hoe de thans nog voort- den geacht om ze ter beoordeling voor te
durende Russische bezetting van Oostelijk- zetten. Wij geven ze net naar ze ons wer-
Duitsland een gevolg is van het wegvallen
van elk Duits gezag in 1945. Eén en ander
ging gepaard met de opsomming en speci
ficatie van Duitse verliezen in de
tweede wereldoorlog en met een herinne
ring aan de „willekeur der geallieerde
luchtbombardementen."
Het belangrijkste thema van de uitzen
ding werd gevormd door het betoog, dat de
verlangde „onvoorwaardelijke overgave"
slechts een gevolg is geweest van de i®rns
der Westelijke gèallieerden de uiterlijke
eendracht te bewaren met hun Oostelijke
den toegeseind.
San Francisco: De 22-jarige Japanse
filmactrice Mitsoekoe Kimoera is hier per
vliegtuig uit Tokio aangekomen op door
reis naar Hollywood, waar zij haar mede
werking moet verlenen aan het voltooien
van een film door haar tegenspeler de kus
te geven die zij weigerde in Japan omdat
dat indruiste tegen de Japanse traditie.
Om dat kusje nu toch even op de filmband
te krijgen vloog de actrice de Stille Oceaan
over. Zij was gekleed in traditioneel Ja
pans costuum: kimono, sjaal en sandalen.
bondgenoot. Daarop voortbordurende wer- Z*J »1 twee weken in Amerika blijven.
B Hetgeen, naar men mag aannemen, een
den met nadruk Dönitz' bemoeiingen in jange js Voor een kus.
Er volgt echter meer. Ziehier Shake
speare naar de onderwereld getrokken en
wel te New York.
Het gegeven van Shakespeare's tragedie
„Macbeth" zal door een Amerikaanse film-
dorucent worden bewerkt tot een gang
sterdrama, getiteld „Joe Macbeth".
Doze Joe Macbeth is een gangster wiens
echtgenote Lily Macbeth hem aanspoort
goed zijn best te doen en leider van de
bende te worden. Als Joe gespeeld door
Paul Douglas het zover gebracht heeft,
wordt hij overvallen door een hevige angst
waard,oor Lily (Ruth Roman) de taak ten
deel valt de moorden uit te voeren. Zij
maakt hiervoor gebruik van een revolver,
aangezien het mes waar Shakespeare
het op hield te bloederig geacht wordt.
Shakespeare's Duncan is in de film „Big
Duncan" en de drie geesverschijningen
zullen zijn omgevormd tot een kraatleg-
gende waarzegster.
We zijn er nog niet. Hedy Lamarr zou
schulden hebben en geen kleine ook. Leest
wat men ons hierover weet te berichten:
Hollywood: De filmactrice Hedy Lamarr
is momenteel in twee rechtgedingen ver
wikkeld, waarin gesteld wordt dat zij niet
De Maatschappij tot verspreiding van
goede en goedkope lectuur: de Wereldbi
bliotheek, bestaat vijftig jaar en ter gele
genheid van dit jubileum ontvingen de
leden „De Roman van Tristan en Isolde"
een zo verzorgde publicatie, dat men
nauwelijks van een gelegenheidsuitgave
kan spreken: het is een geschenk in de
volle zin van het woord. De keuze van
deze „roman" kon niet beter zijn. Immers
het verhaal bestond tot de Fransman
Joseph Bédier het hèrvertelde alleen in
losse fragmenten, waarvan de authentici
teit bijna steeds twijfelachtig was. Bédier
heeft uit de fragmenten die gekozen, wel
ke het twaalfde-eeuwse origineel naar
men met vrij grote zekerheid aanneemt
gelijk waren en daaruit een kern samen
gesteld, waar hij kop en staart aan heeft
toegevoegd in een taal, die „dooi" liefde
volle geschiedkundige en kritische studie"
tot stand gekomen, dezelfde ludiciteit heeft aan financiële verplichtingen zou hebben
als het origineel althans volgens de voldaan. Onlangs werd er een rechtszaak
zin", dat sterk is in confidenties aangespro
ken voor een schadevergoeding van een
millioen dollar wegens smaad. Waaruit
die smaad bestaat? Men leze:
Volgens het tijdschrift had Mitchum
onlangs een feestje bijgewoond, dat werd
gegeven door de acteur Charles Laughtoh
en de producer Paul Gregory ter gelegen
heid van de voltooiing van de film „Night
of the hunter". Mitchum zou alvorens de
kamer te zijn binnengegaan zich geheel
ontkleed hebben en daarna naar de tafel
zijn gelopen, waar hij een fles „catsup"
pakte en zich ten aanschouwe van de ge
choqueerde gasten gul beproeide.
In het artikel werd verder vermeld dat
Mitchum daarop de toeschouwers had aan
gezien en gezegd: „Dat is toch een maske
radefeestje, is 't niet? Wel, ik ben een
„hamburger".
Hetgeen ons inderdaad een erg sterke
confidentie lijkt. Zelfs in Amerika.
Tenslotte een berichte, dat de huwelijken
en echtscheidingen aan de lopende band
in Hollywood dat kleine accentje van tra
giek verleent, dat doorgaans zorgvuldig
wordt gemaskeerd. Het handelt over Linda
Christian, die nog maar pas van de film
acteur Tyrone Power is gescheiden. Op
doorreis naar Spanje verklaarde ze te
Londen:
„Je kunt niet ophouden de man lief te
hebben, die de vader van je kinderen is.
Tyrone zal over drie weken met onze twee
kinderen (van drie en een jaar) naar
Londen komen per vliegtuig en ik zal hem
dan stellig ontmoeten. Ik hou nog steeds
van hem en een verzoening zou zeker voor
onze kinderen het beste zijn. Ik zeg niet
dat dat op stel en sprong zou kunnen ge
beuren maar onmogelijk is het zeker niet.
Ik ben van hem gescheiden omdat dat
zo in Californië hoort. De man houdt er
niet van van zijn vrouw te scheiden en
daarom moet de vrouw het werk opknap
pen".
Aldus de filmster Linda Christian. En
aldus de wereld der filmsterren, een „ker-
messe héroique", een soms wrange kennis
der ijdelheid. P. W. FRANSE
Horizontaal: 1 foei, 3 biersoort, 7 effen,
9 voorvoegsel, 11 jongensnaam, 12 meis
jesnaam, 14 vreemde, 16 bevestiging, 18
rivier in Italië, 20 jongensnaam, 22 mu
zieknoot, 23 stuur van een schip, 25 dorp
in Zeeland, 27 ontkenning, 29 meisjes
naam, 30 wees gegroet, 32 wortel, 33 per
soonlijk voornaamwoord.
Verticaal: 2 wees gegroet, 3 muzieknoot,
4 putemmertje, 5 familielid, 6 sint, 8 adel
lijke titel in Engeland, 10 de zeer giftige
brilslang, 11 open plaats, plein (Z.N.),
13 haningdrank, 15 karakter, 17 hoekpijler,
19 Europeaan, 211 rivier in Italië, 24 gek
heid, 26 boom, 28 nauw, 29 reeds, 31 voor
zetsel.
Om in aanmerking te komen voor een
van de drie geldprijzen ad f 7,50, f 5,en
ƒ2,50, dient men uiterlijk Dinsd 17 uur
de oplossing in te zenden aan een .an onze
bureaux; in Haarlem: Grote Houtstraat 93
en Soendaplein; in IJmuiden: Kennemer-
laan 186.
De oplossing van onze vorige puzzle:
Horizontaal: 1 vast, 4 idem, 7 moede, 9
mandoer, 11 hak, 12 neg, 14 in, 15 elk, 16
bij, 17 ten, 19 lus, 20 notaris, 24 tenor, 26
laar, 27 gene.
Verticaal: 1 v.v., 2 smak, 3 ton, 4 ido, 5
Deen, 6 M.O., 8 edelman, 9 manen, 10 rebus,
11 hit, 13 Gijs, 18 nota, 19 lire, 21 ter, 22 rog
23 el, 25 de.
De prijzen werden na loting als volgt toe
gekend: Mr. Gerhardt, p.a. Koningin Wil-
2
4
5
s
io
13
15
17
ia
19
21
22
25
24
ts
26
27
28
29
30
31
32
33
helminakade 91, IJmuiden (f 7,50); J. L.
Alderts, Oosterstraat 14, Haarlem-Noord
(f 5,en Jac.J. Bert, Jan Gijzenkade 203,
Haarlem (f 2,50).
Het poppentheater „Die Blauwe Scuy-
te" te Maastricht, dat onder leiding staat
van Pieke Dassen, heeft van de minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
Opdracht tot het geven van dertien voor
stellingen in internaten in Overijsel ont
vangen.
De commissie van culturele deskundi
gen van de Raad van Europa, te Straats
burg in vergadering bijeen geweest zijnde,
heeft twee nieuwe subcommissies benoemd,
waarvan er een belast is met de bestude-
dcring van de mogelijkheid om een festival
van de Europese cultuur te organiseren.
fragmenten gehad moet hebben. Hij
heeft getracht te vermijden dat moderne
opvattingen zich mengden in de oude
wijze van denken en voelen en tevens ana
chronismen te verkomen. Wat Bédier on
getwijfeld met zijn bewerking gelukt is,
kan het streven van de Wereldbibliotheek
genoemd worden: een geest-en-hart-ver-
rijkend compromis te leveren tussen het
avant-gardistische en het ouderwetse in
de keuze van uit te geven boeken. Kort
om: uit te geven wat goed is en de zeef
van de tijd is gepasseerd en dat goedkoop
voor een zo groot mogelijk lezersforum te
brengen. De welhaast zinnebeeldige keuze
van ..Tristan en Isolde" als jubileumge
schenk heeft bovendien een zeer mooie uit
voering gekregen in een vertaling in goed
Nederlands van Marie Loke.
Het geschenk gaat vergezeld van een
boekje „Zojuist Verschenen", dat „tot in
uw_huis verzorgd" verhaalt welke gang
een manuscript maakt tot het als boek
wordt bezorgd. Een kijkje achter de scher
men, dat helder en overzichtelijk is sa
mengesteld. Bovendien bevat het de ge
schiedenis van de Wereldbibliotheek, van
de oprichting op 1 Mei 1905 door Lion
Simons (1862—1932), die in 1887 kunstre
dacteur van de Oprechte Haarlemsche
Courant was, vóór zijn vertrek naar En
geland, waar hij een uitgeverij stichtte,
die geen succes was. „Zojuist Verschenen"
bevat enkele statistieken, waaruit onder
meer blijkt dat er sinds 1905 in zestien ru
brieken 1914 boeken zijn verschenen met
een oplage van in totaal 11.900.000 exem
plaren! A. N.
tegen haar aanhangig gemaakt voor het
niet betalen van 18.215 dollar aan honora
ria aan advocaten, terwijl de actrice zelf
beroep heeft aangetekend bij het Ameri
kaanse hof voor belastingzaken tegen een
vordering van 90.125 dollar, die de Ameri
kaanse belastingdienst op haar meent te
hebben. MissLamarr is van mening dat er
van haar vermogen 147.000 moet worden
afgetrokken wegens in 1950 van haar ge
stolen juwelen, benevens 3000 dollar voor
reis- en medische onkosten en kleding-
gelden. De belastingdienst had haar een
boete opgelegd van 2825 dollar.
De zorgen zal men Hedy op het witte
doek wel niet van het gezicht kunnen af
lezen. Wat men Valerie French van het
witte doek kan aflezen wordt ons onom
wonden in het volgende nieuwtje meege
deeld:
De actrice Valerie Frensch, een 24-jarige
Britse filmspeelster, heeft een contract
van zeven jaar af kunnen sluiten met de
filmmaatschappij Columbia Pictures in
Hollywood.
Valerie is een brunette en heeft zich ge
specialiseerd in „sexy" rollen, daarbij ge-
schaagd door een 38-23-37 figuur.
0:a Robert Mitchum mag er zijn. Hij
heeft het tijdschrift „Confidential Maga-
99
Bij de uitgeversmaatschappij W. de Haan
N.V. te Utrecht is een tweede, ingrijpend
herziene druk van de bloemlezing „De
liefde tot zijn land is ieder aangeboren"
met de ondertitel „Land en volk van Ne
derland in kunst en letteren" door de be
kende litteraire commentator W. L. M. E.
van Leeuwen verschenen, met een fraaie
reproductie van het schilderij „Aaltje met
de geit" van Jacobus van Looy op de om
slag. Direct moet trouwens gezegd worden
dat dit geheel in kunstdruk uitgevoerde
boek ruim voorzien is van prachtig illus
tratiemateriaal, waaronder talrijke platen
naar werken van minder bekende meesters.
Ook tijdgenoten zijn erin vertegenwoor
digd. De verbinding van woord en beeld
is over het algemeen goed geslaagd. Met
hierdoor versterkte vreugde leest men dan
ook de mededeling, dat er van de in samen
werking met Marnix Gijsen in 1939 tot
stand gebrachte bundel „Schrijvers en
schilders" eveneens een herdruk verschijnt,
die thans in voorbereiding is.
Het onderhavige,boek is opgebouwd uit
vier delen, waarvan het eerste algemene
indrukkffh van Holland geeft, beginnend
met gedichten van Potgieter en Van Eeden,
eindigend met verzen van de op één na
jongste generatie. Daarna worden de
schoonheid van het land en enige aspecten
der steden bezongen, waarbij men wel heel
veel van Adama van Scheltema over Am-bol!'
sterdam, doch slechts heel weinig van Ach
terberg over Den Haag aantreft. Doch wat
doen artistieke voorkeuren ertoe als de re
presentatieve indruk hoofdzaak is? Laten
wij veeleer hopen, dat degenen die dit boek
kopen ter versterking of verdieping van
hun vaderlandslievende gevoelens tevens
aan ontvankelijkheid voor het dichterlijke
woord zal winnen. Daartoe wordt aanlei
ding in overvloed geboden.
Tenslotte worden in de „Spiegel van ons
volk" vele vreugden, deugden en ondeug
den van ons volk getoond. Een bijzonder
interessante inleiding gaat hieraan vooraf.
Ook het voortreffelijke gedicht van Chris-
tiaan Terpstraat over de degradatie van de
Bevrijdingsdag tot snipperdag is in deze
rubriek opgenomen. Als afsluiting dient
een nieuwjaarsontboezeming van Lodewijk
van Deyssel, bij de overgang van 1882 in
1883 geschreven. Daarin leest men het
opstel is een harstochtelijke roep om een
groot en schoon Nederland, een protest
tegen middelmatigheid en materialisme
onder meer: „Daar moet vooral krachts
openbaring zijn in de kunst. Wij hebben
mensen nodig met gloeyende hoofden en
bonzende harten. Ons faalt geestdrift. Een
genie in ons midden vermoeit ons, daarom
sluiten wij ze buiten in plaats van onze
ogen te wennen aan het staren in een licht-