Leden van goud-bergingsvereniging geven
fruitteler Piet Visser een kans
Niet verbouwde werkput volgende
week uit IJmuiden naar het wrak?
Twaalf ankers zullen werkput
op zijn plaats houden
rw
De heer Visser weer
in bestuur
Kikvorsmannen zullen via klok
in werkschacht komen
Castricum
VRIJDAG 19 AUGUSTUS 1955
Rumoerige vergadering vol wantrouwen
Wrakkenexpert gaf adviezen
Lelijke val van fietspedaal
Onderzoek van de geloofs
brief van L. v. Hameien
Kampschool gaat weer
beginnen
Prinses Beatrixstraat wordt
onn besloten op Torenstraat
Knaapje stak onverwacht
straat over
(Van een speciale verslaggever)
DE ROESTKLEURIGE WERKPUT van de Coöperatieve
Bergingsvereniging „Renate Leonhardt" U.A., die nu al sinds
16 Mei van dit jaar bij de Noordersluis te IJmuiden gereed
ligt, kan door sleepboten boven het wrak van de in 1927
gezonken Duitse vrachtvaarder „Renate Leonhardt" het
goudschip worden gebracht. De heer Piet Visser, initia
tiefnemer van het plan tot berging van de goudschat en
ontwerper van de toren, die zien tijdens de openbare aan
deelhoudersvergadering op 23 Juli als voorzitter moest terug
trekken vanwege een onderzoek door de Officier van Justitie
te Alkmaar naar het financieel beheer, zal de leiding hebben.
Tot dit besluit zijn de leden gistermiddag op een hevig be
wogen vergadering in het gebouw voor Kunsten en Weten
schappen in Utrecht gekomen. Het tegenwoordige bestuur
wilde zich na alle verdachtmakingen, na alle strijd en wan
trouwen, niet langer verantwoordelijk stellen en trad af. De
heer Visser met de deskundigen tegen zich in, maar met
wapens tegen bestuursleden en commissieleden in handen,
heeft er voor gevochten de voorzittershamer weer in handen
te krijgen. En de vergadering ging daarmee accoord; al was
het dan met de gedachte: „Ons geld in deze onderneming
zijn we toch kwijt. Laat ons Piet Visser een kans geven zich
te rehabiliteren en laat hij proberen met de toren, die er
nu is, het goud naar boven te halen". Een vergadering, die
vijf en een half uur had geduurd, was daarmee achter de
rug. Een vergadering met tragische en dramatische hoogte
punten, met een geladen sfeer, met sarcastische opmerkingen
en vol beweringen, waarbij de fruitteler Piet Visser onbe
wogen en volhardend bleef. Hij zóu met „zijn" toren naar
het goud.
De vergadering struikelde al in de eer
ste minuten. Op de agenda stonden achter
eenvolgens als punten „Technische mede
delingen inzake de bergingsput en de ber
ging", „Mededelingen inzake de financie
ring", „Voorstel tot wijziging van de sta-
besloten, een grondonderzoek te willen
verrichten. Daartoe moet echter eerst een
wrakkenkaart op tafel komen en voorts de
juiste positie van het wrak. Kosten dezes
ongeveer 5000.
Ook van de Chef Hydrografie van de
Koninklijke Marine had de heer Nibbering
gegevens ontvangen:de marine heeft het
wrak niet laten springen en de bodem be
staat uit zand, al dan niet met schelpen.
Een expert op het gebied van wrakonder-
zoek, de heer D. J. Luiting uit Alkmaar
tuten" en „Voorziening in de vacature in bekend van de pogingen om de „Bredero-
het bestuur voor de vacante plaats van de
heer P. Visser". Daar werd door de heer
Visser geen genoemen mee genomen. Na de
mededelingen over de bouwput wilde men
de vacature behandelen en daarmee moest
het bestuur wel accoord gaan.
De heer P. Visser kwam vervolgens on
middellijk met een tweede voltreffer: de
leden hadden vooraf aan het bestuur moe
ten meedelen of zij ter vergadering zouden
verschijnen. Wanneer dit het geval was,
ontvingen zij hun stembiljetten. Hier had
het bestuur zelf de statuten gewijzigd en
anderszins toegepast. „Iemand bezit stem
recht volgens zijn aandeel en niet volgens
een ordemaatregel", riep ae heer Visser
uit. Negentig procent van de aanwezigen
had aan de voorwaarde van het bestuur
voldaan en was nu in het bezit van een
stembiljet. Een vijftiental aanwezigen, die
niet aan de door het bestuur gestelde maat
regel hadden kunnen voldoen, wenste de
heer Visser alsnog in staat gesteld een
stembiljet te verkrijgen. De vergadering
bleek achter de heer Visser te staan en
zelfs de grootste tegenstanders van de
eenvoudige Westfriese fruitteler vielen
hem bij. Het bestuur besloot de vergade
ring voor ruim een uur te schorsen om hen,
die nog niet in het bezit waren van een
stembiljet, er een uit te reiken.
Volmachten
DE HEER Visser opende daarop de tas,
die hij tot op dat moment met een geheim
zinnige glimlach met zich had meegedra
gen: er kwam een lijst met volmachten uit.
„Dit is geen machtiging, dit is niet verant
woord", meende het bestuur. Even later
bleek dat de waarnemend voorzitter ook
volmachten tot een totaal van 45 stemmen
bij zich had.
Over assistenten
OM KWART voor vier werd de vergade
ring geopend en kon de heer J. J. W.
Nibbering, die in de vorige vergadering
was voorgesteld als assistent van prof.
Jaeger van het laboratorium voor scheeps-
bouwconstructie, zijn rapport over de te
treffen voorzieningen aan de bouwput
voorlezen. De heer Visser sprong er echter
tussen.
„De waarheid moet gezegd, deze heer
Nibbering heeft zich voorgesteld als tweede
assistent van prof. Jaeger. Ik heb me ex-
van op de hoogte gesteld en hij is dat niet.
De chef van de afdeling personeel Tech
nische Zaken heeft verklaard dat hij stu
dent-assistent is aan de scheepsbouwkun
dige afdeling. En dat is heel wat anders."
Ook dit keer bijval voor de heer Visser.
De heer F. Kuik uit Drachten de man
uit het Noorden klom achter de kathe
der: „De heer Visser wil dit stellen: de
man, die het rapport uitbrengt, heeft geen
capaciteiten. En wanneer het bestuur
tegen ons beweert dat de heer Nibbering
tweede assistent van prof. Jaeger is, dan
maakt dat geweldige indruk.
De heer Nibbering heeft tenslotte een
verklaring afgelegd en meegedeeld, dat hij
uitsluitend was voorgesteld als student
assistent. Wat de heer Visser meedeelde
waren leugens. (De heer Visser zwaaide
met krantenknipsels: alle verslaggevers
hadden het op de vorige vergadering ook
gehoord)
Ook ir van Wienen
DE plaatsvervangend voorzitter kwam
aan het woord. In de eerste plaats zou de
heer Nibbering technische mededelingen
over de werkput en de berging doen en
daarna zou de heer W. van Wienen ing.,
een bekend bergingsdeskundige, die door
het bestuur was uitgenodigd, zijn mening
geven. „Een heel goede daad", riep de ver
gadering. „Wat deze twee heren u zullen
vertellen is nu niet bepaald rooskleurig",
stelde het bestuur al vast voorop.
De heer Nibbering, student-assistent, be
gon zijn uiteenzetting met de verklaring
dat hij inderdaad op het gebied van de
berging niet voldoende deskundig is. Hij
had zich daarom in verbinding gesteld met
deskundigen en aldus een rapport opge
maakt.
Voor de toestand van de zeebodem op de
plek, waar de „Renate Leonhardt" is ge
zonken, had hij zich gewend tot het Labo
ratorium voor Grondmechanica te Delft
en de Geologische Stichting te Haarlem
Het Laboratorium te Delft verwees de heer
Nibbering naar de Stichting en deze Stich
ting deelde mee, dat de zeebodem er ver
moedelijk zou bestaan uit zand, met wel
licht keileem in de buurt. Dat zich op deze
plek een kleilaag heeft afgezet, achtte de
Stichting onwaarschijnlijk. De Stichting
vroeg om het advies van het Waterloop
kundig Laboratorium te Delft, eer zij een
onderzoek zou verrichten in de Noordzee
Het Waterloopkundig Laboratorium dis-
tancieerde zich echter geheel van de zaak
„Renate Leonhardt". Ook een particuliere
firma wilde geen bodemonderzoek verrich
ten voor de vereniging. Gezien het belang
voor de wetenschap heeft de Geologische
Stichting er uiteindelijk in principe toe
de" in de Sont te lichten was ook door de
heer Nibbering geraadpleegd. De heer Lui
ting had ook vele bezwaren tegen het pro
ject aangevoerd. Hij zou de wei-kwijze van
de heer P. Visser zeker niet gevolgd heb
ben in dit geval.
Ga niet verder
DE HEER Nibbering noemde vervolgens
een bedrag van 100.000, dat nodig zou
zijn om de bergingspoging van het goud
voort te zetten. Hij raadde de vergadering
echter af, er nog langer geld in te steken.
Er zijn volgens hem namelijk belangrijke
technische bezwaren, wanneer boven het
wrak een gat in de bodem van de put wordt
gehakt en een schacht in de „klei"laag
wordt gedrukt en voorts voerde hij aan dat
er tegenstrijdige verklaringen bestaan om
trent de plaats van het goud op het schip.
Het bestuur heeft nog steeds geen inzage
van alle papieren van de heer P. Visser ge
kregen. Bovendien bestaat de mogelijkheid,
dat de „Renate" bij de torpedo-ontploffing
is beschadigd en dat het goud over een
grote oppervlakte ligt verspreid.
Volgens de heer Nibbering is een van te
voren gemaakt gat met een aangesloten
schacht in de bodem van de werkput de
beste oplossing. Ook het verankeren van
de werkput noemde hij zeer moeilijk, zelfs
onmogelijk. Er zijn sleepboten nodig en
pontonconstructies zouden gewenst zijn om
de toren te verankeren. De werkput kan
voorts ondermijnd worden door de stroom,
daar deze altijd de nauwste weg zoekt. De
toren zou dan omslaan. Er zijn derhalve
zinkstukken nodig en daarop moet klei
worden gestort. Heeft men echter de eerste
keer niet de juiste plaats van het ruim,
waarin het goud ligt, te pakken, dan is het
haast onmogelijk de toren nog eens te ver
plaatsen.
450 ton druk
Ir. W. van Wienen voerde ongeveer de
zelfde feiten aan: de „Renate" ligt niet
onder klei, maar onder drijfzand en daar
is niets op neer te zetten. „Om de plaats van
het goud te vinden, wil de heer Visser ge
bruik maken van een wichelroedeloper.
Daar geef ik ook geen snars voor", aldus de
heer Van Wienen, „zo'n man moet daar
beneden ook nog kunsten verkopen".
Volgens de heer Van Wienen staat er 450
ton druk op de toren, wanneer deze op de
zeebodem staat. Binnen een uur moet deze
druk op te vangen zijn met ankers. Staat
die verankering niet snaarstij f, dan komt
de toren aan een kant omhoog en zoekt de
stroom de smalste weg. Het gevolg is, dat
de toren zal kantelen.
Piet Visser aan het woord
IN EENVOUDIGE bewoordingen heeft
Piet Visser de deskundigen geantwoord.
Hij is in het bezit van rapporten van de
ervaren marineduiker P. v. d. Schans en
die heeft op de zeebodem boven de „Re
nate" geconstateerd, dat er klei ligt. De
mededelingen van de Geologische Stichting
schoof hij weg: de Stichting gebruikt al
leen maar termen als hoogstwaarschijnlijk
en wellicht. De heer visser haalde meer
materiaal te voorschijn. Berekeningen van
het Waterloopkundig Laboratorium „Het
idee is goed, als de put maar sterk genoeg
is", van de chef instructeur van de op
leiding tot duiker bij de Marine, de heer
Adriaanse „Op deze wijze bereikt u uw
doel" en van de hoofdingenieur van Rijks
waterstaat, de heer S. H. Ringma „De
vormgeving van de toren is goed, het doel
is goed. Mijn bezwaar is gericht tegen de
manier, waarop het werk wordt uitgevoerd.
De machinefabriek Hoogeveen, die de toren
heeft gebouwd, is onbekwaam in het gieten
van beton".
Dit laatste heeft de heer Visser erkend.
De firma wilde de torenwand door één gat
volstorten. Dit moesten er uiteindelijk zes
tien worden, om met de trilnaald een com
pact geheel te krijgen. Er zal boven het
wrak niet alleen met een wichelroedeloper
worden gewerkt. In de bodem van de
werkput zijn peilpotten aangebracht, waar
mee het wrak wordt afgepeild. Bovendien
steekt ae mast van het wrak nog boven de
zeebodem uit. Op 16.20 meter van de mast
ligt de goudlading in kistjes met het teken
„AU" er op, en een serienummer. De heer
Visser wil de toren laten zakken, wanneer
een bergingsvaartuig is verankerd boven
deze mast. Door peilingen en de meting
van 16.20 meter van de bergingskotter kan
dan worden verkregen, dat de toren op de
juiste plaats zakt. Bij stil tij, windstil weer
en niet meer die 450 ton druk van de heer
Van Wienen.
DRUK en druk
„WANT", aldus de heer Visser, „nu moe
ten de deskundigen, de heren Nibbering en
Van Wienen mij eens vertellen hoe groot
die druk van de stroom in werkelijk
heid is".
„Ik kan het zeggen", zei Visser vervol
gens, „twee ton".
De gezette bergingsdeskundige van Wie
nen gleed bijna onder de bestuurstafel.
waarachter hij zolang zitting had genomen
om de heer Visser van repliek te dienen.
Door de schaterlach van de heer Van Wie
nen ontdekte de vergadering zijn „hoge"
plaats en hem werd verzocht de zaal weer
op te zoeken. Onmiddellijk interrumpeerde
de heer Van Wienen vervolgens de heer
Visser over enige beweringen ten aanzien
van drijfzand. Bedaard zei Piet Visser:
„Meneer van Wienen, houd uw mond, ik
ben aan het woord, u komt straks weer".
Er op af
Fel bewogen stak de heer Visser verder
van wal: „Twee maanden van wantrouwen
zijn nu voorbij. Ook twee maanden met
rustig weer, waarin we de poging al lang
hadden kunnen wagen. Ik heb ervaren kik
vorsmannen, goede werkkrachten en sle
pers ter beschikking. Ik heb weer bereke
ningen laten maken. Er moeten nog enige
kleine voorzieningen worden getroffen, we
hebben nog 72.000 in kas en op korte ter
mijn kan ik uitvaren. Er is nimmer een
verbod om uit te varen geweest, de put is
nooit afgekeurd door Rijkswaterstaat."
De heer Nibbering haalde de verklarin
gen van duiker Van der Schans, van chef
instructeur Adriaanse en van hoofdinge
nieur Ringma uit het Archief en zijn op
merkingen kwamen er op neer, dat alle
verklaringen ondeskundig zijn geweest.
Geldklopperij
HET WAS inmiddels half zes geworden.
De vergadering was het aanluisteren van
technische uiteenzettingen beu. De heer
Krijgsman worstelde zich naar voren: „Ik
stel de zaak scherp. Op de beweringen van
de stuwadoor en een oud-machinist van de
„Renate" de heer Wolf, is de gehele 'ber
gingsactie opgezet en heeft men ons
402.000.uit de zak geklopt. Dit geval
had nooit opgezet mogen worden." Hij
stelde voor een prik te geven in de lucht
ballon, die het opschrift „Renate Leon
hardt" draagt.
Er kwamen meer leden, die de zaken nu
eindelijk scherp wilden stellen. Daar was
de heer v. d. Windt „Evengoed hebben
we een hoop plezier voor onze aandelen"
die aanvoerde: „Toen we ons geld in de
onderneming staken, hadden we moeten
weten, wat ons hu is verteld. Deskundigen
zijn het nooit eens, hier gaat het er ook op
lijken".
„Een deel van de aandeelhouders meent
thans", aldus de heer v. d. Windt, „dat con
currenten van de vereniging Renate in het
bestuur zitten. Misschien is dat wel waar".
Hij stelde drie vragen: is er wel goud, kan
het geborgen worden en kunnen we nog
iets redden van onze centen?
„Hoe kunt u dat nou vragen of er goud
is", riep een van de aanwezigen, „u hebt
aandelen gekocht. U gelooft er dan toch
in!" „Ik heb geloofd, wat op het rond
schrijven van de heer Visser stond", zei de
heer v. d. Windt.
Leek of berger
NADAT EEN trouwcadeau a 150 van
de heer Visser aan een Vlaardinger ter
sprake was geweest de trouwlustige had
verklaringen over de „Renate" afgelegd
kwam er een concreet voorstel van een
zekere heer Te Velde uit de zaal: „Is Vis
ser een leek of een berger? Laat het hem
bewijzen. Geef hem de kans zich te reha
biliteren." Er volgde applaus en de stem
ming sloeg duidelijk over naar het voor
stel van de spreker. Men was als lid nu
toch alle gelden kwijt en met het restant
zou men of de vereniging kunnen liquide
ren of de heer Visser een kans kunnen
geven.
Het bestuur ging er fel tegen in. Wan
neer men besloot de heer Visser een kans
te geven en toch uit te varen met deze
toren, dan zouden alle bestuursleden aftre
den. Men wilde zich dan niet langer ver
antwoordelijk stellen. De heer Te Velde
nam opnieuw het woord: „Heer Visser, wat
zegt u, wilt u uitvaren? We geven u en uw
levenswerk een kans! Er zijn restricties
er moet een commissie van toezicht komen
voor het geldelijk beheer. Maar verder:
daar is de toren in IJmuiden en ga uw
gang maar".
„Zeer zeker, onmiddellijk", riep de heer
Visser uit, die al naar de katheder wilde
stappen om mee te delen, wat er nu te doen
stond.
Het bestuur was echter nog niet uitge
sproken. Mr. J. L. Krijgsman, voorlopig
voorzitter noemde nog twee mogelijkheden:
of andere plannen tot berging overwegen
(de heer van Wienen had een voorstel, red.
IJ.C.) of andere ideeën ontwikkelen, de
toren verkopen aan Rijkswaterstaat, die er
interesse voor heeft en een nieuwe coöpe
ratie stichten.
Welke bedoelingen?
TOEN ZAT in de Utrechtse zaal de kat
in de gordijnen. Zelfs grote voorstanders
van het tegenwoordige bestuur, vlogen op.
Mr. Krijgsman was blijkbaar te ver gegaan.
De heer Visser riep uit: „Als Waterstaat
de toren wil kopen, dan is ie nog niet zo
waardeloos" en tal van vragen kwamen er
uit de zaal, wat de heer Krijgsman met
een nieuwe coöperatie bedoelde.
Of er al niet genoeg commissarissen en
bestuursleden rondstapten, die hoge decla
raties van 500 tot 600 per dag indien
den. „Ik heb geld gegeven voor een spor
tief doel, niet voor commissarissen en be
stuursleden", riep de heer F. Kuik uit
Drachten woedend uit. ,,'t Is een gok ge
weest, laten we doorgokken, geef Visser
weer de leiding", was de stelregel van de
heer Warmerdam.
Visser gerehabiliteerd
DE HEER Visser kwam aan het woord
en wierp een van zijn laatste troeven op
tafel. Hij won nu veld en zag de kans
dichtbij de voorzittershamer weer in han
den te krijgen. „Er is stemming gemaakt,
tegen de put, tegen de „Renate", tegen
mij. De openbaarheid heb ik niet ge
schuwd. Er is op het verzoek van het
tegenwoordige bestuur een onderzoek in
gesteld door de justitie te Alkmaar. Ik
zou gelden als provisie hebben ontvangen.
Mijne heren, na drie dagen was de zaak
te Alkmaar geseponeerd. Dat deed de
justitie en daar kun je van op aan".
(Van een onzer verslaggevers)
EEN NIEUWE WERKMETHODE is ontworpen om met de thans bestaande werkput
van de Coöperatieve Bergingsvereniging „Renate Leonhardt" U.A. het goud uit het
bjj Den Helder in 1917 gezonken Duitse stoomschip te lichten. Men zal hierby gebruik
maken van kikvorsmannen: de beste, die in Europa zyn te kragen, verzekerde de heer
Piet Visser, sinds gisteravond weer voorzitter van de vereniging. Mochten we op 20
Juni aan de hand van nevenstaande situatietekening van de berging uiteenzetten, hoe
de bergers van B uit met een horizontale tunnel willen werken, thans kon de heer
Visser ons meedelen, dat men van deze door deskundigen veroordeelde werkwijze
heeft afgezien. Men heeft het advies ingewonnen van de bekende specialist op het
gebied van wrakkenonderzoek, de heer D. J. Luiting te Alkmaar we mogen hierbij
herinneren aan de „Brederode" in de Sont by Denemarken en deze heeft de heer
Visser een aantal adviezen gegeven over voorzieningen die alsnog moeten worden
getroffen. Omtrent deze voorzieningen heeft de heer Luiting gisteren een en ander
gepubliceerd in het maandblad voor scheepvaart en scheepsbouw „De Blauwe Wim
pel". Met de ons mondeling verstrekte toelichting kan men zich de nieuwe methode
van werken thans als volgt voorstellen.
De zaal voelde met de heer Visser mee.
Deze man moest doodeerlijk zijn.
Nieuw bestuur
DAAROP deed de heer Visser een voor
stel: „Ik ben bereid om de verantwoor
ding voor het bergingskarwei wel te dra
gen en naar zee te gaan. Ik vraag: zijn er
mensen in de vergadering, die bereid zijn
in een nieuw bestuur zitting te nemen?"
Een drom van zeker tien of twaalf man
uit de hoek van de heer Visser stommelde
naar voren. Maar de heer Visser had zijn
bestuur al geformeerd. Zijn zwaarste
tegenstanders uit de ledenkring nodigde
hij eerst nog uit. Zij weigerden echter.
Bij Lloyds verzekerd
MET DE gegadigden voor het nieuwe
bestuur rond zich, nam de heer Visser
opnieuw het woord. „Bovendien kan ik
verklaren, dat de werkput sinds enige tijd
bij Lloyds is verzekerd". Het was de zo
veelste blikseminslag in het gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen. „Lucas, is
dat waar", werd geroepen. Mr. dr. P.
Lucas, rechtskundig adviseur van de ver
eniging stond op' en deelde mee: „Hij is
verzekerd".
,jWaar is de polis", werd geroepen,
„Visser heeft beweerd, dat hij alle stuk
ken aan het bestuur heeft afgegeven".
De vragen gingen in het rumoer verloren.
Er werd hevig gedebatteerd en er werd
tot stemming besloten. Of liquidatie óf
met Visser in zee.
Meerderheid voor Visser
DE PAPIEREN stemmen van de heer
Visser kwamen in het geding. Hij had
machtiging van 228 leden om voor hen te
stemmen. Het bestuur, dat op het punt
stond afscheid te nemen, kwam toen ook
met papieren machtigingen voor 45 stem
men te voorschijn. De stemming werd
overigens een zege voor de eenvoudige
Visser. Er werden elf blanco stemmen
uitgebracht, 224 tegen en 1303 voor de
heer Visser. (Er waren ongeveer 150 le
den ter vergadering aanwezig).
De heer v. d. Windt haalde daarna een
eerder gedane uitspraak aan. Nu de heer
Visser de voorzittershamer weer in han
den zou krijgen, zou hij een vereniging
tot bescherming van de recthen en be
langen van de leden oprichten. Voorts zou
hij de Officier van Justitie te Alkmaar
verzoeken beslag te leggen op de gehele
kas van de vereniging.
Over het oude bestuur had de heer Vis
ser tijdens de telling van de stemmen nog
enige fraaie gegevens meegedeeld: er wa
ren declaraties ingediend van f 500 tot
f 600 per dag door mr. Krijgsman; van
f 6000.in drie maanden door de secre
taris, mr. Den Toorn. Alleen de heer
Den Toorn ontving al f 7.— per uur voor
zijn werk voor de „Renate". Dit moest
stuk lopen. Er is thans nog f 72.000.
over, genoeg om een poging te wagen.
Nadat de leden voor het toezichthou
dend orgaan waren genoteerd, sprak de
heer Visser zijn welgemeende dank uit
voor het in hem geschonken vertrouwen.
Bij acclamatie werden de door hem opge
somde heren voor het toezichthoudend or
gaan gekozen. Dit zijn de heren A. de
Boon uit Rotterdam, C. Lof uit Barne-
veld, J. Rottink uit Delden, F. Kuik uit
Drachten, L. J. H. Hillebrands uit Leek,
v. d. Dijde uit den Haag, P. v. d. Laarse
uit Monster, C. v. d. Toorn uit Zaandam,
A. van Straalduinen uit 's Gravenzande,
L. A. Nelis uit Leiden, A. Klein en P.
Visser te Wijde Wormer.
Over enige weken zal een nieuwe verga
dering worden uitgeschreven, waarop
wellicht kan worden geantwoord op de
thans nog bestaande vraag: „Is er wel
goud in de „Renate"?" Want eind vol
gende week hoopt de heer Visser bij
mooi weer uit IJmuiden weg te varen.
Het banksaldo a f 72.000 is op de drie
banken door het nieuwe bestuur geblok
keerd.
Gisteravond om half acht is de 74-jarige
T. L., een bekend bus-exploitant uit IJmui
den, op de Oosterduinweg bij het Markt
plein zo ongelukkig gevallen, dat hij per
ziekenauto met een heupfracteur naar het
Antoniusziekenhuis moest worden gebracht
De heer L. had een boodschap gedaan
op de Oosterduinweg en zou per fiets naar
huis terugkeren, toen hij bij het opstappen
van een pedaal gleed en viel met het voor
melde ernstige gevolg.
Bij B. en W. van Velsen zijn ingekomen
de volgende stukken:
a. een afschrift Van het besluit van de
voorzitter van het Centraal Stembureau
voor de verkiezing van de leden van de
gemeenteraad, waarbij de heer L. van Ha-
melen is benoemd verklaard tot lid van
die raad, in de plaats, opengevallen ten
gevolge van de ontslagname van de heer
W. F. Visser, thans wethouder;
b. een mededeling van de genoemde,
dat de benoemde zijn benoeming heeft aan
genomen.
Voor de tijd die sommige Amsterdamse
en van elders komende gezinnen op het
kampeerterrein van het PWN aan de Cas-
tricumse Zeeweg verblijven, behoeven de
kinderen het niet zonder de lagere school
te stellen. Voor de derde keer heeft men
namelijk in het clubhuis van CSV, dat
eveneens aan de Zeeweg is gelegen, enige
weken geleden de zogenaamde „kamp-
school" geopend, die onder leiding staat
van mevrouw Bertram-Pronk.
Naar zij ons vertelde wordt het aantal
kinderen dat van de school gebruik maakt,
ieder jaar groter. De week vóór de school-
vacantie waren er zelfs 120 leerlingen, ver
deeld in twee groepen, namelijk leerlingen
van de eerste tot de tweede klasse en van
de derde tot de zesde klasse.
Mevrouw Bertram-Pronk wordt bij haar
werk geassisteerd door de dames Reijnders
en Streutger. Het vrouwelijk hoofd van de
kampschool deelde ons tenslotte mede dat
men volgend jaar ongetwijfeld naar meer
of een grotere ruimte zal moeten uitzien.
De fa. Joh. Dienaar en Zonen uit IJmui
den, is momenteel bezig voor regening van
de gemeente Castricum de Prinses Beatrix
straat aan te sluiten op de Torenstraat.
Daartoe heeft men in het begin van deze
week met een dragline het terrein geëgali
seerd.
Een employé van de firma, de IJmuiden-
se stratenmaker, de heer Van Zutphen, die
alle nieuwe straten in Castricum heeft aan
gelegd, is Donderdag met de bestrating be
gonnen.
Licht letsel het gevolg van aanrijding
door auto
Zonder op het verkeer te letten stak een
8-jarige jongen, wonende aan de Oud-
Haarlemmerweg te Castricum, Donderdag
middag de Beverwijkerstraatweg over. Uit
de richting Beverwijk naderde echter een
personenauto, bestuurd door de heer B. uit
Bolsward. Een aanrijding was onvermijde
lijk maar wonder boven wonder had de
knaap slechts enkele ontvellingen opge
lopen.
De toren wordt door enige zeesleepboten
naar de plaats van het wrak gesleept, waar
toe het noodzakelijk is dat de Scheepvaart
inspectie geen bezwaar tegen uitvaren
maakt. Boven het wrak worden de ballast-
tanks (op tekening watertanks) van de
toren geopend, waardoor de toren zijn tach
tig ton draagvermogen verliest en op de
zeebodem komt te rusten. De toren zal nu
zodanig boven de spaarbunker worden ge
plaatst deze bunker ligt op de tekening
rechts boven de stookplaat, bij het kruisje
dat, door het dekluik een schacht kan
worden heengevoerd. Dit luik moet men
door middel van peilingen van de werk
kamer uit, trachten te vinden.
Beweging in toren
DE TOREN zal volgens de heer Luiting
met twaalf zware ankers moeten worden
vastgelegd, die om het uur gecontroleerd
worden. Ilij heeft berekend, dat in de top
van de toren zeker 10 tot 12 graden be
weging zal zitten, wanneer er stroom staat.
En stroom is er altijd op deze plek bij Den
Helder.
Voorts heeft de heer Luiting voorgesteld
de bij A in de „klei" te laten zakken
schacht niet vast te hechten aan de werk
put. In de put zit beweging en in de
schacht, die in de klei steekt, niet. Door het
toepassen van overdruk in de werkkamer
van de toren als caissonwerk, zou men een
mogelijkheid hebben om in de schacht te
werken. Dit vraagt echter uitgebreide
voorzieningen met luchtsluizen en vele
arbeiders.
Klok op schacht
DAAROM zullen de bergers de schacht
bij A. afsluiten door een enkelvoudige
sluis, die in klokvorm op de schacht wordt
gezet in de werkkamer van de toren. In
deze klok komt een deur en in de bodem
van de klok een luik, dat toegang geeft in
de schacht. Dan heeft men de mogelijkheid
om met kikvorsmannen te werken in de
substantie van zand en water in de schacht.
Ook de heer Visser is thans tot de over
tuiging gekomen, dat er zich ongetwijfeld
grondwater in de schacht zal vormen. De
kikvorsmannen zullen het stuk zeebodem
uit de schacht moeten verwijderen en via
de klok in de werkkamer moeten brengen
Naar de mening van de heer Luiting
moet de bodem van de werkput nog ver
stevigd worden en moet een tweede vloer
over de bestaande worden heengebracht.
De klok moet dan ook volgende week wor
den gebouwd. De toren krijgt voorts vol
gende week een nieuwe compressor en de
electrische verlichting zal ook worden ver
beterd. Een complete noodverlichtingsin
stallatie zal worden aangelegd.
De heer Luiting heeft voorts aangevoerd,
dat een scheepstelefonie-installatie moet
worden aangebracht, opdat de verschillen
de compartimenten met elkaar in verbin
ding blijven. De motoren moeten verend
worden opgehangen, althans trillingdem
pend.
Bodem onderzoek
OP korte termijn, zo schrijft de heer
Luiting in „De Blauwe Wimpel" dient een
uitgebreid bodemonderzoek plaats te vin
den. Mocht de bodemkwaliteit niet vol
doende geacht worden, dan moeten proeven
genomen worden in het Waterloopkundig
Laboratorium te Delft. Er is namelijk kans
op drijfzand. Indien de mast nog aanwezig
is, moet deze afgebrand worden door dui
kers en ter identificatie opgestuurd naar
de werf van de „Renate Leonhardt" te
[hu^PSCH I p
AAN-EN AFVOER LUCHT
111 WM,,
f'' i»
'QEHATL
OEN MOO*N py
HAAKi-'..
1 ~~7
„ARiO'Ê."
GROMDEN
r of- -feet? j
Flensburg. Zo niet, dan moet het wrak ge
deeltelijk worden schoongespoten en door
duikers opgemeten, want voor men uitvaart
dient toch vastgesteld of het inderdaad de
„Renate Leonhardt" is. De heer Visser
meent van wel. Hij gaat af op het volgende
rapport van de duiker P. v. d. Schans:
„Opgemaakt 10 September 1949. Des
middags heb ik mij bij aflopend tij voor
van de UK. 230 laten zakken op de plaats
waar de „Renate Leonhardt" zich bevond.
Op de bodem heb ik de plaats opgezocht,
waar de as op het wrak rustte. Dit was bij
de plek, waar de draden bij lijnen waren
vastgelopen. Het bleek mij, dat op ca.
anderhalve meter afstand van de in de
bodem stekende as een uitstekend gedeelte
van een wrak bevond. Hier naar toe gaande
heb ik gezien, dat dit een stuk mast was,
waaraan zogenaamde kraagdraden vast
zaten, ook onze lijndraden, alsmede naar
beneden gebogen stukken ijzer. De afstand,
die de as boven de zeebodem uitstak heb
ik met de lijn gemeten. Na ca. een half uur
ben ik op 10 m. gaan hangen en was na
50 min. weer boven. Aan boord gemeten
bleek het gedeelte van de as, dat volgens
de lijn uitstak, 2,48 meter te bedragen.
Vermelden wij nog, dat de as 6 meter lang
is (kleilaag 3,25 meter). Verdere waar
nemingen werden door mij niet gedaan,
daar mij gebleken is, dat het gehele wrak
diep in de zeebodem is weggezakt en er
slechts een vlakkezeebodem en geen meer
dere uitstekende delen waren te zien. w.g.
P. v. d. Schans."
Nieuwe methode
HET PAD van de heer Visser, aldus be
sluit de heer Luiting, is de voorbije acht
tien jaar niet over rozen gegaan. Het is
teleurstellend voor hem, dat hij processen
heeft moeten voeren om de zaak te ver
dedigen. De heer Luiting hoopt, dat de heer
Visser er in zal slagen de duiktoren te ver
volmaken. „Mocht het hem gelukken zijn
plan te volvoeren, dan heeft hij de gehele
wereld een nieuwe methode geleerd om
wrakken te onderzoeken. En dat is op zich-
zefl al een verdienste."