Vüihaêg, Agenda voor Haarlem BnTMsBilonet NUT Dwingende eisen Kamerlid Fens secre taris-generaal van NAV O-parlement 3 Stoffelijk overschot van piloot gevonden Drieling geboren in Bergen op Zoom Eerste Kamer over de wijziging van de Zondagswet Premie-spaarregeling voor ambtenaren Debromfiets die't'm levert! Examens Humanitas in 1954 Landbouwvoorlichtings- raaïï in Noordholland Burgemeester mr. Cremers in IJmuiden teruggekeerd DONDERDAG 21 JULI 1955 Ofschoon in het internationale gesprefcs- centrum, dat Genève op het ogenblik vormt, over belangrijke wereldpolitieke vraagstuk ken beslist wordt zonder dat daarbij de kleine landen enige invloed op de gang van zaken is gegund, zullen de eventuele gevol gen van deze verwachte beslissingen van grote betekenis kunnen zijn voor de huis houdingen dezer kleine landen, evenals voor die van de grote mogendheden. Terwijl de consequenties van bijvoorbeeld een vermin dering der bewapening onberekenbare moei lijkheden zullen meebrengen voor de struc tuur der landen die hun wapenindustrie tot factor van wezenlijke economische beteke nis hebben gemaakt, zal een land als Ne derland veel minder complicaties in deze sector ontmoeten, doch niettemin ook ge confronteerd worden met de vraag, in welk opzicht zijn economische positie kan wor den aangepast aan de nieuwe toestand. De nieuwe toestand zo die zal ontstaan in de mate, waarin men hem verhoopt. Want er zijn grote veranderingen mogelijk, wanneer grote besluiten woi-den genomen, doch er is al reeds een zekerheid van klei nere veranderingen. Zo zal ongetwijfeld de handel met Oost-Europa toenemen, waarbij Nederland niet alleen als verbruiker, maar ook als transito-station grote belangen heeft. Er is echter een ander onderwerp, dat voor Nederland nog meer van belang is. Een vermindering der bewapening zal zon der twijfel ook in Nederland aan de begro tingen van Defensie te merken moeten zijn, al wordt het financiële voordeel daarvan gedeeltelijk opgeslokt door internationale afspraken voor hulp aan onontwikkelde ge bieden. Een verlichting van de druk op de belastingbetaler zal er wel niet bij over schieten, ook al omdat de welvaartspolitiek der huidige regering niet in die richting neigt. Er is echter ook nog heel wat te doen in Nederland, waarvoor enorme be dragen nodig zijn, Een overheveling van middelen van Defensie naar Volkshuisves ting en verkeer lijkt bijvoorbeeld het meest voor de hand liggend. Een dergelijke ver plaatsing van uitgaven spreekt misschien ook nog meer de verlangens van het pu bliek aan dan een belastingverlaging. Want volkshuisvesting en verkeersveiligheid zijn momenteel zonder twijfel onderwerpen, waarmee het welvaartsidee veel meer ge moeid is en die direct te maken hebben met het „geluk des volks". Huizenbouw en verbetering der verkeers wegen zijn twee aangelegenheden, die nij pender en dwingender dan wat ook de ern stige aandacht van de regering eisen. On veiligheid op de weg en gebrek aan wonin gen ondermijnen het algemeen welzijn ster ker en funester dan men zich wenst te rea liseren. Beide zijn door geld maar dan veel geld voor een deel te liquideren. Er zijn drastische plannen op beider gebied mogelijk, die zeer kostbaar zijn doch we zenlijke verlichting beloven. Zij zijn beide voor Nederland speciaal van zo eminent belang omdat zij eenzelfde factor van com plicatie hebben: het gebrek aan ruimte in ons land in verband met de wassende be volking. Statistieken geven de somberste voorspellingen voor de komende jaren. De volkswelvaart als men die verstaat in bredere zin dan alleen naar het inkomen hangt ten nauwste samen met de mogelijk heid om een eigen woonruimte te hebben en zich veilig over straat te begeven. Deze twee problemen moeten met spoed en met verbeeldingskracht worden opgelost. Zij zijn oplosbaar, als men ze durft te zien in de gestalte die zij in luttele jaren zullen aannemen en zijn maatregelen naar ver houding daarvan regelt. Als men in Genève tot de conclusie komt, dat straaljagers onnutte instrumenten zijn geworden, moet men in Nederland niet ver geten dat woonhuizen en veilige wegen hun onmisbaarheid meer dan ooit op dit mo ment door hun afwezigheid demonstreren J. L. ADVERTENTIE CHOCOLADE... Het straaljagerongeluk bij Leiden De Woensdag bij Leiden neergestorte straaljager blijkt een Thunderjet te zijn, die voor de Koninklijke Luchtmacht was gerevideerd door Avio Diepen op Ypen- burg. De verongelukte piloot van de Thunder jet is de 32-jarige invlieger van Fokker H. M. J. Receveur uit Amsterdam. Hij was pas sinds kort bij Fokker en woonde tot voor kort in Uden. Hij was gehuwd. Zijn stoffelijk overschot is gevonden bij Zoetermeer. De schietstoel is ca. 200 meter van de plaats van het wrak aangetroffen. De parachute nog een aantal meters ver der. Het Nederlandse Kamerlid J. J. Fens (K.V.P.) is benoemd tot secretaris-generaal van de conferentie van parlementsleden uit de landen van de NAVO, die deze week in Parijs wordt gehouden. Johannes Josephus Fens, geboren 4 De cember 1900, sinds 1949 lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, is lid van de defensie-commissie van deze Kamer. Hij heeft de rang van luitenant-kolonel der artillerie en was algemeen hoofd van on derwijs aan de Koninklijke Militaire Aca demie te Breda. Hij is lid van de commissie voor Buitenlandse Zaken van de Katho lieke Volks Partij en plaatsvervangend lid van de raadgevende vergadering van de Raad van Europa. In December 1930 ging hij als adjudant van gouverneur Van Slobbe naar Curagao. Aldaar was hij tevens opzichter en leider van de inlichtingendienst (politiek) voor Centraal- en Zuid-Amerika. In April 1936 kwam hij terug in Nederland en werd leraar aan de school voor reserve-officieren der onbereden artillerie te Utrecht. Op 1 December 1938 werd hij bevorderd tot kapitein en als zodanig belast met de opleidingen bij het regiment kustartillerie. In Juni 1939 werd hij kapitein-adjudant bij genoemd regiment. Gedurende de mobili satie 1939-1940 was hij werkzaam bij de stafkwartieren van Westfront en Zuidfront Vesting Holland. In Mei 1942 werd hij krijgsgevangen ge maakt. Na terugkeer in 1945 ging hij naar Engeland voor het volgen van verschillende cursussen. In Mei 1946 belastte men hem als hoofdinstructeur met de herscholing van de officieren en onderofficieren der ar tillerie. In September 1946 werd hij eerste commandant van de kaderschool pantser- doel-artillerie en in December van hetzelf de jaar commandant van de school voor reserve-officieren der artillerie te Breda. In Februari 1948 werd hij gedetacheerd bij de sectie G 5 (opleidingen) van het hoofd kwartier van de Generale Staf ter voor bereiding van het onderwijs aan de weder op te richten Koninklijke Academie te Breda. In het algemeen Burger Gasthuis te Bergen op Zoom is Woensdagmiddag een drieling geboren, waarmee het gezin van de sergeant-majoor van de L. S. K. Veu- geler-Hillebrandt, wonende aan de Pastoor van Roessellaan te Hoogerheide, werd ver meerderd. Het zijn drie jongens, Petrus, Hendrikus en Hubertus, respectievelijk 5, 4 en 3 pond wegend. Moeder en kinderen maken het uitstekend. Het gezin telde reeds twee kinderen, een jongen en een meisje. In het Voorlopig Verslag der Eerste Ka mer over het wetsontwerp tot wijziging van de Zondagswet betogen vele leden dat reeds kort na de inwerkingtreding van de Zondagswet is gebleken, dat hier sprake is geweest van een minder gelukkig voor beeld van overleg tussen regering en Sta ten-Generaal. Zij achtten het een in toe nemende mate voorkomend euvel, dat de regering bij gemis aan legislatieve capaci teit er te lichtvaardig op vertrouwt, dat door de interpretatie van nieuwe be palingen door de organen van de justitie en rechterlijke macht een oplos sing voor eventuele moeilijkheden wordt verkregen. Deze leden achtten het systeem volgens hetwelk de wetgever zijn verant woordelijkheid te zeer afwentelt op de rechterlijke macht, weinig gelukkig. Het was deze leden niet duidelijk, waar om de minister van Binnenlandse Zaken geen bedenkingen heeft tegen een verrui ming van de werkingssfeer der wet voor de toekomst, voor zover het godsdienstige uitingen betreft, en waarom er bij hem wel overwegend bezwaar bestaat, voor zo ver het alle uiUngen van volkscultuur aangaat. Naar het hun voorkwam, heeft deze gang van zaken de verdraagzaam heid, waarvan het oorspronkelijke com promis ter zake blijk gaf, ernstig ge schaad. Sommige leden verklaarden, met ge mengde gevoelens kennis te hebben geno men van de wijze, waarop de minister door het aanhangig maken van dit ontwerp zich heeft beijverd om tegemoet te komen aan de bezwaren, welke de toepassing van de Zondagswet in het Zuiden des lands heeft ontmoet. Zij spraken de hoop uit dat de minister, wanneer de uitvoering van andere wetten belemmeringen zou ont moeten en zij doelden hierbij op de nieuwe Begrafeniswet op even vlotte wijze zou trachten zich daarbij voordoen de bezwaren weg te nemen. Het kabinet heeft in beginsel zijn standpunt bepaald ten gunste van de invoering van een premie-spaarrege ling voor ambtenaren, welke regeling de strekking heeft de persoonlijke be zitsvorming te bevorderen. Deze aan gelegenheid zal binnenkort om advies worden voorgelegd aan de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken. Dit heeft de mi nister voor Publiekrechtelijke Bedrijfs organisatie medegedeeld in antwoord op vragen van het Tweede Kamerlid de heer De Kort. Het advies van de Sociale Verzekerings raad inzake de vrijstelling van sociale verzekeringspremies en van de vereve ningsheffing over werkgeversbijdragen ten behoeve van bouw- en spaarfondsen van werknemers is ontvangen. De rege ring heeft besloten te bevorderen, dat bij dragen van werkgevers in bouwfondsen binnen bepaalde grenzen worden vrijge steld van sociale verzekeringspremies, van de vereveningsheffing en van de loon- en inkomstenbelasting. De vrijstellingen wor den niet wenselijk geacht ten aanzien van de bijdragen van werkgevers in spaar fondsen, die geen bouwfondsen zijn. Tegen deze vrijstelling bestaat het bij zondere bezwaar, dat zij uit een oogpunt van rechtvaardige lastenverdeling moeilijk in te passen is in het fiscale stelsel van de belastingen naar het inkomen, waarbij alle inkomsten, ongeacht haar bestem ming, naar een progressier tarief worden belast. De bevordering van het eigenwo- ningbezit neemt echter in andere opzich ten in hetoverheidsbeleid een bijzondere plaats in. Bij de bouwspaarfondsen gaat het bovendien om een der meest karakter istieke vormen van op bezitsvorming ge richt bestemmingssparen. ADVERTENTIE PASTILLES DONDERDAG 21 JULI Rembrandt: „De aanslag op Hitier", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Studio: „Gek op man nen", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: „Lach en vergeet", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Lido: „Caroussel" en „Dit gebeurde op 20 Juli 1944", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Three for the show", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Roxy: „De verlaten wigwam", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Minerva: „The quiet man", 14 jaar, 8.15 uur. Cinema Palace: „Rear Window", 2de week, 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Vleeshal, Grote IV t: Tentoonstelling „Madame", van 10 tot 17.30 uur. Wagenweg: „Grand Cirque Internationale", Kindervoor stelling, 3 uur. Avondvoorstelling, 8 uur. Gebouw Immanuel, Nieuwe Kruisstraat, 8 uur. Zweeds kwintet speelt en zingt. Con certgebouw: Tentoonstelling „In Zuivel- land", van 10 tot 12, van 14 tot 17 en van 19 tot 22 uur. VRIJDAG 22 JULI Studio: Vacantieprogramma, 10.30 uur en „Meneer Hulot met vacanitie", alle leeft., 2.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: Montague's jeugd- variété, 10.30 uur en „Bedrogen echtgenoot", 18 jaar, 2, 7 en 9.15 uur. Lido: „Ik ben er kapot van", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Prince of Pirates", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Ruiters van de nacht", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Three coins in the fountain", alle leeft., 2.30 en 8.15 uur. Cinema Palace: Vacantie programma, 10.30 uur en „Young at heart", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „De zoon van Lassie", alle leeft.,, 11 uur en „The great adventure", alle leeft.,, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Vleeshal, Grote Markt: Tentoonstelling „Madame" van 10 tot 17.30 uur. Concertgebouw: Tentoonstelling „In Zuivelland" van 10 tot 12, van 14 tot 17 en van 19 tot 22 uur. ADVERTENTIE 10.000 km. non- siop-lesl glansrijk doorslaan Haarlem. Hoofdakte-examen. Geslaagd voor de gehele akte: J. H. F. Mühren te Alk maar; mej. D. Wessel te Leiden; Th. Oud- kerk Pool te Zaandam; A. de Groot te Den Helder; mej. C. J. A. Metselaar te Sassen- heim; B. F. J. Brilman te Rijswijk. Voor gedeelte A: C. J. Eijgenhuijsen te Amsterdam Voor gedeelte B: KI. Groot te Amsterdam; J. A. Rondeel te Badhoevedorp; S. G. v. Gageldonck te Lisse; A. Beurmanjer te Am sterdam; F. Bakker te Zaandijk; M. P. Dam man te Amsterdam; P. H. Bon te Amsterdam; C. J. van Dijk te De Lier; P. Dijkstra te Haarlem. Voor het Mulo-examen, diploma A, slaag den op 20 Juli R. Florentiinus, G. L. Francken, N. van Andel, C. Groot, W. T. Fortuin, G. H. F. Reemeyer, M. Souverein, H. Jelte, A. Mulder, H. Broekman, L. Jonkman, E. T. Vos, P. C. Kooy uit Haarlem, C. W. v. d. Plas, J. Visser, R. W. Venema, J. M. Wijn belt uit IJmuiden, C. H. M. Mackaaij, M. A. Mackaaij uit Driehuis, M. G. van Wa- veren uit Lisse, A. v. d. Pligt, H. J. Jurrjens, H. Koopman, E. R. Kleen, L. Muusze uit tenbarg uit Zandvoort, W. L. Bos uit Am- Heemstede, M. J. L. A. Kuijper, I. A. Lig- sterdam, T. E. van Westenbrugge uit Velsen, I. Stephan, M. J. Duijn en D. Capaan uit Beverwijk. Tien candidaten werden afgewezen. Voor het examen Engels M.O.-A slaagde de heer J. Th. Unger te Haarlem. Uit haar jaarverslag over 1954 blijkt dat het ledental van de Vereniging voor Maat schappelijk werk op Humanistische Grond slag „Humanitas" in vier jaar bijna ver dubbeld is. In 1954 is het ledental toegeno men met 1279, het bedroeg daardoor op 31 December 1954 ruim 8900. Humanitas telde eind vorig jaar 64 afdelingen. De activiteiten van Humanitas ten aan zien van de kinderbescherming omvatten het toezicht op minderjarigen, voogdij werkzaamheden en inrichtingswerkzaam heden. Op 31 December 1954 oefende Hu manitas over 33 pupillen voogdij uit. Het kindertehuis „Ellinchem" van de vereni ging, dat een capaciteit heeft van 39 kin deren, was doorgaans door 37 kinderen bezet. In Hengelo werd door de vereniging een bejaardencomplex van 78 woningen gesticht. Er is een verheugende ken tering te constateren in de aard van het wedstrijdwezen, nu eindelijk het begrip is doorgebroken dat het geen zin heeft, prestaties door kracht meting op te voeren als die prestaties geen nuttig doel dienen. Het heeft lang geduurd voordat men dit besefte. Ja renlang heeft het publiek in de waan geleefd, dat er iets verdienstelijks zat in het feit dat een aantal lieden te voet, te paard, per fiets of per auto elkander de loef trachtte af te steken in het zo snel mogelijk bereiken van een eindstreep, nadat zij tegelijk op een aan- vangsstreep waren begonnen. Men heeft er uren voor in een warme zon gestaan tussen duizenden men heeft er zijn keel voor hees geschreeuwd en met nationale vlaggetjes gezwaaid. Men heeft er grof geld voor over gehad en hui selijke ruzies getrotseerd. Maar nu is men tenslotte tot de con clusie gekomen, dat al dat ge schreeuw en gezwaai een nut teloze energieverspilling is ge weest, aangezien men er geen steek wijzer van is geworden. Vandaar de kentering. Lang zamerhand schakelt men nu over. De nutteloze hardrij- loop-vlieg- en ren wedstrijden raken uit de mode en daar voor in de plaats worden ri valen tegenover elkander ge steld, wier prestaties de maat schappij verrijken: men gaat wedstrijden organiseren tus sen beoefenaars van nuttige ambachten, waarbij de resul taten onmiddellijk hun nut voor de samenleving afwer pen. In Rotterdam is men het eerst op dit lumineuze idee gekomen, en men heeft daar al dadelijk een uitstekende keuze gedaan: stratenmakers en metselaars zijn tegen elkaar in het strijdperk getreden en hebben met razendsnel straten- leggen en metselen het pu bliek tot geestdrift gebracht. Men kan nu verwachten, dat spoedig een volledige sportcompetitie van timmer lieden, smeden, tuinaanleggers, rijwielreparateurs, leidekkers, typografen, horlogemakers, bankwerkers, schilders en an dere vakmensen de plaats zal innemen van de verouderde, nutteloze voetbal-, athlethiek-, wieier- en autowedstrijden, waarbij erop kan worden ge rekend dat de massa der sta dionbezoekers zich gedwee zal laten overschakelen en even veel enthousiasme en entree geld zal opbrengen voor deze nieuwe vorm van record jacht als zij vroeger voor de zinloze en improductieve spelkampen over had. Waarom ook niet? De spanning behoeft er niet onder te lijden. De zucht naar sensatie kan evenzeer bevre digd worden. Tenslotte gaat men naar een voetbalwed strijd omdat men een afleiding nodig heeft, en daarbij in stil te de hoop koestert dat er iets geweldigs zal gebeuren. Er gebeurt nooit iets gewel digs, al proberen sommige Maandagochtendbladen dat te suggereren. Zij spreken wel van „duels op leven en dood", en van „wanhopige en verbe ten veldslagen", maar tenslot te was het toch altijd maar gewoon voetbal. De keeper die „driemaal in het zand moest bijten en als een geslagen man het veld verliet" was enikel een gewone jongeman die blij A was dat hij naar zijn meisje kon en de drie goals tien mi nuten na de wedstrijd volko men vergeten was. En de „grote Theo, die als een ka nonskogel door de vijandelijke defensie brak en een schot als een ontploffing loste dat de lat bijna deed breken" deed eigenlijk niets anders dan op een holletje naar het doel der tegenpartij sukkelen, terwijl hij het geluk had dat niemand hem, vanwege de hitte, in de weg kwam lopen. Op deze ma nier kan men van alles een sensatie en een spektakel ma ken. Als dat een factor voor de aantrekkelijkheid van sport wedstrijden is, dan is het een factor achteraf, die alleen maar dient om de toeschou wers weer naar de volgende wedstrijd te lokken met nieu we hoop. Wij geven thans het oogge tuige-verslag van de straten makerswedstrijd te Rotterdam en wij tarten een ieder, aan te tonen dat de ware wedstrijd- liefhebber niet evengoed naar dergelijke evenementen kan gaan kijken als naar welke andere verouderde, nutteloze krachtmeting ook. „Er staat een strakke bries dwars over het veld, waarvan het heldergele zand door een gouden zon wordt overgoten. Óp de tribunes aan weerszij den van de straat wemelt het van bonte kleuren. Men ziet er veel Rotterdamse stads- vlaggetjes, doch ook de Zeeuw se en Groningse kleuren ont breken niet en zelfs Belgische emblemen worden omhoogge stoken. Als de scheidsrechter het terrein betreedt, valt er even een doodse stilte, die vlak daarop verbroken wordt door een oorverdovend geloei: zes rivalen komen het veld op, vertegenwoordigers van vier Nederlandse en twee Belgi sche steden, gestoken in vro lijk gekleurde shirts en dito broeken. Zij zijn allen voor zien van de bekende leren knielappen en dragen hun ty pische stratenmakerswerktuig half schoffel, half hamer trots in de rechterhand. Het geloei verstomt, als de rivalen met een lenige bewe ging neerknielen bij hun hoop je klinkers. Hun oog is gericht op een punt in de verte, waar straks een van hen als triom fator de eindstreep zal over schrijden. De scheidsrechter fluit, kort, doelbewust. En dan begint het. Het is een razend snel spel van bewegingen, dat nauwelijks met het blote oog te volgen is. De filmcamera's snorren. De klinkers, door de medeklinkers aangereikt eigenlijk heten deze helpers handlangers vliegen in kor te bogen van hand naar grond, het werktuig schoffelt en stampt als de bliksem zo snel. Arie uit Bergen-op-Zoom neemt al dadelijk een adem benemende voorsprong. Zijn klinkers komen er soepeler en vastberadener uit. De stugge Piet uit Rijswijk echter, sprin tend in een geheel eigen stijl, zit hem vlak op de hielen en het lijkt alsof zijn uithoudings vermogen het op den duur zal winnen van de luchtige, doch bewegelijker en daardoor uit puttender methode van Arie. Maar ook Dirk uit Brasschaet komt opzetten. Hij houdt in het begin wat in, om dan met klinkende roffel van klinkers en schoffel alles te geven wat er in hem zit. En dat is heel wat. Jammer genoeg heeft Hein uit Schin-op-Geul al da delijk met bandenpech te kam pen. Zijn bretels begeven het namelijk en dat kost hem en kele schier onbetaalbare se conden. Freek uit Groningen vliegt uit de verraderlijke bocht en legt een gans zijpad voordat hij het merkt. Dat schakelt hem uit. De finish nadert. Of liever, de kampioenen naderen de fi nish. Arie slaat met twee, drie klinkers tegelijk een gat in het moreel van zijn tegen standers. Volkomen leeggelegd vertraagd Piet zijn tempo, doch volgt, als het ware op zijn zenuwen, de voorman. Arie heeft nog een goede re serve voor de laatste tien me ter. De medeklinker kan het bijna niet bijhouden. De straat groeit uit Arie's handen als een bedsprei uit een breima chine. Het publiek raakt in extase. Met een laatste klinker stort Arie zich over de eind streep en valt in de armen van de Rotterdamse schone, die hem de overwinningskus geeft. Hij merkt het niet. Hij weet alleen dat hij gewonnen heeft. Drie minuten later komt Piet binnen. Een wanhopige .gesla gen man. Van de andere vier is nooit meer iets vernomen". Zo zou het kunnen. In ieder geval ligt er, na deze adembenemende wed strijd, een nieuwe straat in Rotterdam waarover men kan lopen en rijden. Eén volledige competitie van metselaars en de huizen- nood is voorbij. Wie heeft gemerkt dat er door al die sensationele voetbal- en hardloopwedstrij den ooit één steen op een an dere is gekomen? J. L. Installatie geschiedde door ir. Van der Plassche De directeur-generaal van de Landbouw, ir. A. W. van de Plassche heeft Woensdag middag in restaurant Brinkmann te Haar lem de leden van de Provinciale Land- bouwvoorlichtingsraad voor Noordholland geïnstalleerd in tegenwoordigheid van de Commissaris der Koningin in de provincie Noordholland dr. M. J. Prinsen. Hij werd ingeleid door dr. ir. C. Rietsema, Rijks- tuinbouwconsulent te Hoorn, die met het secretariaat van de raad is belast. In zijn toespraak herinnerde ir. Van der Plassche er aan, dat aan de installatie vele voorbesprekingen zijn voorafgegaan. Naar aanleiding van adviezen van de Stichting voor de Landbouw is de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening er toe overgegaan een landelijke raad en verder provinciale raden in te stellen. Spreker noemde dit besluit van groot be lang en sprak er zijn vreugde over uit, dat bij de installatie van de Noordhollandse raad de Commissaris der Koningin tegen woordig is. Ir. Van der Plassche besprak de betekenis van voorlichting en ging daarbij bijzonder na het belang van het landbouw-onderwijs. Dank zij het onder wijs is reeds veel bereikt, maar het is toch noodzakelijk er naar te streven, dat het onderwijs een nog hoger niveau bereikt, niet alleen voor de werkgevers, maar ook voor de werknemers. Nieuwe maatregelen kunnen worden verwacht en spreker ver wachtte dat die in het belang van het vak zullen zijn. Ook besprak ir. Van der Plas sche de wetenschappelijke studie, die van grote betekenis is. Vervolgens merkte hij op, dat de voorlichting reeds aan het einde van de vorige eeuw bestond. De land- en de tuinbouw maakten toen moeilijke tijden door en het werd van belang geacht voor lichting te verstrekken. Die voorlichting breidde zich in de loop der jaren uit en consulenten voor land- en tuinbouw wer den benoemd; later kwamen er ook con sulenten voor veeteelt en zuivel en na de bevrijding volgde er meer specialisatie, waarbij in het bijzonder cultuur-technische aangelegenheden de aandacht vroegen. Sprekende over de nieuwe taak van de provinciale voorlichtingsraden zeide spre ker, dat ze voortgekomen zijn uit het be drijfsleven. Hoewel er door ambtenaren veel gedaan wordt aan voorlichting werd het toch dienstig geacht tot instelling van raden over te gaan. De voorzitter van de landelijke raad is de directeur-generaal van de landbouw en de provinciale raden kiezen een voorzitter uit het bedrijfsleven. Het was voor de minister moeilijk richt lijnen aan te geven voor de aanstaande werkzaamheden van de raden. Dat zou be tekenen, dat de instellingen bij voorbaat aan banden worden gelegd. Nadat ir. Van der Plassche de leden had geïnstalleerd en ir. Rietsema woorden van dank had gesproken, maakten vertegen woordigers van landbouworganisaties van de gelegenheid gebruik woorden van ge lukwens te richten aan de raad en de beste wensen uit te spreken voor de toekomst. Verwelkomd door familieleden is burge meester mr. O. P. F. M. Cremers van morgen vroeg in IJmuiden teruggekeerd na een reis op zee. Vrijdagmiddag was hij aan boord gegaan van de logger „Huiberdina Gijsbertha (KW. 85) en Dinsdagmiddag is hij overgestapt op de „Thorina", om de terugreis te aanvaarden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 5