Cor Kee speelde Nederlandse
werken in de Grote Kerk
De schimmen
van het duister
„Clowntje Riek
Gouden huwelijksfeest
van echtpaar Kerkhoff
„30 x 1" geopend
in Huis Van Looy
Geen avondverkoop
tijdens Bloemenfeest
IVOROL: De Tandpasta van standing
Militairen lieten
arrestant vluchten
Weer een bromfietser
dodelijk verongelukt
Telefoonposten op
Afsluitdijk gereed
4
Vruchtencaramels in
handige verpakking!
product!
Examens
G. Kerkhoff eertijds
bekend leraar en criticus
Hond in auto opgesloten
R.K. Kerkmusici hielden
jaarvergadering in
Haarlem en Bloemendaal
Sloper bedolven onder
vallend stuk schoorsteen
Fiets viel „uit de lucht"
Verzending van zeepost
Voor de kinderen
FEUILLETON
door Boilleau Narcejac
Vliegtuigwrak wordt
gelicht
George Robert in België
Kerkelijk Nieuws
Autobus uitgebrand
op Afsluitdijk
Jury's voor toekenning
van reisbeurzen
Jongen verdronken
Gratificaties bij rijksjubilea
DONDERDAG 28 JULI 1955
De organist Cor Kee uit Zaandam, vader
van de winnaar van de „Zilveren Tulp" in
de Haarlemse Improvisatiewedstrijd, de
Alkmaarse organist Piet Kee, verzorgde
Dinsdagavond de gemeentelijke orgelbe
speling in de Grote Kerk, die weer veel
belangstelling genoot. De heer Kee ver
tolkte een integraal Nederlands program
ma, beginnende met Preludium Pedaliter
van Sweelinck, waarbij hij rijkelijk van
mixturen gebruik maakte. Een sterk con
trast hiermee vormde Sweelincks Variatie
op het „Gebed des Heren".
Hoofdschotel van het programma was de
Toccata van J. A. Reinken die een jaar
organist was te Deventer en daarna, als
opvolger van zijn leraar Scheidemann, be
speler werd van het beroemde Schnitger-
orgel der Katharinakerk te Hamburg en
een der hoofdfiguren genoemd wordt van
de Noord-Duitse orgelkunst. Om hem te
horen heeft Bach enkele keren een voet
reis van Lüneburg naar Hamburg onder
nomen. Wat 't Nederlanderschap van Rein
ken betreft, dit is zeer betwistbaar. Hij
is zelfs in Duitsland geboren. Alleen het
feit, dat hij een der belangrijkste schakels
geweest is tussen Sweelinck en Bach en
dat zijn werk nog tal van invloeden van
de Amsterdamse meester verraad, pleit er
voor. De omvangrijke Toccata van Reinken
vijf in elkaar overgaande delen gaf
Kee gelegenheid zijn technische vaardig
heid te tonen en vooral een fijne zin voor
kleurige registratie aan de dag te leggen.
De organist verraste ons vervolgens met
de Vierde Suite van Rynoldus Popma van
Oenering, een Friese organist, die van 1692-
1782 leefde en van wie slechts, buiten een
psalmboek, een reeks van zes Suites voor
clavecymbel als composities bekend zijn.
Die Suites zijn pas naar een enig bekend
origineel exemplaar uit de Koninklijke
Bibliotheek te Brussel, herdrukt. In over
weging nemende dat Van Oevering amper
achttien jaar oud was toen deze suites van
hem gedrukt werden, mag het verwonder
lijk heten dat er niet meer van hem be
kend geworden is, want dit jeugdwerk ge
tuigt van een buitengewone aanleg. Het
is echter geen orgelmuziek, evenmin naar
de techniek als naar de geest. Maar wie
zal zeggen of de componist haar niet zelf
op zijn Müller-orgel te Leeuwarden zal
hebben gespeeld? Betreffende het profane
ADVERTENTIE
Voor de middenstandsexamen, die Dinsdag
in de Gemeentelijke Concertzaal te Haarlem
zijn gehouden zijn geslaagd de heren: G. H.
Grünfeld, A. S. Hoogendoorn, A. M. den
Haan, J. v. d. Horst, H. A. v. d. Ham en L.
Mulder v. d. Horst; L. T. van Hardenbroek,
Th. 't Hort, E. Harmsvan Santen, E. M.
Houniet; G. Heintzberger, Th. P. Huisman;
B. A. M. Heemskerk, S. C. van der Hulst,
C. A. L. M. Heemskerk, M. A. Huyboom, M.
C. Heemskerk, F. Hijkoop, E. P. M. Hendriks,
M. C. A. E. Ierschot, F. C. M. Hensgens, J. T.
Janmaat, Cl. E. HermusZandstra, A. Jan
sen; A. den Hertog, J. de Jong, M. Heuver,
M. A. F. de Jong, E. Hoedeman, C. Joosten,
J. Hoetmer, G. G. A. Jörndng, P. J. van 't
Hof, T. J. A. Keitz, M. van 't Hoog, A. G.
Keyer, J. G. van Hoogdalen, A. H. Klaassen
Schoos, C. T. J. Hoogeboom, M. A. Klin
kenberg, G. Kneppers, H. F. Lommerse, F.
A. G. Kok, L. E. van Loo, J. Koning, E. van
Loon, Joh. Koning, P. H. Lubbers, J.
Koornstra, A. C. Maerten, W. J. Koot, J.
Martens, J. Kooyman, J. J. v. d. Meer, J. F.
Korfage, N. J. H. Meiland, M. L. Koster, A.
M. A. Meyer, P. Koster, J. Meyer, T. A.
Kraak J. F. H. Meyer, C. J. M. Kraayvanger,
P. D. W. Meyer, G. J. Kroes, D. Middelkoop,
Th. Kroon, J. de Kroon. L. de Kroon, C. J.
Kroskinski, J. D. Paap, P. Kuykhoven, J. M.
Landman, J. M. Langenegger, J. H. H. Laa-
renssen, J. J. v. d. Leeden, M. van Lierop,
H. A. Logmans.
In totaal zijn Dinsdag 97 candidaten ge
ëxamineerd. Afgewezen werden 19 candi
daten.
karakter nam men het in die tijd ook al
zo nauw niet en zelfs de psalmen werden
toen rijkelijk met tierlantijntjes en krulle
tjes opgesierd en een handig organist
weet er altijd wel wat op te vinden
om de muziek voor zijn instrument aan
te passen en zelfs het effect ervan te ver
hogen door een kleurrijke registratie.
Zulks bewees nu ook Cor Kee met zijn
interpretatie van de Vierde Suite van Van
Oevering.
Na een goed geconstrueerde Fuga van
C. F. Hendriks een Nederlandse or
gelcomponist van de vorige generatie, die
zo wat vergeten geraakt is speelde Cor
Kee twee composities van hemzelf; een ef
fectrijk variatiewerk op „Merck toch hoe
sterck" en een ingetogen, sober maar zeer
poëtische parafrase op de „Lofzang van
Maria".
Met een en ander toonde de Zaandamse
organist zijn complete beheersing over
klavieren en registers.
JOS. DE KLERK
Op Woensdag 3 Augustus hopen de heer
G. Kerkhoff en mevrouw A. Kerkhotf-
Oomen, wonende aan de Oranjekade 3<
te Haarlem, de dag te herdenken waarop
zij vijftig jaar geleden in het huwelijk tra
den. „Een bijna veertig jarig verblijf xn de
Spaarnestad heeft Gerard Kerkhoff tot
Haarlemmer gemaakt, terwijl een werk
zaamheid van bijna twintig jaar daarvan,
als leraar aan de vroegere school voor
Kunstnijverheid aan de Dreef hem onder
de bekende inwoners van Haarlem deed
rangschikken, schreef de kunstcriticus J.
H. Bois in 1938 in het Haarlems Dagblad
naar aanleiding van een tentoonstelling
van portretten en tekeningen welke door
de heer Kerkhoff destijds in de oude Hoofd
wacht gehouden werd.
Dat is thans zeventien jaar geleden, maar
nog steeds zal de heer Kerkhoff voor velen
geen onbekende zijn. Op levendige wijze
vertelt de thans 82-jarige, hoe hij in 1901
zijn. intrede deed in Haarlem, waar hij
achttien jaar leraar was aan de Kunstnij
verheidsschool aan de Dreef en daarna een
vijftiental jaren tekenleraar aan de school
voor Mulo a, in de Jacobstraat. Tal van
leerlingen heeft hij in deze jaren onderwe
zen in tekenen en schilderen. Zelf heeft hij
altijd veel geschetst, getekend en geschil
derd en ook menige eerste prijs gewonnen
in een affiche-prijsvraag.
De heer Kerkhoff ontving zijn eerste
tekenopleiding op de Normaalschool te Am
sterdam, waarna hij zijn studies vervolgde
op de Academie's voor Beeldende Kunsten
te Amsterdam en te Rotterdam. Vervolgens
werd hij leraar aan de tekenschool te
Edam, maar niet voor lang, want in 1898
had hij de leiding van de tekenschool
„Hendrik de Keyzer" te Amsterdam. Drie
jaar later vestigde hij zich te Haarlem.
Gedurende een periode van twintig jaar
leverde- -de heer .dCerktioff -
voor de „Oprechte Haarlemsche Courant",-
waarbij hij in zijn besprekingen vgn de vaak
zeer uiteenlopende kunstuitingen, naar hij
zelf voorzichtig zegt, steeds getracht heeft
een juiste middenweg te houden. Voorts
was hij jarenlang secretaris van de ver
eniging „Kunst zij ons doel" en lid van ver
scheidene andere verenigingen en commis
sies. Uit zijn jonge jaren weet de oude heer
Kerkhoff nog tal van wetenswaardige bij
zonderheden te vertellen, verhaald hij over
een ontmoeting met de jonge Vincent van
Gogh te Amsterdam of de oudere Nicolaas
Beets die hij in zijn geboortestad Utrecht
vele malen gezien heeft.
Aan de wand van de zonnige serre hah-
geri enkele van zijn eigenaardige portret
tekeningen en uit enige gijote mappen komt
een kostelijke verzameling eigen werk, be
staande uit vele stadsgezichten, figuurteke
ningen, oorkonden, affiches en etsen. Doch
de heer Kerkhoff is niet een man die enkel
leeft in herinnering, zijn belangstelling voor
de tegenwoordige tijd is onverflauwd en
over de „eigentijdse" kunstvormen en ui
tingen wil hij nog wel gaarne een debat
beginnen.
De Zandvoortse gemeente-arts dokter J.
van der Meer hoorde op de Noordboulevard
uit een bij het tentenkamp geparkeerde
auto heftig hondengeblaf. Dichterbij geko
men, ontwaarde hij achter de geheel be
slagen en gesloten ramen een boxer, die
hevig tekeer ging en van benauwdheid
tegen de ramen sprong. De dokter waar
schuwde de politie, die per microfoon de
eigenaar opriep. Toen deze te lang weg
bleef en het beest het steeds benauwder
kreeg, heeft een agent een ruitje ingesla
gen, waarna het portier kon geopend wor
den en de hond de vrijheid tegemoet
sprong. Kort daarna kwam de eigenaar op
dagen, die verklaarde, langer bij zijn be
zoek te zijn opgehouden, dan hij aanvan
kelijk had gedacht. Proces-verbaal is op
gemaakt.
,,30 X 1". ontmoeting met de dichter
Anthonie Kok, luidt de titel van de zo-
mertentoonstelling, georganiseerd door de
gemeente Haarlem, met medewerking van
het Rijk, die in de komende weken in het
Huis Van Looy te Haarlem wordt gehou
den. Wij hebben reeds beschouwingen ge
geven over deze unieke verzameling. Kees
Verwey maakte dertig portretten van An
thonie Kok. Zij zijn enige tijd in het Stede
lijk Museum te Amsterdam geëxposeerd
geweest en 's Rijks Prentenkabinet heeft ze
aangekocht, zodat de verzameling volledig
behouden blijft.
Dinsdagavond waren velen bijeen geko
men om de officiële opening bij te wonen.
Nadat de heer H. P. Baard de gasten, onder
wie burgemeester mr. O. P. F/M. Cremers,
Kees Verwey en Anthonie Kok, had wel
kom geheten hield prof. dr. J. Q. van Reg-
teren Altena, directeur van 's Rijks Pren
tenkabinet te Amsterdam een inleidende
beschouwing. Hij merkte op, dat er tegen
woordig veel drukte gemaakt wordt over
hetgeen de kunstenaars presteren. Het hou
den van tentoonstellingen biedt daartoe
een goede gelegenheid. Vroeger was dat
anders. In Arti werd een voorjaars- en een
najaarstentoonstelling gehouden en dan
kreeg men voldoende inzicht van de pres
taties der kunstenaars. Het aantal kunst-
critieken bleef beperkt. Hierin is verande
ring gekomen; er worden overal regel
matig tentoonstellingen gehouden. Het is
te begrijpen, dat het maken van tochten
naar die exposities op desillusies kunnen
uitlopen, vooral als men een vex-gelij-
king trekt met hetgeen men in het buiten
land kan zien. Men wordt critischer. Ver
volgens gaf prof. v. Regteren Altena zijn vi
sie over 't werk van Kees Verwey ten aan
zien van het maken van portretten van An
thonie Kok en schetste hij de wijze, waar
op de schilder gearbeid heeft. Spreker ver
heugde zich er over, dat de schilderijen tot
in lengte van dagen bewaard zullen blijven
en een plaats zullen vinden in de moderne
afdeling van 's Rijks Prentenkabinet.
Kees Verhey richtte zich met woorden
van dank tot het gemeentebestuur van
Haarlem, dat de tentoonstelling voorbereid
heeft en tot de heer H. P. Baard, die hier
aan zijn medewerking heeft verleend. Na
dat hij nog gesproken had over de totstand
koming van zijn werken bestond er gele
genheid de expositie te bezichtigen.
De R.K. Organisten- en Directeuren-
Vereniging heeft Dinsdag en Woensdag in
Bloemendaal en Haarlem vergaderd.
In huize „Vijverduin" werd een „be
zinningsdag" gehouden waarop de gees
telijke adviseur dr. J. de Bruin uit Arn
hem een toespraak hield. Woensdagoch
tend werd in de St. Jozefkerk aan de
Jansstraat een Mis in volkszang gezon
gen, waarbij Albert de Klerk improvi
seerde op Gregoriaanse thema's van het
„proprium" van de dag. Daarna werd in
Brinkmann de jaarvergadering gehouden,
die met een bezoek van Mgr. J. Huibers,
bisschop van Haarlem, vereerd werd.
In de namiddag werd een bezoek ge
bracht aan de Grote Kerk en haar be-
-faamd orgel vgn Christiaan Mtiller. waar
op Louis Toebosch en Albert de Klerk
om beurten variaties improviseerden op
een gegeven thema.
Op het raadsbesluit der gemeente Haar
lem van 27 April, betreffende de ontheffing
van de winkelsluitingsbepalingen tijdens
Haarlems Bloemenfeest, van 30 Juli tot en
met 6 Augustus 1955, is geen koninklijke
goedkeuring verkregen. Gedurende deze
week gelden derhalve geen bijzondere rege
lingen ten opzichte van de sluiting der win
kels en de straatverkoop.
Op een fabrieksterrein aan de Utrecht-
sestraa'tweg te Utrecht is de 36-jarige
sloper J. van der Beek onder vallend puin
van een oude fabrieksschoorsteen bedol
ven en op slag gedood.
Samen met zijn collega A. Breedveld
was hij reeds geruime tijd bezig met deze
aanvankelijke 32 meter hoge schoorsteen
af te breken. Gisteren zou het nog
resterende gedeelte van ruim 9 meter
hoog door de beide slopers worden
omvergetrokken. Zij hakten de funde
ring van de schoorsten weg, waarna
zij een touw om de schoorsten knoop
ten. Zodra zij eraan trokken viel de
schoorsteen om. Van der B. kreeg het
puin over zich heen. De brandweer kon
pas geruime tijd later het ontzielde li
chaam onder een blok puin van ruim
500 kg. vandaan halen.
De vorige week heeft de brandweer
sloper Breedveld, die hoog in de schoor
steen bezig was met het sloperswerk en
die niet meer naar beneden durfde, naar
beneden gehaald.
Beide slopers hadden het werk voor
eigen rekening aangenomen.
De 15-jarige leerling Albert Nijveld van
de Technische School te Groningen kreeg
Woensdag de door hem gewonnen hoofd
prijs van de rheumabestrijdingsactie op
originele wijze in handen. Hij werd opge
roepen via de radio, verscheen op het ren
baanterrein in het stadspark en zag voor
zich een nieuwe fiets uit de lucht vallen.
De fiets was gemonteerd aan een helicopter,
die door bestuurder E. Schuller vlot op het
renbaanterrein werd neergezet.
Albert had op 2 Juli op het Floresplein
enkele strooibiljetten gevonden, die de
rheumaverrassingsactie willen stimuleren.
Hij had meegedaan aan de jeugdactie en
met succes.
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet zijn
bezorgd, staan achter de naam van het
schip vermeld: Argentinië: ms. „Yapeyu"
(4 Aug) en ss. „Presidente Perón" (6 Aug);
Australië: ss. „Waterman" (3 Aug.) en via
Engeland. (6 Aug.); Brazilië: ms. Altair"
(2 Aug.) en ss. „Presidente Perón" (6
Aug.); Canada: ss. „Nieuw Amsterdam"
(3 Aug.) en ss. „Groote Beer" (6 Aug.);
Chili: ms. „Noordam" (4 Aug.) en ss.
„Rijndam" (11 Aug.); Indonesië: ss. „Poly
phemus" (30 Juli), ms. „Madoera" (4
Aug.) en ms. „Oranje" (23 Aug.); Ned.
Antillen: ss. „Waterman" (3 Aug.), ms.
„Boskoop" (9 Aug.) en ms. „Oranje" (23
Aug.); Nieuw Guinea: ss. Pyrrhus" (11
Aug.); Suriname: ms. ..Isis" (10 Aug.);
Unie van Z.-Afrik a en Z.W.-Afrika: ms.
„Pretoria Castle" (6 Aug.)
ADVERTENTIE
s
Ja, wat zag Bunkie eigenlijk door het raam?
Nou, het was geen wonder, dat hij er van geschrokken was... want het was iets
heel ongewoons!
Door het venster had Bunkie juist het gezicht op de beek, die langs het Kabouter
dorp stroomde. En wat zag hij daar...? Op die beek naderde een vreemdsoortig
vaartuighet zag er uit als een kano van inboorlingen uit vreemde landen. En dat
was het dan ook, want Bunkie zag tot zijn verbazing, dat er verscheidene donkere
mannen zatenZe waren getooid met gekleurde veren en glinsterende oorringen
en droegen schilden en speren. En wat zagen ze er woest en dreigend uit!
Toen de kano dichterbij kwam kon Bunkie de vreemde mannen duidelijker zien
En toen schrok hij helemaal, want o, jongenswat 'n wilde kerels waren dat!
ze keken met woeste ogen rond en aan hun wapens was wel te zien, dat ze niet
veel goeds in de zin hadden en niet met vreedzame bedoelingen naar het dorp waren
gekomen.
Maarhoe kwamen die wilde inboorlingen hier? Die moesten dan toch wel van
heel ver over zee in hun kano hierheen gevaren zijn, want in dit land waren zulke
vreemde snuiters niet!
(Les visages de l'ombre)
Uit het Frans vertaald
36)
De avond daalde over hem; de
koelte, die over zijn voorhoofd streek, ver
telde hem dat het donker begon te worden
en dat de redding nabij was. Om midder
nacht zouden zij allen in bed liggen. Zij
zouden ook doodop zijn. Zou de maan schij
nen? Waarschijnlijk niet. Hij probeerde
het uit te rekenen, raakte in de war en
zag er toen maar van af. Hij herinnerde
zich alleen, dat het volle maan was toen
zij waren aangekomen. De nacht zou dus
donker zijnIn de verte liet zich een
klok horende dorpsklok, die voor
Maxime had geluid. Hermantier ging op
zijn zij liggen, trok zijn knieën op. De pijn
was nog altijd even nieuw, even fel. En nu
had hij alle tijd om zijn herinneringen
nog eens de revue te laten passeren. Hij
kon er niet aan twijfelen: Maxime had
alies geweten, wat er voorbereid werd. Het
bewijs was dat hij op die ochtend, waarop
hij zich verdacht had gevoeld vanwege de
chèque, had uitgeroepen: „Ik een dief! Als
je alles wist wat ik weetHij had
bijna alles bekend, dat was duidelijk. Ma
xime! Maxime medeplichtig! Maxime be
taald om die gruwelijke comedie mee te
spelen! „Ben ik dan een tiran geweest?"
dacht Hermantier. „Ik heb hen dus ver
hinderd om te leven.
Hij legde zich erop toe om langzaam te
ademen om de pijn, die aan het afnemen
was, niet meer op te wekken. De toren
klok sloeg opnieuw. Hij zakte weg in een
lichte sluimering, die hem echter niet ver
hinderde alle geluiden van de nacht te
horen, geblaf in de verte, het krassen van
een uil, en heel zachtjes de klagende stem
van de zee. Toen, plotseling, zonder een
beweging te hebben gmaakt, was hij zo
helder als op de avond van een dag vol
onderzoekingen. Het ogenblik van handelen
was aangebroken. Hij stond op, liep op
zijn tenen de kamer door en opende het
raam wagenwijd. Het leven was daar,
binnen zijn bereik. Hij ging op de ven
sterbank zitten, liet zijn benen bengelen.
Het bloembed beneden hem zou zijn val
breken. Hij sprong; zijn lichaam raakte de
grond met een doffe slag en hij werd in zijn
hart geschokt. Versuft, zijn vingers kramp
achtig samengetrokken in de vochtige
aarde en met pijnlijke knieën, luisterde
hij. Het huis sliep; de tuin strekte zich
voor hem uit, vredig, geurig, als een
vriend. Hij stond op, veegde zijn handen
af aan zijn zakdoek. Hij had zijn bril ver
loren en zou er wel verschrikkelijk uit
zien met zijn broek vol modder en zijn
gezicht, dat niets zag. Maar zo zou hij des
te gemakkelijker te identificeren zijn. De
eerste persoon die hem zou zien, zou het
begrijpen.... Hij verwijderde zich van
het huis, liep naar het tuinpad, zijn rug
gebogen, wachtend op het schot, dat mis
schien direct gelost zou worden. Hij
voelde de loop van het op hem gerichte
wapen, maar hij wist tegelijkertijd, dat
zijn vlucht niet voor de ochtend ontdekt
zou worden, en hij haastte zich naar het
hek. Hij klemde zich vast aan de spijlen,
zoals iemand die verdrinkt, hief zijn 'ver
minkte gezicht naar de hemel, haalde ver
scheidene malen diep adem zonder erin te
slagen zijn hart tot kalmte te brengen.
Toen haalde hij een van de ijzeren stan
gen omhoog. Vervolgens trok hij aan het
hek, voelde het op zijn scharnieren
draaien, glipte door de opening en liep
naar het midden van de weg. Hij was
buiten. Hij was vrij.
Naar links gaand, begon hij zijn passen
te tellen tot vijftig. Als hij zich niet vergist
had, moest hij nu uitkomen op de weg die
naar het dorp voerde. Afzwenkend naar
de berm liep hij door het gras, met zijn
armen voor zich uit en dadelijk ontmoetten
zijn handen de zijkant van de talud. Hij
volgde de goede richting. Zich leidend
langs de talud deed hij nog enkele passen,
meende de bocht te voelen, die daar begon.
Toen keerde hij terug op de weg om ge
makkelijker te kunnen lopen.
Het dorp was niet erg ver weg, nauwe-
Een wachtmeester, twee soldaten eerste
klasse en een gewoon soldaat hebben voor
de krijgsraad te 's-Gravenhage terecht
gestaan, omdat zij in de nacht van 28 op
29 Mei de zich in arrest bevindende sol
daat B. hadden geholpen bij diens ont
vluchting uit de kazerne te Amersfoort.
De 21-jarige wachtmeester H. J. H. M.
uit Haarlem had die avond van de ge
vangene gehoord dat deze zou proberen
weg te komen. Hij wilde zijn vrouw in
Haarlem opzoeken en zou om vijf uur
's morgens terug zijn.
De auditeur-militair vroeg zich af hoe
B. tussen twaalf uur 's nachts en vijf uur
's morgens heen en terug wilde reizen.
Wachtmeester M. verklaarde nu, dat B.
gezegd had, in Amersfoort een advocaat
te moeten spreken over een proces waar
bij hij betrokken was.
Auditeur-militair: „Midden in de nacht?
Dat doet toch geen enkele advocaat!"
De 21-jarige soldaat eerste klas N. G.
van D. uit Wijk aan Zee had als korpo
raal van de aflossing de deur van B's cel
open gemaakt. De 20-jarige soldaat eerste
klasse W. P. M. V„ uit Haarlem had aan
de vluchteling een paar schoenen en een
baret gegeven en de 21-jarige soldaat
H. Ch. O. uit Heiloo had voor een uni
form gezorgd.
„Als B. een geldige reden had hij
wilde toch een advocaat spreken waar
om hebt U dan voor hem geen verlof ge
vraagd aan de officier van piket?" vroeg
de auditeur-militair aan de wachtmees
ter.
„B. had gevraagd de officier van ge
zondheid te mogen spreken. Dat werd
geweigerd. Daarna heb ik er niet meer
aan gedacht voor een andere reden ver
lof te vragen".
De auditeur-militair requireerde tegen
M. twee maanden gevangenisstraf met
en twee weken met aftrek en verlaging tot
soldaat laagste klasse en tegen V. en O.
ieder 3 weken voorwaardelijk met 2 jaar
proeftijd en f30 subsidiair 3 weken hech
tenis.
De verdediger, kapitein Koster, com
mandant van de beklaagden, sprak vol
lof over de vier jongemannen, die hij tot
zijn beste militairen rekende. Zij zouden
naar zijn mening door de zielige verha
len van de geslepen soldaat B. medelijden
hebben gekregen en daarom tot hun daad
gekomen zijn. Hij vroeg een clemente
straf.
De krijgsraad veroordeelde M. tot twee
maanden met aftrek en verlaging in de
rang tot soldaat laagste klasse. D. tot een
maand met aftrek en verlaging in de rang
tot soldaat laagste klasse, V. en O. ieder
tot twaalf dagen met aftrek.
In de Lek bij Lekkerkerk
Sinds enkele dagen worden in Lekker
kerk weer pogingen in het werk gesteld
om de Amerikaanse bommenwerper, die in
1944 bij een luchtgevecht in de rivier de
Lek gestort is, te bergen. Dinsdagmiddag
is een gedeelte van de cabine met de vleu
gels, waarop de Amerikaanse ster geschil
derd staat, door het water heen naar een
zandplaat in de Lek gesleept, aangezien
de bok niet bij machte was het geheel op
de kant te plaatsen. Bij laag water kan
men het gelichte deel van het wrak van
de kant af zien. Volgens verklaringen van
overlevende geallieerde soldaten, die in
1944 door de Duitsers krijgsgevangen zijn
gemaakt, moeten zich in het wrak nog de
stoffelijke resten'van enkele inzittenden
bevinden. Bij de tot dusver gedane onder
zoekingen daarnaar heeft men nog niets
gevonden. Vrijdagmiddag zal een grotere
bok komen om het laatste gedeelte te ber
gen en het geheel op de wal te zetten.
Op de rijksweg Rotterdam-Den Haag is
Woensdag omstreeks half vier een brom
fietser verongelukt en om het leven geko
men. Het slachtoffer was de 71-jarige
Delftenaar J. H. H. K., die met zijn brom
fiets uit de richting Delft kwam aanrijden
en ter hoogte van Ypenburg plotseling de
snelweg overstak. Hij werd aangereden
door een personenauto, bestuurd door de
heer A. J. M. Z. uit Schiedaan, die met een
snelheid van ongeveer 100 km. achter de
bromfietser reed. De heer Z. probeerde
nog naar links uit te halen, maar hij kon
een botsing niet vooi-komen. De bromfiet
ser was vrijwel op slag dood. Bij de bot
sing werd een achterportier van de auto
van de heer Z. opengerukt, waardoor zijn
36-jarige echtgenote naar buiten werd ge
slingerd. Voor mevrouw Z. liep het onge
luk echter goed af, zij liep alleen enige
schaafwonden op.
De Haarlemse stadeorgandst George Ro
bert heeft in zijn vacantia orgelconcerten
te Gent (St. Bavo-kathedraal) en voor de
Belgische radio gegeven, waar hij onder
meer werken speelde van de Nederlandse
componisten prof. Hendrik Andriessen en
dr. Anthon van der Horst.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Twijzelerheide B. N. Ver-
maat, cand. tc Goudswaard; te Bennekom
(vac. B. N. B. Bouthoorn) (toez.) J. v.
Rootselaar te Wijk bij Heusden.
Bedankt voor IJsselmuiden J. J. Poot te
Delft.
Beroepen te Ouderkerk a. d. IJsel H.
Harkema te Zeist.
Benoemd tot hulpprediker te Ankeveen-
's-Gravenland A. D. Meeter, em. pred. en
hulppred. te St. Johannesga.
Geref. Kerken
Beroepen te Dussen A. Trapman, cand.
te Ottoland.
Beroepen te Dokkum (vac. W. Feenstra)
I-I. Ilogenhuis te Onnen (Gr.).
Geref. Kerken ond. art. 31 K.O.
Beroepen te Rouveen G. Zomer te Vrou
wenpolder.
Aangenomen naar Leerdam W. H. de
Boer te Urk.
Doopsgezinde Broederschap
Aangenomen naar Den Helder Da. J. M.
Eelman te Winterswijk.
Een autobus met 45 passagiers die van
Amsterdam op weg was naar Dokkum, is
's nachts op de Afsluitdijk in brand ge
raakt en geheel verwoest.
Gelukkig merkte men het vuur tijdig
door rookontwikkeling. In de bus, die op
dat moment het midden van de afsluit
dijk gepasseerd was en juist op het Friese
gedeelte reed onder Breezanddijk (een ha
ventje langs de dijk), bemerkten de 25-ja-
rige chauffeur Gerben Tolma uit Rinsu-
mageest en enkele passagiers het gevaar.
De chauffeur stopte de bus onmiddellijk,
stapte uit en opende de motorkap waar
onder de vlammen omhoog lekten.
Onmiddellijk verlieten alle passagiers
de bus. Geen van hen liep enig letsel op.
De bus zelf, eigendom van de garage M. C.
de Jong te Murmerwoude, brandde ge
heel uit.
De oorzaak van de brand is niet bekend.
De bus had een Dieselmotor.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft voor 1955 drie jury's
ingesteld voor de toekenning van reisbeur
zen aan letterkundigen, te weten voor de
beoordeling van poëzie, van proza en van
essays.
In de jury voor de poëzie zijn benoemd
tot lid en voorzitter mr. H. W. J. M. Keuls
en tot leden A. den Besten en dr. J. W.
Schulte Nordholt, in die voor het proza tot
lid en voorzitter Antoon Coolen en tot
leden P. J. Risseeuw en J. P. Romijn, in
die voor het essay tot lid en voorzitter dr.
J. C. Brandt Corstius en tot leden Pierre
H. Dubois en II. C. J. baron van Larns-
weerde.
Secretaris van de jury's is H. J. Michael,
Nieuwe Uitleg 1, 's-Gravenhage.
Woensdag om ongeveer half vier 's mid
dags is in de Lek nabij Culemborg de 11-
jarige A. J. de K„ wonende te Culemborg,
verdronken. De jongen had zich te ver in
de rivier gewaagd en was daardoor in diep
water terecht gekomen. Twintig minuten,
nadat de jongen in de diepte was verdwe
nen, werd hij door de heer J. Brouwer naar
boven gehaald. Kunstmatige ademhaling
mocht niet meer baten.
Reeds lang koesterde de A.N.W.B. het
plan op de Afsluitdijk telefoonposten aan
te brengen, daar op deze dertig kilometer
lange route communicatiemiddelen vrijwel
geheel ontbreken.
Het aanleggen van de telefoonaansluitin
gen en het plaatsen van de beschermende
kastjes om de apparaten moest door de
PTT geschieden, welke dienst geruime tijd
nodig heeft gehad voor de technische
voorbereidingen. Morgen, Vrijdag, zullen
de telefoonposten, die in deze vorm voor
ons land geheel nieuw zijn en die op een
onderlinge afstand van ongeveer 5 km
langs de weg over de Afsluitdijk zijn ge
plaatst, in gebruik gesteld worden.
Door het opnemen van de hoorn wordt
men automatisch doox-verbonden met de
post van de rijkspolitie te Den Oever of die
te Ping juin. De in nood verkerende weg
gebruiker of de te hulp gesnelde wegen
wacht kan daar dus de politie alarmeren
of eventueel ook garagehulp requireren.
In ernstige gevallen kan medische of gees
telijke bijstand worden ingeroepen.
De regeling inzake de toekenning van
een gratificatie bij ambtsjubilea van rijks
ambtenaren en rijksarbeidscontractanten
is herzien met ingang van 13 Juli 1955. De
gestelde maxima voor de uitgaven, welke
bij een ambtsjubileum kunnen wox-den be
steed, zijn verhoogd tot een halve maand
dan wel 2 weken salaris bij een 25-jarig
jubileum en tot een maand dan wel 4 we
ken salaris bij een 40-jarig jubileum.
lijks een kilometer. Het hele probleem was
niet te zigzaggen. Eenmaal in het dorp, zou
hij aan het huis van dokter Méroudy aan
bellen en die zou hem meenemen naar La
Rochelle. En als het hem te veel moeite
kostte om het huis van Méroudy terug te
vinden, zou hij onverschillig waar aanbel
len. Iedereen kende hem. Hij zou alleen
maar bondgenoten hebben. Zijn schoenen
met rubber verbraken de stilte niet. Niet
voldoende. De omgeving was bijna te rus-
tig, te zwijgzaam. Alleen kraakte er wat
grint, als hij naar de x-and van de weg af
dwaalde. Dadelijk keerde hij weer terug
naar het midden van de weg. De hemel zou
vol sterren zijn en de weg glad en glan
zend zoals een vredig riviex-tje.. Naar
rechts zou zonder twijfel om de drie secon
den een roodachtig schijnsel opflikkeren:
de vuurtoren. Een mooie nacht om te
vluchten! Hij zou willen rennen, niet al
leen omdat hij bang was. Hij was trou
wens niet bang meer. Alleen maar omdat
hij weer begon te leven. En zelfs als zij
erin slaagden hem te vangen, zou hij be
reid zijn hier te sterven, ver van de val,
die zij zo geduldig hadden voorbereid.
Maar zij zouden hem niet meer inhalen,
want het dorp was nu vlakbij. De eerste
huizen waren waarschijnlijk al te zien; het
café Pabois met zijn laurieren in potten
aan de rand van de weg, en de smidse van
de Pailluneaus en de gxrutterij van de jon
ge Lucas, met zijn grijze, altijd tot een bal
opgerolde poes achter het raam. Heiman-
tier ging sneller lopen. Hij riep het land
schap met zoveel inspanning en zo duide
lijk voor zich op, dat hij zelfs niet meer de
moeite nam zijn armen voor zich uit te
steken. Nog enkele minuten, drie of vier,
en hij zou gearriveerd zijn, zou hij onder
zijn voeten de oudei-wetse bestrating van
het dox-p volen. Méroudy zou een schok
krijgen als hij hem zag. Het wax-e beter van
te voren door de deur met hem te spreken.
Hem verklaren dat de man die onderdak
vroeg geen schim was, maar een nog le
vende dode. Dit was niet het ogenblik om
de mensen aan het schrikken te maken.
Hermantier liep nog een minuut of vijf
verder, snoof de lucht op. Gewoonlijk rook
men van verre de lucht van de smidse en
's nachts waren altijd wel twee of di'ie
honden die bang werden en woedend blaf
ten bij hun hok. Hoe lang was hij, nu al
onderweg. Hij had er niet het minste idee
van. Hij liep al sinds langp tijd, maar hij
schoot niet erg op. Kom! Nog een eindje.
Hij bemex'kte plotseling, dat hij zijn axmen
opnieuw voor zich uitspreidde. Hij stak
zijn handen in zijn zakken om zichzelf te
bewijzen, dat hij niets vreesde.
En vooral dat hij niet verdwaald was.
Het was onmogelijk het dorp mis te lopen
omdat de weg er zonder een kruispunt,
zonder een omweg heen leidde. Hij be
hoefde slechts te lopen zonder ontmoedigd
te worden. Ja, maar als men al een half
uur lang loopt? Men heeft geen half uur
nodig om een kilometer af te leggen, zelfs
aarzelend, zelfs wanneer men van de ene
kant van de weg naar de andere loopt. Hij
bukte zich om de grond te betasten, maar
hij wist van tevoren dat zijn handen het
klonterige oppervlak van het asfalt zou
den aanraken. Enigszins ongerust liep hij
weer verder. Hij had nog altijd de zelfde
indruk van een verlaten landschap, van
gx-as tot in het oneindige. En langzaam
maar zeker, bijna zonder dat het tot hem
doordrong, werd zijn gang onzekerder, zijn
handen spreidden zich voor zijn boi'st uit
als om hem voor een schok te beschermen.
Hij was bang tegen iets op te botsen, iets,
v/at misschien niet het dorp zou zijn. Al
dra was hij genoodzaakt te ex-kennen dat
het dorp er niet was, er nooit meer zou
zijn. En toch volgde hij de enige weg, die
naar het dorp moest leiden. Maar de weg
was de medeplichtige van Christiane ge
worden. Daarom hadden zij hem laten
weggaan. Zij vertrouwden op de weg en
zijn boosaaardigheden. „Opgepast, zei Her
mantier tot zichzelf, dat is nu juist het
soort gedachten, dat ik moet vermijden.
Deze weg is volkomen ongevaarlijk en ik
ken hem goed. En iedere pas op deze weg
verwijdert mij van hen en brengt me dus
dichter bij mijn redding." Hij ging verder,
besloten zijn benen te verplaatsen tot hij
volledig uitgeput zou zijn. Hij kon het nog
urenlang volhouden. Toen hoorde hij
iemand voor zich. Hij bleef staan. De on
bekende floot zachtjes. Zijn schoenen
kraakten op de maat. Vast en zeker een
trekker of de een of andere boer, die
naaar zijn vee op de weide ging. De man
hield op met fluiten, maar liep verder.
(Wordt vervolgd).