Ex-bunkerbouwers eisen geld
terug van oud-verzetsman
CHIEF
WHIP
avr-
Voortgang
OFFENSIEF
JUSTITIE
Mtfe tanden fr/eeeadent Met
de n/eawe
Lezeres
Zeepost
Principiële zaak voor Haags gerechtshof
Eis werd in eerste
instantie toegewezen
Vergaan van de „Fribo"
is niet opgehelderd
250 modelkamers
Optreden tegen .bromfiets-
vlegels" in Delft
Dolle rit met vrachtauto
door nachtelijk Amsterdam
Raad voor de Scheepvaart
al 33 jaar
de béste Virgini
Daders van inbraak in
kasteel Zoelen achter slot
Examens
George Stephen overleden
Goederentrein reed
door een stootblok
DONDERDAG 29 SEPTEMBER 1955
De minister van Verkeer en Waterstaat
heeft het vizier omlaaggeklapt en de lans
geveld. Hij is gereed voor een krachtdadig
gevecht met wat hij zelf nu „Het Monster"
heeft genoemd. In een toespraak te Middel
burg heeft hij een groot „contra-offensief"
aangekondigd tegen de verkeersonveilig
heid en tegelijk onthuld dat reeds thans,
door wijziging der lopende begroting, een
extra-subsidie aan het Verbond voor Veilig
Verkeer zal worden toegekend.
Deze extra-subsidie verraadt het ver
trouwen van de minister in het particuliere
initiatief, dat reeds jarenlang en vaak
met te weinig steun der overheid in het
veld staat tegenover „Het Monster". Hij
heeft nu daarbij tot uitdrukking gebracht,
dat hij overtuigd is van de plicht der over
heid om haar best te doen, de verkeers
veiligheid te bevorderen. Niemand heeft er
ooit aan getwijfeld dat de overheid op dit
gebied een taak had, doch wel heeft men
er vaak aan getwijfeld of deze overheid
voldoende doordrongen was van de pre
ventie dezer taak, en niet al te zeer het
particuliere initiatief afwachtte om in actie
te komen. Het is namelijk een feit dat vele
deplorabele verkeerstoestanden van het
ogenblik een gevolg zijn van gebrek aan
vooruitziendheid bij degenen, die in hun
overheidsfunctie belast waren met ver-
keersvoorzieningen. Het compliment met
couvert aan het Verbond voor Veilig
Verkeer, door de minister uitgereikt, is
welverdiend. De toezegging van de minister
dat het verkeer zijn grootst mogelijke aan
dacht zal hebben en dat bepaalde verbete
ringsplannen met de grootstê spoed zullen
worden behandeld, is verheugend. Doch
het komt niet alleen aan op aandacht en
spoed.
Er is één ding, dat bovenal belangrijk is
wanneer het erom gaat, dit probleem vol
ellende en leed afdoende aan te pakken:
dat is durf. Durf om te breken met tradi
ties en verouderde opvattingen ten aanzien
van verkeerstechniek, wegenbouw, sane
ring van het verkeersnet en wettelijke be
heersing der verkeersmiddelen. De minister
zij vooral durf toegewenst. Voor een klein
land als het onze met zijn snel-groeiende
overbevolking vereist het verkeersprobleem
gedurfde initiatieven, nu door aarzelingen
en gebrek aan fantasie de situatie tot nood
toestand is kunnen worden.
Velen zullen met genoegen de mededeling
lezen, dat de Delftse kantonrechter een
fikse straf heeft opgelegd aan de eerste
„bromfietsvlegel", die voor het hekje ver
scheen. Bromfietsvlegels zijn er niet alleen
in Delft. Vele steden, wier winkelcentrum
zich ervoor leent, zijn in de avonduren tot
renbaan voor deze jongelieden geworden,
die zonder enige beschaving en vaak met
een treiterende uitdagendheid hun brom
mers door de straten jagen en onderlinge
wedstrijden organiseren ten koste van de
rust en de veiligheid. Bromfietsvlegels zijn
een kluifje voor de justitie, nadat zij door
de politie zijn aangebracht. De politie heeft
een zware taak bij het verbaliseren dezer
knapen en kan niet altijd de schuldigen te
pakken krijgen als zij overtredingen con
stateert. Doch een extra-mannetje in de
gevaarlijke zóne kan daarbij misschien deze
kant van de kwestie verlichten. De andere
kant behoort bij de kantonrechter en daar
bij moge het Delftse voorbeeld aanstekelijk
werken. Flinke straffen zijn hard nodig en
het in beslagnemen van het voertuig zou
misschien de straf nog groter effect kun
nen geven. Ook de justitie moet een rol
spelen in het offensief tegen „Het Monster"
dat door minister Algera is afgekondigd.
ADVERTENTIE
WONINGINRICHTING
BEVERWIJK
8-1230 ep13:45-18- tcü/>.
0)u^4daij~} ))C,\%-uo(I (fejlafet)
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden; de data waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet zijn
bezorgd staan tussen haakjes achter de
naam van schip vermeld. Argentinië: m.s.
Yapeyo (5 Oct.); Australië: m.s. Johan van
Oldenbarnevelt (5 Oct.); Brazilië: m.s.
Uruguay Star (4 Oct.); Canada: m.s. Prins
Willem van Oranje (3 Oct.), s.s. Nieuw
Amsterdam (5 Oct.); Chili: via New York
(5 Oct.); Indonesië: s.s. Laertes (1 Oct.);
Ned. Antillen: m.s. Hera (3 Oct.); m.s.
Daphnis (4 Oct.); Nieuw Zeeland: via En
geland (1 Oct.); Suriname: m.s. Mentor
(4 Oct.); Unie van Zuid-Afrika en Z.W.
Afrika: m.s. Pretoria Castle (1 Oct.).
Inlichtingen betreffende de verzendings
data van postpakketten geven de postkan
toren.
„WELBEDANKT, Jan Pieterszoon Coen" klonk over radio-Oranje in de oorlog
vanuit Londen tot de Rijswykse accountant, die zoveel onderduikers van geld voor
zag. Vele duizenden guldens kreeg de accountant van een tweetal Ryswykse
bunkerbouwers, die gedurende de bezetting schatten verdienden met het aanleggen
van verdedigingswerken langs de Nederlandse kust en op militaire vliegvelden. Geen
verzetsman kreeg het die dagen in zijn hersens deze giften te administreren. De
bunkerbouwers moesten zich na de bevrijding voor de zuiveringsraad verantwoor
den. Zij werden voor de tyd van anderhalf jaar uit alle leidinggevende functies
ontzet, ondanks de getuigenis die de accountant in hun voordeel kon geven. Vorig
jaar eisten de bunkerbouwers plotseling dat de accountant zou bewijzen waar het
geld gebleven was. Voor de rechtbank verklaarden de bunkerbouwers dat zij
80.000 gulden betaald zouden hebben aan de illegaliteit. De rechtbank achtte be
taling van 48.000 gulden aan de accountant bewezen. De accountant wist zich echter
niet meer precies te herinneren waar deze 48.000 gulden gebleven waren. Alle
verzetsmensen hadden code-namen: velen werden gefusilleerd of verdwenen later
op andere wijze. Bovendien, zo verklaart een psychiater, was het zenuwgestel van
de verzetsman geschokt, evenals dat van vele collega's uit de illegaliteit. Zijn her
innering is ernstig gestoord. Desondanks wist de accountant met getuigen aan te
tonen dat 21.000 gulden zeker de weg naar de onderduikers gevonden had. Waarop
de rechtbank hem veroordeelde de rest 27.000 gulden aan de bunkerbouwers
terug te betalen.
In oud-verzetskringen deed dit vonnis
veel stof opwaaien. Immers vele colla
borateurs schonken tegen het einde van
de oorlog enorme bedragen aan het ver
zet met de bedoeling na de bevrijding
lichtere straf te krijgen. Al deze mensen
zouden nu ruim tien jaar na de bevrij
ding dus kunnen gaan eisen, dat de
verzetsmensen bewijzen waar het geld
terecht gekomen is. En evenals de Rijs-
wijkse accountant zullen de meesten
hiertoe niet in staat zijn
Woensdag heeft het Haagse gerechtshof,
gepresideerd door mr. A. W. J. van Vrij-
berghe de Coningh, de pleidooien in hoger
beroep aangehoord. Voor de accountant
(appellant) trad op mr. D. Huisman. De
bunkerbouwers werden in rechte vertegen
woordigd door mr. H. van Alphen. Mr.
Huisman schetste uitvoerig de omstandig
heden waaronder de giften aan de illega
liteit destijds werden gedaan. Hij bestreed
de verklaringen van de getuigen, die ter
rechtbankzitting door de bunkerbouwers
waren meegebracht. Deze hadden ver
klaard dat de betalingen ook in December
1944 waren doorgegaan. Een accountants
onderzoek van het kasboek der bunker
bouwers heeft het tegendeel aangetoond,
aldus mr. Huisman, die er op wees dat
vele collaborateurs en Duits-gezinden in
December, na het inzetten van het Duitse
tegenoffensief in de Ardennen, weer hoop
kregen op de uiteindelijke overwinning der
as-mogendheden.
Doden praten niet
Voorts vertelde mr. Huisman dat inmid
dels kan worden aangetoond waar een deel
van het nog niet-verklaarde geld hoogst
waarschijnlijk is gebleven. Twee oud-ver
zetsmensen, de heren Griffioen en Drop,
kunnen daarover verklaringen afleggen.
Al enige tijd wordt de Delftse binnen
stad onveilig gemaakt door jongelieden,
die de straat als racebaan voor de brom
fiets gebruiken. Van tijd tot tijd treedt de
politie op door te bekeuren. Woensdag had
de eerste jongeman uit Delft, zich voor de
Delftse kantonrechter te verantwoorden.
Hij werd bij verstek veroordeeld tot een
boete van dertig gulden subsidiair 15 da
gen wegens het onbehoorlijk rijden en tot
10 gulden subsidiair 5 dagen, omdat hij
geen richting had aangegeven.
De ambtenaar van het O.M. heeft in zijn
requisitoir de hoop uitgesproken, dat cr
nog vele processen-verbaal tegen de
„bromfietsvlegels" zullen volgen. „Het is al
erg genoeg, dat men op die bromfietsen zo
hard kan rijden", zei hij, „en als daar nog
een onvoldoende beheersing van het voer
tuig bij komt, is het hek helemaal van de
dam".
Pleiter hoopte dat het hof zich door deze
mensen zal laten voorlichten. De heer Grif
fioen herinnert zich namelijk dat twee ver
zetsmensen, die in de loop van 1944 door
de Duitsers zijn gefusilleerd, hem hebben
verklaard grote sommen geld te hebben
ontvangen van „een Rijswijkse accoun
tant", die dit geld op zijn beurt weer ont
vangen zou hebben van aannemers, die
verdedigingswerken hadden gebouwd op
het vliegveld Ypenburg. Vast staat, dat dit
de bunkerbouwers in kwestie zijn geweest.
De heer Griffioen is op het ogenblik hoofd
van een school met de Bijbel: aan de waar
heid van zijn woorden behoeft niet te
worden getwijfeld, aldus pleiter. De getuige
Drop, oud-illegaal leider van Den Haag,
ridder in de orde van Oranje Nassau, kan
verklaren dat zijn gefusilleerde broer hem
destijds hetzelfde heeft gezegd. „Om meer
dan een reden is het jammer dat de doden
niet zelf kunnen sprekenaldus pleiter.
Aan de later gefusilleerde verzetsstrij
ders zou de accountant dan 12.000 gulden
betaald moeten hebben (een bedrag van
15.000 gulden wordt verklaard door het
feit dat de bunkerbouwers gedurende De
cember niet zouden hebben betaald. Mr.
Huisman wees het hof er voorts op dat
zijns inziens de president van de rechtbank
onvoldoende rekening heeft gehouden met
de omstandigheden tijdens de bezetting.
„Geen collaborateurs'
Mr. H. van Alphen, voor de bunkerbou
wers, beriep zich op de verklaringen die
getuigen voor de rechtbank hebben afge
legd. Hij ontkende dat deze verklaringen
tegenstrijdig zouden zijn. Wat de getuigen
Drop en Griffioen zouden kunnen verkla
ren, hebben zij alleen maar „van horen
zeggen" meende pleiter, die de verklarin
gen van de accountant „niets dan vaag
heden" noemde. „Hij kan niets bewijzen",
zei mr. Van Alphen. Deze pleiter wees er
vervolgens op dat de bunkerbouwers met
hun werk hebben voorkomen dat Neder
landse arbeiders naar Duitsland werden ge
zonden voorts zouden deze heren teke
ningen van vestingwerken en geschuts-
opstellingen aan de illegaliteit in handen
gespeeld hebben, de betalingen aan de. ille
galiteit zijn ook niet uit angst geschied:
reeds in 1942 werden bedragen aan het
Rode Kruis gegeven. Het gerechtshof zal
op 9 November a.s. arrest wijzen.
In de nacht van Dinsdag op Woensdag
heeft, naar de Amsterdamse politie mede
deelt, een vermoedelijk dronken chauffeur
met een vrachtauto een dolle rit door
Amsterdam gemaakt. De auto zigzagde
met grote snelheid door de Jodenbree-
straat. De chauffeur reed een motorrijder
aan, wiens passagiere bij de nadering van
de auto van de duo was gesprongen. Een
fietser, die zijn vrouw achterop had, kon
door van zijn fiets te springen het vege
lijf redden.
De vrachtauto reed tot driemaal toe het
trottoir op. Ter hoogte van de Nieuwe
Uilenburgerstraat schampte hij langs een
blinde muur.
Een agent heeft een bestelwagen gevor
derd en daarmee de achtervolging inge
zet. Op de Amstel hoek Amstelstraat
moest hij het opgeven, omdat de vracht
auto uit het gezicht was verdwenen. Later
werd de wagen op de Amstel teruggevon
den. Hij bleek te behoren aan een expe
ditiebedrijf. De chauffeur had 's avonds de
wagen geparkeerd op de Geldersekade.
Een man, die de auto op de fiets was
gevolgd, had gezien hoe hij op de Amstel
werd geparkeerd. Twee mannen sprongen
eruit en maakten zich snel uit de voeten.
Precies twintig dagen voordat het certi
ficaat van zeewaardigheid zou zijn ver
lopen is het bijna veertig jaar oude motor
zeilschip „Fribo" op de Noordzee nabij het
lichtschip Goeree op onverklaarbare wijze
lek geraakt en binnen een uur gezonken,
nadat de vier opvarenden zich in de sloep
in veiligheid hadden kunnen stellen. Dit
gebeurde op 12 December van het vorige
jaar.
Het schip had vier man aan boord, toen
het eind vorig jaar met bundels ijzer uit
voer van IJmuiden naar Londen. Nadat
tien uur was gevaren, ontdekte men 30 cm
water in de machinekamer. De kapitein
liet de sloep strijken en de twee matrozen
van boord gaan. Later ontdekte hij ook
water in de ruimen, nadat hij vergeefs met
de handpomp had getracht het water uit
de machinekamer te pompen. Eerst ging
toen de stuurman en als laatste ook de
gezagvoerder van het sterk hellende schip
van boord in de sloep. Het schip verdween
direct daarna in de golven.
Na enkele uren heeft het m.s. „Prins
Frederik Willem" van de Oranjelijn de
schipbreukelingen opgepikt en aan boord
van de loodsboot „Sirius" gebracht, die de
opvarenden in Hoek van Holland aan wal
zette. Behalve de scheepspapieren kon niets
van het schip worden gered.
Op een vraag van de president ant
woordde de kapitein, dat zijn kustvaarder
voor f 70.000,was verzekerd.
„Vond u dat niet wat hoog voor zo'n
oude schuit?" vroeg een der leden.
„Dat weet ik niet", zei de kapitein.
De inspecteur-generaal voor de scheep
vaart zei over het ontstaan van het lek
geen positieve uitspraak te kunnen doen.
Hij zei, dat hem niets was gebleken van
enige schuld van de kapitein en hij ver
zocht de raad hem vrij te spreken. Moge
lijk kan het lek ontstaan zijn doordat het
schip bij het op overigens geheel normale
wijze verlaten van de IJmuidense haven
over de grond heeft geschuurd, zodat een
dunne plek in de wand van het oude schip
en later een lek is ontstaan.
ADVERTENTIE
Nieuwe heerlijke smaak!
Erg lekker ook voor
kinderen
Nieuw actief schuim!
Houdt Uw mond fris en
gezond
Nieuwe lat
ige prijs
Mu kar., iedereen zich Colgate veroorloven.
Colgate de meest verkochte tandpasta ter wereld
Sfandam
Fcrnjmfubè
fl
at
tube
ADVERTENTIE
De inbraak in kasteel Zoelen, gepleegd
in de nacht van 23 op 24 Maart, is thans
volgens de officier van justitie te Arnhem,
geheel opgehelderd. In Amsterdam is thans
gearresteerd de 34-jarige Amsterdamse
koopman P. H. Z. Reeds eerder zijn gear
resteerd de 29-jarige schilderijenkoopman
J. V., de 39jarige koopman A. C. H. van O.,
de 42-jarige schilderijenkoopman P. H. K.,
allen uit Amsterdam, en de 38-jarige chauf
feur-monteur R., een Pool van geboorte, uit
Tiel. Z., V. en Van O. hebben de inbraak
gepleegd, die is geslaagd dank zij de acro
batische talenten van de daders. Het drie
tal kwam via een ladder tegen de hoge
kasteelmuur aan de achterzijde binnen.
Hoewel V. een houten been heeft, nam ook
hij aan deze klimpartij deel. Een hunner
drong door tot de slaapkamer van de kas
teelbewoner en nam de sleutels van de
brandkast weg. Daarna haalden de inbre
kers de brandkast leeg. De buit wordt ge
schat op f 150.000 aan effecten, sieraden en
geld. Er bevond zich een parelcollier bij dat
voor de oorlog 40.000 gulden waard was.
Amsterdam (Gemeente-universiteit). Be
vorderd tot arts mej. C. G. M. Nagel, mej.
R. Bader en de heren J. Jeurissen, N. W. de
Smit. L. Boerman, P. E. Treffers, allen Am
sterdam. R. A. M. van Oppen, Limmen en
B. du Pon, Haarlem.
Geslaagd voor het artsexamen 1ste ge
deelte mej. C. Schipper en de heren Ch.
Hilferink, W. Ezechiëls, P. Ostermann, C.
Strumphler, E. Bosch, allen Amsterdam, J.
F. G. Macrander, Zutphen en G. J. A. v. d.
Knaap, Beemster.
Amsterdam. Gemeenteuniversiteit. Bevor-
vorderd tot doctor in de letteren en wijsbe
geerte op proefschrift getiteld: „Een Speci
aal Gebruik van de Ablativus Absolutus bij
Caesar" de heer J. A. M. van der Linden,
geboren te Amsterdam.
Geslaagd voor het candidaatsexamen poli
tieke en sociale wetenschappen: G. F. Bed
ding, Amsterdam; kerkelijk examen: J. Kok,
E. E. Stern, J. Plasman, A. J. v. d. Linden.
Het is al bijna drie jaar ge
leden, dat Cleopatra bij ons
haar intrek nam, en zij noch
wij dachten toen aan de moge
lijkheid dat zij Cleopatra zou
kunnen heten. Deze schone,
klassieke naam is haar pas
veel later aangemeten, zoals
men een opgroeiende kleuter
op een bepaald moment een
groter jasje moet aantrekken.
Cleopatra heette, toen zij bij
ons kwam, Mekkie en zij was
een jong, aanvallig geitje met
stijve wollen poten en een
schaapachtig gezicht. In de
ontwikkeling van Mekkie tot
Cleopatra heeft zich een le
venstragiek voltrokken, die
een wrange smaak geeft aan
het houden van huisdieren in
het algemeen. De dartele, bal
letjesronde Mekkie is de geza
pige, onhoudbare Cleopatra ge
worden, waarmee we geen weg
meer weten. Het levende stuk
speelgoed van de kinderen is
tot een onbevallige mislukking
van een beest uitgegroeid,waar
niemand meer belangstelling
voor kan hebben.
En dat in drié jaar tijd. Een
stukje levende lente is nu een
rafel mistroostige herfst. In
niets tekent zich de verganke
lijkheid van charme en jeugd
zozeer als in de verwording
van Mekkie tot Cleopatra. Nu
zij als een onttakeld schip in
onze tuin aan haar touw heen
en weer schokt, is het alsof er
een dierbare gestorven is zon
der dat wij bij zijn sterfbed
konden zijn.
Zo was het: Mekkie springt
met poten vol paniek uit de
juten zak waarin zij van eige
naar verwisselde en kijkt
dwaas rond, als een kind dat
uit de draaimolen komt.
Het diertje maakt de indruk
alsof het nooit verstand zal
krijgen, doch na enkele dagen
stelt het alle intelligente huis
dieren verre in de schaduw en
dat is een van de redenen,
waarom Mekkie zich zo'n so
lide plaats in het huisgezin
heeft verworven. Een hond
kan slim zijn een geitje als
Mekkie kan hem zakken en
verkopen. Het is een slimheid
die zich niet zozeer uit in op
zitten, pootjes geven, senti
menteel kijken en koekjes be
delen. Het is veel meer een
menselijke, onberekenbare in
telligentie, die karakter schept
en persoonlijkheid uitstraalt.
Mekkie geeft geen pootjes,
aangezien zij overtuigd is van
de onweersprekelijke waarheid
dat poten er zijn om op te
lopen en niet om te geven.
Mekkie stoot met haar harde
kop de deuren open en komt
met verbaasde blik binnen-
huppelen, niet begrijpend
waarom de mensen met dit
mooie weer tussen vier muren
blijven zitten. Dat is ook niette
begrijpen. Als de zon schijnt,
moet men buiten zijn en over
het malse gras wandelen, nu
en dan een hapje links en
rechts nemend van het over
vloedige groene voedsel, dat de
natuur in overdaad laat
groeien. Terwijl de terrier zijn
gedegenereerde honger in de
keuken stilt met een product
uit de hondenbroodfabriek.vult
Mekkie haar maagje met de
goede gaven, die haar regel
recht door de milde hand van
de natuur worden toegereikt.
Terwijl de hond in een dro
merige slaafsheid ligt te knip
ogen naar zijn meester, eet
Mekkie de nieuwe nylons van
de meesteres op. Zij spuwt ze
later weer als een rafelige bal
uit omdat het nylon is
maar haar volkomen gebrek
aan onderdanigheid en mense
lijke omgangsvormen geven
haar het merk van echte voor
naamheid, persoonlijke trots en
onbedorven intelligentie.
De kinderen vinden in Mek
kie een speelkameraad, die hen
leidt en niet door hen kan
worden geleid. De spelletjes
worden door Mekkie uitgevon
den en de kinderen doen on
derdanig mee. Zij gaan het
geitje zozeer als een huisge
nootje zien, dat zij zich soms
met geweld moeten ontworste
len aan het denkbeeld, dat
Mekkie ook naar school moet.
Zijzelf moeten wél naar
school.
Hier begint de tragiek
want bijna op hetzelfde mo
ment dat zij voor het eerst
aarzelend en schuchter het in
stituut van alle kennis betre
den, begint Mekkie zich te
ontwikkelen tot Cleopatra. Het
wordt een driedubbel afscheid.
De kinderen zijn de kinderen
niet meer, aangezien zij wor
den opgenomen in een milieu
van ernst en wetenschap en
daartussen door nu en dan ook
nog eens thuiskomen. En Mek
kie wordt een geit. Onver
hoeds, afschuwelijk.
Daar staat nu Cleopatra een
zaam en lui op het grasveldje.
Zij lijkt op een kapstok, waar
over men een witgrauwe wol
len zak gehangen heeft. Haar
magere, doorgezakte poten
steunen een wanstaltig lijf,
waar bovenop men de wervels
van haar rug kan tellen als
dakpannen op een nok. Over
die wervels hangt haar
lichaam, waarin aan de onder
kant alles bijeengeknoedeld
ligt wat zij aan levensorganen
heeft meegekregen: met enige
fantasie kan men de ronde
bobbel van haar maag, de in-
eengeknoopte darmen en haar
nieren, lever en milt door el
kaar zien liggen in de wollen
buik. Haar gezicht is niet meer
dat van een verbaasd kind,
doch van een onwijze grijsaard,
wiens dunne vel de kaken bij
eenhoudt. Zij is van speelgoed
en speelkameraadje geworden
tot aftands, onbruikbaar meu
belstuk, dat naar de veiling
moet.
Naar de veiling? De slager
wacht haar, want een tehuis
voor oude geiten is nog steeds
niet verrezen tussen de snelop-
schietende kunststukken onzer
sociale vooruitgang. Zij gaat
willoos en wezenloos door met
haar smalle buik op te vullen
met gras, doch zij put er geen
leven meer uit. Haar buik
wordt zwaarder en sleept over
de grond, haar figuur wordt te
voeten uit een schilderij der
aardse vergankelijkheid. Zo
gaat leven, zo gaat schoonheid
ten onder door de jaren.
Waar is Mekkie? Het is niet
te rijmen, dat het charmante
en verstandige diertje, dat bal
letje levenslust en beweeglijk
heid, verborgen zit in dit kap
stokbeest. Waarom is het leven
zo sarcastisch?
En toch is Cleopatra nu de
slager ontgaan,vermits wij een
bruidegom voor haar hebben
gevonden. Zij is zonder om
kijken achter het touw, dat
door een boereknecht werd
vastgehouden, naar haar brui
loft gesjokt. Haar buik schom
melde tussen haar poten als
een volgeladen bagagenet. Zij
zal door een bok worden
verwelkomd en de boer is het
toevertrouwd, Cleopatra in
haar komende moederzorgen
bij te staan.
Het is een verlossende ge
dachte, die de tragiek ver
drijft: dat nieuw leven en
nieuwe Mekkies uit hun ge
vangenschap zullen losbreken
onder het oog van een zorg
zame Cleopatra. Het sarcasme
van het leven is meer humor
en ironie. Het is de humor der
eindeloze vernieuwing met de
ironie van het schijnbare einde.
Zo komt er zelfs voor een
herfstig geitenleven een nieu
we lente. De nieuwe Mekkies
zullen met nieuwe kinderen
spelen.
En het gras, waarop zij spe
len, blijft eeuwig groen.
J. L.
De kleine grijze man ging zorgvuldig op
het hem resterende puntje van de bank in
onze coupé zitten.
Daarna verwisselde hij zijn rondkijk-
voor zijn leesbril.
Zijn rechterbeen moest nog even opzij
gezet worden voor de conducteur, die met
een beleefd „ku" de kaartjes in ontvangst
nam, om ze met een hartelijk „stu" terug
te geven.
Maar nu trok hij verheugd een dagblad
uit zijn binnenzak, waarin vouwen' toon
den, dat hij het al grof had doorgenomen.
Dat hij echter geenszins van plan was daar
mee te volstaan, toonde het doorzichtig
plakband, waarmee een scheur in het bui
tenblad was geheeld.
Naast hem, aan de andere zijde van het
gangpad zat een moe meisje met dromerige
ogen naar het kastje-met-de-zaag te staren.
Het mannetje was kennelijk al te oud
om te begrijpen, dat meisjes die in treinen
zo dromen, zich helemaal niet vervelen!
Alsof zij daarnaar vurig had uitgezien,
reikte hij haar volkomen onverwacht de
buitenpagina's van zijn blad aan. Zonder
verder op de uitwerking hiervan te letten,
boog hij zich over de rest van het nieuws.
Alle omzittenden konden de verwarring
van het aardige kind zien. Zij begon een
bekoorlijke, rode gloed uit te stralen, maar
probeerde zich te herstellen, door met een
ernstig gezicht het nieuws op de voor
pagina's in te zien. De vette aanhef van het
bericht over het liftverbod scheen haar
even belang in te boezemen. Maar tot onze
verbazing verdiepte dit jonge meisje zich
lange tijd in een artikel over de Kolen- en
Staalgemeenschap.
Terwijl zij een blad omsloeg zag zij even
behoedzaam op. Om haar op haar gemak
te stellen keek iedereen toevallig geïnte
resseerd een andere kant uit.
Zij begon nu met dezelfde aarzelende
toewijding aan het Eerste Kamerverslag.
Het moest verder de goede waarnemers wel
opvallen, dat zij de feuilleton oversloeg
(ofschoon er toch wel degelijk een korte
inhoud van het voorafgaande boven stond)
maar wél een hele tijd met het beurs- en
scheepvaartnieuws bezig scheen te zijn.
Het voorovergebogen mannetje naast haar
was inmiddels door zijn deel van de krant
heen en keek neutraal op.
Onmiddellijk staakte het meisje het lezen
om hem zijn krantenhelft terug te geven.
In ruil daarvoor stak de oude haar met een
beslist gebaar de binnenpagina's toe.
Maar zij weigerde met een hulpeloze
lach, die om begrip scheen te vragen. Het
mannetje bleef aandringen. Toen liet het
meisje zich voor het eerst een paar woor
den ontvallen.
„Really very kind of you but I..1.
I.
Nóg hoger laaide toen het vuur op haar
gezichtje öp. Het werd echter aan onze blik
onttrokken door een grote folder van het
Vreemdelingenverkeer, waarachter zij zich
veilig voelde. H. B.
Te Wassenaar is op 56-jarige leeftijd
overleden de heer George Stephen, traffic-
manager van de in Den Haag gevestigde
Aramco Overseas Company.
De heer Stephen, een welbekende figuur
in internationale en Nederlandse scheep
vaartkringen, begon zijn loopbaan in het
olievak in 1923 bij de Standard Oii Com
pany of California. Op 1 Januari 1953 werd
hij overgeplaatst naar -het hoofdkantoor
van de A.O.C. in Den Haag en werd
hij belast met het toezicht op de versche
pingen over de gehele wereld van de goe
deren die door zijn maatschappij worden
ingekocht ten behoeve van de Arabian
American Oil Company (Aramco) in Sa-
oudi-Arabië.
De begrafenis van de heer Stephen zal in
alle stilte in Den Haag geschieden.
In Nijkerk is een goederentrein tijdens
het rangeren op een doodlopend spoor door
een stootblok gereden. De eerste wagen
ontspoorde. Twee andere wagens reden
van de rails en kwamen op een weg tot
stilstand. De ooi-zaak moet gezocht worden
in een misverstand tussen machinist en
rangeerder. Enkele reizigerstreinen hadden
geringe vertraging door dit ongeval.