Ontmoetingen in Israel met kunstenaars GRAM0F00NPLATENC0NC0URS VAN ZES CHANS0NN1ERES £eft nieuw- gedicht maakt een andek tnenó Hv Annie Muldervande Graaf V tóhetodi Chirurg, iris ZONDER DE PERSOONLIJKHEID AAN TE TASTEN Beeldhouwers met vlees en been Herman Wouk Paul Kletzki Vier Frans-Duitse muziekdagen Op 25 Mei in Teisterbant linttKtns. Dowiowonotn. 5opst. Rimpm, Ootwu. PiiPOOPCiu tnz TOT ZIJN zesde jaar was Henny een robuste, levenslustige jongen. Toen kwamen de schooljaren en daarmee de moeilijkheden. Reeds in het eerste kwartaal veranderde hij als een blad aan een boom. Hg werd stil en humeurig, vermeed zijn vriendjes en sloot zich na schooltijd op in zijn kamertje, waar hij doelloos zat te staren en te mokken. Aan de school lag het niet, want Henny kon leren „als de beste". De dokter kon ook niets vinden en de ouders stonden mach teloos. Wat zij ook probeerden om het kind op te beuren, Henny bleef pruilen, weigerde zelfs zijn lievelingskostjes en kwijnde zien derogen weg. Eindelijk nam men een kinderpsycholoog in de arm, die al bij zijn eerste consult het raadsel oploste. Henny had namelijk een paar formidabele flaporen, waarmee de kinderen op school hem net zo lang gesard hadden, dat het leven de kleine jongen tot een hel geworden was. Henny's ouders waren stomverbaasd, toen de psychiater hun dit vertelde. Zij hadden nooit gedacht, dat die „klei nigheid" het leven van hun kind zo had kunnen vergallen, zeiden zij. Maar gelukkig waren het verstandige mensen en dus namen zij Henny mee naar een plastisch chirurg, die met een eenvoudige in greep de flaporen cureerde. De uitwerking daarvan op Henny's humeur was rondweg verbijsterend. Hij stoeit en ravot nu weer dat het een lust is en zijn ogen stralen van zelfvertrouwen en levens vreugde - dat is zelfs op de foto duidelijk te zien. DAT IS ALTIJD de belang rijkste winst van een schoon heidsoperatie: niet het kunstig wegwerken van zeiloren, oog- wallen, littekens of andere uiter lijke onvolkomenheden, maar de weerslag die zo'n ingreep heeft op het innerlijk van de patiënt. Vele duizenden mensen, die ja renlang geleden hebben onder de vloek van een provocatieve lelijk heid of een afschuwelijke ver minking, vinden na lang aarzelen do weg naar de aesthetisch-plas- tische chirurg zonder veel hoop dat hij hun helpen kan. Maar als zij tenslotte met een „nieuw ge zicht" van de operatietafel op staan, dan is hun dankbaarheid vaak ontroerend om aan te zien. Van paria's onder hun mede mensen zijn zij, met één slag, ge transformeerd tot volwaardige, gelukkige mensen, wier levens vervulling nu niets meer in de weg staat. Zij voelen zich in de letterlijke zin van het woord „een ander mens" geworden. EEN „nieuw" gezicht en een ander mens? Mevrouw Annie Mulder van de Graaf, die al sinds 1932 een particuliere kliniek voor aesthetische chirurgie heeft, for muleert het liever anders. „Wij corrigeren misvormingen en sto rende afwijkingen", zegt zij, „maar zonder de karakteristieke lijnen en vormen van een gezicht aan te tasten. In theorie is het een koud kunstje iemands uiter lijk chirurgisch volledig te wij zigen, maar daarmee zou tevens de „persoonlijkheid" van een ge laat om hals gebracht worden en dat moeten wij ten koste van alles vermijden. Daarom „doe" ik ook geen neuzen, want juist de neus bepaalt het karakter van ëen gezicht. Patiënten met bok- sersneuzen, lupusneuzen en an dere geveldefecten, die veelal beenlransplantaton vereisen, kan ik trouwens niet helpen. Ik ben geen chirurge." „Geen chirurge? Maar hoe is het dan mogelijk dat u al meer dan dertig jaar schoonheidsope raties verricht?" vraagt de ver baasde verslaggever. Mevrouw Mulder, klein, slank en goed-geconserveerd voor haar ruimschoots middelbare leeftijd, glimlacht. ,,Van huis-uit ben ik zenuwarts", onthult zij. „En als zodanig heb ik vroeger in Soera- baya verscheidene patiënten be handeld voor een minderwaar digheidsgevoel als gevolg van een gelaatsmisvorming. Zulke l>ehandelingen waren vaak zeer langdurig en ondankbaar, omdat de oorzaak van de kwaal de ontsiering van het uiterlijk niet kon worden weggenomen. Toen ik dan in 1931 kennis maakte met madame Noëls schoonheidsoperaties en hun heil zame uitwerking op de psyche van de patiënten, besloot ik kort en goed ook aestlietisch chirurge te worden. De practijk van het vak studeerde ik in Parijs, waar madame Noël mij zelf onderwees - en na ruim een jaar beheerste ik de verschillende technieken voldoende om mij zelfstandig te durven vestigen. En hoewel ik dus geen formele bevoegdheid had, gaf dokter Schoenmaker, destijds een der gezaghebbende figuren in de Nederlandse chi rurgie, mij de raad zonder aar zelen een eigen practijk te be ginnen, mits ik mij verre hield van alle ingrepen, die het cha piter der huidoperatics te buiten gaan. Wél borstplastieken, aan- senhanden mag laten veranderen. En hoewel ik die overtuiging na tuurlijk ten volle respecteer, moet ik toch vaststellen dat zij in de practijk niet consequent kan worden nageleefd. Ik ken bij voorbeeld zeer rechtzinnige men sen, die hun kind zonder ge wetensbezwaar voor scheelheid lieten opereren en dat is au fond precies hetzelfde als de in grepen die wij, plastische chi rurgen, verrichten." DAN SCHUIFT zij ons e$n dik plakboek vol foto's en spontane uitingen van patiënten toe. „Kijk",.zegt zij, „dit is het bewijs, dat ik gelijk had om vol te hou den, tegen alle weerstand en ver guizing in. Vaak heb ik, in die eerste jaren, op het punt gestaan er de brui aan te geven, omdat Holland blijkbaar nog niet rijp was voor de aesthetische phirur- gie. Maar ik zette toch door, om dat ik overtuigd was van het ontzaglijke sociale en morele be lang van dit werk en de tijd heeft mij in het gelijk gesteld gezien ik ook daarin gespeciali seerd was. En dat heb ik gedaan, hoewel de tegenwerking van al lerlei zijden aanvankelijk bijna onoverkomelijk was. Overal stuit te ik op onwil, onbegrip en prin cipieel verzet, hetgeen wel te be grijpen is wanneer men bedenkt, dat de zichzelf respecterende Hollandse vrouw in die tijd nog niet eens aan lippenstift of wan genrood dorst te denken, laat staan aan zoiets ongehoords als een chirurgische schoonheids kuur. Daar kwam bij, dat vele reli gieuze kringen in Holland de overtuiging hadden veelal nóg hebben dat men het door God gegeven uiterlijk niet door men- Op het bovenste paar foto's ziet men het effect van een kleine operatie op het gehele uiterlijk. Voor de ingreep moest deze vrouw haar verlamde oogleden met de vingers oplichten voor zij een straat kon oversteken. Daaronder: het resultaat van een plastische operatie tot verwijdering van oogwallen. weest zijn. Ik kan mijn geluk niet op en ik weet ook niet, hoe ik u ooit zal kunnen bedanken voor wat u voor mij deed. Ik wou alleen dat ik er jaren eerder toe overgegaan was. Zij toont ons ook drie foto's van een dame uit de „society" de echtgenote van een zeer voor aanstaande figuur uit het open bare leven, die in 1936 bij haar kwam. Hoewel nog betrekkelijk jong, was haar gezicht één ruïne van huidverzakkingen, rimpels en „oogwallen". En zo schaamde de tijd èn de brieven die ik in de loop der jaren van dankbare ex- patiënten mocht ontvangen. Hier is er een, van een volksvrouw wier gelaat ontsierd werd door een afschuwelijke „wijnvlek". Het wegwerken van zulke vlek ken is een van de ondankbaarste opgaven in onze practijk, maar ik slaagde, hoewel er een hele reeks van operaties en transplan taties voor nodig was. In deze brief schrijft zij let u maar niet op de spelfouten hoe ze zich voelde bij haar terugkeer in haar eigen kringetje: „De kinde ren, de kennissen en de buren, iedereen schijnt te delen in mijn vreugde. Zij zijn zo hartelijk tegen mij als ze nog nooit ge- Chirurg en patiënte, nog op de operatietafel, na een voorhoofds- operatie. De ogen van de patiënte zijn weggeretoucheerd om haar onherkenbaar te maken. de vrouw zich voor haar uiter lijk, dat zij bij herhaling tijdens officiële banketten en ontvang sten als een verlegen kind weg gerend was, omdat zij de andere gasten niet langer onder ogen dorst komen. Nadat zij haar man op die manier enkele keren een geduchte flater had laten slaan, nam deze ten einde raad me vrouw Mulder in de arm, die de beklagenswaardige vrouw een „face lifting" gaf en de huid rond haar ogen van de afschuwelijke rimpels ontdeed. Ook hier waren de resultaten verbluffend. Mevrouw X., die overigens een zeer gecultiveerde en intelligente vrouw was, ver anderde in enkele dagen tijds van een zielig schuw wezentje in een grande dame vol zelfvertrouwen, die het middelpunt werd van alle „jours" en ontvangsten. En zelfs nu, na twintig jaren, ziet zij er blijkens de foto's nog altijd even stralend^ en gelukkig uit, al is daarbij nog tweemaal de hulp van mevrouw Mulder nodig ge weest. Moet zo'n operatie dus na een bepaalde tijd herhaald worden? „Natuurlijk", zegt de chirurge, „want ieder mens veroudert en daarmee gaat uiteraard een ver slapping van huid en spieren ge paard. Een goede face lifting „houdt" ongeveer drie tot zes jaar, afhankelijk van de leeftijd, de leefwijze en de speciale hqid der betrokkene. Daarna is des gewenst een nieuwe behandeling nodig". Goedkoop is dat allemaal niet, maar een schoonheidsope ratie is dan ook meestal een kwestie van vele uren en ook de nabehandeling in mevrouw Mul ders speciale kliniek thans ge vestigd in een grote villa in Huis ter Heide bij Zeist vereist da genlang een uiterst nauwlettende zorg opdat de operatielittekens zo gaaf en onzichtbaar mogelijk genezen zullen. RUIM DERTIG jaar hanteert deze ex-zenuwarts nu al het scalpel en in die tijd hebben haar vaardige handen vele honderden mannen en vrouwen waarbij de laatsten verre in de meerder heid zijn geopereerd. Mannen, vrouwen en kinderen uit alle la gen der bevolking, die zij verlost van te dikke lippen, flaporen, borstafwijkingen, overtollig vet, verminkingen door oorlogsver wondingen, brandwonden, kal- koeijhalzen, wangzakken, tatoe ages en wratten. Luxe-vrouwen, die zich alleen uit ijdelheid laten opereren, telt haar patiëntert- kring vrijwel niet. De meesten zijn werkende vrouwen, die wil len „slagen" in het leven, pro motie maken of een huwelijks partner vinden en die denken, terecht of ten onrechte daarin door hun uiterlijk belemmerd te worden. Mevrouw Mulder opereert ge middeld nog twee dagen per week en aan gegadigden ontbreekt het geenszins, nu het vak ook in Holland eindelijk „requ" is. Plas tische chirurgen met volledige chirurgische bevoegdheid behan delen ernstige gevalled: de ver vanging van ontbrekende neuzen, het herstel van verbrijzelde ka ken ën dergelijke radicale ingre pen. Ook zij zijn ware kunste naars in hun vak, beeldhouwers met vlees en been. Vrijwel iedere misdeelde kan dan ook geholpen worden, maar: „Verwacht geen wonderen", zegt mevrouw Mul der, „want al kunnen wij een ge zicht corrigeren en conserveren, zelfs de knapste chirurg is niet bij machte op de wangen van een oude vrouw het perzikdons der jeugd te toveren". Overigens heeft zij kunnen vaststellen, dat mensen-op-leeftijd precies even „operabel" zijn en net zo vlot ge nezen als jeugdige patiënten. Zij behandelt dan ook met veel suc ces mannen en vrouwen die al ver in de zestig zijn. KRIJGT ZIJ wel eens klanten, die bang zijn voor de operatie? „Dat is hoge uitzondering", ver zekert ze, „want de meeste zün veel te blij, dat er nu een eind aan hun kwelling zal komen. Wel zien zij soms op tegen hun terug keer, na de operatie, in het eigen milieu, maar dat valt in de prac tijk hard mee. Het zonderlinge feit doet zich voor, dat zelfs de naaste omgeving van de patiënt de verandering in diens uiterlijk niet opmerkt, althans niet „thuis" kan brengen. Een rechercheur, die ik voor flaporen opereerde, schreef mij later: „Zelfs mijn collega's, die toch gewend zijn om scherp op uiterlijkheden te letten, merkten de verandering in mijn „signalement" niet op: zij kwamen niet verder dan een ver baasd: „wat is er toch met jou aan de hand je ziet er heel anders uit dan vroeger...." Legio van andere ex-patiënten getuigen in dezelfde trant: De mensen kijken je verrast aan, zonder te weten wat er veranderd is. Je ziet er verdorie niks van. Ze zeggen steeds weer tegen mij: wat zie jij er vandaag jong, palent, florissant enzovoorts uit Zelfs de kinderen merkten niks aan me, ze zeien alleen maar: het is net of er iets in moeder veranderd is als ze lacht BEHOEFT HET na dit alles nog betoog, dat Annie Mulder van de Graaf verslingerd is aan haar werk - en dat zij het zal blijven doen „tot ze geen scalpel meer zal kunnen vasthouden?" Tegen die tijd zal trouwens haar zoon, die chirurgie studeert, haar wel op gevolgd z\jn, want ook hij wil niets liever dan zijn misdeelde mede mensen helpen aan wat meer le vensmoed en levensblijheid. En al zijn wij dan nog niet zover als Amerika, waar misvormde delin quenten soms bij rechterlijk von nis naar een plastisch chirurg ver wezen worden, iets van het ge-„ weldige sociale belang van dit werk begint toch ook in Holland door te dringen. Zeer onlangs bij voorbeeld heeft een der grote zie kenfondsen vrijwillig een deel van de kosten van enkele schoon heidsoperaties voor zijn rekening genomen - een voorbeeld dat na volging verdient! a H. C. H ISRAEL heeft zich in de laatste jaren meer en meer ook, behalye ais een land waar onder meer zware industrie in opkomst is, tot een toeristenoord ontwikkeld. Met het oog op het vreemdelingenver keer is en wordt er voor aantrek kelijke hotels zorg gedragen. In menig opzicht hoeven deze, zowel wat inrichting als wat ligging be treft, voor het beste dat bij voor beeld Californië op dit gebied biedt, niet onder te doen. Het oude en tegelijkertijd zo nieuwe land oefent niet slechts op gewone reislustige bezoekers aantrek kingskracht uit, maar eveneens op vooraanstaande figuren uit kunstenaarskringen. Trouwens, te midden van het harde werk van alle dag blijven zeer velen zowel op het land als in de stad, oog en oor behouden voor wat er aan kunstuitingen tot hen komt. Zo vond de beroemde Amerikaanse negerzangeres Marian Anderson een geestdriftig gehoor op haar concerttournée. Een gelukkig toeval wilde, dat ik haar te Haifa trof in de lobby van een der grootste moderne hotels. Al sprekende over haar Is raëlische ervaringen, liet zij zich vol lof over het philharmonisch orkest van Tel Aviv uit. Dank baar toonde zij zich voor de wijze, waarop het publiek haar had ont vangen. Wat het land zelf betrof, stak zij haar enthousiasme ook niet onder stoelen of banken. Ze vertelde mij, dat zij juist nog even haar vriendin mevrouw Eleanore Roosevelt had ontmoet, voor deze Israel verliet na er enige weken te hebben rondgetrokken. „Genie ten, genieten en nog eens genie ten, dat zal je er!" had deze haar verzekerd en Marian Anderson kon thans beamen, dat hiermee geen woord te veel was gezegd. hierboven genoemde delegatie een avond doorgebracht. „Gelukkig waren we nog juist op tijd ge waarschuwd", zo vernam ik van de vrouw des huizes, „dat Wouk, wat ge overigens misschien niet zoudt verwachten, niet alleen een Jood is, maar bovendien orthodox, zodat ik er nog vlug voor heb kunnen zorgen, dat de maaltijd volgens de godsdienstige voor schriften werd bereid." Terloops stip ik hier aan, dat in meerder heid de Israëliërs geen rituële huishouding voeren, namelijk, niet-orthodox zijn. Met de meeste van de grote hótels is het daaren tegen aldus gesteld, dat daar het eten wel „kosjer" is. Voor Wouk bleek intussen zijn orthodoxe ge loofsovertuiging geen beletsel te vormen om met ^veel van het Kingsley-rapport te kunnen in- stenjpien. Mijn gastvrouw vertel de me namelijk, welk een zeld zaam levendige, in menig opzicht tevens ook geestige gedachtenwis- seling er naar aanleiding van dat rapport en in het algemeen over sexuele vraagstukken met en tus- hen haar Amerikaanse bezoekers had plaats gehad. TERWIJL WE nog stonden te praten over Wouk's Jood-zijn en een mogelijk daarvan in „Muiterij op de Caine" terug te vinden spoor de wijze waarop hij de Joodse advocaat in het proces ten tonele heeft gebracht kwam er een bezoeker binnen, die het gesprek van de litteratuur op de muziek deed overgaan. Paul Kletzki, de gastdirigent van het Israëlisch Philharmonisch Orkest, voegde zich bij ons groepje. Hij kreeg heel wat loftuitingen over het jongste door hem geleide concert te horen. Hierop reageerde hij op sympathieke, bescheiden manier. Zelf noemde hij zijn taak allesbe halve licht. Na Huberman, Tos- canini en Bernstein leider van het oi;kest te zijn was wel verre van gemakkelijk. „Je moet met zulke voorgangers wel tegenvallen." Met zekere spanning bleek Kletzki de weldra door het orkest te onder nemen Europese tournée tegemoet te zien. Zelf tfad hij voor een der gelijke opzet met warmte bij mi nister Sharet gepleit. „Wij moe ten immers nog tonen de toets van de critiek te kunnen doorstaan. In dit land heeft het orkest geen con current en daarom is het bijzon der leerzaam om elders in verge lijking met andere orkesten be oordeeld te worden. Zeker, er is ook de Amerikaanse^ tournée ge weest, maar daar, met name in New York, was de zaal met een bij voorbaat al sympathiek ge stemd, overwegend Joods gehoor gevuld. Thans gaan we naar lan den, waar dat, door allerlei facto ren, niet het geval zal zijn. Bij wijze van opvoedend element van waarde kan hierin het grote nut gelegen zijn, dat het orkest met deskundige vergelijkende critiek te maken krijgt". Voor hij afscheid nam, omdat zijn werk hem weer riep, bracht Kletzki zijn grote bewondering voor het Concertgebouworkest tot uiting Tevens verklaarde hij het op grote prijs te stellen, dat hij ter gelegenheid van Israel's eer ste „muzikale vlagvertoon" in Ne derland, met het Philharmonisch Orkest in het Holland Festival zal optreden. Dr. E. VAN RAALTE Mevrouw Roosevelt en Marian Anderson vriendinnen HET GOEDE gesternte, dat een 7 journalist soms bijzondere dien sten kan bewijzen, bracht me in een zeldzaam mooi aan de zee gelegen hotel te Herzlya met een andere bekende Amerikaan, de schrijver Herman Wouk, in aan raking. Vergezeld door zijn vrouw maakte de auteur van „Muiterij op de Caine" met de democrati sche gouverneur van Michigan, G. Mennen Williams, de MethodiS- tenbisschop Tippet uit San Fran cisco en de geschiedkundige dr. Commager, professor aan de uni versiteit van Columbia, deel uit van een afvaardiging van de Ame rikaanse Vereniging van vrienden van Israel. Jammer genoeg werd het met Wou begonnen praatje over de door hem door het land te onder nemen tocht en natuurlijk over zijn ook in ons land zo'n groot succes geoogst hebbende boek en gelijknamige toneelstuk onder broken, doordat hij met zijn reis genoten naar Haifa moest ver trekken. Toch kreeg ik kort daar na nog enige merkwaardigheden omtrent hem te horen. Op een cocktailparty in de met bijzondere smaak ingerichte woning van een der vooraanstaande industriëlen wiens bibliotheek alleen al het duidelijke bewijs opleverde, dat in dit gastvrije huis, centrum van internationaal en geestelijk ver keer, oprechte belangstelling voor de culturele dingen des levens geenszins jn het gedrang was ge raakt doordat zijn werkkring de gastheer noopt gedurende een groot deel van zijn tijd aan mate riële aangelegenheden aandacht te wijden toonde hij me vol trots de pas in zijn exemplaar van „Muiterij op de Caine" door Wouk geplaatste opdracht met handteke ning. De schrijver had er met de Van 17 tot 20 Mei worden in Saarbrücken enige Frans-Duitse muziekdagen gehouden. Op Dins dagavond 17 Mei wordt de reeks concerten in de feestzaal van het stadhuis van de Saarlandse hoofd stad met een uitvoering door het Saarlandse kamerorkest onder lei ding van Karl Ristcnpart geopend. Dr. J. Melkman heeft een Nederlandse vertaling gemaakt van het boek „Het Joodse volk" door Rufus Learsi, die bij J. M. Meulenhoff in Amsterdam is verschenen. Uit de ondertitel „Van de verwoesting van Jerusalem tot onze dagen" blijkt al, dat natuurlijk grote aandacht is besteed aan de gruwelijkste perioden uit de geschiedenis van het volk Israel, maar ook andere hoofdstukken uit de geschiedenis van de diaspora zijn er met de religieuze en historische achtergronden uitvoerig in behan deld. Op dit buitengewoon belangwekkende boek komen wij nog uitvoeriger terug. Thans volstaan wij met deze aankondiging en een reproductie van een der illustraties, die aan de Neder landse editie zijn toegevoegd. Commentaar is daarbij overbodig. Opgemerkt moet nog worden dat de vertaler bij de oorspronke lijke tekst een aantal bladzijden over de lotgevallen van de Joden in Nederland heeft aangesloten. HAARLEM heeft weer een pri meur! Op 25 Mei 1955 heeft voor de eerste keer in Nederland een „Concours du Disque Francais" plaats. Een zestal Franse chan- Nonnières is verzocht haar goed keuring te hechten aan de mede dinging naar de Prix Teisterhant. waarbij de winnares niet alleen het diploma 1955 wordt toege kend, maar bovendien een waar devol schildery. Het bijzondere van het concours is, dat de vedet tes zelf hebben bepaald, welke drie gramofoonplaten zjj op de bewuste avond onder de gewelven van de sociëteit gedraaid willen hebben. Het aanwezige publiek, hestuande uit leden en genodig den, wordt geacht behalve kunst minnend ook kunstzinnig te zijn en zal daarom als jury optreden door het invullen van stembiljet ten. Elke voorgespeelde plaat zal een waarderingscijfer (van 1 tot 10) krygen. De volgorde waarin «Ie schijven worden gespeeld wordt door het lot bepaald. De stem ming is uiteraard geheim en een integere commissie zal de toege kende punten tellen. De chanteu se, die het hoogste nantal punten behaalt, Is de winnares 1955. De uitverkorenen zjjn: Cathérlne San- vage, Mlck Micheyl, l'atacbou, Edith Piaf, Nicole Louvier en Ju liette (Jr^co. IN DE voorbereiding is heel wat tijd gaan zitten. En de eerste moeilijkheden rezen reeds, toen ik met Cathérine Sauvage het plan besprak. Zij vond het een voor treffelijk idéé omdat „geld niet zo aantrekkelijk is als een goed schil derij". Op mjjn vraag of zij bereid was een eventuele prijs in Haar lem In ontvangst te komen ne men, zei ze: „Dat doe ik zeker, als ik het met mijn verplichtingen tot optreden in Frankrijk regelen kan". Zij bepaalde zonder aarze len haar keusen toen begon nen de wolken zich aan de tot dan zo blauwe hemel af te teke nen. Er waren twee platen bij, die nog niet in Holland in omloop wa ren. Maar Cathérine is een „Phi- lips"-artistc en deze firma heeft met bekwame spoed die platen op de markt gebracht! Daarmede waren deze en vele volgende moei lijkheden van de baan. Want ook de daarna gevraagden kwamen met aanwijzingen van platen, die voor Nederland nog onbekende waren. Maar ook de andere maat schappijen: Pathé, Columbia en Omega, schoven op dezelfde vlot te en charmante wijze de bezwa ren terzijde. De namen van de uit te voeren chansons wil ik niet noemen. Het is namelijk zó dat de uitvoeren den van elkaar niet mogen weten welke nummers gekozen zijn. Ik kan echter verzekeren, dat de keuze in overeenstemming is met de artistieke faam van de chan- sonnières. Maar...... verrassingen waren er ook voor mij bij. Er zijn zelfs platen gekozen, waarvan de eerste exemplaren pas omstreeks 15 Mei de Franse fabrieken ver laten. Dié platen worden ons on middellijk toegezonden. Patachou was enthousiast: zij houdt van goede kunstvoorwer pen en heeft, om een redelijke kans op het winnen van een prjjs te houden, met zorg haar keus bepaald. Edith Piaf is een uitste kende zakenvrouw: zij interview de mij, in plaats van Ik hdAr en trachtte aan de weet te komen naar welke chansons de voorkeur van het Nederlandse publiek uit gaat. Ik heb menig benauwende minuut beleefd in mijn pogingen om neutraal te blijven. Nicole Louvier, die zich specialiseert in tere, amoureuze liedjes, lachte flauwtjes en meende in zo'n illus ter gezelschap weinig kans te hebben. Dat heb ik met alle op rechtheid tegengesproken. Juliet te Gréco is van vrolijke aard. Zij polste mij ook a 1 omtrent het soort chansons dat bij die „schijn baar koele Hollanders" geliefd is. Haar idéé om het Wilhelmus in het Frans te zingen leek mij wei nig geslaagd. Mick Micheyl, zelf een meer dan middelmatige schil deres en tckenares, zal ik deze week ontmoeten, maar Maurice Tézé een van de artistieke direc teuren van Pathé Marconi, heeft reeds overleg met haar gepleegd. Overigens raakten Franse ex perts over ons plan zo in vuur dat er laaiende discussies ontstonden over de gekozen chanteuses. Waarom deze zes wel en niet een Jacqueline Francois, Germaine Montero, Denise Denoit, Renée Lebas, Marjane en nog enkele an- pderen? Toen wjj het tenslotte eens waren, werd „de Grote Man" van het chanson, Pierre Barlatier, erby gehaald. En daarmee was de belangstelling van de Franse pers ontketend. Er werd gewikt en ge wogen over de nummers, over de techniek van de opname, over de weergeving en de acoustiek. Dezelfde geanimeerde gesprek ken had ik ook by Philips in Pa rijs te verwerken. De experts Bouyer en De Nouillat ratelden in schijnbare opwindingen hun meningen tegen elkaar in, maar konden zich tenslotte toch vereni gen met de keuze van hun artis- ten. Wat wy als een experiment beschouwen is voor de Franse vaklieden een hoogst ernstige kwestie. En overal kwam de vraag: „Wanneer is het concours voor mannenstemmen?" En ver volgens: „Wy kunnen er toch op rekenen dat onze artisten worden ingeleid en toegelicht?" Nou, die eerste vraag liet ik maar onder de tafel glijden, om dat ik op de tweede kon antwoor den: „Ja en nog wel volkomen objectief!" B LEVI

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 16